text
stringlengths 181
1.69M
| label
stringclasses 11
values | num_pages
float64 1
502
| split
stringclasses 4
values |
---|---|---|---|
VN2022-018566 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Stadsdeel Centrum x Gemeente Jee 9 TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Economische Zaken (16)
Agendapunt 41
Datum besluit 10 mei 2022 10 mei 2022
Onderwerp
Raadsbrief drukte en overlast in het Wallengebied
De commissie wordt gevraagd
1) Kennis te nemen van de maatregelen die het Bestuurlijk Team Aanpak Binnenstad
(burgemeester, wethouder EZ en stadsdeelvoorzitter Centrum) treft om de
leefbaarheid in het Wallengebied te verbeteren, en drukte en overlast tegen te gaan
2) Kennis te nemen van de raadsbrief maatregelen drukte en overlast in het Wallengebied,
die 29 april jl. per dagmail naar de gemeenteraad is verzonden.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
De in bijgaande raadsbrief aangekondigde maatregelen om drukte en overlast in het Wallengebied
tegen te gaan maken deel vit van de Aanpak Binnenstad. In mei 2020 heeft het college de Aanpak
Binnenstad gelanceerd met een brief aan de
gemeenteraad. Het vitvoeringsprogramma van de Aanpak Binnenstad is in december 2020
vastgesteld en verzonden naar gemeenteraad.
Het vitvoeringsprogramma bevat 88 maatregelen, geclusterd rond de bestuurlijke
prioriteiten in de binnenstad: functiemenging en diversiteit, beheer en handhaving,
een waardevolle bezoekerseconomie, versterken van culturele verscheidenheid en
buurtidentiteiten, bevorderen van meer en divers woningaanbod, en meer verblijfsruimte
en groen in de openbare ruimte.
Het college informeert de raad jaarlijks over de voortgang van de Aanpak Binnenstad. Op
24 december 2021 is de eerste voortgangsrapportage geagendeerd in het college. Deze is
op 8 februari 2022 ter kennisname geagendeerd geweest in de raadscommissie Algemene
Zaken.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Wijnants
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2022-018566 9 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Stadsdeel Centrum 9 Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nvt.
Welke stukken treft v aan?
AD2022-059124 Raadsbrief+maatregelen+Wallengebied_29042022.pdf (pdf)
AD2022-059125 Tijdelijke Algemene Raadscommissie (1) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Stadsdeel Centrum, Aanpak Binnenstad, J Sluyterman van Loo, 06 2210 5493,
[email protected]
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | discard |
VN2023-022964 G Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit
irectie Mi emeente ' !
Directie Middelen % en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol), F K D
en Control % Amsterdam en en
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
% Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023
Portefeuille Decbespieking(excteAkSnniStriping))
Agendapunt 11
Datum besluit 26 september 2023
Onderwerp
Terugkoppelen vitkomsten aandeelhoudersvergaderingen van gemeentelijke deelnemingen eerste
deel 2023
De commissie wordt gevraagd
1. _Kenniste nemen van de bijgevoegde brief, waarin de raad wordt geïnformeerd over de
aandeelhoudersvergaderingen bij gemeentelijke deelnemingen in het eerste deel van 2023.
Volgens het informatieprotocol informeert het college de raad over alle besluiten die het
genomen heeft die de deelnemingen aangaan en die relevant voor de raad zijn om zijn
taak
te kunnen uitoefenen. De relevante stukken bij dit besluit zijn bijgevoegd als bijlage.
2. Kennis te nemen van de geheimhouding die op grond van artikel 87 van de Gemeentewet is
opgelegd op de bijlagen:
Beurs
Carré
GEM
Havenbedrijf
LSFA
Matrix
ODE Energie BV.
ROM InWest
SADC
Schiphol
Stadsgoed
WPW
WRK
Zeedijk
Dit in verband met de belangen genoemd in artikel 5.2, eerste lid onder c en/of tweede lid
onder b en/of e van de Wet open overheid. De geheimhouding wordt opgelegd 25 jaar en
uiterlijk tot 26 september 2048 of tot het moment waarop de raad besluit deze op te heffen.
Wettelijke grondslag
Op grond van artikel 169 lid 2 van de Gemeentewet verschaft het college de raad alle inlichtingen die
de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft.
Geheimhouding op grond van artikel 87 van de Gemeentewet. Dit in verband met de belangen
genoemd in artikel 5.1, wet open overheid eerste lid onder c en/of tweede lid onder b en/of e,
omdat deze stukken bedrijfs- en fabricagegegevens bevatten die vertrouwelijk aan de gemeente
zijn meegedeeld en/of omdat openbaarmaking de financiële en economische belangen van de
gemeente en de betreffende deelnemingen kan schaden en/of ter eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer.
Bestuurlijke achtergrond
Gegenereerd: vl.4 1
VN2023-022964 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit
Directie Middelen _ 9 Amsterdam Oi FKD
en Control % en antidiscriminatiebeleid, Lucht-en zeehaven (incl. Schiphol),
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023
Er beseknkiner des kennisnemindieprotocol Deelnemingen vastgesteld (ZD2016-008244,).
Conform het protocol informeert het college de raad actief over besluiten die de deelnemingen
betreffen. Voor minder dringende besluiten gebeurt dit middels de bijgesloten brief.
De afgelopen periode zijn van de meeste deelnemingen de jaarverslagen/jaarrekeningen
vastgesteld. Sommige deelnemingen publiceren deze op hun website. In dat geval zijn deze
niet als bijlage bijgevoegd, maar op de betreffende websites terug te vinden. Oe bijlagen die
vertrouwelijk met de gemeente zijn gedeeld, is geheimhouding opgelegd en die zijn als geheime
bijlage bijgevoegd. De overige bijlagen zijn openbaar bijgevoegd.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Mangal (DENK)
Motivatie: Er is geld aan het GVB toegezegd zonder dat daar dekking voor en zonder dat de Raad
daar nog toestemming voor heeft gegeven. Klopt de orde der dingen nog wel? Daarnaast heeft men
ingestemd met dividenduitkering van Alliander. Dit terwijl het Rijk zich inkoopt om de kosten die
Alliander moet dragen voor de uitbreiding van het netwerk te kunnen ondersteunen en daarmee het
aandeel van Amsterdam verwaterd. Hoe rijmt zich dat? Inzake N.V. Zeedijk is de stemverhouding
aangepast. Op welke wijze is deze aangepast en welke gevolgen heeft dat voor de gemeente als
aandeelhouder.
Uitkomsten extern advies
n.v.t.
Geheimhouding
Geheimhouding op grond van artikel 87 van de Gemeentewet. Dit in verband met de belangen
genoemd in artikel 5.1,eerste lid onder c en/of tweede lid onder b en/of e‚ omdat deze stukken
bedrijfs- en fabricagegegevens bevatten die vertrouwelijk aan de gemeente zijn meegedeeld en/of
omdat openbaarmaking de financiële en economische belangen van de gemeente en de betreffende
deelnemingen kan schaden en/of ter eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Gegenereerd: vl.4 2
on % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Kunst en cultuur, Diversiteit F K D
en Control % en antidiscriminatiebeleid, Lucht- en zeehaven (incl. Schiphol),
Bedrijfsvoering, Inkoop, Personeel en organisatie, Dienstverlening,
Deelnemingen (excl. AEB en Schiphol), Deelnemingen (incl. AEB), Lokale
media, ICT en digitale stad, Evenementen
Voordracht voor de Commissie FKD van o2 november 2023
wormen Jen
ornoo [eem nsten
noren [eenen raamt
noren |emsem ooeteseersen
nonnen [eeen smaaaren
normen [eem mente
Ter Inzage
Registratienr. | Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
DMC Deelnemingen, Heleen Noijons, H.Noijons @amsterdam.nl
Gegenereerd: vl 4 3
| Voordracht | 3 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1152
Datum akkoord 21 september 2016
Publicatiedatum 22 september 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid N.T. Bakker van 25 juli 2016 inzake
uitbuiting van hotelpersoneel.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Op 23 juli 2016 besteedde Het Parool aandacht aan de werkomstandigheden van
Polen in Amsterdam. Stichting Advies voor Polen ondersteunt Polen in Nederland en
zegt veel meldingen te krijgen van misstanden. Vaak gaat het mis bij uitzendbureaus
die Polen in hun thuisland werven. Bijvoorbeeld kamermeisjes worden gelokt met de
belofte van een baan en onderdak. Eenmaal aan het werk in Nederland blijkt het vaak
lastig voldoende uren te werken en komen er allerlei hoge kosten bij, zoals
bemiddelingskosten, hoge huren voor gedeelde kamers, of zelfs een toeslag van
25 euro voor een tandenborstel. In hetzelfde artikel wordt ook een medewerker van
Fairwork aangehaald die stelt dat er veel vergelijkbare verhalen zijn van Roemeense
of Bulgaarse arbeidsmigranten in Amsterdam.
Gezien het vorenstaande heeft het lid N.T. Bakker, namens de fractie van de SP,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Is het college bekend met de problemen die geschetst worden in Het Parool en in
het aangehaalde onderzoek van Fairwork en SOMO? Wat is de mening van het
college hierover?
Antwoord:
Het college is bekend met de signalen van arbeidsmigranten over
werkomstandigheden die niet voldoen aan de Nederlandse maatstaven. Het
betreft niet zo zeer een lokale aangelegenheid, maar daar waar de gemeente een
rol kan spelen wordt deze ook opgepakt door middel van regulier toezicht en
reguliere handhaving bij hotels en woningen waar meldingen van misstanden
binnen zijn gekomen.
Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU het afgelopen half jaar was
arbeidsmigratie een van de hoofdthema's. Binnen de EU heeft Nederland gepleit
voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden — ook via betere beloning van
gedetacheerde werknemers — en wordt er geïnvesteerd in bilaterale projecten
tegen arbeidsuitbuiting, bijvoorbeeld in Polen. Op 20 juli 2016 heeft de Europese
1 Jesse Beentjes, Een Pool moet vooral niet zeuren. Het Parool 23 juli 2016, p-4.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lisz Gemeenteblad
Datum 22 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 25 juli 2016
Commissie aangegeven de strijd tegen verdringing en uitbuiting op de Europese
arbeidsmarkt onverminderd voort te zetten en is ervoor gekozen vast te houden
aan de plannen voor herziening van de zogeheten ‘detacheringsrichtlijn’. Tien
landen uit Oost-Europa en Denemarken wilden met het trekken van een ‘gele
kaart’ die plannen blokkeren. De Europese Commissie gaat daar dus niet in mee.
Het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuwe ‘detacheringsrichtlijn’
dateert van maart dit jaar. Hierin worden nieuwe regels voorgesteld voor het
detacheren ofwel het ‘tijdelijk uitlenen’ van werknemers van het ene naar het
andere EU-land. De bestaande regels dateren uit 1996 en zijn onder meer door
de uitbreiding naar 28 lidstaten achterhaald. Inmiddels zijn binnen de EU bijna
twee miljoen mensen via detachering aan het werk. Malafide werkgevers
misbruiken nu de huidige detacheringsrichtlijn om werknemers uit met name
Oost-Europa voor zeer lage lonen in West-Europa in te zetten. Recentelijk is ook
de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie
(WagwEU) in werking getreden waarmee in Nederland uitvoering wordt gegeven
aan de implementatie van de richtlijn.
2. Is het college het met de SP eens dat zowel voor de werknemers zelf, als voor
het karakter van Amsterdam als sociale en gastvrije stad het belangrijk is dat
uitbuiting in de toeristische sector streng aangepakt wordt? Welke rol ziet het
college hier voor de gemeente?
Antwoord:
Het college is van mening dat uitbuiting, in welke vorm dan ook, niet toelaatbaar
is. Het is dan ook zaak om uitbuiting tegen te gaan, waarbij samenwerking met
onder andere de politie en het OM belangrijk is. De inzet van de gemeente -
specifiek in de toeristische sector - ziet op bestuurlijk toezicht, de controle van
vergunningen en de handhaving op illegale hotels wat één van de
handhavingsprioriteiten is van de gemeente Amsterdam. Daarnaast heeft het
college in februari 2015 besloten dat er geïnvesteerd gaat worden in het trainen
van ambtenaren in het signaleren van mensenhandel. In samenwerking met
FairWork worden de trainingen gegeven, onder meer aan de gemeentelijke
toezichthouders van Wonen en medewerkers van de stadsloketten.
In de afgelopen maand heeft de gemeente Amsterdam 20 illegale hotels ontdekt
door de Zomer Hotline. Dankzij meldingen van overlast via deze Hotline zijn
handhavers de woningen op het spoor gekomen. Aanbieders kunnen een boete
tegemoet zien van minimaal 13.500 euro per appartement. Van de 20 illegale
hotels zijn er 2 direct gesloten vanwege brandveiligheid. Bij dergelijke controles
wordt dus ook gelet op mogelijke signalen van mensenhandel.
3. Hoeveel arbeidsmigranten werken er in de toeristische sector in Amsterdam?
Wat weet het college over het naleven van arbeidsrecht in deze sector?
Antwoord:
Onderzoek, Informatie en Statistiek van de gemeente Amsterdam heeft in
augustus 2015 een EU-monitor migranten uitgebracht. Momenteel vindt er een
actualisatie plaats van de cijfers. De exacte cijfers volgen zodra ze vrijgegeven
zijn door het CBS en zullen worden gepubliceerd op de website
www.ois.amsterdam.nl.
2
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lisz Gemeenteblad
Datum 22 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 25 juli 2016
Er vindt in de monitor geen uitsplitsing plaats naar waar arbeidsmigranten
werkzaam zijn. Er wordt gefocust op herkomst, samenstelling van de groep
(geslacht, leeftijd, huishoudensamenstelling) arbeidsparticipatie in het algemeen
en inkomen.
In het verleden is volgens de Inspectie SZW gebleken dat de schoonmaaksector
kwetsbaar is voor misstanden onder andere in hotels. De schoonmaak in hotels
heeft daarom ook de speciale aandacht van de Inspectie SZW evenals de horeca
en detailhandel. In de horeca en de detailhandel bestaat een hoog risico op
illegale tewerkstelling, onderbetaling en overtreding van regels voor werk- en
rusttijden. De Inspectie selecteert bedrijven waar het risico op misstanden het
grootst is.
4. Op welke manier wordt er toezicht gehouden op de arbeidsvoorwaarden van
arbeidsmigranten?
Antwoord:
De Inspectie SZW is de toezichthouder op het terrein van het ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zij houdt toezicht op de arbeidswetgeving en
handhaaft de wet waar dat nodig is. De Inspectie doet dit op basis van risico- en
omgevingsanalyses. In haar toezicht geeft de Inspectie prioriteit aan de aanpak
van ernstige misstanden, notoire overtreders en de bescherming van kwetsbare
groepen. In deze gevallen treedt de Inspectie hard en zichtbaar op.
Vakbonden, werknemers en elke andere betrokkene kunnen bij de Inspectie SZW
melding doen van misstanden. Er kan ook anoniem gemeld worden. Áls er
concrete aanwijzingen zijn van misstanden, zoals grove onderbetaling of lange
werktijden kan de Inspectie SZW besluiten een onderzoek in te stellen.
Voor wat betreft de bovenwettelijke arbeidsvoorwaarden, zijn de sociale partners
(werkgevers en werknemers) verantwoordelijk voor het toezicht op de
arbeidsvoorwaarden. Zo kunnen ondernemingen die arbeid ter beschikking
stellen en/of werk aannemen zich laten certificeren voor het SNA-keurmerk van
de Stichting Normering Arbeid (SNA). Het SNA-keurmerk is een keurmerk voor
de uitzendsector en aannemers van werk. Dit betekent dat ondernemingen
worden getoetst aan officieel, samen met de sector, sociale partners en de
overheid ontwikkelde normen: de NEN 4400-1 (Nederlandse ondernemingen) en
NEN 4400-2 (buitenlandse
ondernemingen). Om voor het SNÂ-keurmerk in aanmerking te komen moeten
bedrijven zich regelmatig (in principe twee keer per jaar) laten controleren door
onafhankelijk geaccrediteerde private inspectie-instellingen. Er zijn ruim 4100
uitzendondernemingen gecertificeerd.
Naast de SNA is er de Stichting Naleving Cao's voor Uitzendkrachten (SNCU).
De SNCU ziet onder meer toe op de juiste betaling van uitzendkrachten.
Bovendien voeren Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) en
Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU)
controles uit in het kader van het lidmaatschap van hun organisatie. Hierdoor
vinden ruim 10.000 private controles per jaar plaats.
3
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lisz Gemeenteblad
Datum 22 september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 25 juli 2016
De Inspectie SZW biedt ook ondersteuning aan de sociale partners bij de
handhaving van de cao-voorwaarden. Bij concrete vermoedens van niet-naleving
van de cao-voorwaarden kunnen cao-partijen daarvan melding doen bij de
Inspectie SZW.
5. Amsterdam heeft een zogenoemd Expatcentre waar buitenlandse werknemers
terecht kunnen voor vragen. Komen daar ook meldingen binnen van uitbuiting?
Zo ja, wat gebeurt er met die meldingen? Zo nee, wat is uw analyse erover dat
die meldingen het expatcentre niet bereiken?
Antwoord:
Amsterdam heeft inderdaad een Expatcenter, opgericht in 2008 met het doel om
knelpunten bij de vestiging van kennismigranten in de metropoolregio Amsterdam
weg te nemen door overheidsdienstverlening van Immigratie- en
Naturalisatiedienst (IND) en gemeenten in de regio gecombineerd en onder één
dak aan te bieden. Er wordt gestreefd naar een toegankelijk en verwelkomend
informatie- en servicepunt waar alle zaken die men verplicht moet regelen met de
overheid (verblijfs- en werkvergunning, inschrijving in de Basisregistratie
Personen (BRP), afgifte BSN) eenvoudig en snel kunnen worden afgehandeld.
De dienstverlening is bij het Expatcenter een (gedeeltelijke) uitvoering van de
Vreemdelingenwet, de Wet arbeid vreemdelingen en de wet op de Basis
Registratie Personen. Deze wettelijke kaders bepalen daarmee ook de uiterste
grenzen van de doelgroepen van het Expatcenter. Voor het
vreemdelingrechtelijke deel (voor niet-EU burgers) beslist uiteindelijk de IND
welke doelgroepen gebruik kunnen maken van het Expatcenter. De gemeente
Amsterdam heeft er de afgelopen jaren met succes naar gestreefd om de
doelgroepen uit te breiden.
Op dit moment zijn dit:
— niet-EU migranten en hun gezinsleden die gebruik maken van de
kennismigrantenregeling (arbeid in loondienst boven salariscriterium);
— Wetenschappelijk onderzoekers (gebruik makend van de Europese richtlijn
EG 2005/71);
— niet-EU startende ondernemers (gebruik makend van de startup-
verblijfsvergunning), per 1 januari 2015;
— niet-EU internationale studenten die in Nederland een Bachelor of Master
hebben gehaald of Masterstudenten van 200 beste universiteiten van de
wereld, gebruik makend van de ‘zoekjaar-regeling’, per 1 juli 2015;
— _EU-migranten (kennismigranten, wetenschappelijk onderzoekers,
ondernemers) die in het bezit zijn van een arbeidscontract, of waarvan het
bedrijf al ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel vanwege
noodzaak om versnelde BRP-inschrijving op bedrijfsadres mogelijk te maken).
Bij het Expatcenter zijn tot op heden geen meldingen binnen gekomen over
uitbuiting van Poolse uitzendkrachten.
inschrijving bij het reguliere loket
Vaak worden arbeidsmigranten voor het verkrijgen van het BSN door
uitzendbureaus naar het reguliere loket voor eerste inschrijving BRP of een
inschrijving in het Register Niet Ingezetenen (RNI) gestuurd (afdeling Immigratie
& Nationaliteiten RVE Dienstverlening, tegenwoordig gehuisvest in Stadsloket
4
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Neng Î Gemeenteblad
Datum Jo september 2015 Schriftelijke vragen, maandag 25 juli 2016
Centrum). Het Expatcenter ziet deze mensen in ieder geval niet bij vestiging in
Amsterdam. Dit zou een reden kunnen zijn dat zij het Expatcenter ook niet weten
te vinden voor zaken die naderhand spelen.
Taal
Een andere reden zou de taalbarrière kunnen zijn. Uit het artikel blijkt dat
betreffende uitzendkrachten over het algemeen alleen Pools spreken. De voertaal
bij het Expatcenter is Engels. Bij organisaties zoals Stichting Advies voor Polen
kunnen deze buitenlandse werknemers in hun moedertaal terecht. Dit zou een
andere reden kunnen zijn waarom deze meldingen het Expatcenter niet bereiken.
6. In het artikel in Het Parool geven medewerkers van de Stichting Advies voor
Polen aan graag met de gemeente te willen werken aan een manier om de groep
mensen die de dupe is van uitbuiting weerbaarder te maken. Bent u bereid om in
gesprek te gaan met bijvoorbeeld stichting Fairwork, SOMO of de Stichting
Advies voor Polen om meer inzicht te krijgen in de problemen rondom de rechten
van arbeidsmigranten en om te kijken of en op welke manier de gemeente hier
een rol in kan spelen?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam heeft al geruime tijd contact met Stichting FairWork
inzake het onderwerp mensenhandel. Daarnaast werkt de gemeente sinds 2015
nauw samen met FairWork in het kader van de trainingen signalering
mensenhandel voor gemeenteambtenaren. Ten aanzien van het onderhavige
onderwerp zal nader worden gesproken met FairWork.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
5
| Schriftelijke Vraag | 5 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
DS Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 406
Datum akkoord college van b&w van 9 mei 2017
Publicatiedatum 17 mei 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid Van Osselaer van 17 januari 2017
inzake de overstapregeling van voortdurende naar eeuwigdurende erfpacht en
de grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Het lid Van Osselaer wil, naar aanleiding van de ontvangen stukken in het kader van
de vrijgave voor inspraak van de overstapregeling eeuwigdurende erfpacht,
schriftelijke vragen stellen. In voorbereiding op de behandeling in de raadscommissie
Ruimtelijke Ordening en Grondzaken, stelt het lid Van Osselaer daarom enkele
vragen inzake de erfpacht overstapregeling.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Osselaer, namens de fractie van D66,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
Overstapregeling
1. In het rapport van Rebel over de financiële impact van de overstapregeling staat
op pagina 3 onder conclusie 1a:
“Dat het eeuwigdurende stelsel meer oplevert dan voortdurend bij een overstap
bij einde tijdvak komt in belangrijke mate door de andere wijze van
grondwaardebepaling. Die valt gemiddeld 73% hoger uit in het eeuwigdurende
stelsel. Echter, deze vergelijking heeft een vrij theoretische waarde. Erfpachters
hoeven namelijk niet verplicht over te stappen. Wanneer het eeuwigdurende
stelsel duurder is ten opzichte van het voortdurende stelsel zal de erfpachter
waarschijnlijk kiezen voor het aanbod o.b.v. het voortdurende stelsel. Daarmee
zullen de opbrengsten (na canonherziening tijdvak) voor de gemeente
waarschijnlijk niet hoger uitvallen ten opzichte van het voortdurende stelsel.”
a. Is het correct dat de nieuwe hogere grondprijzen in het voorstel van
het college ook gelden voor aanbiedingen binnen het voortdurende stelsel?
Antwoord 1a
Dit is correct. Het voorstel van het college is inderdaad om één methode van
grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten te hanteren voor zowel
eeuwigdurende als voortdurende erfpacht. Het hanteren van twee verschillende
methodieken van grondwaardebepaling zou verwarrend en inconsequent zijn. Er
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
zouden dan immers voor eenzelfde object twee marktwaardeniveaus, twee
stichtingskostenniveaus en twee grondwaardeniveaus gecommuniceerd moeten
worden aan de erfpachters. In het voorstel is sprake van één eenduidige bepaling van
de erfpachtgrondwaarde op basis van de uit de WOZ-waarde afgeleide grondwaarde
van eigendom. Het verschil tussen voortdurende en eeuwigdurende erfpacht
manifesteert zich dan uitsluitend in het canonpercentage en de hoogte van de
afkoopsom. Bij een voortdurende recht ziet de afkoopsom immer op een tijdvak van 50
jaar terwijl het bij eeuwigdurende erfpacht de (eeuwige) duur van het erfpachtrecht
betreft. De argumenten voor het hanteren van één methodiek zijn *:
e één methode is eenduidiger en voorkomt fouten in de uitvoering;
e het verschil in afkoopsom tussen eeuwigdurende en voortdurende erfpacht kent
met één methode altijd dezelfde verhouding;
* de huidige methode van grondwaardebepaling is door de
Grondwaardecommissie als intransparant beoordeeld.
Ter nadere toelichting op de verschillen tussen de twee methodieken het volgende.
Zoals opgenomen in de notitie “De verschillen tussen de WOZ-methode en het
Grondprijsbeleid 2016” leiden de twee grondprijsmethodieken tot verschillende
erfpachtgrondwaarden. De erfpachtgrondwaarde op basis van de buurtstraatquote
(nieuwe methode) kan zowel lager als hoger zijn dan de erfpachtgrondwaarde per
buurt (op basis van de huidige methode). Hierdoor verschillen ook de uitkomsten
per woning en kunnen deze met de buurtstraatquote in een buurt zowel hoger als
lager zijn dan de buurtgrondwaarde op basis van de huidige methodiek. De oorzaak
is dat de tot nu toe gebruikte methodiek een grovere korrelgrootte heeft dan de
methodiek van de buurtstraatquote, waardoor de nieuwe berekening specifieker
aansluit op de situatie van het object. De nieuwe methodiek kent daarnaast een veel
grotere dekking dan de oude systematiek, waar voor veel buurten geen
grondwaarde gegeven was en biedt dus veel meer erfpachters inzicht in hun actuele
erfpachtgrondwaarde.
b. Is het correct dat ook erfpachters die bij einde tijdvak kiezen voor een nieuw
tijdvak voortdurende erfpacht, dus ook op basis van de nieuwe methodiek
(die gemiddeld resulteert in 73% hogere grondprijzen) een aanbieding zullen
krijgen? Kan het college dat toelichten?
Antwoord 1b
Het college stelt inderdaad voor om bij einde tijdvak het aanbod van de gemeente
voor een volgend voortdurend tijdvak te baseren op de nieuwe methode, waarbij de
erfpachtgrondwaarde bepaald wordt door de WOZ-waarde en de buurtstraatquote.
Er kan echter niet geconcludeerd worden dat de nieuwe methodiek resulteert in
gemiddeld 73% hogere grondprijzen voor een voortdurend tijdvak. Erfpachters
houden altijd het recht om het aanbod van de gemeente voor een nieuw tijdvak te
! Opgenomen in beslispunt 1.3 van de voordracht “Kennisnemen van het collegebesluit tot
instemmen met het voorgenomen beleid Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten”
voor de raadscommissie RO d.d. 8 februari 2017.
2 Bijlage bij de voordracht “Kennisnemen van het collegebesluit tot instemmen met het
voorgenomen beleid Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten” voor de
raadscommissie RO d.d. 8 februari 2017.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
verwerpen en drie deskundigen in te schakelen bij de canonherziening einde tijdvak
in het voortdurende stelsel. Rebel is, in de vergelijking tussen het blijven in het
voortdurende stelsel (dus niet overstappen) en het overstappen naar
eeuwigdurende erfpacht, voor het voortdurende stelsel uitgegaan van het huidige
grondprijsbeleid en de veronderstelling dat een deel van erfpachters deze
deskundigen inschakelt (gebaseerd op herzieningen in het verleden waarbij een
deel van de erfpachters deskundigen heeft ingeschakeld).
De 73%, die in het rapport “Analyse van de financiële effecten van de invoering van
eeuwigdurende erfpacht voor bestaande rechten” van Rebel® wordt genoemd, is het
verschil in netto contante waarde over 100 jaar (dus in opbrengsten voor de
gemeente over 100 jaar) tussen het voortdurende en eeuwigdurende stelsel indien
alle erfpachters aan het einde van het tijdvak overstappen; dit percentage kan
verklaard worden door een andere wijze van grondwaardebepaling. Het verschil
ontstaat onder meer doordat Rebel in haar berekeningen de aanname doet dat de
WOZ-waarde tussen peildatum 2014 en 2017 een ontwikkeling doormaakt van 40%
en dat de marktwaarde met de huidige methode stijgt met 2,25% per jaar. De
ontwikkeling van de herbouwkosten over dezelfde periode is beperkt, waardoor de
grondwaarde onder deze aannames bij overstap naar eeuwigdurende erfpacht veel
sneller stijgt dan de marktwaarde bij de canonherziening einde tijdvak in
voortdurende erfpacht.
Voor een opvolgend voortdurend tijdvak op basis van de nieuwe methode stelt het
college naast een andere wijze van grondwaardebepaling ook een aangepaste
afkoopinstructie“ voor, waarbij de afkoopsom gelijk is aan de contante waarde van
de overeengekomen canonbetalingen voor een tijdvak van 50 jaar. De afkoopsom
voor 50 jaar zal daardoor lager zijn dan de erfpachtgrondwaarde in het nieuwe
systeem. De erfpachtgrondwaarde is inmers gelijk aan de afkoopsom voor een
eeuwigdurende periode. In het huidige voortdurende stelsel is de grondwaarde wel
gelijk aan de afkoopsom voor 50 jaar omdat die grondwaarde slechts betrekking
heeft op de termijn van 50 jaar tot de eerstvolgende canonherziening.
Voor de raming van de gevolgen voor de gemeentelijke inkomsten op de lange
termijn geeft de modelmatige benadering van Rebel een werkbare vergelijking van
beide stelsels. Maar de vastgoedmarkt ontwikkelt zich niet lineair. De nieuwe
methode heeft een “vertraging” van twee jaar en loopt dus achter op de
marktontwikkelingen. Dat betekent dat de erfpachtgrondwaarde soms hoger zal
uitkomen en soms lager. Bovendien wordt bij de nieuwe methode de
erfpachtgrondwaarde veel fijnmaziger per buurtstraat bepaald en niet meer per
buurt of buurtcombinatie. Ook hierdoor ontstaan verschillen. De nieuwe methode is
3 Rapport “Analyse van de financiële effecten van de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor
bestaande rechten” d.d. 13 december 2016 (bijlage bij de voordracht ‘Kennisnemen van het
collegebesluit tot vrijgeven voor inspraak van de Overstapregeling van voortdurende naar
eeuwigdurende erfpacht” voor de raadscommissie RO d.d. 8 februari 2017).
4 Bijlage bij de voordracht “Kennisnemen van het collegebesluit tot instemmen met het
voorgenomen aanvullend erfpachtbeleid voor bestaande erfpachtrechten” voor de raadscommissie
RO d.d. 8 februari 2017.
3
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 17 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
wat betreft grondwaardebepaling exacter door de keuze van de korrelgrootte van
buurtstraat maar geeft door de gehanteerde WOZ-waarde met prijspeil 1 januari
2014 een grondwaardebeeld van twee jaar terug.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei 2017
In het gewijzigde voorstel is het door Rebel geanalyseerde verschil tussen de twee
stelsels als gevolg van een andere wijze van grondwaardebepaling geen 73% maar
8%.
In de notitie “De verschillen tussen de WOZ-methode en het Grondprijsbeleid 2016”
zijn de verschillen tussen de stelsels nader toegelicht.
c. Is het correct dat de vergelijking niet enkel van theoretische waarde is, maar
dat de grondprijzen op basis van de WOZ methode kunnen leiden tot fors
hogere opbrengsten voor de gemeente, vergeleken met de huidige
grondprijsbepaling, ook wanneer erfpachters ervoor kiezen niet over te
stappen op eeuwigdurend aan het einde van het tijdvak? Kan het college dit
toelichten?
Antwoord 1c
Deze conclusie kan niet getrokken worden. De vergelijking tussen toekomstige
opbrengsten uit het voortdurende stelsel en opbrengsten uit het eeuwigdurende
stelsel is gebaseerd op aannames en een stabiele ontwikkeling van de economie
(incl. de woningmarkt). De uitkomsten uit de vergelijking moeten altijd in samenhang
en combinatie met de gevoeligheidsanalyses gezien worden. De conclusie zoals
geformuleerd in de vraag zou enkel correct zijn indien de woningmarkt zich vanaf nu
stabiliseert en een stabiele ontwikkeling doormaakt van 2,25% per jaar, de
herbouwkosten een ontwikkeling doormaken van 2,25% per jaar en erfpachters
geen gebruik meer zouden maken van de mogelijkheid deskundigen in te schakelen
bij canonherziening einde tijdvak. Ook zijn de uitkomsten in de vergelijking gevoelig
voor de ontwikkeling van de rente. Om die redenen is het een theoretische
vergelijking.
2. In het rapport van Rebel over de financiële impact van de overstapregeling staat
op pagina 3 onder conclusie 1b:
Figuur 1 en tabel 1 geven de opbrengsten weer in het basisscenario van de door
ons berekende extremen: 100% voortdurend en, 100% eeuwigdurend met
tussentijdse overstap in 2017. Ook hebben we de theoretische lijn weergegeven
waarbij alle rechten bij einde tijdvak kiezen voor het eeuwigdurende stelsel.
Omdat overstappen bij einde tijdvak over het algemeen niet aantrekkelijk is voor
erfpachters, zullen de inkomsten van de gemeente zich in de praktijk ergens in
7 Bijlage bij de voordracht “Instemmen met het collegebesluit tot vaststelling van het beleid
Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten”, voor de gemeenteraad van 31 mei 2017.
4
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
het grijs gearceerde gebied bevinden.
a. Is het correct dat de conclusie - “Omdat overstappen bij einde tijdvak over het
algemeen niet aantrekkelijk is voor erfpachters, zuilen de inkomsten van de
gemeente zich in de praktijk ergens in het grijs gearceerde gebied bevinden.”
is gebaseerd op de aanname dat erfpachters aan het einde tijdvak kunnen
kiezen voor een overstap tegen de huidige grondprijssystematiek?
Antwoord 2a
Nee dit is niet correct. Erfpachters krijgen aan het einde van het tijdvak een
aanbieding op basis van de nieuwe grondwaardseystematiek. In het geval van een
opvolgend voortdurend tijdvak kunnen zij er echter voor kiezen om de
erfpachtkosten te laten bepalen door deskundigen. De deskundigen hanteren
daarvoor hun eigen systematiek waarvan de aanname is dat die zich in het grijs
gearceerde gebied zal bevinden.
b. Hoe is dat te rijmen met het feit dat in het voorstel van het college de nieuwe
WOZ-grondprijssystematiek ook geldt in het voortdurende systeem?
Antwoord 2b
Erfpachters die ervoor kiezen in het voortdurende erfpachtstelsel te blijven,
behouden bij een canonherziening einde tijdvak de mogelijkheid om te kiezen voor
het inschakelen van drie deskundigen. Het is onvoorspelbaar wat het advies van
deze deskundigen over de hoogte van de canon voor een voortdurend tijdvak in de
toekomst zal zijn. Op basis van deskundigenadviezen in het verleden is
geconstateerd dat deskundigen gemiddeld genomen over alle canonherzieningen
(dus bij erfpachters die wel en erfpachters die geen deskundigen inschakelen)
13,6% lager uitkwamen dan de huidige grondprijzen®. Dit startpunt is aan de hand
van dezelfde model-aannames geëxtrapoleerd naar de toekomst. Ook op deze
aannames heeft Rebel gevoeligheidsanalyses uitgevoerd.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei 2017
Het college heeft naar aanleiding van de schriftelijke vragen ook
deskundigenrapporten over de periode van 2012 tot 2014 geanalyseerd. De lagere
waardering door deskundigen was in deze periode hoger. Het college heeft er
daarom voor gekozen om ook deze analyse te betrekken bij het bepalen van de
inschatting voor een afslag waarin de lagere waardering door deskundigen in de
toekomst is verdisconteerd. Het (gewogen) middelen van de uitkomsten van het
rekenkameronderzoek en de aanvullende analyse leidt tot een afslag van 25%. De
prognose van de gemeentelijke inkomsten bij ongewijzigd beleid is vervolgens door
Rebel op basis van dit percentage in beeld gebracht in haar aangepaste rapportage
van de financiële effecten, waar in de vorige versie nog uitgegaan werd van een
afslag deskundigenoordeel van 13,6%.
8 Rapport Rekenkamer Amsterdam “Canonherzieningen einde tijdvak”, gemeenteraad d.d. 17-10-
2012, Gemeenteblad afd. 3A 160/728.
5
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
c. Is het dan niet mogelijk dat de opbrengsten boven de rode lijn uitkomen
(voortdurende erfpacht met behoud van huidige grondprijssystematiek) als
maar een deel van de erfpachters overstapt in 2017?
Antwoord 2c
Theoretisch is dat mogelijk als de waardeontwikkeling op de woningmarkt zich
gedraagt volgens de aannames (stabiel stijgende ontwikkeling, zoals toegelicht in
het antwoord op vraag 1b) en het merendeel van erfpachters bij canonherziening
einde tijdvak voor voortdurende erfpacht geen deskundigen inschakelt, maar het
gemeentelijk aanbod accepteert of wanneer het aanbod van deskundigen gelijk zal
zijn aan dat van de gemeente. In de praktijk zal een deel van de erfpachters blijven
kiezen voor een nieuw voortdurend tijdvak, waarbij zij ervoor kiezen om de canon
door drie onafhankelijke deskundigen te laten vaststellen.
d. Bij welke verhouding overstappers in 2017 versus overstappers einde tijdvak
zouden de inkomsten voor de gemeente stijgen ten opzichte van de
inkomsten onder voortdurende erfpacht met het huidige grondprijssysteem?
Antwoord 2d
Op basis van de Rebelanalyse acht het college het niet waarschijnlijk dat de
inkomsten van de gemeente bij eeuwigdurende erfpacht zullen stijgen. Een
erfpachter die op basis van de aangeboden voorwaarden in 2017 zal overstappen
zal voor de gemeente gemiddeld genomen minder opbrengen dan wanneer deze
niet zou overstappen. Erfpachters die pas aan het einde van het tijdvak de keuze
maken, zullen enkel overstappen als het aanbod voor eeuwigdurende erfpacht in de
volle breedte (naast canon de AB2016 en het uitsluiten van toekomstige
canonherzieningen) aantrekkelijker is dan het voortdurende gemeentelijke aanbod
of het aanbod van deskundigen voor een volgend voortdurend tijdvak. Op het
moment dat het einde van het tijdvak daar is zullen erfpachters waarschijnlijk altijd
zoeken naar de goedkoopste variant en het ligt dan ook voor de hand dat zij
deskundigen zullen inschakelen om de canon voor een opvolgend voortdurend
tijdvak te laten vaststellen. Dat betekent dat zij dan overwegend zullen kiezen voor
het blijven in het voortdurende stelsel omdat deskundigen alleen bij een opvolgend
voortdurend tijdvak kunnen worden ingeschakeld. De maximale toekomstige
inkomsten voor de gemeente zullen derhalve worden begrensd door inkomsten
onder het stelsel van voortdurende erfpacht, die mede worden bepaald door de
hoogte van vaststellingen door deskundigen. Alleen als de gemeentelijke
aanbieding voor Overstappen concurrerend is met de canon voor voortdurende
erfpacht uit een gemeentelijk aanbod of uit een deskundigenprocedure zullen
mensen aan het einde van het tijdvak overstappen.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei 2017
De nieuwe analyse van Rebel wijst uit dat een erfpachter die op basis van de
aangeboden voorwaarden tussen 2017 en 2020 zal overstappen, voor de gemeente
gemiddeld genomen nog minder zal opbrengen dan in het vorige voorstel het geval
was, waardoor tussentijds overstappen aantrekkelijker is gemaakt ten opzichte van
het voortzetten van voortdurende erfpacht.
6
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing Jos Gemeenteblad
ummer - =: . . :
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
3. In figuur 1 en tabel 1 is een grafiek opgenomen met de opbrengsten in het
basisscenario van o.a. 100% eeuwigdurend met tussentijdse overstap in 2017.
Hierbij is gekozen voor een mix in de overstap van een keuze voor
eeuwigdurende afkoop en van een eeuwigdurende canon.
a. Zouden wij dezelfde figuur kunnen zien, maar dan voor de situatie waarin alle
overstappers in 2017 kiezen voor canonbetaling?
Antwoord 3a
Indien alle erfpachters zouden kiezen voor canonbetaling bij een overstap in 2017
geeft dit het volgende beeld:
1.000
goo Ns
800 pee
‚
/
7oo 7
-?
= _6oo #
3 '
Ë A
De +
> -
W 400 ri
IN
Lt
300 7
„ 4
200 75
4
4
100 nj
2016 2026 2036 2046 2056 2066 2076 2086 2096 2106
== - Eeuwigdurende opbrengsten - overstap einde tijdvak
—_— Eeuwigdurende opbrengsten - overstap 2017
—_— Voortdurende opbrengsten (huidig grondprijsbeleid en deskundigenoordeel)
Hierbij valt op dat bij overstap in 2017 nog steeds een piek is aan het begin van de
periode qua opbrengsten. Dit komt door erfpachters die recht hebben op verlengde
afkoop: indien zij tussentijds overstappen hanteert het model van Rebel de
aanname dat deze erfpachters hun recht op verlengde afkoop benutten en ook
direct in 2017 de verlengde afkoop betalen. In tabel 3.2 in de rapportage van Rebel’
is voor dit effect gecorrigeerd door te veronderstellen dat de verlengde afkoop pas
op moment van canonherziening einde tijdvak betaald wordt.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei
Het gewijzigde voorstel van het college leidt tot grote verschillen in de uitkomsten.
De bovenstaande grafiek is dan ook niet meer representatief voor het voorstel van
7 Rapport “Analyse van de financiële effecten van de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor
bestaande rechten” d.d. 13 december 2016 (bijlage bij de voordracht ‘Kennisnemen van het
collegebesluit tot vrijgeven voor inspraak van de Overstapregeling van voortdurende naar
eeuwigdurende erfpacht” voor de raadscommissie RO d.d. 8 februari 2017).
7
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
het college d.d. 9 mei 2017. De aangepaste grafieken op basis van het huidige
collegevoorstel zijn terug te vinden in het rapport van Rebel van april 2017.
b. Wat is dan de netto contante waarde van de inkomsten voor de gemeente in
de komende periode van 100 jaar?
Antwoord 3b
Onderstaande tabel geeft aan wat de netto contante waarde van de gemeentelijke
opbrengsten is in beide stelsels, onder de aanname dat alle erfpachters bij
tussentijdse overstap kiezen voor canonbetaling én waarbij een correctie plaats
heeft gevonden voor de erfpachters met Algemene Bepalingen (AB) 1994 die recht
op verlengde afkoop hebben (waarbij verondersteld is dat ze het recht om het
tijdvak te verlengen pas benutten bij het einde van het oorspronkelijke tijdvak en dus
ook de afkoopsom voor het verlengde tijdvak pas aan het einde van hun huidige
tijdvak betalen).
NCW (bedragen in min euro) Analyse 100 jaar Analyse 100 jaar Analyse 10 jaar
10% afkoop 0% afkoop 0% afkoop
0
tussentijdse overstap 2017
overstap einde tijdvak
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei
Het gewijzigde voorstel van het college leidt tot grote verschillen in de uitkomsten.
De bovenstaande tabel is dan ook niet meer representatief voor het voorstel van het
college d.d. 9 mei 2017.
4. In het voorstel wordt aangegeven dat aanbiedingen niet pro-actief worden
verstuurd. Dit terwijl ook wordt gesteld dat een overstap na 2017 aanmerkelijk
duurder is, omdat dan een meer recente peildatum zou worden gehanteerd (voor
overstap in 2018 bijv. peildatum 2016).
a. Kan uitgebreider worden toegelicht waarom aanbiedingen niet pro-actief
worden verstuurd? Zijn hier nog andere redenen voor dan operationele”?
Antwoord 4a
Het college nodigt alle erfpachters met een woning proactief en individueel uit over
te stappen naar eeuwigdurende erfpacht. Alle erfpachters krijgen na vaststelling van
de Overstapregeling een brief van de gemeente waarin staat dat zij een aanvraag
kunnen indienen en dat online een tool beschikbaar is waarmee zij kunnen zien wat
overstappen financieel voor hen betekent en waarmee zij tevens elektronisch een
aanvraag voor overstap kunnen indienen. Een aanvraag leidt vervolgens tot een
formele aanbieding van de gemeente voor overstap. Pas wanneer de erfpachter met
deze aanbieding akkoord gaat, wordt het erfpachtrecht door middel van een
notariële akte gewijzigd in een eeuwigdurend erfpachtrecht.
8
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
De gemeente stuurt niet alle erfpachters pro-actief een aanbieding omdat het veel
tijd zou kosten om die aanbiedingen op te stellen. Door erfpachters eerst in de
gelegenheid te stellen een afweging te maken of overstappen voor hen interessant
is hoeft de gemeente alleen aanbiedingen te doen voor erfpachters die
geïnteresseerd zijn.
b. Hoe wordt gezorgd dat elke Amsterdammer op de hoogte wordt gesteld van
de mogelijkheid tot overstappen en de voordelen van snel overstappen?
Antwoord 4b
Zoals in het antwoord op vraag 4a is aangegeven, zal na vaststelling van de
Overstapregeling een brief worden verstuurd aan alle erfpachters met een woning
waarmee zij geïnformeerd worden over de mogelijkheid tot overstappen. Daarnaast
zal deze mogelijkheid bekend gemaakt worden via kanalen als internet en social
media.
c. Wat is de geschatte reactietijd van de gemeente op een aanvraag? Hoe lang
blijft een aanbieding geldig? Geldt als peildatum voor het vaststellen van de
grondwaarde het moment van aanvraag van de aanbieding of het akkoord
van de erfpachter?
Antwoord 4c
Indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals opgenomen in de
Overstapregeling, zal de reactietijd van de gemeente kort zijn omdat de aanbieding
dan grotendeels geautomatiseerd tot stand kan komen. Alleen in die gevallen
waarin maatwerk nodig is (omdat geen buurtstraatquote en/of geen WOZ-waarde
bekend is of (nog) niet aan de voorwaarden voor overstap is voldaan) zal de
reactietijd langer zijn. Het is sterk afhankelijk van het aantal overstapaanvragen dat
niet geautomatiseerd verwerkt kan worden hoe lang de reactietijd wordt. Dat is nu
nog niet goed in te schatten. De peildatum voor het vaststellen van de grondwaarde
zal altijd het moment zijn waarop de (volledige) aanvraag door de erfpachter door de
gemeente is ontvangen.
Op het moment dat de gemeente de aanvraag heeft verwerkt en een aanbieding
heeft gedaan dan is die aanbieding 2 maanden geldig.
5. Op pagina 12 van de voordracht ‘Overstapregeling van voortdurende naar
eeuwigdurende erfpacht’ wordt gesteld: ‘De afkoopsom is minimaal gelijk aan de
bij overstap in de erfpachtakte opgenomen erfpachtgrondwaarde”’.
a. Wordt hier gedoeld op de grondwaarde opgenomen in het oude voortdurende
contract? Zo ja, waarom is dit dan het geval? Als er voor een lange periode is
afgekocht of als mensen een lage canon hebben kan de afkoopsom toch ook
lager zijn dan de grondwaarde?
Antwoord 5a
Het was de bedoeling om uit te gaan van de grondwaarde zoals opgenomen in het
oude voortdurende contract, en dan alleen ingeval er nog niet was afgekocht in het
voortdurende erfpachttijdvak. In de aangepaste versie van de Afkoopinstructie is dit
9
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
ook aangepast en duidelijker aangegeven. Deze bepaling is bedoeld voor recent (in
2015 of 2016) onder AB2000 uitgegeven erfpachtrechten, die voor het lopende
tijdvak (2015/2016 — 2065/2066) een relatief lage canon hebben vanwege het op dit
moment extreem lage AB2000-canonpercentage (in 2016 bijvoorbeeld 0,81%).
Voor deze groep erfpachtrechten zou de eeuwigdurende afkoopsom bij overstap
aanzienlijk lager kunnen uitkomen dan de grondwaarde bij de uitgifte. Dit zou de
volgende nadelige gevolgen hebben:
e De gemeente heeft voor deze erfpachtrechten een schuld ter hoogte van de
grondwaarde bij uitgifte; bij afkoop tegen een beduidend lager bedrag, moet de
gemeente dit boekwaardeverlies afboeken ten laste van de algemene middelen.
Andere erfpachters van vergelijkbare woningen in hetzelfde bouwblok, die direct
bij de uitgifte hebben afgekocht, hebben wel een afkoopsom ter hoogte van het
volledige grondwaardebedrag (voor een tijdvak van 50 jaar) betaald; zij kunnen
zich benadeeld voelen in het geval hun buurman eeuwigdurend kan afkopen voor
een lager bedrag, dan waarvoor zij een 50-jarig tijdvak hebben afgekocht. Dat
geldt temeer als zij bij overstap ook eeuwigdurend af willen kopen en aanvullend
nog een afkoopsom moeten voor de periode na einde tijdvak.
Een voorbeeld: De erfpachter heeft in 2016, grond nieuw uitgegeven gekregen
onder de AB2000 tegen een erfpachtgrondwaarde van € 100.000 en een canon van
€ 810 (deze canon geldt omdat het canonpercentage in 2016 voor AB2000-uitgiften
die vóór 1 oktober 2014 waren gecontracteerd, 0,81% was). Deze € 100.000 was,
bij de uitgifte gelijk aan de afkoopsom voor erfpachters, die meteen bij de
gronduitgifte de canon voor het 50-jarige tijdvak hebben afgekocht.
Deze erfpachter stapt in 2017 over naar de AB2016. De eeuwigdurende afkoopsom,
gebaseerd op de canon van € 810 voor de jaren 2017-2066, vermeerderd met de
netto contante waarde van de overstap-grondwaarde in 2066, komt uit op bijv. €
60.000. De gemeente moet dan € 40.000 erfpachtschuld afboeken.
Een andere erfpachter in hetzelfde bouwblok heeft in 2016 de canon tegen €
100.000 afgekocht voor de periode 2016-2066, en voelt zich dan benadeeld door de
beduidend lagere afkoopsom van zijn buurman.
In de praktijk raakt deze bepaling alleen de groep erfpachtrechten waarvoor in
2015/2016 een nieuw 50-jarig tijdvak werd aangegaan tegen een buitengewoon
laag canonpercentage. Voor oudere rechten is de historische grondwaarde
inmiddels aanzienlijk lager dan de actuele grondwaarde, mede vanwege de inflatie
en de grondwaardestijgingen over de jaren sinds de historische gronduitgifte.
Bovendien was de oorspronkelijke canon in verhouding tot de grondwaarde hoger
waardoor de kans kleiner is dat de afkoopsom onder de grondwaarde uitkomt.
In de definitieve Afkoopinstructie zullen de woorden “bij de overstap” worden
geschrapt uit de zin: ‘De afkoopsom is minimaal gelijk aan de in de erfpachtakte
opgenomen (erfpacht-)grondwaarde bij uitgifte’.
Ook zal worden toegevoegd, dat dit alleen geldt bij afkoop van een nu nog
canonbetalend recht. Dan blijkt duidelijker, dat deze bepaling niet geldt bij een
aanvullende afkoopsom voor een reeds afgekocht recht.
b. Indien wordt verwezen naar de erfpachtgrondwaarde op moment van
overstap: waarom geldt dan deze erfpachtgrondwaarde als minimum?
Wederom: Als er voor een lange periode is afgekocht of als mensen een lage
10
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
canon hebben kan de afkoopsom toch ook lager zijn dan de grondwaarde? In
welke gevallen zou de afkoopsom hoger kunnen zijn dan de
erfpachtgrondwaarde?
Antwoord 5b
Bedoeld is de grondwaarde bij uitgifte en niet de erfpachtgrondwaarde bij overstap. In
de nieuwe versie van de Afkoopinstructie® is de zinsnede “bij overstap” dan ook
geschrapt. Zie verder de beantwoording onder 5a.
6. Kosten voor het vastleggen van de overstap bij een notaris kan een grote horde
vormen voor overstap, zeker omdat voor veel erfpachters het voordeel van
overstap ver in de toekomst zal liggen.
a. Is ons begrip correct dat ook een notariële akte nodig als mensen er niet voor
kiezen af te kopen maar alleen hun toekomstige canon vastleggen?
Antwoord 6a
Ja, iedere wijziging van een erfpachtrecht moet notarieel vastgelegd worden,
ongeacht voor welke betalingsvorm de erfpachter kiest. De overstap naar
eeuwigdurende erfpacht met alle daaraan verbonden algemene en bijzondere
bepalingen, de toekomstige canon en het bijbehorende indexeringsregime die op
het moment van tussentijdse overstap worden overeengekomen tussen de
gemeente en de erfpachter worden vastgelegd in een notariële akte. Deze wordt
ingeschreven in het Kadaster, opdat het erfpachtrecht gewijzigd wordt en dus de
wijzigingen ook gelden voor de rechtsopvolger van de erfpachter. De erfpachters
krijgen tevens jaarlijks een brief van de gemeente waarin hun jaarlijks geïndexeerde
eeuwigdurende canon staat vermeld. .
b. Watis de gemeente van plan om ervoor te zorgen dat de kosten voor de
Amsterdammer zo laag mogelijk uitvallen?
Antwoord 6b
De gemeente heeft reeds met Amsterdamse notarissen gesproken over het
opstellen van modelakten, waardoor de notariskosten voor de erfpachter lager
kunnen uitvallen. Het is echter aan de notarissen om van deze modelakten gebruik
te maken.
c. Op welke wijze zal de gemeente benodigde informatie en documenten
beschikbaar stellen?
Antwoord 6c
De informatie zal digitaal aan notarissen beschikbaar worden gesteld. Wat de
gemeente in het archief heeft, zal de gemeente uiteraard beschikbaar stellen aan de
notaris. De notaris is bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebonden aan
wettelijke verplichtingen op grond waarvan bepaalde werkzaamheden moeten
8 Bijlage bij de voordracht “Instemmen met het collegebesluit tot vaststelling van het Aanvullend
erfpachtbeleid voor bestaande erfpachtrechten” voor de gemeenteraad van 31 mei 2017.
11
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 17 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
worden verricht.
d. Ziet het college een rol voor de gemeente in bijvoorbeeld het bundelen van
vraag, het opzetten/faciliteren van een marktplaats waarop Amsterdammers
de beste/goedkoopste notaris kunnen selecteren, het maken van standaard
overeenkomsten?
Antwoord 6d
Hier ziet de gemeente geen rol voor zichzelf, omdat de notariskeuze de vrije keuze
is van de erfpachter. Over de vraag of de goedkoopste notaris ook de beste notaris
is, kan het college niet oordelen. In de Overstapregeling is als voorwaarde genoemd
dat de notaris gevestigd moet zijn in de gemeente Amsterdam, daaronder begrepen
notarissen behorend tot de Ring Amsterdam van de Koninklijke Notariële
Beroepsorganisatie. De gemeente heeft geregeld overleg met de Ring, wat bijdraagt
aan de kennis van deze notarissen van het Amsterdamse erfpachtstelsel.
e. Welke mogelijkheden ziet de gemeente voor het verstrekken van leningen (of
een rol te spelen in het arrangeren hiervan) voor de notariskosten om de
drempel voor overstap te verlagen?
Antwoord 6e
Het college verwacht dat de notariskosten niet dermate hoog zullen zijn dat daar
een lening voor hoeft te worden afgesloten; de notariskosten zullen van situatie tot
situatie verschillen maar bedragen naar verwachting gemiddeld circa € 800,-. Het
optuigen en beheren van een regeling voor het belenen van de notariskosten zou
uitvoeringskosten met zich meebrengen die niet opwegen tegen de hoogte van de
lening.
7. De overstapaanbieding van de gemeente maakt de claim die rust op
Amsterdamse huizen op erfpachtgrond transparant. Dit kan gevolgen hebben
voor de waarde van huizen op erfpacht (de erfpachtrechten). Een verandering
van waarde van huizen op erfpacht kan grote financiële gevolgen hebben voor
Amsterdammers.
a. Heeft het college een analyse gedaan van wat dit voor Amsterdammers die
wonen op erfpachtgrond kan betekenen? Is gekeken naar recente transacties
van woningen op erfpachtgrond (erfpachtrechten) en de daarbij impliciet
aangenomen waarde van de erfpachtgrond (het bloot eigendom) en hoe deze
zich verhoudt tot de afkoopbedragen zoals het college deze voorstelt?
Antwoord 7a
Er is door de gemeente geen apart onderzoek gedaan, maar de Overstapregeling is
wel besproken in expertsessies met makelaars om onder andere te reflecteren op
de vraag wat het effect op de woningmarkt zou zijn bij deze Overstapregeling.
De verwachting is dat het op de lange termijn geen nadelig effect heeft op de
woningmarkt maar dat het wel een effect heeft als het einde van het tijdvak korter
duurt dan 10 jaar. Dit komt omdat op dat moment kopers van woningen zich
bewuster zijn van het aflopen van het tijdvak en dat banken op dat moment het
opvolgende tijdvak zullen betrekken bij de financiering.
12
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
Overigens doet dit vraagstuk zich ook voor in het huidige stelsel. Immers aan het
einde van het tijdvak wordt de canon herzien. In het huidige stelsel is er dan
beperkte transparantie van de erfpachtcomponent van een woning. Met de nieuwe
methode is die transparantie er wel waardoor kopers en verkopers daar beter dan in
het huidige erfpachtstelsel rekening mee kunnen houden.
Uit eerder onderzoek en het onderzoek van prof. Dr. P.A. Gautier kunnen alleen
conclusies worden verbonden over de waardeverschillen tussen woningen “op
erfpacht” en “in eigendom”. De empirisch gevonden verschillen zijn hooguit
graadmeter voor grondwaardeverschillen tussen erfpacht en eigendom, maar niet
voor de bepaling van de grondwaarde van die rechten zelf.
Belangrijk is verder dat het aanbod van eeuwigdurende erfpacht vrijwillig is; ook dat
is een belangrijke reden waarom het college geen direct gevolg voor de
woningmarkt verwacht.
b. Is onderzocht hoe de door het college aangenomen waarde van het
erfpachtrecht (het deel van de totale waarde van grond en opstal dat de
gemeente niet toerekent aan de grond) zich verhoudt ten opzichte van de op
de erfpachtrechten gevestigde hypotheken? Zo ja, kan het college hiervan de
uitkomsten delen?
Antwoord 7b
Nee, het college heeft dit niet onderzocht.
c. Indien het college deze analyses nog niet heeft gemaakt, zou het deze alsnog
kunnen uitvoeren, desnoods steekproefsgewijs (maar wel verspreid over de
stad)?
Antwoord 7c
Het college zou op zich in beeld kunnen brengen welke hypotheken rusten op
individuele huizen maar heeft dat niet gedaan omdat het lastig is om daar bruikbare
informatie uit te halen. Het inschrijvingsbedrag hoeft bijvoorbeeld niet overeen te
komen met de openstaande lening en die data is alleen beschikbaar bij de
desbetreffende hypotheekbanken. Bovendien geeft de hypotheeksom geen inzicht
in de verhouding met de actuele waarde van de erfpachtrechten waarop de
hypotheken betrekking hebben. Een steekproef van hypotheek inschrijvingen is op
zich wel mogelijk maar het verbinden van conclusies daaraan lastig. Het is maar
zeer de vraag of een steekproefsgewijze analyse representatief zou zijn en ook
geeft dit geen goed inzicht van de financiële situatie van mensen omdat daarvoor
ook het inkomen relevant is en over die gegevens beschikt de gemeente niet
d. Kan het college deze analyses maken zowel voor erfpachters die direct
overstappen als voor erfpachters die er (voorlopig) voor kiezen in het
voortdurende systeem te blijven”?
Antwoord 7d
Zoals in /c aangegeven heeft het college die analyse niet gemaakt. Daarbij komt
dat het niet mogelijk is een analyse te maken voor erfpachters die gelijk
13
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
overstappen of die in het voortdurende systeem blijven omdat hiervoor geen goede
aanname is te doen.
Grondwaardebepaling
8. In de voordracht voor de overstapregeling wordt op pagina 19 vermeld:
Dat het eeuwigdurende stelsel meer oplevert dan voortdurend bij een overstap bij
einde tijdvak komt in belangrijke mate door de andere wijze van
grondwaardebepaling. Die valt gemiddeld 73% hoger uit in het eeuwigdurende
stelsel. Ook wordt vermeld: “Zonder de marktontwikkeling van de afgelopen 2 jaar
zou de WOZ methode aanmerkelijk hoger uitkomen dan de wijze van
grondprijsbepaling in het huidige grondprijsbeleid.”
a. Is het zo dat wanneer dezelfde peildatum wordt genomen de nieuwe methode
(WOZ) resulteert in een gemiddeld 73% hogere grondwaarde dan in de
huidige methode”?
Antwoord 8a
Zoals toegelicht in de notitie “De verschillen tussen het Grondprijsbeleid 2016 en de
WOZ-methode”®, is onderdeel van de nieuwe methodiek dat de peildatum van de
grondwaardebepaling twee jaar achterloopt op de actualiteit. In het huidige
grondprijsbeleid wordt zo veel als mogelijk aangesloten bij de actuele grondwaarde.
Onderdeel van de verschillen tussen beide methodieken is dus dat de
grondwaardebepaling plaatsvindt met een ander referentiekader (marktbeeld van
twee jaar geleden versus een zo actueel mogelijk beeld). Het verschil in prijspeil
maakt dus onderdeel uit van de systematiek, een vergelijking waarin de prijspeilen
aan elkaar gelijk worden gesteld is derhalve geen goede vergelijking van de twee
methodieken.
Het is juist dat de indien de marktontwikkelingen van de afgelopen 2 jaar niet mee
zouden worden genomen de WOZ methode hoger uit zou komen dan de wijze van
grondwaardebepaling in het huidige grondprijsbeleid.
Van belang is verder dat voor de erfpachter de erfpachtgrondwaarde de basis is
waarop de canon en afkoopsom wordt bepaald. In het voortdurende stelsel is
sprake van een afkoopsom voor 50 jaar, in het eeuwigdurende stelsel is de
afkoopsom eeuwigdurend (en dus hoger).
De WOZ-systematiek en het huidige grondprijsbeleid leveren in 2017 ongeveer
dezelfde erfpachtgrondwaarde op. De afkoopsom voor 50 jaar die uit de WOZ-
systematiek rolt is in 2017 30% lager dan een afkoopsom in het huidige
voortdurende stelsel. Het door Rebel genoemde verschil in erfpachtgrondwaarde
manifesteert zich in de toekomst. In 2019 zal er met de aannames van Rebel een
erfpachtgrondwaardeverschil kunnen zijn van 73%. Het verschil komt doordat de
WOZ-ontwikkeling tussen 2014 en 2017 veel groter is (40%) dan de in het
9 Bijlage bij de voordracht “Instemmen met het collegebesluit tot vaststelling van het beleid
Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten 2017” (raadscommissie RO d.d. 24 mei en
raad d.d. 31 mei / 1 juni 2017).
14
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
grondprijsbeleid aangenomen waardeontwikkeling van 2016 en verder (2,25% per
jaar). Vanaf 2019 (na de WOZ-inhaalslag) is de afkoopsom voor 50 jaar 10% hoger
dan die zou zijn in het huidige stelsel.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei 2017
In het gewijzigde voorstel is het verschil tussen het huidige grondprijsbeleid en het
nieuwe grondprijsbeleid geen 73% maar 8%.
In de notitie “De verschillen tussen de WOZ-methode en het Grondprijsbeleid 2016”
zijn de verschillen nader toegelicht.
b. Is het correct dat wanneer voor de WOZ-methodiek wordt gekozen, deze
WOZ-methode in een periode waarin de marktprijzen voor woningen niet
verandert, resulteert in 73% hogere grondwaarden?
Antwoord 8b
Zie ook het antwoord bij vraag 1b. Als de woningmarkt zich vanaf nu stabiel zou
ontwikkelen, en de WOZ van iedere woning stijgt met de gemiddelde
woningwaardeontwikkeling van de afgelopen drie jaar, kan deze ontwikkeling
resulteren in een verschil in netto contante waarde over 100 jaar tussen beide
stelsels (wanneer alle erfpachters bij einde tijdvak overstappen) van 87%, waarvan
73% verklaard kan worden door een andere grondwaardeberekening. Maar zoals in
het antwoord op vraag 1b is toegelicht is het verschil in canonbedragen en
afkoopsommen voor een nieuw voortdurend tijdvak op het moment van
canonherziening einde tijdvak dan niet automatisch 73%.
c. Kunnen we hieruit concluderen dat als erfpachters niet overstappen maar
blijven in het voortdurende stelsel zij zeer waarschijnlijk (als de huizenmarkt
niet in het huidige tempo blijft doorstijgen) een significant hogere aanbieding
zullen krijgen dan als de gemeente geen aanpassingen had gemaakt in de
grondwaardebepaling?
Antwoord 8c
Op advies van de Grondwaardecommissie heeft de gemeente een systematiek
ontwikkeld waarin de residuele grondwaarde wordt afgeleid uit de WOZ-waarde.
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 1b is het nieuwe systeem, door gebruik te
maken van de WOZ-waarde, veel fijnmaziger en beter op de marktwaarde van het
object toegesneden. Hierdoor kunnen de grondwaarden op individueel niveau hoger
maar ook lager uitvallen dan in het huidige voortdurende systeem, dat veel grover is
en waardoor grondwaarden veel meer uitgemiddeld werden. Hoe de grondwaarden
in het nieuwe eeuwigdurende systeem zich zullen ontwikkelen hangt van veel
factoren af. Op voorhand kan niet geconcludeerd worden dat de grondwaarden in
het nieuwe systeem blijvend significant hoger zullen zijn dan dat ze in de oude
systematiek geweest zouden zijn, al is het alleen maar omdat de verschillen op
individueel niveau heel verschillend uitpakken; zowel hoger als lager.
Daar komt bij dat erfpachters in het voortdurende stelsel recht blijven houden op
vatstelling van de canon voor een volgend voortdurend tijdvak door onafhankelijke
deskundigen. De berekeningen in de taxatierapporten van deze deskundigen
hebben de afgelopen tijd een ontwikkeling doorgemaakt, mede naar aanleiding van
15
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
het NLVE-vonnis'®. Hoe het daadwerkelijke aanbod aan erfpachters er uit zal zien
over twintig of dertig jaar is daarom lastig te voorspellen.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei 2017
Het college heeft de periode waarin erfpachters een ontvankelijke aanvraag kunnen
indienen om over te stappen naar het nieuwe erfpachtstelsel op basis van de WOZ-
waarde 1-1-2014 en canonpercentage 2,39% met 2 jaar verlengd, tot en met 31
december 2019.
d. Kunnen wij de berekening zien van dit percentage van 73%, graag uitgesplitst
in dezelfde stappen als zijn aangegeven voor de vergelijking WOZ 2014 en
huidige methodiek 2016?
Antwoord 8d
Een vergelijking van de grondwaarde tussen het huidige vastgestelde beleid en het
voorgenomen nieuwe beleid geeft een onvolledig beeld, ook als dezelfde peildatum
wordt gehanteerd. De verschillen in opbrengsten tussen beide stelsels (zoals Rebel
deze modelmatig heeft vergeleken) ontstaan namelijk door voorgenomen
wijzigingen in zowel de grondwaardebepaling, als in de bepaling van het
canonpercentage, de indexering van de canon, de inzet van deskundigen en de
afkoopinstructie.
In onderstaande tabel worden deze verschillen voor een gemiddeld appartement in
Amsterdam afgepeld op peildatum 2014 (nieuw beleid) en peildatum 2016 (huidig
beleid).
Vergelijking van aanbiedingen voor het volgende tijdvak voor een gemiddeld appartement in
Amsterdam als deze nu een canonherziening einde tijdvak zou hebben (op basis van tijdens
de inspraak voorgestelde Overstapregeling)
voortdurend voortdurend eeuwigdurend
tijdvak van 50 jaar tijdvak van 50 jaar | eeuwigdurend tijdvak
grondwaarde € 81.000 € 69.000 € 69.000
minus depreciatie 25% 10% 10%
erfpachtgrondwaarde € 60.500 € 62.000 € 62.000
canonpercentage 3% 3% 2,39%
canon € 1.815 € 1.860 € 1.482
afkoopsom voor 50 jaar € 60.500 € 45.000 -
afkoopsom oneindig - - € 62.000
vaak lager uitkomen dan het gemeentelijk aanbod
e. Indien sprake is van een significant verschil in marktwaarde (grond + opstal
gezamenlijk) tussen beide methoden, hoe is dit dan te verklaren?
10 Uitspraak Rechtbank Amsterdam d.d. 25 maart 2009 in de zaak tussen de Nederlandse
Vereniging van Erfpachters (NLVE) en de gemeente inzake de procedure Canonherziening Einde
Tijdvak.
16
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
Antwoord 8e
De wijze van analyse van de woningmarkt verschilt aanzienlijk in beide
methodieken. In het huidige grondprijsbeleid worden de vraagprijzen en
transactieprijzzen geanalyseerd op basis van een zo actueel mogelijk prijspeil. Voor
de WOZ worden transactieprijzzen door de Belastingdienst modelmatig geanalyseerd
en, omdat dit altijd gedaan wordt met het prijspeil 1 januari van een jaar eerder,
kunnen veel meer transacties worden meegenomen. Bovendien zijn voor de WOZ
andere databronnen gebruikt (voor de oppervlakte van de woningen, woningtype,
kavelgrootte etc.). Hierdoor kunnen per variabele in de marktwaarde verschillen
ontstaan, maar is het niet mogelijk een generieke conclusie over verschillen te
trekken.
f. Kan het college een vergelijking per buurt verschaffen over hoe de
gemiddelde prijzen in het huidige systeem verschillen van het WOZ systeem
wanneer wordt uitgegaan van een zelfde peildatum (of constante prijzen) voor
appartementen en eengezinswoningen? Kan het college de buurt-straat
combinaties vermelden waar de waardering in het nieuwe systeem het meest
afwijkt van die in het oude systeem?
Antwoord 8f
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 8a is het niet mogelijk een dergelijke
analyse uit te voeren. De verschillen tussen de WOZ-methode en het huidige
grondprijsbeleid ontstaan voornamelijk door een andere korrelgrootte (buurtstraat
versus buurt of buurtcombinatie). Daarnaast betreft een aanzienlijk deel van de
grondwaardebepaling in het huidige grondprijsbeleid maatwerk, voor deze buurten
is het dus niet mogelijk te bepalen waar de methodieken het meest van elkaar
afwijken.
g. Kan het college een vergelijking voorleggen tussen de grondwaarden die
worden verkregen met de WOZ-methode en de prijzen voor nieuwe
gronduitgiften?
Antwoord 8g
Het college kan een dergelijke vergelijking niet voorleggen, omdat prijzen voor
nieuwe uitgiften niet één op één te vergelijken zijn met de WOZ-methode. Prijzen
voor nieuwe uitgiften worden dikwijls een aantal jaar voor uitgifte met een marktpartij
overeengekomen, al dan niet als onderdeel van een tender met daarin een scala
aan bestemmingen (koop-, markthuur- en/of sociale huurwoningen en
commercieel). Soms zit daar wel 10 jaar tussen. Daarnaast betalen marktpartijen
soms ook een optievergoeding en de hoogte van deze vergoeding hangt samen met
de manier van tenderen alsmede met de overeengekomen of vastgestelde
erfpachtgrondwaarde.
h. Kan het college een indicatie geven van de grondprijzen die zullen gelden in
2018 indien de methodiek zoals voorgesteld door het college wordt
gehanteerd? Kan een schatting worden gegeven voor de orde van grote van
stijging van 2018 naar 2019?
17
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
Antwoord 8h
Het is nu nog niet mogelijk een indicatie te geven van de grondwaarden die zullen
gaan gelden in 2018 en 2019. Er zijn nog geen data (zoals de WOZ en inflatie)
beschikbaar; daarom kunnen nog geen berekeningen worden gemaakt.
i Inde afgelopen jaren heeft het college steeds een voorstel gedaan voor
grondprijzen bepaald volgens de huidige methode. Deze prijzen zijn
gevalideerd door experts. Als dezelfde peildata worden gehanteerd, resulteert
de nieuwe methode in een zeer aanzienlijke stijging. Is het college van
mening dat tot nu toe te lage prijzen zijn gehanteerd?
Antwoord 8î
Het college heeft het advies “Schoon schip” dd. 18 juni 2015 van de
Grondwaardecommissie Eeuwigdurende erfpacht uitgewerkt. Een bijlage bij dit
advies is het rapport “Waardering van opstallen op in erfpacht uitgegeven grond”
van adviesbureau Ortec. In dit rapport wordt ook een inschatting gemaakt van de
grondquote in Amsterdam (bladzijde 41/42). De grondquotes die volgen uit de
berekening van Ortec zijn aanmerkelijk hoger dan de gemiddelde buurtstraatquotes
die het college voorstelt. Het college concludeert dat op basis van het advies van de
Grondwaardecommissie de grondprijzen conform de huidige methode laag zijn ten
opzichte van wat de Grondwaardecommissie hierover heeft geadviseerd.
j. Zijn de buurtstraatquotes en de daaruit voortkomende grondprijzen zoals
voorgesteld door het college door externe partijen op uitkomst gevalideerd?
Zo ja, door welke partijen heeft de validatie plaatsgevonden?
Antwoord 8j
De WOZ-methode voor het bepalen van de grondwaarde is een uitwerking van het
advies “Schoon Schip” van de Grondwaardecommissie. Deze uitwerking is voor een
second opinion voorgelegd aan Ortec. De rapporten van Ortec terzake zijn als
bijlage gevoegd “Kennisnemen van het collegebesluit tot instemmen met het
voorgenomen beleid Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten” voor
de raadscommissie RO d.d. 8 februari 2017.
k. Acht het college het aannemelijk dat de nieuwe methodiek van bepaling van
de grondprijs kan resulteren in een daling van de marktwaarden van huizen
op erfpacht (erfpachtrechten), met name wanneer niet gebruik wordt gemaakt
van de overstap op korte termijn?
Antwoord 8k
De nieuwe methodiek voor grondwaardebepaling maakt de bepaling van canon en
afkoopsom voor woningen inzichtelijk en transparant, zowel voor voortdurende
erfpacht als voor eeuwigdurende erfpachtrechten. Bij aan- en verkoopbeslissingen
zal de erfpacht zo een preciezere rol spelen.
Als op de woningmarkt eeuwigdurende erfpachtrechten veel aantrekkelijker worden
gevonden dan voortdurende erfpachtrechten dan ligt het voor de hand dat er
waardeverschil ontstaat tussen voortdurende en eeuwigdurende erfpachtrechten. Of
18
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
dat tot een daling van voortdurende erfpachtrechten en/of tot een stijging van
eeuwigdurende erfpacht leidt is niet te voorspellen c.q. niet goed vast te stellen
omdat de marktwaarde van veel meer factoren dan alleen erfpacht afhankelijk is.
Wat het daarbij lastig maakt om een marktwaarde-effect te voorspellen is dat het in
het voortdurende stelsel mogelijk is om aan het einde van het tijdvak deskundigen
de hoogte van de canon te laten bepalen. Op welke wijze deze zich verhouden tot
de canon en afkoopsom van eeuwigdurende erfpachtrechten is niet goed te
voorspellen.
9. Uit de stukken blijkt dat de methodiek voor de waardebepaling van de opstal een
grote invloed heeft op de grondwaarde.
a. Kan het college inhoudelijk toelichten of en waarom een ‘opstalwaarde is
herbouwkosten’ als uitgangspunt te verkiezen is boven ‘opstalwaarde is
nieuwbouwkosten’?
Antwoord 9a
Het college heeft er voor gekozen hierin het advies van de Grondwaardecommissie
te volgen. De Grondwaardecommissie schrijft hierover: “Het uitgangspunt voor de
bepaling van de bouwkosten is de vervangingswaarde.” (blz. 62 van het advies
“Schoon schip”). Overigens is het verschil tussen de herbouwkosten en
nieuwbouwkosten in beginsel klein en vallen nieuwbouwkosten meestal iets lager uit
dan de herbouwkosten inclusief sloop. Daarnaast heeft het college er voor gekozen
de door de Grondwaardecommissie geadviseerde verouderingsfactor niet over te
nemen in de bepaling van de herbouwkosten. Aanvankelijk heeft het college de door
de Grondwaardecommissie gehanteerde verouderingsfactor wel toegepast bij het
bepalen van de grondwaarden. Maar vanwege het experimentele karakter van de
verouderingsfactor en het advies van Ortec! heeft het college besloten de
verouderingsfactor te laten vervallen. Het gevolg hiervan is dat de herbouwwaarde
niet naar beneden wordt gecorrigeerd. De grondwaarden vallen zonder gebruik van
de verouderingsfactor lager uit dan wanneer de verouderingsfactor wel zou zijn
gebruikt.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei 2017
Het college heeft de herbouwkosten nogmaals tegen het licht gehouden en op
verschillende onderdelen de herbouwkosten aangepast. De toelichting op de
herbouwkosten opstalwaarde is opgenomen als onderdeel van het beleid
Grondwaardebepaling bestaande rechten.
b. Hoe rechtvaardigt het college het niet meer meerekenen van de fundering in
de berekening van de opstalwaarde? De erfpachter heeft voor deze fundering
toch kosten gemaakt? Waarom vervalt de waarde hiervan aan de gemeente”?
u Bijlage bij de voordracht “Kennisnemen van het collegebesluit tot instemmen met het
voorgenomen beleid Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten” voor de
raadscommissie RO d.d. 8 februari 2017.
19
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
Antwoord 9b
Het college heeft er voor gekozen zich bij het bepalen van de herbouwkosten te
laten adviseren door een bouwkostenadviesbureau. In het advies van dat bureau
zijn funderingskosten geen onderdeel van de herbouwkosten, omdat de fundering
doorgaans hergebruikt kan worden. Dit zijn in de bouwwereld gebruikelijke
uitgangspunten.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei 2017
Het college heeft de herbouwkosten nogmaals tegen het licht gehouden en besloten
de funderingskosten wel op te nemen als bouwkosten. Een nadere toelichting
daarop is opgenomen in het beleid Grondwaardebepaling bestaande rechten.
10. Uit de stukken blijkt dat de keuze voor ‘bebouwde grond’ in plaats van ‘bouwrijpe
grond’ als referentie een grote invloed heeft op de grondprijs, onder andere omdat
de aftrek voor BTW die in ‘bouwrijpe grond’ werd gehanteerd vervalt.
a. Kan het college inhoudelijk toelichten of en waarom ‘bebouwde grond’ als
uitgangspunt te verkiezen is boven ‘bouwrijpe grond’?
b. Trekt het college de conclusie dat het nemen van ‘bouwrijpe grond’ als
uitgangspunt zoals dit in het huidige systeem gebeurt niet te rechtvaardigen
is?
Antwoord 10a en b:
Bij de keuze tussen “bebouwde grond’ en ‘bouwrijpe grond’ heeft het college er voor
gekozen het advies van de Grondwaardecommissie te volgen. De
Grondwaardecommissie concludeert op bladzijde 67 van haar advies “Schoon
schip”: “Een tweede belangrijke constatering van Francke is dat de waarde van
bebouwde grond die in erfpacht is uitgegeven, kan worden berekend op basis van
de WOZ-waarde. De Wet WOZ schrijft voor dat een woning gewaardeerd dient te
worden alsof deze op eigen grond zou staan. De WOZ-waarde is gebaseerd op
verkoopcijfers van vergelijkbare woningen. Voor zover deze vergelijkbare woningen
op erfpachtgrond staan, dienen de verkoopcijfers gecorrigeerd te worden met de
contante waarde van toekomstige canonverplichtingen om te komen tot een
waardering ‘op eigen grond”. Dit komt overeen met wat een koper van een woning
uiteindelijk voor de woning over heeft; niet alleen de aankoopprijs, maar ook de
toekomstige erfpachtbetalingen. Door van de WOZ-waarde de opstalwaarde, de
bouwkosten gecorrigeerd voor veroudering, af te trekken, resulteert de waarde van
erfpachtgrond.”
De Grondwaardecommissie gaat in haar rapport uitgebreid in op de fiscaliteit bij het
bepalen van de erfpachtgrondwaarde (zie bladzijde 37 van Schoon Schip). Dat
betreft weliswaar de wijze hoe deskundigen de grond waarderen maar de conclusie
is dat BTW-aftrek alleen te rechtvaardigen is als het vastgoed ook BTW-belast
geleverd wordt. In het geval van bestaande erfpachtrechten van bebouwde percelen
is dat niet het geval. Een aftrek is volgens de Grondwaardecommissie dan ook niet
op zijn plaats. Op de markt van bestaande woningen zijn transacties belast met
overdrachtsbelasting en deze belasting komt ten laste van de koper. De WOZ-
bepaling gaat uit van de waarde exclusief overdrachtsbelasting.
20
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
Door deze wijze van berekening is de erfpachtgrondwaarde van een bestaande
woning ook in lijn met de erfpachtgrondwaarde van een bouwrijpe levering voor een
nieuwe woning. De erfpachtgrondwaarde voor een nieuwe woning wordt weliswaar
exclusief btw bepaald, maar uiteindelijk betaalt de consument btw over de
erfpachtgrondwaarde. Bij gelijke woningen is de erfpachtgrondwaarde (inclusief
belastingen) die de consument betaalt bij een bestaande woning en een nieuwe
woning daarmee gelijk.
11. Bij bestemming huur wordt de buurtstraatquote met 5% verlaagd.
a. Kan het college de keuze voor dit percentage onderbouwen? Is dit percentage
in overeenstemming met transactieprijzen in de markt?
b. Ziet het college het als een mogelijkheid om hierbij een verschil te maken
tussen sociaal verhuurde woningen en woningen die worden verhuurd op de
vrije markt? Waarom wel/niet?
Antwoord 11a en b
a. Het college heeft voor de onderbouwing van het percentage gebruik gemaakt
van een in opdracht van de gemeente uitgevoerde analyse van de huurmarkt
door onderzoek van Jacobus Recourt uit 2015. Uit deze (vertrouwelijke) analyse
komt naar voren dat het verschil tussen de koopwaarde en beleggingswaarde
van huurwoningen verschilt per locatie. De exacte verhouding is daardoor lastig
te bepalen en niet gelijk over de stad. Bovendien zijn de beleggingstransacties
die gebruikt zijn als referentie niet één op één vergelijkbaar met de referenties
van koopwoningen. Het betreft namelijk vaak verschillende projecten op
verschillende locaties en verschillende types woningen. In de analyse wordt
geconcludeerd dat met een grote mate van zekerheid kan worden gesteld dat de
beleggingswaarde van huurwoningen tussen de 95% en 100% van de
koopwaarde ligt. De keuze voor 5% is dan ook als ruimhartig aan te merken
omdat het de bovenkant van de bandbreedte is.
b. Het verschil tussen woningen die (door niet-toegelaten instellingen) onder het
woning waarderingsstelsel (VWS) worden verhuurd en woningen die in de vrije
sector worden verhuurd, is voor de grondwaardebepaling op dit moment niet
meer relevant. Het WWS laat steeds meer ruimte om woningen te verhuren
tegen huurniveaus die commercieel interessant zijn. Dit verklaart mede waarom
steeds meer commerciële partijen kleinere woningen ontwikkelen in Amsterdam
welke verhuurd worden tegen zeer hoge huurprijzen per vierkante meter. De
grondprijzen, die residueel worden bepaald op basis van deze huren, laten
daarom ook geen verschil zien tussen grotere (vrije sector) huurwoningen en
kleinere (sociale) huurwoningen. Bij corporatiewoningen wordt een afwijkende
grondwaarde gehanteerd op basis van de specifieke samenwerkingsafspraken
die zijn gemaakt met de Amsterdamse corporaties inzake productiedoelstellingen
en huurniveaus.
12. In het voorstel is de depreciatie/afslag teruggebracht van 25% naar 10%. Eerder
bedroeg deze depreciatie in Amsterdam 40%, een percentage dat ook in andere
21
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
steden is toegepast. In de voordracht geeft het college aan dat de GWG heeft
geadviseerd niet te werken met slecht onderbouwde afslagen.
Heeft het college overwogen een afslag of kortingsmethodiek te hanteren die niet
‘technisch’ is gemotiveerd, maar die gestoeld is de overtuiging dat gemeente er
mede verantwoordelijk voor kan worden gehouden dat de werkelijke lasten van
erfpacht slechts ten dele in de Amsterdamse huizenprijzen zijn verwerkt, of op het
principe dat erfpachters in zekere mate zouden moeten delen in de waardestijging
van de grond? Waarom wel/niet?
Antwoord 12
Een aantal jaar geleden bedroeg de depreciatie van bestaande erfpachtrechten in
Amsterdam 40%. Veel andere steden volgden Amsterdam in dit percentage. Voor
dit percentage ontbrak evenwel op dat moment een onderbouwing. Amsterdam
heeft de depreciatiefactor in 2010 onderbouwd en het college heeft naar aanleiding
van die onderbouwing de factor vastgesteld op 25% per 1 januari 2011. Deze 25%
depreciatie is in het voortdurende stelsel opgesplitst in 10% depreciatie voor het feit
dat er sprake is van erfpacht in een bestaande contractrelatie en 15% sloopkosten.
In het eeuwigdurende stelsel zijn de sloopkosten opgenomen in de herbouwwaarde
en is deze 15% in de depreciatiefactor vervallen.
Het college heeft er niet voor gekozen de depreciatie af te laten hangen van de
mate waarin erfpacht is verwerkt in de huizenprijzen. Dit zou een kringverwijzing
opleveren: wanneer erfpacht onvoldoende in de huizenprijzen is verwerkt wordt de
depreciatie hoger en door hogere depreciatie wordt er minder met erfpacht rekening
gehouden in de huizenprijzen.
Naar aanleiding van collegevoorstel 9 mei 2017
Het college heeft de depreciatie in het aangepaste voorstel op 10% gelaten met de
bovengenoemde onderbouwing. Wel heeft het college besloten om voor erfpachters
die besluiten over te stappen naar eeuwigdurende erfpacht een overstappremie van
25% te geven.
13. Waarom heeft het college ervoor gekozen de nieuwe grondwaardesystematiek
niet in de inspraak te brengen?
Antwoord 13
In het inspraakdocument is opgenomen:
Het beleid ‘Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten’ gaat over hoe de
actuele erfpachtgrondwaarden en canon berekend worden bij voortdurende en
eeuwigdurende erfpacht en de hoogte van het canonpercentage. Dit betreft dus het
vaststellen van tarieven en ligt daarom niet ter inspraak voor.
In de voordracht met het collegebesluit tot vrijgave voor inspraak van de
Overstapregeling (besproken in de raadscommissie RO d.d. 8 februari 2017) is
opgenomen:
Over het beleid “Grondwaardebepaling bestaande erfpachtrechten” vindt geen
inspraak plaats. Dit beleid bepaalt het tarief voor erfpacht en in de
inspraakverordening staat hierover het volgende (artikel 2 lid 3 c.): “Er wordt geen
22
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam
Neng Jos Gemeenteblad R
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
inspraak verleend, als het beleidsvoornemen: (……) betrekking heeft op de begroting,
de rekening, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen als
bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet.”
Standpunt college
Het college heeft de inspraakverordening 2016 zo geïnterpreteerd dat er geen
inspraak plaatsvindt over de grondwaardebepaling. De reden hiervan is dat sprake is
van een tarief. In de Algemene Inspraakverordening is opgenomen dat van inspraak
wordt afgezien als het beleidsvoornemen betrekking heeft op tarieven voor
gemeentelijke dienstverlening. Onder verwijzing naar deze bepaling is het document
‘Grondwaardebepaling voor bestaande erfpachtrechten’ niet voor inspraak
vrijgegeven. Het artikel is naar analogie toegepast gelet op het feit dat het hier niet
om een publiekrechtelijk tarief voor gemeentelijke dienstverlening gaat maar om een
privaatrechtelijk tarief. Het beleid grondwaardebepaling voor bestaande
erfpachtrechten behelst de vaststelling van de erfpachtgrondwaarden welke de
grondslag vormen voor de canon (en de afkoopsom indien de erfpachter kiest voor
het vooruitbetalen van de canon). De canon is het tarief dat de gemeente hanteert
voor het gebruik van de grond door de erfpachter.
Reden van inspraak
Inspraak wordt gehouden om burgers en ondernemers de gelegenheid te geven om
over nieuw gemeentelijk beleid of gemeentelijke regelgeving mee te denken. Op die
manier hoopt de gemeente alle relevante feiten en omstandigheden, die zij mogelijk
zelf niet voorziet, mee te kunnen nemen in haar besluitvorming voordat een definitief
besluit wordt genomen. Zo kan het college alle belangen afwegen en komt een besluit
zorgvuldig tot stand. Het gaat bij het houden van inspraak echter ook om de
verwachtingen die het college daarmee schept. Wanneer het gaat over tarieven zal
de discussie zich toespitsen op de hoogte van het tarief. Inspraak over tarieven zal
dan vooral leiden tot de roep om lagere tarieven. Het houden van inspraak over
tarieven is daarom niet in lijn met het doel dat het college nastreeft met het houden
van inspraak.
Geen inspraak wel van waarde
Hoewel de methode grondwaardebepaling niet ter inspraak heeft gelegen heeft het
college wel begrepen dat er nog veel vragen en kritiek ten aanzien van de voorstellen
waren. Het college had daarnaast al aangegeven de BSQ's nog niet definitief te
hebben bepaald omdat hiervoor nog nadere analyses zouden worden uitgevoerd.
Beide punten hebben tot aanpassingen geleid in de methode grondwaardbepaling
zoals nu door het college voorgesteld. Ondanks dat het beleid grondwaardebepaling
voor bestaande erfpachtrechten niet voor lag ter inspraak, zijn ook de
binnengekomen reacties voor het college aanleiding geweest om het voorstel te
verbeteren.
Dit komt overeen met de wijze waarop is gehandeld in voorbereiding op de
vaststelling van de Algemene Bepalingen voor eeuwigdurende erfpacht 2016 (AB
2016) voor nieuwe uitgiften. Voor nieuwe uitgiften in erfpacht onder de AB2016 is ook
grondprijsbeleid opgesteld. Dit grondprijsbeleid is (net zoals nu) bij de inspraak over
de AB 2016 openbaar gemaakt zonder dat er inspraak op mogelijk was. In de nota
23
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Neng Jos Gemeenteblad
Datum 417 mei 2017 Schriftelijke vragen, dinsdag 17 januari 2017
van beantwoording die het college vervolgens heeft opgesteld, is gerefereerd aan de
inspraakreacties op het grondprijsbeleid als onderbouwing van het wijzigen van het
canonpercentage (door het verlagen van het risicopercentage).
14. De Commissie Frijns, Korthals Altes, Teulings adviseerde de gemeente in 2014
om het beheer en onderhoud van het grondprijsmodel in handen van een
gezaghebbende onafhankelijke instantie te leggen. “De procedure tot vaststelling
van de grondwaarde wint daarmee aan eenduidigheid en transparantie.
Objectiviteit en deskundigheid kan zo worden gegarandeerd.”
a. Hoe wil het college beheer en onderhoud van het grondprijsmodel inregelen?
b. Hoe beoordeelt het college het advies om de grondprijsbepaling in handen te
leggen van een onafhankelijke instantie?
Antwoord 14 a en b
De nieuwe systematiek van grondwaardebepaling is een uitwerking van het advies
van drie onafhankelijke hoogleraren. Daarmee heeft de systematiek aan
transparantie en objectiviteit gewonnen en bovendien ook doordat gebruik gemaakt
wordt van de WOZ-waarde, die tot stand komt volgens wettelijke regelgeving en de
mogelijkheid biedt om bezwaar te maken; ook is er de landelijk ingestelde
waarderingskamer die toezicht houdt op het juist uitvoeren van de waardering in het
kader van de WOZ.
Daarnaast heeft de gemeente voor het bepalen van de herbouwwaarde een extern
bouwkostenbureau ingeschakeld. Deze twee ingrediënten worden via strikte en voor
de gehele stad uniforme rekenregels omgezet naar buurtstraatquotes waardoor het
voor iedere erfpachter mogelijk wordt om het aandeel dat de residuele grondwaarde
vertegenwoordigt in zijn WOZ-waarde te berekenen. Het college acht het derhalve
niet nodig om de grondwaardebepaling in handen van een andere instantie te
leggen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
24
| Schriftelijke Vraag | 24 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 739
Publicatiedatum 1 juli 2016
Ingekomen onder AE
Ingekomen op woensdag 22 juni 2016
Behandeld op woensdag 22 juni 2016
Status Verworpen
Onderwerp
Amendement van het lid Shahsavari-Jansen inzake de invoering van eeuwigdurende
erfpacht voor nieuwe uitgiften (afkoopsom niet hoger dan erfpachtgrondwaarde bij
uitgifte).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de invoering van eeuwigdurende erfpacht voor nieuwe
uitgiften (Gemeenteblad afd. 1, nr. 664).
Overwegende dat:
— het goed is om erfpachters zekerheid te bieden over de erfpachtlasten;
— erfpacht een vergoeding is voor het gebruik van de grond, en de contant
gemaakte waarde van canonbetalingen dus niet hoger kan zijn dan de totale
waarde van die grond bij uitgifte.
Besluit:
in de Algemene Bepalingen voor eeuwigdurende erfpacht 2016 Amsterdam onder
artikel 8 als lid 5 de volgende bepaling toe te voegen:
"5. De afkoopsom kan niet hoger zijn dan de (indien van toepassing met de inflatie
gecorrigeerde) erfpachtgrondwaarde bij uitgifte”
Het lid van de gemeenteraad
M.D. Shahsavari-Jansen
1
| Motie | 1 | train |
2x Gemeente
Amsterdam
D West
Agenda Stadsdeelcommissie West
Vergaderdatum Donderdag 2 juli 2020 19.45-22.35uur
Locatie Via MS Teams
Telefoonnummer Bestuursondersteuning 06-51250957
E-mail [email protected]
Internet www.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar
staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het
raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl
Voorzitter Sarah Berckenkamp
Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE 2 juli 2020
Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is
voorgedragen
1. 19.45-20.00u
Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten
Ruimte voor inbreng van actualiteiten!.
2. 20.00-20.30u
Bewoners aan het woord
Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde
onderwerpen?,
Stem van West
OORDEELVORMEND
4, 21.00-21.30u
Dagelijks Bestuur: Tender Bredius
Portefeuillehouder: Melanie van der Horst
OORDEELVORMEND
5. 21.30-22.00u
Dagelijks Bestuur: Stedelijke Adviesaanvraag
wijzigingsvoorstel van de Huisvestingsverordening
Amsterdam 2020 (HVV) en de Doelgroepenverordening
Portefeuillehouder: Melanie van der Horst
BESLUITVORMEND
6. 22.00-22.30u
Dagelijks Bestuur: Uitvoeringsrichtlijnen & Herziening
ontwerpbestemmingsplan Oud-West
Portefeuillehouder: Melanie van der Horst
Rondvraag
1 De agendacommissie beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is.
2 Als u wilt inspreken dan kan dat. Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via
[email protected].
| Agenda | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1547
Publicatiedatum 6 december 2017
Ingekomen onder AS
Ingekomen op donderdag 30 november 2017
Behandeld op donderdag 30 november 2017
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Van Lammeren inzake de conceptpachtovereenkomst met
de Amsterdamse Hengelsport Vereniging (gemeentelijke communicatie).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over het besluit inzake de conceptpachtovereenkomst met
de Amsterdamse Hengelsport Vereniging (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1481).
Constaterende dat:
— de dieronvriendelijke hobby waarbij vissen uit het water worden getrokken met
een haak door hun wang ‘sportvisserij of ‘hengelsport wordt genoemd;
— de uitvoerders van deze daad vaak worden aangeduid als ‘sportvissers’.
Overwegende dat:
— sportiviteit een associatie heeft met lichamelijke inspanning en/of een eerlijke
houding;
— er bij onderwaterjacht nauwelijks sprake is van lichamelijke inspanning;
— het opzettelijk pijn doen en stress bezorgen van vissen een dieronvriendelijke
daad is die allerminst sportief is te noemen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In gemeentelijke communicatie, waaronder de pachtovereenkomst en bijlagen met de
Amsterdamse Hengelsportvereniging, geen gebruik meer te maken van de termen
‘sportvisserij’, ‘hengelsport en ‘sportvissers’ maar deze te vervangen door de
representatieve namen ‘onderwaterjacht en ‘onderwaterjagers'.
Het lid van de gemeenteraad
J.F.W. van Lammeren
1
| Motie | 1 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1138
Ingekomen op 7 november 2018
Ingekomen onder 868’
Behandeld op 8 november 2018
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Geder, Kilig en Simons inzake de Begroting 2019
(Sportvoorzieningen voor ongedocumenteerde jongeren)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2019.
Overwegende dat:
— Sporten gezond is;
— Sporten toegankelijk zou moeten zijn voor iedereen, dus ook voor
ongedocumenteerde Amsterdamse jongeren;
— De gemeente via de ‘stadspas met groene stip' sportvoorzieningen voor minima
faciliteert;
— Veel ongedocumenteerde Amsterdamse jongeren graag zouden willen sporten
maar vaak niet kunnen deelnemen aan bestaande sportvoorzieningen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om ongedocumenteerde Amsterdamse
jongeren toegang te verlenen tot sportvoorzieningen op een soortgelijke wijze als dat
ook voor minima via de “stadspas met groene stip' geregeld is, en de raad op de
hoogte te brengen van de resultaten van dit onderzoek.
De leden van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
A. Kilig
S.H. Simons
4
| Motie | 1 | discard |
TUR DEE EEN NE ANT ERN en en 1 Tei Ei gp , en An Kk t\ )
a A en \ eN
Ei EE f ERS EN kere -\ ACI - Elle -)- Azie rd 5 Kel | / E an js sak Ô : he
ene a EEP | % | EE / 5 4 4
Ee HOT TRD CR MT eeh |\ JE / Ä = EEE, SL
mk n= | EE À W\ ' à ke , | | bl) 22 | nn
Di | (\ <W 1} HPL / \ Jie $ Er
| |) | NO ETET Ll. set BEE |
ij Lj el —_ SN |J el |
/ | | meet " Lenn
| / Ter 8 En nt lef Z
h Í ee Dn Nn = ne ST >
| 4 VANS pe | y pe | en me Í £ tn
: EN | ed ed nn pe rad
; ) | _ Ve Nef cf
. ed ) A Fe pe dn es St | ij Z , Pf d - E Ad
NA à LL If NN Er | Ie Pp | Zi Á z : $
Rin. NS 7 FL ke A SN br PMD |
ADD a É DA je nen EE ES SAN WZ A ,
HLD 8 es, ‚ Pl Pt 5) ve EE en ee AND | Sl pe Zok ; |
ASW) En | / Ld 6 Z x a | NN ZS mnd: 0 1 Z Zi ern
\ 1e, / de (ze 5 P, / Ds Tk NS s mi > IN | Ne \ De a | 4 STEE
Af Nie RK le B Zelf GAAR
: ‚Jb > L/ Wss SN — BRD OV Yeal Y je ef \N Ts ij. a Pa
# WDS ) EZ Fl \ Nd: Ws jee Wá } €
Rr FE) y \ { EE Got Nij ' 5 EN
Reg a: 2 4 / J x AS D-AD | \ é ; Hit ‚
TS In | | 7 |
OON oa Mo f} ON ae |
EO La Rn | :
A - g a (
p ' et e | |
ne AE: | | à
j AS ( \ :
Ge“ 20 nn SS
f SS y p Î g b Hi
Eigendomsverhoudingen rond het Nieuwe Meer
—- kadastrale grens mm Verkeer en waterstaat ms Schiphol real estate
gemeente grens mm Verkeer en waterstaat - ml Gasunie
—= kadastrale gemeente grens (sectie) recht van opstal mm particulier - van der Veldt/Vroegop pí ne rete ii
ml Amsterdam — _Luchtverkeersbeveiliging MR particulier - van der Sluis NX tadsdeel Nieuw-Wes
ml Amsterdam - erfpacht e= Staat defensie FA particulier Kenter %
ml Amsterdam - recht van opstal mm Staat financ. vastgoed El particulier Heijne NW 12 sept. 2012
| Schriftelijke Vraag | 1 | discard |
VN2022-039702 Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Monumertenen 96 Gemeente 9 senen WV
Archeologie N Amsterdam 9
Voordracht voor de Commissie WV van 07 december 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Monumenten en Erfgoed
Agendapunt 3
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de reactie op motie „o2-accent van de raadsleden Boomsma (CDA) en Nadif (GL)
met als onderwerp ‘Bescherm orde 1 panden en monumenten’
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van motie 4o2-accent van 8 juli
2021 van de raadsleden Boomsma (CDA) en Nadif (GL) met als onderwerp ‘Bescherm orde 1 panden
en monumenten’.
Wettelijke grondslag
Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam, Artikel 79 en 80.
Gemeentewet, artikel 169: het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 2); zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig
heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Op 8 juli 2021 heeft de raad bij de bespreking van de Voorjaarsnota motie 4„02-accent aangenomen
van de raadsleden Boomsma (CDA) en Nadif (GL) met als onderwerp ‘Bescherm orde 2 panden en
monumenten’. Hierin wordt het college gevraagd om:
* te onderzoeken of en hoeveel panden er zijn in Amsterdam die een orde 1-status
hebben, maar die niet zijn aangemerkt als monument, en daarover te rapporteren aan de
gemeenteraad, en een voorstel te doen over hoe daarmee om te gaan;
* te onderzoeken op welke wijze bij de verbouwing van orde 1-panden die geen monumenten-
status hebben, een quickscan kan worden uitgevoerd van de historische waarde van het
interieur en op welke wijze daar bij de beoordeling van de aanvraag Omgevingsvergunning
rekening mee gehouden kan worden.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Boomsma (CDA)
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.3 1
VN2022-039702 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Monumenten en % Amsterdam en Erfaoed
Archeologie % 9
Voordracht voor de Commissie WV van 07 december 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
ja
Welke stukken treft v aan?
AD2022-109942 Commissie WV (a) Voordracht (pdf)
AD2022-109940 Motie 402-accent.pdf (pdf)
AD2022-109941 RIB afdoening motie „ozaccent_def.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Monumenten en Archeologie, anette.van.dijk@& amsterdam.nl, 0612473555
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsnotulen
Jaar 2021
Vergaderdatum 2 december 2021
Publicatiedatum 20 december 2021
OPENBARE VERGADERING OP DONDERDAG 2 DECEMBER 2021
Aanwezig: de leden de heer Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de
heer Blom (GroenLinks), de heer Boomsma (CDA), de heer Boutkan (PvdA), de heer Van
Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP), mevrouw De Fockert
(GroenLinks), mevrouw De Graaff (D66), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer
Groen (GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), mevrouw Heinhuis (PvdA), mevrouw
IJmker (GroenLinks), mevrouw De Jager (D66), mevrouw Kili, (DENK), de heer Kreuger
(JA21), mevrouw Kuiper (ChristenUnie), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren),
mevrouw Martens (VVD), mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarkíi (PvdÂ), mevrouw Nadif
(GroenLinks), mevrouw Nanninga (JA21), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Van
Pijpen (GroenLinks), mevrouw Poot (VVD), mevrouw Van Renssen (GroenLinks), mevrouw
Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel (Forum voor
Democratie), de heer Schreuders (SP), mevrouw Van Soest (PvdO), de heer Taimounti
(NIDA), de heer Torn (VVD), de heer Türkkol (D66), de heer Vink (D66), de heer Vroege
(D66), de heer Warmerdam (D66) en de heer Yilmaz (DENK)
Afwezig: mevrouw A.L. Bakker (Partij voor de Dieren), de heer N.T. Bakker (SP),
mevrouw Bosman (D66), mevrouw Rooderkerk (D66), de heer Veldhuyzen (BIJ1)
Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie), de wethouders mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire
Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken en Energietransitie), de heer Everhardt
(Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen, Zuidas en
Marineterrein) (afwezig tussen 14.00 en 15.00 uur), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur,
Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en Organisatie
en Gemeentelijk Vastgoed), mevrouw Moorman (Onderwijs, Volwasseneneducatie,
Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool, Kinderopvang en Naschoolse
voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening), de heer De Vries (Verkeer, Vervoer,
Luchtkwaliteit en Water) en de heer Wedemeijer (Wonen, Bouwen, Ontwikkelbuurten,
Openbare Ruimte en Groen, Reiniging en Dierenwelzijn)
Afwezig: de heer Groot Wassink (Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid,
Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale
Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden)
1
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Middagzitting op donderdag 2 december 2021
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn
Raadsgriffier. mevrouw Houtman
Verslaglegging: mevrouw Smakman (Notuleerservice Nederland)
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent de vergadering om 13.00 uur.
Raadsaangelegenheden
27.
Niet-ontvankelijk verklaren van de ingediende bezwaren tegen het besluit tot het
bekrachtigen van de geheimhouding van achttien documenten over de voorbereiding van
de Vernieuwing van het Erfpachtstelsel VN2021-030701
De VOORZITTER: Wij gaan verder met de agenda waar die gisteren gebleven was.
Dat betreft allereerst agendapunt 27. Daarvoor is ook mevrouw Van Renssen namens de
bezwaarschriftencommissie aangeschoven aan deze tafel. In die hoedanigheid ook
bijzonder hartelijk welkom.
De VOORZITTER geeft het woord aan Naoum Néhmé.
Mevrouw NAOUM NEHME: Ik wil de bezwaarschriftencommissie danken voor het
advies dat is uitgebracht onder agendapunt 27. Ik heb daar twee vragen over. Kan mevrouw
Van Renssen bevestigen dat de commissie eigenlijk enkel technisch-juridisch heeft
gekeken naar hetgeen wat er voorlag en met de uitspraak geen inhoudelijk oordeel velt
over hetgeen voorligt? En de tweede vraag is of mevrouw Van Renssen kan bevestigen dat
tegen deze beslissing, zoals die zal straks al dan niet wordt genomen door de
gemeenteraad, nog bezwaar en beroep aangetekend kan worden bij de rechtbank of in
latere stadia ook bij hogere rechtbanken?
De VOORZITTER: Ik kijk even naar de zijde van de raad of er nog andere leden
zijn die het woord willen voeren in de eerste termijn. Dat is niet het geval.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Renssen namens de
bezwaarschriftencommissie.
Mevrouw RENSSEN: Dank ook aan het lid Naoum Néhmé voor de vragen. Ik hecht
eraan op te merken dat ik deze toelichting doe namens de bezwaarschriftencommissie,
omdat mevrouw Verkerk niet aanwezig is.
Om even kort een toelichting te schetsen: het advies van de
bezwaarschriftencommissie van 5 november 2021 kan ik enigszins toelichten. Het gaat om
achttien documenten over de voorbereiding van de vernieuwing van het erfpachtstelsel.
Door het college is daarop een geheimhoudingsplicht opgelegd als bedoeld in art. 55 van
de Gemeentewet, maar die oplegging van die geheimhouding is dus door onze
gemeenteraad met toepassing van art. 20 van de Gemeentewet bekrachtigd. Alleen over
dit raadsbesluit heeft ook de commissie geadviseerd. Een deel van die achttien
documenten is inmiddels openbaar. Eerst is eigenlijk beoordeeld of er sprake is van
2
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
belanghebbendheid in de zin van 1:2 Awb — dat is die puur juridisch-technische beoordeling
— en omdat het gaat om art. 25 Gemeentewet, die richt zich primair op raadsleden en
eventueel belanghebbenden die een direct belang hebben. En in dit geval hebben we
geoordeeld dat de belanghebbenden geen direct belang hebben bij die geheimhouding,
omdat die zich dus primair richt op de raadsleden. Dat is inderdaad een puur juridisch-
technische beoordeling, ook op grond van de jurisprudentie van de afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State. En zoals tegen elk besluit — in ieder geval de
meeste van onze besluiten die appellabel zijn voor bezwaar — is daar ook beroep tegen
mogelijk. Ik ga ervan uit: eerst bij de rechtbank, daarna bij de afdeling.
De VOORZITTER: Dank u wel voor uw toelichting. Ik kijk nog even naar de zijde
van de raad. Verder geen behoefte aan een tweede termijn. Dan zou ik agendapunt 27 bij
deze willen afronden. Dank u, mevrouw Van Renssen, in het bijzonder.
De discussie wordt gesloten.
Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
31.
Kennisnemen van de vaststelling van het mobiliteitsplan Nieuw-West VN2021-
029729
De VOORZITTER: Ik ga even kijken wie daarvoor het woord hebben gevraagd. Er
zijn sowieso een aantal moties ingediend, die ik graag even met u zou willen delen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Flentge inzake goed fijnmazig openbaar vervoer in Nieuw-West,
nr. 804.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__De plannen voor een versterking en verruiming van het OV op korte termijn
concreet te maken en een tijdslijn voor deze concrete plannen te overleggen
aan de Raad.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Flentge inzake de route van de Westtangent, buslijn 369, nr.
805.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-___ Gehoor te geven aan de wensen van omwonenden en het Dagelijks Bestuur
van het stadsdeel om de route van de Westtangent niet te verleggen naar de
Burgemeester de Fockstraat:;
- De Westtangent te laten rijden via de hoofdwegen Slotermeerlaan en
Haarlemmerweg.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
3
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Yilmaz en Kreuger inzake oude OV-routes 21 en 61
terugbrengen naar de Eendracht, nr. 806.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Oude OV-routes 21 en 61 terug te brengen om de reisbewegingen naar elders
in de stad of regio, zoals bijvoorbeeld werk op Schiphol gemakkelijker en
goedkoper te maken voor inwoners van de Eendracht.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Yilmaz inzake het Mobiliteitsplan Nieuw-West (samenvoegen
maatregelen A4 en A1), nr. 807.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Maatregel A4 die nu voor over tien jaar gepland staat , onderdeel te maken van
de maatregel A1 en meteen in periode voor 2025 uit te voeren en niet pas over
tien jaar.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Yilmaz inzake het Mobiliteitsplan Nieuw-West (schrappen van
maatregel OV2), nr. 808.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Maatregel OV2 te schrappen uit het Mobiliteitsplan.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Ernsting en Vroege inzake Mobiliteitsplan Nieuw-West: meer
ruimte voor woningen en groen in plaats van gratis parkeren, nr. 834.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Verschillende scenario's uit te werken voor een versnelde uitrol van
parkeerregulering in het hele stadsdeel Nieuw-West, om ongebreidelde groei
van autobezit en -gebruik te voorkomen, woningbouw mogelijk te maken en
groen uit te breiden en over deze scenario's aan de raad te rapporteren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
4
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Motie van het lid Ernsting inzake Mobiliteitsplan Nieuw-West: weg met 70 km/u!, nr.
835.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- De maximumsnelheid van nu 70 km op de Lelylaan omlaag te brengen,
conform het beleidsvoornemen ‘30 de norm, 50 de uitzondering’.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Het woord is gevraagd door de heer Yilmaz van de fractie van
DENK, de heer Vroege van de fractie van D66, de heer Ernsting van GroenLinks, de heer
Mbarki van Partij van de Arbeid en de heer Flentge van de SP. Zijn er nog andere? Mevrouw
Marttin namens de VVD. En de heer Kreuger, hoor ik, namens JA21.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz.
De heer YILMAZ: Een belangrijk plan, zeker voor Nieuw-West. Nieuw-West heeft
onze bijzondere aandacht. Een groot deel van onze achterban woont daar. We proberen al
vier jaar duidelijk te maken dat het toch soms een vergeten stadsdeel is. We hopen
natuurlijk dat er genoeg aandacht voor komt. Dat verdienen die mensen ook.
Als ik kijk naar het Mobiliteitsplan — dat heb ik ook in de commissie gezegd — dan
heb ik soms het gevoel dat het college gewoon niet weet wat er in Nieuw-West speelt en
wat de behoeftes daar zijn. Maar gelukkig hebben we bewoners die heel erg betrokken zijn.
Zij hebben ook een eigen pagina opgericht, een eigen samenwerkingsgroep, moet ik
zeggen: GoedBeterWest!. Ik wil de bewoners ook bedanken; met name de heer Piet Boon,
met wie ik intensief contact heb gehad, ook over de moties. Ik denk ook dat het college
moet luisteren naar deze bewoners. Zij wonen daar. Zij weten wat daar speelt. Het zijn echt
niet alleen maar tegenstanders of voorstanders van de Agenda Autoluw. Het is een heel
mooie, gemixte samenstelling. Ik denk echt dat het belangrijk is dat we hen meenemen in
de plannen. Daarom hebben we ook een aantal moties om ook hun plannen tot uitvoering
te brengen.
Want als we kijken naar de Agenda Autoluw, wat tot nu toe is uitgevoerd, dan zijn
we het daar niet mee eens. We hebben al meerdere moties ingediend om het college een
bepaalde kant op te sturen: onze eigen kant natuurlijk. Dat is helaas niet gelukt. Want als
ik kijk hoe de Agenda Autoluw nu wordt uitgevoerd met wegafsluitingen, opheffen van
parkeerplaatsen, onbereikbare stadsdelen of wijken, onbetaalbare OV, onbetaalbare
deelauto's, dan denk ik dat het toch beter kan.
(De heer VROEGE: Gewoon een vraag aan collega Yilmaz. Vindt hij dat
we alleen naar deze bewoners met wie hij het eens is, moeten luisteren?
Of vindt hij dat het onze taak als volksvertegenwoordigers is dat we naar
alle inwoners van Nieuw-West moeten luisteren? Dus ook de inwoners die
het niet met de heer Yilmaz eens zijn.)
Toen ik net bezig was met mijn betoog was de heer Vroege misschien bezig met
andere dingen en heeft hij gemist dat ik heb gezegd dat in de groep GoedBeterWest! voor-
en tegenstanders zitten. Dus de moties die we hebben geschreven, zijn ook bedacht door
voor- en tegenstanders.
(De heer VROEGE: Ja, maar collega Yilmaz is het toch met mij eens dat
niet alle bewoners van Nieuw-West zijn vertegenwoordigd in deze
organisatie? Ik bedoel, het is een groep vrijwilligers, maar zij
vertegenwoordigen niet het hele stadsdeel. Dat doet de
5
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
stadsdeelcommissie, maar nogal, dat doen wij met elkaar. Dat bent u toch
met mij eens, meneer Yilmaz?)
Absoluut, voorzitter. Dat klopt natuurlijk ook. Dat zijn heel betrokken bewoners, die
ik heel erg waardeer. Stadsdeelcommissies hebben een heel belangrijke rol. Volgens mij
hebben ze ook tegen bepaalde plannen gestemd, die toch in de gemeenteraad zijn
doorgedrukt. Dus ik had eigenlijk wel gewild dat de D66-fractie daar gehoor aan zou geven.
Dat hebben ze niet gedaan. Maar ik sta hier ook als volksvertegenwoordiger, omdat ik ook
meer mensen spreek natuurlijk.
(De heer VROEGE: Ik maak toch bezwaar tegen de term ‘doordrukken’. De
gemeenteraad is een democratisch orgaan, die gewoon in meerderheid
beslist. Dus dat is geen doordrukken, dat zijn gewoon onze democratische
activiteiten. Maar mijn vraag aan collega Yilmaz en aan de bewoners van
Sloten, van Sloten-Oud, bewoners rond de Sloterweg, die al dertig jaar
strijden voor een autoluwe, veilige leefomgeving: wat zegt u tegen hen?)
Ik ben zeker voor een veilige Sloterweg. Absoluut. Maar dat hoeft niet per se zonder
auto te zijn. Je kan ook een veilige Sloterweg met auto's creëren.
(De heer ERNSTING: Ik vroeg mij af of de heer Yilmaz wist dat de Agenda
Autoluw eigenlijk helemaal geen betrekking heeft op Nieuw-West en dat tot
grote teleurstelling van nogal wat bewoners uit Nieuw-West. En dat dit daar
een welkome correctie op is volgens veel inwoners van Nieuw-West.)
Agenda Autoluw heb ik als voorbeeld gebruikt om te laten zien dat het college
gewoon met flutmaatregelen komt om de stad autoluwer te maken. Dat zien we nu ook in
het Mobiliteitsplan.
Om terug te komen op mijn verhaal. Wat ik net al zei: als we kijken naar de Agenda
Autoluw zien we dat het college soms- Of tenminste, we krijgen de indruk dat ze soms
gewoon geen idee hebben waar ze mee bezig zijn. Ze willen minder uitstoot, maar ze
creëren juist meer uitstoot, omdat het drukker wordt op de wegen, omdat mensen door
wegafsluitingen sluitroutes nemen. Dus wij proberen het college ook daarin te helpen,
samen met de bewoners, door de moties in te dienen. Dus daarom hoop ik ook op een
positief preadvies. Ik hoop ook dat de raad instemt met de moties. Een aantal moties
hebben we samen met de heer Kreuger ingediend.
De VOORZITTER: Dan gaan we door naar de volgende spreker. Ik begreep dat de
heer Vroege afziet van zijn bijdrage.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting.
De heer ERNSTING: Ja, nee, geen probleem. Ik hoorde iets over dertig kilometer.
Dat stemde mij goed.
Voorzitter, bij het lezen van het Mobiliteitsplan Nieuw-West kreeg ik, anders dan de
voorgaande spreker, toch een beetje het gevoel dat kool en geit gespaard worden. Ja, er
staan een aantal prima dingen in: de Sloterweg veiliger maken, aandacht voor fietsroutes,
autoverkeer uit woonbuurten halen en op het autohoofdnet concentreren. Maar toch. In de
analyse wordt gesteld dat Nieuw-West een door de auto gedomineerd stadsdeel is en dat
dat voorlopig ook nog gaat groeien ook. En dat zorgt voor veel problemen, namelijk voor de
bereikbaarheid, voor de leefbaarheid, maar ook voor de hoeveelheid groen en voor de
hoeveelheid woningbouw. Daarom heb ik een motie over gratis parkeren versus
woningbouw en groen. Want als we aan iets behoefte hebben in deze stad, dan is het aan
woningen. Dat is 1.
6
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
En 2, heb ik nog een motie ingediend om de zeventig kilometer op de Lelylaan op
zo'n kort stukje, dat is echt niet meer van deze tijd. Dat moet gewoon naar vijftig. Kijk, ik
zou ‘dertig’ kunnen zeggen, maar ik ben ook realistisch. Dus ik zeg gewoon ‘vijftig’. Dank u
wel.
De VOORZITTER: U heeft nog een interruptie van de heer Kreuger. Ik zat zo
aandachtig te luisteren.
(De heer KREUGER: Ja, ik vraag me af: is de heer Ernsting weleens in
west geweest?)
De heer ERNSTING: Ja.
(De heer KREUGER: Want als je het dan bijvoorbeeld hebt over groen in
een stadsdeel, dan — ik kom zelf uit Nieuw-West — valt het mij eigenlijk op
dat Nieuw-West een best wel groen stadsdeel is. Dus ja, wat is nou precies
het punt?)
De heer ERNSTING: Dat dat groen blijft en dat er woningen bij moeten komen.
Groen en woningen in plaats van gratis parkeren. Dat lijkt mij een logische keuze voor
iedereen.
De VOORZITTER: Een laatste? Nee? Oké.
Dank u wel, meneer Ernsting. Dan gaan wij door naar de volgende- Excuus. Oké,
de heer Ernsting loopt- Ik zie inderdaad dat de heer Taimounti van de fractie van NIDA ook
nog graag een interruptie wil plaatsen. Gaat uw gang.
(De heer TAIMOUNTI: Even voortbordurend op de vragen van de heer
Kreuger. Ja, Nieuw-West is niet voor niets ook westelijke tuinstad
genoemd. Dus dat zegt iets over het groenkarakter daar. En de heer
Ernsting probeerde heel snel te gaan praten alsof het lijkt alsof hij er heel
erg mee begaan is, maar we weten de afgelopen jaren al dat dat niet het
geval is. Ik had één specifieke vraag aan de heer Ernsting. U geeft aan, u
komt daar vaak. Mijn vraag is gewoon heel specifiek. Als u kijkt naar dat
stadsdeel en u ziet dat er de afgelopen jaren steeds meer bij gebouwd gaat
worden, er wordt steeds meer bij gebouwd. Ik begrijp gewoon oprecht niet
waarom u niet inziet dat de auto voor dat stadsdeel van cruciaal belang is.
Omdat de afstanden zo groot zijn. Omdat er heel veel mensen wonen die
op Schiphol werken bijvoorbeeld. Ziet u dat niet? Begrijpt u niet dat er heel
veel behoefte is aan de auto, met name in Nieuw-West?)
De heer ERNSTING: Ja, zeker zie ik dat. Ik zeg ook niet dat alle auto's weg moeten.
Ik wil het voor iedereen beter maken, inclusief voor de autorijder. En betaald parkeren is
daar een belangrijk onderdeel van. Het loopt nu vast. Het is niet bereikbaar. Hetgeen wat
in de weg staat, zijn diezelfde autobezitters, omdat er gewoon te veel auto’s zijn.
(De heer TAIMOUNTI: Dat vind ik een heel leuke opmerking: het loopt vast.
Is de heer Ernsting het met mij eens dat het waar nu het beleid autoluw is
uitgevoerd ook vastloopt? Of ziet hij dat vastlopen dan niet?)
De heer ERNSTING: Nee.
(De heer TAIMOUNTI: Dat is heel bijzonder. Dat geeft heel veel inzicht in
de kennis van GroenLinks op dit terrein. Maar elke Amsterdammer die nu
het centrum in gaat of een taxichauffeur die je dan zou spreken, die zou
zeggen dat het echt vastloopt. Het duurt een uur voordat je vanaf hier
richting Nieuw-West moet gaan rijden. Je moet achter Centraal langs.
7
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Blijkbaar ziet GroenLinks dit niet in. Ik vraag me echt oprecht af of-
Nogmaals, één kleine opmerking: het valt me gewoon op de afgelopen tijd
dat als dit onderwerp naar voren komt D66 dan eigenlijk-)
De VOORZITTER: Meneer Taimounti.
(De heer TAIMOUNTI: Nee, ik zal-)
De VOORZITTER: Het lijkt een beetje naar de eerste termijn te gaan, maar-
(De heer TAIMOUNTI: Ja, nee, maar ik maak hier gewoon echt bezwaar
dat hij dit niet inziet. Daar wil ik het echt bij laten. Het is echt schandalig.)
De heer ERNSTING: Ik zou de heer Taimounti uitnodigen om eens langs te komen
bij de commissie ZLW en de commissie Ruimtelijke Ordening, want daar hebben we het
talloze malen over dit thema. De meeste Amsterdammers verplaatsen zich te voet, te fiets
en met het OV en niet met de auto. En ik wil die voetgangers en fietsers alle ruimte geven.
De VOORZITTER: Blijft u nog heel even staan, want er is nog een- De heer- Nee,
ja, jongens, oké, goed. De heer Kreuger had nog een laatste interruptie. Daar wil hij alsnog
gebruik van maken. Gaat uw gang. Dat is er eentje dan nog, hè.
(De heer KREUGER: Ja, op een nieuw punt ook soort van. Nee, kijk, ja,
naast dat ik me afvraag of de heer Ernsting weleens in Nieuw-West komt,
vraag ik me ook af of hij het stuk wel heeft gelezen. Want ik zal niet
ontkennen dat er inderdaad wel knelpunten zijn, maar er staat gewoon
letterlijk in dit ding dat als we niks doen het eigenlijk nog best prima gaat.
Dus heeft hij het gelezen?)
De VOORZITTER: Een korte reactie en dan is het einde van uw betoog.
De heer ERNSTING: Ja.
De VOORZITTER: Oké. Dank u wel, meneer Ernsting. Wij gaan door naar de
volgende spreker. Dan gaan we door naar de heer Mbarki, maar hij is nog niet aanwezig
volgens mij. Maar hij komt er volgens mij wel aan. Dus hem zullen we dan zo tegemoet
zien.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Ik wil het kort houden vanwege de spreektijd. Ik heb nog een
aantal andere onderwerpen. Eentje is dat ik een motie heb ingediend voor de Westtangent.
Ik zou graag willen uitsluiten dat die op de Burgemeester de Fockstraat terechtkomt.
De tweede motie die ik heb ingediend, wil ik graag intrekken. Dat is de motie voor
fijnmazig openbaar vervoer. Dat is met verwijzing naar een motie ingediend door de heer
N.T. Bakker en mevrouw Van Soest uit 2019 bij de Vervoerregio, die dat eigenlijk veel beter
en veel scherper bepleit. Die is al aangenomen. Dus in die zin is mijn eigen motie al
ingelopen en kan die bij deze worden ingetrokken. Dat is volgens mij 804.21. Ja.
8
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Motie 804.21, goed fijnmazig openbaar vervoer in Nieuw-West
is bij deze ingetrokken.
De motie-Flentge (nr. 804.21) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Ja, oké, dank u wel voor uw bijdrage. Motie 804.21 is hierbij
ingetrokken.
Dan ga ik even op mijn lijstje kijken.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Marttin.
Mevrouw MARTTIN: Ja, het Mobiliteitsplan Nieuw-West. Wij vinden er heel goede
uitgangspunten in zitten, maar we hebben nog wel wat aandachtspunten voor de
wethouder.
Een van de eerste noemde de heer Flentge ook al even. Dat was de snelbus die
nu gepland is door de Burgemeester de Fockstraat. Wij hebben van heel veel bewoners
van die straat berichten gekregen dat zij zich ernstig zorgen maken, want ze zeggen ‘ja, die
snelbus gaat door onze woonwijk heen; onze kinderen spelen daar, fietsen daar, we
wandelen daar; en die snelbus, daar hebben we helemaal niets aan, want die stopt nergens
bij ons in de buurt, dus heel graag willen wij een andere route’. Ik wil de wethouder vragen
daar serieus naar te kijken.
Het tweede is dat we van heel veel mensen horen van ‘ja, toen bus 21 nog reed,
was alles beter’. Nou was vroeger natuurlijk altijd alles beter — niet helemaal, maar- — maar
het is wel een wens van een heel groot deel van Nieuw-West. Niet alleen van de bewoners,
maar ook van de ondernemers. Dat ze zeggen: dan wordt Nieuw-West weer beter
toegankelijk. Het OV daar is sowieso een knelpunt als alternatief voor de auto. Dus ook
daar wil ik de wethouder vragen goed naar te kijken. Daar is ook een motie vandaag over
ingediend. Dus die zullen wij steunen.
(De heer VROEGE: Vroeger was niet alles beter, maar ‘Vroege heeft wel
altijd gelijk’, is mijn adagium. Mijn vraag aan de collega van de VVD is ten
aanzien van bus 21, want die discussie loopt nu al vijf jaar: heeft zij enig
idee hoeveel gebruikers voorheen van deze bus gebruikmaakten in de
Eendracht? Hij reed tien keer per uur door die wijk heen. Dus dat is iets van
180 busbewegingen per dag. Heeft mevrouw Marttin enig idee hoeveel
bewoners van deze wijk er überhaupt gebruik van maakten jarenlang?)
Mevrouw MARTTIN: Van de Eendracht weet ik het niet. Dat moet ik eerlijk toegeven. Want
ik maak zelf best wel veel gebruik van lijn 21, maar dan was ik voor die tijd alweer uitgestapt.
Ik weet wel dat heel veel ondernemers in Nieuw-West zeiden: bewoners van de Eendracht
kwamen met die bus richting onze winkels, onze onderneming en dat kan nu niet meer. En
de tram is ook al weg. Dus die mensen zoeken een alternatief. Maar ik ben het met u eens
dat vanuit de Eendracht, dat laatste stukje, weet dat daar onderzoek naar gedaan is en dat
dat niet rendabel was.
(De heer VROEGE: Ja, want het rechttrekken van lijn 21 is een tendens die
we overal in de stad, de regio en het land zien. Namelijk, zorgen dat de
lijnen sneller worden, zodat meer mensen het OV aantrekkelijk gaan
vinden. Dit was ook een voorstel ten tijde van dat er een VVD-bestuurder
aan de macht was. Dus het was een VVD-idee om dit plan uit te voeren.
Hoor ik u nu zeggen dat u afstand neemt van de plannen die destijds door
portefeuillehouder en wethouder, de voorganger van de heer De Vries, hier
ter tafel zijn gebracht?)
9
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Nee, voorzitter, dat zou ik zeker niet doen. Dat zou ik nooit doen, tenzij
voortschrijdend inzicht. Ik zie wel dat de wijk enorm aan het veranderen is en aan het
ontwikkelen is en aan het groeien is, en dat er geen goede verbindingen of onvoldoende
goede verbindingen zijn met het OV en het centrum. Dat hoor ik van heel veel mensen die
daar wonen. Zelf woon ik er niet. Dus ik maak geen gebruik van dat stukje. Maar de situatie
is wel veranderd sinds een aantal jaar en gaat ook in de toekomst veranderen. Dan moeten
we echt even kijken naar ‘wat is het beste?’ Ik zeg niet per se dat de oude route, het oude
traject van lijn 21 helemaal hersteld moet worden. Ik vraag de wethouder wel er heel goed
naar te kijken om die verbinding met de Eendracht goed tot stand te brengen, zodat daar
goed, volwaardig OV is, anders krijgen we die mensen niet uit de auto. Dat is toch de wens
om wat minder autoverkeer daar te hebben, is er wel. En die steunt de VVD ook, hoewel
we wel begrijpen dat de auto nog steeds belangrijk blijft.
Mijn laatste vraag gaat daar ook over. Er zijn maatregelen op de Sloterweg. Die zijn
hard nodig. Helemaal goed. Tegelijkertijd hebben die een enorme impact op alle mensen
die nú gebruikmaken van de Sloterweg, wat ook een probleem is. Er zijn ook heel veel
betrokken bewoners — de heer Yilmaz zei er al wat over — die meedenken, die allerlei ideeën
hebben over hoe dat beter moet, wat eventueel een goed alternatief zou zijn, wat
vervangende routes kunnen zijn om toch snel op de snelweg te komen. Ik wil graag dat
daar zorgvuldig naar gekeken wordt. Maar ik hoop ook dat de wethouder kan toezeggen
dat hij in overleg is en blijft met die betrokken bewoners. Want die ideeën: zij wonen daar,
zij zien het, zij hebben écht goede input, maar ja, zij hebben niet allemaal dezelfde
belangen. Dus ik hoop dat de wethouder daar goed naar kijkt, goed met hen in overleg blijft
en de juiste afwegingen maakt en ons daarvan op de hoogte houdt.
(De heer VROEGE: Collega Marttin van de fractie van de Amsterdamse
VVD is natuurlijk meester in het sparen van de kool en de geit en de
boswachter en alles probeert te sparen. U vindt alles belangrijk, maar u
maakt geen keuzes. Dat vind ik toch opmerkelijk. Ik kijk ook naar een
collega die hier in de zaal zit, die daar wat minder moeite mee heeft om
duidelijk te zijn. Dus waar kiest u namens de VVD nu voor als het gaat om
de Sloterweg? Zegt u ‘ja, we moeten naar iedereen luisteren’ of zegt u ‘nee,
ik kies voor de Sloterweg, voor Sloten-Oud, voor de mensen die daar
wonen: de Sloterweg moet eigenlijk gewoon afgesloten worden voor
doorgaand verkeer; dat is eigenlijk de meest verstandige keuze’. Vind u dat
wel of vindt u dat niet?)
Ja, dan was ik misschien niet duidelijk genoeg. Ik zei: de maatregelen met
betrekking tot de Sloterweg zijn hard nodig en belangrijk. En ja, wij vinden het geen
probleem- Dus ja, afsluiten is oké, zodat het alleen nog voor bewoners en
bestemmingsverkeer toegankelijk is. Maar we moeten wel een goed alternatief hebben voor
de mensen die daar nu gebruik van maken. En die zijn er. Daar wil ik een goede afweging
hebben.
De VOORZITTER: Dan gaan wij door. U was klaar volgens mij, begreep ik. Ja.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Het Mobiliteitsplan Nieuw-West, een heel omvangrijk plan. Ik
kom zelf uit Nieuw-West. Toen ik het las- Er staan zo verschrikkelijk veel dingen in, dat ik
zelf af en toe gewoon moet denken: waar zit dat dan? En als je dan wat doet op Meer en
Vaart, heeft dat invloed op de Burgemeester Röellstraat? Dat zijn allemaal dingen, daar sta
10
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
je niet eens bij stil, zelfs niet als je er woont. Maar ik ben wel blij dat het allemaal zo bij
elkaar staat en dat het zo integraal wordt aangepakt. Dus daarvoor wel complimenten.
Wat ik er wel meteen bij moet zeggen — dat heb ik hier al heel vaak gezegd — dat
Amsterdam Nieuw-West niet Amsterdam Centrum is. Er zijn nog steeds- Met name de
fractie van GroenLinks vind ik daar altijd heel stellig in. Die denken dat het een soort one
size fits iedereen is. Dat is natuurlijk niet zo. Voor heel veel mensen in Nieuw-West is de
auto gewoon een heel belangrijk vervoersmiddel. Mensen werken niet om de hoek. Ik weet
als je hier bijvoorbeeld binnen de ring woont en je hebt een paarse-broek-beroep, ja, dan is
het heel makkelijk dat je gewoon lekker in de Coffeecompany kan gaan zitten met je laptopje
en overal kan werken. Maar dat geldt niet voor de mensen in Amsterdam Nieuw-West. Daar
mag best wat meer rekening mee gehouden worden. Ja, goed, voorzitter, tot zover dus de
algemeenheden.
Dan ga ik op drie punten specifiek inzoomen. Het hadden er veel meer kunnen zijn,
maar ik ga er drie uit pakken.
Eentje daarvan is het stukje bij Meer en Vaart. Daar wil het college
eenrichtingsverkeer van maken, waardoor het eigenlijk onmogelijk wordt om linksaf te slaan
de Lelylaan op. Dat is dat stukje waar nu nog prachtig zeventig gereden kan worden. Wat
daar ook gewoon prima kan, want ja, het is gewoon een hartstikke mooie doorgaande weg,
er zijn geen voetgangers op dat hele stuk. Dus volgens mij moeten we dat gewoon zo laten.
En volgens mij is het ook gewoon een heel mooie hoofdader waar we juist heel veel verkeer
op moeten zien te krijgen. En wat er met de maatregel gebeurt die hier nu wordt
voorgesteld, is dat we eigenlijk het verkeer, ja, om Meer en Vaart heen moeten laten rijden.
Dat komt tot op de Pieter Calandlaan waar veel meer mensen wonen. volgens mij moeten
we dat dus niet doen. Het is wel een knelpunt, dus dat moeten we op een andere manier
oplossen. Daarom gaan wij een motie indienen — dat doen wij samen met het CDA en de
fractie van DENK — om te bekijken of het bij Meer en Vaart mogelijk is om daar een
ongelijkvloerse kruising aan te leggen, zodat het verkeer wat rechtdoor gaat gewoon door
kan rijden en ondertussen de rest toch kan afslaan. Om dat in ieder geval te onderzoeken.
Ik snap dat ik nu niet meteen mijn zin krijg om te zeggen dat het daar moet komen. Dus of
het college daarnaar zou willen kijken. Het ligt ook in het verlengde van iets wat wij bij de
Agenda Autoluw al hadden voorgesteld. Daar was ook een motie voor aangenomen om te
kijken naar ongelijkvloerse kruispunten. Volgens mij is dit echt een perfecte locatie om dat
mee te nemen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Kreuger, Yilmaz en Boomsma inzake het Mobiliteitsplan Nieuw
West (Ongelijkvloerse Kruising Meer en Vaart), nr. 840.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Te onderzoeken of en welke maatregelen ervoor zouden kunnen zorgen dat
verkeer vanuit en naar alle richtingen van dit kruispunt gebruik kan blijven
maken;
- Daarbij onder andere een QuickScan uit te voeren naar het (deels)
ongelijkvloers maken van de kruising Meer en Vaart/Lelylaan.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
(De heer VROEGE: Ik vind het best een fris idee van collega Kreuger en
zijn collega's. Want hoofdaders moet je bereikbaar houden. Dat ben ik
11
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
hardgrondig met hem eens. Maar tegelijkertijd wil D66 en een meerderheid
van de stad niet meer auto's in totaliteit. Dus is hij bereid dan- Als we zijn
idee gaan onderzoeken, dat dat ook kan betekenen dat we op andere
plekken in de achterliggende straten minder ruimte voor de auto gaan
maken, zodat we juist iedereen ook verleiden die hoofdroute te gaan
gebruiken?)
De heer KREUGER: Ja, ik denk dat ik op een andere manier kijk naar wat we hier
bespreken. Ik heb het niet zozeer over meer of minder auto's. Ik heb het over een vlotte
doorstroming. Dat is waar ik het hier over heb. Er komen niet meer of minder auto’s bij; ze
staan anders in de file. En nu rijden ze gewoon in een keer door. Dat is wat wij proberen te
doen met een ongelijkvloerse kruising. Dus ja, ik snap misschien dat de heer Vroege er op
die manier naar kijkt, maar voor mij is het echt een kwestie van een vlotte doorstroming in
dit geval.
Dan mijn tweede punt. Dat gaat over de doorstroom bij de rotonde in Lijnden. Die
ligt natuurlijk niet op Amsterdams grondgebied, maar is wel heel belangrijk voor de
ontsluiting van Nieuw-West. Ik heb daar in het verleden ook al een keer een motie over
ingediend om daar te kijken naar een turborotonde. Die werd toen helaas weggestemd. Dat
vond ik echt oprecht jammer, want volgens mij is iedereen het erover eens dat er op die
plek wat moet gebeuren. Wat we nu ook in dit plan zien, is dat we met de Sloterweg
aanzienlijk sneller gaan handelen dan dat deze rotonde wordt aangepakt. Volgens mij zijn
dit juist twee zaken die heel nauw met elkaar zijn verbonden: als je het ene autoluw maakt,
dan moet je het andere gaan opwaarderen. Dat is niet iets wat er op dit moment gebeurt.
Dus ik ga een motie indienen — dat doe ik ook samen met het CDA en de fractie van DENK
— om in ieder geval die twee zaken tegelijk te doen. Dus niet eerst de Sloterweg afsluiten
en dan pas vijf jaar later een opwaardering van de S106 — is het dan uit mijn hoofd — maar
om daar te kijken naar een turborotonde. Of voor mijn part maak je er een kruising van
waarin het goed doorstroomt. Maar in ieder geval, daar moet tegelijkertijd iets gebeuren.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van Motie van de leden Kreuger, Yilmaz en Boomsma inzake het
Mobiliteitsplan Nieuw West (Verbeteren van de doorstroom op de S106/Amsterdamse
Baan), nr. 842.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__Ín samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer te bekijken of dit knelpunt
zo snel mogelijk kan worden aangepakt, en daarbij bijvoorbeeld de
mogelijkheid te bekijken van een “turborotonde”;
-_ Zich zo maximaal mogelijk in te spannen de situatie rondom dit knelpunt op te
lossen alvorens maatregel A1 wordt uitgevoerd (omlaag brengen autoverkeer
Sloterweg)
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De heer KREUGER: En dan in de laatste plaats — even kijken waar ik hem heb —
ja, het openbaar vervoer. Daar wil ik wat over zeggen. Want ik zie eigenlijk maar heel
beperkte investeringen in het openbaar vervoer. Daar raakte net ook een beetje het debatje
tussen D66 en de VVD aan: ja, hoeveel mensen stappen er van bus 21 in de Eendracht
uit? Dat waren er misschien niet zo heel erg veel, maar er komt nu wel iets anders op die
wijk af. Namelijk dat er betaald parkeren ingevoerd wordt, dat we mensen op een andere
12
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
manier door de stad willen laten bewegen. Ja, en dan is een stukje OV, als je dat dan
daarvoor weghaalt, dan voelt dat voor die bewoners vrij cru. Het is sowieso al een stuk
Amsterdam waar de mensen zich heel erg vergeten voelen. Dat heeft te maken met de
windturbines aan de andere kant van de Haarlemmerweg. Dat heeft te maken met het
verdwijnen van bus 21, lijn 61 — vroeger 192 dat dat was. Nou, dat festivalterrein waar het
college niet de afspraken nakomt met betrekking tot wat het had moeten zijn. Dus ja,
mensen voelen zich gewoon niet gehoord. Dan komt er ook nog eens een keertje dat
betaald parkeren overheen. Dus ga nou eens serieus bekijken wat er mogelijk is om die
wijk weer op een normale manier aan te sluiten op het openbaar vervoer.
En dan in de laatste plaats, dat heeft ook betrekking op- Nou, nee, het heeft geen
betrekking op het openbaar vervoer, maar wel met betaald parkeren. Dat is dat er natuurlijk
door het college een brief is verstuurd dat er een bezoekersregeling komt voor de mensen
die in zo'n gebied wonen. De mensen zijn daar dan een soort van op de hoogte. Maar wat
ik graag zou willen zien, is dat er ook een heel duidelijke uitleg komt over hoe mensen, die
mensen die bezoekersregeling moeten gebruiken, want dat gaat natuurlijk voor een groot
gedeelte ook digitaal. Dus dat daar gewoon een mooie informatieflyer voor komt — niet
alleen maar digitaal, maar dat die ook gewoon fysiek bij mensen in de brievenbus wordt
gegooid — waarin mensen wordt uitgelegd hoe zij gebruik kunnen maken van die
bezoekersregeling. En wellicht dat dat ook handig is in andere delen van de stad om het
geheugen van mensen weer even op te frissen. Ik heb zelf bijvoorbeeld — ik woon al mijn
hele leven in Amsterdam — nog nooit gebruikgemaakt van de bezoekersregeling, terwijl ik
dat wel een aantal keer had kunnen doen. Maar dat komt gewoon omdat ik niet weet hoe
het werkt, en ik zit nota bene in de gemeenteraad. Dus misschien dat het attent is om even
het geheugen van mensen op te frissen en ze erop te wijzen dat ze gewoon een korting
kunnen Krijgen of het een x-aantal uur gewoon helemaal gratis kunnen gebruiken.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Kreuger inzake het Mobiliteitsplan Nieuw West (Heldere uitleg
bezoekersregeling), nr. 841.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een informatiecampagne op te zetten in Nieuw-West waarin op een
begrijpelijke manier wordt uitgelegd hoe bewoners gebruik kunnen maken van
de bezoekersregeling.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
(De heer VROEGE: Een terecht punt van collega Kreuger van JÂ21.
Volgens mij heb ik hier zelfs in 2015 een motie voor laten aannemen, om
dat geheugen maar op te frissen, want inderdaad, ik heb het ook nooit
gebruikt. Dus wat dat betreft is er een wereld te winnen. Maar hoor ik de
heer Kreuger nu eigenlijk bekennen dat hij niet meer tegen betaald
parkeren is in dit gebied? Wethouder hij heeft, ik bedoel, normaal
gesproken altijd een tirade daartegen. Hij vindt het goed, JA21 vindt het
goed dat hier betaald parkeren wordt ingevoerd? En hij zegt: laten we
vooral zorgen dat mensen worden ondersteund bij bezoekersparkeren, et
cetera.)
De heer KREUGER: Nee, ik ben geen voorstander van betaald parkeren in Nieuw-
West. Het is nou eenmaal zo — en dat weet iedereen die hier zit — dat de politieke realiteit
13
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
zo is dat er betaald parkeren komt. Dat komt er gewoon. Dan kun je twee dingen doen. Dan
kan je hier heel erg hard blijven roepen hoe verschrikkelijk kut het allemaal is. Sorry. Ja,
hoe vervelend je dat vindt.
De VOORZITTER: Het was maar goed dat ik even niet zat op te letten. Gaat u door.
De heer KREUGER: Nee, maar, ja, wat je daarvan vindt. Maar je kan ook
meedenken hoe je de pijn voor bewoners zo maximaal kan verzachten. Dat is volgens mij
wat JA21 hier aan het doen is.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Dat is inderdaad een principieel verschil, hè.
Dus JA21, burgemeester in oorlogstijd. En Forum is en blijft, ja,
verzetsstrijder.)
Kijk, ik hoor het hem zeggen. En ja, misschien is dat inderdaad het verschil tussen
u en mij.
De VOORZITTER: Eens even kijken. U was aan het einde gekomen van uw
betoog?
U heeft in uw betoog drie moties ingediend. 840.21 had ik al genoemd. Dan hebben
we ook nog 841.21 en 842.21. Die moties staan als het goed is allemaal in het
raadsinformatiesysteem. Goed.
Dan geef ik tot slot nog het woord aan de heer Boutkan, die daarbij de heer Mbarki
vervangt. Ik begin direct met een vraag. De heer Mbarki wilde graag een motie indienen,
maar hij is er niet. Dus dat kan hij nu niet doen. Dat betreft motie 825.21 — althans, dat zou
dan motie 825.21 worden — inzake prijsdifferentiatie in het openbaar vervoer. Wilt u die
motie nu indienen?
De heer BOUTKAN: Zeker.
De VOORZITTER: Dus dan wordt het de motie-Boutkan.
De heer BOUTKAN: Die motie ligt ook klaar ter verzending op het moment dat u
dit zou zeggen, voorzitter.
De VOORZITTER: O, kijk. Nou, we wachten het met spanning af. Maar dan wordt
het wel motie 825.21, maar dat is dan van de heer Boutkan. Bij deze.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Want ik vervang even inderdaad de heer Mbarki die hier niet
kon zijn. Want, voorzitter, met het Mobiliteitsplan Nieuw-West ligt er wat ons betreft een
integrale visie voor de mobiliteitsontwikkeling in dit mooie stadsdeel. Dat is ook hard nodig.
Een groot stadsdeel. Een belangrijk stadsdeel. Een groeiend stadsdeel ook. Wij vinden ook
dat er geïnvesteerd moet worden in het openbaar vervoer en waar mogelijk dat er ook
verschoven moeten worden van de auto naar het openbaar vervoer of fiets. Ook op het
hoofdnet auto zijn maatregelen nodig om Nieuw-West beter te ontsluiten.
Maar daar zit wat ons betreft wel een groot probleem. Dat heb ik ook nog als
mobiliteitswoordvoerder ook wel vaker naar voren gebracht. Want in deze raad is er al vaak
aandacht geweest voor gebrek aan goed openbaar vervoer in delen van Nieuw-West — ik
heb dat collega's hiervoor ook horen zeggen — zoals bijvoorbeeld bij de Eendracht in Nieuw-
West. De vraag is natuurlijk, ook over de Eendracht: wat is daar nou precies concreet
14
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
mogelijk? Want in de maatregelen wordt gesproken over 2025. En wat kunnen we doen
aan de versnelling? De wethouder zal begrijpelijkerwijs wijzen op de concessie die we op
dit moment hebben met het GVB. De vraag is: wanneer gaan we de draad weer oppakken
met betrekking tot de nieuwe concessie? En, kan dat ook eerder dan 2024? Want een van
de belangrijke dingen, wensen, vanuit de PvdÂ-fractie als het gaat om een nieuwe
concessie is dat we eigenlijk ook veel meer kunnen sturen in die concessie op waar
geïntensiveerd wordt qua lijnen. In datzelfde kader op een oudere wens uit deze raad,
namelijk iets doen aan de betaalbaarheid van het openbaar vervoer.
De VOORZITTER: Meneer Boutkan, voor de- O, sorry. Nee, gaat u door. De heer
Ernsting wilde u interrumperen, maar volgens mij over iets waar u nu over begint. Dus
vervolgt uw betoog. Excuus.
De heer BOUTKAN: Nee, dat gaat over de betaalbaarheid van het openbaar
vervoer buiten de ring. Ik weet dat dat ook door veel collega's gedeeld wordt.
Een aangenomen motie uit 2019 heeft opgeroepen om daar onderzoek naar te
doen. Een motie ingediend samen met de heer Ernsting. Voor de PvdA en ook GroenLinks
is dat differentiëren in prijzen nog altijd een grote wens. Want ja, een kilometer OV kost nu
hetzelfde in Nieuw-West. En bewoners in Nieuw-West moeten veel grotere afstanden
afleggen dan in het Centrum. We willen heel graag dat we daar verschil in aan gaan
brengen. Dat er differentiatie gaat plaatsvinden, want we vinden het ontzettend belangrijk
dat mensen in Nieuw-West gebruik blijven maken, maar vooral ook meer gebruik gáán
maken van het openbaar vervoer. Dan denk ik natuurlijk vooral ook aan gezinnen met
kinderen en andere doelgroepen. Dus de vraag die ik heb aan de wethouder: hoe staat het
nou eigenlijk met dat aangekondigde onderzoek; en welke mogelijkheden ziet de wethouder
zelf om dat te doen, ook in het kader van een nieuwe concessie?
De heer KREUGER: Sorry, voorzitter.
De VOORZITTER: De heer Kreuger heeft een interruptie. Gaat uw gang.
(De heer KREUGER: Betreffende de betaalbaarheid van het openbaar
vervoer. Er wordt hier natuurlijk heel regelmatig gesproken over dertig
kilometer per uur in de stad en om dat ook te laten gelden voor het
openbaar vervoer. Maar de Partij van de Arbeid is zich er toch van bewust
dat als je het openbaar vervoer ook dertig kilometer per uur laat rijden het
dan duurder wordt?)
De heer BOUTKAN: Volgens mij hangt dat er maar helemaal vanaf hoe dat
ingeregeld wordt in het hele net, die dertig kilometer per uur, of het OV daarmee ook duurder
wordt. Dus volgens mij kan je dat niet zo een-twee-drie zeggen.
(De heer KREUGER: Maar als je mensen op een gelijke manier wil
bedienen en de reistijd wordt langer, dan heb je toch meer bussen nodig
om dezelfde vervoersstromen op gang te houden? Dan wordt het toch
duurder?)
Jawel. Maar volgens mij is het zo dat op bepaalde delen in Nieuw-West, waar een
vrij liggend spoor is bijvoorbeeld voor de tram, dat de tram daar niet dertig kilometer per uur
hoeft te rijden. Maar ik moet eerlijk zeggen, ik sta hier natuurlijk ook maar als vervanger
voor de heer Mbarkíi — dus ik weet het niet 100 procent zeker — maar volgens mij is dat wel
zo. Even los van die discussie: ja, wij vinden het heel belangrijk dat we toegaan naar die
dertig kilometer per uur in de stad.
15
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
(De heer KREUGER: Ja, dat vind ik toch tamelijk bescheiden voor iemand
die in the running is geweest om wethouder Vervoer en Mobiliteit te worden
hier in Amsterdam. Dat hij zegt: ik sta hier een beetje als de vervanger van
de heer Mbarki. Maar hij weet toch gewoon- Ik snap dat het een beetje
ingewikkeld wordt, maar u weet toch wel dat als je een bus of een tram
dertig kilometer per uur laat rijden het dan gewoon duurder wordt? Dat is
toch gewoon in conflict met wat u net zegt?)
Ik heb volgens mij net een verhaal gehouden over het belang van de nieuwe
concessie. Wat je in een concessie afspreekt met de GVB is ook bepalend voor uiteindelijk
ook de prijs, voor de manier waarop er op het net gereden wordt. Dat is iets waar we volgens
mij, in ieder geval vanuit de fractie, misschien extra haast willen zien dat die concessie er
uiteindelijk ook gaat komen. Ik hoop eigenlijk heel erg — ik meen ook dat dat wel gaat
gebeuren — dat de collega van JA21 natuurlijk ook voorstander is van goedkoper OV, en
zeker van goedkoper OV in Nieuw-West. Dus ik reken op steun van uw kant.
(De heer VROEGE: Fijn om de heer Boutkan weer terug te zien op dit
dossier, al is het maar voor één keertje. Collega Kreuger heeft natuurlijk
gelijk, want we hebben jarenlang en miljoenen geïnvesteerd om het OV
sneller te maken, want dat zou dingen opleveren. Nu gaan we het weer
vertragen. Maar dat is niet mijn vraag. Ik verbaas me vooral over het feit
dat de PvdA goedkoop OV en Nieuw-West aan elkaar verbindt. Wat we
vandaag toch hier in de raad zien, is een beetje de slag om Nieuw-West
tussen de PvdA en DENK en misschien ook wel JA21. Maar kan de heer
Boutkan mij uitleggen waarom iemand die van Nieuw-West naar Oost met
OV reist last zou hebben van hoge OV-tarieven en iemand die van Oost
naar Nieuw-West reist dat niet zou hebben. Kortom, waarom koppelt u die
OV-tarieven specifiek aan één stadsdeel en niet aan de hele stad. Of nog
beter: aan de hele regio. Want juist die langere afstand-OV, dat willen we
toch met elkaar.)
Ja, maar daar geef ik de heer Vroege ook zeker gelijk in. En ja, Nieuw-West is nu
eenmaal een stadsdeel met grotere afstanden, maar dat zou natuurlijk ook gelden voor
Zuidoost. En als het gaat om de prijzen in de regio: wij hebben eerder een motie ingediend
waar we gevraagd hebben om een goede overstapregeling — bijvoorbeeld van een NS-
station naar openbaar vervoer — zodat je geen dubbel tarief hoeft te betalen. Dus ik ben het
heel erg met de heer Vroege eens.
(De heer VROEGE: Een aanvullende interruptie, voorzitter. Maar hetis toch
een heel rare blik op de stad als u suggereert dat iedereen alleen maar
binnen zijn eigen stadsdeel reist en dat de grootte van een stadsdeel
relevant is. Mensen reizen van waar ze zijn naar waar ze heen moeten en
houden zich niet aan stadsdeelgrenzen. Dus die link tussen de grootte van
het stadsdeel en OV-tarieven snap ik echt niet. Graag nogmaals een poging
uwerzijds om dat nader toe te lichten.)
Ja, kijk, ik begrijp natuurlijk heel goed dat D66 blijkbaar geen voorstander is van
goedkopere OV-tarieven. D66 heeft zelf het voorstel voor gratis OV voor kinderen
weggestemd — laat ik dat ook nog maar even een keer in herinnering brengen — waarmee
u gezinnen met kinderen op afstand hebt gezet. Dus blijkbaar bent u daar geen voorstander
van.
(De heer VROEGE: Ja, inderdaad, D66 was geen voorstander van subsidie
aan rijke gezinnen in Zuid om gratis op woensdagmiddag naar de
Kalverstraat te gaan, zoals de PvdA dat voorstelde. Daar sta ik nog steeds
100 procent achter. Maar mijn punt is: waarom koppelt u de OV-tarieven
16
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
aan een stadsdeel? Want als mensen in Nieuw-West naar de PC Hooft
willen, is dat dan voor hen de OV-afstand die zij afleggen? Dat heeft toch
niks te maken met waar zij wonen en hoe groot een stadsdeel is, maar dat
heeft gewoon te maken met de afstand die zij overbruggen van hun woning
naar hun eindlocatie. Waarom denkt u dat mensen in Nieuw-West alleen
maar in Nieuw-West rondreizen?)
Ja, ik begrijp eerlijk gezegd de excitatie van de heer Vroege niet zo op dit punt. Het
gaat mij om afstand. Dat is waar we die differentiatie op willen. Ik ben in ieder geval heel
blij dat u nogmaals het standpunt ten aanzien van gratis OV voor kinderen, dat u dat heeft
weggestemd, D66 met een aantal andere partijen, nogmaals kenbaar maakt. Daar ben ik
in ieder geval heel blij om.
Voorzitter, ik kom tot een eind. Want wij hebben natuurlijk die motie ingediend. Als
het goed is, is die inmiddels ook ontvangen bij de griffie. In die motie vragen wij de
wethouder om dat uit te werken en voor te leggen aan de raad. Dank u wel.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Boutkan inzake prijsdifferentiatie in het openbaar vervoer, nr.
825.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Bij de aangekondigde onderzoeken naast fijnmazigheid van het OV in Nieuw
West ook prijs- differentiatie te betrekken als één der mogelijke maatregelen
om het OV in Nieuw West aantrekkelijker te maken als alternatief voor de auto;
-__ Specifiek over prijsdifferentiatie in Q1 van 2022 het gesprek over aan te gaan
in de VRA en daarbij onderscheid te maken in datgene dat nu al kan voor
specifieke doelgroepen (zowel geografisch gebonden als anderszins) en welke
afspraken daarover gemaakt kunnen worden in een nieuwe concessieperiode;
- De Raad hier voor de zomer 2022 over te informeren en daarbij ook de
resultaten van het onderzoek zoals eerder toegezegd aan de Raad in mee te
nemen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
(De heer VROEGE: Een nieuw punt, voorzitter. Want dat geld voor gratis
OV is ook ingezet in het verbeteren van de fietscultuur in Amsterdam. En
Amsterdam is natuurlijk de ultieme fietsstad. Dat mis ik een beetje in de
motie van de PvdA. Is de PvdA het met D66 eens dat ook het verbeteren
van de fietscultuur en meer fietskilometers in Nieuw-West ook een enorm
goede uitdaging zou zijn voor iedereen in Nieuw-West en voor de hele
stad?)
De heer BOUTKAN: Fietsen is gezond voor iedereen.
De VOORZITTER: De heer Ünver was toch de ambassadeur van de fietscultuur?
Was het niet- Ik kan het met nog goed herinneren. Ja. Samen met de heer Boldewijn
volgens mij. Ja.
De heer VROEGE: Waarvan een van de twee weleens op een fiets zat en de ander
nooit.
17
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Wat zegt u? [….] Die zouden we eigenlijk nog eens uit moeten
nodigen om een rapport uit te brengen over de stand van de fietscultuur. Goed. Maar dat is
dan weer een paar jaar geleden.
We gaan kijken naar de volgende spreker. Die is er niet. Volgens mij zijn we aan
het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de raad.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries voor de beantwoording
en de preadvisering op de ingediende moties.
Wethouder DE VRIES: Ik ben blij met wat er gezegd is over het Mobiliteitsplan. Het
is inderdaad een complex plan waar ook heel veel denkwerk en rekenwerk onder zit — de
heer Kreuger van JA21 refereerde daar al aan — waardoor we ook echt gekeken hebben
dat als je maatregelen op de ene plek in Nieuw-West uitvoert, wat dan het effect is op
andere plekken in Nieuw-West. Daarvoor moet je gewoon goed studeren en nadenken. Dat
is hier gedaan. Ik ben ook blij dat veel raadsleden dat hebben gezien en daar ook iets over
hebben gezegd, want dat is ook goed voor de mensen die hier zo hard aan hebben gewerkt
en dit hebben opgeleverd.
Ja, dan kom ik ook meteen maar even bij de eerste opmerking van de fractie van
DENK die nu al voor de vijfde of zesde keer tegen mij zegt dat het college geen aandacht
heeft voor Nieuw-West. Dat is natuurlijk tamelijk bizar als je over een Mobiliteitsplan Nieuw-
West spreekt. Maar los daarvan heb ik hem ook een aantal keer aangegeven hoe ik daar
in sta en er komt gewoon steeds hetzelfde tekstje terug. Dus dan denk ik, ja, we zitten
waarschijnlijk tegen een muur te praten. Maakt niet uit. Ik kom vaak in Nieuw-West en
meestal niet met de auto, maar met de fiets. Ik vind het daar erg mooi. Ik denk dat we er
alles aan gaan doen met dit plan, maar ook met andere plannen die we hebben, om dit
stadsdeel beter te maken.
Dan kom ik ook even bij de opmerking van de heer Ernsting van GroenLinks. Hij
zei: ja, het is een mooi plan, maar ik voel me er niet helemaal senang bij, want er wordt toch
echt wel gesproken over de autodominantie in Nieuw-West. Maar vanuit het college kan ik
zeggen: hoe verschillende partijen daar verder ook in staan, dat is wel de situatie in Nieuw-
West. Daar sluit ik ook wel een beetje aan bij een aantal sprekers. Veel mensen in Nieuw-
West gebruiken de auto nog en blijven dat misschien ook wel doen. Het is ook aan ons om
enerzijds wel te kijken: hoe ontwikkelt zich dat; hoe willen we daarin sturen? Ook gelet op
de vele drukte in de stad. Er komen ook meer woningen bij, zoals de heer Ernsting ook zei.
Er komen meer arbeidsplaatsen in Nieuw-West. Is dat allemaal in te passen en in te meten?
Maar het uitgangspunt in wat wij doen, is toch ook wel kijken: wat is wat mensen willen
kiezen? Kunnen we mensen alle keuzes laten maken die ze maar willen? Nee. Maar we
kunnen wel kijken hoe we zo goed mogelijk ook bij de wensen van mensen kunnen
aansluiten. Dat hoort ook bij goed bestuur. Dat betekent soms ook als je een ingreep doet,
waar in het plan een aantal voorstellen voor staan om bijvoorbeeld sommige straten minder
geschikt voor auto’s te maken, je dan ook echt goed moet kijken wat het effect is op andere
straten, want anders krijg je dat daar ook de overlast komt. Betaald parkeren, wat u ook
aangeeft, is natuurlijk wel een middel om enerzijds mogelijk te maken dat er geen overlast
ontstaat en anderzijds de mogelijkheid te maken dat mensen, die een auto bezitten en hem
willen gebruiken, ook kunnen parkeren. Dus dat zijn ook middelen die we juist inzetten om
gegeven de situatie in Nieuw-West over een ander stadsdeel waar we het over hebben het
juiste beleid te voeren met elkaar.
Er is ook veel gezegd over het openbaar vervoer. Laat me daar het volgende over
zeggen. Ja, wij zijn als college zeker bereid om goed te kijken naar: zijn er mogelijkheden,
misschien zelfs op de korte termijn, om iets te doen aan fijnmazig openbaar vervoer. Maar
18
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
laten we onszelf niet groter maken dan we zijn. Het openbaar vervoer ligt bij de
Vervoerregio. Daar is een regioraad. Overigens heel veel van u, inclusief ikzelf, zitten in die
regioraad. Dus we hebben een podium waar we dat met elkaar kunnen bespreken. Daar
worden ook de keuzes gemaakt bijvoorbeeld over die concessie, waar het over ging, voor
het GVB. De vraag was specifiek: kunnen we snelheid maken met de concessie? U wordt
waarschijnlijk op uw wenken bediend door de Vervoerregio, want als wij in 2024 een nieuwe
overeenkomst met het GVB willen hebben, dan moeten we eigenlijk al heel snel gaan
starten met het voorbereiden daarvan. Dus dan gaan we ook al nadenken over allerlei
vraagstukken — niet alleen voor Nieuw-West, maar ook voor andere delen van de stad —
hoe we het openbaar vervoer nog beter kunnen maken. Maar ik wilde ook wel even drie
heel grote waarschuwingen vooraf geven.
1, de openbaar vervoerconcessie die we nu hebben, zit op een kostendekkendheid.
Dat wil zeggen, de Vervoerregio betaalt niks aan het GVB om met de bussen en de trams
te rijden, en de metro's. Dat betalen de reizigers. Dat is de structuur die we hebben. Dus
als je veel wilt gaan doen, investeren, dan zal er dus heel veel publiek geld bij moeten, tenzij
er heel veel reizigers komen natuurlijk. Maar als je vooraf wil gaan investeren, voordat de
reizigers er zijn, zal er veel publiek geld bij moeten om extra bussen, trams en metro's te
laten rijden.
2, we zitten in een COVID-situatie, in een coronasituatie. Daar heeft met name het
stedelijk openbaar vervoer in Amsterdam bij uitstek, in Nederland heel veel last van. We
hebben heel veel minder reizigers. En gelet op het eerste wat ik zel, over dat de reizigers
over het algemeen de opbrengsten opleveren voor het GVB, betekent dat dus voor heel
veel potentieel verlies bij het GVB, waar we nu op dit moment niets van merken of bijna
niets van merken, omdat de regering een deel bijpast vanuit coronamiddelen om het
openbaar vervoer overeind te houden. Maar nu op korte termijn ingrijpen in het openbaar
vervoer in de context van corona is heel erg ingewikkeld. Laat ik het gewoon eerlijk zeggen:
dat is eigenlijk niet mogelijk. Dus dat is een belangrijk ding om rekening mee te houden.
En dan ten derde over de regels rondom het openbaar vervoer. Voor een deel
kunnen we heel veel dingen in de regio zelf regelen. Bijvoorbeeld: waar zijn de haltes — in
overleg met de vervoerder — hoe worden de lijnen gereden? Maar de tarieven van het
openbaar vervoer zitten wel in een heel strak landelijk stelsel. Dat betekent dat je voor die
tarifering je je heel erg ook moet conformeren aan de landelijke afspraken die daarover
bestaan. Enerzijds over hoe de kilometerverrekening is en anderzijds ook de stijging van
de tarieven.
(De heer VROEGE: Want de wethouder geeft volgens mij niet een heel
terechte blik op de werkelijkheid. Hij zegt: wé kunnen in de regio heel veel
regelen. Maar ‘we’ zijn niet de volksvertegenwoordigers, want wij gaan
alleen maar over het droogplan een keer in de vijf jaar. Het Vervoerplan is
aan de vervoerder om op te stellen en het DB mag het enkel toetsen aan
de concessie. Wij gaan er dus helemaal niet over als politici. Dat heeft de
wetgever expliciet zo bedacht, en verstandig, om te voorkomen dat we,
politieke partijen, richting de verkiezingen voor hun achterban haltes en
lijnen gaan omleggen. Dat is hij toch met mij eens?)
Zeker. Wij kunnen natuurlijk inderdaad in zo’n concessie die we uitgeven dingen
opstellen. Het is uiteindelijk aan de vervoerder om met zijn Vervoerplan daar inderdaad
invulling aan te geven. Dat wil inderdaad zeggen dat het niet meer de tijd is dat wij kunnen
zeggen ‘u moet nu daar stoppen’. Zo werkt het niet meer. Het is natuurlijk wel, er wordt heel
veel overleg gevoerd. U weet ook, u zit in de Vervoerregio, als wij echt een expliciete wens
hebben ten aanzien van buslijnvoering en haltering er altijd het goede gesprek met de
19
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
vervoerder wordt gevoerd. Maar wij hebben wel verschillende mogelijkheden en
bevoegdheden. De vervoerder heeft ook zijn eigen afwegingen te maken.
(De heer BOUTKAN: Ik ben eigenlijk wel blij met de laatste toevoeging van
de wethouder, want volgens mij moeten we niet doen alsof de concessie
ons overkomt, waarbij we dan in de tussentijd helemaal niks meer kunnen
doen. Je moet vooral denk ik aan de voorkant — dus bij het maken van die
afspraken — heel sterke afspraken maken over waar je tussentijds wel op
kunt sturen. Maar volgens mij is dat ook wat de wethouder met zijn laatste
inbreng ook beoogde te vertellen.)
Zeker. Ja.
Maar als het gaat om of de prijs per kilometer omlaag kan of omhoog kan, daar zit
heel erg een landelijk stelsel achter. Het is nu al zo geregeld: als je een kort stukje reist, je
per kilometer relatief meer betaalt dan wanneer je een langer stuk reist. Daar kun je toch
nog van vinden dat dat anders zou moeten en dat dat scherper zou moeten, maar dat is
denk ik het gesprek wat we dan ook- Terecht werd opgemerkt: het maakt wat dat betreft
niet uit of je in Monnickendam woont of in Nieuw-West, iedereen heeft met diezelfde situatie
te maken. Dus dat is ook iets waar we landelijk het gesprek over moeten voeren. Waarbij
ik wel zeg, dat wanneer je relatief langere afstanden goedkoper zou willen maken ik weer
terugverwijs naar wat ik eerst zei: dat alle opbrengsten waar het GVB mee reist, dus alle
kosten, worden opgebracht door de reiziger. Dus als de prijs naar beneden gaat en er
komen niet meer reizigers bij, dan kunnen er minder trams en bussen rijden. Dat is een
beetje het punt wat de heer Kreuger ook maakte ten aanzien van die dertig kilometer. Als
een bus langzamer moet rijden, dan kan er dus minder met een bus gereden worden. Dan
komt er minder vaak een bus. Want alles moet uit dezelfde kostenpost komen.
Even over dat laatste, die dertig kilometer. U gaat daarvan de volgende keer
stukken zien, maar ik kan daar in ieder geval wel een doorkijkje geven. Dat het college er
natuurlijk alles aan wil doen om er met andere maatregelen voor te zorgen dat die ernstige
tekorten in het openbaar vervoer niet gaan optreden. Maar laten we dat gesprek aan de
hand van de stukken die u dan heeft met elkaar op dat moment gaan voeren.
Misschien is het goed dat ik na deze inleiding even kort nog iets over de moties
zeg.
De VOORZITTER: Graag.
Wethouder DE VRIES: Daar heeft de voorzitter heel veel zin in, dus dat ga ik
meteen doen.
Ik begin bij de moties van DENK. Ja, dus versterking verruiming van het OV op
korte termijn. Nou, in de context die ik net heb gezegd en corona, we zitten- Ik weet niet of
het zin heeft om te preadviseren, want de heer van DENK is er niet.
De VOORZITTER: Ja, maar de rest van de raad wel. En wij horen ook graag even
het nummer erbij.
Wethouder DE VRIES: Sorry. Ja. Bij mij is het 804.21.
De VOORZITTER: 804.21 was van de heer Flentge en die was ingetrokken. Dat is
inzake goed- Dus die hoeft geen preadvies meer.
Wethouder DE VRIES: Motie 804.21, klopt dat dan?
20
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ja, motie 804.21 was inzake goed fijnmazig openbaar vervoer
in Nieuw-West door de heer Flentge en hij heeft hem ingetrokken. Dus die maakt geen
onderdeel meer uit van de beraadslagingen.
Wethouder DE VRIES: Oké. Dan heb ik de motie van de heer Flentge 805.21. Daar
zou ik van willen zeggen: deze zou ik willen ontraden. Het is niet het plan van het college
om de Westtangent nu door de Burgemeester de Fockstraat te laten gaan. Dus in die zin
zou je zeggen: het komt dan toch overeen met de tekst van de heer Flentge. Maar in zijn
toelichting zei de heer Flentge dat hij vond dat de Westtangent nóóit door de Burgemeester
de Fockstraat zou moeten gaan. En daar is het college het niet mee eens. We hebben deze
reservering van de Burgemeester de Fockstraat opgenomen om ook in de toekomst goed
na te kunnen denken of daar misschien wel een goede busroute mogelijk en nodig is. Het
is ook een prima verbinding juist voor Slotermeer naar station Sloterdijk. Dus wij zien dat
het ook voor de bewoners van belang kan zijn dat daar wel een bus doorheen kan gaan. Of
dat dan de Westtangent is of niet laat ik dan even in het midden voor de toekomstige
concessie. Dus in de scherpte die de heer Flentge erin bracht, moeten we hem als college
ontraden.
Dan de motie van de heer-
(De heer FLENTGE: In de motie staat niet ‘nooit’.
Nee, maar u zei dat net in uw bijdrage. Dus daar ga ik even op aan.
(De heer FLENTGE: Volgens mij zei ik dat niet, maar het is ook een goede
gewoonte in dit huis om te adviseren op de inhoud van de motie, de
strekking van de motie, het dictum van de motie. Dan zouden we hier
kunnen gaan bakkeleien over wat ik wel of niet gezegd heb, maar dan vraag
ik u in ieder geval om dan te preadviseren op de motie op sec wat erin
staat.)
Ja, dan geef ik het volgende preadvies: er is nu geen voornemen van ons uit om dit
voorstel uit te voeren, maar wellicht in de toekomst wel. Dus in die context zou ik de motie
toch willen ontraden.
De VOORZITTER: Ja, gaat u verder.
Wethouder DE VRIES: En dan de motie van de heer Yilmaz over buslijnen 21 en
61. Dan kom ik echt terug, ik zou hem alleen-
De VOORZITTER: Dat is 806.21 trouwens, even voor de duidelijkheid.
Wethouder DE VRIES: 806.21. Excuses. Alleen al om de nummers, busroutes en
rijden, zou ik hem willen ontraden, want ik vind dat dit, als je het in die scherpte …(1:07:10)
adviseren aan de Vervoerregio om dat te doen, oké. Maar we zijn de Vervoerregio niet. Dus
om die reden al zou ik hem willen ontraden.
807.21, het samenvoegen van maatregelen A4 en A1. Ja, hier heb ik echt grote
moeite mee. We hebben anderhalf jaar geleden een proces gestart aan de Sloterweg. Daar
was op een gegeven moment heel veel kritiek over de aanpak die we als college hadden
gedaan, dat we daar te weinig bij hadden betrokken. Vervolgens hebben we gezegd:
snappen we, we doen dit opnieuw, maar dan breder en we gaan alle varianten
onderzoeken. Dat is gebeurd. Er is inspraak over geweest. Mensen hebben daar- We
hebben uiteindelijk een voorstel gedaan. Er is heel veel op ons voorstel gereageerd. Dat
komt allemaal volgende maand naar de raad toe. Dus ik zou het echt heel vreemd vinden
om nu een besluit te nemen over die Sloterweg-maatregel als er zeer binnenkort een
21
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
gesprek- Ik zou het ook echt niet vinden kunnen naar de verschillende insprekers, welke
kant ze ook opgaan in hun inspraak. Dus maatregel A4 over tien jaar en dan nu maatregel
A1 als het ware schrappen. Ik zou zeggen: laten we eerst het gesprek voeren over de
Sloterweg, wat we over twee maanden doen. En dan kunt u vervolgens aan de hand van
dat debat altijd nog bepalen of u deze maatregel Sloterweg nu, niet of later wilt.
De VOORZITTER: Er zijn twee interrupties. Ik had het idee dat de heer Vroege
aanhaakte op wat de wethouder nu zegt. En dan de heer Kreuger nog. De heer Vroege
voor een interruptie.
(De heer VROEGE: Ja, nee, laat ik het bij wijze van uitzondering een keer
voor collega Yilmaz opnemen, want ik lees zijn motie zo dat hij niet zegt ‘de
Sloterweg moet worden uitgesteld’, maar versneld ook die andere
maatregelen, zodat ze meer in samenhang worden gevoerd. Als je de
Sloterweg afsluit, dat je dan zorgt dat andere maatregelen niet jaren op zich
laten wachten. Dat leek mij een vrij logisch voorstel, maar misschien heb ik
het verkeerd begrepen.)
Wethouder DE VRIES: Ja, maar dan moet ik het misschien nog iets scherper
zeggen over het Mobiliteitsplan in het algemeen en A4 in het bijzonder. Kijk, het
Mobiliteitsplan in het algemeen heeft het grote probleem, namelijk dat we weinig geld
hebben om het Mobiliteitsplan uit te voeren. Zeker nu. In de toekomst wel. Voor alle
maatregelen die erin staan, daar staan we ook voor. Maar maatregel A4, daar zijn nu geen
middelen om dit op korte termijn uit te gaan uitvoeren. Misschien nog wel als je kijkt naar
de rotonde. Dat kan ik niet helemaal overzien. Maar dat is gekoppeld aan de ingreep in de
Lijnderbrug. Het heeft pas zin om- Je moet eigenlijk naar die hele corridor kijken: de
Lijnderbrug en de rotonde. Dat gaat zeker niet op korte termijn gebeuren. Dus als je dit nu
zegt, dan zeg je eigenlijk tegen de mensen van de Sloterweg: u zit daar nog tien jaar op die
manier vast. Ik zou willen dat het wellicht anders kon, maar dit moet ik er wel bij zeggen.
Het is niet op korte termijn mogelijk om die hele maatregel A4 uit te voeren.
(De heer VROEGE: Ja, dus ter verduidelijking. De wethouder zegt eigenlijk:
het idee achter deze motie is goed, en als de gemeenteraad dit echt zou
willen, dan moet je ook voor funding zorgen dat het kan; en zo niet, dan kan
het gewoon financieel niet en past deze motie niet.)
En dan nog steeds lijkt het me wel zo eerlijk naar alle insprekers van de Sloterweg
dat we dat bespreken op het moment dat we de Sloterweg bespreken en niet nu. Dat punt
blijft wat mij betreft staan.
Dat is meteen ook een preadvies richting de heer Kreuger op zijn motie. Dat is motie
842.21. Op zichzelf is het prima om ons te vragen nog sterker onderzoek te doen naar die
rotonde, hoe die sneller kan. Maar als u dat koppelt aan A1, dan heb ik daar bezwaar tegen,
want dan zegt u eigenlijk- Dan komen we op dezelfde discussie die we net hadden.
(De heer KREUGER: En als ik hem loskoppel van maatregel A1, dus de
Sloterweg, dan kan die positief gepreadviseerd worden. Dan zal ik die
aanpassen. En de tweede, dat is de motie die ik met DENK mede heb
ingediend. Als wij ervan maken ‘te adviseren aan de Vervoerregio bus 21
en, of 21 terug te brengen’, dan kan die ook rekenen op een positief
preadvies?)
Nou, laat ik het zo zeggen, ik zou dat ook een onderzoeksmotie maken, omdat je
ook goed moet kijken wat de effecten ervan zijn. Dan is dit exact erbij. Want u heeft het echt
over dé oude route. Is dat dan de beste route? Maar de denkrichting steunen we wel, want
ik heb al eerder in de commissie gezegd dat ik wil kijken wat we nog op relatief korte termijn,
22
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
misschien zelfs voor de nieuwe concessie, voor de Eendracht kunnen doen bijvoorbeeld.
Dus inhoudelijk steun ik wel ‘meer doen aan’, maar de exactheid ervan maakt het gewoon
heel erg ingewikkeld en misschien ook onwenselijk als je gaat kijken naar wat je eigenlijk
zou willen.
(De heer KREUGER: Ik zal hem wat vager maken dan. Dan kan die
gewoon door.)
De VOORZITTER: Komt die nog? Gaat u de motie aanpassen? Oké.
Wethouder DE VRIES: Ja, dus ik heb volgens mij net al over de Burgemeester de
Fockstraat gepreadviseerd. Dus motie 808.21 heeft een negatief preadvies.
Dan kom ik bij motie wat nu 825.21 is, over prijsdifferentiatie. Ik heb net over
prijsdifferentiatie al inhoudelijk gezegd wat ik daarvoor de mogelijkheden zie. Maar ik zie
wel een ander probleem: er is een motie door de raad aangenomen, waar kennelijk nog
geen reactie op gekomen is. Dus ik vind eerlijk gezegd, staan wij een beetje In ons hemd.
We moeten de reactie snel gaan geven. Dus ik kan daar moeilijk nu een negatief preadvies
op geven. Maar inhoudelijk heb ik u wel aangegeven wat ik denk dat er kan. Waar we wel
naar willen kijken, is of we speciale groepen dingen aan kunnen bieden, die niet alleen voor
Nieuw-West zijn, maar ook voor anderen. Daar willen we best- Dat is ook meer mogelijk
binnen het prijssysteem. Dat staat ook in die motie. Daar zijn we al over bezig en ben ik ook
zeker toe bereid om naar te kijken. Maar net als wat andere collega’s in de raad ook zeiden:
we doen dat dan voor alle mensen in de stad en de regio en niet alleen voor de mensen in
Nieuw-West.
Motie 834.21 van de heer Ernsting. Dat is eigenlijk voor een deel al opgenomen in
het Mobiliteitsplan, namelijk: wat is het effect van meer woningen bouwen, meer
arbeidsplaatsen? We moeten gaan kijken wanneer er dan ook betaald parkeren aan de
orde zou zijn om ervoor te zorgen dat iedereen nog een vaste parkeerplaats heeft. Dus ik
zie hem als ondersteuning van het Mobiliteitsplan zoals het er nu ligt.
Dan de motie over de weg met zeventig kilometer per uur. Wat mij betreft kan die
weg voor vijftig worden gebruikt en voor zeventig. Hij kan niet voor de dertig worden
gebruikt, want dan gaat niemand daar rijden. Dat is gewoon een weg die niet geschikt is
voor dertig. Dus hiervan zou ik zeggen: oordeel raad. Het is aan u om te bepalen wat u daar
wilt.
Dan motie 840.21 van de heer Kreuger over de ongelijkvloerse kruising Meer en
Vaart. Ja, dat gaat de heer Kreuger niet leuk vinden. Kijk, op zichzelf is het natuurlijk een
logische vraag: kunnen er ook andere opties op die plek onderzocht worden? Alleen, ik
weet hoeveel geld wij hebben de komende tijd. En ik weet ook hoe duur het is om een
ongelijkvloerse kruising aan te leggen. Dus ik zou natuurlijk lankmoedig kunnen zijn: nou
ja, laten we het onderzoek maar doen. Maar ik weet dat we echt bij benadering geen geld
gaan hebben voor deze ingreep op die plek. Ik zit al in IJburg, Zeeburgereiland, waar dit
ook echt heel belangrijk is om te gaan doen, met een heel groot probleem, dat we daar de
ongelijkvloerse kruising, die gewenst is, niet kunnen betalen. Dus als we dat hier ook gaan
bekijken en we spiegelen mensen een beetje voor ‘we kunnen dat ook nog onderzoeken’
terwijl we er eigenlijk gewoon helemaal geen geld voor hebben, dan zou ik hem eigenlijk
toch moeten ontraden.
(De heer KREUGER: U zult het waarschijnlijk niet heel vaak uit mijn mond
horen, maar het bekijken van ongelijkvloerse kruispunten was nadrukkelijk
een wens van de raad bij de Agenda Autoluw. Dan vragen we nu om te
onderzoeken of dat op deze locatie kan. En dan zegt de wethouder ‘ja, nee,
23
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
we gaan het niet onderzoeken’, terwijl het juist al van tevoren door de raad
is aangenomen dat we moeten kijken naar ongelijkvloerse kruispunten.)
Ja, dit snap ik allemaal. Er is ook technisch geen bezwaar tegen. Maar ik vraag wel
aan de heer Kreuger dan of hij gehoord heeft wat ik erover zeg. Als er echt helemaal geen
geld voor is, dan spiegel je mensen wel wat voor, hè.
(De heer KREUGER: Kijk, of er geld is of niet, dat bepalen wij hier. Dat
bepaalt de raad. Dat bepaalt u niet. Dus in dat opzicht, ja, wel iets rustiger,
zou ik zeggen. En verder, als ik ernaar kijk wat er de afgelopen jaren is
gebeurd met het geld bijvoorbeeld uit Nieuw-West zijn er heel grote
bezuinigingen vanuit het Stedelijk Mobiliteitsfonds doorgevoerd, expliciet
ook nog eens een keertje in kwetsbare buurten: Nieuw-West, Zuidoost,
Noord. Hebben allemaal meer dan 30 procent van het budget moeten
inleveren, terwijl het nu hiervoor heel goed gebruikt kan worden. Dus bent
u niet bereid om integraal in het college te kijken of het niet op andere
punten wat minder kan, zodat het geld gewoon terug kan naar die
kwetsbare wijken waar het had moeten zitten.)
Ja, voorzitter, nou, de heer Kreuger heeft natuurlijk gelijk dat er op allerlei punten
bezuinigd en geschoven is, maar dat besluit is niet door het college genomen, maar door
de raad. Op voordracht weliswaar van het college, maar uiteindelijk door de raad besloten.
Ik zeg dit niet omdat ik vind dat ik in uw begrotingsrecht moet treden, maar ik zeg dit omdat
ik weet uit hoeveel euro's u te kiezen heeft, want ik heb wel een overzicht op wat er mogelijk
is. Dus nogmaals, ik blijf bij mijn ontraden, maar dat heeft een financiële achtergrond. Als u
zegt ‘ik vind dat dat toch moet worden onderzocht en ik ga kijken of ik dan toch die
financiering kan regelen’, dan is dat uiteraard aan u. Ik geef mijn preadvies, u neemt uw
besluit.
(De heer KREUGER: Dan zal ik zo meteen nog een motie indienen om de
Meervaart te schrappen en het geld daarvan te gebruiken voor dit
ongelijkvloerse kruispunt bij de Meervaart.)
De VOORZITTER: Ik wijs u er wel op dat u dat moet doen voordat de beraadslaging
gesloten is. Maar daar kijken we dan zo nog even naar.
Zou de wethouder tot slot nog motie 841.21 willen preadviseren?
Ik wil graag stilte in de zaal.
Wethouder DE VRIES: Zeker. Overigens ook voor deze on-ingediende motie heb
ik een negatief preadvies, maar dat zal de voorzitter begrijpen.
Over de laatste motie van de heer Kreuger, daar zou ik een positief preadvies op
willen geven. Over het uitleggen van de bezoekersregeling. Ik zou het, als u dat goedvindt,
wel ook willen koppelen aan de activiteiten die we nu ondernemen om het ook te
vergemakkelijken voor mensen om er gebruik van te maken. Daar zijn we mee bezig om
dat uit te werken naar aanleiding van eerdere verzoeken van de raad. Dat zou dan een
goed moment zijn om weer, niet aleen in Nieuw-West, maar breedstedelijk te
communiceren over die regeling en mensen ook exact uit te leggen hoe die werkt en hoe
ze hem kunnen gebruiken.
(Mevrouw VAN SOEST: Voorzitter, ja, ik kom net binnen, maar even
meenemend. Ik hoor dus net dat- Of in de krant stond vanmorgen dat het
nog maar betwijfeld wordt of dat de Meervaart nog wel doorgaat. Dan
hebben we honderd miljoen over. Dus dan kunnen we de heer Kreuger
tegemoet komen door die ongelijkvloerse-)
24
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Kruising.
(Mevrouw VAN SOEST: -voor elkaar krijgen. We hebben honderd miljoen
over. Toch?)
Wethouder DE VRIES: De wethouder heeft vanochtend veel gedaan, maar niet de
krant gelezen. Dus ik ben heel benieuwd naar waar mevrouw Van Soest op doelt. Maar wat
het college betreft gaan we 100 procent voor die Meervaart.
De VOORZITTER: Dan zijn we volgens mij aan het einde gekomen in principe van
de eerste termijn. Ik ga even naar de heer Kreuger kijken, want hij is nog van alles van plan,
maar dat moet wel allemaal nog gebeuren voordat de beraadslaging gesloten wordt. Hoe
kan ik u van dienst zijn, meneer Kreuger?
De heer KREUGER: Het punt is een beetje, de motie over lijn 21 en 61 is ingediend
door de heer Yilmaz en mij, maar de heer Yilmaz is hier niet in de zaal. En ja, ik kan geen
motie- Ja, kan ik even schorsen? Want ik moet even zoeken.
De VOORZITTER: Ja. We kunnen twee dingen doen. Het is inmiddels ook 14.10
uur. We kunnen ook de beraadslaging even aanhouden, dat we- Nou, laten we even voor
vijf minuten schorsen en dan kijken we dan even en dan ‘hoe verder’.
De VOORZITTER schorst de vergadering tot 14.15 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Aan de orde is de tweede termijn inzake het kennisnemen van
de vaststelling van het Mobiliteitsplan Nieuw-West. De heer Kreuger had daarvoor het
woord gevraagd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger.
De heer KREUGER: Ja, eigenlijk meer voor de administratie. We gaan dus iets
doen met drie moties. De eerste, dat is dus de rotonde bij Lijnden. Die gaan we loskoppelen
van de maatregel A1. Dus dan blijft alleen maar het eerste dictum over.
De VOORZITTER: Wilt u even het nummer met ons delen?
De heer KREUGER: Op de mijne staat geen nummer, want ik heb hem-
[]
De VOORZITTER: 842.21 is dat.
De heer KREUGER: Precies.
Dan komt er een nieuwe motie voor een eventuele dekking voor de ongelijkvloerse
kruispunten om daarbij te kijken naar eventuele bezuinigingen op de Meervaart.
De VOORZITTER: Is dat een accentmotie? Of een geheel nieuwe motie?
De heer KREUGER: Dat wordt een nieuwe motie. Die is verstuurd.
25
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De heer KREUGER: En de laatste, dat is de motie van de heer Yilmaz en mij. Die
wordt dus gewijzigd dat het college adviseert aan de Vervoerregio te onderzoeken bus 21
en lijn 61 terug te brengen in de Eendracht.
De VOORZITTER: En dat is dus motie 806.21. Dat wordt motie 806accent.21.
De heer KREUGER: Ja, klopt. En die wordt nu as we speak ingediend door de heer
Yilmaz.
De VOORZITTER: Oké, dan gaan we daar even kijken of dat zo binnen is. Dank u
wel, meneer Kreuger.
Dus we hebben een motie 842accent.21, er is een nieuwe motie door u ingediend
en motie 806accent.21.
Ik kijk of er nog andere leden zijn van de zijde van de raad die het woord willen
voeren in de tweede termijn. Dat is niet het geval.
Dan ga ik heel even met de griffier overleggen of de gewijzigde moties ook binnen
zijn gekomen.
Ik zie dat de wethouder in staat is om een preadvies te geven op de accentmoties
en de nieuwe motie.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Kreuger, Yilmaz en Boomsma inzake het Mobiliteitsplan Nieuw
West (Verbeteren van de doorstroom op de S106/Amsterdamse Baan), nr. 842accent.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__Ín samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer te bekijken of dit knelpunt
zo snel mogelijk kan worden aangepakt, en daarbij bijvoorbeeld de
mogelijkheid te bekijken van een “turborotonde”;
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Kreuger inzake het Mobiliteitsplan Nieuw West (Dekking
Ongelijkvloerse Kruising Meer en Vaart), nr. 843.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ Bij het onderzoeken van een ongelijkvloerse kruising op de Meer en Vaart bij
eventuele dekking te kijken naar bezuinigingen op de nieuwe Meervaart.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Yilmaz, Kreuger en Flentge inzake terugbrengen OV-routes
naar de Eendracht, nr. 806accent.21.
26
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ Te adviseren aan de Vervoersregio om te laten onderzoeken hoe de oude OV-
routes 21 en 61 teruggebracht kunnen worden om de reisbewegingen naar
elders in de stad of regio, zoals bijvoorbeeld werk op Schiphol gemakkelijker
en goedkoper te maken voor inwoners van de Eendracht.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries.
Wethouder DE VRIES: Ja, voorzitter, dat is dan even op oral history, maar dat lukt
wel, want we hebben het intensief besproken net met elkaar.
806accent.21, daar heeft het college geen bezwaar tegen aanname van de motie.
Dat gaat dus over het onderzoek naar die routering van die bussen en dan vragen aan de
Vervoerregio of ze dat ook kunnen doen in die wijken van Nieuw-West waar nu geen goed
OV is,
825.21, ik kreeg een signaal dat ik niet helder was in mijn preadvisering. Ik heb er
heel veel dingen over gezegd, maar mijn conclusie was dat het college geen bezwaar heeft
tegen aanneming van deze motie.
Dan de nieuwe- Ja, de ongelijkvloerse kruising, daar heeft het college om meerdere
redenen, maar in ieder geval ook vanwege de dekking, grote bezwaren tegen.
De VOORZITTER: Dat is dus de nieuwe motie.
Wethouder DE VRIES: 840accent.21 over de ongelijkvloerse kruising Meer en
Vaart.
De VOORZITTER: Ja, het is geen 840accent.21, maar het is een geheel nieuwe
motie, begreep ik. Maar die krijgt toch een negatief preadvies, zegt u.
Wethouder DE VRIES: Ja.
De VOORZITTER: Oké, duidelijk.
Wethouder DE VRIES: En dan die laatste motie. Dat gaat over het onderzoek naar
de rotonde in de S106, samen met de Haarlemmermeer. Daar heeft het college geen
bezwaar tegen.
De VOORZITTER: Dus 842accent.21 geen bezwaar.
Oké, dan zijn wij volgens mij-
De heer Vroege voor een-
(De heer VROEGE: Een verduidelijkende interruptie, voorzitter, aan de
wethouder, want ik verbaas me over zijn verduidelijkende preadvies over
de motie van de heer Boutkan. Die motie gaat expliciet over
prijsdifferentiatie, waarvan de wethouder zei: daar gaan we niet over. En
toch zegt u ‘geen bezwaar’. Ik snap dat niet.)
Wethouder DE VRIES: Ja, ik deed het even snel, omdat ik denk ‘ik ga niet opnieuw
een preadvies herhalen’. Maar ik heb duidelijk aangegeven dat er grote limiteringen zijn wat
betreft zowel voor de gemeenteraad, als voor de regioraad en het bestuur van de
27
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Vervoerregio om iets aan algehele prijsdifferentiatie te doen. Maar ik heb ook aangegeven
dat er aangenomen moties zijn op dat punt, die we nog niet hebben uitgevoerd. Dus dan
vind ik gewoon dat ik nu niet kan zeggen dat ik daar wel ineens bezwaar tegen heb. Ik vind
dan gewoon dat ik mijn huiswerk eerst moet gaan doen. En het tweede is: als het om
specifieke groepen gaat, wat ook wordt genoemd in die motie, zijn er wel degelijk
mogelijkheden en die willen wij ook echt wel gaan onderzoeken. Dus tegen dat onderzoek
heb ik in ieder geval geen bezwaar, inhoudelijk.
(De heer BOUTKAN: Ja, het is misschien ook wel een soort van
verduidelijking om wellicht wat ongemak bij de collega van D66 weg te
halen. Ik wil wel even verduidelijken: in het debat ging het inderdaad ook
over afstand en in de motie staat Nieuw-West. Natuurlijk is Nieuw-West hier
heel belangrijk, want daar geldt afstand, maar ik wil ook wel even duidelijk
maken, ook richting de wethouder en de collega's, dat afstand het
allerbelangrijkste criterium is.)
Wethouder DE VRIES: De wethouder had het zo begrepen, voorzitter.
De VOORZITTER: Fijn. Dan zijn wij nu echt aan het einde gekomen van deze
tweede termijn van agendapunt 31. De nieuwe motie van de heer Kreuger heeft overigens
het nummer 843.21 meegekregen. Dan weet iedereen dat. Hij staat als het goed is ook In
het raadsinformatiesysteem.
En de vraag is nog even aan de heer Kreuger: heeft u daarmee 840.21
ingetrokken? Want u heeft gezegd: 840.21 wordt geen accentmotie. Die nieuwe motie, die
843.21. Dat heeft wel betrekking allebei op die ongelijkvloerse kruising. Zegt u: ik wil ze
allebei in stemming brengen? Dus zowel 840.21 als 843.21. Of zegt u: ik trek 840.21
daarmee in?
De heer KREUGER: Nee, we laten ze gewoon allebei staan.
De VOORZITTER: Zo had ik het ook begrepen. Dus 840.21 en 843.21. Duidelijk.
Goed, dan zijn we aan het einde gekomen van de behandeling van agendapunt 31.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan ga ik de vergadering zo kort schorsen om het
voorzitterschap weer over te dragen aan de burgemeester. Dan gaan wij na die schorsing
verder met het volgende agendapunt. Dat betreffen de e-bikes, agendapunt 32.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Voorzitter: burgemeester Halsema
De VOORZITTER heropent de vergadering.
32.
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van de motie van
het lid Vroege van D66 over e-bikes VN2021-030863
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
28
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Motie van de leden Vroege, Ernsting en Marttin inzake E-steps uitsluiten als deel-
huurvervoer in stedelijk gebied, nr. 811.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- __ E-steps en bijzondere bromfietsen uit te sluiten als deel- en huurvervoer in het
stedelijk beleid.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Vroege, Ernsting en Marttin inzake onderzoek mogelijkheid tot
uitzonderen van gebieden voor E-steps en andere LEV's, nr. 812.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ Te onderzoeken dan wel bij wetgever te bepleiten om de lokale wegbeheerder
mogelijkheid te geven om straten of gebieden uit te zonderen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Ernsting en Vroege inzake afhandeling motie e-bikes:
handhaving ‘hack-bikes’, nr. 836.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Te verkennen wat er nodig is om het gebruik van opgevoerde LEV's en
aangepaste of gehackte e-bikes op de openbare weg tegen te gaan en het rijk
op te roepen hierin verantwoordelijkheid te nemen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Ja, je zag mijn vragende blik, hè. Ù zag mijn vragende blik.
Excuus.
Bij dit agendapunt hebben zich gemeld om het woord te voeren: de heer Vroege en
de heer Ernsting. Zijn er anderen die eraan toegevoegd moeten worden? Dat is niet het
geval.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege.
De heer VROEGE: De oorspronkelijke motie ging over e-bikes. Dat is een
vervoermiddel waar D66 erg enthousiast over is. De motie vroeg ook om daarmee aan de
slag te gaan. Ik ben ook zeer content met hoe het college mijn motie gaat uitvoeren. Maar
de uitwerking van de motie gaf me ook een haakje over een ander onderwerp. Dat gaat
over de e-steps. U kent ze allemaal waarschijnlijk wel, want in de stad zijn ze ook al
zichtbaar, ook al zijn ze nog verboden op de openbare weg. En in het buitenland zie je ze
overal slingeren op alle straten. Die e-steps, daar is D66 geen voorstander van.
Ontwikkelingen op mobiliteit zijn soms positief, maar soms moet je ook over een
ontwikkeling zeggen: nou, dat willen we niet. In het verleden heb ik me natuurlijk hard
gemaakt om de Birô uit onze straten weg te krijgen. En ook de e-steps, voorzitter, lijkt me
29
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
een vervoermiddel waar de stad niet beter van wordt. Tenminste, grote delen van de stad.
Want er zijn natuurlijk wijken in de stad waar zo’n e-step prima kan. In Nieuw-West, in
Zuidoost, daar zijn de stoepen breed, daar zijn de fietspaden breed. Daar is ruimte genoeg
voor zo’n e-step. Maar in de grachtengordel en in de oude wijken, de stoepen zijn smal en
vol, de straten zijn onoverzichtelijk. Daar moet je geen e-steps willen. Daarom, samen met
de collega's van de VVD en GroenLinks, een mooie groen-liberale coalitie, twee voorstellen
om de e-steps uit te sluiten als deelvervoer, maar ook een beroep te doen op de wetgever
om ons de mogelijkheid te geven om ze helemaal te weren van die straten en die pleinen
en die wijken waar er eigenlijk geen ruimte voor is.
De VOORZITTER: Dan is het woord aan- U hoeft niet? [….] Laat ik dat eens even-
Inderdaad. Nee, u heeft nog wel tijd. Oké, dat is uw eigen keus.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries.
Wethouder DE VRIES: De gelukkige omstandigheid is dat de gemeenteraad zijn
vergadering houdt op hetzelfde moment als dat de Tweede Kamercommissie haar
vergadering houdt over hetzelfde onderwerp toevallig. Dus wat ik de afgelopen dagen heb
gedaan, is proberen om de motie van de heer Vroege alvast uit te voeren. In die zin,
gesprekken met Kamerleden aan te gaan over dit onderwerp en hoe light electric vehicles
in de stad een plek hebben of niet. Dus uit die woorden kunt u opmaken dat ik tegen uw
motie over de e-steps en de bijzondere bromfietsen geen enkel bezwaar heb en dat ik die
positief preadviseer.
Dat geldt ook voor de motie waarin maatwerk moet worden geleverd op de light
electric vehicles. Dus die twee zou ik positief willen preadviseren.
Dan kom ik nu bij de- Ik neem aan dat ik wel een preadvies geef op de motie van
GroenLinks, hoewel de heer Ernsting niet gesproken heeft. 836.21 over de hack-bikes. Ja,
het is goed dat dit wordt aangekaart door GroenLinks. Dus wij hebben ook tegen deze motie
geen bezwaar.
De VOORZITTER: Goed. Is er behoefte aan een tweede termijn? Ik kijk even naar
de heer Vroege. Dat is niet het geval. Dan hebben we dit onderwerp voldoende besproken.
De discussie wordt gesloten.
Openbare Ruimte en Groen
33.
Kennisnemen van het KNMI-rapport Klimaatsignaal ’21: Hoe het klimaat in
Nederland snel verandert VN2021-030543
De VOORZITTER: Er zijn geen moties ingediend. En alleen mevrouw Van Renssen
heeft het woord gevraagd. En mevrouw Bloemberg-lssa.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Renssen.
Mevrouw VAN RENSSEN: Het IPCC-rapport over het klimaat, maar ook het
Klimaatsignaal '21 is heel belangrijk, want wat wij lezen in dat Klimaatsignaal is: steden zijn
meestal warmer dan de omliggende omgeving door het hitte-eilandeffect en ook door de
opwarming van de aarde wordt het ook in de steden nog warmer. En daarnaast vormen
30
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
extreme neerslag en droogte een steeds grotere uitdaging voor de stad. Vandaar nog een
aantal vragen.
Onder andere over onze motie die wij hebben ingediend in april 2021 over de
aanpassing van de Hemelwaterverordening en het Programma Gemeentelijke Riolering.
De wethouder zei in de commissie op 3 november dat er pas een herijking van de
Hemelwaterverordening plaatsvindt als de klimaatscenario'’s ‘23 er zijn. Dat lijkt mij rijkelijk
laat, want het klimaat wacht niet. De vraag is dus ook wat er nu gedaan wordt voor de
aanpassing van de normen onder andere naar aanleiding van dit Klimaatsignaal. Dus de
vraag is wat de stand van zaken is, maar ook met name naar dat onderzoek naar de
verschillende gebieden die juist gevoeliger zijn voor extreme buien. En of er al is begonnen
met aanpassing van de norm van de Hemelwaterverordening.
(De heer VINK: Ik heb een vraag aan mevrouw, want natuurlijk vraagt zij
naar de normen, vraagt zij naar de uitvoering van ónze motie, als ik het zo
mag zeggen. Daar ben ik heel blij mee. Ik ben ook benieuwd naar het
antwoord. Maar ik ben eigenlijk ook benieuwd naar meer dan alleen maar
normen, maar ook naar concrete resultaten in de praktijk. Ik neem aan dat
dat ook geldt voor u en dat wij graag willen horen hoe we het in de praktijk
— meer dan normen, meer dan regels — waarmaken wat wij allemaal willen
op het gebied van klimaat, duurzaamheid, et cetera. Dat delen wij denk ik,
toch?)
Ja, het gaat zeker over concrete uitvoering hoe we de hittestress en de toenemende
droogte en de overlast van extreme buien gaan stoppen. Dat kan bijvoorbeeld ook door
meer groen toe te voegen. Dus dat is ook een van de dingen waar ik zeker voor strijd. Maar
nu gaat het concreet om de normen in de hemelwaterberging. Verordening. Excuses.
(De heer VINK: Ja, heel kort. Ik denk dat we dat heel erg delen, mevrouw
Van Renssen en ik, en dat wij als D66 daar natuurlijk ook veel belang aan
hechten. Maar wat ik bedoel is dat wij heel veel dingen op papier mooi
hebben opgeschreven, maar dat het nu tijd wordt om het ook in de praktijk
waar te maken en dat het mooi zou zijn als de wethouder daar ook iets over
zou kunnen zeggen. Volgens mij bedient hij ons dan allebei. Toch?)
‘Actie, actie, actie’, zou ik zeggen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik hoor mevrouw Van Renssen praten over de
motie over de hemelwaterberging en zo. Dus dat is klimaatadaptatie, hè.
Daarvan wilde ik even gezegd hebben dat dat het enige is wat erop zit en
dat het heel belangrijk is. Dus ik deel uw wensen over actie op dat vlak.)
Dank voor de steun, voorzitter.
De VOORZITTER: Het woord is aan de wethouder.
Excuus, mevrouw Bloemberg, het woord is aan u.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Geen probleem. Ik had me ook niet aangemeld
voor dit punt. Maar ik wilde toch even iets zeggen, mede namens mevrouw Bakker, die ook
meekijkt.
De Partij voor de Dieren-fractie steunt de inzet van mevrouw Van Renssen, zoals
zojuist is uitgesproken. En wij willen ook heel graag van de wethouder weten wanneer de
normen per gebied worden aangepast. Dank u wel.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Wedemeijer.
31
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Wethouder WEDEMIJER: Ja, eigenlijk hebben wij geen Klimaatsignaal nodig om
aan ons werken te werken, om het zo maar te zeggen. Want elke dag zien we wat er gebeurt
met het klimaat. Dus wij zijn echt — en dat hebben we ook al in de commissie aangegeven
— voortdurend aan het kijken of er normen moeten worden aangepast, of er werk moet
worden aangepast. Dat doen we eigenlijk ook al volop.
Mijn collega heeft een dossier aangebracht, dat heet het Omgevingsprogramma
Riolering. Dat is inmiddels al aangenomen door het college en zal nu in de inspraak worden
gebracht. Ik kan u een tipje van de sluier oplichten. Dat tipje is dat wij de millimeternorm
van zestig millimeter naar zeventig millimeter zullen gaan verhogen. Dus dat is als eerste.
Of we ook gaan differentiëren per gebied, dat weten we nog niet, maar daar komen
we op terug als de Hemelwaterverordening hier aan uw raad wordt aangeboden. Dus daar
kan ik nu nog geen uitspraak over doen.
Dan de fractie D66. Ik hoop dat u niet aan mij vraagt of ik nu even alle maatregelen
ga opsommen. Dat is echt even iets te veel. We hebben ook een uitvoeringsprogramma
met elkaar aangenomen. Dus dat is een eerste start. U weet misschien dat we tien miljoen
hebben geïnvesteerd nu via het SHP in het vergroenen van de stad. Er komt nog een keer
— daar zal ik u binnenkort ook bericht van geven — dat we ook de pleinen en de straten gaan
vergroenen voor een aantal miljoen euro. Dus we zijn echt elke dag bezig om ons te
adapteren aan het klimaat. Ik ben ook dan ook blij dat Forum voor Democratie het in ieder
geval op dit punt eens is dat er aan klimaat moet worden geadapteerd.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Klimaatadaptatie.)
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel, even wachten tot u de beurt krijgt.
Ga uw gang, wethouder.
Wethouder WEDEMIJER: Ja, wat de oorzaak dan ook is. Hoe heet het? Ik denk
dat het begrip met de jaren zal komen. Daar ben ik blij om. Ik denk dat ik daarmee ook de
vragen van de Partij voor de Dieren heb beantwoord, want die waren hetzelfde als die van
GroenLinks.
(De heer VINK: Een heel korte vraag. Ik vind het natuurlijk heel fijn om te
horen van de wethouder in reactie op mevrouw Van Renssen en op mij.
Het is ook heel goed dat we vaart maken en dat we niet wachten,
enzovoorts. Mijn vraag is of we ook bij nieuwe gebiedsontwikkelingen van
tevoren — of dat nou bij de RAI is of dat het bij de Markthallen is of waar
dan ook — dat we van begin af aan zorgen voor maatregelen om water op
te vangen, om geen stenen neer te leggen. Allemaal dat soort dingen. Daar
maak ik mij een beetje zorgen over. Dus daarover zou ik toch ook nog graag
wat van de wethouder willen horen.)
Daar kan ik putten uit mijn ervaring als stadsdeelbestuurder in Amsterdam
Zuidoost. Dat is een van mijn standaardvragen. Dit moet echt geadapteerd worden aan het
klimaat en dan hebben we het over regen, dan hebben we het over hitte en over warmte en
over droogte. Dat is echt onderdeel van de procedure. Als u echt veel meer wil weten, moet
ik daar schriftelijk op terugkomen, maar het zit wel- Ja?
(De heer VINK: Als de wethouder aanbiedt om daar schriftelijk op terug te
komen, wie ben ik dan om daar ‘nee! tegen te zeggen?)
Ik hoop in ieder geval dat u mijn ambtenaren dit werk wil besparen, want het is echt
heel veel werk. Dat begrijpt u.
32
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: De heer Vink geeft aan dat hij dat graag de ambtenaren
bespaart.
Goed, dan hebben we dit onderwerp ook voldoende besproken. Althans, ik ga
ervanuit dat er geen behoefte is aan een tweede termijn. Dat is inderdaad niet het geval.
De discussie wordt gesloten.
Bouwen en Wonen
34.
Kennisnemen van de uitkomsten expertmeeting over kwaliteit huurwoningen in
Amsterdam VN2021-030503
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Kilig, inzake een lobby starten om huurders meer rechten te geven
om achterstallig onderhoud af te dwingen, nr. 816.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-___Een lobby te starten richting het Rijk voor méér rechten voor huurders zodat zij
achterstallig onderhoud kunnen afdwingen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Kilig, inzake nieuwe afspraken over aanpak van achterstallig
onderhoud, nr. 817.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Te onderzoeken wat de huidige achterstand is bij het wegwerken van het
achterstallig onderhoud per woningcorporatie en vervolgens hierover nieuwe
prestatieafspraken te maken per individuele woningcorporatie.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig, en Van Dantzig inzake
de kwaliteit huurwoningen in Amsterdam (ambitie wegwerken achterstallig onderhoud
particuliere beleggers), nr. 837.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Met vertegenwoordigers van particuliere beleggers zoals Vastgoedbelang en
met Amsterdamse beheer-organisaties in gesprek te gaan om te onderzoeken
hoe achterstallig onderhoud gesignaleerd kan worden en welke maatregelen
nodig zijn om ervoor te zorgen dat achterstanden versneld weggewerkt kunnen
worden.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
33
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig, en Van Dantzig inzake
de kwaliteit huurwoningen in Amsterdam (gesprek met corporaties over wegwerken
achterstallig onderhoud), nr. 838.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Met de corporaties in gesprek te gaan over:
-___Hoe het wegwerken van achterstallig onderhoud van woningen kan worden
versneld;
- Hoe daarbij optimaal gebruik gemaakt kan worden van het duurzaam
herstelfonds en afschaffing c.q. verlaging van de verhuurderheffing;
-__ Het in kaart brengen van de doelstellingen voor het aanpakken van achterstallig
onderhoud, en deze doelstellingen te delen met de gemeente en de
huurderskoepels via het kwaliteitsoverleg.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Gevraagd om het woord te voeren, hebben de heer Boomsma-
Ik meld wel dat u eigenlijk haast geen spreektijd meer heeft. Om precies te zijn nog twaalf
seconden. Nu zal ik die wel heel erg langzaam tellen, maar dat u het weet. Dan mevrouw
Van Renssen en mevrouw Kilig. En de heer Van Dantzig.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: In oktober 2019 kwamen Maarten de Boer en Eva Bolle de
gemeenteraad wakker schudden met de mededeling dat de raad in 2019 maar liefst 111
keer over nieuwbouw had gesproken en slechts drie keer over kwaliteit van woningen,
waarvan twee keer op hun verzoek. En dat terwijl er toch echt nog best wel wat te zeggen
is over de kwaliteit van huurwoningen. Inmiddels zijn er verschillende bijeenkomsten
georganiseerd, waaronder de expertmeeting van 5 oktober jongstleden. Ik heb helaas dus
nu geen spreektijd om daar uitvoerig op in te gaan, maar staat u mij toe, voorzitter, om dan
nog wel mijn SP- en GroenLinks-collega's te danken voor de goede samenwerking, en ook
mevrouw Kilig en de heer Van Dantzig met wie wij dan twee moties indienen. Dus om het
college te verzoeken met de corporaties in gesprek te gaan over hoe je dat wegwerken van
achterstallig onderhoud nu kan versnellen en hoe je ook optimaal gebruik kan maken van
het Duurzaam Herstelfonds. En afschaffing verlaging van de verhuurdersheffing, waar wij
toch allemaal op hopen en toch ook wel de verwachting mogen hebben dat dat binnenkort
gaat gebeuren. En hoe je dan die doelstellingen kunt aanscherpen. En ten tweede, om ook
dat overleg aan te gaan met particuliere beleggers. Tot zover.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Renssen.
Mevrouw VAN RENSSEN: Ik wil vooral veel dank zeggen aan de raadsleden de
heer Flentge en de heer Havelaar en Boomsma voor hun constante aandacht voor dit
onderwerp, maar vooral ook aan WOON en aan de Woonbond, aan de huurderskoepel De
Federatie Amsterdamse Huurders en de Federatie Huurders Commerciële Sector. Ik ben
blij dat we nu deze twee moties kunnen indienen naar aanleiding van de expertmeeting,
want wat mij betreft moeten we de corporaties gaan monitoren hoe ze omgaan met
34
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
gebreken en voor alle woningen elk jaar. Maar met deze moties vragen we in ieder geval
om in gesprek te gaan over die aanpak van onderhoud in het kwaliteitsoverleg en vooral
ook om te bezien hoe we de snelheid van de isolatietrein kunnen benutten ook voor het
inzetten voor woningkwaliteit. Want het wordt wat GroenLinks betreft ook tijd dat de
uitvoering van de publieke taak, maar ook het goed verhuurderschap en zorgen voor goede
woningen de aandacht krijgt die het verdient, zowel van corporaties als van particuliere
verhuurders. En het woongenot, maar meer nog de gezondheid, van onze Amsterdammers,
verdient dat.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig.
Mevrouw KILIG: Achterstallig onderhoud is een grote zorg voor veel huurders. Als
DENK-fractie hebben wij hier sinds het begin aandacht voor gevraagd. Elke Amsterdammer
zou het recht moeten hebben om in een woning te leven met basisvoorzieningen als een
geïsoleerde woning, maar ook geen terugkerende schimmel en vocht. Helaas bezitten
huurders niet altijd over een welwillende verhuurder of kunnen zij dit niet afdwingen.
Daarom dienen wij met het CDA en GroenLinks samen een motie, een aantal moties zelfs,
daartoe in.
Ik heb zelf ook nog twee moties om hen daarin te ondersteunen. Ten eerste willen
wij laten onderzoeken bij hoeveel woningen er sprake is van achterstallig onderhoud, in het
bijzonder bij de woningcorporaties. Wanneer wij dit in beeld hebben, kunnen wij nieuwe
prestatieafspraken maken met de woningcorporaties. Maar om ervoor te zorgen dat elke
woningcorporatie zijn taken oppakt, dienen deze prestatieafspraken per woningcorporatie
te worden gemaakt. Dus individuele prestatieafspraken.
En ten tweede willen wij een lobby richting het rijk laten starten voor meer rechten
voor huurders om achterstallig onderhoud af te dwingen, want het probleem zit hem
natuurlijk niet per se op papier, hoe het op papier staat, maar meer hoe het in de praktijk
wordt uitgevoerd. Aangezien de formerende partijen nog bezig zijn, lijkt het ons opportuun
om in deze nu in te zetten. Ik hoor het graag.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Ja, een debat over woningkwaliteit. Het voelt, als je bijna
acht jaar in de gemeenteraad zit, ook wel een beetje als een soort terugkerend thema,
waarbij we uiteindelijk allemaal met elkaar moeten concluderen dat we het verschrikkelijk
vinden. Want laten we eerlijk zijn: als je paddenstoelen aan de muren hebt, je voelt wind
door je huis waaien, je hebt vermolmd hout om je kozijnen, dat is natuurlijk een grof
schandaal. Ik vind dat we daar allemaal een verantwoordelijkheid voor hebben. Volgens mij
moeten wij daar als gemeenteraad ook niet voor weglopen. Het ligt natuurlijk bij
huiseigenaren, woningcorporaties, particuliere verhuurders en nou ja, zeker bij wat wij
vroeger ‘vastgoedhufters' pleegden te noemen: mensen die gewoon voor heel veel geld
krotjes verhuren. Maar we moeten ook eens goed naar onszelf kijken, want het is denk ik
de afgelopen tijd toch niet gelukt om in prestatieafspraken, in afspraken met verhuurders,
te vangen dat dit nou consequent wordt aangepakt. Dus ik ben erg blij met de moties waar
het CDA het voortouw in heeft genomen. Ik was ook blij met de hoorzitting. Ik vind het ook
goed dat het geagendeerd wordt. Maar misschien moeten we met elkaar nou ook eens het
pad maken dat we bij de volgende prestatieafspraken met al dat geld wat we voor
duurzaamheid hebben, zeggen, dat we gewoon eerlijk zijn: die bestaande voorraad moet
gewoon goed, die moet duurzaam, die moet plezierig zijn om in te wonen. Want ik vind dat
het op deze manier niet lang verder kan.
35
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Mevrouw Naoum Néhmé.
De heer VAN DANTZIG: Maar de VVD vindt van wel.
(Mevrouw NAOUM NEHME: Voorzitter, de laatste ronde van de
prestatieafspraken hebben we niet zo heel lang geleden in dit huis
vastgesteld. Toen zijn behoorlijk wat moties ingediend over de kwaliteit van
de huurwoningen, ook van mijn partij, over de aantallen energielabels, een
aantal stappen daarin. Die zijn toen allemaal door D66 weggestemd. Dus
kan de heer Van Dantzig aangeven wat er nu veranderd is, waarom hij het
opeens wel een, ja, belangrijk onderwerp vindt? En waarom hij zojuist heeft
vastgesteld dat het niet gelukt is om dit soort zaken op te nemen in de
prestatieafspraken?)
Nou, voorzitter, nu maakt de VVD het wel een beetje bont. Kijk, ik zit al iets langer
in de gemeenteraad dan mevrouw Naoum Néhmé. En ik weet nog heel goed dat- Volgens
mij is het de heer Flentge die altijd- Toen we het nog commissie WB pleegde te noemen.
Zwartboeken waren het volgens mij destijds. Heb ik mij altijd bij aangesloten. Volgens mij
is er helemaal geen onenigheid of je dit moet oplossen. Alleen, zoals de VVD de laatste tijd
ook wel weet: de uitvoering is hardnekkig. Het is ingewikkeld om iets wat je wil ook
daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. Dat vraagt meer dan een motie hier of een motie daar.
Misschien waren het zinnige moties, misschien sloeg het nergens op. Ik kan dat nu niet
reproduceren. Maar het gaat erom dat als je dit echt wilt veranderen, dat we het hier niet bij
moeten laten, maar met elkaar na moeten denken ‘hoe kan dit wel?’. En dat we ons moeten
uitspreken. We hadden laatst een incident — dat mag ik hier denk wel vertellen — dat het
water naar beneden stortte in iemands huis. Dat was een huurder van Ymere. Dan probeer
je contact op te nemen met Ymere: hoe kan dat? En zorgen dat er wordt ingegrepen. Dat
is allemaal hardnekkig, want dat heeft met VvE-relaties te maken. En soms gaat het om
een hek wat heel veel overlast gaf. Dat is een verhaal wat ik hoorde. Maar ja, dat wordt
door buurtjongens steeds in elkaar getrapt. Daar kan de verhuurder natuurlijk niks aan
doen. Maar we hebben allemaal de neiging om dan op ons eigen eilandje te gaan zitten en
te kijken wiens verantwoordelijkheid het is. Ik wil gewoon de handen ineen slaan en zeggen:
over tien jaar kan dit gewoon niet meer. Dan pak je eerst de slechtste huizen aan en zorg
je dat die eerst verduurzaamd zijn. Zorg dat mensen daar gewoon fijn kunnen wonen. Daar
hebben ze recht op.
(Mevrouw NAOUM NEHME: Ja, voorzitter, het mooie aan politiek is dat het
er niet toe doet hoeveel termijnen je in een gemeenteraad of een Kamer
zit. Het gaat erom: wat heb je gedaan toen je kon stemmen? Ik constateer
dat de afgelopen vier jaar D66 zo vaak als moties hier werden ingediend
over kwaliteit van huurwoningen altijd tegen heeft gestemd daar waar juist
het programma voor achterstallig onderhoud in het college daarvoor werd
bedacht met de VVD en D66 en de SP erin. Dus toen de VVD in het college
aan zet was, is zo’n programma voor elkaar gekregen. En toen de VVD uit
het college stapte, heeft D66 in de afgelopen drie jaar consistent ontzettend
veel moties van collega's, ook van DENK en van mij, weggestemd. Ik ben
blij met deze U-turn, maar ik constateer wel dat hier grote woorden zijn
gevallen.)
Nou, voorzitter, ik bedoel, het is sowieso bijna een bijdrage. Maar ik heb toevallig
met die VVD in het college gezeten. Toen heb ik u niet gezien. En ik kan u vertellen: het
interesseerde de VVD niet zo heel veel, hoor. Ik bedoel, ze waren er volgens mij ook niet
tegen, want waarom zou je ertegen zijn? Maar ik heb er nooit één stap, één centimeter, ook
36
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
maar één millimeter beleid uit zien komen. En mij een beetje de maat nemen dat u allemaal
dingen heeft voorgestemd of tegen. Kijk, weet u wat het is in de politiek? Het gaat niet om
wat je stemt, het gaat om wat je bereikt. Dan staan wij nog steeds bovenaan.
De VOORZITTER: Goed. Een laatste interruptie van mevrouw Naoum Néhmé. De
heer Van Dantzig, of u even wilt blijven staan. Ga uw gang, mevrouw Naoum Néhmé.
(Mevrouw NAOUM NEHMÉE: Ja, voorzitter, ik moet de heer Van Dantzig
toch eraan herinneren dat hij een slecht geheugen heeft, of een selectief
geheugen. Maar ik hou het bij ‘slecht, want het programma voor
achterstallig onderhoud in woningen is bedacht met de VVD in het college
in 2015, 2016. Maar goed. Het maakt niet uit. Het gaat erom: wat heeft D66
eraan gedaan in de afgelopen drie jaar om de bewoners uit Noord, die bijna
iedere commissie WB zijn komen inspreken, waarbij ze bij de partij van de
heer Van Dantzig absoluut geen gehoor hebben gekregen, waarom die nu
deze U-turn geloofwaardig moeten ervaren? Ik constateer dat het
misschien iets met verkiezingen te maken heeft.)
De VOORZITTER: Die gedachte kwam helemaal niet bij mij op, het debatje
beluisterend.
Mevrouw NAOUM NEHME: Ik vind de reactie wel teleurstellend.
De VOORZITTER: Volgens mij is de vraag helder. De heer Van Dantzig heeft het
woord.
De heer VAN DANTZIG: Voorzitter, ja, weet je, we hebben in dat college met de
VVD ook best wel veel sociale woningen gebouwd, we hebben allemaal geld geïnvesteerd
in duurzaamheid. Er is best wel veel geld gegaan naar armoede. Wist u dat we ook allemaal
bed-bad-brood-regelingen hebben ingevoerd? Ja, ik bedoel, volgens mij bent u daar altijd
tegen. Dat betekent niet dat als je in een college zit dat je opeens de grote trekker bent van
al het beleid. Wat ik een beetje zonde vindt: het is volgens mij iets waar je op moet
samenwerken. En de VVD vindt het prettig elkaar de maat te nemen. Weet je, dat mag.
Daar gaan we geen woningen mee renoveren met dit soort debatjes. Ik kan u vertellen: ik
heb keurig met die mensen van Amsterdam Noord een afspraak gehad. We waren het over
dingen eens. Zeker over achterstallig onderhoud. We waren het ook over dingen oneens,
want net als uw partij wil mijn partij fors bouwen. Ja, en dat is niet geheel wat zij willen.
Maar zoals D66 dan doet, is gewoon met de Amsterdammers in gesprek gaan en uitleggen
wat we goed vinden, waar we minder wat van vinden. Dus dat kan ik tegen die mensen
zeggen. Maar nu net doen alsof ik opeens uit de lucht kom vallen, een paar toffe dingen
zeggen over woningkwaliteit en er nooit wat aan gedaan heb, dan heeft u mij echt slecht
gevolgd de afgelopen acht jaar.
De VOORZITTER: Oké, volgens mij is het duidelijk dat u het met elkaar oneens
bent.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Ik denk dat huurders in een slechte, verkrotte woning met
schimmel op de muren weinig hebben aan een debatje in de Stopera tussen verschillende
37
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
partijen die elkaar de maat nemen over moties. Het enige wat we kunnen doen, is door te
gaan op de lijn die ingezet is. Toen ik acht jaar of tien jaar geleden eigenlijk begon met
acties, waar hele buurten gewoon echt woningen hadden met schimmel, waar kinderen met
van die puffertjes rondliepen om hun ademhaling te kunnen doen, toen moesten we ‘actie,
actie, acties’ doen, buurt na buurt na buurt, wijk na wijk na wijk. En nu is er aandacht voor.
Nu is er in de raad aandacht voor. Dat vind ik prettig. Ik bedoel, het CDA is mijn bondgenoot,
ik hoor de hele tijd de heer Van Dantzig daar dingen over zeggen. Ik ben daar blij mee,
want dat is volgens mij de aandacht die het verdient. Die heeft het nu vanuit de Stopera. En
is dat genoeg? Nee, natuurlijk is dat niet genoeg. En natuurlijk moeten wij voortdurend de
wethouder scherp zetten, de corporaties scherp zetten, de particulieren scherp zetten. Niet
door elkaar de maat te nemen hier in een debatje vlak voor de verkiezingen, maar wel door
straks na de verkiezingen — en dat is een oproep die ik aan u allen doe — door te gaan en
dit hoog op de agenda te plaatsen. En als u dat niet doet, dan verzeker ik u: dan sta ik hier
binnen een halfjaar met een grote groep bewoners hier in de Stopera. En dan Krijgt u met
mij en de bewoners te doen.
De VOORZITTER: Dank u wel. Andere sprekers hebben zich niet gemeld. Dan is
het woord- Moment. Dan is het woord aan de wethouder.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Wedemeijer.
Wethouder WEDEMIJER: Ja, ook dit debat, daar blijkt ook de passie uit van deze
raad voor dit thema. Ik ben daar heel blij mee om. Ik ben ook heel blij met de expertmeeting
die is gehouden. Ik wil daar alle initiatiefnemers voor danken. Dit thema verdient alle
aandacht. Ja, nogmaals, ik waardeer dat heel erg. Er zijn nog te veel Amsterdammers die
in te slechte woningen wonen.
We hebben natuurlijk ons Gemeentelijk Programma Woningkwaliteit, waar wij op
bezoek gaan bij huurders waar ernstige problemen zijn. Ook loden leidingen proberen wij
uit de stad te krijgen. Wij hebben overleg met de GGD over schimmelwoningen. We doen
echt heel veel meer. En, ik zeg het nog maar een keer, ik hoop dat het opvolgend college
dit werk gewoon kan voortzetten met de juiste financiën.
Toch blijft er nog steeds meer nodig, want ook vanuit de verhuurders moet er meer
gebeuren. Dat geldt zowel voor de particuliere verhuurders als voor de woningcorporaties.
Daarom zijn er twee moties die ik positief kan preadviseren. Dat zijn de motie 837.21 en
838.21. Dat zijn allebei motie waarin het college — en dus mijzelf — wordt opgeroepen om
het gesprek aan te gaan met de particuliere verhuurders, dan wel de woningcorporaties.
Maar ik heb daar wel een aantal kanttekeningen bij.
Met name bij de particuliere verhuurders, moet ik als eerste aangeven, zijn er heel
veel niet georganiseerd. Dat blijven dus allerlei eigenaren die zich een beetje- Ja, hoe moet
ik dat zeggen? Waarmee het contact moeilijk te raden is. Dat betekent dus dat het belangrijk
is dat mensen zich met ernstige gebreken bij de dienst blijven melden, zodat we daartegen
kunnen optreden. Desalniettemin ga ik graag met de Vereniging van VU Makelaars en
andere organisaties in contact.
Dan de tweede motie die ik positief heb gepreadviseerd, is 838.21. Dat gaat over
het gesprek over de corporaties. Daar zit een zinvolle toevoeging bij. Dat we namelijk een
inventarisatie gaan maken van de doelstellingen van de corporaties zelf. Want ik ben het
eens met de fractie van GroenLinks, was dat geloof ik, dat we goed de corporaties moeten
monitoren. Maar aan de andere kant vind ik ook: de corporaties zijn aan zet. En laten we
alsjeblieft niet op hun zetel gaan zitten, maar ervoor zorgen dat de corporaties hun werk
38
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
doen. Tot op heden ben ik nog steeds van mening dat de corporaties de goede kant op
willen, maar dat ze ook af en toe een duwtje nodig hebben.
Die verhuurdersheffing, daar waar al vaak over is gesproken, ja, die is nog steeds
niet concreet. Dat gaat wel steeds concreter worden. Maar we hebben wel in onze
samenwerkingsafspraken al staan dat als de verhuurdersheffing wordt afgeschaft of
gedeeltelijk wordt afgeschaft dat een reden is om de prestatieafspraken nog een keer met
elkaar te gaan bekijken. Het hangt echt af van wat de toekomstige regering gaat doen met
betrekking tot de verhuurdersheffing.
Dan zijn er twee moties die ik ga ontraden. De eerste motie is 816.21. Ik zag in mijn
telefoontje dat die ook nog was aangepast, maar voor mij is er geen reden om de motie dan
wel positief te adviseren. Dat is eigenlijk omdat de kern is dat zo'n open oproep om te gaan
lobbyen voor meer rechten voor huurders, ja, dat is een opdracht waar het college niet zo
veel mee kan. Het probleem is dat de theorie klopt. De huurder heeft veel rechten. Kan naar
de kantonrechter, kan naar de huurcommissie. Ook voor achterstallig onderhoud. Maar de
praktijk is een andere, want je hebt een advocaat nodig of een jurist die verstand van zaken
heeft om je in je zaak bij te staan. Dat is niet een kwestie waar wij als gemeente
zeggenschap over hebben, maar we hebben natuurlijk wel dingen die we doen. We hebben
WOON die ons ondersteunt, en we hebben het Emil Blaauw Proceskostenfonds om er ook
financieel een ondersteuning in te geven. Dus ja, nogmaals, als de motie concreter zou zijn,
dan zou ik hem positief kunnen adviseren, maar op dit moment zie ik geen reden voor een
positief advies.
(Mevrouw KILIG: Ook dank aan de wethouder voor het beantwoorden, of
de reactie op de motie. U wilt het wat concreter. Dan zou ik u willen vragen:
hoe concreter dan? Ik zou het natuurlijk wel willen concretiseren, omdat ik
de huurders natuurlijk wel wil ondersteunen. Want het probleem zit hem
natuurlijk — wat net ook is aangegeven — niet op papier, maar echt in de
uitvoering. Maar waar moeten we dan gaan zitten op papier, zodat we het
in de uitvoering wel beter kunnen doen. Want ja, oké, WOON ondersteunt,
maar moeten we echt de gang naar de rechter dan inzetten om iets voor
elkaar te krijgen? Daar hebben heel veel én de financiën niet voor én de
tijd niet voor.)
Daar ben ik het helemaal met u eens, mevrouw, want die gang is niet onmogelijk,
maar je kunt via het Juridisch Loket en sociale advocatuur best wel die gang maken. Er zijn
ook echt huurrechtspecialistadvocaten in Amsterdam die heel erg goed zijn en ook heel
vaak dit soort dingen doen. Maar ik geef onmiddellijk toe dat het in de praktijk nog niet zo
eenvoudig is. Om daar op te gaan lobbyen vind ik buitengewoon ingewikkeld, want ik zou
op dit moment niet weten wat je anders kan doen dan dat je echt processen moet gaan
veranderen. En dat is een heel grote gang, die ik op dit moment nog niet voor me zie.
De VOORZITTER: Dank u wel. Is er behoefte aan een tweede termijn?
Wethouder WEDEMIJER: Ik heb nog één motie, voorzitter.
De VOORZITTER: Excuus. Gaat u door.
Wethouder WEDEMIJER: Ja. De tweede motie 817.21 ontraad ik ook, want die
vraagt erom om de huidige samenwerkingsafspraken open te breken en nieuwe afspraken
te maken. Dat gaat niet, behalve dan in het geval dat de verhuurdersheffing wordt
afgeschaft. Dan gaat het gesprek weer starten. Niet om alles open te breken, maar wel om
te kijken wat er dan nog gedaan kan worden. Om deze reden ontraad ik deze motie.
39
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dank u wel. Is er behoefte, vraag ik nogmaals, aan een tweede
termijn? Mevrouw Kilig? Of heeft u nog een vraag?
Mevrouw KILIG: Ik heb eigenlijk een administratief dingetje. Want de wethouder gaf
al aan dat er een nieuwe motie is ingediend. Een iets aangepaste motie Is ingediend, ook
al heeft alsnog een negatief preadvies. Maar hij is wel ingediend. Dus ik wil die wel
aanpassen. Dus die andere trek ik dan terug.
De VOORZITTER: Is dat motie 816.21 of 817.21?
Mevrouw KILIG: 816.21 over het-
De VOORZITTER: En dat wordt ‘accent’?
Mevrouw KILIG: Accent.
De VOORZITTER: Motie 816accent.21. Akkoord.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Kilig, inzake een lobby om huurders meer rechten te geven, nr.
816accent.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ Een lobby te starten richting het Rijk voor scherpere rechten voor huurders
zodat zij achterstallig onderhoud in de woning in de praktijk beter kunnen
afdwingen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Verder geen behoefte aan een tweede termijn? Dan is dit
onderwerp voldoende besproken en dan kunnen wij naar het volgende onderwerp.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Zorg
35.
Kennisnemen van het onderzoek gedragsmaatregelen corona en welbevinden
Amsterdam VN2021-032492
en
36.
Kennisnemen van de brief over maatregelen verhogen vaccinatiegraad corona in
Amsterdam VN2021-032489
40
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Van Pijpen en Boomsma inzake corona zelftesten voor
iedereen, nr. 818.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_ Te onderzoeken of corona zelftesten voor mensen met een minimuminkomen
gratis ter beschikking kunnen worden gesteld.
-___En indien dat financieel en uitvoeringstechnisch mogelijk is, deze zo spoedig
mogelijk ter beschikking te stellen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden De Grave-Verkerk, Van Pijpen, La Rose en Warmerdam inzake
vaccinatie voorlichting aan zwangere vrouwen en vrouwen met een kinderwens, nr. 823.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ Vrouwen met (potentiële) kinderwens en zwangere vrouwen als specifieke
doelgroep op te nemen in de vaccinatie communicatiestrategie en hierbij
nadrukkelijk in te gaan op de gevaren van een COVID-infectie voor de
zwangere vrouw en het (ongeboren) kind;
- Hiervoor samenwerking te zoeken met (huisartsen, gynaecologen,
verloskundigen;
-__ Hierbij ook de mogelijkheden te onderzoeken om samen met werkgevers in
sectoren waar veel vrouwen werken zoals de zorg, het onderwijs, de
detailhandel en de kinderopvang op te trekken om het gesprek over belang van
vaccineren te faciliteren.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Van Pijpen inzake ondersteuning veiligheid zorgverleners, nr.
832.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__Ín overleg met zorgorganisaties in de eerste lijn en de thuiszorg, de gemeente
en de politie, een Regeling Snelle Melding en Ondersteuning Zorgpersoneel te
ontwikkelen ten behoeve van de uitvoerende zorgmedewerkers;
-__ Hierbij de volgende mogelijkheden in overweging mee te nemen:
o het kunnen doen van preventieve melding van situaties waar
problemen verwacht worden zodat adequate ondersteuning geboden
kan worden;
o een zgn. ‘noodknop’ waar zorgverleners gebruik van kunnen maken als
een onveilige situatie zich voordoet;
o alle andere ideeën en mogelijkheden van zorgverleners zelf die hen
kan helpen om veilig hun werk als zorgprofessional te doen.
41
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Van Schijndel inzake extra coronaziekenhuizen, nr. 839.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ Inde relevante gremia, in het bijzonder in het overleg met het Rijk en de inbreng
van de burgemeester in het Veiligheidsberaad, aan te dringen op het zo
spoedig als redelijkerwijs mogelijk opschalen van de coronazorg door het
oprichten van speciale coronaziekenhuizen in — eerst en vooral — de grote
steden, in het bijzonder de G4.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Dat is wat wij hebben binnengekregen aan moties. Zich hebben
gemeld om het woord te voeren: mevrouw Van Pijpen, La Rose, Kuiper, De Grave-Verkerk.
Kan ik daar nog iemand aan toevoegen? [……] Ja, ik vermoedde al zoiets. […] Gezien.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Pijpen.
Mevrouw VAN PIJPEN: Ja, we spreken weer over corona, maar eigenlijk spreken
we ook over twee crises, want we hebben een corona- en een zorgcrisis. Beide zijn
hardnekkig en langdurig en vragen om leiderschap, een langetermijnvisie, een strategie,
maar op korte termijn sturing op basis van wetenschappelijke inzichten en politieke
afwegingen. Aan beide ontbreekt het nogal.
Maar wat er mist vanuit Den Haag kunnen wij hier niet direct oplossen. We zullen
er dus mee om moeten gaan. Bijsturen waar het kan en de gevolgen voor Amsterdammers
in zicht houden en binnen de grenzen van het mogelijke aanpakken. Gisteren had ik contact
met een huisarts, die uit armoede dan nu maar zelf beginnen met het versneld uitrollen van
de boostervaccinaties. Dat is echt uit gevoelde nood. Ze zijn er echt niet zo blij mee. Maar
zoals zij het zei: het is echt dweilen met de kraan open en die kraan moet dicht. Want ze
kunnen geen kant meer op.
Ik wil graag over die beide crises wat zeggen. Allereerst over de coronacrisis en
over testen. Want voor GroenLinks is testen, naast vaccineren, een van de belangrijkste
instrumenten. En zeker zelftesten worden steeds belangrijker. Er wordt ook geadviseerd
om ze te doen bij bezoek aan kwetsbaren of voorafgaand aan een raadsvergadering
bijvoorbeeld. Maar zelftesten kosten drie euro per stuk en zijn niet voor elk huishouden
zomaar een vanzelfsprekende aanschaf. Daarom heb ik samen met het CDA een motie,
die ik hierbij ook indien, om indien mogelijk zelftesten gratis beschikbaar te maken voor
Amsterdammers met een minimuminkomen.
Dan over het vaccineren. Dat de vaccinatiegraad omhoog moet, hebben we hier,
zowel raad als college, al vaak genoeg benadrukt. Er zijn ook veel goede stappen gezet
door de GGD. De fijnmazige strategie is hartstikke goed en ik neem ook aan dat daarmee
doorgegaan wordt. Er is alleen één groep die niet met de fijnmazige strategie automatisch
wordt bereikt en die een wat breedmazerige strategie wel kan gebruiken. Dat zijn jonge
vrouwen met een Kinderwens en, of al zwanger. De alarmerende boodschap van de
gynaecologen van jongstleden maandag liegt er niet om. Corona is een gevaar voor moeder
en kind. En vaccineren helpt om het risico te verkleinen. Maar tegelijkertijd gaan er ook
42
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
hardnekkige verhalen rond onder vrouwen met een kinderwens dat het vaccin onvruchtbaar
zou maken. Die zijn echt hardnekkig. Kom in de zorg, de kinderopvang, in andere sectoren
waar veel vrouwen werken en je hoort de verhalen. Daar lopen dus ook heel veel
ongevaccineerde vrouwen rond. Het gesprek aangaan met die vrouwen en deze groep als
doelgroep in de communicatie opnemen, lijkt ons echt hard nodig. Daarom hebben we ook
samen met andere partijen daarvoor een motie, en ook mede namens de VVD. Die zal die
zo meteen ook indienen.
Dan degenen die wel al gevaccineerd zijn, maar nog steeds geen QR-code kunnen
krijgen. Het is beschamend, echt beschamend, dat we wel ongedocumenteerden hebben
opgeroepen om zich te laten vaccineren, maar vervolgens geen vervolg kunnen geven door
allerlei ICT-issues. Echt beschamend. Ik heb de brief van de wethouder hierover gezien. Ik
heb naar aanleiding daarvan nog twee vragen. Allereerst wordt een V-nummer ook
beschouwd als legitimatie en kunnen zij die dat hebben straks ook, als het systeem wel
werkt, ook die QR-code krijgen? En 2, hoe kan het bestaan dat we niets kunnen regelen
voor andere groepen zonder paspoort of ID? Het invoeren van 2G-beleid voor niet
essentiële winkels, mogelijk op korte termijn, betekent dus dat zij die wél gevaccineerd zijn
er mogelijk toch niet naar binnen komen. Ik wil heel graag weten wat de wethouder daaraan
gaat doen. En hoe we eventueel als Amsterdam zelf de oplossing ervoor kunnen bedenken.
Ik heb het al even gehad over 2G. Vanuit onze fractie heb ik al eerder aangegeven
dat wij niet voor een 2G-beleid zijn, omdat hiermee niet alleen individuen, maar ook hele
gemeenschappen, zeker in onze stad, worden uitgesloten. Dat is echt niet goed. Wij gaan
hier niet over: het wordt besloten in Den Haag. Maar mocht het zover komen, dan moeten
we echt alles op alles zetten om de stad wel te blijven verbinden.
En dan die tweede crisis: de zorgcrisis. Ik heb me echt in geen tijden zo
gedeprimeerd en bij tijd en wijle wanhopig gevoeld over de zorg, zoals nu. Ik loop al een
tijdje in de sector mee, maar hetgeen er nu te verstouwen is, is echt ongekend. De
hoeveelheid werk in combinatie met toenemend ziekteverzuim, medewerkers die uitgeput
zijn en de korte lontjes van sommige zorgvragers. We zien op tv de beelden van de ic en
van de ziekenhuizen. Maar vergis u niet: deze crisis draait niet alleen om ic-capaciteit, het
gaat om de hele zorgketen. Overal wordt het gevoeld. Van de thuishulp tot de ic-arts. Alles
staat in verbinding met elkaar. Het betekent dat als deze zwaarte en ook die mogelijke code
zwart, maar ook nu al met de 2d-fase, betekent dat niet alleen in het ziekenhuis keuzes
worden gemaakt, maar ook in de eerstelijnszorg. Als iemand niet in het ziekenhuis kan,
thuiszorg nodig heeft, dan moeten ook daar continue keuzes gemaakt worden en zullen
mensen geen zorg ontvangen. Dat oplossen kan alleen maar, zoals ook die huisarts zei,
door de kraan dicht te doen. Maar in de tussentijd moeten we ook ondersteuning bieden. Ik
heb daarvoor twee zaken. Allereerst een suggestie en een motie.
De suggestie. Ik niet alleen, mijn fractie, maar ik denk ook velen in de stad, hebben
veel waardering voor de betrokken filmpjes die burgemeester maakt en zichtbaar maakt. Ik
zou haar graag de suggestie mee willen geven om in een van haar bezoeken en ook de
filmpjes ook aandacht te besteden aan die hele zorgketen. Dus ook de huisarts, de
verzorgende in het verpleeghuis, de wijkverpleegkundige en de huishoudelijke hulp in de
thuiszorg.
En dan een tweede, dat is een motie. De veiligheid van zorgmedewerkers in
instellingen vraagt ook aandacht. Ik heb er in de vorige raadsvergadering ook al naar
gevraagd. We lazen dat het OLVG al extra beveiligers heeft ingezet, maar voor de thuiszorg
en de eerstelijnszorg zijn er geen veilige muren of directe collega’s of beveiligers in de buurt.
Daarom heb ik een motie om ook specifiek voor deze groep een soort van regeling te
maken, zodat zij zich ook veilig kunnen voelen. Tot zover, voorzitter. Dank u wel.
43
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dank u wel. En ik meld even dat hiermee de fractie van
GroenLinks door zijn spreektijd heen is.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw La Rose.
Mevrouw LA ROSE: Ook dank aan het college voor de toegestuurde informatie, die
we allemaal hebben gehad en de maatregelen die er worden genomen rond corona. De
belangrijkste boodschap uit het gedragsonderzoek is dat maatregelen redelijk worden
nageleefd, maar de testbereidheid in Amsterdam is gedaald, net als landelijk, en dat ook
het vertrouwen in de overheid is gedaald. Daarnaast blijft ook de vaccinatiegraad corona in
Amsterdam achter bij het landelijk gemiddelde en dat er grote verschillen zijn tussen
stadsdelen en kwetsbare wijken. En natuurlijk, naar aanleiding hiervan wil het college de
komende tijd vol inzetten op het bereiken van specifieke doelgroepen, zoals
ongedocumenteerde arbeidsmigranten, sekswerkers en nog meer voorlichting geven en
nog meer mobiele prikteams inzetten. Kortom, met volle kracht vooruit.
Voorzitter, als gemeente kunnen we ook niet anders. Wat we zien, is dat de
voortdurende COVID-discussie ons leven domineert, en onze samenleving. En met daarin
heb je natuurlijk zoveel mensen en zoveel opvattingen. Een tweedeling dreigt, voorzitter,
waar een deel van de samenleving in COVID een katalysator heeft gevonden. Er heerst
ook ontevredenheid over de politiek. Wat we zien, voorzitter, is de kloof tussen rijk en arm.
En we moeten ook nog omgaan met racisme en een toenemende diversiteit. Kortom, de
bestrijding van de COVID-pandemie vraagt een ultieme solidariteit van de samenleving.
Maar we zien tegelijkertijd dat er ook verzet is. Dat verzet is soms extreem en divers. Maar
dat neemt niet weg dat wij als gemeente er alles aan moeten doen om nu nog steeds zoveel
mogelijk mensen proberen te bereiken. Wat we dus zien, is aan de ene kant een deel van
onze gemeenschap die zich om principiële reden verzet en haar persoonlijke vrijheid
koestert. En daarnaast, voorzitter, en daar wil ik de nadruk op leggen, is er een grote groep
met een lage bestaanszekerheid, die zich uit angst verzet. Voor deze groep zou de
gemeente een maximale tegemoetkomendheid en inlevingsvermogen moeten hebben.
Voor een deel doen we dat ook door deze allerzwaksten te beschermen. Maar ik zou van
de wethouder toch willen weten welke maatregelen er nog meer zijn om te voorkomen dat
deze mensen, die vaak geen vaste baan hebben, seizoenarbeider zijn, tussen wal en schip
vallen uit angst voor hun bestaanszekerheid.
Daarnaast sluit de PvdA zich ook aan bij de fracties van GroenLinks en alle anderen
als het gaat om de urgentie van het probleem te blijven benadrukken. Het is een
ingewikkelde discussie. Het is belangrijk om ervoor te waken dat er een nog grotere
verdeeldheid in de samenleving ontstaat, die kan leiden tot polarisatie tussen
gevaccineerde en niet-gevaccineerde Amsterdammers. Dus het is een kwestie van lange
adem. En dus nog zichtbaarder proberen te zijn in de wijken en buurten en het gesprek aan
te gaan met de bewoners. Dat is belangrijk, voorzitter, ook voor ons als gemeente. Want er
mag geen tweedeling ontstaan in de samenleving. En het gesprek moet blijven doorgaan,
voorzitter. Dank u wel.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Is mevrouw La Rose het met mij eens dat het
heel belangrijk is te onderscheiden dat bij de groep gevaccineerden sprake
is van een grote diversiteit van mensen die daar om verschillende redenen
toe gekomen zijn? En dat datzelfde geldt voor ongevaccineerden. Dan wil
ik even naar die eerste groep. Van die groep van de gevaccineerden zijn
velen gewoon liberaal. Die vinden het toch erg belangrijk dat anderen die
kiezen voor niet-vaccineren die ruimte krijgen. Dat is een mooi
44
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
aanknopingspunt om elkaar tegemoet te komen. Is mevrouw La Rose dat
met mij eens?)
Ja, uiteraard. Ik stel voor dat we na deze discussie nog eens een keer koffiedrinken
om daar verder over door te gaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kuiper.
Mevrouw KUIPER: Mijn collega's hebben eigenlijk de vragen gesteld die ik ook had.
En die overlap is dusdanig groot, dat ik afzie van een bijdrage.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw De Grave-Verkerk.
Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: De VVD-fractie dankt het college voor alle
inspanningen, waarvan wij ook gewag hebben gekregen in de meegestuurde brieven bij de
behandeling van dit agendapunt, voor de inspanningen voor communicatie, het bereiken,
het uitreiken naar diegenen die aarzeling hebben om zich te laten vaccineren en hen toch
goed voor te lichten over de situatie, zoals die feitelijk is. Want er is feitelijk een situatie die
onrustbarend is, voorzitter. Het coronavirus treft iedereen: jong, oud, rijk, arm. En we zijn er
nog lang niet vanaf.
Mijn fractie hoort dagelijks vele verhalen. Ik reveleer er een paar. Een leraar,
middelbare school. Die zegt, ik herken mijn kinderen niet meer, mijn leerlingen, ten opzichte
van vorig jaar. Ze zijn iedere structuur kwijt. Ze gaan onopgevoed door het leven. Ze zijn
helemaal vergeten om te plannen in hun agenda's. Ze weten niet meer hoe dat moet. Het
baart mij grote zorgen.
Uit de ouderenzorg. Ouderen zien als berg op tegen de komende decembermaand.
Kinderen mogen ze niet zien. Ze verlangen er zo naar. De mantelzorg staat op omvallen.
Grote zorgen.
Dan zijn daarbij gekomen natuurlijk de zorgen vanuit de zorgsector. Ik wil niet
verhelen dat het op mij diepe, diepe indruk heeft gemaakt dat ic-verpleegkundigen zelf
stoomafblaassessies organiseren voordat zij weer in staat zijn om op de ic-afdeling weer
aan het werk te gaan om ongevaccineerden te verplegen. Zij doen dat. Zij doen dat. En hun
pijn en waar de stoom vandaan komt, is dat zij weten dat zij kankerpatiënten, patiënten met
hartproblemen, niet kunnen gaan helpen. En zij zien die zwarte code met grote angst op
zich af komen.
Dan, voorzitter — er werd al zo-even gewag van gemaakt door andere sprekers — is
daarbij gekomen deze week de verontrustende berichten over de babysterfte — laat ik het
maar even zo noemen — de impact van het coronavirus op zwangere vrouwen, de
bedreiging die daarvan voor moeder en kind uit gaat en de grote zorg — mevrouw Van Pijpen
sprak er ook al over — voor jonge vrouwen met een kinderwens, die denken: ja, maar ik ben
nu gezond, wat doe ik mijzelf aan als ik mij laat vaccineren. Terwijl de feiten zijn — en daar
wil ik bij blijven in dit betoog, voorzitter — dat dat een reëel risico is, omdat tot nu toe is
gebleken, wat wij weten, dat de vrouwen die zwanger zijn en die dit hebben kunnen
overkomen, niet gevaccineerd waren. En natuurlijk is er alle ruimte voor mensen om te
kiezen, maar we kunnen niet om de feiten heen, voorzitter. Dus daarom de motie die al ter
sprake is gebracht, met een dringende oproep aan het college om ook de voorlichting heel
specifiek te gaan richten, ja, eigenlijk op degenen die ervoor gaan zorgen dat er jonge
Amsterdammers komen. En dat is toch precies wat wij willen voor de toekomst, voorzitter.
Die positieve noot wil ik erbij gaan geven. Wij moeten ons daar om bekommeren. Dus hierbij
wordt deze motie ingediend.
45
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Dan heb ik nog een verzoek aan de wethouder, wat dit is. In gesprek met collega
mevrouw Kilig van de fractie van DENK over en naar aanleiding van de HELIUS-rapportage
over niet-vaccineren in verband met COVID, die ergens voor de zomer ter sprake is
gekomen in de commissie Zorg, is bij collega Kilig en mij de gedachte gerezen: het zou toch
goed zijn als de commissie Zorg zichzelf op de hoogte stelt van hoe dat dan gaat met die
voorlichting en tegen welke problemen loop je dan aan als GGD, als andere betrokkenen.
Dus wij zouden de wethouder willen vragen — en ik vraag dit namens mevrouw Kilig — of zij
een werkbezoek zou willen faciliteren voor de commissie, zodat wij zelf eens ter plekke
kunnen gaan kijken: hoe gaat het nou precies; en waar loop je tegenop? En dan hoop ik
dat de collega’s, ja, daar ook graag bij aansluiten. En dat ook dat gaat bijdragen als, ja, blijk
van belangstelling uit de raad, maar ook om ons goed te vergewissen van wat er nou
eigenlijk gebeurt, om het ook te snappen. Dank u wel.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Wij hebben het in hoofdzaak over de vaccinatiegraad.
Ik wil het dus ook hebben over de bestuurlijke verhoudingen en openbare-ordekwesties. De
voorzitter gaf zelf al aan dat de locoburgemeester daarin kan voorzien. Dat is prima.
Forum ziet niets in de vaccinatie-obsessie, want die maakt in Amsterdam heel veel
mensen kopschuw. Betere maatregelen worden veronachtzaamd, zoals ik in Het Parool
uitvoerig heb betoogd. Maar het persoonlijk benaderen door huisartsen van ouderen en
kwetsbaren is wel zinvol. Ik claim trouwens het eigenaarschap van dit idee, want ik heb dat
geloof ik drie maanden geleden in de commissie Zorg geopperd.
Voorzitter, tegen de deltavariant valt gewoon niet op te ventileren en op te
vaccineren in Amsterdam. Het virus muteert. En nu is er een nog veel besmettelijker
Omicron. Die zal deze winter waarschijnlijk dominant worden of misschien onvermijdelijk
dominant worden.
Voorzitter, het is vandaag 2 december, maar het is nog niet te laat. Time is of the
essence. De knapste koppen van het land moeten nu extra coronaziekenhuizen gaan
organiseren, inclusief medisch personeel. Dus door naar keuze een maatschappelijke
dienstplicht voor geneeskundestudenten, werving van verplegers uit Engels sprekende
landen — op het zuidelijk halfrond is het nu zomer — en ook door het herintreden van
vertrokken verplegers heel aantrekkelijk te maken: sign-on bonus. Voorzitter, laten we dus
stoppen met ‘ach en wee’ te roepen, de mouwen opstropen dus, en dit alles voor een fractie
van de kosten van een ellenlange lockdown. Op dit punt kom ik met een motie waarover ik
zal vragen om op basis van art. 71 van ons Reglement van Orde hoofdelijk te stemmen.
Voorzitter, de zorg opschalen: in China bouwen ze die nieuwe ziekenhuizen in twee weken;
in Nederland als ze er ergens in januari zijn, is dat ook goed. Dan is het hartje winter, waarin
het virus rondraast.
(De heer WARMERDAM: Ik ben de motie van de heer Van Schijndel op dit
moment aan het lezen. Hij spreekt daar de zorg uit over wat hij noemt ‘de
weerstand bij Amsterdammers met een migratieachtergrond tegen
vaccinatie’ en hij spreekt zelfs de zorg uit over eventuele stigmatisering van
mensen met een migratieachtergrond. Eigenlijk snap ik daar heel weinig
van, voorzitter. Gaat Forum voor Democratie zich nou bekommeren over
stigmatisering van mensen met een migratieachtergrond en minderheden?)
Ja, zoals we onder het genot van een kopje koffie bespraken. U bent zelf
antropoloog. Dit zijn heel onderhuidse processen, hè. Dus Geert Wilders kwam daar meer
dan een jaar geleden mee, van Mohammed en Fatima liggen daar maar en alle brave
autochtone Hollanders kunnen hun operatie niet meer krijgen’. Dat soort uitspraken zijn
46
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
heel gevaarlijk. Dat zou ik helemaal niet willen. Ik wil juist begrip hebben en respect voor
de keuze van mensen op grond van hun levensovertuiging om zich niet te laten vaccineren.
Dat is helder. Uw volgende interruptie.
Voorzitter: de heer Torn
(De heer WARMERDAM: Geen vraag, maar een korte reactie vanuit D66.
Ik kan dit verhaal niet rijmen met andere uitingen van Forum. Daar snap ik
niks van.)
De heer VAN SCHIJNDEL: Dat is prima. Dan moet u zich daar wat meer in
verdiepen. Dat is ook heel antropologisch heel interessant. Het is een soort subcultuur.
Goed. Dus waar was ik? Dat het hartje winter zal zijn in januari, het virus dan
rondraast. En als er een koude lente volgt, gaat dat nog door. Dan zitten we dus tot echt
begin mei in een loekdown.
Voorzitter, nu de bestuurlijke verhoudingen. Het is intens slecht dat alle
besluitvorming in Nederland, die ertoe doet, geheim is. Van het Catshuisberaad worden
geen notulen gemaakt. OMT-notulen zijn geheim, in Engeland zijn ze openbaar. Zelfs
Gommers pleit ervoor om gewoon die notulen openbaar te maken. En het machtige
Veiligheidsberaad is volstrekt oncontroleerbaar. Ergerlijk ook dat de heer Bruis zijn collega's
vergelijkt met kikkers die hij in de kruiwagen moet houden. Dus mijn burgemeester,
voorzitter, is geen kikker. De burgemeester moet verantwoording afleggen voor haar
inbreng in het Veiligheidsberaad. Dat is de wettelijke inlichtingenplicht van de burgemeester
aan de raad. En kom me nu niet aan met andere regels die zich daartegen zouden
verzetten. Ik wijs op het instellingsbesluit van het Veiligheidsberaad. Dat besluit bevat geen
enkele geheimhoudingsbepaling. Er staat enkel dat de voorzitter, de heer Bruls, namens
het beraad in de openbaarheid treedt. Kan de locoburgemeester even bevestigen dat de
inlichtingenplicht van de burgemeester aan de raad onverkort geldt?
Voorzitter, ten derde. Nu de openbare orde. De komende lange winter belooft een
majeur openbare-ordeprobleem te worden. Mensen zijn het zat. De belofte was dat we ons
uit de crisis konden vaccineren. Not so. Dat heb je dus met een muterend virus en vaccins,
die al na een halfjaar wegebben. Ik hoor geluiden dat velen het oudjaar willen aangrijpen
om een statement te maken door vuurwerk af te steken. Ik zou het zeer onverstandig
vinden, inflammatoir, als de burgemeester daar haar handhavers op af zou sturen. Wat wil
de burgemeester gaan doen?
Voorzitter, tot slot de gemeenteraadsverkiezingen. Er zulen dan
loekdownmaatregelen en QR-regels gelden voor toegang tot de plaatsen waar de debatten
worden gehouden. Anders dan tijdens de landelijke verkiezingen van afgelopen maart acht
ik het heel belangrijk dat het democratisch proces zo normaal mogelijk doorgang kan
vinden. Concreet: naar mijn mening zou onderscheid moeten worden gemaakt tussen
plekken in de open lucht — geen of amper infectierisico, dus geen restricties — en zalen en
binnenruimtes waar restricties gelden inzake aantal personen en de luchtverversing. De
hoofdvraag is hoe het college ervoor wil zorgen dat het verkiezingsproces zo normaal
mogelijk zal kunnen plaatsvinden. Wellicht kan de locoburgemeester zich daar alvast over
uit laten. Het zal duidelijk zijn: wat Forum betreft zou de burgemeester ervoor moeten kiezen
— en die discussionaire ruimte heeft zij gewoon — bij verkiezingsbijeenkomsten aan de
controle van QR-codes, et cetera, geen enkele prioriteit te geven. Tot zover, voorzitter.
Dank u.
(De heer FLENTGE: Ja, in uw motie over het coronaziekenhuis — wat ik op
zich een goed voorstel van u vind — staat natuurlijk wel dat de afnemende
vaccinimmuniteit bij ouderen leidt tot een enorme golf aan ziekenhuis- en
47
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
ic-opnames. Dat is toch wel verrassend voor een Forum voor Democratie-
afgevaardigde.)
Nee, het is zo — dat blijkt ook uit Israëlisch en Engels onderzoek — dat zeker bij de
mensen met hoge ouderdom de beschermende werking- En dat zijn er ongelofelijk veel,
hè. 5 procent van de Nederlandse bevolking is boven de negentig jaar, las ik laatst.
Interessant, hè. Dus dan ebt die werking weg. En dan moet je dus of aan de booster of het
maar op zijn beloop laten. Dat is een keuze van mensen. Dus ik denk dat er heel veel
gevaccineerden zijn, die gewoon ‘nou ja, God, dan gaan we maar- Oké, die prik’. En dan
blijkt: hé, een halfjaar later moet je weer aan de booster, anders kan je niet meer op
vakantie. Er is erg veel onvrede over. Dat merk ik gewoon. Dus vaccinimmuniteit is aan de
orde zou ik zeggen, meneer Flentge.
(De heer FLENTGE: Uw frontman in de Tweede Kamer zegt ‘don’t take the
vaccine, whatever you do’ in een tweet. En u zegt: de afnemende
vaccinimmuniteit leidt tot een enorme golf aan ziekenhuis- en ic-opnames.
Dat is toch opmerkelijk? Dan bepleit u toch eigenlijk dat je dus die vaccins
wel degelijk nodig hebt?)
Ja, die vaccins, dat heb ik hier altijd betoogd, die kunnen heel goed werken voor
mensen die ouder zijn en mensen met onderliggend lijden, maar ik heb me hier altijd verzet
tegen dat er een algemene vaccinatiedrive zou moeten zijn. En volgens mij ook in dat
interview, het lijsttrekkersinterview van Baudet met Het Parool, rept hij er ook van dat hij
zich alleen kan voorstellen dat voor boven de zeventig jaren die vaccins echt zin hebben.
Sorry. En voor de kwetsbaren.
(De heer FLENTGE: Ja, ik vind het een beetje een zootje, moet ik u heel
eerlijk zeggen. Want als je echt heel nadrukkelijk bepleit neem nooit het
vaccin, want dat is gevaarlijk en het is-’ en het blijkt dan in uw
beantwoording: ja, maar dat geldt dan weer niet voor de zeventigplussers
of mensen met onderliggend lijden en kwetsbaren. Ik vind dat totale chaos
en onduidelijk. En daarmee vind ik het ook eigenlijk wel een heel bizarre
manier van communicatie naar mensen toe.)
Voorzitter, elk vogeltje zingt zoals die gebekt is. Dus overdrijving komt gewoon voor
in het politieke debat. Daar heb ik ook weleens last van.
De VOORZITTER: We zijn volgens mij aan het einde gekomen van de bijdrage van
de heer Van Schijndel. Dank u wel. U had hoofdelijke stemming aangevraagd, begreep ik,
voor motie- Welk nummer was dat ook alweer? […] 839.21. Oké. Dan gaan we dat zo
dadelijk doen.
Ik moet trouwens de burgemeester excuseren, want zij had last van snel
opkomende verkoudheidsklachten. Dus zij heeft de vergadering om die reden verlaten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Warmerdam.
De heer WARMERDAM: Het is de rol van dit gemeentelijk bestuur om te zorgen
dat zoveel mogelijk mensen zich laten vaccineren en gebruikmaken van dat recht om zo
zichzelf en anderen te beschermen. Nu wilde ik de complimenten geven aan de
burgemeester voor die uitstekende videoboodschap van haar. Want ik vind dat daar heel
goed het belang van vaccinatie naar voren kwam, maar ook echt met respect voor mensen
die zich nog niet hebben laten vaccineren, maar ook wel echt de urgentie daarbij aangevend
van het belang van vaccinatie.
Voorzitter, we doen in Amsterdam al veel om vaccineren makkelijk en
laagdrempelig mogelijk te maken voor iedereen. We hebben mobiele prikbussen,
48
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
voorlichting in negen talen en bereiken via sleutelfiguren groepen die lastig te bereiken zijn.
maar D66 concludeert dat het nog niet genoeg is. In sommige stadsdelen is de
vaccinatiegraad lager dan in de Biblebelt. Ik heb het net nog even opgezocht en dat is het
geval. En dat kunnen wij niet laten gebeuren. Voorzitter, deze marathon gaan we winnen,
maar we moeten nu echt een sprint gaan trekken. Daarom zullen wij, samen met andere
partijen, met suggesties en initiatieven blijven komen om die vaccinatiegraad omhoog te
krijgen. Àls coalitie, en ook als oppositiepartijen, dienen wij een motie in om binnen de
fijnmazige aanpak van de wethouder voorlichting te geven aan zwangere vrouwen en
vrouwen met een kinderwens. Want met een vaccinatiegraad tussen de 30% en 50% lopen
zowel moeder als kind een onnodig risico op ernstige gezondheidsschade.
Tot slot, voorzitter, tegen alle Amsterdammers zeg ik: alsjeblieft, laat je vaccineren.
Dank u, voorzitter.
De VOORZITTER: Volgens mij was u ook de laatste spreker. Klopt dat? Ja. Heel
goed. Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de gevoegde
behandeling van de agendapunten 35 en 36.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim voor beantwoording
van de gestelde vragen en preadvisering van de ingediende moties.
Wethouder KUKENHEIM: Voorzitter, ik wil eigenlijk het betoog van de heer
Warmerdam gebruiken als een soort bruggetje naar mijn preambule. En dat gaat ook verder
op wat sommige andere partijen hebben gezegd. Dat je moet oppassen dat er een te
gepolariseerd debat ontstaat tussen mensen die wel en niet gevaccineerd zijn. Ik denk, de
heer Warmerdam heeft het goed gezegd en ik ben heel trots op de wijze waarop onze
burgemeester dat ook heeft uitgedragen. Namelijk dat je inderdaad met groot respect en
begrip naar mensen die nog niet gevaccineerd zijn toch kan uitdragen en een oproep kan
doen hoe belangrijk vaccinatie is en de urgentie daarvan kan benadrukken. Zij heeft dat op
een heel goede manier gedaan. En dat terwijl bijvoorbeeld de heer Van Schijndel van Forum
voor Democratie datzelfde vaccineren bagatelliseert. En niet alleen dat: hij heeft tot op de
dag van vandaag geen afstand genomen van de buitengewoon kwaadaardige
vergelijkingen van zijn partijvoorzitter van deze tijd en die van de jaren 30 en '40. Dat neem
ik hem echt kwalijk, voorzitter.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, dat werpe ik natuurlijk verre van mij, moet
je dan zeggen. Het is zo dat, ja, inzetten op het instigeren, wat de regering
aanvankelijk deed — De Jonge vooral, de minister-president eigenlijk niet —
heel schadelijk is. En dat het dus zo moet zijn dat je geen olie- Ja, wel olie
op de golven gooit. Dus het constateren dat er aan een afzondering gewerkt
gaat worden van een bepaald bevolkingsdeel, dat mag je kracht bij zetten
met een vergelijking. Dus ik neem geen afstand van de vergelijking. De
vergelijking is helemaal niet zo van dat er een rassenwaan in of dat het leidt
tot het in concentratiekampen opsluiten van gevaccineerden-
Ongevaccineerden. Daar gaat het niet om. Het gaat om het afzonderen
door angst, dus het aanjagen van angst door de regering, dat de
gevaccineerden zich angstig gaan voelen doordat die ongevaccineerden
zo, ja, maatschappelijk onjuist bezig zouden zijn. Dat moet gekeerd
worden.)
Voorzitter, ik betoog niet dat je geen vergelijkingen mag maken. Ik betoog dat deze
vergelijking buitengewoon kwetsend, kwaadaardig en- En kwaadaardig is. Dit is een stad,
voorzitter, waarin een groot deel van de bevolking zijn familie heeft verloren, zien
49
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
weggevoerd worden naar het Oosten en niet meer terug zijn gekomen, omdat ze zijn
vermoord. Dat is het litteken in deze stad. En al die mensen en nabestaanden worden
gekwetst door deze vergelijking.
De heer VAN SCHIJNDEL: Voorzitter.
Wethouder KUKENHEIM: Voorzitter, vanavond — het laatste wat ik daarover zou
willen zeggen — steek ik de kaarsjes aan, het vijfde kaarsje van Chanoeka — over olie
gesproken — op de Dam in het openbaar in de stad Amsterdam. Hoe mooi is dat? Dacht u,
voorzitter, via u, dat dat in de jaren '30 of '40 mogelijk was: een Chanoeka op de Dam? Dat
alleen al moet te denken geven. Dus van alles mag, voorzitter, maar het is smakeloos en
kwaadaardig. Ik hoop dat het lid van Forum voor Democratie dat ook vindt.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, ik ben dat helemaal met u oneens.)
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel, gaat uw gang.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Dank u, voorzitter. Ik vind eerder uw ten
tweede male hiermee komen tamelijk onsmakelijk, laat ik het zo zeggen.
Natuurlijk weet ik van de zestigduizend, zestigduizend, Amsterdamse
Joden die niet terug zijn gekomen. Zestigduizend. Dat is bijna 10 procent
van de bevolking. Hè. Er zijn genoeg mensen die vinden dat dit soort
vergelijkingen echt passend zijn, omdat het gaat om het afzonderen, het
begin, het afzonderen door angst van een bevolkingsgroep: de
ongevaccineerden.)
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel, de wethouder voor een reactie en dan
gaan we verder.
Wethouder KUKENHEIM: Voorzitter, ik heb mijn punt gemaakt. Ik heb het idee dat
de heer Van Schijndel, voorzitter, zich eigenlijk alleen maar dieper ingraaft. Ik vind dat
ontzettend kwalijk. Ik vind het een gemiste kans. En het is niet zoals ik in de wedstrijd ben.
Ik zal dat niet alleen twee keer, ik zal daar altijd op blijven terugkomen, voorzitter, omdat ik
altijd vind dat het kwaad weersproken moet worden en nooit genegeerd.
De VOORZITTER: Goed, het voorstel is dat we-
De heer VAN SCHIJNDEL: Voorzitter, dit kan echt niet.
De VOORZITTER: Mag ik even rust in de zaal? De heer Van Schijndel heeft nog
recht op één interruptie. Ik wil de heer Van Schijndel er wel op wijzen dat interrupties in
principe korte vragen zijn aan in dit geval de wethouder of een korte opmerking. Mocht u
daarmee niet uit de voeten kunnen, dan kunt u altijd ook nog gebruikmaken van een tweede
termijn. Dus de heer Van Schijndel voor een laatste interruptie op dit punt, de wethouder
dan voor een reactie. En dan zou mijn voorstel zijn dat wij verder gaan met de behandeling
van deze gevoegde agendapunten. Meneer Van Schijndel, gaat uw gang.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ja, het is een opmerking. Ik vind het
oppervlakkig manicheïsme. Dat is het: oppervlakkig.
Wethouder KUKENHEIM: Voorzitter, ik stel voor dat ik verder ga met mijn betoog.
Het volgende deel van mijn betoog wil ik beginnen met waar we nu staan, heel kort. Ik weet
50
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
dat u niet dik in de tijd zit. En daarna ingaan op de moties en met die moties beantwoord ik
ook veel vragen die gesteld zijn.
We zijn op dit moment als organisatie — en als ik zeg ‘we’, dan is dat met name de
GGD Amsterdam zoals u begrijpt — wederom bezig met een grote opschalingsactie. Wat
goed is om te zeggen, is dat wij in Amsterdam nooit zover zijn afgeschaald, omdat wij
natuurlijk van de zomer al wisten dat op een goed moment die boostercampagne zou
komen. Wij wisten niet wanneer, want wij zijn daarvoor afhankelijk van de Gezondheidsraad
en vervolgens de rijksstrategie die daaraan vastzit. Maar we wisten dat die zou komen. Dat
maakt dat wij niet zover zijn afgeschaald. Dus dat is mooi. Wij kunnen dus ook het werk wat
voor ons ligt, aan. Volgende week zullen we nieuwe hallen in de RÀI in gebruik nemen. Er
worden veel mensen aangenomen. Dat loopt. En ook bij het testen zie je dat we elke dag
echt meer en meer testen kunnen afnemen.
U ziet wel dat het knelt. Dat merken de mensen in Amsterdam en daarbuiten
overigens ook. Dat zit hem in drie dingen. Dat vond ik belangrijk om u even mee te geven.
Voor wat betreft de boostercampagne zijn we afhankelijk van de uitnodigingen die gestuurd
worden. Dus dat is één zaak wat de boel kan vertragen. Het tweede is dat dat landelijk
afsprakennummer vaak bezet is. Dus het is belangrijk dat dat landelijk wordt opgeplust. Ik
weet dat daar ook defensie bij gevraagd is. En wat het ingewikkeld maakt, is dat er landelijk
gewerkt wordt met een afsprakensysteem, waarbij je steeds drie opties krijgt om in te
boeken, waardoor je eigenlijk constant maar een derde van de capaciteit te zien krijgt. Dan
kan het dus komen dat je geen afspraak kunt maken, bijvoorbeeld dezelfde dag, terwijl wij
gewoon prima de capaciteit hebben. Ook daarop duwen wij om dat eigenlijk veel beter en
verfijnder te krijgen. Daarnaast weet u dat we in de ochtend nog wat inloop hebben en dat
we eigenlijk hopen, zeker op het moment dat de zestigplussers uitgenodigd worden, dat we
ook dan weer met een inloop kunnen gaan werken. Dat zou veel handiger zijn. We gaan
ook onze openingstijden weer verbreden. Dat zijn de scenario's die we nu allemaal
uitwerken. En we communiceren daarover op de website van de GGD Amsterdam. Dus dat
kunt u steeds zien. Ik zal u natuurlijk ook schriftelijk weer op de hoogte houden.
Voorzitter, dan is er gevraagd- Ik heb u geïnformeerd over hoever het staat met het
maken van QR-codes van mensen zonder paspoort. Dus wij willen zo snel als mogelijk aan
de slag. Maar wij zijn ook daar afhankelijk van de opdracht die wij krijgen en die gekoppeld
is aan een specifiek automatiseringssysteem om dat veilig en op grote schaal te doen. Ik
kan mij voorstellen dat er raadsleden zijn die daar heel moeilijk van gaan kijken en dat deel
ik, voorzitter. Dus dat ongeduld heb ik ook heel erg. Wat mij betreft liever vandaag nog dan
morgen starten daarmee.
Een van de vragen die heel in het bijzonder is gesteld, is of mensen met een V-
nummer ook hiermee een QR kunnen krijgen. Dat zou moeten kunnen, omdat dat gewoon
geldt als een legitimatie. Daar zit ook een papieren bij. Mensen zonder ID is een stuk
ingewikkelder. Die vraag hebben wij ook bij VWS neergelegd, omdat de regel is dat je je
QR-code in combinatie met een identificatiebewijs moet kunnen laten zien. Dus daar moet
met name het rijk een oplossing voor vinden.
Ik haal even adem, voorzitter, omdat ik de indruk kreeg dat er een interruptie op
was.
De VOORZITTER: Excuus. Zat ik niet goed op te letten? Maar u heeft geen
spreektijd meer.
Wethouder KUKENHEIM: Oké.
51
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Mevrouw Van Pijpen weet zelf dat ze geen spreektijd meer
heeft.
Wethouder KUKENHEIM: En mochten mensen zich afvragen wat Amsterdam daar
verder nog in kan doen, is dat echt aandringen om dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen,
want wij vinden dat gewoon ontzettend belangrijk.
Voorzitter, er is nog een vraag gesteld of er een werkbezoek kan worden
georganiseerd om een beetje feeling te krijgen bij die fijnmazigheid en hoe dat gaat, en de
gesprekken. Nou, er is een werkbezoek georganiseerd. Niet super druk bezocht, maar met
alle liefde organiseer ik er nog een. Dus tot uw dienst op dat punt.
Dan ga ik nu over tot de moties. Ik kijk even heel snel. Nee, ik heb nog een paar
vragen openstaan. Er was nog een vraag van Forum voor Democratie, die al dan niet in
algemeenheid vroeg naar de inlichtingenplicht van de burgemeester, maar ook natuurlijk
van het hele college richting de raad. Nou, dat staat buiten kijf. Wij hebben dan ook de
gehele crisis bijna maandelijks hier met elkaar in debat gestaan over corona. We blijven
altijd bereid om dat debat zowel hier als in de verschillende commissies met u aan te gaan,
zullen u ook steeds schriftelijk op de hoogte blijven stellen over de stappen die wij maken
of die in het veiligheidsbeleid van het Veiligheidsberaad- Of, niet het Veiligheidsberaad; de
Veiligheidsregio. Daar heeft u ook steeds brieven van gekregen.
De heer VAN SCHIJNDEL: Hoeveel spreektijd heb ik nog?
De VOORZITTER: 1 minuut 46.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Dank u wel. Het gaat mij natuurlijk om de
inbreng van de burgemeester in het Veiligheidsberaad.)
Wethouder KUKENHEIM: Ja, ik stel voor dat u dat gesprek met de burgemeester,
met haar persoonlijk voert, want ik ben daar niet bij. Dus ik kan niet namens haar
antwoorden wat zij daar heeft ingebracht. Sterker nog, ik zit zelf niet in dat
Veiligheidsberaad. En verder zullen we de inbreng van het college — of hoe zeg je dat — het
beleid van het college en de uitvoering altijd met u delen. Dat hebben we ook tot nu toe
altijd gedaan.
Dan is er nog een vraag geweest hoe we omgaan met de openbare orde rondom
oudjaar en over het verkiezingsproces. Ik stel u voor dat we daar gewoon op beide punten
apart op terugkomen, voorzitter.
Dan kom ik bij de moties.
(De heer VAN SCHIJNDEL: We komen erop terug. Dit is toch wel heel
belangrijk, dat daar- Dus oudjaar heb ik genoemd en dus de
verkiezingsdebatten. Wanneer komt u of de burgemeester daarop terug?)
Ik stel voor: voor die tijd, dat als we ook informatie hebben over hoe het er ongeveer
uit zal gaan, dan kunnen we u veel zorgvuldiger informeren. Ik heb niet paraat wat dan op
dat moment precies de regels gaan zijn. Dus het is relevanter op het moment dat die
aanwijzingen of maatregelen duidelijk zijn wij u als college op dat moment ook informeren
hoe daarmee omgegaan wordt. Dat zou mijn voorstel zijn.
De VOORZITTER: Oké. Vervolgt u uw beantwoording.
Wethouder KUKENHEIM: Ja. En dan kijk ik even. Want dan ben ik wel door de
vragen heen, voorzitter, en ga ik naar de moties, waarmee ik ook een aantal vragen nog
meeneem.
52
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Ten eerste de motie over zelftesten van mevrouw Van Pijpen en een aantal
anderen, cum suis. Motie 818.21. Ik vind dat een, nou, heel waardevolle motie. Het college
is zelf bezig met de inrichting van een campagne op dit moment, waarin wij op toch grotere
schaal fijnmazig zelftesten gaan verspreiden, juist in die groepen waarvan we weten dat
mensen een kleine portemonnee hebben of minder goed bereikbaar zijn. Dus eigenlijk via
dezelfde fijnmazige, ja, strategieën zoals we die eerder ook hebben gehanteerd. We zullen
informatie verstrekken en ook zelftests verstrekken. Dat is zeker gratis. Dat is de campagne
die we voorbereiden. Dus uw motie ondersteunt dat.
Dan, voorzitter, de motie over de veiligheid van zorgverleners van mevrouw Van
Pijpen, motie 832.21. Ik ben blij dat u dat punt nog een keer maakt, want het is natuurlijk,
nou ja, van de zotte dat zorgpersoneel zich bedreigd voelt. En niet alleen ‘voelt’, maar
gewoon bedreigd wordt. En onder die druk ook nog eens staan. Dat is heel belangrijk dat
zij snel dus kunnen schakelen, dat daar goede protocollen voor zijn. Die liggen er. We
hebben al een tijd een inzet op die veilige publieke taak. We zullen dat blijvend ook nog
eens verdiepen, omdat we weten dat het extra spannend wordt. Dus ook deze motie heb ik
geen bezwaar.
Dan de motie over vrouwen die zwanger zijn, dan wel een kinderwens hebben,
motie 823.21. Heel erg belangrijk onderwerp. U heeft op het nieuws gezien, ook op social
media, de verschillende gynaecologen bijvoorbeeld die aan de bel hebben getrokken en
ook hebben gezegd hoe belangrijk het is dat deze vrouwen zich beschermen. Wij zullen
ook zeker in gesprek met verloskundigenpraktijken en andere partners deze boodschap
samen verspreiden om te zorgen dat ook deze vrouwen zichzelf beschermen. Dus ook
tegen deze motie heb ik geen bezwaar.
Dan tot slot, voorzitter, wil ik iets zeggen, wat extra zeggen over de motie over de
zorgcapaciteit. Die motie is motie 839.21. Dat gaat over een extra coronaziekenhuis.
Eigenlijk is de titel iets specifieker dan wat de motie ons oproept. De motie roept ons op om
met die gremia in gesprek te gaan om te praten over de zorgcapaciteit. Dat is iets waar we
vol mee bezig zijn. De GGD Amsterdam sluit aan bij ROAS, waarin samengewerkt wordt.
De burgemeester en ikzelf hebben afgelopen dinsdag nog met grote ziekenhuizen
gesproken, precies over deze vraag. We hebben eigenlijk constant contact met hen over
‘wat gebeurt er nou?’ Ik zal daarover zeggen: ik ben best wel onder de indruk van de
samenwerking van de zorgsector en de ziekenhuizen in deze regio. Ik weet het niet voor
alle regio's, maar wat ik meekrijg, is dat ook echt wel bijzonder. Dus je ziet dat er heel goed
gekeken wordt in samenhang ‘hoe kunnen we de zorg het beste verdelen?’. Dat is ook
waarom de ziekenhuizen in deze regio zeggen: wij hebben het waanzinnig druk, we staan
onder druk, maar we denken dat we het nog even aankunnen. Dus dat is echt een
compliment aan al die partijen die daar een rol bij spelen. Dat zijn partijen, niet alleen de
ziekenhuizen zelf, maar dat is ook de hele lijn van de mensen die in de verpleegkundige
thuiszorg werken tot de huisartsen, de VVT en de revalidatieziekenhuizen, de klinieken tot
en met de ic. Dus dat is hartstikke mooi. Maar de vraag is natuurlijk wel: hoelang ga je dat
nog volhouden; wat kan je nou doen om dat op te plussen? Wat je ziet in de regio is dat ze
dat opplussen door met name efficiënter hun eigen leegstand te benutten. In het verleden
is er weleens een coronaziekenhuis — tussen aanhalingstekens — geweest. We hebben toen
een soort kliniek ingericht in het Corendonhotel. Daar is geen gebruik van gemaakt. De
reden was dat op het moment dat je personeelstekort hebt of dat daar de druk zit — dat is
wat er op dit moment speelt — dan is het heel inefficiënt om in een aparte locatie iets op te
bouwen. Dan het extra's wat je doet, dat bouw je vaak eerder op dan bijvoorbeeld in je
eigen kliniek of door het anders verdelen. Mocht het nodig zijn, dan zal de gemeente te
allen tijde dit soort bewegingen ondersteunen, maar het signaal wat ik nu heb, is dat men
het op deze manier oplost. En op de lange termijn vraagt het echt wel wat van de zorg. Ook
53
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
over het nadenken van: hoe gaan we dat nou, wetende dat corona nog wel even onder ons
is, op de lange termijn met elkaar organiseren. En dan gaat het over meer opleiden, maar
ook-
De heer VAN SCHIJNDEL: Voorzitter.
De VOORZITTER: U heeft een interruptie van de heer Van Schijndel.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Het is echt een spraakwaterval. Het
opplussen. Er is dus landelijk sprake van dat de IC's en de zorg voor corona
is gekrompen. Dus Armand Girbes van UMC Amsterdam, hoofd IC, he, die
zegt, er is gewoon geen denkkracht geweest om het anders aan te pakken
dan alleen maar met de bestaande ziekenhuizen, hè. Hij pleit voor aparte
coronaziekenhuizen. Dat heb ik aangehaald in mijn artikel in Het Parool.
We staan aan het begin van de winter. Aan het begin. Straks is het hartje
winter.)
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Straks loopt het erg tegen en dan is de
capaciteit volstrekt onvoldoende.)
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Time is of the essence. Daarom vraag ik ook
die hoofdelijke stemming. Ik wil weten wie dit onderkent en wie dit niet
onderkent.)
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel. Meneer Van Schijndel, een interruptie is
kort en krachtig. Dit is bijna een bijdrage in tweede termijn. Wat mag, hè. U heeft nog 27
seconden daarvoor mocht u daar zo dadelijk behoefte aan hebben. Een vriendelijk verzoek,
want u zei ‘spraakwaterval’, maar uw interruptie was ook wat aan de lange kant. De
wethouder voor een reactie.
Wethouder KUKENHEIM: Ik realiseer dat ik er net lekker in zat. Dat klopt, voorzitter.
De reden waarom ik dit vertel, namelijk ‘hoe is het georganiseerd hier in de zorg’, is omdat
de motie mij oproept om met die gremia te gaan praten die relevant zijn als het gaat over
het overeind houden en gezond houden op de korte en lange termijn van de zorg. Dat is
het antwoord wat ik gaf. Dat is wat er in het verzoek aan het college zat. De titel — en daar
begon ik ook mee — deed iets anders vermoeden. De titel was namelijk ‘coronaziekenhuis’.
En ik heb u aangegeven, als dat nodig is, als de zorgpartijen zeggen ‘ja, daar moeten we
nu mee beginnen’, dan zal het college ze ondersteunen. Maar wij krijgen op dit moment het
signaal dat ze dat op de korte termijn nog liever anders zien. Dat is overigens een andere
vraag dan de vraag wat VWS in deze zou doen. U spreekt hier met mij als wethouder Zorg,
als onderdeel van het college van Amsterdam. Voorzitter, op de korte termijn zul je dus heel
efficiënt met het personeel wat je hebt om moeten omgaan, zul je extra mensen moeten
bijscholen, omscholen en moeten toevoegen. Als daar ook een extra aparte ruimte voor
nodig is, dan zullen we dat niet uit de weg gaan, zeg ik voor mensen die dat willen weten.
Ik zal u daar ook steeds van op de hoogte houden. Op de lange termijn zal het ook zitten in
het opleiden van meer en flexibel, meer kunnen omgaan met het personeel, een betere
54
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
verdeling ook van zorg tussen de thuiszorg, de huisarts, de VVT en de klinieken en hen ook
ondersteunen bij de zware taak die op hen ligt. Of dat nou is, nou ja, dat kan ook
arbeidsrechtelijk zijn of in salariëring. U heeft daar zelf ook al het nodige over gezegd. Maar
denk ook, voorzitter, aan de inzet van ICT en techniek om de zorg op een andere manier in
te richten. Dat biedt nog enorm veel kansen. Voorzitter, en ik hoop dat ik hiermee goed heb
beschreven wat voor enorme topprioriteit het voor het college is om samen met de
zorgpartijen in de stad hieraan te werken. We hebben niet voor niets ook dinsdag
bekendgemaakt dat we bijvoorbeeld weer de parkeervergunningen gratis maken voor het
personeel. Dat zijn alle beetjes die helpen. Ik laat daarmee ook het oordeel over de motie
aan de raad.
(De heer FLENTGE: Ja, dat kan ook betekenen in de uitleg van de
wethouder dat als u het gesprek ook aangaat met de ziekenhuizen, met de
IC-afdelingen of met anderen in de ziekenhuizen, als zij aangeven ‘ja, dat
is op dit moment misschien best wel handig om het wel te doen, die richting
in te zetten’, dat u dat ook doet en dat u daarvoor openstaat.)
Ja. En uiteraard binnen de rol. Zoals u weet zijn wij geen zorgverzekeraar. Ik begin
zelf geen ziekenhuis. Dat is ook niet verstandig. Tenminste, nou ja, daar kan je over van
mening verschillen. Dat vindt u overigens denk ik wel misschien. Maar in ieder geval binnen
de huidige wetgeving ligt dat bij de zorgverzekering. En ook de zorgverzekering is constant
natuurlijk onderdeel van dit gesprek. Maar je kan natuurlijk bedenken: stel, zij zeggen ‘wij
hebben iets nodig waar Amsterdam in logistiek, in vergunningen, et cetera, natuurlijk een
rol kan spelen’, dan kunnen we dat faciliteren.
(De heer FLENTGE: Ja, de verzekeraars, de zorgverzekeraars, zijn voor
mij niet geruststellend, kan ik u eerlijk zeggen, want die hebben een
ziekenhuis failliet laten gaan zonder ook maar énigszins met hun ogen te
knipperen. Maar ik zoek meer de bevestiging dat op het moment dat in de
ziekenhuizen het idee is ‘ja, dat is voor ons een goede richting een apart
coronaziekenhuis te starten’, in welke vorm dan ook, dat de gemeente
Amsterdam daar volle medewerking aan geeft.
Ja, zeker, voorzitter. Dat hebben we natuurlijk de vorige keer ook gedaan. Dus ik
heb u het voorbeeld gegeven. Vorig jaar hebben wij heel lang ook- Is er in het
Corendonhotel een coronakliniek geweest. Maar nogmaals, die is toen niet gebruikt
vanwege de reden die ik u net gaf. Namelijk, dat het eigenlijk logistiek, het weinige
personeel ook nog eens apart in zo’n kliniek onderbrengen, uiteindelijk niet werkte voor de
zorgpartijen. Dus ik wil u ook gewoon eigenlijk heel open vertellen in welk speelveld men
opereert. Dus niet omdat ik daar bij voorbaat iets van vindt, maar omdat dit is waar men
tegenaan loopt. Maar ik wil absoluut faciliteren dat wat mogelijk is om de zorg te ontlasten
en om de beste zorg voor de Amsterdammers natuurlijk te organiseren.
(De heer FLENTGE: Samenvattend: nu nog niet, maar straks zou dat zeker
een mogelijkheid kunnen zijn.)
Als het nodig is, moet het gebeuren. En ik laat wel heel erg aan de zorgpartijen zelf,
in samenspraak natuurlijk, wat wanneer nodig is. Ik ga niet op hun stoel zitten, omdat dan
ga je vanaf het stadhuis vertellen hoe je een ziekenhuis moet runnen. Dat lijkt mij niet
verstandig. Maar wat we in het stadhuis wel kunnen doen, is ons dienstbaar opstellen en
de vragen stellen: hebben jullie iets nodig; en, zijn jullie aan het voorbereiden, niet alleen
op de korte, maar ook op de lange termijn? En die gesprekken voer ik. Ik heb u net, ook
tegen collega's, gezegd dat we deze week nog met elkaar om de tafel hebben gezeten.
55
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Wethouder, kunt u mij even helpen, want ik heb halverwege dit
debat het voorzitterschap overgenomen. Zijn alle moties inmiddels gepreadviseerd?
Normaal hou ik het zelf allemaal bij.
Wethouder KUKENHEIM: Voorzitter, ik heb alle moties gepreadviseerd. Het waren
er vier.
De VOORZITTER: Even checken in de raad. Klopt dat?
Wethouder KUKENHEIM: En wat mij betreft heb ik alle vragen ook beantwoord.
Dus ik ben hiermee aan het einde van mijn betoog.
De VOORZITTER: Dank u wel. Ik kijk even naar de raad. Is er behoefte aan een
tweede termijn? Dat denk- Ja? Daar heeft u 27 seconden de tijd voor. Ik zou niet willen
zeggen ‘die gaan nu in’, maar- Nee, die gaan in als u bij de microfoon bent. Als de microfoon
aan staat. Ja. Ja, zeker.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Echt, hoor, de moed zinkt mij in de schoenen. Dus de
locoburgemeester, wethouder, zegt van ‘ja, we doen dat in dienstbaarheid, in onze rol’ en
zo. ‘Het gaat om een strategische beslissing’ Nederland is een lobbyland. We hebben de
zorglobby, we hebben de G4, we hebben VNO-NCW. Dus de stad die te maken gaat krijgen
met heel grote spanningen- Gommers, die rept van ‘ja, we hebben politie en leger nodig
straks als het hartje winter is’. Dat is het dus niet.
De VOORZITTER: Meneer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: Dus doelbewust misverstaan van de tekst van de motie
is waar ik het meest bezwaar tegen heb. Het is hartstikke duidelijk dat het gaat om contact
met het rijk en verder, voor wat het veiligheidsberaad aangaat, gaat het om openbare
ordekwesties die aan de orde gaan komen. Dat wilde ik toch even uitdrukkelijk zeggen. Ja.
De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van Schijndel. Daarmee bent u
ruimschoots door uw spreektijd. Ik kijk nog even of er andere leden zijn van de zijde van de
raad die het woord willen voeren in tweede termijn. Dat is niet het geval. De wethouder om
hier misschien nog even kort op te reageren.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim.
Wethouder KUKENHEIM: Ik herken me niet heel erg in het beeld, omdat er geen
motie is waar ik eigenlijk zo lang bij stilgestaan heb en zo in detail heb verteld over wat wij
op dit moment doen en wat er nodig is in de zorg en welke dynamieken er spelen. Ik heb
het oordeel aan de raad gelaten. De raad is heel verstandig en kan daar vast goed mee uit
de voeten.
De VOORZITTER: Oké, dank u wel. Dan zijn wij aan het einde gekomen van de
behandeling van deze gevoegde agendapunten 35 en 36.
De discussie wordt gesloten.
56
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: En gaan wij naar het laatste agendapunt van deze vergadering.
Dat betreft agendapunt 37, het kennisnemen van het Jaarverslag Deelnemingen 2020.
Daarvoor zou ik de vergadering kort voor een enkel ogenblik willen schorsen, zodat
wethouder Everhardt achter de collegetafel plaats kan nemen. Dan gaan wij zo dadelijk
verder.
Ik word er op gewezen, terecht, dat wij ook nog het agendapunt hebben Afronding
commissieactualiteit. Dus dat het het een na laatste onderwerp is. Scherp. Niet zo scherp
van mijzelf, maar wel scherp van de heer Vroege.
De vergadering is nog even geschorst.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Deelnemingen
37.
Kennisnemen van het Jaarverslag Deelnemingen 2020 VN2021-030868
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van de leden Boutkan, Flentge, Turkköl en Nadif inzake het Jaarverslag
Deelnemingen 2020 (Geen financiële steun voor deelnemingen die zich niet aan
transparantie beloning houden), nr. 826.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Geen financiële coronasteun te verlenen aan deelnemingen als zij niet
transparant rapporteren over bezoldiging van directie en bestuur. En in geval
van verleende coronasteun het gesprek aan te gaan met de deelneming als de
bezoldiging niet voldoet aan het WNT-2 beloningskader, met als doel de
bezoldiging alsnog binnen de norm te Krijgen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Het woord is allereerst gevraagd door mevrouw Nadif, maar
helaas, zij heeft geen spreektijd meer. De heer Boutkan van de Partij van de Arbeid, hij
heeft nog wel enige spreektijd. Hem zou ik daarom nu het woord willen geven. Ik zie dat de
heer Van Lammeren zo dadelijk daarna ook het woord wil voeren, die daarvoor nog achttien
minuten spreektijd heeft. Dus we zijn benieuwd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Ja, voorzitter, ik hoor net ook dat ik nog maar heel weinig
spreektijd heb, dus ik zal mij beperken in mijn tekst. Ik wil in ieder geval dank zeggen voor
het Jaarverslag Deelnemingen. Super belangrijk dat we het daar over hebben. De
deelnemingen Carré, Matrix, Stadsgoed en SADC hebben ook gehoor gegeven aan de
oproep om meer transparantie te tonen in de beloning. Dat lijkt me hartstikke goed. Maar
het is nog niet goed genoeg. Daarvoor dienen we ook een motie in om het voorwaardelijk
te maken aan de coronasteun vanuit Amsterdam. Dat je dan voortaan wel ook als
57
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
deelneming transparantie geeft in je beloning. En als het meer is dan WNT, dat ook het
college het gesprek erover aangaat.
Maar ik wil het vandaag eigenlijk vooral over Schiphol hebben, want er is iets
ernstigs gebeurd op Schiphol. Deze week is in het nieuws gekomen dat Schiphol een
onderzoek naar de arbeidsomstandigheden geblokkeerd zou hebben. Al heel lang weten
we dat het niet pluis is als het gaat om de arbeidsomstandigheden op Schiphol en pleiten
we er ook voor vanuit Den Haag, maar ook vanuit Amsterdam, vanuit verschillende partijen
hier in de raad, dat Schiphol daar actie op onderneemt en dat Schiphol ook een bodem gaat
leggen in de arbeidsvoorwaarden en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden. Wat we nou
eigenlijk zien, is dat het er wel op lijkt dat Schiphol steeds weigert om daar vrijwillig aan
mee te werken en dat Schiphol ook vervolgens een onderzoek zodanig stuurt dat
medewerkers niet in staat zijn om hun mening te geven over die arbeidsomstandigheden
en over die werkdruk. En, voorzitter, dat vind ik ernstig. Voorzitter, dat betekent dat de
werkdruk te hoog is. Dat betekent dat medewerkers zich niet openlijk durven uit te spreken.
Dat betekent ook dat er incidenten zijn bij vliegtuigen. Dat er tussen 2014 en 2020 bij de
afhandeling en belading in vijf gevallen een vliegtuig met schade vertrokken is. En
waarschijnlijk is dit een topje van de ijsberg. Voorzitter, dit gebeurt allemaal in onze
achtertuin bij bedrijven waar wij 20 procent aandeelhouder van zijn. Dat is wat mij betreft
onacceptabel en ik maak me daar grote zorgen over. Dat brengt mij op een viertal vragen.
Allereerst, hoe kan het nou zijn dat Schiphol zo'n directe vinger in de pap heeft bij
een onafhankelijk onderzoek? Wat gaat het college doen om een einde te maken aan die
onveilige situatie? En, voorzitter, die onveilige situatie neem ik hoog op. Is het college bereid
zich direct te bemoeien met wat er is gebeurd in het onderzoek door navraag te gaan doen
bij het ministerie, die opdrachtgever was van dit onderzoek? Het ministerie van I&M. En ik
wil ook heel graag dat Amsterdam er bij Schiphol op aan gaat dringen dit onderzoek te
repareren. Kan de wethouder dat toezeggen en met een terugkoppeling komen?
De VOORZITTER: Dank u wel. En daarmee bent u ook echt wel door uw spreektijd
heen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Ja, ik heb zoveel spreektijd. Ik laat even een stilte
vallen. Tranen in mijn ogen. Ja, waar zullen we het eens over hebben?
Nee, deelnemingen. Heel serieus. Deelnemingen. Kijk, als gemeente Amsterdam
probeer je van alles en nog wat te regelen. Dat doen we via subsidies en dat doen we via
deelnemingen. Zo staat ook in het stuk ‘deelnemingen zijn en worden aangegaan om een
publiek belang te borgen’. Om het publiek belang te borgen. ‘Publieke belangen zijn
belangen waarvan de behartiging voor de samenleving als geheel wenselijk is en die de
politiek zich om deze reden aantrekt” Dus we moeten hier een maatschappelijk belang
vertegenwoordigen. En dan heb ik een vraag aan dit college, met name aan de wethouder:
wat is het publieke belang van de gemeente Amsterdam om aandelen in Schiphol te
hebben? Wat is daar het publieke belang van? Wat doet de gemeente Amsterdam via die
aandelen met Schiphol? Het ligt niet op het grondgebied. Het brengt massatoerisme
hiernaartoe. En elke keer als we dit aankondigen en zeggen dat we in willen zetten op krimp
via actief aandeelhouderschap zegt dit college ‘nee’. Moties worden weggestemd, want ze
zijn niet duidelijk genoeg of zo. Ja, ik weet niet wat er duidelijker moet zijn in dat de
gemeente Amsterdam zich moet opstellen om het publieke belang te dienen om Schiphol
te laten krimpen. Want we kunnen hier dertigkilometerzones uitrollen over de stad om de
luchtkwaliteit te verbeteren, we kunnen particuliere bootjeseigenaren pesten om de
58
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
luchtkwaliteit te verbeteren, maar ondertussen hebben we aandelen in Schiphol. Ik zou de
wethouder graag een heel lang antwoord- Want ik heb echt heel veel spreektijd; anders
kom ik er in de tweede termijn op terug. Ik zou de wethouder willen uitdagen om mij dat
publieke belang- Wat dit college denkt te dienen met die aandelen. En als dat antwoord niet
duidelijk is en als dit college niet op krimp in wil zetten, zou ik willen voorstellen om de
aandelen dan maar te verkopen.
De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van Lammeren. Ik zie dat de heer Flentge
volgens mij in de eerste termijn ook nog een bijdrage had gevraagd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Voorzitter, een onderzoek over arbeidsomstandigheden onder
grondpersoneel en wat voor gevolgen dat heeft voor het veiligheidsbeleid. En dan ga je niet
het personeel enquêteren en vragen, maar dan vraag je de bazen. Dus niet de werkers,
niet het grondpersoneel, maar dan vraag je de bazen. En dan denk je dat dat een logische
verklaring in de media is. En iedereen doorziet het spel, want het is machtspolitiek. Pure
machtspolitiek. Dit is eigenlijk wel smerige machtspolitiek en misschien ook wel symbolisch
denk ik over de wijze waarop dit de afgelopen jaren ook is gegaan op Schiphol. Aan alle
kanten is eigenlijk de positie van de werkers onderuit geschoffeld. Al jarenlang vragen zij
om goede werkomstandigheden, veilige werkomstandigheden, ook voor de veiligheid van
henzelf. Maar niet alleen voor henzelf, maar ook voor het vliegverkeer. En eigenlijk worden
aan alle kanten hun rechten voortdurend- Of hun inspraak wordt eigenlijk voortdurend
geschoffeerd. Wie ook nu naar Schiphol kijkt, ziet een neoliberaal klein postzegelparadijsje,
want acht afhandelingsbedrijven in totaal. Dat is natuurlijk van de zotte. In de meeste
Europese steden zijn er slechts twee afhandelingsbedrijven. Dat betekent dat mensen
elkaar echt concurreren, elkaar de tent uit vechten. En uiteindelijk komt dat allemaal neer
op het bordje van de werkers van het grondpersoneel. Dat zijn uiteindelijk de mensen die
de rekening betalen. Want snelheid, snelheid gaat boven zorgvuldigheid. Lage lonen,
flexibel personeel, snel-snel-snel, veiligheidschecks worden verminderd. Dat is precies
hetgeen waar het personeel al jaren voor loopt te strijden of om te roepen en eigenlijk nog
heel weinig weerklank heeft gekregen van allerlei- Nou ja, vooral het ministerie, zou je
kunnen zeggen, maar ook van de bazen op Schiphol. Ik spreek de wethouder en het college
natuurlijk aan op ons aandeelhouderschap van Amsterdam. Want ik vind dat wij daar iets
tegenover moeten stellen.
Allereerst, deelt de wethouder de mening dat dit echt niet kan? Hoe analyseert hij
de situatie? En is hij bereid om met kracht af te wijzen wat hier is gebeurd door het
ministerie: het geklooi — noem ik het maar even — met het onderzoek — wat ik echt een
walgelijke vertoning vind. En vervolgens, is de wethouder ook bereid om voor een nieuw
onderzoek te pleiten? Een nieuw onderzoek. Wie het ook gaat doen, maar een partij die
voor iedereen een acceptabele partij is. En tenslotte, wil de wethouder gaan strijden voor
betere arbeidsomstandigheden, een betere veiligheid op Schiphol? Niet alleen voor de
werkers, maar uiteindelijk ook voor het vliegverkeer en de veiligheid van de luchtvaart in
brede zin.
De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Flentge. Ik kijk even naar de raad of er nog
behoefte is aan het voeren van het woord in de eerste termijn. Dat is niet het geval.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt voor de
beantwoording van de vragen en het preadvies op de ingediende motie.
59
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Wethouder EVERHARDT: Dank voor de inbreng. Ja, Schiphol. Laat ik zeggen dat
ik ook geschrokken ben van de berichtgeving gister. Laat ik daar gewoon heel eerlijk in zijn:
daar ben ik ook van geschrokken. Laat ik ook zeggen, dat ik inderdaad heb gezegd: ik wil
zo snel mogelijk een bestuurlijk overleg. Dat is nu in de maak. Dus ik ga die zorgen ook
delen. Ik ga het bespreekbaar maken. Ik zie ook dat er communicatie is geweest vanuit de
opdrachtgever, het ministerie. De SP-fractie gaf dat ook aan, de PvdA-fractie gaf dat ook
aan, zeg ik via u als voorzitter. En dat daar ook weer een gesprek uit gaat volgen met de
betrokken partijen, inclusief ook de werknemersorganisatie FNV. Dus ik ga me daartoe
verstaan. Ik ga inderdaad ook contact opnemen met het ministerie: wanneer gaat dat
gesprek dan plaatsvinden; en ik wil die uitkomsten ook horen. Allereerst wil ik inderdaad
met Schiphol gaan spreken over hun punt en hun verhaal bij deze publicatie van gisteren.
Ik heb dat inderdaad tot nu toe ook alleen uit de pers kunnen vernemen. Dus dat wil ik
horen. Kom ik daarop terug? Jazeker. Laat dat ook helder zijn. Gaan we kijken hoe we daar
verder mee om gaan. En ik wil ook graag horen hoe dat gesprek inderdaad — zoals in de
brief van 2 november; ik heb hem hier liggen — is gecommuniceerd met de Kamer, en dat
daar inderdaad het vijfpartijengesprek plaats gaat vinden en wat de uitkomsten daarvan
zijn. Dat is in ieder geval wat ik ga doen.
De tweede vraag die ook is gesteld: ga ik me hard maken voor die goede
arbeidsomstandigheden? U kent onze inzet. Wij vinden dat belangrijk vanuit
maatschappelijk verantwoord ondernemen, MVO. Dat is vanuit alle deelnemingen. De
sociale vestigingseisen, we zitten daar ook bovenop. Daar is dit wel deels het onderzoek
van. Het lijkt een beetje eng te zijn opgezet. Dat wil ik ook weten: hoe is nou die opzet
geweest? Schiphol, leg nog eens een keer uit. Ook het ministerie, geef graag daar
commentaar op. Dus ik zal me daar voor blijven inzetten. Dit zijn de stappen die ik ga
nemen. En ik kom daar bij u op terug.
(De heer FLENTGE: Dank, wethouder. Dank dat u het op wilt nemen en
dat u het ook bespreekbaar wilt maken. Dat is nog wel de vraag die ik nog
even heb om het iets preciezer te duiden: bent u ook bereid om te bepleiten
dat er gewoon een onderzoek moet komen bij het grondpersoneel, zodat
we ook precies weten wat daar leeft, wat zij vinden dat er moet gebeuren
en waar wat hun betreft de grote problemen zitten als het gaat over
onveiligheid, maar ook vaak de ongezonde werkomstandigheden waarin zij
werken?)
Ik begrijp uw vraag op dit moment. Wat ik constateer, is dat het ministerie een
onderzoek heeft besteld. Daar is een rapport uit verschenen. Ik ben ook geschrokken van
die communicatie daarover gisteren en de publicatie daaromheen. Ik wil het eerst even
afgepeld hebben. Ik wil ook weten wat uit dat gesprek tussen die partijen gaat volgen, wat
ook in die Kamerbrief is aangegeven, wat de consequenties zijn van dit onderzoek, inclusief
denk ik ook de publicaties die daar gisteren over zijn geweest — en ik heb ook begrepen dat
de Tweede Kamer daar ook weer vragen over heeft gesteld — wat daar de uitkomsten van
zijn. Als ik dat goed heb begrepen, goed inzichtelijk heb, kom ik bij u terug met ook een
antwoord op deze vraag die u stelt. Ik wil eerst graag die informatie hebben en daarna zal
ik inderdaad de volgende stappen bepalen en hier wel of niet voor gaan pleiten, indachtig
de uitkomsten van deze gesprekken. Want misschien komt het hier wel uit naar voren. En
dan vind ik het een krachtigere stap om daarbij aan te sluiten dan dat zelf te gaan bepleiten.
(De heer FLENTGE: Maar het gaat uiteindelijk om arbeidsomstandigheden
en de relatie daarbij met veiligheid. Dat was de oproep, toch? Dan zou het
toch heel logisch zijn dat het eerste wat je doet, als je de
arbeidsomstandigheden wil bekijken, dat je dan de werkers gaat
60
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
enquêteren en gaat vragen. Dan is het toch niet een heel gekke
overvragen, ook aan u, om als grote aandeelhouder te zeggen: nou, dat
lijkt me op zich een logische stap; dan ga ik dat nog met elkaar bespreken,
maar dat is wel mijn inzet in ieder geval.)
De VOORZITTER: Ik geef zo het woord aan de wethouder. Ik wijs de heer Flentge
erop dat hij nu wel door zijn spreektijd heen is.
Wethouder EVERHARDT: Nee, maar dat is wat ik nu ook ga doen. Ik lees ook
vanuit de publicaties van gister dat er geen enquêtes specifiek zijn gedaan bij bepaalde
werknemers. Dat is voor mij ook de vraag die ik daar hardop ga stellen. Dus daarin ga ik u
bedienen. Wat daar het antwoord op is en hoe dat nou verder wordt opgepakt, dat wil ik
dus ook inderdaad gaan toetsen, ook bij het ministerie en ook bij die vijf partijen.
[]
De VOORZITTER: Nou, u heeft nog een- De heer Boutkan sowieso niet, want die
staat al veel verder in de min. U- Maar dan moet u het echt in tien seconden doen. Gaat uw
gang.
(De heer FLENTGE: Dat u de vraag stelt, is prima. Maar wat ik aan u vraag:
om het inzet te maken. Dus één stapje verder te gaan. En dan te vragen
hoe het gekomen is, maar de inzet nog steeds te laten zijn dat er een
enquête, een onderzoek, komt naar de werkers zelf, hoe zij de
arbeidsomstandigheden op Schiphol ervaren.)
Wethouder EVERHARDT: Mijn inzet is dus: die aandacht vragen voor die
arbeidsomstandigheden is per definitie mijn inzet. Dus dat zal ik inderdaad gaan
overbrengen. Of het nou met een extra onderzoek bij dit onderzoek zal moeten gaan
plaatsvinden of anderszins, daarover kom ik echt bij u terug. Dus mijn inzet is om inderdaad
écht de nadruk te leggen op die arbeidsomstandigheden. U kunt mij daarop aanspreken dat
ik dat ga doen. Dat ga ik ook doen. Ik koppel dat aan u terug. En of dat via dit onderzoek,
een ander onderzoek- Ik wil ook weten wat die vijf partijen daarover gaan vinden, wat daar
de uitkomst van is. En dan kunnen we kijken hoe we dat verder kunnen pleiten.
De VOORZITTER: Vervolgt u de beantwoording, alstublieft.
Wethouder EVERHARDT: Ja, dan, meneer de voorzitter, over het publieke belang,
zoals door Partij voor de Dieren is aangegeven, van Schiphol. Het publieke belang is
natuurlijk dat multimodale knooppunt wat daar ligt en wat bijdraagt aan die internationale
verbondenheid van de stad Amsterdam. Wat ook belangrijk is, is dat het de
werkgelegenheid voor de omgeving dient. En ook in zijn directe uitwerking van een
internationaal vestigingsklimaat, maar ook werkgelegenheid van bedrijvigheid die in en om
Schiphol plaatsvinden. Dit is het publieke belang wat hiermee wordt geborgd. Daar is in het
verleden ook uitvoerig discussie over geweest, ook in deze raad, waarbij toen met recht en
reden door uw raad is gekozen, is besloten, om dit publieke belang te blijven behartigen,
ook via de rol van het aandeelhouderschap. Ik zie nu geen verandering in posities daarin
of een verandering in omstandigheden om te zeggen dat we dat nu zou moeten
heroverwegen op dit moment. U kent ons beleid rond deelnemingen. Dat is dat we elke
keer op gezette tijden dat analyseren voor alle deelnemingen, dat met u als raad gaan delen
en dat u als raad daar de keuzes in kan maken. Doordat je dat aandeelhoudersbelang hebt
61
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
— ik heb net een mooi voorbeeld in de discussie over een onderzoek over veiligheid, over
arbeidsomstandigheden, dat heeft plaatsgevonden — kan de aandeelhouder in dit geval —
namens het college ben ik dat — daar aandacht voor vragen, nadruk worden nagevraagd,
om daar het belang ook weer te behartigen. Dat is het verhaal voor Schiphol.
Dan tenslotte, meneer de voorzitter, kom ik op de motie, waarin ik lees: geen
financiële coronasteun te verlenen. Ik hoorde in de mondelinge toelichting dat dat over
financiële coronasteun van Amsterdam gaat. Dat vind ik wel even een belangrijk punt om
hier ook even hardop te zeggen. Is dat ik hem zo interpreteer. Maar ik heb het inderdaad
ook mondeling toegelicht gehoord gekregen door de indiener. Dat als zij niet transparant
rapporteren over die bezoldiging inderdaad die steun dan niet te verlenen. Ik denk dat we
daar al een voorbeeld van hebben gehad. Ik ben zeer tevreden over dat we in ieder geval
drie deelnemingen zover hebben gekregen in de tussentijd om wel die openheid te geven.
Ik begrijp deze motie zoals die is ingediend. Ik heb ook geen enkel bezwaar dat die zal
worden aangenomen.
De VOORZITTER: Oké, duidelijk. Tweede termijn van u, meneer Van Lammeren?
Ja. Dan maak ik in de tussentijd nog even gebruik om, aangezien veel partijen geen ruimte
meer hebben voor het plaatsen van interrupties, kan ik me voorstellen dat de raad
misschien nog wel behoefte heeft om even van de wethouder te horen binnen welke termijn
er teruggekoppeld zou kunnen worden met betrekking tot de grondmedewerkers. Dat had
u toegezegd volgens mij, maar de termijn ontbrak nog even.
Wethouder EVERHARDT: Ja, dat is natuurlijk even afhankelijk van de precieze
agenda's die getrokken moeten worden en ook dat gesprek landelijk. Daar heb ik geen
invloed op. Maar zodra ik dat weet, kom ik even bij u terug wat het schema zal gaan worden,
want ik ben afhankelijk van andere gespreksvoerders.
De VOORZITTER: Prima. Duidelijk. Dank u wel daarvoor.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Het antwoord van de wethouder verbaast me niet,
omdat dit natuurlijk wel een beetje de lijn van dit college is. Klimaat is belangrijk, maar nu
even niet. Groen is belangrijk, maar nu even niet. Volksgezondheid is belangrijk, maar nu
even niet. Want wij offeren alles op het altaar van de economie. Als je vraagt naar ‘wat is
het publieke belang’, dan is het groei, internationale groei, internationale lijstjes. Je zou bijna
denken dat deze wethouder van D66 is.
En dat is jammer. Een paar feiten. Schiphol stoot meer uit, is in deze stad
verantwoordelijk voor 80%, 90% als je het afzet tegen de uitstoot van COz. Als dat honderd
zou zijn, je zou Amsterdam meenemen, stoot Schiphol 80% tot 90% uit van die hele bubbel.
Oftewel, zolang we niks aan Schiphol doen, kunnen we spaarlampen indraaien tot sint-
juttemis: het heeft geen enkele zin. Omwonenden- Het onderzoek loopt nog, maar er is een
tussenrapportage geweest, naar gezondheidsschade voor omwonenden. Het RIVM heeft
in een tussenrapportage geconcludeerd dat dat niet heel erg- Daar word je niet heel erg
vrolijk van. En de eindrapportage is in de maak. En dan zullen we zien dat al die fijnstof die
in de lucht wordt uitgestoten schadelijk is voor de volksgezondheid. Door Schiphol kunnen
we niet bouwen. Nu staat er in het collegeakkoord — en dat neem ik dit college echt kwalijk;
en de burgemeester bovendien — en dat is aangenomen door de raad, dat we Schiphol niet
zouden laten groeien. Maar wat schetst mijn verbazing: er staat een handtekening onder
van onze burgemeester. Tot tweemaal toe. Nu is de burgemeester niet aanwezig. Daar
62
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
gaan we het de volgende keer in de raad over hebben. Maar het is dit college — want ik heb
ernaar gevraagd — deze wethouder, die zegt: ja, dit is ook namens het college ondertekend,
de lobbybrief naar het rijk om Schiphol te laten groeien en snel een besluit te nemen over
Lelystad Airport. Dat staat er allemaal in. Wij offeren de gezondheid en het klimaat op het
altaar van de economie. En weet u, u bent in de meerderheid: ga zo door, maar kom niet
binnenkort tijdens de verkiezingen dat we klimaatpartij één tot en met zesenzestig zijn. Dat
soort flauwekul wil ik gewoon niet meer horen. En ook niet van GroenLinks, die altijd zeggen
dat ze voor krimp van Schiphol zijn, maar elke keer als er een motie wordt ingediend, dan
schijnt de motie niet duidelijk genoeg te zijn. Het publieke belang ‘economie! is niet het
belang van Partij voor de Dieren. Partij voor de Dieren gaat voor welzijn en niet voor
welvaart. Ik hoef niet op een internationaal lijstje te staan. En ik hoef niet de multinationals
met nul belasting in Amsterdam te hebben. Het is een andere keuze. Ik hoop dat de kiezer
dat in maart herkent. En dit college hecht — ik vind het echt heel erg dat het college nooit
hun aandelen in wil zetten als machtsmiddel richting Schiphol. Want neem dan een keer de
echte lobby op en hou op met drie zonnepanelen op Schiphol te bouwen en zeggen ‘ja, we
gaan voor klimaatneutraal’. Dat klopt. De gebouwen en de verlichting zullen ooit wel
klimaatneutraal worden, maar de vliegtuigen zijn dat niet. En dan wel hier maatregelen
aannemen dat we geen fossielvrije reclames meer in de openbare ruimte mogen worden-
En kijk, wat goed zijn we bezig. Maar ondertussen het belang van Schiphol verdedigen. Het
is penny wise, pound foolish.
De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Van Lammeren. Zijn er nog andere leden
die nog spreektijd hebben en behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Everhardt.
Wethouder EVERHARDT: U kent de inzet van dit college rond Schiphol. Er zijn
duidelijke afspraken gemaakt ook gewoon in het coalitieakkoord. Wij hebben in de
commissie het debat gehad over inderdaad de specifieke brief. Ik ga ervanuit dus dat u daar
dan de volgende raad nog een keertje op terug gaat komen. Maar de kern daarvan is dat
er wordt gepleit voor een multimodaal knooppunt. Waarbij ook de alternatieven van de trein
enorm belangrijk zijn. Waarbij de alternatieven van ‘hoe kom je daar’, de bus en de fiets,
enorm belangrijk zijn. Dat is het debat wat we ook in de commissie daarover hebben
gevoerd. U kent de inzet van ons college. Wij staan erachter.
(De heer VAN LAMMEREN: Kan de wethouder dan uitleggen dat er in
diezelfde lobbybrief staat dat er snel een besluit moet worden genomen
over Lelystad Airport? Is dan de inzet van dit college dat Lelystad Airport
niet open moet gaan?)
Een snel besluit kan twee kanten op gaan: niet of wel.
(De heer VAN LAMMEREN: Maar wat was het doel van de handtekening
van dit college? Dat Lelystad Airport dichtgaat of dat het opengaat? Want
er staat een handtekening onder en de wethouder heeft in de commissie
gezegd dat dit namens het college getekend is.)
Dat er een snel besluit zou komen.
(De heer VAN LAMMEREN: Oké, dus het college denkt niet na of Schiphol
open of dicht moet, maar er zet er wel een handtekening onder. Dat
probeert de wethouder mij nu te laten geloven?)
Het gaat niet zozeer over Schiphol, want volgens mij hebben we daar een duidelijk
punt over: multimodaal knooppunt. En over Lelystad snel een antwoord.
63
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dat waren de interrupties van de heer Van Lammeren. Dat was
ook uw bijdrage in de tweede termijn. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit
agendapunt en gaan wij door naar het laatste agendapunt van vandaag.
De discussie wordt gesloten.
39.
Afronding commissieactualiteit
39a.
Actualiteit van het lid Vroege inzake de metrostoring van 20 november 2021
(commissie MLW)
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
Motie van het lid Vroege inzake Onderzoek naar ontvlechting metrodienstregeling
als kortetermijnoplossing, nr. 813.21.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__Ín samenwerking met Vervoerregio Amsterdam en de huidige concessiehouder
{exploitant (GVB) de mogelijkheden te onderzoeken om, al dan niet tijdelijk, de
metrodienstregeling te “ontvlechten”.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER: Zoals de regels van de pilot zijn, kan de heer Vroege dat heel
kort toelichten, is er geen ruimte voor interrupties, vervolgens geeft het college een
preadvies en that's it.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege.
De heer VROEGE: Schiphol, als het aan D66 ligt, kom je daar binnenkort ook met
de metro, maar dan moet die metro wel rijden. Dat is een probleem, die wij momenteel in
de stad ervaren: hij rijdt te vaak niet. Dat ligt aan het nieuwe beveiligingssysteem. Of
misschien niet aan het systeem, maar aan ons metronetwerk. En een motie waarin ik het
college oproep om niet alleen hard door te werken aan het systeem te verbeteren, maar
ook na te denken of we onze eigen metro-infrastructuur ook niet aan moeten passen aan
een systeem wat eigenlijk gebruikelijk is in de hele wereld, namelijk ontvlochten rijden, zodat
in de toekomst metro en systeem beter op elkaar passen en we minder vaak stilstaan.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder De Vries voor een preadvies op
de motie.
Wethouder DE VRIES: Voorzitter, het is inderdaad zo dat er op dit moment meer
dan gemiddelde uitval van metro's is. Tussen de 1% en 3% van de metro's valt uit en dat is
meer dan we normaal hebben. Oftewel, dat 97% van de metro's wel rijdt. Maar als je daar
als reiziger staat en jouw metro valt uit, is dat natuurlijk heel vervelend. Dat heeft met het
beveiligingssysteem te maken, maar inderdaad ook met een aantal andere zaken,
eigenschappen van ons metrosysteem, die het ingewikkeld maken, naast vervlochten
64
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
rijden. Waarvan ik niet precies kan inschatten of dat de grootste veroorzaker is. Ook de
leeftijd van de metrostellen, die wij gebruiken.
De heer Vroege doet een beleidsvraag: kan onderzocht worden of dat ontvlochten
rijden kan en wat dat betekent en wat het ook helpt voor deze specifieke problematiek. Wij
gaan daar graag op in, want wij waren daar zelf ook al mee bezig. En deze motie
onderstreept dan ook het belang ervan. Ik wil er overigens wel bij zeggen dat er heel veel
plekken in de wereld zijn waar men vervlochten rijdt. Overigens ook wel weer met de
grootste problemen daaromtrent, die wij dan ook ervaren. Maar het heeft voor de reiziger
natuurlijk ook voordelen, als je vervlochten rijdt. Dat zullen we ook allemaal in ons
onderzoek in kaart brengen.
De VOORZITTER: Dank u wel. Dan zijn wij daarmee aan het einde gekomen van
agendapunt 39.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dat betekent ook dat we daarmee aan het einde zijn gekomen
van onze agenda. Het is om precies 16.27 uur. Wij hebben altijd een halfuur schorsing
voordat de stemming begint. Dat betekent dat ik de vergadering schors tot 16.57 uur en dat
we dan gaan stemmen.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Dan gaan we beginnen met de stemmingen. U heeft allemaal
de stemlijst als het goed is voor u liggen. We gaan het weer per agendapunt doen. Ik zal
steeds per agendapunt vragen of iemand nog behoefte heeft aan het afleggen van een
stemverklaring.
Afwezig bij de stemming: mevrouw A.L. Bakker (Partij voor de Dieren), de heer
N.T. Bakker (SP), mevrouw Bosman (D66), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), mevrouw
Rooderkerk (D66), de heer Veldhuyzen (BIJ1)
3.
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel Een lokaal verankerde economie:
Community Wealth Building in Zuidoost van de leden Roosma, Blom, Nadif, Biemond,
Türkkol en Schreuders en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke
initiatiefvoorstel VN2021-029329
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Initiatiefvoorstellen lezen we altijd zeer
zorgvuldig. Zo ook deze. Ik heb mijn collega’s in Zuidoost gesproken, die grotendeels
enthousiast waren over het voorstel. Zuidoost verdient dit ook absoluut. Wij zijn zelf
begonnen met Open Hiring, maar het economisch aspect van dit voorstel is ons weinig
liberaal en daarom zullen wij tegen stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma voor een stemverklaring.
65
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De heer BOOMSMA (stemverklaring): Ja, ik zie heel veel van waarde in dit
initiatiefvoorstel, wat ik ook zou kunnen steunen. Maar omdat er ook bijvoorbeeld naar
erfpacht wordt verwezen als een geweldig middel om Community Wealth Building te doen,
kan ik daar toch niet mee instemmen.
De VOORZITTER: Dan, geen andere stemverklaringen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-029329.
De voordracht VN2021-029329 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-029329 met de stemmen
van JA21, VVD, CDA, Partij van de Ouderen en Forum voor Democratie tegen is
aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-029329.
De VOORZITTER: Met felicitaties voor de indieners.
4.
Vaststellen van het Beleidskader Buurtrechten VN2021-029700
De VOORZITTER: Zijn er leden die daarover een stemverklaring nog willen
afleggen? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-029700.
De voordracht VN2021-029700 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-029700 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-029700.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege (nr. 809.21).
De motie-Vroege (nr. 809.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege (nr. 809.21) met algemene
stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig (nr. 810.21).
De motie-Kilig (nr. 810.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig (nr. 810.21) is verworpen met de
stemmen van DENK en NIDA voor.
66
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Grooten en Vroege (nr. 819.21).
De motie-Grooten en Vroege (nr. 819.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Grooten en Vroege (nr. 819.21) met
algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Grooten (nr. 820.21).
De motie-Grooten (nr. 820.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Grooten (nr. 820.21) met algemene
stemmen is aangenomen.
5.
Instemmen met de Toekomstvisie drinkwater VN2021-027992
De VOORZITTER: Zijn er leden die behoefte hebben aan het afleggen van een
stemverklaring? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-027992.
De voordracht VN2021-027992 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-027992 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-0279.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Bloemberg-lssa en Kreuger
(nr. 828accent.21).
De motie-Boomsma, Bloemberg-lssa en Kreuger (nr. 828accent.21) wordt bij zitten
en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Bloemberg-lssa en Kreuger
(nr. 828accent.21) met algemene stemmen is aangenomen.
10.
Vaststellen van de Ontwikkelstrategie Landschapspark De Oeverlanden VN2021-
030585
De VOORZITTER: Is er nog behoefte aan het afleggen van een stemverklaring?
Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Flentge (nr. 801.21).
Het amendement-Flentge (nr. 801.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
67
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Flentge (nr. 801.21) is
verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, CDA, ChristenUnie, Partij voor
de Dieren en SP voor.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Flentge (nr. 802.21).
Het amendement-Flentge (nr. 802.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Flentge (nr. 802.21) is
verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren,
SP en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-030585.
De voordracht VN2021-030585 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-030585 met de stemmen
van Partij voor de Dieren tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-030585.
Aan de orde is de stemming over de motie-Warmerdam, Vroege en Boutkan (nr.
803.21).
De motie-Warmerdam, Vroege en Boutkan (nr. 803.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Warmerdam, Vroege en Boutkan (nr.
803.21) is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie,
JA21, DENK en NIDA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kuiper (nr. 822.21).
De motie-Kuiper (nr. 822.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kuiper (nr. 822.21) is verworpen met
de stemmen van NIDA, DENK, JA21, Partij voor de Dieren, ChristenUnie, Partij van de
Ouderen en Forum voor Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-Issa (nr. 830.21).
De motie-Bloemberg-lssa (nr. 830.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa (nr. 830.21) is
verworpen met de stemmen van VVD, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij
voor de Dieren, DENK en NIDA voor.
11.
68
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Instemmen met de afwijking van het TAC-advies ten behoeve van de
herontwikkeling van sportpark Spieringhorn VN2021-030681
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een
stemverklaring.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): Ik heb een stemverklaring over
motie 831.21. De wethouder gaf aan dat die motie eigenlijk overbodig was. Daarnaast wil
Partij voor de Dieren helemaal geen school in de hoofdgroenstructuur. Daarom zullen wij
tegen stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Ook wij zullen tegen de voordracht
stemmen, voorzitter, vanwege het bouwen in de hoofdgroenstructuur.
De VOORZITTER: Oké, dus u stemt tegen de voordracht om de reden die u net
noemde.
Mevrouw VAN SOEST: Ja.
De VOORZITTER: Oké. Dan gaan we, als er geen behoefte aan andere
stemverklaringen is, stemmen.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 824.21).
Het amendement-Bloemberg-lssa (nr. 824.21) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-Issa (nr. 824.21) is
verworpen met de stemmen van Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren
en DENK voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-030681.
De voordracht VN2021-030681 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-030681 met de stemmen
van Partij van de Ouderen, ChristenUnie en Partij voor de Dieren tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-030681.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen en Van Pijpen (nr. 831.21).
De motie-Van Renssen en Van Pijpen (nr. 831.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
69
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen en Van Pijpen (nr.
831.21) is aangenomen met de stemmen van PvdA, DENK, GroenLinks, SP, D66, CDA en
Forum voor Democratie voor.
13.
Instemmen met de investeringsbeslissing Banne Noord voor de eerste twee fases
tot 2024 en het beschikbaar stellen van een krediet voor de herinrichting van vijf groene
hoven en het zuidelijk deel van het park VN2021-032317
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger voor een stemverklaring.
De heer KREUGER (stemverklaring): We zullen gewoon instemmen met deze
voordracht, maar we nemen wel nadrukkelijk afstand van de warmtenetten die ook in dit
voorstel zitten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kilig voor een stemverklaring.
Mevrouw KILIG (stemverklaring): Ook wij stemmen wel voor, maar wel met een
kanttekening. We spreken de hoop uit dat vooral mensen uit de buurt in de sociale en
middenhuur woningen in die woningen zullen gaan wonen en het college niet de
sociaaleconomische positie probeert te verbeteren door middel van gentrificatie.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een
stemverklaring.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Ja, voorzitter, het zal niet verbazen,
maar vanwege de warmtenetten kunnen wij niet voor stemmen voor 13 en 14.
De VOORZITTER: Dus ook alvast een stemverklaring voor 14, begrijp ik. Ja. Oké,
bij deze genoteerd.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-032317.
De voordracht VN2021-032317 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-032317 met de stemmen
van Partij voor de Dieren en Partij van de Ouderen tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-032317.
14.
Instemmen met het verlenen van financiële dekking uit het Klimaatfonds voor
subsidies voor het aardgasvrij maken van bedrijven en maatschappelijke organisaties en
de Banne Noord VN2021-026674
De VOORZITTER: De heer Van Lammeren had al een stemverklaring afgelegd.
Zijn er andere leden die bij agendapunt 14 nog een stemverklaring willen afleggen? Dat is
volgens mij niet het geval.
70
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-026674.
De voordracht VN2021-026674 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-026674 met de stemmen
van Partij van de Ouderen, CDA, Partij voor de Dieren, JA21, VVD, Forum voor Democratie
en NIDA tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-026674.
15.
Instemmen met het initiatiefvoorstel De Kinderdonut van het lid Nadif en
kennisnemen van de bestuurlijke reactie VN2021-028006
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma voor een stemverklaring.
De heer BOOMSMA (stemverklaring): Ja, dat is De Kinderdonut. Kijk, kinderen zijn
altijd in principe heel conservatief, want ze zijn bezig met groei en consumptie en geloven
heel erg in goed en kwaad. Maar ik vind niet dat ze altijd een mening hebben die op dezelfde
manier serieus moet worden genomen als volwassenen, want ze moeten gewoon nog heel
veel leren. Dus daarom stem ik tegen dit initiatiefvoorstel.
De VOORZITTER: Graag stilte in de zaal. Het betreft inderdaad agendapunt 15,
het instemmen met het initiatiefvoorstel De Kinderdonut — dat was ik nog vergeten te
zeggen. Als er geen andere stemverklaringen zijn, dan wil ik graag-
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kuiper voor een stemverklaring.
Mevrouw KUIPER (stemverklaring): Wij zullen wel voor stemmen, alhoewel wij wel
aarzelingen hadden, omdat het niet zozeer om kinderen gaat eigenlijk. De naam van het
voorstel is een beetje vreemd, want eigenlijk gaat het gewoon om volwassen mensen.
Desalniettemin, het klimaat is ontzettend belangrijk en het argument dat met name de
jongere generatie ook betrokken kan worden bij de eigen toekomst vinden we wel
belangrijk. De afweging is uiteindelijk gemaakt om dan wel voor te stemmen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-028006.
De voordracht VN2021-028006 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-028006 met de stemmen
van VVD, CDA, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen en JA21 tegen is
aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-028006.
De VOORZITTER: Dan wil ik mevrouw Nadif van harte feliciteren met aanname van
haar voorstel.
71
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
16.
Vaststellen van de Amsterdamse nota gezondheidsbeleid 2021-2025 VN2021-
023794
De VOORZITTER: Zijn er nog leden die behoefte hebben aan het afleggen van een
stemverklaring? Dat is niet het geval. Nee, dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Pijpen, Flentge, La Rose
en Boomsma (nr. 827.21).
Het amendement-Van Pijpen, Flentge, La Rose en Boomsma (nr. 827.21) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Pijpen, Flentge, La Rose
en Boomsma (nr. 827.21) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-023794.
De voordracht VN2021-023794 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-023794 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-023794, met inachtneming van de daarin als
gevolg van aanneming van het amendement-Van Pijpen, Flentge, La Rose en Boomsma
(nr. 827.21) aangebrachte wijzigingen.
19.
Kennisnemen van het Onderwijshuisvestingsprogramma 2022 PO, VO en (V)SO
en het beschikbaar stellen van de hiervoor benodigde middelen VN2021-029492
De VOORZITTER: Daar ga ik zo dadelijk de stemming openen voor de voordracht,
tenzij er nog behoefte is aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-029492.
De voordracht VN2021-029492 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-029492 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-029492.
20.
Vaststellen van het beleidskader Amsterdamse aanpak gezinsmigranten vanaf
2022 VN2021-029734
72
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Zijn er nog leden die daarover een stemverklaring willen
afleggen? Nee.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-029734.
De voordracht VN2021-029734 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-029734 met algemene
stemmen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-029734.
22.
Kennisnemen van de Najaarsnota 2021, vaststellen van de begrotingsmutaties en
de taakveldenraming behorende bij de Najaarsnota 2021 en vaststellen van enkele
afzonderlijke besluiten verband houdend met de Najaarsnota 2021 VN2021-029808
Aan de orde is de stemming over het amendement-Boomsma, Torn, Bloemberg-
Issa en Nanninga (nr. 829accent.21).
Het amendement-Boomsma, Torn, Bloemberg-lssa en Nanninga (nr.
829accent.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Boomsma, Torn, Bloemberg-
Issa en Nanninga (nr. 829accent.21) is verworpen met de stemmen van VVD, CDA, Forum
voor Democratie, Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, JA21, DENK
en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-029808.
De voordracht VN2021-029808 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-029808 met de stemmen
van NIDA, DENK, JA21, ChristenUnie, VVD, CDA en Partij van de Ouderen tegen is
aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-029808.
25.
Instemmen met het afwegingskader voor de inzet van de reserve voor de aankoop
van vastgoed ten behoeve van de ambities uit de aanpak binnenstad VN2021-030964
De VOORZITTER: Zijn er leden die behoefte hebben aan het afleggen van een
stemverklaring? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Kuiper (nr. 798.21).
Het amendement-Kuiper (nr. 798.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
73
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Kuiper (nr. 798.21) is
verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA,
ChristenUnie, Partij voor de Dieren, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-030964.
De voordracht VN2021-030964 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-030964 met de stemmen
van Partij van de Ouderen en ChristenUnie tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-030964.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boutkan en Ernsting (nr. 833.21).
De motie-Boutkan en Ernsting (nr. 833.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boutkan en Ernsting (nr. 833.21) is
aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen en JA21 tegen.
27.
Niet-ontvankelijk verklaren van de ingediende bezwaren tegen het besluit tot het
bekrachtigen van de geheimhouding van achttien documenten over de voorbereiding van
de Vernieuwing van het Erfpachtstelsel VN2021-030701
De VOORZITTER: Zijn er leden die een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet
het geval.
Aan de orde is de stemming over de voordracht VN2021-030701.
De voordracht VN2021-030701 wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht VN2021-030701 met de stemmen
van CDA, Forum voor Democratie, DENK en NIDA tegen is aangenomen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder VN2021-030701.
28.
Kennisnemen van de artikelen over zelfmoord van een brandweerman mogelijk als
gevolg van structurele pesterijen VN2021-029328
De VOORZITTER: Daar is een motie ingediend, namelijk motie 815.21. Is er nog
behoefte aan het afleggen van een stemverklaring?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz voor een stemverklaring.
74
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De heer YILMAZ (stemverklaring): Gisteren had ik aangegeven dat we nog zouden
nadenken over de motie. De motie willen we intrekken.
De VOORZITTER: Kan dat nog?
De heer YILMAZ: Gisteren gaf u aan dat we er vandaag over- Of tenminste, dat we
vandaag konden aangeven-
De VOORZITTER: Ja, in het Reglement van Orde staat ‘tot het moment van
stemming’. En het moment van stemming was zeer nabij, maar u was nog net op tijd. Dus
motie 815.21 is bij deze ingetrokken.
De motie-Yilmaz (nr. 815.21) maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De raad heeft kennisgenomen van de artikelen over zelfmoord van een
brandweerman mogelijk als gevolg van structurele pesterijen, vermeld onder VN2021-
029328.
29.
Kennisnemen van het onderzoek inzake ongewenste omgangsvormen VN2021-
032318
De VOORZITTER: Is er behoefte aan het afleggen van een stemverklaring?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een
stemverklaring.
De heer VAN SCHIJNDEL (stemverklaring): Ik vind de terminologie van
ongewenste omgangsvormen extreem ruim. Dat is een risico. Het zou kunnen betekenen
dat politieke bestuurders geen schrobberingen meer kunnen uitdelen voor slecht werk wat
door hoge ambtenaren is geleverd, omdat die dan gaan dreigen met klachten en zo.
Daarom zal ik tegen deze motie stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring.
De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Allereerst dank aan mevrouw Poot voor
deze motie. Door een klein technisch-procedureel dingetje sta ik helaas niet op deze motie,
maar ik heb al eerder benadrukt dat ik echt met alle liefde had willen ondertekenen. Ik steun
deze van harte.
Aan de orde is de stemming over de motie-Poot, Van Dantzig, Roosma, Boomsma,
Boutkan, Van Soest, Nanninga, Yilmaz, Kuiper en Flentge (nr. 799.21).
De motie-Poot, Van Dantzig, Roosma, Boomsma, Boutkan, Van Soest, Nanninga,
Yilmaz, Kuiper en Flentge (nr. 799.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Poot, Van Dantzig, Roosma, Boomsma,
Boutkan, Van Soest, Nanninga, Yilmaz, Kuiper en Flentge (nr. 799.21) is aangenomen met
de stemmen van Forum voor Democratie tegen.
75
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De raad heeft kennisgenomen van het onderzoek inzake ongewenste
omgangsvormen, vermeld onder VN2021-032318.
30.
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de onderzoeksresultaten
Beoordelingscommissie Goed Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel VN2021-030436
De VOORZITTER: Daar is één motie ingediend. Die zal zo dadelijk in stemming
worden gebracht. Dat betreft motie 800.21. Zijn er nog leden die behoefte hebben aan een
stemverklaring? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Fockert en La Rose (nr. 800.21).
De motie-De Fockert en La Rose (nr. 800.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Fockert en La Rose (nr. 800.21) met
algemene stemmen is aangenomen.
De raad heeft kennisgenomen van de raadsinformatiebrief over de
onderzoeksresultaten Beoordelingscommissie Goed Zedelijk Gedrag Gemeentepersoneel,
vermeld onder VN2021-030436.
31.
Kennisnemen van de vaststelling van het mobiliteitsplan Nieuw-West VN2021-
029729
De VOORZITTER: Er is een reeks van moties ingediend, die ook in stemming zullen
worden gebracht. Is er nog behoefte aan het afleggen van een stemverklaring?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Yilmaz voor een stemverklaring.
De heer YILMAZ (stemverklaring): Voorzitter, motie 825.21 van collega Boutkan
gaat over een onderzoek naar mogelijk goedkoper OV. Daar zijn we voor. Er staat in de
overwegingen, constateren we ook iets over Agenda Autoluw. Ik wil wel duidelijk maken dat
we tegen Agenda Autoluw zijn. Tenminste, tegen hoe de uitvoering nu is. Maar we zijn wel
voor een onderzoeksmotie. Dus we zullen uiteindelijk wel voor stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege voor een stemverklaring.
De heer VROEGE (stemverklaring): Over dezelfde motie. Wij zullen tegen
stemmen, omdat de wethouder duidelijk heeft gemaakt dat wij als lokale overheid niet over
de prijzen van het OV gaan. Deze motie lijkt ons dan ook grotendeels overbodig.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Mbarki voor een stemverklaring.
De heer MBARKI (stemverklaring): Voorzitter, ik wil graag een stemverklaring
afleggen over motie 834.21. Dat gaat namelijk over het ontmoedigen van autobezit in
76
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Nieuw-West. Zolang er geen fijnmazigheid is van het openbaar vervoer en de prijs ook nog
niet betaalbaar is, zijn wij voornemens hiertegen te stemmen, want de auto is op dit moment
in Nieuw-West een belangrijk vervoermiddel.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring.
De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Ik sluit me aan bij de heer Vroege.
Inderdaad, wij als gemeente gaan er niet over. We hebben meerdere malen de poging
gewaagd om daar iets aan te veranderen. Toen was de heer Boutkan zelf heel vaak tegen.
Dus ik vind het een beetje raar om nu deze motie in te dienen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Ik ondersteun de heer Mbarki over de
vorige motie. Maar ik heb het over 835.21, weg met de zeventig kilometer. Laten we eerst
eens gaan proberen of er beter gehandhaafd kan worden in plaats van dat we nu weer gaan
zeggen: we gaan naar dertigkilometerzones.
De VOORZITTER: En daarom stemt u tegen deze motie.
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Dus daarom ben ik tegen deze motie.
De VOORZITTER: Dan gaan wij, als er verder geen stemverklaringen zijn,
stemmen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Flentge (nr. 805.21).
De motie-Flentge (nr. 805.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Flentge (nr. 805.21) is verworpen met
de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, CDA, ChristenUnie,
Partij voor de Dieren, SP, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz en Kreuger (nr. 806accent.21).
De motie-Yilmaz en Kreuger (nr. 806accent.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz en Kreuger (nr. 806accent.21)
is aangenomen met de stemmen van D66 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 807.21).
De motie-Yilmaz (nr. 807.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 807.21) is verworpen met
de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, Partij van de Ouderen, JA21, DENK
en NIDA voor.
71
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Yilmaz (nr. 808.21).
De motie-Yilmaz (nr. 808.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Yilmaz (nr. 808.21) is verworpen met
de stemmen van NIDA, DENK, JA21, Partij voor de Dieren, CDA, VVD en Forum voor
Democratie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boutkan (nr. 825.21).
De motie-Boutkan (nr. 825.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boutkan (nr. 825.21) is aangenomen
met de stemmen van NIDA en D66 tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting en Vroege (nr. 834.21).
De motie-Ernsting en Vroege (nr. 834.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting en Vroege (nr. 834.21) is
aangenomen met de stemmen van GroenLinks, D66, SP, Partij voor de Dieren en
ChristenUnie voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting (nr. 835.21).
De motie-Ernsting (nr. 835.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting (nr. 835.21) is aangenomen
met de stemmen van NIDA, DENK, JA21, CDA, VVD, Forum voor Democratie en Partij van
de Ouderen tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger, Yilmaz en Boomsma (nr.
840.21).
De motie-Kreuger, Yilmaz en Boomsma (nr. 840.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger, Yilmaz en Boomsma (nr.
840.21) is aangenomen met de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de
Ouderen, CDA, ChristenUnie, Partij voor de Dieren, D66, JA21, DENK en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 841.21).
De motie-Kreuger (nr. 841.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 841.21) met algemene
stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger, Yilmaz en Boomsma (nr.
842accent.21).
78
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De motie-Kreuger, Yilmaz en Boomsma (nr. 842accent.21) wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger, Yilmaz en Boomsma (nr.
842accent.21) is aangenomen met de stemmen van SP tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kreuger (nr. 843.21).
De motie-Kreuger (nr. 843.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kreuger (nr. 843.21) is verworpen met
de stemmen van VVD, Forum voor Democratie, CDA, Partij van de Ouderen, Partij voor de
Dieren, JA21, DENK en NIDA voor.
De raad heeft kennisgenomen van de vaststelling van het mobiliteitsplan Nieuw-
West, vermeld onder VN2021-029729.
32.
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van de motie van
het lid Vroege van D66 over e-bikes VN2021-030863
De VOORZITTER: Er zijn een drietal moties ingediend. Is er behoefte aan het
afleggen van een stemverklaring? Ja, de heer Van Schijndel wil een stemverklaring
afleggen. Graag een korte, krachtige stemverklaring.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een
stemverklaring.
De heer VAN SCHIJNDEL (stemverklaring): Ja, voorzitter, wij zullen voor deze
motie stemmen, omdat weer een nieuw vervoermiddel erbij te veel gedoe en verandering
geeft.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti voor een stemverklaring.
De heer TAIMOUNTI (stemverklaring): Voorzitter, wij zullen tegen deze motie
stemmen, precies het tegenovergestelde van de heer Van Schijndel: juist meer
vervoersmiddelen, meer mogelijkheden en gewoon goed reguleren.
De VOORZITTER: U zei ‘tegen deze moties’. Het zijn drie moties. Dus voor welke
motie legt u nu een stemverklaring- […] Oké, u zegt: tegen de- Via de microfoon. Meneer
Taimounti, u legt een stemverklaring af voor alle drie de moties.
De heer TAIMOUNTT: Ja.
De VOORZITTER: Oké, duidelijk. Dan gaan we gewoon stemmen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Ernsting en Marttin (nr. 811.21).
79
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De motie-Vroege, Ernsting en Marttin (nr. 811.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Ernsting en Marttin (nr. 811.21)
is aangenomen met de stemmen van DENK en NIDA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Ernsting en Marttin (nr. 812.21).
De motie-Vroege, Ernsting en Marttin (nr. 812.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Ernsting en Marttin (nr. 812.21)
is aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen, DENK en NIDA tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Ernsting en Vroege (nr. 836.21).
De motie-Ernsting en Vroege (nr. 836.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Ernsting en Vroege (nr. 836.21) is
aangenomen met de stemmen van Partij van de Ouderen en NIDA tegen.
De raad heeft kennisgenomen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van
de motie van het lid Vroege van D66 over e-bikes, vermeld onder VN2021-030863.
34.
Kennisnemen van de uitkomsten expertmeeting over kwaliteit huurwoningen in
Amsterdam VN2021-030503
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger voor een stemverklaring.
De heer KREUGER (stemverklaring): Ja, hoe sympathiek de motie ook is, ja,
volgens mij hebben die huurders al gewoon rechten, alleen die moeten even gewoon, ja,
verankerd en gehandhaafd worden. Dus we zullen hem daarom niet steunen.
De VOORZITTER: Welke motie heeft u het over?
De heer KREUGER: 34.
De VOORZITTER: Ja, maar er zijn vier moties ingediend.
De heer KREUGER: Excuus. Dat is de motie van DENK, lobby, huurders meer
recht geven. Ik zie even het nummer niet.
De VOORZITTER: Motie 816accent.
De heer KREUGER: 816accent.21.
De VOORZITTER: De stemverklaring heeft daar betrekking op. Duidelijk. Dan gaan
wij stemmen over de ingediende moties.
80
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig (nr. 816accent.21).
De motie-Kilig (nr. 816accent.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig (nr. 816accent.21) is aangenomen
met de stemmen van JA21, VVD, CDA en Forum voor Democratie tegen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Kilig (nr. 817.21).
De motie-Kilig (nr. 817.21) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Kilig (nr. 817.21) is verworpen met de
stemmen van VVD, Forum voor Democratie, Partij van de Ouderen, ChristenUnie, Partij
voor de Dieren, JA21, denk en NIDA voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig
en Van Dantzig (nr. 837.21).
De motie-Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig en Van Dantzig (nr. 837.21) wordt
bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig
en Van Dantzig (nr. 837.21) met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig
en Van Dantzig (nr. 838.21).
De motie-Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig en Van Dantzig (nr. 838.21) wordt
bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig
en Van Dantzig (nr. 838.21) met algemene stemmen is aangenomen.
De raad heeft kennisgenomen van de uitkomsten expertmeeting over kwaliteit
huurwoningen in Amsterdam, vermeld onder VN2021-030503.
35.
Kennisnemen van het onderzoek gedragsmaatregelen corona en welbevinden
Amsterdam VN2021-032492
De VOORZITTER: Dan gaan wij nu stemmen over agendapunt 35, het
kennisnemen van het onderzoek gedragsmaatregelen corona en welbevinden Amsterdam,
waarbij ik alvast opmerk dat wij over motie 839.21 zo dadelijk op verzoek van de heer Van
Schijndel een hoofdelijke stemming zullen hebben.
Zijn er leden die behoefte hebben aan het afleggen van een stemverklaring?
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Martens voor een stemverklaring.
Mevrouw MARTENS (stemverklaring): Ik zou graag een stemverklaring af willen
leggen over motie 839.21. Allereerst wil de VVD uitdrukkelijk uitspreken dat de vergelijking
81
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
van FvD tussen de volgens FvD bestaande maatschappelijke isolatie van vrijwillig niet-
gevaccineerden en wat er is gebeurd met de Amsterdamse Joodse bevolking tussen de
jaren '30 en ’40 buitengewoon verwerpelijk te vinden. Dan inhoudelijk. De VVD deelt niet
de overweging van FvD dat de regering nalatig is geweest en is blij met de toezegging van
de wethouder om in gesprek te blijven met de sector. De VVD zal daarom tegen deze motie
stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren voor een
stemverklaring.
De heer VAN LAMMEREN (stemverklaring): Ja, voorzitter, ik vond het echt een
misselijkmakend debat, en niet vanuit het college, maar vanuit mensen uit deze
gemeenteraad. Partij voor de Dieren wil daar verre van blijven. Ik heb me echt gestoord aan
de inhoud van het debat. Over de inhoud. We hebben gekeken naar de motie. Partij voor
de Dieren is van mening dat corona een ziekte is die nooit meer weggaat. Dus dat dat ook
in de reguliere zorg thuishoort en niet aparte ziekenhuizen. Vandaar dat we tegen deze
motie zullen stemmen.
De VOORZITTER: U heeft allemaal recht op het afleggen van een stemverklaring.
Ik wil wel zeggen: een stemverklaring is wel “ik stem voor of tegen motie x of y‚, omdat…’.
Het mag ook ‘dit en dit en dit en daarom stem ik tegen deze motie’. Maar dat is wel de vorm.
En niet een nabeschouwing van het debat.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Kuiper voor een stemverklaring.
Mevrouw KUIPER (stemverklaring): Dan hou ik het kort, voorzitter. Ik wil graag een
stemverklaring geven. Ik ga tegen deze motie stemmen, om het gevaar te vermijden dat
het stemgedrag van wat wij hier vertonen wordt uitgelegd ten negatieve. En het tekort aan
personeel is tot op heden een groter probleem dan bedden en locaties waar deze bedden
zouden moeten staan. Dus deze motie focust op slechts één oplossing van een probleem
wat veel complexer is. En dus stem ik tegen.
De VOORZITTER: Dank u wel. Een duidelijke stemverklaring.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig voor een
stemverklaring.
De heer VAN DANTZIG (stemverklaring): Ja, voorzitter, D66 zal tegen deze motie
stemmen. Niet alleen vanwege de mogelijke vergelijkingen die Forum voor Democratie
maakt met de Tweede Wereldoorlog, maar ook zeker omdat dit maar een deel van een
oplossing is. Er is een veel grotere aanpak nodig. Het zou zeer goed zijn om dit in de
reguliere zorgketen te beleggen. En daar moet volgens mij alle aandacht voor zijn.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge voor een stemverklaring.
De heer FLENTGE (stemverklaring): Die heeft met behoorlijke walging inderdaad
naar het debat geluisterd, helaas. Tegelijkertijd ook het voorstel ook op inhoud bekeken en
zie ik op dit moment dat de wethouder zegt ‘nu even niet’. En dat is ook precies het
voorbehoud wat ik maak: nu eventjes niet en dat kan wellicht over een korte periode anders
zijn.
82
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: En daarom-
De heer FLENTGE (stemverklaring): Sorry, voorzitter. Daarom is het nu op dit
moment tegen.
De VOORZITTER: Tegen deze motie 839.21. Oké.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Kreuger voor een stemverklaring.
De heer KREUGER (stemverklaring): Ja, ook over de motie van de heer Van
Schijndel. Wij zullen tegen deze motie stemmen, omdat dit eigenlijk een landelijke
aangelegenheid is en het niet zo heel veel zin heeft om ons hierin te mengen. Maar de
oproep om meer IC-bedden steunen wij in principe wel. Maar we gaan er gewoon niet over.
De VOORZITTER: Andere stemverklaringen nog? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Pijpen en Boomsma (nr. 818.21).
De motie-Van Pijpen en Boomsma (nr. 818.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Pijpen en Boomsma (nr. 818.21)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Pijpen (nr. 832.21).
De motie-Van Pijpen (nr. 832.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Pijpen (nr. 832.21) met algemene
stemmen is aangenomen.
De VOORZITTER: Dan gaan we nu over tot hoofdelijke stemming over motie
839.21. Ik zal een nummertje trekken om te bepalen met wie de stemming begint. Dat is
35. Dat is toevalligerwijs de heer Van Schijndel. Dan wil ik stilte in de zaal. Ik ga zo dadelijk
startend bij de heer Van Schijndel alle leden opnoemen. Als uw naam wordt opgeroepen,
kunt u aangeven of u voor of tegen de motie bent. Dus alleen het woord ‘voor’ of ‘tegen’.
Luid en duidelijk, alstublieft. En ik zal zelf als laatste mijn stem uitbrengen. Dan beginnen
we met de stemming over motie 839.21.
De heer VAN SCHIJNDEL: Voor.
De heer SCHREUDERS: Tegen.
Mevrouw VAN SOEST: Tegen.
De heer TAIMOUNTI: Tegen.
De heer TÜRKKOL: Tegen.
83
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 __Raadsnotulen
De heer VINK: Tegen.
De heer VROEGE: Tegen.
De heer WARMERDAM: Tegen.
De heer YILMAZ: Tegen.
De heer BIEMOND: Tegen.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Tegen.
De heer BLOM: Tegen.
De heer BOOMSMA: Tegen.
De heer BOUTKAN: Tegen.
De heer VAN DANTZIG: Tegen.
De heer ERNSTING: Tegen.
De heer FLENTGE: Tegen.
Mevrouw DE FOCKERT: Tegen.
De heer GROEN: Tegen.
Mevrouw GROOTEN: Tegen.
Mevrouw HEINHUIS: Tegen.
Mevrouw IJMKER: Tegen.
Mevrouw KILIG: Tegen.
De heer KREUGER: Tegen.
Mevrouw EL KSAIHI: Tegen.
Mevrouw KUIPER: Tegen.
De heer VAN LAMMEREN: Tegen.
Mevrouw MARTENS: Tegen.
Mevrouw MARTTIN: Tegen.
De heer MBARKI: Tegen.
84
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
Mevrouw NADIF: Tegen.
Mevrouw NANNINGA: Tegen.
Mevrouw NAOUM NEHME: Tegen.
Mevrouw VAN PIJPEN: Tegen.
Mevrouw POOT: Tegen.
Mevrouw VAN RENSSEN: Tegen.
Mevrouw ROOSMA: Tegen.
Mevrouw LA ROSE: Tegen.
De heer TORN: Tegen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Schijndel (nr. 839.21) is verworpen
met 38 stemmen tegen en 1 stemmen voor.
Bij de hoofdelijke stemmingen van de motie-Van Schijndel (nr. 839.21) heeft de
voorzitter (het raadslid Torn) zijn stem niet na de heer Taimounti uitgebracht, maar als
laatste.
De raad heeft kennisgenomen van het onderzoek gedragsmaatregelen corona en
welbevinden Amsterdam, vermeld onder VN2021-032492
36.
Kennisnemen van de brief over maatregelen verhogen vaccinatiegraad corona in
Amsterdam VN2021-032489
De VOORZITTER: Daarvoor is ingediend een motie 823.21 en ik kijk of er nog
behoefte is aan het afleggen van een stemverklaring. Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de motie-De Grave-Verkerk, Van Pijpen, La Rose
en Warmerdam (nr. 823.21).
De motie-De Grave-Verkerk, Van Pijpen, La Rose en Warmerdam (nr. 823.21)
wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-De Grave-Verkerk, Van Pijpen, La Rose
en Warmerdam (nr. 823.21) met algemene stemmen is aangenomen.
De raad heeft kennisgenomen van de brief over maatregelen verhogen
vaccinatiegraad corona in Amsterdam, vermeld onder VN2021-032489
37.
Kennisnemen van het Jaarverslag Deelnemingen 2020 VN2021-030868
85
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Ook daar is een motie ingediend: 826.21. Zijn er leden die
daarover een stemverklaring willen afleggen? Dat is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de motie-Boutkan, Flentge, Türkkol en Nadif (nr.
826.21).
De motie-Boutkan, Flentge, Türkkol en Nadif (nr. 826.21) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Boutkan, Flentge, Türkkol en Nadif (nr.
826.21) is aangenomen met de stemmen van CDA tegen.
39.
Afronding commissieactualiteit
39a.
Actualiteit van het lid Vroege inzake de metrostoring van 20 november 2021
(commissie MLW)
De VOORZITTER: Daarvoor is ingediend motie 813.21. Zijn er leden die daarover
een stemverklaring willen afleggen”?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ernsting voor een stemverklaring.
De heer ERNSTING (stemverklaring): Wij zullen voor de onderzoeksmotie
stemmen, maar wel in de uitleg van de wethouder, waarbij ook de nadelen van ontvlechting
worden meegenomen. Want het klinkt wel leuk technocratisch ‘ontvlechten’, maar dat heeft
grote gevolgen voor de reiziger, want dat betekent dat mensen hun directe verbinding
kwijtraken en vaker moeten overstappen. Maar het onderzoek is altijd goed.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge voor een stemverklaring.
De heer FLENTGE (stemverklaring): Ja, precies om die reden stemmen wij tegen,
want ontvlechting betekent gewoon dat een metrolijn In tweeën wordt geknipt. En als je een
onderzoek doet een bepaalde richting op, dan is het ook uiteindelijk heel logisch dat vaak
ook uiteindelijk een einddoel gaat worden. Ik denk dat dat niet goed is.
De VOORZITTER: Verder nog leden die een stemverklaring willen afleggen? Dat
is niet het geval.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege (nr. 813.21).
De motie-Vroege (nr. 813.21) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege (nr. 813.21) is aangenomen met
de stemmen van SP tegen.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de stemmingen en ook
van deze raadsvergadering. Dank ik u allen voor uw bijdrage, aanwezigheid en alles. En
zien wij elkaar in deze zaal graag weer over drie weken terug. Ik sluit de vergadering.
86
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
De VOORZITTER sluit de vergadering om 17.42 uur.
87
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
INDEX
804.21 Motie van het lid Flentge inzake goed fijnmazig openbaar vervoer in Nieuw-West
805.21 Motie van het lid Flentge inzake de route van de Westtangent, buslijn 369 … …...3
806.21 Motie van de leden Yilmaz en Kreuger inzake oude OV-routes 21 en 61
terugbrengen naar de Eendracht … … nnee eneen enneneev ennen rennenervennenenr ennn d
806accent.21 Motie van de leden Yilmaz, Kreuger en Flentge inzake terugbrengen OV-
routes naar de Eendracht … nennen eneen enneneerennenereveneneevensevenennene nennen 2
807.21 Motie van het lid Yilmaz inzake het Mobiliteitsplan Nieuw-West (samenvoegen
maatregelen A4 en A1) nnen enneerenenneerenenneerenenneneenenveeren enne eeevenneee vennen
808.21 Motie van het lid Yilmaz inzake het Mobiliteitsplan Nieuw-West (schrappen van
maatregel OV2) … nnn ennneenneerenneer anneer eneeenneeren enen ennereneerenveen eneen vereen eend
811.21 Motie van de leden Vroege, Ernsting en Marttin inzake E-steps uitsluiten als deel-
huurvervoer in stedelijk gebied … … nnen eneen ennenervenneneervennneerennenenennene 2
812.21 Motie van de leden Vroege, Ernsting en Marttin inzake onderzoek mogelijkheid tot
uitzzonderen van gebieden voor E-steps en andere LEV's … nennen. 29
813.21 Motie van het lid Vroege inzake Onderzoek naar ontvlechting metrodienstregeling
als kortetermijnoplossing … nennen ennen er enneeeenenneeeenennveern ennen enneeernenneernennnerr en
816.21 Motie van het lid Kilig, inzake een lobby starten om huurders meer rechten te geven
om achterstallig onderhoud af te dwingen … nnn onnnnnnnennneeerennneeen eneen eneen neen OÔ
816accent.21 Motie van het lid Kilig, inzake een lobby om huurders meer rechten te geven
817.21 Motie van het lid Kilig, inzake nieuwe afspraken over aanpak van achterstallig
onderhoud …………...nnn nennen enneerenenneerenennverrnennnnvenenneeernenneeernenneveenennnnvenennn verven OÔ
818.21 Motie van de leden Van Pijpen en Boomsma inzake corona zelftesten voor
IL |
823.21 Motie van de leden De Grave-Verkerk, Van Pijpen, La Rose en Warmerdam inzake
vaccinatie voorlichting aan zwangere vrouwen en vrouwen met een kinderwens … …..41
825.21 Motie van het lid Boutkan inzake prijsdifferentiatie in het openbaar vervoer ….…17
826.21 Motie van de leden Boutkan, Flentge, Turkköl en Nadif inzake het Jaarverslag
Deelnemingen 2020 (Geen financiële steun voor deelnemingen die zich niet aan
transparantie beloning houden) … nnn onnnenerenneeeerenneeeenenneeeenenneenneennernenne en
832.21 Motie van het lid Van Pijpen inzake ondersteuning veiligheid zorgverleners ….…41
834.21 Motie van de leden Ernsting en Vroege inzake Mobiliteitsplan Nieuw-West: meer
ruimte voor woningen en groen in plaats van gratis parkeren …… nnen
835.21 Motie van het lid Ernsting inzake Mobiliteitsplan Nieuw-West: weg met 70 km/u!.5
836.21 Motie van de leden Ernsting en Vroege inzake afhandeling motie e-bikes:
handhaving ‘hack-bikes’… nanne ennen enneneenenneneenenneenneensenervennenernennene nennen 2
837.21 Motie van de leden Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig, en Van Dantzig inzake
de kwaliteit huurwoningen in Amsterdam (ambitie wegwerken achterstallig onderhoud
particuliere beleggers) … … nnee enneerenenneerenenneerreeeenenenenverenenveeervenneee nnee OO
838.21 Motie van de leden Boomsma, Van Renssen, Flentge, Kilig, en Van Dantzig inzake
de kwaliteit huurwoningen in Amsterdam (gesprek met corporaties over wegwerken
achterstallig onderhoud) … … nnee enneeeerenneeeenenneeereeneneeerenneeernenneernennerre en O
839.21 Motie van het lid Van Schijndel inzake extra coronaziekenhuizen… … 42
840.21 Motie van de leden Kreuger, Yilmaz en Boomsma inzake het Mobiliteitsplan Nieuw
West (Ongelijkvloerse Kruising Meer en Vaart) … nnn eeneeennerenneen eneen 1 Î
841.21 Motie van het lid Kreuger inzake het Mobiliteitsplan Nieuw West (Heldere uitleg
bezoekersregeling) … nnn onneeenerenneerenennverenenneerenenneneerenneerenennverevenveeervennnneeen ee Î Ô
88
Jaar 2021 Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
Vergaderdatum 2 dec. 2021 Raadsnotulen
842.21 Motie van Motie van de leden Kreuger, Yilmaz en Boomsma inzake het
Mobiliteitsplan Nieuw West (Verbeteren van de doorstroom op de S106/Amsterdamse
Baan) … nanne eeen eneeeenenneeeenenneeeenenneeerrvenvnernennnernenneervenneveervennvervennevervennnne nennen 12
842accent.21 Motie van de leden Kreuger, Yilmaz en Boomsma inzake het Mobiliteitsplan
Nieuw West (Verbeteren van de doorstroom op de S106/Amsterdamse Baan) … …….26
843.21 Motie van het lid Kreuger inzake het Mobiliteitsplan Nieuw West (Dekking
Ongelijkvloerse Kruising Meer en Vaart) …… nnen eneen ennen eneernneer eneen eneen 2
VN2021-029729 Kennisnemen van de vaststelling van het mobiliteitsplan Nieuw-West „3
VN2021-030543 Kennisnemen van het KNMI-rapport Klimaatsignaal '21: Hoe het klimaat
in Nederland snel verandert... ennen enneneerenneneerennenervenenseevennevervennene nennen OÛ
VN2021-030701 Niet-ontvankelijk verklaren van de ingediende bezwaren tegen het besluit
tot het bekrachtigen van de geheimhouding van achttien documenten over de
voorbereiding van de Vernieuwing van het Erfpachtstelsel nnen eneen 2
VN2021-030863 Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over de afhandeling van de
motie van het lid Vroege van D66 over e-bikes …… … nnen ennen enne enen 20
VN2021-030868 Kennisnemen van het Jaarverslag Deelnemingen 2020 … 57
VN2021-032489 Kennisnemen van de brief over maatregelen verhogen vaccinatiegraad
corona in Amsterdam … … nnn anneenne nennen enneerenenneerenenereevenveerenenveerenenvere ennn ÂÔ
VN2021-032492 Kennisnemen van het onderzoek gedragsmaatregelen corona en
welbevinden Amsterdam … … nnn enneerenenneeeeneneereeeeenerenenneerenenveerevenne eere
89
| Raadsnotulen | 89 | test |
x Gemeente Amsterdam J C
% Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur,
Lokale Media en Monumenten
% Gewijzigde agenda, donderdag 3 december 2015
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale Media en
Monumenten
Tijd 9.00 uur tot 12.30 uur
NB: DE VERGADERING WORDT MOGELIJK DE VOLGENDE WEEK IN EEN
AVONDDEEL VOORTGEZET
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie JC
d.d. 12 november 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieJC @raadsgriffie.amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 3 december 2015
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 _ Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
e Actualiteit van het duo-raadslid Laseur (CDA) inzake de uitwerking van het
stedelijk toelatingsbeleid op de Vrije school in Amsterdam Noord.
10 Rondvraag
Monumenten
11 Vaststellen van de nieuwe Erfgoedverordening Amsterdam en intrekken van de
vorige Erfgoedverordening met inbegrip van de verordeningen van de stadsdelen
Nr. BD2015-015184
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
e De leden van de Raadscommissie voor Wonen en Bouwen zijn hierbij uitgenodigd.
Kunst en Cultuur
12 Herzien atelier en broedplaatsenbeleid 2015 Nr. BD2015-016739
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 20 januari 2016).
2
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 3 december 2015
Jeugd
13 Wijzigen van de verordening op de zorg voor de jeugd Amsterdam Nr. BD2015-
014141
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
Diversiteit
14 Vaststellen Uitvoering Roze Agenda Nr. BD2015-017252
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
15 Vaststellen beleidskader antidiscriminatie 2015-2019 Nr. BD2015-017421
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering JC van 12 november 2015.
16 Vaststellen verordening Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam Nr. BD2015-
017422
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
e _Deleden van de Raadscommissie voor Algemene Zaken zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 12 november.
Onderwijs
17 Vaststellen onderwijshuisvestingsprogramma’s voortgezet en (voortgezet)
speciaal onderwijs Nr. BD2015-017429
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering JC van 12 november 2015.
3
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 3 december 2015
18 Beschikbaar stellen kredieten voor het programma onderwijshuisvesting Primair
Onderwijs 2016 Nr. BD2015-017428
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering JC van 12 november 2015.
19 Wijzigen verordening tot wijziging van de Verordening op het Lokaal
Onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam 2014 Nr. BD2015-016052
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
20 Vaststellen beleidsbrief ‘Burgerschap in het onderwijs’ Nr. BD2015-01 7091
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
Jeugd
21 Plan van aanpak Borgen van Veiligheid van kwetsbare gezinnen in Amsterdam
Nr. BD2015-016978
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissies voor Algemene Zaken en voor Zorg en Sport zijn
hierbij uitgenodigd.
22 Kennis nemen van het Plan van aanpak Vechtscheidingen Nr. BD2015-017426
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen van 15 oktober en 12 november.
23 Kennis te nemen van de 2e bestuursrapportage 2015 nieuwe jeugdstelsel
Amsterdam Nr. BD2015-017427
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 12 november.
4
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 3 december 2015
Diversiteit
24 Agenda 2015 Adviesraad Diversiteit en Integratie Nr. BD2015-017425
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Blom (GrLí).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering JC van 17 september 2015.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen van 15 oktober en 12 november.
25 Vele afwijzingen in zoektocht naar stage of leerwerkplek Nr. BD2015-017437
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Flentge (SP).
Onderwijs
26 Initiatiefvoorstel van de raadsleden Flentge (SP) en Paternotte (D66) getiteld:’
Laat kinderen niet thuiszitten’ Nr. BD2015-017416
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Flentge (SP) en Paternotte (D66)
e _Indieners zullen in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 27.
27 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel "Laat kinderen niet thuiszitten" van D66
en SP Nr. BD2015-014848
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 26.
5
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 3 december 2015
28 Initiatiefvoorstel leden Groen (GL), Bosman (D66), Blom (GL) en Paternotte
(D66) getiteld: ‘Groene Scholen’ Nr. BD2015-017430
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Groen (GrlLi), Bosman (D66), Blom (GrLi) en
Paternotte (D66).
e _Indieners zullen in de commissie aangeven of behandeling in de raad gewenst is.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 12 november.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 29.
29 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel Groene scholen Nr. BD2015-017431
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 12 november.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 28.
30 Onderwijs aan asielzoekers en andere nieuwkomers Nr. BD2015-017420
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van lid Moorman (PvdA).
e Was TKN7 in de Commissievergadering van 12 november 2010.
31 Voortgangsrapportage Amsterdamse Leraren- en scholenbeurzen PO VO MBO
2015-16 Nr. BD2015-017432
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen van 15 oktober en 12 november.
32 Beantwoording schriftelijke vragen van raadslid Shahsavari-Jansen inzake de
toekomst van ouderparticipatiecrêches Nr. BD2015-017433
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering 12 november.
33 Stimuleren van ouderbetrokkenheid en een goede samenwerking tussen ouder
en school Nr. BD2015-015289
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
6
Gemeente Amsterdam J C
Raadscommissie voor Onderwijs, Jeugd, Diversiteit en Integratie, Kunst en Cultuur, Lokale
Media en Monumenten
Gewijzigde agenda, donderdag 3 december 2015
3 Decentralisaties
34 Wijze van uitvoering motie Innovatie Sociaal Domein (809') Nr. BD2015-016662
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Diversiteit
35 Vaststellen nota vrouwenemancipatie 2015-2018 Nr. BD2015-010967
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
Onderwijs
36 Vaststellen Vluchtelingenbeleid 2015 - 2018 Nr. BD2015-018004
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 16 december 2015).
e _Deleden van de Raadscommissies voor Werken en Economie en voor Wonen en
Bouwen zijn hierbij uitgenodigd.
7
| Agenda | 7 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1704
Datum akkoord 20 december 2016
Publicatiedatum 21 december 2016
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius van 10 november
2016 inzake het vervangen van de bewakingsposten bij Joodse instellingen door
camera's.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Op 10 november 2016 werd bekend dat de bewakingsposten die sinds geruime tijd
noodzakelijk zijn voor de veiligheid van Joodse gebouwen en instellingen zullen
worden vervangen door “geavanceerde camera's”.
De VVD wil meer duidelijkheid over de achtergrond van dit besluit. De veiligheid van
Joodse gebouwen, instellingen en organisaties moet te allen tijde zoveel mogelijk
gewaarborgd worden in Amsterdam. Er bestaat nog steeds een onmiskenbare
dreiging richting Joodse instellingen in heel Amsterdam, waardoor de (gemeentelijke)
overheid een belangrijke taak heeft om zorg te dragen voor de veiligheid van haar
joodse inwoners en bezoekers.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Yesilgöz-Zegerius, namens de fractie van
de VVD, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
1. Wat is er veranderd aan de veiligheidssituatie en het dreigingsniveau waardoor
er nu besloten is dat de bewakingscontainers bij Joodse gebouwen verdwijnen?
Antwoord:
Om het statisch toezicht een meer structurele invulling te geven, heeft de
driehoek besloten om geavanceerde politiecamera's bij Joodse instellingen te
plaatsen. Daarmee maken de bewakingscontainers plaats voor een efficiëntere
en effectievere invulling van het statisch toezicht door de politie.
2. Rondom veel Joodse gebouwen is nu ook al cameratoezicht aanwezig. Betekent
dit besluit dat er meer camera’s worden bijgeplaatst? Worden huidige camera’s
vervangen door andere types?
Antwoord:
Daar waar er al camera's aanwezig zijn, worden deze niet vervangen door andere
type camera's. Vanuit veiligheidsoverwegingen kan ik geen nadere mededelingen
doen over de aard en omvang van het totale pakket aan maatregelen bij Joodse
objecten.
1
Jaar 2016 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer cember 2016 Schriftelijke vragen, donderdag 10 november 2016
3. Is het college het met de VVD eens dat van de fysieke zichtbaarheid van
bewakingscontainers een sterkere preventieve werking uitgaat dan van
cameratoezicht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Het college kan zich voorstellen dat er een preventieve werking van bewakings-
containers kan uitgaan. Dit neemt echter niet weg dat het instellen van
cameratoezicht, naar mening van het OM, de politie en de NCTV, een stap
voorwaarts betekent in het vergroten van de structurele weerbaarheid van Joodse
objecten.
4. Hoe beoordeelt het college het nut en de toegevoegde waarde van
de aanwezigheid van containers?
Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 3.
5. Iser, alvorens dit besluit te nemen, overleg gevoerd met (vertegenwoordigers
van) de Joodse gemeenschap? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Er is doorlopend sprake van overleg met de Joodse gemeenschap.
Het voornemen om cameratoezicht bij Joodse objecten te realiseren is daarbij
besproken. Welke veiligheidsmaatregelen de overheid treft, is uiteindelijk een
bevoegdheid van de overheid zelf.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | discard |
4 Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 23 augustus 2022
Portefeuille(s) Lucht- en Zeehaven en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Hester van Buren en Melanie van der Horst
Behandeld door GGD, Ruimte en Duurzaamheid en Economische Zaken en Cultuur.
Onderwerp Rapport Gezondheidsrisico’s ultrafijn stof rond Schiphol van het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu
Geachte leden van de gemeenteraad,
Amsterdam heeft in 2015 gevraagd om aan te dringen bij de staatssecretaris belast met de
portefeuille Luchtvaart om onderzoek te laten doen naar de gezondheidseffecten van ultrafijn stof
afkomstig van vliegtuigbewegingen.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (hierna: RIVM) is in 2017 dit
onderzoeksprogramma gestart in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
(hierna: lenW). Minister Harbers en staatssecretaris Heijnen (beiden lenW) hebben de Tweede
Kamer de derde en laatste rapportage van het ‘Onderzoekprogramma gezondheidsrisico’s
ultrafijn stof rond Schiphol’ gestuurd.
Uitkomsten onderzoek
Het onderzoeksprogramma bestaat uit drie deelstudies: Meten en berekenen’, ‘Acute effecten
van kortdurende blootstelling’ en ‘Studie naar de gezondheidseffecten op de lange termijn’. De
uitkomsten van de eerste twee deelstudies zijn in 2019 gepubliceerd. De rapportage van de derde
en laatste deelstudie naar de lange termijn gezondheidseffecten is gelijktijdig met de integrale
eindrapportage opgeleverd. Hierover heeft het college u geïnformeerd op 23 juni 2022.
Het RIVM concludeert hierin dat ultrafijn stof van vliegverkeer mogelijk effect heeft op het hart- en
vaatstelsel. Verder heeft blootstelling aan ultrafijn stof bij zwangeren mogelijk een nadelig effect
op de ontwikkeling van ongeboren kinderen. Er wordt gesproken over een mogelijk verband
omdat er nog te veel onzeker is om definitief te kunnen concluderen dat er een oorzakelijk
verband is. Er is onvoldoende bewijs gevonden voor effecten op het zenuwstelsel, psychische
gezondheid en het stofwisselingsstelsel. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor het veroorzaken
van luchtwegaandoeningen en effecten op de totale sterfte, sterfte rondom de geboorte en
algemene gezondheid. In het onderzoek naar lange termijn gezondheidseffecten zijn alleen
gezondheidsrisico’s van ultrafijnstof van vliegverkeer onderzocht. Ultrafijnstof van wegverkeer is
in deze deelstudie niet meegenomen.
Reactie van het Rijk
De kabinetsreactie sluit aan op de aanbevelingen van het advies van de Gezondheidsraad over de
gezondheidsrisico’s van ultrafijn stof van 15 september 2021. Eén van de aanbevelingen van de
Gezondheidsraad is om de leefomgeving zodanig in te richten dat langdurig verhoogde
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 augustus 2022
Pagina 2 van 5
blootstelling aan ultrafijn stof wordt beperkt. Dat kan bijvoorbeeld door woningen te bouwen op
zo groot mogelijke afstand van drukke (snel}wegen en overige ultrafijn stof bronnen, zoals
Schiphol. Het kabinet zal deze aanbeveling ook meenemen bij het opstellen van de
gebiedsagenda (NOVEX) voor de Schipholregio. Daarnaast is reeds een aantal maatregelen in
gang gezet, onder meer in het kader van het Actieplan ultrafijn stof Schiphol, gericht op schoner
en duurzamer verkeer van en naar de luchthaven. Schiphol heeft de ambitie om in 2030 een
emissie loze luchthaven te zijn op de grond.
Ook gaat het kabinet met de luchtvaartsector in gesprek over het ontzwavelen van kerosine, zoals
door de Gezondheidsraad in haar rapport van september 2021 is genoemd.
Inzet Amsterdam
Het college ondersteunt de reactie van het kabinet tot nader onderzoek en zet in op heldere
communicatie en gezamenlijk handelen in de regio, bijvoorbeeld door in regionaal verband te
pleiten voor langdurig gezondheidsonderzoek.
In opdracht van de gemeente Amsterdam, beheert de GGD het enige automatisch meetpunt voor
UFP in Nederland, in Amsterdam-Osdorp. In lijn hiermee heeft de Gezondheidsraad de
staatssecretaris van I&W geadviseerd om metingen van UFP toe te voegen aan het Landelijk
Meetnet Luchtkwaliteit. De voorbereiding daarvoor zijn in gang gezet door het kabinet. De GGD
Amsterdam zet de metingen van ultrafijnstof in Osdorp voort totdat een landelijk meetnet en
structurele financiering daarvoor vanuit het rijk beschikbaar zijn.
ledereen die woont en werkt rondom Schiphol moet dit in gezonde omstandigheden kunnen
doen. Hiervoor moet sterk ingezet worden op elektrificatie van de grondoperatie op Schiphol en
duurzame brandstoffen, zonder zwavel. Dit komt de leefomgeving en de luchtkwaliteit ten goede.
Amsterdam stelt deze inhoudelijke lijn voorop tijdens bilaterale gesprekken met Schiphol, als
aandeelhouder en in regionale overleggen. Amsterdam spreekt Schiphol aan op hun rol in
vermindering van de uitstoot van vliegtuigen. Zo heeft de wethouder Lucht- en zeehaven eind
2021 een serie gesprekken gevoerd met de CEO van Schiphol, de heer Dick Benschop, en de Raad
van Commissarissen van Schiphol over dit onderwerp. De wethouder Lucht- en zeehaven heeft
ook zorgen geuit over de gezondheid van medewerkers op platforms.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 augustus 2022
Pagina 3 van 5
Alle onderzoeken inclusief samenvattingen zijn te vinden via: www.rivm.nl/ultrafijnstofschiphol.
De meetstations en —-gegevens van ultrafijn stof (en andere componenten) zijn te bekijken op
www.luchtmeetnet.nl.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
KA PEEL Dieke)
ï 5 Ë
Hester van Buren Melanie van der Horst
Wethouder Lucht- en Zeehaven Wethouder Luchtkwaliteit
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 augustus 2022
Pagina 4 van 5
Bijlage: Toelichting op het onderzoek
In het onderzoek is de blootstelling aan UFP afkomstig van vliegverkeer bij omwonenden in de
wijde omgeving van Schiphol in kaart gebracht. Ultrafijn stof, verder aangeduid met de
internationaal gangbare afkorting UFP (ultrafine particles) is een mengsel van extreem kleine
deeltjes (kleiner dan o,1 micrometer, ofwel een tienduizendste van een millimeter). Deze deeltjes
kunnen vanwege hun geringe diameter diep in de longen en zelfs tot in de bloedbaan doordringen.
Dat het vliegverkeer een belangrijke bron is van UFP-uitstoot is een gevolg van het hoge
zwavelgehalte in kerosine. Vooral bij het starten, taxiën en landen komt UFP vrij omdat bij die
activiteiten de meeste brandstof per tijdseenheid in de vliegtuigmotor wordt verbrand. Het
studiegebied van het onderzoek naar lange termijneffecten omvat 30 gemeenten met ruim 2
miljoen inwoners in een gebied van 5o bij 56 kilometer rondom Schiphol. Er is gekozen voor een
groot gebied zodat gebieden met een hoge(re) blootstelling aan UFP kunnen worden vergeleken
met gebieden met een lage(re) blootstelling aan UFP. Het onderzoek laat zien dat de UFP-
concentraties nabij Schiphol aanzienlijk hoger liggen dan aan de randen van het studiegebied.
Hoewel wegverkeer ook UFP-uitstoot is in dit onderzoek naar lange termijneffecten alleen UFP
van vliegverkeer onderzocht. Er is gekeken naar de relatie tussen langdurige blootstelling aan UFP
afkomstig van vliegverkeer en effecten op: luchtwegen, hart- en vaatstelsel, zwangerschaps- en
geboorte-uitkomsten; luchtwegen; hart- en vaatstelsel, diabetes, zenuwstelsel effecten, en
algemene gezondheid (waaronder sterfte). Daarbij is rekening gehouden met de invloed van
andere luchtverontreinigende stoffen en van geluid. De relatie met gezondheid is weergegeven
door de gezondheid van de 5% mensen met de hoogste blootstelling te vergelijken met de 5% met
de laagste blootstelling.
Het onderzoek laat zien dat blootstelling aan ultrafijn stof van vliegtuigen rond Schiphol kan
mogelijk (‘indicatief bewijs’) leiden tot nadelige effecten op het hart- en vaatstelstel. In gebieden
met hoge concentraties zijn bijvoorbeeld meer mensen medicijnen tegen hartaandoeningen gaan
gebruiken dan in gebieden met lage concentraties. Verder heeft blootstelling aan ultrafijn stof bij
zwangeren mogelijk een nadelig effect op de ontwikkeling van ongeboren kinderen. Er wordt
gesproken van ‘mogelijk’ omdat er te veel onzeker is om definitief te kunnen concluderen dat er
een oorzakelijk verband is. Er zijn geen aanwijzingen dat langdurige blootstelling aan ultrafijn stof
de oorzaak is van aandoeningen aan de luchtwegen. Wel kunnen bestaande aandoeningen door
korte blootstelling tijdelijk verergeren. Er is nog onvoldoende bewijs voor effecten op het
zenuwstelsel en de stofwisseling (diabetes). Met vitzondering van een mogelijk effect op sterfte
aan een hartritmestoornis, zijn er geen aanwijzingen dat mensen eerder overlijden als zij jarenlang
aan ultrafijn stof van vliegverkeer blootstaan.
Nog niet eerder is onderzoek naar de gezondheidseffecten van ultrafijn stof afkomstig van
vliegverkeer op deze schaalgrootte uitgevoerd. De resultaten versterken de eerdere conclusies van
het in september 2021 uitgebrachte advies van de Gezondheidsraad over ultrafijn stof en
vergroten het inzicht in mogelijke effecten van ultrafijn stof op de gezondheid.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 23 augustus 2022
Pagina 5 van 5
Er zijn en komen voorlopig geen normen voor ultrafijn stof. De World Health Organization (WHO)
heeft hiervoor ook geen gezondheidskundige advieswaarden opgesteld, omdat daarvoor nog te
weinig kennis beschikbaar is. Dat komt vooral doordat UFP nauwelijks structureel wordt gemeten;
dit bemoeilijkt het inzicht in de gezondheidseffecten. Het enige automatisch meetpunt voor UFP
in Nederland bevindt zich in Amsterdam-Osdorp.
| Brief | 5 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1355
Datum indiening 10 mei 2019
Datum akkoord 30 juli 2019
Publicatiedatum 30 juli 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Boomsma inzake incidenten bij
de dodenherdenking op 4 mei 2019.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragensteller:
Volgens berichtgeving in de Gaykrant (Pink Nieuw-West doet aangifte van vernieling
bloemstuk dodenherdenking, 8 mei 2019) zijn er daags na de herdenkingsceremonie
op 4 mei 2019 in Osdorp vernielingen aangericht bij de kransen. Hierbij is de krans
van de belangenorganisatie Pink Nieuw-West weggehaald en kapotgemaakt.
De groep vermoedt een doelgerichte actie en heeft aangifte gedaan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Boomsma, namens de fractie van het CDA,
op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van Amsterdam,
de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van bovenstaand bericht? Wordt de zaak
onderzocht? Is het vernielen van kransen een overtreding of strafbaar?
Antwoord:
Het college heeft kennisgenomen van dit bericht en de politie heeft het incident
aan het college bevestigd.
Vernieling is strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht. Voor het vernielen
van een bloemstuk bij een herdenkingsmonument geldt dit onverkort. Naast dat
hier sprake is van een strafbaar feit, is het feit bovenal kwetsend en zorgelijk.
Uit navraag bij de politie is inmiddels aangifte gedaan. Op gezag van de Officier
van Justitie is de politie vervolgens een opsporingsonderzoek gestart. Het is aan
het openbaar ministerie om over het verloop en conclusies van dit
opsporingsonderzoek te berichten.
2. Hoe worden kransen en bloemen bij de talloze monumenten in de stad
beschermd? Doen vrijwilligers dit of is handhaving hierbij betrokken”?
Antwoord:
De verantwoordelijkheid voor een ordelijk, waardig en veilig verloop van de
herdenking ligt primair bij de organisatie. Dit geldt ook voor de bescherming van
de kransen en bloemen. Voor de kransen bij het Nationaal Monument geldt dat
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Neng Lass Gemeenteblad
Datum 30 juli 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 10 mei 2019
hierbij ook daarnaast het stadsdeel aanvullende beschermende maatregelen
neemt.
Het college ondersteunt het initiatief van de betrokken organisatie om naar
aanleiding van bovenstaand incident in gesprek te gaan met lokale en stedelijke
organisaties om dit in de toekomst te voorkomen.
Toelichting door vragensteller:
Tijdens de dodenherdenking bij het monument Elias-Verkuyl-Verkuyl aan de
Haarlemmerweg vond, in bijzijn van nabestaanden van de slachtoffers die herdacht
worden bij dat specifieke monument, onder andere een stille tocht plaats. Volgens
De Telegraaf (‘Ook Allahoe akbar bij herdenking A'dam’, 9 mei 2019) werd tijdens
deze stille tocht vanuit een auto door verschillende jongemannen ‘Allahoe akbar’
geroepen. De aanwezigen schrokken en hebben getracht aangifte te doen. Alhoewel
het kenteken genoteerd was, kregen de organisatoren van de politie te horen dat er
geen strafrechtelijke grond voor aangifte zou zijn.
3. Is het college op de hoogte van dit incident? Kan het college een verklaring geven
waarom aangifte van dit incident niet mogelijk was? Zijn ordeverstoringen bij de
ceremonies rondom dodenherdenking verboden?
Antwoord:
De politie heeft het incident aan het college bevestigd. Degene die een
herdenking opzettelijk stoort, is strafbaar en dit heeft in het verleden ook geleid tot
opsporing, vervolging en uiteindelijk veroordeling door de rechter.
Het is telkens aan het openbaar ministerie te bepalen in hoeverre er in een
specifieke geval sprake is van een strafbaar feit en uiteindelijk aan de rechter om
hier zich over uit te spreken. Het college zal de organisator hier alsnog op wijzen.
Doordat de verstoring plaatsvond vanuit een rijdende auto en deze van korte duur
was, hebben de aanwezige politieagenten niet kunnen voorkomen of kunnen
vaststellen wie de auto bestuurde en/of wie zich schuldig maakte aan de
verstorende uitingen. Wel hebben zij het kenteken kunnen muteren. De politie
heeft de kentekenhouder van de auto achteraf getraceerd en op gezag van
de Officier van Justitie heeft de politie vervolgens eigenstandig opgetreden tegen
de kentekenhouder. Het is aan het openbaar ministerie om hierover te
communiceren.
4. Volgens betrokkenen was er te weinig politie aanwezig en kon er mogelijk daarom
niet direct worden ingegrepen. Acht het college de inzet van politie als voldoende
in heel Amsterdam?
Antwoord:
Op 4 mei omstreeks 20:00 uur vinden er jaarlijks diverse herdenkingen plaats in
de diverse stadsdelen. De verantwoordelijkheid voor een ordelijk, waardig en
veilig verloop van de herdenking ligt primair bij de organisatie. De inzet van de
politie, is telkens afhankelijk van de risico’s die voortkomen uit de beschikbare
informatie. De inzet van de politie op 4 mei 2019 was over de hele stad fors,
waarbij zij extra alert zijn en in hun handelen, gericht zijn op het voorkomen van
verstoringen en zo nodig het zo spoedig mogelijk beëindigen hiervan. Neemt niet
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer oui 2019 Schriftelijke vragen, vrijdag 10 mei 2019
weg dat ondanks deze politie-inzet verstoringen van een herdenking niet uit te
sluiten zijn.
Toelichting door vragensteller:
De herdenking bij het monument de Phoenix aan de Kamperfoelieweg was dit jaar
wederom goed bezocht. Echter, anders dan in vorige jaren had de politie de weg dit
jaar niet afgezet. Organisatoren klaagden naderhand over het wegverkeer tijdens
de twee minuten stilte. Brommers en auto's, soms met harde muziek, verstoorden
de stilte.
5. Waarom is besloten om de Kamperfoelieweg ter hoogte van de ceremonie dit jaar
niet af te zetten, anders dan in voorgaande jaren? Speelde dit ook bij andere
herdenkingen in de stad?
Antwoord:
De verantwoordelijkheid voor een ordelijk, waardig en veilig verloop van de
herdenking ligt primair bij de organisatie. Zover bekend bij het college heeft de
organisator ervoor gekozen dit jaar vooraf geen afspraken te maken met het
stadsdeel of de politie over afsluitingen. Gezien de overlast tijdens de afgelopen
herdenking is in overleg met politie en in samenwerking met het stadsdeel en de
organisator afgesproken dat er voor het jaar 2020 goede werkafspraken gemaakt
worden voor de verschillende herdenkingen in Amsterdam Noord.
6. Evalueert het college en/of de driehoek de gang van zaken op 4 mei en op welke
manier wordt input vanuit de lokale 4 en 5 meicomités hierbij meegenomen?
Antwoord:
Ja. De evaluatie is gepland en hiervoor is het Nationaal en Amsterdamse comité
4 en 5 mei gevraagd om inbreng te geven.
7. Heeft het college signalen gekregen van andere onregelmatigheden bij lokale
dodenherdenkingsceremonies of op de dagen daarna? Informeert het college bij
de verschillende lokale 4 en 5 meicomités of er incidenten plaatsvonden, of
verbeteringen mogelijk zijn?
Antwoord:
Tijdens de herdenking op 4 mei 2019 in het Gijsbrecht van Aemstelpark in
Amsterdam heeft een verstoring plaatsgevonden. Een persoon, kennelijk onder
invloed van alcohol, begon gedurende de twee minuten stilte te klappen en te
schreeuwen. De politie heeft direct kunnen optreden. De verstoring is daarmee
beëindigd en de persoon is aangehouden.
Uit een korte inventarisatie zijn verder geen andere signalen gekomen van
onregelmatigheden rondom lokale herdenkingsceremonies in 2019.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
Termijnagenda stadsdeelcommissie Noord
28 februari 2024 42“ vergadering e Vaststellen advies locatiebesluit afvalinzameling
IJsselmeerstraat 60 en 85 (geen advies)
5 maart 2024, Bewonersavond Inloop bij Scouting Wartburg, Meeuwenlaan 138-B
19:00-21:00 uur dimmen verlichting
Vliegenbos
6 maart 2024, Technische sessie Eventuele vragen kunt u voor 4 maart mailen aan:
19:30-20:30, Willem | ontwikkelstrategie [email protected]
Kraanzaal, Stopera 2035 Aanmelden kan via [email protected]
Sessie wordt verzet, bestuursondersteuning stuurt nieuwe
Puccini uitnodiging.
13 maart 2024 43“ vergadering e Vaststellen advies Ontwikkelstrategie 2035
e Vaststellen advies Afwegingskader bouwlawaai
e Vaststellen advies Handhavingsstrategie horeca
Overzicht voorzitterschap
Datum Voorzitte Datum Voorzitte
r r
2023 2025
2023 2025
2023 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2025
2024 2026
2024 2026
2024 2026
2024 2026
2024 2026
Bee
2024
En
2025
L22jan [Ayse ||
025 |L
| Agenda | 3 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20 november 2023
Portefeuille(s) Sport en Bewegen
Portefeuillehouder(s): Sofyan Mbarki
Behandeld door Sport en Bewegen, [email protected]
Onderwerp Afdoening motie 485 van de leden Aslami (D66), Yemane (GroenLinks) en
Belkasmi (PvdA)
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 19 juli 2023 heeft vw raad bij de behandeling van de
Raadsinformatiebrief Visie sport-en beweegbeleid 2023-2026’ motie 485 van raadsleden Aslami
van D66, Yemane van GroenLinks en Belkasmi van PvdA aangenomen. Daarin wordt het college
gevraagd om:
e het advies om verdiepend onderzoek te doen naar motivaties van mensen (vooral jonge
generaties en vrouwen) om wel of niet verenigingsbestuurder te worden van het Register
voor Verenigingsbestuurders over te nemen en op welke wijze meer representatie en
diversiteit bij besturen van sportverenigingen gestimuleerd kan worden;
e _de mogelijkheid te onderzoeken voor een campagne die het imago van bestuurlijk
vrijwilligerswerk en het creëren van diversiteit binnen besturen positief beïnvloedt.
Het college wil allereerst de indieners danken voor deze motie. De probleemanalyse die u schetst
in uw motie sluit goed aan bij datgene wat hierover staat beschreven in de visiebrief ‘sport en
beweegbeleid 2023-2026’ en in de Amsterdamse Voetbal Agenda. Veel verenigingen hebben het al
langer moeilijk, met name in Nieuw West, Zuidoost en Noord. Een sterk technisch en bestuurlijk
kader is onontbeerlijk voor het functioneren van een sportclub. Kenmerk van zwakke clubs is dat
het hier juist vaak aan ontbreekt. Het vrijwilligerstekort is een probleem dat al langer speelt. De
gemeente investeert al jaren in verenigingsondersteuning. Deze kunnen een beroep doen op een
breed ondersteuningsaanbod: van trainingen, workshops, verschillende subsidies zoals ‘sterke
sportclubs’ tot op maat ondersteuning door een van onze clubondersteuners. Het tekort aan
vrijwilligers blijft echter een hardnekkig probleem, met name in de aandachtsgebieden.
Verenigingen komen hierdoor ook vaak onvoldoende toe aan zaken zoals de verbinding zoeken
met de wijk om nieuwe (bestuurs)leden aan te trekken.
Diversiteit en inclusie binnen sportbesturen
Het college onderschrijft het belang van meer diversiteit binnen besturen. Een clubbestuur is
krachtiger als deze ook een afspiegeling is van de wijk waarin deze zich bevindt. Sociale veiligheid
is hier ook van groot belang voor inclusie; leden moeten zich veilig voelen op een club. Op dit punt
lopen we als gemeente voor met onze aanpak ‘basiseisen sociale veiligheid’. Dit bestaat uit een
verplichte Verklaring Omtrent het Gedrag, ondertekenen van de gedragscode sociale veiligheid en
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 november 2023
Pagina 2 van 2
iedere vereniging of club moet een vertrouwenscontactpersoon hebben. We helpen verenigingen
die hier nog niet aan kunnen voldoen met trainingen en workshops. Dit soort maatregelen zijn van
groot belang voor het creëren van een veilig sportklimaat op een club.
Ten aanzien van diversiteit is er op dit moment onvoldoende zicht in welke mate de vereniging een
afspiegeling is van de wijk waarin deze zich bevindt. Daarom heb ik het Mulier Instituut opdracht
gegeven een vitaliteitsonderzoek uit te voeren onder Amsterdamse sportclubs. Dit is een van de
maatregelen vit de Amsterdamse Voetbal Agenda. Er wordt nog dit jaar gestart met een o-meting
bij voetbalverenigingen. Dit is een breed onderzoek naar de staat van de verenigingen. Hierin
wordt ook gekeken naar de diversiteit van de verschillende kaderfuncties in een club. We beginnen
bij het amateurvoetbal omdat de bredere vrijwilligersproblematiek hier het meest prangend is.
Hiermee is niet gezegd dat de diversiteitsopgave alleen bij het voetbal speelt; dit speelt
waarschijnlijk breder. De aanpak die we samen met onze partners bewandelen met de
voetbalagenda moet ook als voorbeeld dienen voor andere sporten.
In 2024 volgen de verenigingen in andere sporttakken en sportclubs die anders georganiseerd zijn
dan een vereniging. Door het onderzoek krijgen we een beter beeld van de staat van de
verenigingen waardoor we onze aanpak ook veel beter kunnen richten daar waar de opgave het
grootst is. Aan de hand van de vitkomsten van de monitor bepalen we hoe onze
clubondersteuning de komende jaren wordt voortgezet, bijgesteld of geïntensiveerd. Afhankelijk
van de resultaten zullen we een gerichte strategie bepalen om de sociale diversiteit te vergroten.
U ontvangt de resultaten van de vitaliteitsmonitor naar verwachting in het eerste kwartier 2024.
Uw voorstel om onderzoek te doen naar een campagne om het belang van vrijwilligerswerk te
benadrukken waaronder het belang van een sterk en divers bestuurlijk kader voor verenigingen
ondersteun ik van harte. Ook hier ga ik mee aan de slag.
Ten slotte
Onze aanpak voor het versterken van sportverenigingen wordt verder uitgewerkt in de
ontwikkeling zijnde Agenda Sport en Bewegen 2023-2026 die in 2024 aan uw raad zal worden
aangeboden. Hier zal een actieplan Vitale Sportclubs deel van vitmaken en ook de Amsterdamse
Voetbal Agenda bevat een pijler die beoogt de voetbalverenigingen te versterken. We betrekken
de aanbevelingen uit het onderzoek van het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) bij de
doorontwikkeling van onze verenigingsondersteuning.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
— |
Sofyan Mbarki
Wethouder Sport en Bewegen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Motie
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1419 accent
Behandeld op 16 en 17 december 2020
Status Verworpen bij schriftelijke stemming op 18 december 2020
Onderwerp
Motie van de leden Ceder en Veldhuyzen inzake de Begroting 2021 (BBB voor
Dublinclaimanten).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2021.
Constaterende dat:
e _Hetcollege heeft besloten om de pilot opvang Dublinclaimanten te
beëindigen;
e Hierdoor mogelijk een aantal Dublinclaimanten op straat belanden;
Overwegende dat:
e Niemand op straat hoort te slapen;
e De onzekerheid om elke dag wel of geen dak boven het hoofd te hebben
Dublinclaimanten belet om eventueel aan perspectief of een terugkeer te
werken;
e Een BBB-opvang vanaf april 2021 tot eind 2022 de gemeente de mogelijkheid
geeft om te zien hoeveel mensen die door de beëindiging van de pilot
Dublinclaimanten hierop aanspraak zullen moeten maken om niet op straat te
hoeven slapen;
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een Bed-, Bad-, Broodopvang in te richten voor de periode van april 2021 tot
eind 2022 zodat Dublinclaimanten die na de beëindiging van de pilot op straat
belanden een humanitaire opvang geboden kan worden;
- De kosten voor deze BBB-opvang voor te rekenen aan de raad en voor 2021
en 2022 te dekken vanuit de overige 5 miljoen vrijgevallen exploitatielasten
van het uitstellen van de OBA Next;
De leden van de gemeenteraad
D.G.M. Ceder
J. Veldhuyzen
1
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
D Motie
Datum raadsvergadering 6 oktober 2022
Ingekomen onder nummer 358
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van de leden Bakker, Van Renssen, Moeskops, Noordzij, Bobeldijk,
Wijnants, Ahmadi, Kabamba, Boomsma, Koyuncu, Garmy en Nanninga
inzake een structurele financiële bijdrage van Amstelveen aan het
Amsterdamse Bos
Onderwerp
Structurele financiële bijdrage van Amstelveen aan het Amsterdamse Bos
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over de brief over de resultaten bestuursopdracht Amsterdamse Bos duur-
zaam op orde (VN2022-028847).
Overwegende dat:
— _ Amstelveen en Amsterdam gezamenlijk het Bosplan in 2020 hebben opgesteld en daarin het
voornemen hebben uitgesproken een gezamenlijke verantwoordelijkheid te dragen voor het
Bos en samen mogelijke formele constructies van zeggenschap en financiering te verkennen;
— _ Amsterdam gelden beschikbaar heeft gesteld om het achterstallig onderhoud weg te werken;
— de volgende stap een structurele bijdrage van Amstelveen zou moeten behelzen voor het
groot onderhoud en vervangingsonderhoud van het Bos, zeker de delen waar veel Amstelve-
ners gebruik van maken;
— _ naast een financiële bijdrage het ook moet gaan om medewerking aan het vergroten van de
verdiencapaciteit: bijvoorbeeld een parkeervergoeding.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Amstelveen te verzoeken een structurele bijdrage te gaan leveren aan de kosten voor het veilig en
toegankelijk houden van het Amsterdamse Bos.
Indieners
A.L. Bakker
N.A. van Renssen
E.D.M. Moeskops
G. Noordzij
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
E. Bobeldijk
D.P.B. Wijnants
N. Ahmadi
C.K.E. Kabamba
D.T. Boomsma
S. Koyuncu
|. Garmy
A. Nanninga
| Motie | 2 | discard |
VN2021-015993 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
mts SN Marineterrein, Energietransitie
vurzaamheid x Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 9
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Afdoening van de toezegging TA2019-000337 uit de commissievergadering van 6 maart 2019 m.b.t.
horecavergunning voor Overtoom 558.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief m.b.t. de afdoening van de toezegging TA2019-000337
uit de commissievergadering van 6 maart 2019 naar aanleiding van een vraag van raadslid T. Bakker
(SP) over de horecavergunning voor Overtoom 558.
De kern van de beantwoording is dat er geen gronden zijn geweest om een omgevingsvergunning of
de exploitatievergunning voor horeca te weigeren voor het pand Overtoom 558.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet, artikel 169:
e het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2);
e zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de vitoefening van zijn taak nodig heeft (lid
2).
e zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen,
tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3)
Artikel 84 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam
Bestuurlijke achtergrond
Op 19 december 2018 heeft de gemeenteraad in het kader van een nieuw bestemmingsplan
voor Oud West een voorbereidingsbesluit genomen dat op 20 december 2018 in werking is
getreden. Op grond van het voorbereidingsbesluit konden omgevingsvergunningen voor de
activiteit bouwen en de activiteit afwijken van het bestemmingsplan worden aangehouden. De
raad heeft hiermee beoogd dat er niet langer bij recht nieuwe horecavestigingen toegestaan
zouden moeten worden in Oud West. Een voorbereidingsbesluit kan niet van toepassing zijn op
horecaexploitatievergunningen.
In het geval van Overtoom 558 was al in 2017 een omgevingsvergunning verleend om de functie
van het pand te veranderen naar horeca. Overigens bleek achteraf dat deze omgevingsvergunning
overbodig was, omdat de functiewijziging naar horeca bij recht was toegestaan in het
bestemmingsplan.
Vervolgens heeft de ondernemer op 7 augustus 2018 een exploitatievergunning aangevraagd.
Aan alle voorwaarden om de exploitatievergunning te verlenen is voldaan; de inrichtingseisen zijn
op 4 december 2018 goedgekeurd (een inrichting moet aan een aantal voorwaarden voldoen om
alcohol te mogen schenken, hiervoor zijn verbouwings-, voorbereidingswerkzaamheden verricht),
alle gevraagde gegevens op grond van de APV en Wet Bibob zijn aangeleverd en op 10 december
2018 was het definitieve rapport inrichtingseisen ontvangen. Vanaf dat moment waren er feitelijk
Gegenereerd: vl.7 1
VN2021-015993 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Ruimte en % Amsterdam Mari inE ‚ DZ
duurzaamheid % arineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter kennisneming
geen weigeringsgronden meer en moest de aangevraagde vergunning verleend worden. De
exploitatievergunning is op 17 janvari 2019 verleend.
Reden bespreking
n.v.t.
Uitkomsten extern advies
De inhoud van de raadsinformatiebrief is afgestemd met de afdelingen Vergunningen Horeca en
Vergunningen Bouw van stadsdeel West, de gebiedsmanager van het gebied Oud West/De Baarsjes
en de portefeuillehouder in het DB van stadsdeel West.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
TA2019-000337
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
1. Raadsinformatiebrief afdoening toezegging Overtoom 558 horeca
AD2021-084824
DEF.pdf (pdf)
AD2021-058633 Commissie RO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, M. Zwaagman, 06 1051 8118, m.zwaagman@ amsterdam.nl
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 20 oktober 2023
Portefeuille(s) Opvang
Portefeuillehouder(s): Rutger Groot Wassink
Behandeld door Programma Migratie, Asiel en Ongedocumenteerden
([email protected])
Onderwerp Tijdelijke sluiting Hub Amsterdam
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college u over het feit dat het aanmeldcentrum voor vluchtelingen
uit Oekraïne die in Amsterdam aankomen (de Hub) vanaf vrijdag 20 oktober 2023, 21.00 uur
tijdelijk sluit.
De Hub heeft een landelijke functie en verdeelt Oekraïense vluchtelingen die in Amsterdam
aankomen verder over opvangplekken in Amsterdam en de rest van het land. Omdat een aantal
regio's sterk achterblijft in de realisatie van opvangplekken kan de Hub mensen niet langer
doorverwijzen naar een opvangplek elders in het land en zijn de opvanglocaties voor deze groep in
Amsterdam overvol. Zonder uitbreiding van de landelijke opvangcapaciteit staat de Hub voor een
onuitvoerbare taak. Daarom ziet het college zich genoodzaakt deze taak nu tijdelijk te staken. De
Hub kan weer open als er landelijk een stabiele voorraad vrije opvangplekken is gerealiseerd
waarmee we met vertrouwen een aantal maanden verder kunnen. Ik heb de staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid en de voorzitter van het Veiligheidsberaad geïnformeerd over het sluiten van
de Hub.
Net als alle andere gemeenten heeft Amsterdam een taak in het opvangen van vluchtelingen uit
Oekraïne en Amsterdam blijft zich daar hard voor inspannen. Met 3.249 opvangplekken voldoet
Amsterdam ruimschoots aan haar inspanningsverplichting van 2.870 plekken. Het opschorten van
de werkzaamheden van de Hub doet niets af aan de Amsterdamse reguliere opvang van
vluchtelingen uit Oekraïne, noch van andere vluchtelingen.
Lange termijnperspectief
Het aantal vluchtelingen vit Oekraïne groeit landelijk met 2.000 personen per maand. Omdat een
aantal regio’s achterblijft bij het realiseren van nieuwe plekken zijn er van de go.ooo geplande
plekken nog pas 83.000 plekken gerealiseerd. Ruim 99% van deze plekken is al bezet. Het gevolg is
dat er voor nieuwe vluchtelingen geen opvangplek meer beschikbaar is.
Op verschillende landelijke en bestuurlijke tafels zijn afspraken gemaakt gericht op uitbreiding van
het aantal opvangplekken. Zo heeft de staatssecretaris op 8 september 2023 naar aanleiding van
het Veiligheidsberaad, de burgemeesters aangeschreven om het aantal opvangplekken snel vit te
breiden naar de geplande 9o.ooo en door te groeien naar 97.000 opvangplekken per 1 februari
2024. De staatssecretaris heeft deze oproep aan het Veiligheidsberaad vandaag nogmaals, met
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 20 oktober 2023
Pagina 2 van 2
urgentie, gedaan. We kunnen echter niet anders dan constateren dat dit tot nu toe niet heeft
geleid tot vitbreiding van het aantal opvangplekken voor vluchtelingen vit Oekraïne. Ook wordt
nog onvoldoende efficiënt gebruik gemaakt van bestaande opvangcapaciteit doordat er
bijvoorbeeld eisen en randvoorwaarden worden gesteld bij bepaalde doelgroepen.
Onwenselijk en onnodig
Amsterdam staat voor een gastvrije ontvangst voor mensen die hulp nodig hebben. Het
voornemen om de Hub te sluiten valt ons daarom zwaar. Helemaal omdat dat dit niet nodig is als
landelijk ieder zijn verantwoordelijkheid neemt en zijn deel van de opvangplekken realiseert. Nu
dat niet het geval is, ziet het college geen andere mogelijkheid dan tijdelijk deze taak neer te
leggen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
A À
\ L 1 en
_ \ ii
Rutger Groot Wassink
Wethouder Opvang (MO/BW, ongedocumenteerden, vluchtelingen)
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | val |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 862
Datum akkoord college van b&w van 11 juli 2017
Publicatiedatum 12 juli 2017
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het lid Van Soest van 12 mei 2017 inzake
bedrijfsuitjes en teambuildingsdagen voor ambtenaren van de gemeente Amsterdam.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
De Partij van de Ouderen is verbaasd over het bericht dat de gemeente Amsterdam
5 miljoen euro per jaar reserveert voor bedrijfsuitjes en teambuildingsdagjes voor
haar ambtenaren.
Hiermee is de gemeente Amsterdam veel royaler dan de drie andere grote steden.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij
van de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad
van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van burgemeester
en wethouders gesteld:
1. Is het college bekend met het bericht ‘Miljoenen voor ambtenarenfuifjes’!?
Antwoord:
Ja, het college is bekend met het artikel ‘Miljoenen voor ambtenarenfuifjes’ in
De Telegraaf van 4 mei 2017, waarin staat dat de gemeente Amsterdam vorig
jaar gemiddeld bijna € 88,- per medewerker heeft uitgegeven aan niet-zakelijke
recepties en personeelsfeesten. Daardoor kwam het totale budget voor niet-
zakelijke recepties en personeelsfeesten voor medewerkers uit op ruim
€ 1,2 miljoen euro.
In het zelfde artikel staat dat medewerkers van de gemeenten Den Haag, Utrecht
en Rotterdam in 2016 gemiddeld respectievelijk € 125,- € 100,- en € 60,- te
besteden hadden aan niet-zakelijke recepties en personeelsfeesten.
2. Deelt het college de mening dat het een gotspe is dat het 5 miljoen euro per jaar
reserveert voor ambtenarenfuifjes, terwijl de halve stad aan de geeuwhonger ligt
en er vele Amsterdammers niet weten hoe zij de eindjes aan elkaar moeten
knopen? Zo ja, is het college bereid, fors in het feestbudget te snijden?
(Graag een gedetailleerd antwoord).
' ‘Miljoenen voor ambtenarenfuifjes’, De Telegraaf, 4 mei 2017
1
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer 2u 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 mei 2017
Antwoord:
Nee, het college deelt deze mening van de PvdO niet en het college is niet
voornemens dit budget te verlagen.
Binnen de gemeente Amsterdam zijn alle arbeidsvoorwaarden vastgelegd in de
Nieuwe Rechtpositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA). Hierin staan ook
richtlijnen voor budgetten in geval van afscheid van een collega naar een andere
baan buiten de gemeente, bij pensioen, de kerstpakketten, dienstreizen en
andere werkkosten die worden voorgeschoten door ambtenaren. De NRGA is te
vinden via https://www.amsterdam.nl/nrga/.
Elk organisatieonderdeel heeft een eigen budget ter hoogte van € 350,- per fte,
waarvan naast de kosten aan niet zakelijke recepties en personeelsfeesten ook
de kosten van bijeenkomsten met een zakelijk karakter dienen te worden betaald.
De kosten aan bedrijfsuitjes en teambuildingsdagen zijn onderdeel van dit bredere
budget. Dit budget wordt gebruikt voor:
e reis- en parkeerkosten boven woon-werk verkeer in het kader van
representaties,
, attenties,
e heidagen,
e afdelingsoverleggen,
e algemene werkkosten,
e bijeenkomsten met een zakelijk karakter,
e feestjes en afscheidsrecepties zonder een zakelijk karakter (afscheid,
pensioen).
Dit budget bedroeg in 2016 € 350,- per fte en in 2015 € 500,-. De daling komt
door de algehele kostenbesparing die er binnen de gemeente is doorgevoerd.
Uitgaven aan niet zakelijke recepties en personeelsfeesten
In 2016 is er gemiddeld € 87,54 per fte uitgegeven aan niet zakelijke recepties en
personeelsfeesten. Totaal bedraagt het bedrag voor deze post in 2016
€ 1.224.244,60. Dit is 0,13% van de totale salarissom van de gemeente in 2016.
3. Is het college bereid, voor ontspanningsactiviteiten voor haar ambtenaren
barterdeals te sluiten met de vele connecties die het college heeft om daarmee
nog meer geld op het feestbudget te besparen? (Ook hier graag een gedetailleerd
antwoord)
Antwoord:
Nee, het college is niet bereid barterdeals te sluiten, waarbij niet wordt betaald in
geld voor een product of dienst, maar een wederdienst wordt geleverd.
Zoals vermeld is er in 2016 in totaal voor een bedrag ad. € 1.224.244,60
uitgegeven aan niet zakelijke recepties en personeelsfeesten. Dat is 0,13% van
de totale salarissom van de gemeente. Het college is van mening dat dit een
redelijk budget betreft.
2
Jaar 2017 Gemeente Amsterdam R
weing lez Gemeenteblad
ummer seat: .
Datum 12 juli 2017 Schriftelijke vragen, vrijdag 12 mei 2017
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam AZ
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
x Juridische Zaken en Communicatie
Gewijzigde Agenda, donderdag 28 januari 2010
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal Veiligheidsbeleid,
Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken en
Communicatie
Tijd 13.30 tot 17.00 uur
Locatie De Boekmanzaal, stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
BA Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 7 januari 2010
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 28 januari 2010
5B Conceptverslag van de besloten vergadering van de Raadscommissie AZ
d.d. 7 januari 2010
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZ@raadsgriffie. amsterdam.nl
6 Openstaande Toezeggingen
7 Termijnagenda
8 Openstaande schriftelijke vragen/Openstaande moties/Initiatiefvoorstellen.
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag-TKN-lijst
Openbare Orde en Veiligheid
11 Berichtgeving financiele stand van zaken Brandweer Amsterdam-Amstelland Nr.
BD2010-000267
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Alberts (SP).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering AZ van 7 januari 2010.
12 Geleerde lessen naar aanleiding van terreurdreiging op 12 maart 2009 Nr.
BD2009-009982
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Van Doorninck (GrLí).
2
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 28 januari 2010
Bestuurlijk Stelsel
13 Bestuurlijke reactie op de motie 330 van de raadsleden Van Doorninck en Van
der Garde inzake verbeteringen in het bestuurlijk stelsel Nr. BD2009-009292
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 februari 2010).
14 Voortgang toezeggingen en moties verbeteringen bestuurlijk stelsel Nr. BD2010-
000419
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de Raadscommissie voor Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie,
Openbare ruimte en Groen, alsmede de leden van de Raadscommissie voor Werk
en Inkomen, Sociale Infrastructuur, Educatie, Jeugdzaken, Diversiteit en
Grotestedenbeleid zijn hierbij uitgenodigd.
Raadsaangelegenheden
15 Vaststellen van een gemeenschappelijke regeling voor het instellen van een
gemeenschappelijke rekenkamer tussen de gemeenten Amsterdam en Zaanstad
Nr. BD2010-000449
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 februari 2010).
16 Wijziging Verordening op de Stadsdelen (Rekenkamer) Nr. BD2010-000513
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 februari 2010).
3
Gemeente Amsterdam A Z
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, Integraal
Veiligheidsbeleid, Bestuurlijk Stelsel, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving,
Juridische Zaken en Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 28 januari 2010
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Openbare Orde en Veiligheid
17 Startnotitie terrassenbeleid Nr. BD2010-000686
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 februari 2010).
Bestuursdienst
18 Bestuurlijke reactie op initiatiefvoorstel wachtgeldregeling voor raadsleden en
wethouders van 6 augustus 2009 Nr. BD2010-000772
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 februari 2010).
Algemene Zaken
19 Organisatieplannen raadsgriffies nieuwe stadsdelen Nr. BD2010-000673
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Op 25 januari aan de Raadscommissie AZ gemaild en bij de leden in de
postbakjes gelegd.
4
| Agenda | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 949
Publicatiedatum 17 oktober 2018
Ingekomen onder AV
Ingekomen op donderdag 11 oktober 2018
Behandeld op donderdag 11 oktober 2018
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma inzake het experiment gereguleerde wietteelt
(extra maatregelen om drempel om cannabis te gebruiken te verhogen).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de actualiteit van de leden Van Dantzig, Roosma, Poot,
Mbarki, Temmink, Van Lammeren, Taimounti, Nanninga, Van Soest en Simons
inzake het experiment gesloten cannabisketen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 826).
Overwegende dat:
— het regeerakkoord het voornemen bevat om op korte termijn te komen met "wet-
en regelgeving ten behoeve van uniforme experimenten met het gedoogd telen
van wiet”;
— cannabisgebruik zeer schadelijke gevolgen kan hebben voor de mentale en
lichamelijke gezondheid, vooral bij gebruik al op jonge leeftijd;
— het gereguleerd, door de overheid telen van wiet het signaal kan geven dat
cannabisgebruik minder problematisch is, en de drempel om het te gebruiken
en/of ermee te beginnen kan verlagen;
— die drempel in Amsterdam toch al lager is, door het grote aantal coffeeshops:
— het drugsgebruik in Amsterdam hoger is dan gemiddeld in Nederland;
— Amsterdamse jongeren nog altijd aangeven op grote schaal via coffeeshops aan
wiet te komen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Mocht het besluit worden genomen om (een deel van) Amsterdam alsnog aan te
wijzen als een gemeente waar een experiment wordt uitgevoerd met gereguleerde
wietteelt, dan met voorstellen te komen om te voorkomen dat daar een
drempelverlagend signaal van uitgaat, o.a. door in te zetten op extra preventie en
voorlichting over de gevaren en effecten vanuit de positie dat cannabisgebruik door
jongeren voor de gemeente onacceptabel is.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
1
| Motie | 1 | discard |
Naam |
E-mail
Adres
Postcode
Plaats |
Telefoon |
Uw bericht |
Geachte leden van de Gemeenteraad,
Op 9 september 2015 had mijn dochter van dertien een ernstig |
verkeersongeluk. Ze reed op weg naar school over het fietspad van de |
Diepenbrockstraat tegenover de RAI. Ze keek achterom omdat ze dacht dat
er een auto achter haar aan over het fietspad aankwam en botste tegen de
enorme uitstekende spiegel van een busje dat veel te groot was voor het
kleine parkeervak. Ze viel en werd gedeeltelijk overreden door een ook al |
erg grote Range Rover. Ze was zwaar gewond en ontsnapte op een haar na |
aan de dood of blijvende invaliditeit. Maar ze had geluk en nu, vijf |
maanden later, gaat het goed met haar. |
|
Ik had een gesprek met de politieman die het ongeluk reconstrueerde. |
Tijdens dat gesprek vroeg ik hem waarom de politie eigenlijk de
verkeersregels niet meer handhaaft in Amsterdam. Ik herinnerde mij dat dat
tot een paar jaar geleden wel gebeurde, maar nu helemaal niet meer. Hij |
antwoordde dat de politie in Amsterdam inderdaad de verkeersregels niet |
meer handhaaft. Er hoeven geen bepaalde hoeveelheid boetes meer |
uitgeschreven te worden, bepaalde taken liggen bij het Rijk. In ieder geval
bevestigde hij zakelijk dat het handhaven van de verkeersregels in
Amsterdam niet meer gebeurt. In die tijd ben ik twintig keer met een taxi |
heen en weer naar het ziekenhuis gereden en ook die twintig taxichauffeurs
_beaamden dat de politie de verkeersregels niet meer handhaaft. Allen
beschouwden het Amsterdamse verkeer als een levensgevaarlijk |
gekkenhuis waar het recht van de sterkste heerst.
Dat was voor mij aanleiding om naar de Amsterdamse Ombudsman Arre |
Zuurmond te gaan. Ook hem was opgevallen dat het Amsterdamse verkeer |
enerzijds drukker, gevaarlijker en complexer dan ooit is terwijl de politie
de regels niet handhaaft. Hij vertelde me dat dat in Rotterdam wel gebeurt |
omdat de politiek er daar werk van gemaakt heeft. Arre Zuurmond vertelde |
mij dat hij als Ombudsman niet de bevoegdheid heeft werk te maken van |
een algemeen probleem als het handhaven van verkeersregels. Daarvoor
zou ik een raadsadres moeten indienen, hetgeen ik dus bij deze doe. Wel |
heeft de Ombudsman een schouw georganiseerd van de situatie bij de
Diepenbrockstraat, waar een afrit van de snelweg samenvalt met honderden |
schoolgaande kinderen. De straat wordt de komende jaren opnieuw |
ingericht, maar voorlopig blijft de gevaarlijke situatie gewoon bestaan. De
straat veranderen in een dertig kilometer zone zou een verstandige
oplossing zijn. De ernstigste ongelukken gebeuren daar waar het verkeer
vijftig kilometer per uur mag rijden en er geen vrij liggend fietspad is. Een
maand na mijn dochter is even verderop in dezelfde straat een meisje
geschept dat hersenletsel heeft opgelopen.
Ook mailde ik universitair docent Guus Meershoek die veel interessants
publiceerde over de Amsterdamse politie. Hij mailde me: “Wat u van
diverse deskundigen te horen hebt gekregen, klopt in grote lijnen. In de
afgelopen dertig jaar heeft de politie de vrij grote verkeersdiensten
stelselmatig afgebouwd; Amsterdam is daar nog terughoudend mee
geweest. Het eigenlijke handhavend optreden is natuurlijk zaak van de
politie en dat is sterk verminderd.”
Mijn verzoek aan u is om de politie te vragen weer de verkeersregels te |
handhaven. Ten tijde van de hoofdeommissarissen Nordholt en Kuiper
gebeurde dit wel. Kort geleden zag ik bij de Stadhouderskade een auto
keihard en levensgevaarlijk door rood rijden. De politie keek rustig toe.
Ook zag ik op de Ceintuurbaan een zwerm fietsers langs een toekijkende
motoragent door rood rijden.
Mijn conclusie is dat het Amsterdamse verkeer asocialer en gevaarlijker is |
dan het in decennia was. Het aantal roekeloze weggebruikers is aanzienlijk. |
De mentaliteit is erg slecht. Iedereen die ik hierover spreek beaamt dit.
Veel mensen willen ook niet meer fietsen in het centrum. Het aantal |
zwaargewonden neemt toe. Tegelijkertijd is de politie stilzwijgend gestopt
met het handhaven van de verkeersregels. Dit is een publiek geheim; |
iedereen weet het, maar het is natuurlijk geen openlijk beleid. Op een |
abstract niveau is het gewetenloos: de zwakste verkeersdeelnemers zijn het
slachtoffer. Ook voor fietsende toeristen is het weinig gastvrij. Als u
twijfelt aan mijn visie moet u maar eens rond spitsuur op de kruising
Weteringcircuit/Weteringschans gaan staan. Wat je dan ziet is een
levensgevaarlijk ontketend gekkenhuis. |
Een mogelijkheid lijkt mij dat de politie elke dag op één drukke kruising in
de stad de verkeersregels doortastend handhaaft. Dat is een manier om |
meer veiligheid en fatsoen in het verkeer te krijgen. In ieder geval is het
onaanvaardbaar dat de politie de verkeersregels niet meer handhaaft. |
Met vriendelijke groet,
| Raadsadres | 3 | train |
dd Miam ait Bezoekadres |
MK Gemeente an
'P Am sterd am 2041 PN Amsterdam
DP _ Postbuë 202 =
‘ ; 100ô AE Amsterdam
dk Telefoon i4 ózo
x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amstérdam
Datun) 14 december 2015
Onskenmerk 2045/2102
„Uw kenmerk :
Beharideld door P‚ Schroth, [email protected] '
Kopledan Stadsdeel Centrum
Bijlage Aanwijzingsbesluit verbod straatmuzikanten
Onderwerp __Raadsadres 14 april 2015 |
° „Geachte -
Op 14 april van dit jaar hebt v samen tet anderen een brief gestuurd aan de gemeenteraad met |
het verzoek om een eind te maken aan de geluidsoverlast van Straatmuzikanten in het gebied |
rondom de Oudekerksbrug.
De-geméenteraad héeft deze briëf op 22 april tef afdoenirig in handen gesteld van burgemeester
en wethouders en verzocht een kople van het antwoörd op de brief te zenden/aaïn de corrimissie
Algemene Zaken cia.
|
Uw belangrijkste klachten zijn dat de vele muzikanten in het Wallengebied zich niet aan de : |
algemene regels houden die gelden voor het mogen optreden in de opänbare ruimte, dat deze
regels in het gebied niet of nauwelijks worden gehandhaafd ef dat de omwonenden hierdoor veel |
overlast ondervinden die éen groot deel van.de dag voörtduurt, Voor veel bewonefs,-zo stelt. u, is | |
de grens bereikt van wat zij kunnen verdragen. |
; De afgelopen rhaanden is’ìn óverlég met de vóorzitter van de bestuuïscommissie van stadsdeel
: Centrum onderzocht In hogverre Inderdaad sprake is van overtreding van de regels en zo ja, op |
. welke wijze de overlast dan het best kan worden bestreden. |
en Te a else |
7 I
‘Een routebeschrijving vindt v óp www.artsterdam, ril,
|
|
n
Gefïneente Amsterdam : Datum a4-december 2045
Politie en bijzondere opsporingsambtenaren van het stadsdeel bevestigen het door v geschetste
beeld dat er in het gebied veel straatmuzikanten zijn en geven ook aán dat het niet mogelijk is om
de regels voor muzikanten In het gebled bij voortduring te handhaven gelet op de vele andere
handhavingsprioriteiten op de Wallen.
Op voordracht van de voorzitter van de bestuurscornrmiissie ís op 26 hovember jl. besloten hét
gebied In stadsdeel Centrum waarin het verboden is om als straatmuzikant op te treden uit te
breiden naar het gebied Burgwallen Noord.
Een kopie van dat besluit treft u bijgaand aan.
Een algemeen vérbod op het ten gehore brengen van muziek door straatmuzikanten is voor politie
‚en andere toezichthouders in dit gebied gemakkelijker te handhaven dan derij gedetailleerde |
spelregels voor optredens in de openbare ruimte die in andere delen van de stad gelden. |
Het besluit betekent overigens niet dater nu helemaal geen muziek meer ten gehore mag worden |
gebracht in het Wallengebied. Eenmalige kleinschalige optredens van bijvoorbeeld een koor of |
een uitvoering In verband met een bijzondere gelegenheid blijven mogelijk. Initiatiefnemers |
moeten hiervoor dan tijdig een melding doen bij de gemeente. |
Wij hopen dat wij vw raadsadres hiermee naar tevredenheid hebben behandeld. |
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van A sterdam | |
gil (L |
E‚É, van der Laan APE hm Gi j |
Burgeineester Games esecretaris
ei |
|
|
. |
[
|
5 Í
m
|
| Raadsadres | 2 | val |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 1024
Publicatiedatum 15 november 2013
Ingekomen op 6 november 2013
Ingekomen onder 882’
Behandeld op 7 november 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid mevrouw Van der Pligt inzake de begroting voor 2014
(respijtzorg).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2014;
Overwegende dat:
— _ voor mantelzorgers die zogenaamde complexe mantelzorg verlenen, dat wil
zeggen voorbehouden handelingen verrichten, injecties geven, een infuus
toedienen, beademingsapparatuur bedienen enz, in de regio Amsterdam geen
respijt (meer) is op het gebied van logeermogelijkheden;
— _ ook andere vormen van respijt missen voor deze categorie van mantelzorgers;
— _ Amsterdam mantelzorgers zoveel mogelijk wil ondersteunen;
— in 2014 een bedrag gereserveerd is van 1,5 miljoen euro voor respijtzorg in
Amsterdam,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
ervoor te zorgen dat, indien er hiaten in het aanbod worden geconstateerd, ook in
de regio Amsterdam logeermogelijkheden komen en andere vormen van respijt voor
mensen die complexe zorg nodig hebben, om overbelasting van hun mantelzorgers te
voorkomen.
Het lid van de gemeenteraad,
M.M. van der Pligt
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Bezoekadres
Stadhuis, Amstel 1
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14020
> 4 www.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de gemeenteraad
Datum 13 maart 2018
Behandeld door Anouk Kors, Ruimte en Duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp Afhandeling motie 1397 van raadslid Duijndam (SP) inzake “de voortgang van het
beleid inzake het mobiele en varende erfgoed (vitzonderingen)”
Zeer geachte raadsleden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 9 november 2017 heeft uw raad bij de behandeling
van de Legesverordening 2019 motie 1397 van raadslid Duijndam van de SP aangenomen waarin
het college gevraagd wordt om:
E Alsnog een mogelijkheid tot ontheffing of vrijstelling te creëren voor Amsterdamse
museumbussen en museale legervoertuigen die niet bedrijfsmatig worden geëxploiteerd
en niet ingezet worden voor commercieel (personen)vervoer, dit in samenspraak met de
behoudsorganisaties;
5. Bij het vaststellen van de hiervoor verschuldigde leges recht te doen aan de over het
algemeen krappe budgettaire situatie van de behoudsorganisaties.
Het college heeft uitvoering aan deze motie gegeven door deze ontheffing op te nemen in het
nieuwe “Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone bestelauto's, autobussen en taxi's
Amsterdam”, gepubliceerd in het gemeenteblad op 16 maart 2018. Het college is bevoegd tot het
vaststellen van beleid(-sregels) die worden toegepast bij het verlenen van ontheffingen van de
milieuzonering. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten aangehouden.
Doelgroep ontheffing
De motie vraagt om ontheffing voor vrij specifieke groepen; namelijk.de Amsterdamse
museumbussen en museale legervoertuigen die niet-bedrijfsmatig/-commercieel worden ingezet.
Op basis van enkel kentekencontrole kunnen deze twee groepen niet automatisch uitgezonderd
worden. Echter, hier handhaven de ANPR camera’s die voor de milieuzone worden ingezet wel op,
en de rest van de ontheffingensystematiek is hier tevens op gebaseerd. Er zijn daarbij twee
karakteristieken van de doelgroep die in het kader van deze ontheffing relevant zijn:
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 13 maart 2018
Kenmerk
Pagina 2 van 3
1. Niet-bedrijfsmatig of niet-commerciële inzet
Op basis van kenteken is niet vast te stellen of een voertuig wel of niet bedrijfsmatig of
commercieel wordt ingezet. De aanvrager van de ontheffing zal bij aanvraag van de ontheffing
moeten verklaren dat het voertuig niet bedrijfsmatig/-commercieel wordt ingezet. Mocht er
vermoeden bestaan dat in tegenstelling tot wat er is verklaard, het voertuig toch commercieel
of bedrijfsmatig worden ingezet, kan de ontheffing altijd worden ingetrokken.
2. Type voertuig
Bij de RDW wordt op basis van kenteken verder niet geregistreerd of een bepaald voertuig een
Amsterdamse museumbus of museaal legervoertuig is. Er is ook geen uniforme definitie (bijv.
wettelijk vastgelegd) voor dit soort type voertuigen. Wij zijn hiermee aangewezen op een
definitie die wij op basis van bovenstaande punten samen met de behoudsorganisaties overeen
zijn gekomen, zijnde;
Definitie Amsterdamse museumbussen;
Onder Amsterdamse museumbus wordt verstaan een "autobus met een DET van vóór 1 janvari 2005
die deel heeft vitgemaakt van het openbaar stads- of streekvervoer van, naar of in de stad
Amsterdam en die thans alleen museaal en niet bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd of ingezet voor
commercieel personenvervoer”.
Definitie museale legervoertuigen
Onder museaal legervoertuig wordt verstaan; “een voertuig van 30 jaar of ouder die voor het leger is
geproduceerd of in het verleden door het leger is ingezet en thans alleen museaal en niet
bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd of ingezet voor commercieel personenvervoer”.
Uitwerking ontheffing
1. 212X per kalenderjaar een dagontheffing voor Amsterdamse museumbussen
Omdat het niet aannemelijk is dat Amsterdamse museumbussen, zeker niet wanneer deze niet
bedrijfsmatig of commercieel worden ingezet, vaak zullen rondrijden is besloten om aan te sluiten
bij de ontheffingensystematiek voor vrachtwagens. Zijnde; 12x per kalenderjaar een
dagontheffing.
2. Ontheffing voor museale legervoertuigen alleen voor bepaalde evenementen
Voor de museale legervoertuigen worden in de motie specifieke evenementen aangehaald
waarvoor een ontheffing nodig zou zijn (Bevrijdingsdag, etc.), daarom is besloten om voor de
museale legervoertuigen alleen in relatie tot bepaalde evenementen, zoals Bevrijdingsdag,
ontheffing verlenen. De aanvrager moet bij de aanvraag van de ontheffing aangeven voor welke
evenementen (dagen) hij ontheffing wil ontvangen. Daarbij moet aannemelijk zijn dat het
evenement gerelateerd is aan de aard van het voertuig (dus Bevrijdingsdag of speciale optochten
bijv.).
3. Leges vastleggen in legesverordening 2019
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 13 maart 2018
Kenmerk
Pagina 3 van 3
Legesbedragen voor deze ontheffingssoort zullen in de legesverordening 2019, die einde 2018
vastgesteld wordt, worden opgenomen. Dit bedrag zal in orde grote zijn van dagontheffing vracht
of oldtimerontheffing brom- snorfietsen; €10 tot €25,-. Dit jaar (resterende maanden 2018)
worden dan geen leges voor deze specifieke ontheffing gerekend. Het proces is zo ingericht dat de
kosten zo laag mogelijk blijven.
Het college beschouwt de motie hiermee als afgehandeld.
Met de meeste hoogachting,
| |
pas vanburgemtester en wethoudersvân Amsterdam,
| | b
| / |
| ú | CY )
J.J. van Aaftsen KEP. vehgils_N
waaknemend burgemeester gemeentjegecretaris
\ / Í
WW |
|
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 16 juni 2021
Ingekomen onder nummer 494
Status Verworpen
Onderwerp Motie van het lid Veldhuyzen inzake voorkom misbruik toeristische
verhuur
Onderwerp
Voorkom misbruik toeristische verhuur
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Kennisnemen van de rapportage toeristische verhuur van woningen
2020.
Constaterende dat:
— Het onwenselijk is dat gehele woningen consistent verhuurd worden aan toeristen en hierom
de vergunningplicht is ingevoerd om zo de verhuur van gehele woningen te beperkingen tot
30 dagen;
— _Ereen mogelijkheid bestaat een B&B vergunning aan te vragen voor het verhuren van een
deel van de woning en deze vorm van toeristische verhuur het gehele jaar kan plaatsvinden en
er geen meldingsplicht geldt;
— _ Het onwenselijk is als de B&B vergunning aangevraagd wordt en de gehele woning vervolgens
ter beschikking wordt gesteld voor toeristische verhuur en men zo aan de opgelegde beper-
king kan ontkomen en het gehele jaar door kan verhuren;
— Het wenselijk is om hiervoor controlemechanismen in te stellen en verder te onderzoeken
welke mogelijkheden er zijn om dergelijk misbruik op te sporen en te bestrijden.
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
Steekproefsgewijs te controleren of er misbruik wordt gemaakt van de B&B vergunningen en ver-
der onderzoek te doen naar de inzet van controlemechanismen om het misbruik van de B&B ver-
gunning op te sporen en te bestraffen en hierover te rapporteren naar de raad.
Indiener
J.A. Veldhuyzen
| Motie | 2 | discard |
VN2023-015453 N% Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
Wonen en Erfgoed
% Amsterdam
Voordracht voor de Commissie WV van o5 juli 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Duurzaamheid, Energietransitie en Circulaire Economie (4,2)
Woningbouw (21)
Agendapunt 8
Datum besluit
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief bij het samenwerkingsvoorstel van de corporaties voor de
nieuwe samenwerkingsafspraken
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief bij het samenwerkingsvoorstel van de corporaties voor
de nieuwe samenwerkingsafspraken.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169:
1 Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het
door het college gevoerde bestuur.
2 Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
In de raadsinformatiebrief van 1 februari 2023 over de voor- en nadelen van collectieve en individuele
prestatieafspraken met woningcorporaties heeft wethouder Pels toegezegd het bod van de
corporaties voor de nieuwe samenwerkingsafspraken ter kennisname te agenderen voor de
commissie WV.
Reden bespreking
o.v.v. het lid Van Renssen (GL)
Uitkomsten extern advies
Nvt
Geheimhouding
Nvt
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Gegenereerd: vl.5 1
VN2023-015453 % Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van o5 juli 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Nvt
Welke stukken treft v aan?
AD2023-04,9699 Bijlage 1 Samenwerkingsvoorstel 2024-2027 AFWC.pdf (pdf)
AD2023-049700 Bijlage 2 Aanbiedingsbrief Samenwerkingsvoorstel AFWC.pdf (pdf)
AD2023-049701 Commissie WV (a) Voordracht (pdf)
Raadsbrief bij samenwerkingsvoorstel van de corporaties voor de nieuwe
AD2023-04,9698 ‚
samenwerkingsafspraken.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Karin Daman, [email protected], 06-83623190
Gegenereerd: vl.5 2
| Voordracht | 2 | test |
x Gemeente Amsterdam EZ P
% Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven,
x Dierenwelzijn, Waterbeheer
Agenda, donderdag 8 maart 2012
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en Deelnemingen,
Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn, Waterbeheer
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig van 19.30 tot 22.30 uur
Locatie 0239
Algemeen
1 __ Opening procedureel gedeelte (13:30 tot 13:45)
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie EZP
d.d. 9 februari 2012
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieEZP@®raadsgriffie. amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte (13:45 tot 17:30)
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en EZ P
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 8 maart 2012
Dienstverlening
11 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA111649 Klagen aan Amstel en IJ.
Onderzoek naar de klachteninfrastructuur van 44 onderdelen van de gemeente
Amsterdam Nr. BD2012-001477
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De Ombudsman is hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 09.02.2012.
e _ Stukken reeds in uw bezit.
12 Rapport Gemeentelijke Ombudsman RA111648 ‘Van je collega, moet je het
(maar) hebben’ Nr. BD2012-001478
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e De Ombudsman is hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de vergadering van 09.02.2012.
e _ Stukken reeds in uw bezit.
13 Evaluatie Iphone app inzake Meldingen Openbare Ruimte Nr. BD2012-001476
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer De Goede (GroenLinks).
e Was TKN 3 in de vergadering van 09.02.2012
Personeel en Organisatie
14 Initiatiefvoorstel Roodink en Van Drooge inzake project 1011 Nr. BD2012-000754
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met het initiatiefvoorstel.
e Geagendeerd op verzoek van de raadsleden mevrouw Roodink (D66) en de heer Van
Drooge (CDA).
15 Bestuurlijke reactie op Raadsinitiatief ‘project 1011' Nr. BD2012-001410
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Economische Zaken
16 Bestuurlijke reactie motie nr. 582 Duurzaamheid, Greenjobs en motie nr. 466
Energieacademie Nr. BD2012-001475
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid de heer Capel (D66).
e Was TKN 1 in de vergadering van 09.02.2012,
2
Gemeente Amsterdam EZ P
Raadscommissie voor Economische Zaken, Bedrijfsvoering en Inkoop, Bedrijven en
Deelnemingen, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Luchthaven, Dierenwelzijn,
Waterbeheer
Agenda, donderdag 8 maart 2012
Bedrijven
17 _Aanstellen buitengewone opsporingsambtenaren als onbezoldigd ambtenaar bij
de dienst Stadstoezicht Nr. BD2012-000849
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
Na behandeling van alle agendapunten is er gelegenheid om technische vragen
over de aanbesteding parkeeractiviteiten te stellen ter voorbereiding op de
inhoudelijke behandeling in de commissie van 29 maart 2012.
3
| Agenda | 3 | discard |
x Gemeente Amsterdam R OW
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
% Agenda, donderdag 19 juni 2008
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
Tijd 19.30 uur tot 20.00 uur — besloten deel
20.00 uur tot 22.30 uur — openbare deel
Locatie Rooszaal 0239, Stadhuis
> NB: De vergadering start met het besloten deel.
Van 19.30 uur tot 20.00 uur
BESLOTEN DEEL
Grondzaken
B1 KABINET
Van 20.00 uur tot 22.30 uur
OPENBARE DEEL
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 _Inspreekhalfuur publiek
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @raadsgriffie.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam R OW
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
Agenda, donderdag 19 juni 2008
5 Actualiteiten
6 Ingekomen stukken
- _ Brieven van kinderdagverblijf Panorama
- _ Brief van Stichting Samen tussen Amstel en IJ
- _ Brief van Partou Kinderopvang
, Te betrekken bij agendapunt 14
7 _ Openstaande toezeggingen
8 Termijnagenda
9 Rondvraag
Grondzaken
10 Maandrapportage woningbouwproductie april 2008 Nr. BD2008-004404
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
, __De rapportage is uitgedeeld in de raadscommissie ROW, d.d. 21 mei 2008
, _ Tevens ter kennisname naar raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten
, _ Uitgesteld in de raadscommissie ROW, d.d. 11 juni 2008
e Voorgesteld is dit punt te betrekken bij agendapunt 12
11 Maandrapportage woningproductie mei 2008 Nr. BD2008-004405
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
, __De rapportage is uitgedeeld in de raadscommissie ROW, d.d, 11 juni 2008
, _ Tevens ter kennisname naar raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur,
Dienstverlening, Volkshuisvesting en Monumenten
, _ Uitgesteld in de raadscommissie ROW, d.d. 11 juni 2008
e Voorgesteld is dit punt te betrekken bij agendapunt 12
12 Financiele prikkels bouwproduktie Nr. BD2008-004415
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 juni 2008)
e _ Dit punt betrekken bij agendapunten 10 en 11
2
Gemeente Amsterdam R OW
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Waterbeheer en ICT
Agenda, donderdag 19 juni 2008
13 Aanbod & Afzet nieuwbouwwoningen in Amsterdam Nr. BD2008-004367
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
Geagendeerd op verzoek van commissielid Buurma - Haitsma (VVD)
, Was Tkn 4 in de raadscommissie van 11 juni 2008
e De leden van raadscommissie Verkeer, Vervoer en Infrastructuur, Dienstverlening,
Volkshuisvesting en Monumenten zijn uitgenodigd
Ruimtelijke Ordening
14 Definitieve locatie school Kop Java,2008 Nr. BD2008-004260
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 juni 2008)
15 Delegatiebesluit Wet ruimtelijke ordening (projectbesluit) Nr. BD2008-004042
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 25 juni 2008)
16 Consequentie nieuw wet ruimtelijke ordening voor Zuidas Nr. BD2008-004354
, _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen
3
| Agenda | 3 | train |
x Gemeente Amsterdam AZ F
% Raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid,
Juridische Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
x Raadsaangelegenheden, Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 3 februari 2011
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische Zaken,
Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
Raadsaangelegenheden, Communicatie
Tijd 13.30 tot 17.30 uur en zonodig vanaf 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Boekmanzaal, Stadhuis
Algemeen
1 Opening
2 Mededelingen
3 Vaststelling agenda
4 _Inspreekhalfuur Publiek
5 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie AZF
d.d. 13 januari 2011
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieAZF@raadsgriffie. amsterdam.nl
e Wordt nagezonden.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten zijn te ontlenen. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen zijn openbaar en hiervan worden geluids- en beeldregistraties gemaakt.
De agenda van de raadscommissie is ook te vinden via internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam AZ F
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
Raadsaangelegenheden, Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 3 februari 2011
6 Openstaande Toezeggingen
e _Toezeggingenlijst niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de
vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar.
7 Termijnagenda
e Termijnagenda niet bijgevoegd. U ontvangt op de maandag voorafgaande aan de
vergadering per mail en in hardcopy een bijgewerkt exemplaar.
8 Openstaande schriftelijke vragen
9 Actualiteiten Burgemeester
10 Rondvraag
Algemene Zaken
11 Maatregelen naar aanleiding van de ontvreemdingszaak 2010 Nr. BD2011-
000047
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Goede (GrLí).
12 Evaluatie Koninginnedag 2010 Nr. BD2011-000426
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Wolf (PvdA).
e Was TKN 1 in de Commissievergadering AZF van 13 januari 2011.
2
Gemeente Amsterdam AZ F
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
Raadsaangelegenheden, Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 3 februari 2011
Openbare Orde en Veiligheid
13 Jaarverslag 2009 Commissie voor de Politieklachten Amsterdam-Amstelland Nr.
BD2011-000427
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Wolf (PvdA).
e Was TKN 3 in de Commissievergadering AZF van 13 januari 2011.
14 Regionale Veiligheidsrapportage Amsterdam-Amstelland 2010-2 Nr. BD2011-
000428
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Wolf (PvdA).
e Was TKN4 in de Commissievergadering AZF van 13 januari 2011.
15 Evaluatieonderzoek incident Viermasterstraat Nr. BD2010-008028
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Bestuurlijk Stelsel
16 Beantwoording vragen de heer De Wolf over frictiekosten stadsdelen Nr.
BD2011-000430
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Wolf (PvdA).
e Was TKN6 in de Commissievergadering AZF van 13 januari 2011.
17 Voortgang heroverwegingen taken en bevoegdheden stad en stadsdelen Nr.
BD2011-000431
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid De Wolf (PvdA).
e Was TKN7 inde Commissievergadering AZF van 13 januari 2011.
3
Gemeente Amsterdam AZ F
Raadscommissie voor Algemene Zaken, Financiën, Openbare Orde en Veiligheid, Juridische
Zaken, Bestuurlijk Stelsel, Project 1012, Regelgeving en Handhaving,
Raadsaangelegenheden, Communicatie
Gewijzigde agenda, donderdag 3 februari 2011
Juridische Zaken
18 Vaststellen Brandbeveiligingsverordening 2011 Nr. BD2010-008047
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad van 16 februari 2011).
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN
Openbare Orde en Veiligheid
19 Beantwoording schriftelijke vragen Ivens over beboeten van enkele
straatartiesten Nr. BD2011-000788
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid lvens (SP).
Project 1012
20 Brief Toekomst NV Zeedijk Nr. BD2011-000862
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van raadslid Ornstein (VVD).
4
| Agenda | 4 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1996
Publicatiedatum 4 december 2019
Ingekomen onder AG
Ingekomen op 27 november 2019
Behandeld op 27 november 2019
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden De Jong, Flentge, La Rose, Simons, Kilig en Ceder inzake
de doorontwikkeling van de winteropvang en van de winteropvang 2019-2020
(winteropvang 2020)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de doorontwikkeling van de winteropvang en van
de winteropvang 2019-2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1940).
Constaterende dat:
— de winteropvang na 1 april 2020 wordt doorontwikkeld tot een 24-uurs-
voorziening met 104 plekken voor kwetsbare daklozen die het hele jaar open is
en dit een goede, forse uitbreiding van de maatschappelijke opvang betekent;
— uit de evaluatie van de winteropvang 2018/2019 blijkt dat de 10-dagenregel,
waarbij alle daklozen zonder alternatieve slaapplaats na lichte screening
10 dagen toegang hebben, als succesvol werd ervaren.
Overwegende dat:
— vooralsnog het voornemen is om ná 1 december 2020 geen bredere opvang te
organiseren;
— het waarschijnlijk is dat wanneer het kouder wordt, ook in 2020 weer behoefte is
aan winteropvang voor een bredere doelgroep dan de 104 kwetsbare daklozen,
maar het nog niet zo koud is dat de winterkouderegeling van kracht wordt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
Te onderzoeken wat de extra kosten zijn om de capaciteit dusdanig te vergroten
zodat in de winter 2020 weer met het 10-dagencriterium opvang geboden kan worden
aan een bredere groep daklozen indien dat nodig blijkt, en hierover te rapporteren
aan de raad bij de evaluatie van de nieuwe 24-uursopvang.
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteraad
Nummer 1996 Motie
Datum 4 december 2019
De leden van de gemeenteraad
D.S. de Jong
E.A. Flentge
N.V.M. la Rose
S.H. Simons
A. Kilic
D.G.M. Ceder
2
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente
Gemeenteraad RAAD
% Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 17 februari 2022
Ingekomen onder nummer 193
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid A.L. Bakker inzake overal natuurwaarde in de hoofdgroenstructuur
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het besluit tot vrijgave van het concept Beleidskader
Hoofdgroenstructuur
Constaterende dat:
— verschillende groentypen verschillende waarden krijgen in dit concept beleidskader;
— Initiatieven en plannen in de HGS niet ten koste mogen gaan van de prioritaire
waarden en op ten minste één prioritaire waarde een verbetering moeten laten zien,
aldus het concept-beleidskader.
Overwegende dat:
— veel parken en groenvoorzieningen naast de waarde ‘sociaal’ ‘beleving’ en ‘recreatie’
en ‘leefklimaat’, gericht op Amsterdammers, ook een intrinsieke waarde natuurlijke
waarde van het ecosysteem en biodiversiteit hebben (die weer noodzakelijk zijn voor
het leefmilieu en leefklimaat);
— deze groenwaarde ook bestaat voor de groene plekken die niet het label
‘stadsnatuur’ hebben;
— deze groenwaarde bij het type ‘sportpark’ ook nog nodig versterkt en geborgd dient
te worden (zoals in het conceptbeleidskader op p. 62 staat: “rigoureuze vergroening
is hier de uitdaging”), bijvoorbeeld met groene randen, een waterlijst of
waterpartijen;
— de groenwaarde bij ‘stadspark’, ‘stadsplantsoen’, ‘groene verbinding! en ‘sportpark’
nu onvoldoende tot uitdrukking komt, omdat als prioritaire waarde ‘natuur’
ontbreekt.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
In de definitieve versie van het Beleidskader Hoofdgroenstructuur óók bij de groentypen
“stadspark”, “stadsplantsoen”, “groene verbinding” en “sportpark” de waarde “natuur”
toe te voegen aan de prioritaire waarden, zodat bij álle groentypen binnen de
hoofdgroenstructuur “natuur” een van de prioritaire waarden wordt.
Indiener
A.L. Bakker
| Motie | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1165
Datum akkoord 1 december 2014
Publicatiedatum 3 december 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het toenmalige raadslid mevrouw
A. van der Velde van 9 januari 2014 inzake de documentaire op National Geographic
over zakkenrollers in Amsterdam.
Kan de GEMGEMBART
inleiding door vragenstelster:
Allereerst wil vragenstelster de burgemeester feliciteren met de Machiavelliprijs 2013.
Bij deze prijs die de burgemeester gekregen heeft, wordt hij geroemd als een
toonbeeld van helderheid en duidelijkheid in zijn taalgebruik in een bestuurlijke
wereld, en roemt men hem dat Amsterdam nationaal en internationaal op de kaart
wordt gezet.
De fractie van Trots heeft 2 januari 2014 naar een documentaire van National
Geographic gekeken, dit zijn de makers van wereldwijd bekeken programma's.
Deze makers hebben een heel ander beeld van Amsterdam laten zien. Een beeld dat
Amsterdam nationaal en internationaal op de kaart heeft gezet. Maar wel op een zeer
negatieve manier! National Geographic laat zien dat Amsterdam een uit de klauwen
gierend roversnest geworden is. Ook wordt pijnlijk duidelijk dat het om
georganiseerde criminele misdaden gaat.
Het zijn dus geen individuele incidenten maar om criminele organisaties gaat die in
groepen werken om toeristen geld en goederen afhandig te maken middels
zakkenrollerij, bedreiging en voordoen als politiefunctionaris en het skimmen van
geldautomaten.
In de documentaire is te zien hoe het beroven en bedriegen van toeristen op een
eenvoudige kinderlijke manier gaat. De geïnterviewde criminelen, “zo mogen wij ze
toch wel noemen”, leggen zonder schroom met hun gezicht op de camera, hoe
eenvoudig je toeristen kan belazeren. Ook vertellen deze criminelen dat hun
verdiensten uiteenlopen van 100 tot 1000 euro per dag. Deze personen hebben
maling aan de politie en voelen zich onaantastbaar. De documentaire laat
zakkenrollers in de tram zien en dat de meeste criminelen op het Centraal Station
rondhangen. En dat terwijl het daar wemelt van de politie en de criminelen toch
gewoon hun “werk” doen ondanks de aanwezigheid van de politie! Om over het
wallengebied in de late uren maar te zwijgen. Ook de geroemde Bloemenmarkt in
Amsterdam laten marktkoopmannen zich van hun negatieve kant zien. Er is te zien
en te horen hoe deze marktkooplieden op een geraffineerde manier de toeristen
oplichten.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lies Gemeenteblad
Datum 3 december 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 9 januari 2014
Niet leuk om te zien dat deze personen die voor het merendeel uit Oost-Europa en
Zuid-Amerika komen zich Amsterdammer noemen. Tevens hebben deze personen
een verblijfsadres in Amsterdam.
Als Amsterdammer en vele met mij geeft deze hele documentaire mij een vreselijk rot
gevoel en zie hoe deze stad afglijdt naar een “SCAM CITY *.
De door de burgemeester ontvangen prijs wordt door een kleine honderdduizend
mensen gelezen in de media, maar deze honderdduizend mensen staan in schril
contrast bij de op dit moment tientallen miljoenen kijkers die deze documentaire reeds
hebben gezien. Dit programma wordt de komende weken herhaald en is straks te
zien op uitzending gemist en YouTube. Binnen afzienbare tijd zullen waarschijnlijk
meer dan honderd miljoen mensen naar deze documentaire hebben gekeken in de
diverse media. Amsterdam wordt in deze documentaire ook geroemd om zijn
grachten, schoonheid en liberale opvattingen, maar de documentaire verteld dat dit
een wereld is van uiterlijke schijn.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 9 januari 2014, namens de fractie
van Trots, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat gaat het college op korte termijn doen aan deze criminelen die met hun
gezicht voor de camera verschijnen en zichzelf loffelijk uitlaten op de televisie?
2. Is het mogelijk om deze personen te achterhalen via de beelden van National
Geographic?
3. Kunnen deze personen middels herkenning van deze beelden opgepakt worden
en alsnog veroordeeld worden voor de op televisie vertoonde criminele
handelingen?
4. Wat kan het college doen aan de oplichtingspraktijken van de markt-kooplieden
op de Bloemenmarkt die de toeristen willens en wetens belazeren?
5. Zijn deze marktkooplieden te beboeten? Zo ja, gaat het college hiermee aan de
slag?
6. Wat gaat en kan de burgemeester ondernemen aan de criminelen die een woning
hebben in Amsterdam? Is deze woning te onteigenen?
7. Wat gaat en kan de burgemeester doen aan de grote overlast van criminelen op
het Centraal Station?
8. Wat gaat de burgemeester doen aan de overlast door het zakkenrollersleger in de
Amsterdamse trams?
9. Graag ziet de fractie van Trots op zeer korte termijn een actiestappenplan
tegemoet en wordt graag geïnformeerd over de voortgang in deze. Kan de
burgemeester dit toezeggen?
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer dsember 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 9 januari 2014
Antwoord vragen 1 t/m 9:
In de uitzending van het programma programma ‘Scam City: Amsterdam’ van
2 januari 2014 zijn gebeurtenissen zoals diefstal, oplichting en beroving getoond,
die de presentator zouden zijn overkomen tijdens een verblijf in Amsterdam.
De politie en de gemeente hebben na de uitzending een onderzoek verricht naar
de totstandkoming van het programma. De vragen van raadslid Van der Velde
namens de fractie van Trots zijn door de uitkomsten van die onderzoeken in een
ander licht komen te staan.
De gemeente en NGC hebben overeenstemming bereikt over een verklaring door
NGC, die zowel door de gemeente als door NGC, is verspreid. Met de verspreiding
van deze verklaring is NGC tegemoet gekomen aan de eis van de gemeente om de
kijker (alsnog) duidelijk te maken dat veel van de als werkelijk gepresenteerde
voorvallen in scene zijn gezet:
“National Geographic Channel heeft op 2 januari 2014 het programma ‘Scam City:
Amsterdam’ uitgezonden. De gemeente Amsterdam heeft deze uitzending als
schadelijk ervaren.
Veel van de in de uitzending als werkelijk gepresenteerde voorvallen zijn,
weliswaar na uitgebreide research door de productiemaatschappij, in scene
gezet. Wij hadden dat aan de kijker duidelijk moeten maken.
De herhalingen zijn direct stop gezet en in een open dialoog met burgemeester
Van der Laan is overeenstemming bereikt over deze verklaring.
Het is nooit onze bedoeling geweest de gemeente Amsterdam te beschadigen en
wij betreuren de gang van zaken.”
Nu de toedracht van de uitzending vaststaat, is het duidelijk dat verdere maatregelen
naar aanleiding van de uitzending achterwege kunnen blijven.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1165
Datum akkoord 1 december 2014
Publicatiedatum 3 december 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het toenmalige raadslid mevrouw
A. van der Velde van 9 januari 2014 inzake de documentaire op National Geographic
over zakkenrollers in Amsterdam.
Kan de GEMGEMBART
inleiding door vragenstelster:
Allereerst wil vragenstelster de burgemeester feliciteren met de Machiavelliprijs 2013.
Bij deze prijs die de burgemeester gekregen heeft, wordt hij geroemd als een
toonbeeld van helderheid en duidelijkheid in zijn taalgebruik in een bestuurlijke
wereld, en roemt men hem dat Amsterdam nationaal en internationaal op de kaart
wordt gezet.
De fractie van Trots heeft 2 januari 2014 naar een documentaire van National
Geographic gekeken, dit zijn de makers van wereldwijd bekeken programma's.
Deze makers hebben een heel ander beeld van Amsterdam laten zien. Een beeld dat
Amsterdam nationaal en internationaal op de kaart heeft gezet. Maar wel op een zeer
negatieve manier! National Geographic laat zien dat Amsterdam een uit de klauwen
gierend roversnest geworden is. Ook wordt pijnlijk duidelijk dat het om
georganiseerde criminele misdaden gaat.
Het zijn dus geen individuele incidenten maar om criminele organisaties gaat die in
groepen werken om toeristen geld en goederen afhandig te maken middels
zakkenrollerij, bedreiging en voordoen als politiefunctionaris en het skimmen van
geldautomaten.
In de documentaire is te zien hoe het beroven en bedriegen van toeristen op een
eenvoudige kinderlijke manier gaat. De geïnterviewde criminelen, “zo mogen wij ze
toch wel noemen”, leggen zonder schroom met hun gezicht op de camera, hoe
eenvoudig je toeristen kan belazeren. Ook vertellen deze criminelen dat hun
verdiensten uiteenlopen van 100 tot 1000 euro per dag. Deze personen hebben
maling aan de politie en voelen zich onaantastbaar. De documentaire laat
zakkenrollers in de tram zien en dat de meeste criminelen op het Centraal Station
rondhangen. En dat terwijl het daar wemelt van de politie en de criminelen toch
gewoon hun “werk” doen ondanks de aanwezigheid van de politie! Om over het
wallengebied in de late uren maar te zwijgen. Ook de geroemde Bloemenmarkt in
Amsterdam laten marktkoopmannen zich van hun negatieve kant zien. Er is te zien
en te horen hoe deze marktkooplieden op een geraffineerde manier de toeristen
oplichten.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Lies Gemeenteblad
Datum 3 december 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 9 januari 2014
Niet leuk om te zien dat deze personen die voor het merendeel uit Oost-Europa en
Zuid-Amerika komen zich Amsterdammer noemen. Tevens hebben deze personen
een verblijfsadres in Amsterdam.
Als Amsterdammer en vele met mij geeft deze hele documentaire mij een vreselijk rot
gevoel en zie hoe deze stad afglijdt naar een “SCAM CITY *.
De door de burgemeester ontvangen prijs wordt door een kleine honderdduizend
mensen gelezen in de media, maar deze honderdduizend mensen staan in schril
contrast bij de op dit moment tientallen miljoenen kijkers die deze documentaire reeds
hebben gezien. Dit programma wordt de komende weken herhaald en is straks te
zien op uitzending gemist en YouTube. Binnen afzienbare tijd zullen waarschijnlijk
meer dan honderd miljoen mensen naar deze documentaire hebben gekeken in de
diverse media. Amsterdam wordt in deze documentaire ook geroemd om zijn
grachten, schoonheid en liberale opvattingen, maar de documentaire verteld dat dit
een wereld is van uiterlijke schijn.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 9 januari 2014, namens de fractie
van Trots, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Wat gaat het college op korte termijn doen aan deze criminelen die met hun
gezicht voor de camera verschijnen en zichzelf loffelijk uitlaten op de televisie?
2. Is het mogelijk om deze personen te achterhalen via de beelden van National
Geographic?
3. Kunnen deze personen middels herkenning van deze beelden opgepakt worden
en alsnog veroordeeld worden voor de op televisie vertoonde criminele
handelingen?
4. Wat kan het college doen aan de oplichtingspraktijken van de markt-kooplieden
op de Bloemenmarkt die de toeristen willens en wetens belazeren?
5. Zijn deze marktkooplieden te beboeten? Zo ja, gaat het college hiermee aan de
slag?
6. Wat gaat en kan de burgemeester ondernemen aan de criminelen die een woning
hebben in Amsterdam? Is deze woning te onteigenen?
7. Wat gaat en kan de burgemeester doen aan de grote overlast van criminelen op
het Centraal Station?
8. Wat gaat de burgemeester doen aan de overlast door het zakkenrollersleger in de
Amsterdamse trams?
9. Graag ziet de fractie van Trots op zeer korte termijn een actiestappenplan
tegemoet en wordt graag geïnformeerd over de voortgang in deze. Kan de
burgemeester dit toezeggen?
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer dsember 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 9 januari 2014
Antwoord vragen 1 t/m 9:
In de uitzending van het programma programma ‘Scam City: Amsterdam’ van
2 januari 2014 zijn gebeurtenissen zoals diefstal, oplichting en beroving getoond,
die de presentator zouden zijn overkomen tijdens een verblijf in Amsterdam.
De politie en de gemeente hebben na de uitzending een onderzoek verricht naar
de totstandkoming van het programma. De vragen van raadslid Van der Velde
namens de fractie van Trots zijn door de uitkomsten van die onderzoeken in een
ander licht komen te staan.
De gemeente en NGC hebben overeenstemming bereikt over een verklaring door
NGC, die zowel door de gemeente als door NGC, is verspreid. Met de verspreiding
van deze verklaring is NGC tegemoet gekomen aan de eis van de gemeente om de
kijker (alsnog) duidelijk te maken dat veel van de als werkelijk gepresenteerde
voorvallen in scene zijn gezet:
“National Geographic Channel heeft op 2 januari 2014 het programma ‘Scam City:
Amsterdam’ uitgezonden. De gemeente Amsterdam heeft deze uitzending als
schadelijk ervaren.
Veel van de in de uitzending als werkelijk gepresenteerde voorvallen zijn,
weliswaar na uitgebreide research door de productiemaatschappij, in scene
gezet. Wij hadden dat aan de kijker duidelijk moeten maken.
De herhalingen zijn direct stop gezet en in een open dialoog met burgemeester
Van der Laan is overeenstemming bereikt over deze verklaring.
Het is nooit onze bedoeling geweest de gemeente Amsterdam te beschadigen en
wij betreuren de gang van zaken.”
Nu de toedracht van de uitzending vaststaat, is het duidelijk dat verdere maatregelen
naar aanleiding van de uitzending achterwege kunnen blijven.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 6 | test |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 848
Datum akkoord college van b&w van 7 oktober 2014
Publicatiedatum 10 oktober 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer E.A. Flentge van
14 augustus 2014 inzake hoge leges voor gastouderschap.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragensteller.
In Amsterdam moeten gastouders maar liefst € 759 betalen om zich in te schrijven op
het adres waar zij op kinderen passen. De inschrijving vindt plaats in het Landelijk
Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Voor gastouders zijn die leges erg hoog
in verhouding met de vergoeding die zij ontvangen. Voor elke nieuwe opvanglocatie
moet een nieuwe aanvraag worden ingediend. Dit geldt ook bij een verhuizing.
De prijs in Amsterdam is bijna 90% hoger dan het landelijk gemiddelde. Gemiddeld
rekenen gemeenten een bedrag van ruim € 400 voor deze leges. Gastouders in
bijvoorbeeld Maastricht hoeven zelfs géén leges te betalen.
Het is onduidelijk waarom de Amsterdamse leges zo hoog zijn. Na de inschrijving van
de gastouder volgt weliswaar een inspectie van de GGD, maar dat is een herhaling
van controles die al eerder door het gastouderbureau zijn gedaan. Het inspectie-
bezoek duurt ook maar ongeveer één uur.
Het hoge bedrag schrikt mogelijke gastouders af. Uit onderzoek blijkt dat het aantal
aanvragen van gastouders in gemeenten die (hoge) leges heffen is afgenomen met
31%. De landelijke gastouderbureaus Viaviela en 4Kids hebben niet voor niets de
hoge leges aangekaart bij de politiek. Zij stellen terecht: "Gastouders zorgen ervoor
dat andere ouders aan het werk kunnen. Dankzij gastouders kunnen kinderen zich
veilig ontwikkelen in een kleinschalige huiselijke omgeving.”
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 14 augustus 2014, namens de fractie
van de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
' htips://www. viaviela. nl/nieuws/2014/07/gastouders-strijden-voor-lagere-leges
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing hs Gemeenteblad
Datum 40 oktober 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 14 augustus 2014
1. Is het college het eens met de fractie van de SP, dat de Amsterdamse leges voor
inschrijving in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen,
buitensporig hoog zijn? Kan het college het antwoord toelichten?
2. Hoe kan het dat deze leges in Amsterdam zoveel duurder zijn dan in andere
steden? Kan het college daarbij een uitwerking geven hoe de kosten zijn
berekend?
Antwoord vragen 1 en 2:
In vergelijk met de bedragen in andere gemeenten, zijn de leges voor gastouders
in Amsterdam inderdaad hoog. Daar zijn meerdere oorzaken voor.
A. Het budget dat Amsterdam ontvangt van het Rijk voor
registratie/vergunningverlening, toezicht en handhaving kinderopvang is niet
toereikend.
B. Amsterdam wil kwalitatief goede en zeer goede opvang en doet daarom een
goede toets aan de poort. Een goede toets vraagt een minimaal aantal
onderzoeksuren.
Ad A
Amsterdam ontvangt in totaal ruim 1, 6 miljoen euro voor de uitvoering van deze
wettelijk verplichte taken, terwijl er 2,4 miljoen benodigd is.
De kostendekkendheid van de vergunningverlening kinderopvang wordt mede
bepaald door deze bedragen en dat werkt door in de leges.
Niet iedere gemeente heeft te maken met een ontoereikende bijdrage vanuit het
Rijk. En niet iedere gemeente werkt kostendekkend. Daardoor ontstaan ook
verschillen in de leges.
De raad gaf in 2011 opdracht om de kostendekkendheid van alle
vergunningproducten te onderzoeken middels een kostprijsonderzoek. Voor de
kinderopvang werd dit onderzoek in 2013 uitgevoerd. Dit leidde tot verhogingen
van de kinderopvangleges in de door Raad en stadsdelen vastgestelde
legesverordening 2014. Andere beleidsmatige afwegingen dan
kostendekkendheid werden bij het vaststellen van het tarief voor gastouders op
dat moment niet gemaakt.
Om volledig kostendekkend te kunnen werken, zat in het vergunningtarief ook
een bedrag verdisconteerd voor toekomstige wijzigingen van de
vergunning/registratie. Ook dit aspect heeft bijgedragen aan het relatief hoge
tarief voor de gastouders.
AdB
Goed onderzoek - voorafgaand aan de start van de opvang - hangt nauw samen
met de kwaliteit van de opvang in Amsterdam. Het college wil goede en zeer
goede kinderopvang en dat begint met een goede toets aan de poort, ter
preventie. De Ggd voert deze toets uit.
Het onderzoek omvat meer dan het in uw inleiding vermelde locatiebezoek.
De GGD voert de volgende werkzaamheden uit: het in behandeling nemen van
de aanvraag, het beoordelen van documenten (indien nodig meerdere malen, ook
na herstel), het doen van onderzoek op locatie (gesprek, observatie, reistijd),
hoor-wederhoor en verwerken zienswijze, rapport opmaken en besluit opstellen.
Juist voor de gastouders is de eerste toets van groot belang, omdat ze daarna
alleen steekproefgewijs jaarlijks onderzocht worden (conform wet; 5%).
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing hs Gemeenteblad
Datum 40 oktober 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 14 augustus 2014
In uw inleiding geeft u aan dat de Ggd controles uitvoert die ook al door het
gastouderbureau zijn gedaan. De GGD doet echter - namens de gemeente -
onafhankelijk onderzoek bij een gastouder. Een gastouderbureau is een
marktpartij en heeft een direct financieel belang bij de gastouderkoppelingen. Het
is daarmee de slager die het eigen vlees keurt.
Ook op de gastouderbureaus zelf wordt toezicht gehouden. Maar bureaus uit
andere gemeenten vallen niet onder het toezicht van de Amsterdamse GGD en
de gemeente Amsterdam kan er niet handhaven. Als andere gemeenten
nauwelijks handhaven op de gastouderopvang, heeft dat ook z'n weerslag op de
kwaliteit van gastouders hier. Het is voor een gemeente dus heel moeilijk om grip
te krijgen op de kwaliteit van de gastouderopvang in brede zin. De toets aan de
poort is daarom voor ons hetmoment. Dat past in het beleid om streng aan de
poort te zijn, zeker bij een opvangvorm waar geen vierogenprincipe geldt en die
zich voornamelijk buiten ons gezichtsveld afspeelt.
In Amsterdam zijn 96 gastouderbureaus actief, waarvan 14 bureaus geregistreerd
staan in Amsterdam (peildatum mei 2014). De overige 82 bureaus zijn over het
hele land verspreid geregistreerd, maar zij bemiddelen dus ook voor
Amsterdamse gastouders. Voor het controleren van de kwaliteit van de
gastouders — ook in geval van meldingen en ad-hoc onderzoek - is nabijheid van
de GGD van groot belang. Gastouderbureaus zijn dus in de meeste gevallen niet
nabij en verdelen hun aandacht over vele gastouders verspreid over het gehele
land.
3. Deelt het college de mening, dat de hoge Amsterdamse leges voor het inschrijven
van een oppasadres voor gastouders (als bedoeld in art. 1.45 van de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) een ongewenst negatief effect
hebben op het aantal beschikbare gastouders in Amsterdam? Kan het college
het antwoord toelichten?
Antwoord:
Hier is geen specifiek onderzoek naar gedaan. Er is in Amsterdam een kleine
teruggang in het aantal gastouders te zien (circa 10% minder aanvragen dan in
het jaar ervoor). Een combinatie van factoren speelt een rol:
— Het Rijk verlaagde in 2013 de kinderopvangtoeslag, waardoor de kosten voor
ouders per saldo stegen en de opvang voor sommige ouders te duur werd,
met als gevolg een verminderde vraag en een verminderd aanbod. Bij alle
kinderopvangvormen — kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en
gastouderopvang — is een afname van het aanbod te zien.
— Hetzelfde geldt voor baanverlies gedurende de recessie. Ook dit heeft z'n
weerslag op vraag en aanbod.
— De grote steden hebben een relatief laag percentage gastouders. Gastouders
verzorgen in Amsterdam circa 6% van alle kinderopvang. In kleine steden en
landelijke gebieden ligt dit percentage hoger en is de belangstelling voor deze
opvangvorm groter.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer Ce ktober 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 14 augustus 2014
4. Is het college bereid te bekijken of de leges in Amsterdam verlaagd kunnen
worden naar een bedrag, dat meer in lijn is met het landelijke gemiddelde?
Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Jazeker. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de legestabel ook bepaald
dat kritisch gekeken moet worden of bepaalde leges verlaagd kunnen worden.
Dat heeft het college ter harte genomen en laten onderzoeken. Een verlaging is
mogelijk.
Zoals toegelicht onder vragen 1 en 2 zitten in het tarief voor gastouders ook
toekomstige wijzigingen van de vergunning doorberekend. Het college heeft
besloten om voor de gastouders deze kosten uit het tarief te halen. Daarnaast zijn
de administratiekosten van de vergunning uit het tarief gehaald. Deze kosten
komen voortaan ten laste van het gemeentelijke budget voor toezicht en
handhaving kinderopvang. Het college vindt dat een redelijke tegemoetkoming
aan deze doelgroep, gezien het feit dat het een zeer kleinschalige vorm van
opvang betreft met aanzienlijk minder inkomen dan alle andere vormen van
kinderopvang. Ter vergelijking: een kinderdagverblijf met bijvoorbeeld 60
opvangplekken betaalt 1425 euro aan leges. Een gastouder vangt maximaal
6 kinderen op — doorgaans niet meer dan 3 - en betaalt daarvoor 759 euro aan
leges.
Met deze aanpassingen kan het legesbedrag voor een gastouder verlaagd
worden van € 759,- naar € 463,-. U ontvangt dit naaar een voorstel voor de
legesverordening 2015, waarin het nieuwe tarief voor de gastouder wordt
verwerkt.
Het college heeft daarnaast besloten om met terugwerkende kracht — vanaf
1 januari 2014 — al het lagere tarief in rekening te brengen bij de gastouders.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
xX Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie voor Algemene
Zaken
Jaar 2020
Datum indiening 9 juli 2020
Datum behandeling 27 augustus 2020
Onderwerp
Actualiteit van het lid Taimounti inzake vrijspraak voor Saadia Ait Taleb
Aan de commissie
Inleiding
Voormalige antiradicaliseringsambtenaar Saadia Ait Taleb werd verdacht van het
frauderen met drie facturen met betrekking tot het geheime project Grijze Campagne.
Zij is inmiddels door de rechter vrijgesproken van fraude en valsheid in geschrifte.
Reden bespreking
De strafzaak tegen Saadia Ait Taleb heeft voor veel ophef gezorgd. Zij werd als
ambtenaar bij de dienst OOV verantwoordelijkheid gehouden voor fraude met
betrekking tot het geheime project ‘Grijze Campagne’. Er zijn sinds 2017 zeer
scherpe en kritische vragen gesteld over haar functioneren en over de dienst OOV
afdeling Radicalisering. Maar nu blijkt dat Ait Taleb geen blaam treft. Haar naam is
echter wel door het slijk gehaald en zij voelde zich de afgelopen jaren niet meer veilig.
De gemeenteraad moet zich buigen over deze casus en zich uitspreken tegen het
onrecht dat Saadia Ait Taleb is aangedaan.
Reden spoedeisendheid
Saadia Ait Taleb is groot onrecht aangedaan en de gemeente Amsterdam heeft hier
een actieve rol in gespeeld. De gemeente heeft daarmee het vertrouwen van de
maatschappij in de overheid en met name de gemeente Amsterdam ernstig
aangetast. Dit onrecht moet zo spoedig mogelijk worden rechtgezet.
Het lid van de commissie,
M. Taimounti
1
| Actualiteit | 1 | train |
Gemeente Bezoekadres
Stadhuis, Amstel 1
Am ste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14020
2x www.amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Stichting Verenigde Hollandse Zeil Compagnie
t.a.v. de heer H. Tolman
Postbus 2254
2301 CG Leiden
Datum 12 december 2017
Kenmerk
Behandeld door Ruimte en Duurzaamheid, Frank Arents, 06 4794 6565, [email protected]
Onderwerp Beantwoording raadsadres inzake wijziging bestemmingsplan Oude Houthaven
Geachte heer Tolman,
Op 20 december 20216 hebt u namens de Verenigde Hollandse Zeil Compagnie een brief aan de :
gemeenteraad gestuurd met als onderwerp de wijziging van het bestemmingsplan Oude Houtha-
ven. In uw brief verzoekt v om behoud van ligplaatsen voor de chartervaart (in het spraakgebruik
toch nog vaak “bruine vloot") in de Oude Houthaven.
Voordat ik inhoudelijk op uw brief in ga, geef ik u mee dat de beantwoording op zichzelf heeft
laten wachten, maar dat dit in overleg met uw medebestuurslid, de heer Wieberneit, is gebeurd,
als ook dat contact met uw stichting is gehouden. Het ging vw stichting, in de woorden van de
heer Wieberneit, voornamelijk om een signaal af te geven in het kader van het opstellen van het
bestemmingsplan Oude Houthaven. Om antwoord te geven op vw verzoek, om de ligplaatsen
voor de chartervaart in de Oude Houthaven te behouden, is navraag gedaan bij de projectorgani-
satie en stadsdeel West.
Onder andere met betrekking tot vw verzoek heb ik begrepen dat de betrokken portefeuillehou-
der Jeroen van Berkel van de bestuurscommissie stadsdeel West onder meer in april 2017, samen
met vertegenwoordigers van de beroepschartervaart (bruine vloot), heeft gezocht naar mogelijke
geschikte locaties voor charterschepen. Daarbij is de Oude Houthaven aan de orde gekomen maar
is ook gekeken naar locaties buiten stadsdeel West, zoals in het Oostelijk Havengebied.
Anders dan de stelling waarmee u uw brief afsluit is er nooit, mondeling noch schriftelijk, overeen-
gekomen dat de chartervaart behouden blijft in de Oude Houthaven. In dit kader is het volgende
van belang. De chartervaart heeft enige tijd, bij wijze van experiment door Havenbedrijf Amster-
dam, ligplaatsen toegewezen gekregen in de Oude Houthaven. Vanwege de grote overlast die
daardoor veroorzaakt werd heeft het Havenbedrijf Amsterdam dit experiment beëindigd. Dit was
geruime tijd voordat woonschepen vanuit de Houthaven naar de Oude Houthaven werden ver-
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam Datum 12 december 2017
KE ret Kenmerk |
Pagina 2 van 2
plaatst vanwege bouwwerkzaamheden in de Houthaven. Overigens is om dezelfde redenen de
locatie in het Oostelijk Havengebied beëindigd.
Vanwege de overlast die veroorzaakt wordt door in- en uitstappende passagiers en het overnach-
ten van gasten aan boord is de chartervaart in het (ontwerp)bestemmingsplan Oude Houthaven
niet positief bestemd. Wel bestaat de mogelijkheid om —op termijn, na het doorlopen van een
afwijkingsprocedure — ligplaatsen te creëren voor bedrijfsvaartuigen, maar zonder op- en afstap-
pen, alleen "(nacht)stalling"”. Voor op- en afstappen zijn in eerste instantie elf ligplaatsen voorzien
aan de Pontsteiger, die nu worden gerealiseerd binnen het bestemmingsplan De Houthaven —
Parkeergarage Pontsteiger.
Overigens heb ik begrepen dat u per e-mail bent vitgenodigd om een zienswijze in te brengen op
het ontwerpbestemmingsplan Oude Houthaven maar dat u van deze mogelijkheid geen gebruik
heeft gemaakt. Tot slot geef ik v mee dat het bestemmingsplan Oude Houthaven naar verwach-
ting in janvari 2018 ter besluitvorming aan de Gemeenteraad wordt aangeboden.
Ik spreek in elk geval de hoop uit dat wij met elkaar in gesprek te blijven, om gezamenlijk te zoe-
ken naar andere, nieuwe locaties voor de chartervaart. Op grond van bovenstaande hoop ik u meer
informatie en antwoord te hebben gegeven op uw verzoek. Tevens deel ik v mee dat een afschrift
van deze brief, ter kennisname aan de raadscommissie Ruimtelijke Ordening zal worden gezon-
den.
Met vriendelijke groet, |
a
E. van derBurg
Wethouder Ruimtelijker ordening
Het Stadhuis is bereikbaar met de metro of met tramlijn 7 en 14, halte Waterlooplein.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl
| Raadsadres | 2 | val |
Bezoekadres
2x Gemeente Re
Am ste rda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
x 1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
BIZ van Dam tot Stopera
Mevrouw A. Bieringa
Van Baerlestraat 45 - 1
1071 AP Amsterdam
Datum 20 september 2016
Ons kenmerk
Uw kenmerk _ -
Behandeld door t.overbeek@&amsterdam.nl
Kopie aan Bestuurscommissie Centrum
Bijlage
Onderwerp _Branchering, betere handhaving en strengere regulering van het winkel- en horeca
aanbod in de oude binnenstad van Amsterdam
Geachte mevrouw Bieringa en heer Eberhardt,
Hartelijk dank voor vw brief van 25 juli jongstleden die v namens de Bedrijven Investeringszone
(BIZ) van Dam tot Stopera aan de gemeenteraad van Amsterdam heeft gestuurd. In uw brief uit u
uw zorgen over de toegenomen (toeristische) drukte in de binnenstad van Amsterdam waardoor
disbalans is ontstaan in het winkel- en voorzieningenaanbod. De laatste jaren signaleert u in de
straten van uw BIZ — de Damstraat, Oude Doelenstraat, Oude en Nieuwe Hoogstraat — dat er een
omwenteling gaande is waarbij winkels zich steeds meer zijn gaan richten op de toerist, en minder
op de bewoner van de stad. Het college deelt vw mening dat de binnenstad gebaat is bij een
afwisselend en veelzijdig aanbod. Dat de ondernemers in vw BIZ zich hier actief en in
gezamenlijkheid voor inzetten, is prijzenswaardig.
Het startdocument ‘Stad in Balans’ van het college van mei 2015 geeft aan dat op sommige
plekken in de stad het evenwicht tussen wonen, werken en recreëren in disbalans dreigt te komen
door functieveranderingen van ondermeer winkels, horeca en voorzieningen. De sturing op een
gedifferentieerd aanbod ziet het college daarom als een noodzakelijke maatregel voor het
herstellen of behouden van dit evenwicht. De motie van de raadsleden Boutkan, Nuijens en N.T.
Bakker inzake branchering ondersteunt deze wens, en samen vormen zij voor het college
aanleiding voor de bestuursopdracht Diversiteit winkel- en voorzieningenaanbod. De opdracht
bestaat vit het breed inventariseren van huidige en toekomstige sturingsinstrumenten waarmee
de gemeente (onder andere via het bestemmingsplan), maar nadrukkelijk ook ondernemers en
vastgoedeigenaren, bij voorkeur in gezamenlijkheid, de diversiteit in het winkel- en
voorzieningenaanbod kunnen stimuleren. De focus ligt hierbij op het centrum van Amsterdam.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 20 september 2016
Kenmerk
Pagina 2 van 2
Uw suggesties inzake branchering, regulering (van de mengformule) en handhaving, waarmee u
hoopt in de door u beheerde straten een veelzijdig winkelaanbod te behouden dan wel terug te
krijgen, betrekken we in de inventarisatie. Deze vindt de komende maanden plaats. Op basis van
de inventarisatie wordt een vervolgaanpak bepaald, die meegenomen wordt bij de herziening van
het bestemmingsplan 1012 en het stedelijk detailhandelsbeleid.
Wij hechten veel waarde aan vw mening en ideeën gezien vw ervaringen en inspanningen om de
stad Amsterdam aantrekkelijk en vitaal te houden. Ten behoeve van de inventarisatie van
sturingsinstrumenten, organiseren wij dit najaar een bijeenkomst met ondernemers, bewoners en
vastgoedeigenaren . Met als doel om nader met elkaar in gesprek te gaan om de afname van
diversiteit van het Amsterdamse winkel- en voorzieningenaanbod te beperken en te voorkomen
en een mix van functies te behouden. Wij hopen u daar ook te mogen zien, v ontvangt spoedig een
uitnodiging.
Met vriendelijke groet,
Het college van burgemeester en wethoudersxfan Amsterda ,
|
(\ i
A CN
mr. E.E. van der Laan mr. A. [P.van Gils
burgemeester gemeeftesecretaris
| Raadsadres | 2 | train |
Jaar 2020
Afdeling 1
Nummer 1146
Behandeld op 30 september 2020
Status Verworpen
Onderwerp
Motie van het lid Boomsma, Kreuger en Torn inzake de transitievisie Warmte (monitor
woonlasten)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Transitievisie Warmte
Overwegende dat:
- de verschillende mogelijke routes voor een transitie naar aardgasvrije
woningen gepaard gaat met kosten;
- tot heden onduidelijk is wie die kosten gaan betalen;
- het cruciaal is dat vooral de lage en middeninkomens niet geconfronteerd
worden met stijgende woonlasten, omdat zij hogere lasten niet kunnen
dragen, omdat dit de stad minder toegankelijk maakt voor deze groepen, en
omdat dit het draagvlak voor de energietransitie verminderd;
- het coalitieakkoord pleit voor klimaatrechtvaardigheid;
- het belangrijk is om de vinger aan de pols te houden ten aanzien van de
gevolgen van het ingezette beleid,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- Een woonlastenmonitor op te stellen waarin wordt bijgehouden of en hoe de
klimaatmaatregelen uit de transitievisie warmte leiden tot een verandering van
de woonlasten voor verschillende groepen bewoners.
- Daarbij de subsidie die vanuit het Klimaatfonds of anderzijds door de overheid
wordt verstrekt om bijvoorbeeld de onrendabele top te financieren ook mee te
nemen
- Deze jaarlijks voor te leggen aan de gemeenteraad.
- _ Bij elk investeringsbesluit een inschatting voor te leggen van de wijziging van
de woonlasten als gevolg van maatregelen uit de transitievisie.
Het lid van de gemeenteraad
D.T. Boomsma
K.M. Kreuger
R.K. Torn
| Motie | 1 | discard |
> < gemeente Raadsinformatiebrief
msterdam
| sterda Afdoening toezegging
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 28 april 2021
Portefeuille(s) Lucht-en Zeehaven
Portefevillehouder(s): Victor Everhardt
Behandeld door Eric Thelen, Grond en Ontwikkeling ([email protected])
Hans van Wijk, Economische Zaken (h.van.wijk@&amsterdam.nl)
Onderwerp Informeren over vaststellingsovereenkomst en afdoening toezegging Toekomst ADM-terrein
uit de commissievergadering Financien, Economische Zaken en Duurzaamheid (FED) van 25
maart 2021
Geachte leden van de gemeenteraad,
In vw commissievergadering FED van 25 maart 2021 heeft wethouder Everhardt op een vraag van
raadslid Boomsma (CDA) toegezegd u in beslotenheid te informeren over de taxaties en de
bijbehorende analyse en afwegingen t.a.v. het ADM-terrein. Die informatie ontvangt v in een
separate brief .
Daarnaast wil het college u informeren over recente ontwikkelingen. Om Damen voor
Amsterdam te behouden hebben er gesprekken plaatsgevonden met de (mede)eigenaar van het
ADM terrein over een mogelijke overname door de gemeente van dit terrein. Een voor HbA
haalbare business case met Damen als toekomstige erfpachter bleek niet mogelijk, hierover bent u
in de brief van 23 maart jl. geïnformeerd.
Het college is vervolgens om redenen die v beschreven ziet in de geheime brief, akkoord gegaan
met een vaststellingsovereenkomst, waarin de gemeente voor een jaar afziet van het eerste recht
van koop van het ADM-terrein en de eigenaren een verkoop aan derden toestaat. Dit nadrukkelijk
onder voorwaarden. Deze toestemming geldt voor slechts één jaar, lopend vanaf de datum van
ondertekening. Naar verluidt hebben de huidige eigenaren van het ADM-terrein een koper
gevonden.
Mocht het tot verkoop van het ADM-terrein aan een derde komen, dan gaan het op het eigendom
rustende kettingbeding met bestemmingsbeperking en het eerste recht van koop van de
gemeente integraal over op de koper.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 28 april 2021
Pagina 2 van 2
Het Havenbedrijf en de gemeente zullen de actuele ontwikkelingen nauwlettend blijven volgen.
Mocht er inderdaad een verkoop plaatsvinden, zullen we met de nieuwe eigenaar in contact
treden over hun toekomstplannen en onderzoeken of er wellicht alsnog een mogelijkheid bestaat
om Damen te verplaatsen naar het ADM-terrein. Het college blijft zich, conform vw motie van 20
december 2020, inspannen voor het behouden van een scheepsreparatiewerf voor het NZKG
gebied. Mochten zich ontwikkelingen voordoen dan wordt u hiervan op de hoogte gesteld.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
SEAN
DF 5
Victor Everhardt Marieke van Doorninck
Wethouder Lucht- en Zeehaven Wethouder Duurzaamheid en Ruimtelijke
Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 2 | train |
VN2022-027462 N% Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Lucht- en Zeehaven, Bedrijfsvoering, F K D
Directie Middelen Amsterdam Inkoop, Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen,
% Lokale Media, ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen,
% Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
Voordracht voor de Commissie FKD van 30 maart 2023
Ter advisering aan de raad
Portefeuille Deelnemingen
Agendapunt 3
Datum besluit 7 maart 2023
Onderwerp
Instemmen met de statutenwijziging van N.V. Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam
De commissie wordt gevraagd
De raad te adviseren bijgevoegde raadsvoordracht vast te stellen. Zie de bijgevoegde
raadsvoordracht voor meer informatie.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 eerste en tweede lid van de Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders
en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raadverantwoording schuldig over het door het college
gevoerde bestuur. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft.
Artikel 26 eerste lid van de huidige statuten van VGA.
Bestuurlijke achtergrond
VGA Verzekeringen bestaat uit twee bedrijven: het gemeentelijke bedrijf VGA (hierna aangeduid als
directie VGA) en Naamloze Vennootschap Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam (VGA). Het Bureau
Schadepreventie en Nadeelcompensatie (BSN) maakt hiervan ambtelijk onderdeel vit.
VGA Verzekeringen is belast met verzekeringsaangelegenheden en behandelt alle zaken waar de
gemeente als veroorzaker of lijder van schade bij betrokken is. Om het verzekeringsbedrijf wettelijk
te mogen uitoefenen is in 1970 N.V. Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam (VGA) opgericht. De
gemeente Amsterdam is enig aandeelhouder en grootste klant van deze vennootschap. VGA oefent
het schadeverzekeringsbedrijf vit binnen de volgende groepen: motorrijtuigen casco, motorrijtuigen
aansprakelijkheid, brand, natuurevenementen en algemene aansprakelijkheid.
Reden bespreking
Bij de andere Amsterdamse deelnemingen behoeft een statutenwijziging alleen goedgekeurd
worden door het college B&W als aandeelhouder. Echter in de statuten van VGA is opgenomen dat
goedkeuring van de gemeenteraad nodig is.
Uitkomsten extern advies
Niet van toepassing
Geheimhouding
Niet van toepassing.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.12 1
VN2022-027462 % Gemeente Raadscommissie voor Financiën, Lucht- en Zeehaven, Bedrijfsvoering, F K D
Directie Middelen 2 Amsterdam Ink Personeel en Organisatie, Dienstverlening, Deelnemingen
en Control % nkoop, Personeel en Organisatie, Die g, gen,
Lokale Media, ICT en Digitale Stad, Kunst en Cultuur, Evenementen,
Diversiteit en Antidiscriminatiebeleid
Voordracht voor de Commissie FKD van 30 maart 2023
Ter advisering aan de raad
Niet van toepassing
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
nee
Welke stukken treft v aan?
AD2023-021461 1. Gemeenteraad Voordracht.pdf (pdf)
AD2023-021463 2. Akte van statutenwijziging VGA.pdf (pdf)
AD2023-021462 | 3. Transponeringstabel Statutenwijziging VGA. pdf (pdf)
AD2023-022886 Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
DMC-Deelnemingen, Tim Horsmeier, 06 8207 2665, [email protected]
Gegenereerd: vl.12 2
| Voordracht | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 613
Publicatiedatum 17 juni 2016
Ingekomen op 16 juni 2016
Ingekomen in raadscommissie FIN
Te behandelen op 13/14 juli 2016
Onderwerp
Motie van het lid Boutkan inzake de Voorjaarsnota 2016 (onderzoek mogelijkheden
Generatiepact Mentor Plus).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Constaterende:
— de instroom van jonge ambtenaren belangrijk is voor continuïteit en vitaliteit van
de gemeente Amsterdam;
— de bezuiniging in personeel vooral effect heeft gehad op jonge ambtenaren;
Overwegende:
— als gevolg van inkrimping van de formatie door bezuinigingen, stromen er al
geruime tijd minder jongeren de Amsterdamse gemeente in. Met een zogenaamd
Generatiepact kan verjonging van het personeelsbestand op gang worden
gebracht;
— gemeenten in Nederland onderzoeken op welke manier zij ruimte kunnen bieden
aan jongere medewerkers en sommigen concreet overgaan tot het sluiten van
een Generatiepact;
— het Generatiepact mogelijkheid biedt aan Amsterdamse ambtenaren om vanaf
een bepaalde leeftijd vrijwillig minder te gaan werken. Daarmee krijgen zij meer
vrije tijd en kan Amsterdam besparen op loonkosten. De besparing voor
Amsterdam wordt ingezet om nieuwe, jonge medewerkers een baan aan te
bieden;
— kennis en vaardigheden tussen ouder en jonger personeel op de juiste manier
moet worden overgedragen, waarbij ervaren ambtenaren een mentorrol kan
vervullen om expertise over te dragen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
— een onderzoek uit te voeren naar het invoeren van een ‘Generatiepact Mentor
Plus' en hierbij specifiek rekening te houden met het overdragen van kennis en
expertise aan jonge ambtenaren;
— hierover uiterlijk in het eerste kwartaal van 2017 terug te rapporteren aan de raad.
Het lid van de gemeenteraad
D.F. Boutkan
1
2
| Motie | 2 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 616
Publicatiedatum 19 juli 2013
Onderwerp
Beantwoording aanvullende schriftelijke vragen van de raadsleden mevrouw
M. Moorman en de heer M.F. Poorter van 8 april 2013 op de nadere schriftelijke
vragen van de heer Bouwmeester inzake internaten voor Turkse kinderen.
Amsterdam, 17 juli 2013
Aan de gemeenteraad
inleiding van vragenstellers.
Op vrijdag 5 april 2013 meldde Nieuwsuur dat het VVD-statenlid Köksal Gör vier
internaten voor Turkse kinderen beheert in Amsterdam. Op deze internaten zouden
20 tot 25 kinderen naast huiswerkbegeleiding ook worden onderwezen in de leer van
de Turkse moslimgeleerde Fethullah Gülen. Ook zouden de kinderen er regelmatig
blijven slapen. De internaten zijn gevestigd in woonhuizen. Gör heeft de internaten
geregistreerd als adviesbureau. Naast de internaten die worden beheerd door Gör
zouden er nog vier soortgelijke internaten in Amsterdam bestaan.
Naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur heeft minister Asscher
aangekondigd onderzoek te doen naar de internaten. De minister geeft in zijn reactie
aan het niet wenselijk te vinden dat kinderen opgroeien afgezonderd van de
Nederlandse samenleving.
De PvdA in Amsterdam vindt dat kinderen, ongeacht hun geloof, les behoren te
krijgen in publieke scholen en moeten worden gestimuleerd onderdeel uit te maken
van de Amsterdamse samenleving. We hebben zorgen of de internaten hieraan
bijdragen.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 8 april 2013, beiden namens
de fractie van de PvdA, op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde voor de
raad van Amsterdam, de volgende aanvullende schriftelijke vragen — op de nadere
schriftelijke vragen van de heer Bouwmeester, namens de fractie van D66 — tot het
college van burgemeester en wethouders gericht:
1
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing he Gemeenteblad
Datum 19 juli 2013 Schriftelijke vragen, maandag 8 april 2013
1. Was het college reeds op de hoogte van het bestaan van de internaten?
Heeft het college eerder actie ondernomen/contact gehad met de organisaties
achter de internaten?
Antwoord:
Nee, pas na onderzoek is gebleken dat de internaten van de heer O. Gör feitelijk
bestaan uit 13 studentenhuizen. Het gaat in deze studentenhuizen dus niet om
internaatvoorzieningen.
Bij de stichting Ufuk en Ekmel gaat het wél om internaatvoorzieningen. De
gemeente heeft eerder onderzoek laten doen naar deze Turkse internaten in
Amsterdam, in reactie op vragen van de heer Bouwmeester (D66). Uit dit
onderzoek bleek dat er vier internaten zijn voor Turkse kinderen in Amsterdam,
waarvan drie reeds operationeel zijn. De vierde zal, zodra de vergunningen rond
zijn, in september 2013 operationeel zijn. Drie van de vier internaten zijn in
beheer van de stichting Ekmel en één daarvan is in beheer van de stichting Ufuk.
Voorts heeft Minister Asscher op 27 mei 2013 in een brief aan de Tweede kamer
laten weten dat deze internaten zich uiteraard moeten houden aan een landelijk
opgesteld kwaliteits- en toetsingskader.
Antwoord op 2° deel van de vraag: Nee, maar naar aanleiding van de uitzending
van Nieuwsuur op 5 april 2013 heeft de gemeente contact gezocht met de
stichting Witboek en gesproken met de voorzitter, de penningmeester en
coördinator van de stichting en 6 studenten die in deze studentenhuizen wonen
om hun reactie te vragen op de uitzending van Nieuwsuur.
2. Is het aan college bekend op welke adressen de internaten gevestigd zijn?
Antwoord:
Ja, de adressen zijn inmiddels bekend.
3. In hoeverre zijn de woningen waarin de internaten zijn gehuisvest geschikt om
groepen kinderen te onderwijzen en te laten verblijven? Is dit een veilige
omgeving voor de kinderen?
Antwoord:
De gemeente heeft de adresgegevens in haar bezit. Inmiddels zijn 3 van de 13
woningen waarin de studenten zijn gehuisvest, bezocht. Er wordt in deze
woningen geen onderwijs gegeven aan de studenten. Deze woningen voldoen
naar ons oordeel aan de landelijke veiligheidsregels die gelden voor
kamerbewoning door studenten.
2
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Neeing he Gemeenteblad
Datum 19 juli 2013 Schriftelijke vragen, maandag 8 april 2013
4. Is het bekend op welke scholen de kinderen zitten die deze internaten bezoeken?
Zijn de scholen op de hoogte dat de kinderen op deze internaten zitten? Wordt er
samengewerkt tussen de scholen en de internaten?
Antwoord:
Ja, van de 44 bewoners volgen 42 een MBO-, HBO- of WO-opleiding. Deze 42
bewoners zijn meerderjarig; in de leeftijd van 18 t/m 25 jaar oud. 2 jongeren
worden binnen een paar maanden 18 en zitten op het Montessori lyceum in
Amsterdam oost (Cosmicus).
5. In Nieuwsuur was sprake van ronselpraktijken om de kinderen op de internaten te
krijgen. Is het college op de hoogte van deze ronselpraktijken?
Antwoord:
Na ambtelijk onderzoek ziet het college geen aanleiding om nu bezorgd te zijn
over eventuele ronselpraktijken op of rond deze internaten. Er zijn geen signalen
gevonden die daarop wezen.
Dit ambtelijk onderzoek bestond uit een aantal indringende gesprekken. Ten
eerste met de voorzitter van de stichting Witboek. Deze ontkent dat er sprake is
van ronselpraktijken.
Daarnaast zijn 6 studenten gevraagd of zij bekend zijn met ronselpraktijken of
hiervan kennis hebben. Zij hebben allen verklaard dat zij niets afweten van
ronselpraktijken.
Tevens is gesproken met de bestuurder van Montessori Scholengemeenshap
Amsterdam. Naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur heeft hij
onderzoek gedaan binnen MSA en onderzocht of er ook sprake is van
ronselpraktijken voor de studentenhuizen. Hij heeft gemeld dat er geen sprake is
van ronselpraktijken binnen het MSA.
Omdat er twee minderjarige leerlingen van het Cosmicus, onderdeel van MSA, in
de studentenhuizen wonen, is ook gesproken met de directeur van het Cosmicus,
hij heeft verklaard dat er geen sprake is van ronselpraktijken binnen het Cosmicus
voor de studentenhuizen.
Ook is gesproken met de betreffende docent van het Cosmicus, die in de
uitzending is genoemd als de docent die de betreffende leerling zou hebben
geronseld. Hij heeft verklaard dat hij door deze leerling in de betreffende
uitzending ten onterechte is beschuldigd van ronselen.
Tot slot heeft de vader van de betreffende leerling verklaard dat zijn zoon niet is
geronseld door Stichting Witboek.
Er is kortom door veel verschillende betrokkenen verklaard dat er geen sprake is
van ronselpraktijken op of rond deze internaten. Het College blijft echter wel alert
op signalen.
3
Jaar 2013 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer oui 2013 Schriftelijke vragen, maandag 8 april 2013
6. Is het college van mening dat de internaten gevolgen hebben de integratie van de
kinderen in de Amsterdamse samenleving?
Antwoord:
Het college vindt het in het algemeen niet wenselijk dat kinderen afgezonderd van
de Nederlandse samenleving opgroeien.
In de huizen van de stichting Witboek is sprake van studentenhuisvesting; er
wonen 44 studenten, die huur afdragen aan de stichting Witboek. Er zijn geen
signalen gevonden dat deze huisvesting de integratie belemmert op een wijze die
ingrijpen rechtvaardigt. Deze studenten volgen allen opleidingen aan reguliere
Nederlandse instellingen: ROC's, hogescholen en universiteiten.
Overigens heeft Minister Asscher opdracht gegeven om opnieuw onderzoek te
doen naar de Gulenbeweging in Nederland.
7. Welke actie is het college van plan te nemen naar aanleiding van de uitzending
van Nieuwsuur?
Antwoord:
Er is door de gemeente uitgebreid navraag gedaan naar de activiteiten van de
stichting Witboek. Het college is van mening dat er op dit moment geen zorgelijke
informatie is gevonden die nader onderzoek of handelen op dit moment
noodzakelijk maakt, maar blijft wel alert op signalen.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | val |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 540
Datum akkoord college van b&w van 19 augustus 2014
Publicatiedatum 20 augustus 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid mevrouw M.M. van der Pligt
van 19 juni 2014 inzake de werkomstandigheden van dwangarbeiders op
het Hembrugterrein.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstelster.
De Bijstandsbond stuurde 19 juni 2014 een persbericht uit over de
werkomstandigheden van mensen (waaronder Amsterdammers) die met behoud van
hun uitkering te werk werden gesteld op het Hembrugterrein in Zaandam. Hun taak
was het voormalige militaire terrein klaar te maken voor verdere commerciële
ontwikkeling. Er zijn grote vraagtekens over de werkplek van de
uitkeringsgerechtigden. Zo zouden er munitieresten in de grond kunnen zitten en zijn
er vermoedens van aanwezigheid van asbest en andere schadelijke stoffen.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 19 juni 2014, namens de fractie van
de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Is het college op de hoogte van het persbericht en rapport van de Bijstandsbond?
Antwoord:
Ja.
2. Vindt het college het klaarmaken van een terrein voor commerciële ontwikkeling
door de gemeente aanvullend werk? Of is dit regulier werk waarmee in feite
verdringing plaatsvond van gewone banen?
Antwoord:
Het gereedmaken van groenvoorzieningen op het Hembrugterrein was
aanvullend werk. De werkzaamheden zijn begin 2011 aan de Herstelling verzocht
door de Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB, onderdeel van
het ministerie van Binnenlandse Zaken en eigenaar van het Hembrugterrein).
De Herstelling werkt nu niet meer op het Hembrugterrein.
Ihttp://www.arcadis.nl/projects/Van_ verboden terrein tot een culturele creatieve _hotspot.aspx
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Zo Gemeenteblad
Datum 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 19 juni 2014
Op het moment dat er een aanvraag komt om met de Herstelling deelnemers
additionele werkzaamheden uit te voeren vindt er toetsing plaats. Zo wordt er
alleen voor non-profitorganisaties gewerkt, wordt de financiering bekeken en
wordt gekeken of en hoe de werkzaamheden in het verleden zijn uitgevoerd
(als dit commercieel was wordt er niet gestart).
Het Hembrugterrein in Zaanstad en de circa 100 gebouwen die daar staan zijn
cultuurhistorisch erfgoed. Hernieuwde inrichting van het gehele terrein door
commerciële partijen brengt dusdanig hoge kosten met zich mee dat het RVOB
hier niet voor kan en zou kiezen. Op het Hembrugterrein was al een aannemer
actief, deze aannemer restaureerde de gebouwen met commercieel potentie.
Herstelling verrichte de additionele werkzaamheden die anders niet uitgevoerd
zouden worden, met name in de goenvoorziening, van eind november 2011 tot
eind december 2013.
3. Was er op enig moment tijdens de periode dat er mensen verplicht te werk
werden gesteld op het Hembrugterrein iets bekend over eventuele
bodemvervuiling of asbest in bouwafval? Anderzijds, kon uitgesloten worden dat
uitkeringsgerechtigden te werk werden gesteld op een vervuilde werkplek?
Antwoord:
In voorbereiding op, en tijdens de werkzaamheden, is er bodemonderzoek
geweest in opdracht van de RVOB. Zo is er onafhankelijk bodemonderzoek
geweest door ingenieursbureau Oranjewoud in 1996 en 2006. Ook is er een
historisch onderzoek geweest naar mogelijke vervuilingen in het verleden. Uit
deze onderzoeken is gebleken dat het Hembrugterrein verontreinigd is met olie,
ontvettingsstoffen en zware metalen. Ook is gebleken dat er in diverse gebouwen
asbest aanwezig is. De verontreiniging die is aangetroffen is vergelijkbaar met
verontreiniging die wordt aangetroffen in stedelijke woon- en werkgebieden zoals
bijvoorbeeld in Amsterdam. Ook zit de verontreiniging op een dusdanige diepte
dat men er pas mee in aanraking kan komen als men circa 1 meter of meer in de
grond gaat graven. Op basis van de resultaten van de onderzoeken vóór de start,
is een ontwikkelingskader geschreven dat leidraad was voor alle werkzaamheden
op het terrein, ook voor de teams van Herstelling. Daarbij zijn de grenzen
gemarkeerd van toegankelijke gebieden.
Ook tijdens de werkzaamheden van de Herstelling op het Hembrugterrein is er
onderzoek uitgevoerd door TNO en Arcadisz. Daarnaast heeft ook
het onderzoeksbureau AT-KB tijdens en na de werkzaamheden van Herstelling
op het Hembrugterrein bodem en grondwateronderzoek uitgevoerd.
Op de plekken waar sprake was van asbestvervuiling binnen of buiten gebouwen,
zijn daar in opdracht van het RVOB door een gespecialiseerd bedrijf
waarschuwingslinten, waarschuwingsborden en afzettingen geplaatst. In de
bouwkeet van Herstelling waren foto's opgehangen om te laten zien hoe de
ruimten, waar absoluut niet gewerkt mocht worden, waren gemarkeerd.
2 https://www.yumpu.com/nl/document/view/20079254/achtergrondenrapport-nieuw-
hembrug/5
2
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neeing Zo Gemeenteblad
Datum 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 19 juni 2014
Er zijn geen uitkeringsgerechtigden of werkmeesters op door vervuiling
ontoegankelijke plekken aan het werk geweest. De gebieden op het Hembrug-
terrein waar gewerkt werd, waren door het RVOB vrijgegeven om te werken.
Het RVOB is een (rijks)overheidsinstelling en houdt zich vanuit die positie aan
de wettelijke normen rond Arbo en veiligheid van werken.
Voordat de Herstelling start met werken houdt de Arbocoördinator (in dienst van
de Herstelling) altijd een schouw van de desbetreffende werkplek. Ook wordt er
een risico-inventarisatie opgesteld die zoals de wet voorschrijft, op de werklocatie
aanwezig en doorgesproken met werkmeesters en deelnemers. In het geval van
de werkzaamheden op het Hembrugterrein is er 7 november 2011 een risico-
inventarisatie vastgesteld met de opdrachtgever, de Herstelling en de
Arbocoördinator.
In november 2012 stelden werkmeesters naar aanleiding van krantenartikelen
vragen aan de projectleider van Herstelling over de bodemverontreiniging van het
Hembrugterrein. Op 6 december 2012 is daarom een voorlichtingsbijeenkomst
belegd met werknemers van stichting Herstelling en Baanstede (het Wsw-bedrijf
voor de regio Zaanstreek-Waterland dat eveneens een aantal werknemers op het
Hembrugterrein werkzaamheden liet verrichten). De projectleider bodemsanering
(RVOB) en externe onderzoekers gaven uitleg over de vervuiling op het terrein,
de onderzoeken die hiernaar werden uitgevoerd, en de maatregelen die waren
genomen om veilig te kunnen werken. Aanvullend zijn de afspraken over
veiligheid van werken opnieuw doorgenomen en getoetst in aanwezigheid van de
Arbocoördinator, wat geen aanleiding gaf tot wijziging van werkzaamheden,
afspraken of risico-inventarisatie.
4. Indien bekend was dat de bodem vervuild was en er asbestafval aanwezig was,
welke maatregelen zijn er genomen om werknemers te beschermen? Was er voor
hen beschermende kleding? Waren de werknemers en leidinggevenden
gecertificeerd om in een dergelijke omgeving te werken? Is het überhaupt
toegestaan om uitkeringsgerechtigden te verplichten te werken op een vervuilde
werkplek?
Antwoord:
Het is nooit toegestaan dat werknemers of deelnemers werken op een werkplek
zonder dat wordt voldaan aan veiligheids- en Arbo-normen. Alle werkzaamheden
van Herstelling worden onder een strikt Arbo-regime uitgevoerd. Gebruik van
PMB's (Persoonlijke Beschermingsmiddelen) zoals veiligheidshelm,
veiligheidsschoenen e.d. is verplicht. Om in het kader van een veilige en gezonde
werkomgeving het Arbo-beleid te borgen is er een fulltime Arbocoördinator in
dienst bij Herstelling die gevraagd aansluit bij het maken van werkafspraken en
ongevraagd langskomt bij alle werklocaties. Alle medewerkers die leiding geven
op de werkplekken zijn VCA gecertificeerd en hebben aanvullende trainingen
gehad. Alle functionarissen hebben een BHV-diploma en daar waar dit voor
specifieke werkzaamheden of taken noodzakelijk is, worden werkmeesters extra
opgeleid. Medewerkers van de Dienst Werk en Inkomen nemen de
verantwoordelijkheid die zij hebben met betrekking tot de gezondheid en
het welzijn van de trajectdeelnemers en collega's zeer serieus.
3
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Demmer 20 augustus 2014 Schriftelijke vragen, donderdag 19 juni 2014
5. Ook nadat uitkeringsgerechtigden hebben gewerkt is onderzoek gedaan naar
het Hembrugterrein. Is daaruit gebleken dat uitkeringsgerechtigden gewerkt
hebben in of op vervuilde grond of gebouwen? Wat is de mening van het college
hierover?
Antwoord:
Het college vindt dat werknemers van en deelnemers aan de Herstelling altijd in
een veilige situatie moeten werken, met de daarbij behorende begeleiding en
hulpmiddelen. De gebieden waar gewerkt werd door Stichting Herstelling waren
door het RVOB aan hen vrijgegeven. Zowel het RVOB als Stichting Herstelling
hanteren hierbij als uitgangspunt dat schoonmaak- en andere werkzaamheden
die aanvullende veiligheidseisen vragen, altijd door gecertificeerde bedrijven
moeten worden uitgevoerd. Stichting Herstelling heeft dergelijke certificaten niet
en ziet hierin ook geen taak voor zichzelf. Zie voor de onderzoeken het antwoord
op vraag 3.
6. Hebben uitkeringsgerechtigden die werkten op het Hembrugterrein op enig
moment gezondheidsrisico's gelopen door de plek waar zij te werk werden
gesteld? Kan het college het antwoord toelichten?
Antwoord:
Nee, de uitkeringsgerechtigden en werkmeesters die werkten op het Hembrug-
terrein hebben geen gezondheidsrisico’s gelopen. De gemeente vindt een veilige
en gezonde werkomgeving belangrijk. Veiligheids- en gezondheidsnormen
worden ten alle tijden bewaakt.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1952
Datum indiening 3 juli 2019
Datum akkoord 21 november 2019
Publicatiedatum 22 november 2019
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden Poot en Temmink inzake een nieuw
incident nabij de Spinozacampus.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelsters:
Volgens berichtgeving van AT5 en het Parool zou een 21-jarige vrouw op 30 juni
2019 slachtoffer zijn geworden van een gewelddadige straatroof op het Ooievaarpad,
onder het viaduct van de Waalwijkdreef.' Tijdens deze straatroof zou de vrouw
verwondingen hebben opgelopen en ook zou haar mobiele telefoon zijn buitgemaakt.
Gezien het vorenstaande hebben de leden Poot en Temmink, respectievelijk namens
de fracties van de VVD en de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van
orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college
van burgemeester en wethouders gesteld:
1. In hoeverre klopt bovengenoemde berichtgeving?
Antwoord:
Het klopt dat er een vrouw op het Ooievaarspad is beroofd van haar telefoon en
dat zij daarbij verwondingen heeft opgelopen.
2. Is of was het slachtoffer van de straatroof van 30 juni 2019 woonachtig op
de Spinozacampus?
Antwoord:
Nee.
3. Hebben er sinds de beantwoording van de eerder gestelde (nadere) schriftelijke
vragen over de Spinozacampus nog meer incidenten op of rondom de Campus
plaatsgevonden?
Antwoord:
Sinds juni 2019 zijn er geen ernstige incidenten geweest op of rondom de
Spinozacampus, wel enkele kleinere incidenten waaronder diefstal van een
scooter. In september is in de buurt een straatroof geweest.
! https://www.at5.nl/artikelen/195197/21-jarige-vrouw-gewelddadig-beroofd-van-telefoon-in-zuidoost
enre
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Neng los2 Gemeenteblad R
Datum 22 november 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 3 juli 2019
4. In de beantwoording van de eerder gestelde (nadere) schriftelijke vragen over dit
onderwerp gaf het college aan dat er (nog) niet voor cameratoezicht is gekozen,
omdat er nog andere maatregelen waren die konden worden ingezet, waaronder
privaat cameratoezicht, betere verlichting en meer zichtbaarheid van de
beheerder en de politie. Kan het college aangeven of, en zo ja welke van deze
maatregelen er sinds de beantwoording van de nadere schriftelijke vragen
(14 juni 2019, nr. 1014) zijn getroffen?
Antwoord:
Na de twee schouwen zijn er verschillende maatregelen genomen zoals het
repareren van verlichting en hang- en sluitwerk. Politie, handhaving en
straatcoaches hebben nadrukkelijk aandacht voor de Spinozacampus tijdens hun
surveillancerondes. Deze maatregelen zijn niet nieuw ten opzichte van wat eerder
gemeld is in de beantwoorde raadsvragen van 14 juni 2019. Gezien het beperkte
en stabiele aantal incidenten sindsdien is er op dit moment geen aanleiding voor
aanvullende maatregelen of cameratoezicht. Samen met de veiligheidspartners,
studenten en corporatie wordt de situatie goed gemonitord en kan snel
geschakeld worden om te bepalen of aanvullende maatregelen nodig zijn.
5. Iser verlichting onder het viaduct van de Daalwijkdreef? Zo ja, vindt het college
dat dit viaduct voldoende verlicht is? Zo nee, wil het college op korte termijn extra
verlichting aanbrengen?
Antwoord:
Ja er is verlichting onder het betreffende viaduct. De vraag of de verlichting van
voldoende niveau is kent verschillende aspecten. Er zijn signalen dat mensen het
onvoldoende vinden, dit geldt overigens voor veel meer plekken in Amsterdam
(Zuidoost). Regelmatig worden dergelijke plekken geschouwd, zo ook dit viaduct.
Bij een schouw is vastgesteld dat de verlichting onder de viaducten van de
Daalwijkdreef voldoet aan de norm. Fellere verlichting onder het viaduct zou bij
het verlaten ervan een zwart gat buiten creëren.
6. Geeft dit incident aanleiding om het standpunt van het college over
cameratoezicht op de Spinozacampus — namelijk dat cameratoezicht
onvoldoende passend is — te heroverwegen? Graag een toelichting.
Antwoord:
Publiek cameratoezicht wordt ingezet als dit noodzakelijk is ter handhaving van
de openbare orde. Dit betekent dat het aantal of de aard van de incidenten in
verhouding dient te staan tot het in te zetten middel. Daarnaast wordt vanwege
het subsidiariteits-vereiste eerst beoordeeld of minder zwaarwegende
maatregelen mogelijk zijn. Bij de situatie rondom de Spinozacampus is er geen
sprake van veel incidenten. De bij vraag 4 beschreven maatregelen zijn op dit
moment voldoende, waarbij natuurlijk niet valt uit te sluiten dat er wel incidenten
kunnen plaatsvinden.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer de vember 2019 Schriftelijke vragen, woensdag 3 juli 2019
7. In de beantwoording van de nadere schriftelijke vragen van de fractie van de VVD
van 3 mei 2019 inzake onveilige omstandigheden voor studenten op de NDSM-
werf meldt het college dat de gemeente stichting DUWO een financiële bijdrage
voor private gevelcamera’s heeft aangeboden (nr. 1014.19). Wat is hiervan
de huidige stand van zaken?
Antwoord:
In het studentenwoongebouw op de NDSM werf is een camera geplaatst in de hal
ook gericht op de toegangsdeur. Verder zijn door de gemeente drie openbare
ordecamera’s geplaats in het NDSM-gebied.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Peter Teesink, secretaris
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | test |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2019
Afdeling 1
Nummer 1652
Ingekomen op 16 oktober 2019
Ingekomen in raadscommissie WB
Te behandelen op 6/7 november 2019
Onderwerp
Motie van het lid Flentge inzake de Begroting 2020 (Sociale buurtcontracten)
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2020.
Overwegende dat:
— In het coalitieakkoord het doel is opgenomen om Amsterdammers meer
zeggenschap te geven over hun directe omgeving;
— Hierbij de ambitie is opgesteld om buurtrechten vast te leggen;
— Erin verschillende gemeenten wordt gewerkt met buurtcontracten waarin
afspraken worden vastgelegd tussen bewoners en instanties.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
1. De plannen die door bewoners in samenspraak met het stadsdeel worden
gemaakt over de (tijdelijke) inrichting van de openbare ruimte te gaan vastleggen
in sociale buurtcontracten;
2. Bij wijze van proef, waar mogelijk, hiermee te beginnen bij de herinrichting en het
onderhoud van bijvoorbeeld de Reimerswaalbuurt, de Bellamybuurt en Banne
Noord.
Het lid van de gemeenteraad
E.A. Flentge
4
| Motie | 1 | discard |
Aan: Wethouder Cultuur, ICT, Personeel & Organisatie, Dienstverlening en stadsdeel
Nieuw-West Touria Meliani
Beste mevrouw Meliani,
Ik vraag u als wethouder Cultuur, ICT, Personeel & Organisatie, Dienstverlening en
stadsdeel Nieuw-West van Amsterdam tot openbaarmaking van informatie, zoals bedoeld in
de Wet openbaarheid van bestuur.
Ik verzoek u openbaar te maken alle documenten die gaan over of betrekking hebben op:
- Alle (interne) communicatie, inclusief mailwisselingen en ander soort berichtenverkeer
(denk aan sms, whatsapp, transcriptie van telefoongesprekken etc.) van ambtenaren,
wethouder(s), burgemeester en andere betrokkenen rondom de nieuwbouw van theater
Meervaart
- Alle (interne) communicatie, inclusief mailwisselingen en ander soort berichtenverkeer
(denk aan sms, whatsapp, transcriptie van telefoongesprekken etc.) van ambtenaren,
wethouder(s), burgemeester en andere betrokkenen met de Amsterdamse kunstraad
aangaande nieuwbouw van theater Meervaart
- Alle (interne) communicatie, inclusief mailwisselingen en ander soort berichtenverkeer
(denk aan sms, whatsapp, transcriptie van telefoongesprekken etc.) van ambtenaren,
wethouder(s), burgemeester en andere betrokkenen aangaande de status van het gebouw
van theater Meervaart. Denk aan onderhoudsrapporten van derden aangaande het pand
etc.
- Alle (interne) communicatie, inclusief mailwisselingen en ander soort berichtenverkeer
(denk aan sms, whatsapp, transcriptie van telefoongesprekken etc.) van ambtenaren,
wethouder(s), burgemeester en andere betrokkenen aangaande verbouwingen/ renovaties
en dergelijke die te maken hebben met theater Meervaart tussen 2010 en heden
- Alle (interne) communicatie, inclusief mailwisselingen en ander soort berichtenverkeer
(denk aan sms, whatsapp, transcriptie van telefoongesprekken etc.) van ambtenaren,
wethouder(s), burgemeester en andere betrokkenen vanaf 2010 tot heden aangaande de
(bouw)kavel behorend bij de de locatie waar theater de Meervaart zit.
Ik verzoek u deze informatie digitaal aan te leveren, ervan uitgaande dat deze informatie
digitaal beschikbaar is. Daarnaast wil ik u met klem verzoeken gezien de actualiteit van de
gevraagde documenten dit verzoek zo spoedig mogelijk te behandelen en mij op de hoogte
te houden van ontwikkelingen binnen dit wob-verzoek.
Indien gegevens zich bij of onder een ander bestuursorgaan bevinden, verzoek ik om
doorgeleiding van mijn verzoek. Wilt u mij in dat geval een kopie van de
doorgeleidingsformulier verstrekken. Indien de gegevens zich bevinden bij een
niet-bestuursorgaan, verzoek ik u deze gegevens bij u te laten bezorgen teneinde er een
besluit over te nemen.
Indien er iets onduidelijk is over dit verzoek, ben ik graag beschikbaar om dit verzoek toe te
lichten. Indien u kosten in rekening brengt voor het maken van kopieën e.d. verzoek ik u mij
hiervan vooraf op de hoogte te brengen.
Met vriendelijke groet,
| Actualiteit | 2 | train |
VN2022-018581 idelij issi
Werk, Participatie > 4 Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
en Inkomen X Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Armoede en Schuldhulpverlening
Vluchtelingen en Ongedocumenteerden (14,)
Agendapunt 31
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief over het onderzoek van Regioplan naar de ondersteuning
aan informele voedselinitiatieven en de inzet voor de tweede helft van 2022 en verder
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het onderzoek van Regioplan naar de
ondersteuning aan informele voedselinitiatieven en de inzet voor de tweede helft van 2022 en verder
(bijlage 1 en 2), waarvan de belangrijkste punten zijn:
* Vanaf maart 2020 hebben het Rode Kruis en Human Aid Now met hulp van particuliere
fondsen en maatschappelijke initiatieven 24.000 mensen ondersteund met voedselhulp.
e De gemeente heeft sinds maart 2020 in totaal € 2,7 miljoen bijgedragen aan de ondersteuning
van deze informele voedselinitiatieven.
e Regioplan heeft op verzoek van de gemeente onderzoek gedaan naar informele
voedselinitiatieven. Het rapport onderscheidt twee groepen die langere tijd afhankelijk blijven
van informele voedselinitiatieven — gedocumenteerden en ongedocumenteerden — en stelt
per groep een oplossingsrichting voor.
e Financiële ondersteuning lijkt ook in de tweede helft van 2022 noodzakelijk. Hierover vinden
gesprekken plaats met het Rode Kruis en Human Aid Now. U wordt geïnformeerd zodra er
meer duidelijkheid is.
* Hoe de steun er voor de langere termijn (na 2022) uit kan zien, is aan u als nieuwe
gemeenteraad.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van
de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de raadscommissie WIO van 2 februari 2022 heeft het college eerder een raadsinformatiebrief
getiteld Voortzetting ondersteuning aan initiatieven die voedselhulp verstrekken in het 4de kwartaal
2021 en eerste half jaar 2022 aangeboden, waarmee toezeggingen TA2021-001304 enTÂ2021-001079
zijn afgedaan:
* Inzicht geven in de manier waarop de informele voedselinitiatieven in de eerste helft van 2022
worden ongesteund;
Gegenereerd: vl.7 1
VN2022-018581 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie TAR
Werk, Participatie __$€ Amsterdam
en Inkomen %
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van 30 juni 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
* Informeren over de mogelijkheden van duurzame ondersteuning aan Amsterdammers die
afhankelijk zijn van voedselnoodhulp.
Reden bespreking
O.v.v. het lid Khan
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Bijlage 1. Brief oplossingsrichtingen ondersteuning voedselinititiatieven
AD2022-059185
(pdf)
Bijlage 2. Eindrapport-Doelgroepen informele voedselinitiatieven in beeld
AD2022-059186 ‚
van Regioplan (pdf)
AD2022-059187 Tijdelijke Algemene Raadscommissie (2) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
WPI, Hans Dijksman, [email protected]; WPI, Tessa de Swart,
[email protected].
Gegenereerd: vl.7 2
| Voordracht | 2 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2020 Vergaderdatum 9 en 10 september 2020
Afdeling 1 Agendapunt 9A
Nummer 971
Publicatiedatum 4 september 2020
Onderwerp
Actualiteit van de leden Roosma, Van Dantzig, Mbarki en Flentge inzake de notitie
“Samen sterker uit de crisis, een sociaal en duurzaam perspectief voor de stad.”
Aan de gemeenteraad
Indieners willen het debat voeren met de verschillen partijen in de gemeenteraad over
de (financiële) maatregelen die zij voorstellen om de coronacrisis het hoofd te bieden
en sociaal en duurzaam de crisis uit te komen.
Reden van spoedeisendheid
Het pakket aan maatregelen, met zowel een route naar duurzaam en sociaal herstel
als naar financieel herstel, is op woensdag 2 september gepresenteerd door de
coalitiepartijen. De indieners willen zo snel mogelijk in gesprek over de voorgestelde
maatregelen zodat het college de voorstellen mee kan nemen bij haar
begrotingsbesprekingen in september. Het is van belang dat dit debat zo snel
mogelijk binnen de gemeenteraad gevoerd wordt zodat alle partijen de kans krijgen
om hun licht te laten schijnen over de voorgenomen maatregelen en het college daar
ook kennis van kan nemen.
N.B. Op grond van artikel 42, lid 2 RvO is er sprake van spoedeisendheid wanneer
beraadslaging of besluitvorming in een volgende raadsvergadering overbodig is of
niet meer aan de orde zou zijn.
Leden van de gemeenteraad,
F. Roosma (GroenLinks)
R.H. van Dantzig (D66)
S. Mbarki (PvdA)
E.A. Flentge (SP)
1
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2019
Afdeling 2
Vergaderdatum 10 en 11 oktober 2019
Publicatiedatum 30 oktober 2019
Avond/Nachtzitting op donderdag 10 en vrijdag 11 oktober 2019
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester, alsmede het raadslid de heer Torn,
plaatsvervangend voorzitter.
Raadsgriffier: mevrouw J. Houtman-de Boer.
Verslaglegging: de heer A. Seelen (Notuleerservice Nederland).
Voorzitter: de heer Torn
De VOORZITTER heropent om 19.30 uur de 's middags geschorste vergadering.
16A
Actualiteit van de leden Nanninga, Boomsma, Ceder, Taimounti, Van Soest en
Poot inzake het Afval Energiebedrijf (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1560)
42
Verzoek om instemming verlenen krediet ten behoeve van liquiditeitssteun aan
AEB Holding nv (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1559)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga.
Mevrouw NANNINGA: De afscheidsbrief van voormalig wethouder Udo Kock over
het Afval Energiebedrijf bleek bijkans profetisch. Een deal met een commerciële partij, in
dit geval Beelen, was de gezondste optie. De alternatieve publieke deal met HVC was
onhaalbaar en er moest beslister opgetreden worden, omdat anders het geld de deur uit
vloog en de kopers zouden afhaken. Het is allemaal min of meer gegaan zoals de heer
Kock schetste. Niet omdat hij de Nostradamus van Amsterdam is, maar omdat de
voormalige wethouder een rekenmeester is die enig gezond verstand aan de dag legde in
wat wij een dramadossier mogen noemen. Dit college koos voor ideologische
luchtkastelen boven dat gezonde verstand, want met andermans geld is het altijd goed
deugen, nietwaar? Dat Amsterdam mogelijk bibbert van de kou, maar wel warme voeten
houdt omdat we kniediep in het vuilnis staan, ach, als we ons de gevreesde markt maar
van het lijf houden. Resumerend: Het AEB verkeert sinds de zomer in grote problemen. Er
moest acuut geld bij — tientallen miljoenen euro's — anders zou er in de stad in verband
met warmte en afvalverwerking een crisis uitbreken. Er werd gewerkt aan een oplossing,
want zo kon het niet langer. Kock, Beelen en het AEB hadden een goed plan, maar
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
werden genegeerd en weggehoond. Forum voor Democratie heeft daarvoor al
gewaarschuwd. Het college wilde per se duurzaam en publiek met HVC, maar die deal is
nu mislukt en als we deze voordracht mogen geloven die er nu doorheen wordt gejast,
dan gaat dit Amsterdam weer 45 miljoen euro kosten. Waar zijn we nu? Nergens.
(De heer N.T. BAKKER: Volgens mij maakt u een enorme denkfout. Het
Afval Energiebedrijf is juist naar de markt gebracht. Het is een deelneming
en in die zin is het een onderneming die heeft gekeken hoe ze haar
problemen kan oplossen. U zegt dat het bedrijf naar de markt gebracht is,
maar het is toch allang op de markt? Ik begrijp uw luchtkastelen niet. Ik
vind uw betoog een beetje warrig.)
Daar zal ik zo nog op terugkomen, maar feit is dat dit college heeft gekozen voor
de route om het bedrijf publiek te houden en dat er sprake was van een ideologische
keuze om niet met een commerciële partij in zee te gaan.
(De heer N.T. BAKKER: Even voor de duidelijkheid: wij zijn
aandeelhouder. Het is niet zo dat het publiek bezit is. Wij zijn gewoon
aandeelhouder van een bedrijf. U zegt voortdurend dat het naar de markt
gebracht is, maar dat is volslagen onzin. Het is gewoon een bedrijf. Houd
dus even op over de publieke zaak. Het probleem is juist dat het op de
markt is en daar in de problemen is gekomen. Uw betoog is een beetje
warrig.)
Het probleem is dat de gemeente Amsterdam heeft geprobeerd om ambtenaren
ondernemertje te laten spelen en dat we daarom in deze shitzooi verzeild zijn geraakt.
(De VOORZITTER: Mevrouw Nanninga, ik wil u vragen om een beetje
parlementaire taal te gebruiken.)
(De heer N.T. BAKKER: Voordat ik mijn laatste interruptie plaats, wil ik
opmerken dat ik het een beetje denigrerend vind om zo over ambtenaren
te praten. Ik wil dat ook niet hebben. Daarnaast is het voor de
duidelijkheid heel belangrijk dat we weten dat wij aandeelhouder zijn en
dat in dit geval heel duidelijk is dat het AEB niet naar de markt gebracht
is, maar dat het al op de markt is. Bent u het daarmee eens?)
(De VOORZITTER: Voordat mevrouw Nanninga het woord hervat, het is
goed gebruik om hier geen ambtenaren te benoemen. Als u iets zegt, dan
moet u ‘het college’ zeggen. Als u de gemeente bedoelt, dan moet u ‘het
college’ zeggen en moet u niet over ambtenaren praten.)
Noch de heer Bakker, noch u gaat over mijn toon dan wel mijn woordkeuze. Laat
ik het zo zeggen: het was niet verstandig van het college om ambtenaren ondernemertje
te laten spelen.
(Mevrouw NADIF: Er wordt heel erg positief gedaan over Beelen als
koper, maar een dag later hebben de banken heel duidelijk uitgesproken
dat zij ook niet geïnteresseerd waren in deze onderhandse verkoop. Wat
vindt Forum voor Democratie daarvan?)
Ik heb niet gezegd dat de deal met Beelen een panacee was geweest. Wel dat
het college een tunnelvisie heeft ontwikkeld bij het onderzoeken van de opties, maar daar
kom ik zo nog op.
(Mevrouw NADIF: Die insinuatie doet u wel in uw betoog. Daarnaast gaan
we nu een competitief verkoopproces in waarbij private en publieke
partijen mee mogen doen. U zegt nu dat wij alleen geïnteresseerd zijn in
publieke partijen, maar dat is gewoon niet het geval. Dat staat ook in de
voordracht. Hoe komt u hierbij?)
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Dat was tot nu toe wel het geval. Nu wordt er met hangende pootjes naar een
veiling gekeken.
(Mevrouw NADIF: Ik zou graag willen weten hoe mevrouw Nanninga
daarbij komt. In principe had iedereen de vrijheid om mee te doen. Nu is
er gekozen voor een competitief verkoopproces. Wat is de mening van
Forum voor Democratie daarover?)
Dat vinden wij te weinig en te laat.
Ik vervolg mijn betoog. Waar zijn we nu? Nergens. Wie falen er in dit verhaal? Het
college faalt. Dat heeft verkeerde keuzes gemaakt omdat de overname per se door een
publieke partij moest gebeuren en omdat het zo duurzaam mogelijk moest. De heer Kock
had een potentieel plan. Dat is niet fatsoenlijk onderzocht en meteen weggehoond. Forum
voor Democratie heeft daar al voor gewaarschuwd. Het college wilde per se duurzaam en
publiek met HVC. Die deal is mislukt en Amsterdam gaat voor 45 miljoen euro het schip
in. Sinds het vertrek van de heer Kock lijkt er klaarblijkelijk, maar daar kom ik nog op terug
met vragen, geen enkel schot te zitten bij het zoeken naar een koper. Het is
onverantwoord wachten tot de wal het schip keert.
(De heer BOUTKAN: Ik hoor vooral een grote brij met veronderstellingen,
maar vooral ook foute dingen. U hebt het over een tunnelvisie en u zegt
dat het college een keuze heeft gemaakt voor HVG. Dat is helemaal niet
waar. Dat is gewoon een leugen.)
Waar betrapt het PvdA-raadslid mij op een leugen? Daar ben ik wel benieuwd
naar.
(De heer BOUTKAN: U zegt dat HVC de optie was en dat er sprake was
van een tunnelvisie. Waar staat, in welke stukken, dat HVC dé kandidaat
zou moeten worden voor dit college? Wanneer hebben wij dat besloten?
Waar staat dat?)
Er was nota bene een symbolische motie voor de bühne van D66 voor nodig om
het college ertoe aan te zetten überhaupt andere opties te onderzoeken.
(De heer BOUTKAN: Als u zegt dat er sprake van een tunnelvisie is en
dat het college coûte que coûte de route via HVC wilde ingaan, dan vraag
ik u waar staat dat het college dat wilde doen. Ik heb dat in ieder geval
niet in de stukken kunnen ontdekken. Ik heb wel gelezen dat de HVC-
optie onderzocht zou worden. Ik heb zelf nog gevraagd hoe lang dat zou
duren. Dat zou maximaal een maand duren. Bent u dat met mij eens?)
Nee, dat ben ik niet met u eens.
Ik vervolg mijn betoog. Nu ligt er een veiling op tafel. Alleen de voorbereiding
daarvan kost al twee maanden. Voordat de boel verkocht is, zijn we zes maanden verder
terwijl het AEB geld blijft bloeden. D66 treft ook blaam. Dat heeft dit college niet
bijgestuurd terwijl dat wel moest, met alle gevolgen van dien. Een slappe motie voor de
bühne terwijl het leed al geleden was en daarna een stoer verhaal ophangen in De
Telegraaf. Daar heeft niemand iets aan. D66 moet nu echt zijn verantwoordelijkheid als
volksvertegenwoordiger nemen en ruggengraat tonen in dit dossier in plaats van
wethouders te offeren en andere wethouders te coachen zoals de heer Van Dantzig
kennelijk doet om dit college in het zadel te houden. Dualisme is toch een mooi concept.
Ik doe echt een beroep op D66 in het belang van onze stad.
Slachtoffer van dit alles is de Amsterdamse belastingbetaler. Die wordt nu
opgezadeld met tientallen miljoenen euro's extra aan kosten, een onzekere
afvalverwerking, een dito warmtevoorziening, nog veel viezere lucht door de dieselketels
van mevrouw Van Doorninck, een college dat adviezen negeert, aan tunnelvisie lijdt en
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
ideologisch opereert op een bij uitstek praktisch terrein als nutsvoorzieningen en onze
financiën. Het is een onverkwikkelijke situatie. Wat het college tot nu toe heeft laten zien,
is beschamend en schiet op alle fronten tekort.
(De VOORZITTER: Voordat ik de heer Van Dantzig het woord geef, wil ik
iedereen in de zaal vragen om stil te zijn of even naar de koffiekamer te
gaan.)
(De heer VAN DANTZIG: Het is altijd prettig als je rechtstreeks wordt
aangesproken, want dan weet je dat je even naar voren moet komen. Ik
luister naar uw betoog en ik plak er geen kwalificaties op, want dat zou ik
niet chique vinden. Wat ik echter mis in uw betoog is de richting die
Forum voor Democratie voorstelt in de omgang met dit dossier. Misschien
kunt u daar iets meer duidelijkheid over geven.)
Ik ga de heer Van Dantzig op zijn wenken bedienen. Dat komt helemaal goed.
Ik vervolg mijn betoog. Eerst nog even over de totstandkoming van dit debat. Ik
kom er echt straks op terug.
(De VOORZITTER: Ik zie de heer Van Dantzig voor een tweede
interruptie en daar heeft hij recht op.)
(De heer VAN DANTZIG: Dit is een goede truc. Die gebruik ik ook vaak.
Je schakelt de eerste interruptie uit door te zegen: ik geef zo antwoord.
Straks geeft u mij geen antwoord en bij de derde keer is het antwoord ook
geen echt antwoord en mag ik er van de voorzitter niet op terugkomen.
Zou u daarom zo vriendelijk willen zijn om nu te vertellen waar Forum
voor Democratie heen wil met de grootste financiële ramp die extern op
Amsterdam is afgekomen? Die Amsterdammers zal raken en die ervoor
zorgt dat ambities die we voor de stad hadden niet uitgevoerd kunnen
worden. Wat is uw oplossing? Vertel dat gewoon.)
Ik kan nu heel flauw zeggen dat ik daar echt zo op terugkom, maar ik zal de heer
Van Dantzig ter wille zijn. Ik vond het overigens grappig dat u zegt dat deze ramp extern
op Amsterdam is afgekomen, alsof het een onweersbuitje betreft. Daar heeft het college
toch echt een grote verantwoordelijkheid voor en uw partij overigens ook.
(De VOORZITTER: Mevrouw Nanninga, wacht even. Ik spreek even de
heer Van Dantzig erop aan dat, als hij een derde interruptie wil plaatsen,
dat kan, maar volgens mij was mevrouw Nanninga nog bezig met de
beantwoording. Was u daarmee klaar?)
Ik wilde graag inhoudelijk antwoord geven, maar de heer Van Dantzig staat heel
ongeduldig trappelend de woorden uit mijn mond te trekken. Dat is op zich fijn, want ik
heb natuurlijk veel zinnige dingen te zeggen. Ik weet niet waar wij staan, mijnheer Van
Dantzig. Wij als raad zijn heel slecht geïnformeerd, het is een wirwar, er is niet voldoende
ondersteuning en dat ligt absoluut niet aan de ambtenaren, laat dat gezegd zijn. Ik wil
daarom eerst alle draadjes uit deze wirwar pluizen, wat ook uw motie behelsde, waarmee
u trouwens lelijk in het pak bent genaaid door het college als ik het zo zeggen mag. Ik wil
om te beginnen alle opties openhouden. Ik zeg hier niet dat we vooral zus of zo moeten
doen. Zo ver zijn we nog niet.
(De heer VAN DANTZIG: Ik begin met te constateren dat het antwoord
niet komt. Waarom niet? Omdat er geen visie is om dit probleem tot een
goed einde te brengen. Dat heeft niets met informatie te maken. De
voordracht beslaat negen kantjes. Ik heb ze in tien minuten gelezen en
daarna heb ik ze in twee uur tijd nog drie keer gelezen. Weet u waarom?
Het is glashelder. We gaan toe naar een veiling. Dat stelt het college voor
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
en u moet zeggen of u dat een goed idee vindt of niet of met een
alternatief komen.)
Of die veiling een goed idee is, kan ik niet beoordelen omdat die voordracht van
negen kantjes natuurlijk niet dé informatie over het AEB-dossier behelst. Dat weet de heer
Van Dantzig ook.
Neem alleen al de totstandkoming van dit debat. Toen Forum voor Democratie dit
aanvroeg, had het een spoeddebat moeten zijn over een brief waaruit bleek wat iedereen
behalve het college kennelijk al wist. Dat exclusief blindstaren op samenwerking met een
publieke partij voor duurzaamheidsgedoe en tegen privatisering zou leiden tot het met
hangende pootjes terugkeren naar de optie van een veiling. Precies dat is natuurlijk
gebeurd, met een miljoenenverlies en een geofferde wethouder tot gevolg. Ondertussen
heeft de aanhoudende stroom geblunder deze realiteit al helemaal ondergesneeuwd en
worden we nu gevraagd om met grote spoed weer tientallen miljoenen euro's af te tikken
in deze bodemloze put. Of oven zo u wilt. Deze manier van werken, hoe wij worden
geïnformeerd — het zijn geen negen kantjes, dat weer de heer Van Dantzig ook heel goed
— en het tempo waarin moet worden gewerkt, is gekkenwerk. Het is onverantwoord en
ondermijnt de controlerende taak en het budgetrecht van de raad. Wij hebben om te
beginnen de volgende vragen.
De bedrijfsvoering sinds het vertrek van de heer Kock. De deal met HVC mislukte
omdat de afvalstromen niet op elkaar af te stemmen waren. Alsof je er bij een
kerncentrale achter komt dat je geen kolen kunt stoken in een reactor. Hoe kan het dat de
deal met HVC op zoiets essentieels, namelijk de bedrijfsvoering, is mislukt? Waarom is
dat niet eerder gesignaleerd?
Waarom heeft het college niet geluisterd naar de oppositiepartijen? Waarom heeft
het college niet geluisterd naar wethouder Kock? Waarom heeft het college niet geluisterd
naar de directie van het AEB? Waarom heeft het college niet geluisterd naar de or van het
AEB? Waarom heeft het college de deal met een commerciële partij laten afketsen op een
juridisch advies van de landsadvocaat, maar beweert de wethouder later dat het juridisch
advies van een advocatenkantoor opeens niet zo veel zegt als het aankomt op een
second opinion? Wat zegt dat eerste advies dan”?
Dan financieel. Hoeveel belastinggeld is er tot nu toe onnodig verbrand door de
deal met een commerciële partij af te laten ketsen en vol in te zetten op een deal met
HVC? Hoeveel geld van het eerste verstrekte krediet van 35 miljoen euro is er op dit
moment al uitgegeven door het AEB?
(De heer BOUTKAN: Ik begrijp uit het betoog van mijn collega Nanninga
dat zij heel veel waarde hecht aan de Beelendeal, laat ik die zo maar
even noemen. Kunt u dan toelichten waarom u die zo goed vond?)
Ik heb net ook al gezegd dat wij de Beelendeal absoluut niet als een panacee
zien, maar dat de optie ‘commerciële partij’ te snel is uitgesloten.
(De heer BOUTKAN: Als u het college vraagt waarom die deal niet is
doorgegaan, dan geeft u nu zelf het antwoord.)
Die conclusie laat ik voor rekening van de heer Boutkan.
(De heer BOUTKAN: Ik merk dat mevrouw Nanninga niet graag antwoord
geeft op de vragen die aan haar gesteld worden. Dat merkte ik net ook al
bij mijn collega van D66. U kunt daar natuurlijk lacherig over doen. De
vraag is: wat vond u precies van de Beelendeal en waarom u die goed?
Geef dan ook meteen antwoord op de vraag wat u vond van het advies
van de landsadvocaat.)
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
(De VOORZITTER: Voordat u antwoord geeft, mijnheer Taimounti, ik hoor
hier letterlijk wat u zegt, buiten de microfoon. Dat is niet de bedoeling. U
moet ook niet terugpraten. U moet niet praten. U moet naar de
koffiekamer gaan of uw mond houden en luisteren.)
Ik heb nooit gezegd dat wij een voorkeur hebben voor de Beelendeal. Ik heb
gezegd dat de heer Kock moest opstappen nadat die deal gesneuveld was. Ik ben heel
benieuwd waarom het college ertegen was. Het gaat er niet om of ik ervoor was. Ik heb
nooit gezegd dat ik ervoor was.
Kunnen wij inzage krijgen in het huishoudboekje van het AEB? Voor welke
doeleinden is ons belastinggeld ingezet en op welke momenten? Hoeveel geld van het
eerste verstrekte krediet van 35 miljoen euro is op dit moment al uitgegeven? Voor welke
doeleinden heeft het AEB de nieuwe geldinjectie van 45 miljoen euro die nu voor ons ligt,
nodig?
Tot slot: Wat nu? Waarom moet dit krediet van 45 miljoen euro nu opeens
halsoverkop worden verstrekt? Waarom kan dit niet via de commissie in de volgende
raadsvergadering? Staat ons misschien iets te wachten, college, wat wij nu niet weten?
Komt er morgen of maandag nieuws? Vertel het ons. Heeft het AEB mogelijk betalingen
uitgesteld? Of staan er eventuele schuldeisers op het punt om failissement aan te vragen
als gevolg van die uitgestelde betalingen? Hoe zit het met de noodoplossingen voor de
afvalcrisis? Noodoplossingen zijn uiteraard niet eeuwigdurend, maar zijn wel extra
vervuilend en peperduur. Waarom wordt er nu geen voorkeursrichting voor een
onderhandse verkoop uitgewerkt? Misschien gebeurt dat wel, maar ik zou zeggen:
Informeer ons. Doe eens gek. Vertel eens wat er gaande is. Een competitief traject duurt
immers maanden.
Wij nemen geen genoegen met veegrondjes en taalspelletjes bij de
beantwoording. Het college zal nu echt schoon schip moeten maken en volgens Forum
voor Democratie consequenties moeten verbinden aan deze totale puinhoop en het
getoonde gebrek aan daadkracht en leiderschap. Dit is geen club om een
afvalverbrandingsoven in handen te geven. Hoe moet dat dan met een hele stad?
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
123° Motie van het raadslid Nanninga inzake Afval Energiebedrijf
(juridische/financiële helpdesk voor raadsleden inzake AEB) (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1622).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een onafhankelijke juridische en financiële helpdesk in te richten waar raadsleden
op korte termijn terechtkunnen met vragen inzake AEB.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Drie weken geleden hebben we in deze zaal uitvoerig
gesproken over de afvalcrisis en over de bestuurlijke crisis en het aftreden van voormalig
wethouder Kock. Wij zeiden toen: ga niet alleen in zee met HVC. Organiseer zo snel
mogelijk een competitieve verkoop. Natuurlijk staat het dan zowel Beelen als HVC en
andere publieke of private partijen vrij om daaraan mee te doen. Voor alle duidelijkheid:
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
wij hebben nooit gezegd om voor de optie-Beelen te kiezen. Dat heeft het CDA nooit
gezegd. Wij hebben altijd gezegd: laat hem meedoen aan een competitieve verkoop. Op
die manier hebben we de grootste kans op een goede deal. Om echt orde op zaken te
stellen, moeten we externe expertise erbij betrekken. Afval verbranden is op dit moment
nu eenmaal een commerciële activiteit, een complex industrieel proces in een zeer
competitieve markt, mijnheer Bakker. Juist om de duurzaamheidsdoelstellingen te
verwezenlijken, moeten we dat begrijpen en moeten we niet voortdurend wensdenken
verwarren met marktdenken.
(De heer N.T. BAKKER: U sprak mij aan. Voor zover ik uw betoog
begrijp, zegt u dat het college de aangenomen motie heel goed uitvoert.)
Voor zover ik het kan overzien, wordt de motie van de heer Van Dantzig zeker
uitgevoerd. Nu gaat het mij erom dat onze motie niet wordt uitgevoerd omdat ze ook niet
is aangenomen. Dat hebben we mede aan u te danken.
(De heer N.T. BAKKER: U kent waarschijnlijk Ockhams scheermes. Dat
is de stijlfiguur waarin alle ingewikkeldheden van een proces worden
weggeknipt waarbij men heel snel naar een bepaald doel gaat. Vindt u
ook niet dat de motie die u zo graag aangenomen had willen zien alle
ingewikkeldheden van dit proces wegknipte en dat het een heel
populistische motie was die niet effectief was? Vindt u niet dat dit college
de motie ongelooflijk goed uitvoert?)
De heer Bakker vraagt mij naar William Ockham. Dat was de grondlegger van het
nominalisme. Dat is wat mij betreft sowieso passé. Daar ga ik niet op in. Wij krijgen gelijk
met onze motie. Wij hebben gezegd: begin zo snel mogelijk met een M&A-traject en voer
geen exclusieve voorkeursvariant met HVC uit. Dat werkt niet. Nu krijgen wij gelijk en zegt
de heer Bakker: dat is populistisch. Sorry, voorzitter, dat kan ik niet volgen. We zitten nu
met een incompleet, gemankeerd bedrijf en op dit moment verbranden wij meer geld dan
afval. Dat is doodzonde.
(De heer N.T. BAKKER: De raad heeft een motie aangenomen en het
college voert precies uit wat er in die motie stond. Ja of nee?)
Zeker, maar mijn bezwaren richten zich niet alleen tegen het college, maar ook
tegen de coalitiepartijen die onze motie hebben verworpen. Nogmaals: wij krijgen dus
gelijk en wethouder Kock had dus ook gelijk. Wethouder Kock zei dat het evident riskant
was om deze route te kiezen. We kunnen nu constateren dat hij gelijk had. Ik kan niet
anders. Het college liet hem vallen en koos een andere koers en nog geen drie weken
later staan we hier en moeten we dit constateren. Ondertussen is een zeer gewaardeerde
wethouder opgestapt die hier maandenlang mee bezig is geweest en er hard aan heeft
gewerkt. Dat was in feite nergens voor nodig. Als we even iets langer hadden
doorgedacht, dan hadden we kunnen weten dat dit niet zou werken. Alle redenen waarom
dit is afgeketst en die nu worden beschreven in de brief hadden bekend moeten zijn. Dat
het verschillende afvalstromen zijn, wist iedereen al. Dat HVC vooral afval verbrandt van
de eigen gemeenten en waterschappen en industrieel afval uit de regio en dat het AEB
een commerciëlere en meer riskante operatie uitvoert omdat het andere bronnen moet
gebruiken. Dat wisten we allemaal al. Dat HVC een coöperatie is met enorme schulden en
dus veel risico loopt, wisten we ook allemaal al. Ik wil daarom toch graag aan het college
vragen hoe dit kan. Volgens mij is er al op 10 augustus contact geweest met HVG.
Misschien kan de wethouder dat bevestigen. Nu komen we er zoveel weken later achter
dat de verschillen onoverbrugbaar zijn. Hoe beoordeelt het college dat zelf? Ik vind dat
het college daarin zeer onverstandig heeft gehandeld en onverantwoorde risico’s heeft
genomen met publieke middelen. De vraag is nu: hoe nu verder?
7
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
We hebben nog een aantal vragen over de brief en over de voordracht, maar ik
wil eerst nog ingaan op het proces. Dat het college pas gisteren, nadat de raad al was
begonnen, nog een voordracht moest aanleveren, is echt absurd en wel om twee
redenen. Ten eerste had al weken bekend moeten zijn — en was het volgens mij ook al
weken bekend — dat er een nieuwe liquiditeitsinjectie nodig zou zijn of dat dat verzoek zou
komen. Dat had echt al eerder voorbereid kunnen zijn zodat wij dit ordentelijk hadden
kunnen bespreken. Ten tweede is het natuurlijk heel raar dat het college een openbare
brief stuurt en daarin een bedrag noemt, maar dat er vervolgens geen openbare
raadsvoordracht komt waarover wij het gesprek kunnen voeren. Graag wil ik daar een
toelichting op. Ik vind dat we juist bij dit soort complexe processen dit soort elementaire
zaken goed op orde moeten hebben.
Het is heel mooi dat twee ovens weer gebruikt kunnen worden, want dat scheelt
bakken met geld. De vraag is wel: hoeveel? Wat betekent dit voor de cashflow en de
liquiditeitsbehoefte? Hebben we nu zicht op de operationele kasstromen en de ebitda?
Hebben we inzicht in het structurele kasstroomgenererende vermogen? In juli was dat
nog een groot probleem. We hadden heel weinig zicht op die zaken. Hebben we dat nu
wel?
Dan over het aanvullende verzoek van 45 miljoen euro om surseance van betaling
af te wenden. De belangrijkste vraag is inderdaad: waarom dat bedrag? En waaraan moet
het worden besteed? Dit wordt nu voorgelegd, maar nergens wordt onderbouwd waar we
dat bedrag precies voor nodig hebben en waar het naartoe gaat. We weten ook nog niet
wat er met de vorige kapitaalinjectie is gebeurd. Wat is er van die 35 miljoen euro
uitgegeven? Wij moeten weten dat we geen geld storten in een bodemloze put. Ik vind dat
het college ons nog onvoldoende comfort geeft om deze beslissing te nemen.
Gaat de gemeente ook zekerheden tegenover eventuele liquiditeitssteun vragen”?
Het is een maximumbedrag. Welke voorwaarden verbindt het college nog aan het geven
van eventuele liquiditeitssteun? Voor welk deel gaat het om salarissen? Voor welk deel
gaat het om het aflossen van vooruitgeschoven schulden? Waarom geven we niet
25 miljoen euro en kijken we daarna weer verder?
Welke claims liggen er bij het bedrijf? Kan er bij benadering al inzicht worden
gegeven in de risico’s die we daarbij lopen? Ik heb dit de vorige keer ook gevraagd en
toen kon er geen antwoord op gegeven worden. Misschien nu wel.
Dan schrijft de gemeente ook over de verkoop van mogelijke bezittingen door het
AEB. Er staat dan: “Daarmee wordt de weg vrijgemaakt om naast verstrekking van het
aanvullende krediet van 45 miljoen euro bezittingen van AEB over te nemen.” En: “Er
wordt een grotere mate van zekerheid verkregen dat in ieder geval het aanvullende
krediet van 45 miljoen euro op korte termijn weer terug naar de gemeente komt.” Op korte
termijn. Kan de wethouder dat toelichten? Ik vraag mij ook af hoeveel bezittingen het AEB
nu nog heeft die niet al als onderpand aan de bank zijn gegeven. Wat is de waarde
daarvan? Kunnen we werkelijk verwachten dat wij het krediet op korte termijn
terugkrijgen? Ik vind dat heel vreemd. Ik begrijp niet wat de houding van de banken
daarbij is. Misschien kan de wethouder dat toelichten.
Dan het vervolgtraject voor de M&A. Natuurlijk moeten we dat doen. Eigenlijk
hadden we dat al in juli in gang moeten zetten. Toen hadden we al moeten weten dat dit
waarschijnlijk zal uitkomen op een verkoop waarop we moeten voorsorteren en
voorbereidende maatregelen moeten treffen. Nu hebben we heel veel tijd verspild. Dat we
daar pas drie weken geleden mee begonnen zijn, mede dankzij de motie van de heer Van
Dantzig, vind ik vreemd. Dan nog denk ik dat we nu sneller moeten opereren. Hoe lang
gaat dit duren? De vorige keer heb ik ook al gezegd dat dit sneller moet kunnen. Het hoeft
8
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
geen zes maanden te duren, ook omdat er al een voortraject is afgerond. De vraag is ook
welke voorwaarden wij eraan verbinden. Volgens mij moeten we niet de fout maken dat
we er allerlei aanvullende, specifieke of vage duurzaamheidseisen aan verbinden,
behalve algemene financiële eisen. We willen natuurlijk geen partij die over twee
maanden misschien failliet is, maar laten we alsjeblieft niet als voorwaarde opnemen dat
ze expertise moet hebben in geothermie of iets dergelijks. Dan krijgen we er immers geen
goede prijs meer voor. Volgens mij moeten we daarin dus een onderscheid maken.
(Mevrouw NADIF: Ik hoor veel vragen van het CDA en ook enige
frustratie omdat de coalitie niet voldoende luistert naar het CDA. U hebt
het ook over eisen. Zijn er bepaalde eisen die het CDA zelf heeft in het
vervolgtraject? Ik ben wel benieuwd naar uw visie voor de komende
weken. Hoe ziet u dat?)
Volgens mij moeten we inderdaad doorgaan met een competitieve verkoop. Dat
hebben wij altijd al gezegd. We moeten zeker enkele voorwaarden stellen, maar alleen
basale financiële voorwaarden aan de kopende partij. We moeten ervoor zorgen dat we
de commerciële activiteiten, dus het verbranden van afval en het opwekken van
elektriciteit, verkopen. Daar moeten we niet al te veel eisen aan toevoegen. Wat betreft
duurzaamheidsprojecten moeten we nagaan of de gemeente die bij zichzelf moet houden.
Dat is volgens mij de vraag. Volgens mij moeten we dit sneller kunnen doen en daarom
wil ik de wethouder vragen of wij in de volgende raad al een voorstel voor de voorwaarden
en het in gang zetten van het M&A-traject met elkaar kunnen bespreken. Ik denk namelijk
echt dat dat sneller kan en dat het sneller moet.
(De heer BOUTKAN: Mijn vraag gaat een beetje over die snelheid. Ik ben
heel benieuwd wat voor u een juiste snelheid is. Wanneer moet het hele
proces afgerond zijn? U hamert daar zo op dat u daar vast een visie op
hebt.)
Ik ben geen expert in mergers and acquisitions, zeker niet. Ik heb wel rondgebeld
en ik heb het vermoeden dat het veel sneller moet kunnen dan zes maanden. We zijn ook
allemaal gebaat bij snelheid, want op dit moment zitten we met een incompleet bedrijf
waar het management niet goed op orde is. Er moet externe expertise bijkomen. We
moeten vaart maken.
(De heer BOUTKAN: Ik waardeer het zeer dat u zich daarin verdiept hebt
en gesproken hebt met experts. Hebben die experts ook aan u verteld wat
die snelheid moet zijn en wanneer het hele traject afgerond zou moeten
zijn?)
Wat mijn experts mij vertellen, is dat alles kan, maar dat we natuurlijk een
afweging moeten maken tussen zorgvuldigheid en snelheid. Als we willen, dan kunnen we
binnen drie weken een M&A-traject opzetten. Het gaat erom dat wij verstandige
voorwaarden formuleren, maar volgens mij moeten we daar niet te ver in gaan. We
kunnen ook nagaan of we, afhankelijk van het aantal potentiële gegadigden, een
versnelling kunnen aanbrengen door bijvoorbeeld geen eerste bod te vragen, maar te
vragen dat men meteen met een serieus bod komt. Dat zullen we precies moeten
uitwerken. Ik denk dat we in ieder geval moeten besluiten dat we in de volgende raad al
de voorwaarden bespreken. Daar ligt namelijk een politieke vraag achter en dat gesprek
moeten we de komen weken voeren.
Ik heb nog een laatste vraag over Westpoort Warmte. In de statuten van de joint
venture staat dat de aandelen in handen van een publieke partij moeten zijn en dat we die
dus niet kunnen verkopen. Op dit moment is dat een blokkade. Vattenfall heeft enige tijd
geleden al in Het Financieele Dagblad gesteld dat het wil dat de gemeente die aandelen
g
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
overneemt. Kan de wethouder daarop ingaan? Hoe kunnen we dat traject het best
vormgeven?
(De VOORZITTER: U hebt trouwens nog zes minuten en vijf seconden
over voor de rest van de vergadering.)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
De heer N.T. BAKKER: Ik heb de actualiteit niet aangevraagd, maar ik heb
voorgedrongen.
(De VOORZITTER: Het is een gecombineerde behandeling. Als er niet
heel veel bezwaren zijn, dan zou ik zeggen: ga uw gang. Ik wil dit wel
toelaten.)
Als Forum voor Democratie en het CDA op deze wijze omgaan met een
deelneming door te zeggen dat die zich niet op de markt kan begeven, dan weten we al
dat het debat erg verwatert. Dan kan ik alleen maar roepen: met oprechte deelneming. Ik
kan het niet vaak genoeg benadrukken, publieke taken horen in publieke handen te zijn.
Daar speel je geen ondernemertje mee. De puinhopen bij het AEB bewijzen dat wederom.
Mevrouw Nanninga zei het al, we voelen ons al aardig thuis op de afvalberg, want alle
ideologische kapitalistische praatjes ten spijt, rest ons niets anders dan nuchter vast te
stellen dat de marktideologie in het publieke domein faliekant is mislukt. Diensten worden
schraler, kosten worden hoger en Amsterdam heeft via zijn volksvertegenwoordiging
nauwelijks meer invloed op de bedrijfsvoering. Kijk naar de zorg, het openbaar vervoer,
onze nutsvoorzieningen en nu helaas ook onze afvaldienst. Als de geprivatiseerde
diensten instorten, is het aan de samenleving om puin te ruimen en de rekening te
betalen. Zo ook bij het AEB. Op deze puinhoop lijkt het de goede kant uit te gaan, zo blijkt
uit deze brief. Vier van de zes ovens werken weer. Voor de SP is het essentieel dat we
leren van de foute politieke keuzes die in het verleden zijn gemaakt. De SP is daarom
benieuwd wat het college geleerd heeft van het miljoenen verslindende
privatiseringsdebacle van onze afvaldienst en hoe we dit soort debacles — onze
deelnemingen — in de toekomst voorkomen. We hebben dit ook al gezien bij het
glasvezelbedrijf waarbij het bedrijf verpatst is aan KPN. Ook de NRC repte in 2016 al van
het verpatsen van het bedrijf Atero, dat via de markt uit publieke handen is gegaan.
(De heer BOOMSMA: Beweert de heer Bakker nu werkelijk dat alle
problemen bij het AEB het gevolg zijn van de verzelfstandiging?)
Dat is het kader waarbinnen wij ons begeven. Er is op een gegeven moment een
besluit genomen waardoor dit bedrijf is geprivatiseerd. Daar ligt inderdaad het fundament
van de verdere problemen. Op afstand zetten heet dat. DOA, deelnemingen op afstand,
betekent dat we een bedrijf op afstand zetten, dus op de markt zetten. Daardoor hebben
wij als aandeelhouder, als gemeente, in een pps-constructie heel weinig mogelijkheden
meer. Daarom wees ik u ook op het nominalisme van Ockham waarin op een gegeven
moment alles alles kan betekenen. Dat was ook duidelijk bij mevrouw Nanninga die niet
meer weet of een deelneming zich op de markt bevindt of een publieke dienst is. Dat
nominalisme kom ik voortdurend bij de oppositie tegen. Dat is een heel kwalijke zaak.
Daarom moet u Ockham ook beter lezen.
(De heer BOOMSMA: Om het samen te vatten, zegt de heer Bakker
inderdaad dat als het AEB een ambtelijke dienst was gebleven, er geen
vuiltje aan de lucht was geweest.)
Margaret Thatcher was op een gegeven moment heel blij dat Tony Blair de
retoriek van haar overnam. Ze zei: nu de neoliberale retoriek is overgenomen, heb ik,
10
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Thatcher, gewonnen. Nu neemt u mijn retoriek over, dus ik ben ontzettend blij dat u dat
doet. Het reëel bestaande socialisme is aanstonds.
(De heer BOOMSMA: Misschien kan de heer Bakker mij dan ook
uitleggen hoe het kan dat er ook veel afvalbedriijjven en
afvalenergiebedrijven op de wereld zijn die niet in overheidshanden zijn,
maar die het veel beter doen dan het AEB.)
De vraag is natuurlijk: wat is beter? In onze retoriek is beter altijd de vijand van
goed. Wij zitten hier voor de Amsterdammers, niet voor private bedrijven. Wij willen voor
de Amsterdammers dat er goed afval wordt opgehaald, dat er goed gerecycled wordt, dat
er een goede situatie bestaat. Als u weer de neoliberale retoriek bezigt — beter, beter,
beter — dan komen we in een spiraal terecht die gelukkig door heel veel economen,
bijvoorbeeld ook door de OESO, gehekeld wordt als het probleem van deze samenleving.
We moeten er niet voortdurend voor zorgen dat iets beter wordt, maar dat iets concreet
goed is. Sinds het AEB op afstand is gezet, is het eigenlijk alleen maar bergafwaarts
gegaan.
(Mevrouw VAN SOEST: Mijnheer Bakker, ik wil even uw geheugen
opfrissen. U hebt in het vorige college een bezuiniging aangekondigd van
250 miljoen euro, waaronder de verkoop van het AEB. Wij hebben in 2015
al gewaarschuwd dat het slecht ging met het AEB. Hebt u toen als
raadslid uw controlerende taak gedaan?)
Ja.
(Mevrouw VAN SOEST: Weet u dan ook dat het AEB in 2017 en 2018
geen jaarverslag heeft gepubliceerd en dat het een boete heeft gekregen?
Was u daarvan op de hoogte?)
Ja.
(Mevrouw VAN SOEST: Vindt u dat allemaal geweldig?)
Uit uw vraag blijkt dat u niet naar mijn betoog hebt geluisterd.
(De VOORZITTER: Mevrouw Van Soest, u hebt drie interrupties gehad op
dit punt en dan houdt het op. Zo werkt het hier nu eenmaal en de heer
Bakker gaat over zijn eigen antwoorden. U hebt zo nog een eigen termijn
en dan kunt u nog uitgebreid ingaan op alles wat u maar wilt.)
Ik word nu echt een beetje boos. Ik heb continu gezegd dat publieke taken in
publieke handen horen te zijn. Dat heb ik steeds gezegd. Wij zijn ook niet blij dat zo'n
deelneming op afstand wordt gezet. Als u steeds zegt: ‘ja, maar mijnheer Bakker, u hebt
dit en dit en dit niet gedaan’, dan luistert u pertinent niet naar wat wij te zeggen hebben. Ik
vind dat een beetje laakbaar. Als we hier een debat voeren, dan is het heel erg essentieel
dat bepaalde woorden bepaalde betekenissen hebben en dat we niet in allerlei
nominalistische onzin terechtkomen. Een deelneming is op de markt. Dat weet u donders
goed. Die staat op afstand. Wij zijn aandeelhouder. Wat betekent dat? Dat wij niet heel
veel invloed hebben. Dan is het ongelooflijk goed dat dit college probeert om toch weer
waarde te geven aan dit bedrijf. Een crisismanager probeert onder controle van dit college
weer afvalenergie te realiseren. Op die manier proberen we weer iets te doen voor alle
Amsterdammers. Daar zijn we tot nu toe nog helemaal niet aan toegekomen. We krijgen
alleen maar vragen van u over mijn controlerende taak in 2017. Het gaat nu om iets heel
anders, namelijk dat we weer iets doen voor de publieke zaak. Daar gaat het om.
(De VOORZITTER: Gaat u maar door, hoor. Mevrouw Van Soest heeft
drie interrupties gehad. U kunt ook uw betoog afronden, dat mag ook. Ik
zal mij er verder inhoudelijk niet mee bemoeien.)
11
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Ik kom bij mijn belangrijkste zin. Het feit dat het college desondanks overweegt
om publieke taken per opbod te verkopen, baart de SP zorgen over het lerend vermogen
waar ik eerder om vroeg. Als u even had geluisterd, dan waren we verder gekomen.
Daarom de volgende vragen.
Is het college het met de SP eens dat afvalverwerking, het verwerken van slib en
het leveren van warmte aan Amsterdammers een publieke taak is?
Deelt het college tevens de mening van de SP dat bij de uitvoering van dergelijke
publieke taken de toegankelijkheid van de dienstverlening aan alle Amsterdammers
belangrijker is dan eventuele winstoogmerken”?
Deelt het college daarnaast de mening van de SP dat een goede uitvoering van
publieke taken onmogelijk is zonder democratische zeggenschap over de instantie die
deze taken uitvoert en dat aandeelhouderschap daarbij heel problematisch is? Zo ja, kan
het college deze toegankelijkheid van en de democratische zeggenschap over de
publieke taken garanderen?
Welke stappen onderneemt het college om de toegankelijkheid van en de
democratische zeggenschap over deze publieke taken te waarborgen?
Is daarbij het volledig of deels terugdraaien van de privatisering van het AEB een
optie die op tafel ligt?
(Mevrouw VAN SOEST: Pleit u nu voor privatisering?)
Nee.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Ik heb een andere visie op hoe de AEB-crisis zich heeft
ontwikkeld. Ik denk dat er wel degelijk sprake is van verwijtbaar bestuurlijk handelen door
dit college. Er is gewed op één paard en vanaf het begin was eigenlijk al bekend dat dit
paard niet meedeed aan de wedstrijd. Dit college heeft zijn zin doorgedrukt en gegokt en
verloren, maar met geld van de Amsterdammer. Er is gefaald. Er is geblunderd. In deze
gemeenteraad zijn keuzes gemaakt waarvan nu aantoonbaar blijkt dat ze niet hebben
gewerkt. Een groot deel van de raad heeft er ook voor gewaarschuwd. Niet omdat we
geniaal of briljant zijn, maar omdat er basiskennis was op grond waarvan we al wisten dat
dit traject niet zou werken. Daarom maak ik mij niet alleen zorgen over de voortgang van
dit college, maar ook over de betrouwbaarheid van de keuzes die gemaakt worden door
het college en ook door de coalitie. Waardoor laat zij zich bewegen om voor te stemmen?
Tegen de zin van de AEB-directie, tegen de zin van de ondernemingsraad, tegen de zin
van wethouder Kock is er besloten om in beginsel te onderhandelen met een publieke
partij. Dat heeft ervoor gezorgd dat wethouder Kock is opgestapt. Een stap die nu
onbegrijpelijk is, want wat het college koste wat het kost wilde en waaruit de heer Kock
zijn conclusies heeft getrokken, is nu van de baan. Het lijkt er niet op dat de oud-
wethouder aanstalten maakt om terug te keren. Nee, hij is weg. Niet alleen is er een
wethouder weg, er is ook heel veel geld weg. Hoewel er een voortraject is geweest, wil ik
toch inzoomen op de rol van dit college en de gemeenteraad in de afgelopen vier
maanden sinds in juli bekend is geworden dat we met een crisis te maken hebben.
(De heer N.T. BAKKER: Mag ik uit uw woorden tot nu toe concluderen
dat u de meeste affiniteit had met de optie om het AEB aan ondernemer
Beelen te verkopen?)
Nee, niet per se. Ons is eerst verteld dat er twee opties waren. Er was een verkort
of voor-M&A-traject en er zou gekeken worden of er met een private partij onderhandeld
kon worden. Later werden het drie opties. HVC was opeens de derde optie terwijl
12
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
wethouder Van Doorninck aan de gemeenteraad had verteld dat het er twee waren. Die
derde optie kwam uit het niets. Ik zeg helemaal niet dat Beelen of wat dan ook de beste
optie was. Nee, ik probeer te zeggen dat de gang van de publieke weg onbegaanbaar
was en dat dat van tevoren al bekend was, vooral als we nu de redenen lezen op grond
waarvan de deal is afgeketst. Die redenen waren voor iedereen die Nederlands kan lezen
al bekend voor we dit traject zijn ingegaan. Daar hadden we onze conclusies uit kunnen
trekken. Dat hebben ik en een groot deel van deze gemeenteraad in ieder geval al
gedaan. U had daarnaar moeten luisteren.
(De heer N.T. BAKKER: Vindt u het normaal om, als een bedrijf failliet
dreigt te gaan, de verkoop ervan als enige mogelijkheid te zien? Vindt u
dat een lucratieve aangelegenheid voor de verkoper of de
aandeelhouder? Of is dat geen lucratieve aangelegenheid?)
De heer Bakker doet alsof het gaat om een tegenstelling tussen winstmakende
ondernemingen of niet. Daarmee creëert hij een valse tegenstelling, hij meent dat een
private partij niet even goed zou kunnen zorgen voor publieke belangen. Dat is niet waar.
Kijk maar naar andere delen van het land. U creëert een valse tegenstelling en zegt dat
privatisering niet kan werken. Dat is niet zo. Ik ben ook niet per se voor privatisering. Ik
constateer wel dat de gemeente in de afgelopen periode op afstand heeft gefaald om de
publieke belangen op een juiste manier te waarborgen en dat het traject dat het college
wilde inzetten vanaf het begin al onbegaanbaar was. Dat had u ook kunnen weten,
mijnheer Bakker.
(De VOORZITTER: U moet allemaal via de voorzitter spreken.)
(De heer N.T. BAKKER: Ik kan concluderen dat u, in tegenstelling tot bij
het vorige debat, heel duidelijk de nadruk legt op de publieke taak van de
overheid. Daar ben ik blij om. Ik vind het fijn dat u zegt dat dat
problematisch is in het deelnemingenbeleid. Ik ben ook blij dat u niet
langer aan het scenario van de verkoop aan Beelen vasthoudt. Ik denk
dat we een stapje in de goede richting komen en dat u zich weer een
voorvechter van de publieke zaak toont.)
Ik wil oomerken dat de framing van de heer Bakker dat wij of ik of de ChristenUnie
voor Beelen zouden zijn onjuist is. Ik werp dat ver van mij. Ik constateer dat het geven van
de voorkeur aan het publieke belang onjuist was. Nu blijkt ook dat dat klopte. We hebben
gelijk gekregen.
(De heer BOUTKAN: Ik hoor u net zeggen dat er onderhandeld is met
HVG en dat dat mislukt is. Waaruit leidt u af dat er onderhandeld is met
HVC?)
Er zijn gesprekken gevoerd en daaruit is gebleken dat de partijen de gesprekken
moeten staken en niet verder kunnen gaan vanwege onverenigbaarheid.
(De heer BOUTKAN: Nu hebben wij dezelfde stukken gekregen. U zegt
dat er onderhandeld is en dat dat mislukt is. Waaruit leidt u af dat er
onderhandeld is met HVC?)
U noemt het onderhandelen.
(De VOORZITTER: Mijnheer Boutkan en mijnheer Ceder, via de
voorzitter, want u spreekt elkaar aan. Even via de voorzitter, dat maakt
het debat iets prettiger.)
Er zijn gesprekken gevoerd waarbij het college in het begin heeft gezegd: dit gaan
wij doen en daarna werken we pas andere opties uit. Dat heeft wethouder Van Doorninck
in de commissie van 12 september gezegd. Later heeft de heer Van Dantzig geprobeerd
om dat te repareren met een motie. Of de gesprekken onderhandelingen waren of
13
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
verkennend of een andere vorm hadden, laat ik even in het midden. Feit is dat getracht is
om te kijken of partijen eruit konden komen en dat is niet gelukt.
(De heer BOUTKAN: Nu komt de aap natuurlijk uit de mouw. U gebruikt
zelf het woord ‘onderhandelen’ en u zegt dat dat mislukt is, maar dat klopt
niet. Er is niet onderhandeld. Er is een variant onderzocht en het college
zegt daarvan heel duidelijk, ook in de voordracht, dat die onderzocht
wordt en dat alternatieve opties niet worden uitgesloten als de gesprekken
niet lukken. Dus voor alle duidelijkheid: er is niet onderhandeld. Dat bent u
toch met mij eens?)
Als de PvdA dat zo stelt, dan vind ik het nog kwalijker, want dan hebben we nog
meer geld verbrast, terwijl er nog geen onderhandelingen waren. De afgelopen weken
waren niet gratis, mijnheer Boutkan. Er is geld verbrand.
(De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, via de voorzitter spreken. U spreekt
nu rechtstreeks tot de heer Boutkan. Dat is echt niet de bedoeling. U moet
via de voorzitter spreken, want anders wordt het hier een grote chaos en
dat moeten we niet hebben. Dus gewoon via de voorzitter spreken.)
In juli is de gemeenteraad gevraagd om een bedrag van 35 miljoen euro vrij te
maken. Tot op heden is niet bekend wat er met dat geld is gebeurd. Er is geen specificatie
bekend of aan deze gemeenteraad bekendgemaakt. In plaats van dat dit college, nadat
het terugkeerde van de gesprekken met HVG, uitlegt wat er tot op heden gedaan is met
dat bedrag, vraagt het nog een bedrag voor liquiditeitssteun van 45 miljoen euro. Ik wil de
wethouder, voordat we verdergaan, vragen: kunt u vertellen wat er met dat geld is
gebeurd? Tot op heden is daar namelijk geen duidelijkheid over. Niemand in deze
gemeenteraad is daarvan op de hoogte. Die onduidelijkheid moet in ieder geval uit de
weg om te kunnen bepalen of we bovenop de 35 miljoen euro opnieuw 45 miljoen euro
Amsterdams geld vrijgeven. Kan de wethouder niet alleen vertellen hoeveel geld er is
besteed, maar ook waaraan het tot op heden is besteed?
Ik heb ook een vraag over de 45 miljoen euro. U hebt niet alleen gevraagd om
35 miljoen euro. U bent met dat geld gesprekken gaan voeren met HVG. Die zijn niet
gelukt. Er lag een spoedvoordracht, want er moest zo snel mogelijk 45 miljoen euro extra
komen. Dat snap ik niet. Kan de wethouder uitleggen waarom de raadsvergadering van 6
november 2019 te laat is voor die 45 miljoen euro? In Amsterdam gaat elke andere
voordracht eerst op een ordentelijke wijze via de commissie, waarbij we met elkaar
kunnen bespreken wat wij ervan vinden, vooral als het om zulke zwaarwegende belangen
gaat. We wisselen bepaalde argumenten uit en we agenderen het. In dit geval kon dat
niet. Dat kon niet. Wij hebben deze week stukken gekregen. Er is een spoedvoordracht
voorgelegd. Gisteravond is de voordracht die we nu bespreken gepubliceerd en nu moet
erover gestemd worden. Kan de wethouder vertellen waarom er niet op een ordentelijke
wijze op 6 november 2019 over gestemd kan worden? Met andere woorden: wat gebeurt
er tussen vandaag en 6 november waardoor liquiditeitssteun van 45 miljoen euro nodig is
en niet kan wachten tot na 6 november 2019?
(De heer BOUTKAN: Ik ben een beetje verbaasd over wat u zegt over die
spoedvoordracht. Het klopt inderdaad dat er opeens een spoedvoordracht
openbaar is, maar dat is volgens mij mede omdat wij het allemaal heel
belangrijk vinden dat die openbaar is zodat iedereen er kennis van kan
nemen. Nu doet u echter net of er een heel groot verschil is tussen wat er
lag en de openbare stukken. Dat is toch een beetje raar?)
(De VOORZITTER: Dit wordt een beetje een ingewikkelde discussie. Ik
denk dat we die kant niet op moeten gaan. We spreken hier niet over
14
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
vertrouwelijke stukken. Ik snap uw punt, maar dat wordt een heel
gevaarlijke discussie, want dan gaan mensen misschien dingen zeggen
die ze niet moeten zeggen. Dat wil ik voorkomen, dus dat sta ik niet toe. Ik
wil de heer Ceder vragen om zijn betoog te vervolgen.)
De voordracht die we vandaag bespreken, is gisteravond openbaar gemaakt. Er is
spoed bij. Ze kan niet via de commissie, er is haast bij. Ze kan niet tot 6 november 2019
wachten. Ik herhaal mijn vraag: wat gebeurt er tussen vandaag en 6 november 2019
waardoor het AEB liquiditeitssteun van 45 miljoen euro nodig heeft en de eerdere
35 miljoen euro niet genoeg is? Als er bepaalde zaken betaald moeten worden: prima. Ik
kan me dat voorstellen, maar de 35 miljoen euro is kennelijk niet genoeg, want anders
konden we dit doen op de manier zoals we die met elkaar hebben afgesproken.
(De heer VAN DANTZIG: Ik heb in het vorige debat al tegen de heer
Ceder verteld dat ik het ingewikkeld vind als we in een debat een beetje
om de waarheid of om de feiten heen draaien. Ik ga dat nog twee keer
benoemen, dan kunt u erop reageren. Het eerste wat ik wil noemen, is
wat er met het eerdere krediet is gebeurd. Het is niet waar dat dit niet in
de stukken heeft gestaan. Het is gegaan naar omleidingskosten, naar
personeelskosten. Dat is dus gewoon in grote mate bekend. Het volgende
wat ik u wil voorhouden, is dat u nu zegt dat er gisteravond pas een
voordracht kwam. U weet echter donders goed dat u als raadslid meteen,
maandag al, toegang had tot alle kabinetsstukken. Vrijdag hebt u al een
brief gehad. En mijnheer Geder …)
(De VOORZITTER: Er is slechts één iemand die het woord heeft en dat is
de heer Van Dantzig. Ik wil u echt verzoeken om allemaal via de
microfoon te spreken en via de voorzitter.)
(De heer VAN DANTZIG: Dat lijkt mij verstandig. Dit was gewoon
toegankelijk. Ik roep de heer Ceder echt op om zich in de rest van dit
debat te houden aan de feiten en aan de waarheid. Amsterdammers
kijken hopelijk mee, want het gaat om heel veel geld en ze zijn gebaat bij
eerlijke politiek. Doet u dat dan ook.)
Ik hoor de heer Van Dantzig zeggen dat de voordracht maandag is voorgelegd.
Vandaag is het donderdag. Dan zou ik drie dagen de tijd hebben gehad. Dat is niet de
manier waarop deze gemeenteraad te werk gaat. Er is een voordracht, die komt in de
commissie waar we haar met elkaar bespreken. Dan komt er een vergadering en
stemmen we erover. Er was een spoedeisendheid en ik vraag mij af waar die
spoedeisendheid vandaan komt. Dat heb ik niet van u gehoord. U zegt dat ze er op
maandag lag. Dat is deze week. Dat is niet op tijd, mijnheer Van Dantzig, vooral gezien de
zwaarwegende belangen.
(De VOORZITTER: Mijnheer Ceder, nu doet u het weer. U spreekt de
heer Van Dantzig weer rechtstreeks aan. Ik vraag u echt om via de
voorzitter te spreken.)
(De heer VAN DANTZIG: Een beetje decorum is prettig bij zo’n
ingewikkeld debat. Ik stoor mij een beetje en ik leg dat maar gewoon aan
u voor. Het is crisis. Dit is een financiële crisis bij een bedrijf dat voor heel
veel geld in de Amsterdamse boeken staat. U zegt …)
(De VOORZITTER: Nee, mijnheer Van Dantzig, nu ga ik ook streng tegen
u zijn. U moet ook via de voorzitter spreken.)
(De heer VAN DANTZIG: U hebt helemaal gelijk. Via de voorzitter zegt u:
Ik wil een maand extra tijd. Ik wil dit goed uitzoeken. Nogmaals: De brief
15
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
was vier kantjes. De openbare voordracht van vandaag negen kantjes.
Waarom kunt u niet gewoon proberen een besluit te nemen in plaats van
dit bedrijf en dus Amsterdam een maand in onzekerheid te laten zitten?)
Geachte wethouder, nu schrik ik, want de heer Van Dantzig stelt dat er een crisis
is,
(De VOORZITTER: Voorzitter. Er komt binnenkort nog een voordracht
volgens mij. We zien wel wat u gaat stemmen.)
Excuses. Voorzitter, nu schrik ik, want de heer Van Dantzig zegt dat er crisis is,
een dusdanige crisis dat niet gewacht kan worden tot 6 november 2019. Dan bent u het
met mij eens en dan hoor ik graag wat er tussen vandaag en 6 november 2019
plaatsvindt waardoor die 45 miljoen euro nodig is, want ik weet het niet. Ik weet het niet.
Dit is ook mijn vraag aan de wethouder.
(De heer VAN DANTZIG: Ik ga geen vraag stellen, maar ik gebruik deze
interruptie om een statement te maken. Het is crisis. Weet u waarom”?
Omdat dit bedrijf er niet bijster goed voor staat. Daarvoor hoefde u
volgens mij echt de stukken niet te lezen, wat u best had kunnen doen.
Dan had u kunnen inschatten dat dit een situatie is waarin er gehandeld
moet worden, waarin het college besluiten moet nemen die de raad moet
controleren en waarbij van ons allemaal topspel vereist wordt. Dan
kunnen we niet een maand achteroverleunen om rustig af te wachten wat
we met elkaar willen. Dan moeten we op ons best zijn. Dan moeten we
ons best doen voor Amsterdam en ik roep u op, ook als nieuw raadslid,
om dat te doen.)
(De VOORZITTER: Dit is een beetje een debat waarbij ik probeer te
verzoeken om via de voorzitter te spreken. Dat lukt nog niet zo erg goed,
merk ik. Eigenlijk bij niemand. Ik vind dat ook een beetje ingewikkeld,
want ik lijk een beetje een zeurpiet door steeds te zeggen: via de
voorzitter, via de voorzitter. Ik zou dat echter toch willen vragen. Dat geldt
ook voor de heer Van Dantzig, want die deed het ook niet. Allemaal graag
via de voorzitter spreken, want dan gaat het meer over de zaak en
spreekt u niet tegen elkaar, soms met een beetje stemverheffing. Dan lijkt
het voor een kijker misschien een beetje geschreeuw. Dat moeten we niet
hebben en als u gewoon via de voorzitter spreekt, dan gaat dat iets beter.
Mijnheer Ceder, wilt u uw betoog vervolgen en richting een afronding
gaan? Er zijn nog een heleboel sprekers die ook een bijdrage willen
leveren.)
De heer Van Dantzig heef het over topsport en dat er snel gehandeld moet
worden. Als de heer Van Dantzig iets rustiger had gehandeld, dan hadden we de blunder
van HVG niet begaan, met het geld dat daarmee is gemoeid. Als we iets rustiger waren
geweest, dan had u misschien wel voor de motie van drie weken geleden voor een
competitief proces, wat we nu doen, gestemd. Dat zou goedkoper zijn geweest. Ik maan u
juist om een beetje rust te nemen, mijnheer Van Dantzig. Denk erover na. Wie weet komt
u tot een zinniger besluitvorming.
(De heer VAN DANTZIG: Ik blijf benoemen dat ik het ingewikkeld vind dat
de heer Ceder steeds net een iets andere waarheid aan de mensen in de
zaal voorhoudt dan zoals het volgens mij gebeurd is. Volgens mij weet de
heer Ceder donders goed dat juist de motie die ik indiende ervoor zorgde
dat alle drie de trajecten gelijktijdig werden uitgezocht en voorbereid. Een
motie die u niet gesteund hebt.)
16
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Dat klopt ook. Als u het jaarverslag van HVC had gelezen, dat ik hier bij me heb,
dan had u gezien dat de weg met HVC onbegaanbaar was. Wat u met deze motie hebt
gedaan, en ook de meerderheid van deze raad, is vertraging veroorzaken. Volgens mij
beginnen we nu aan het proces dat we drie weken geleden hadden kunnen beginnen.
Elke dag dat wij dit probleem niet hebben opgelost, wordt er geld verbrand. Het kost geld
en het is niet ons geld. Het is Amsterdams geld. Daar maak ik mij bovenal zorgen over.
Ik heb nog een aantal vragen, naast de vragen die ik al gesteld heb. Kan het
college erkennen dat er met het HVC-traject geblunderd is? Dat is mijn veronderstelling
en ik zou graag aan het college vragen om daarop te reflecteren.
Ik heb al eerder gevraagd waar de 35 miljoen euro aan opgegaan is. Kunt u dat
specificeren, want ik weet het gewoon niet?
Kunt u vertellen hoeveel er van die 35 miljoen euro over is en waarom het restant
niet genoeg is om de komende 20 tot 25 dagen te overbruggen? Wat gebeurt er in de
komende 25 dagen waardoor er nu met spoed 45 miljoen euro liquiditeitssteun gegeven
moet worden?
Zijn er sinds wij de 35 miljoen euro hebben verstrekt schulden niet betaald? Ik wil
graag weten of de schulden zijn opgelopen en zo ja, of er schuldeisers zijn die nu aan de
deur kloppen en mogelijk het faillissement eisen. Dat zou namelijk een van de redenen
kunnen zijn waardoor ik heel goed zou kunnen begrijpen waarom er tussen nu en een
paar dagen heel veel geld nodig is. Ik hoor dat ook graag van de wethouder. Het is niet
erg, maar ik hoop wel dat wij transparant kunnen zijn. Dan kan ik een zorgvuldige
afweging maken over het AEB en de toekomst van heel veel Amsterdams geld.
Zijn er schuldeisers die gedreigd hebben? Kan het college vertellen of sinds het
verstrekken van de 35 miljoen euro alle rekeningen zijn betaald? Zo niet, kunt u dan
zeggen hoe hoog de schuldenlast nu is opgelopen”?
Kunt u ook zeggen of dat mogelijk de reden is dat 6 november 2019 veel te ver in
de toekomst ligt om het behoud van het AEB te kunnen garanderen?
Wij moeten verder. Wij gaan een verkoopproces in. Daar ben ik blij mee. Daar
hebben wij ook een motie voor ingediend die een paar weken geleden is verworpen. Ik
heb nog wel een vraag over de voorwaarden. In hoeverre kunnen wij dat proces
vormgeven en kunnen we eisen stellen zodat de publieke belangen gewaarborgd zijn?
Welke rol heeft de gemeenteraad bij het bepalen van degene die het competitieve
verkoopproces wint? Hebben wij daar nog zeggenschap over? Hoe ziet de wethouder dat
voor zich?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti.
De heer TAIMOUNTI: Deze AEB-komedie wordt steeds gekker en gekker. We
horen om de haverklap andere verhalen en die vernemen we met name uit de
gerespecteerde media. Verhalen over sabotage, slechte verhoudingen et cetera. Niemand
herkent zich er echter in, zo horen we van het college. Het gaat allemaal de goede kant
op. De lijnen gaan weer open en we gaan weer de positieve kant op. Ik hoor net echter
weer het woord ‘crisis’ vallen. Het college heeft geen proactieve houding bij het
informeren van de raad over het AEB. Pas na aandringen van raadsleden krijgen wij de
noodzakelijke informatie om eventueel tot een weloverwogen besluit te kunnen komen.
Het college vraagt nogal wat van de raad bij dit agendapunt. Het college vraagt de raad
namelijk om in te stemmen met een extra krediet van 45 miljoen euro, terwijl er al een
krediet van 35 miljoen euro is gegeven. Hoeveel van dit geld is er nog over?
17
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
We moeten voorkomen dat het AEB een soort Griekenland in Westpoort wordt,
waaraan we doelloos kredieten verstrekken en waarin we continu geld pompen. Daarom
wil ik graag uiteengezet hebben hoe het college tot dit bedrag is gekomen. Verder wil ik
ook graag weten of de wethouder kan garanderen dat er niet nóg een verzoek komt. We
willen ook graag weten welke schulden er in de afgelopen periode bij zijn gekomen. Die
periode was immers nogal lang. Wat wordt er wel betaald en wat wordt er niet betaald
door het AEB? Wat staat er nog open?
We storen ons ook aan de verschillende verhalen over het AEB en wat ermee
gebeurt. Eerst verkopen, dan niet. Dan fuseren met HVG, dan weer niet. Nu wordt een
veiling voorbereid, maar het behouden van het AEB is niet uitgesloten. Het is allemaal
een beetje onduidelijk. Ik wil er graag iets meer duidelijkheid over. Het verkooptraject is al
een paar weken geleden voorgesteld. Mijn collega Ceder heeft dat al gezegd. Toen werd
dat verworpen. We zijn een paar weken verder en we komen tot de conclusie dat dat
waarschijnlijk toch het beste idee was. Hoe kunnen we het bedrijf verkopen aan de
hoogste bieder, maar toch het AEB behouden? Ook dat is een vraag. Hoe gaat dat? Blijft
de gemeente dan met de ballast zitten en worden de winstgevende onderdelen
geprivatiseerd”? Ik dacht dat we te maken hadden met een kneiterlinks college, maar dit is
volgens mij het kapitalisme ten top. Privatiseer de winsten en socialiseer de schulden en
de risico’s. Ik leg het maar weer op tafel: waarom moest Udo Kock weg? Dat snap ik echt
niet. Het plan-Kock/Beelen werd afgeschoten door het college. Vervolgens mocht Udo
Kock vertrekken. Toen werd Beelen zodanig geschoffeerd dat hij uit zichzelf vertrok. Nu
gaan we toch dat gekke plan van Udo uitvoeren. Verkopen aan de hoogste bieder, terwijl
we waarschijnlijk zelf de verliesgevende onderdelen behouden.
Dan HVG. Tot overmaat van ramp blijkt nu dat HVC gestoeld is op een heel ander
bedrijfsmodel. Dat hebben we kunnen lezen en hadden we ook van tevoren kunnen
weten.
(De VOORZITTER: Volgens mij hoorde ik u net ‘Udo’ zeggen, maar u
bedoelde denk ik de heer Kock.)
(De heer N.T. BAKKER: Ik ben een beetje op zoek naar de kern van uw
betoog. Was u ook erg gecharmeerd van de optie om met ondernemer
Beelen in zee te gaan? Was dat uw richting?)
Dit is een heel interessante truc. Dit horen we al de hele avond. Het gaat niet over
Beelen, het gaat niet over verkopen. Het gaat erom dat de raad de juiste informatie krijgt
waardoor we een weloverwogen besluit kunnen nemen. Gaan we het AEB verkopen?
Gaan we het privatiseren? Houden we het in eigen beheer? De informatie is er niet,
mijnheer Bakker. Daar gaat het om en daar gaat mijn betoog over. Wat is er met het geld
gebeurd? Wat gaan we met het nieuwe geld doen?)
(De VOORZITTER: Mijnheer Bakker voor een interruptie en ook graag via
de voorzitter.)
(De heer N.T. BAKKER: Natuurlijk. De vraag die ik aan de heer
Taimounti stel, is de vraag die nodig is om te weten waar hij staat.
Daarom ook de vraag over de optie-Beelen. Ik wil via de voorzitter vragen
hoe hij de ideale situatie ziet in het vervolgproces. We kunnen zoals u
terecht doet over het verleden praten, maar we zitten nu in de situatie dat
een aantal afvalovens weer werkt en dat er weer waarde toegevoegd
wordt aan dit bedrijf. Hoe ziet u het vervolgproces zelf?)
Daar kan ik u heel kort op antwoorden. Ik wil eerst informatie hebben om te
kunnen beoordelen hoe het vervolg eruit moet zien. Die heb ik niet. U geeft mij gewoon
geen informatie. Ik word voorzien van de informatie dat u 45 miljoen euro nodig hebt.
18
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Waarvoor is dat geld? Wat is er met de 35 miljoen euro gebeurd? Hoeveel is daarvan nog
over? Is al het geld opgemaakt? Dat wil ik eerst weten, mijnheer Bakker. En telkens
terugkomen op Beelen? Dat was een optie, zoals er heel veel andere opties waren. Wij
hebben voor een motie gestemd om een competitief verkoopproces te beginnen om de
beste partij aan ons te binden, privaat of publiek. Dat is niet relevant. Het gaat om de
beste partij die deze rotzooi kan oplossen. Sorry dat ik het zeg.
Ik ga verder met mijn betoog. Tot overmaat van ramp blijkt dat HVG werkt met
een ander bedrijfsmodel. Samenwerking met HVC was daarom bij voorbaat al niet
mogelijk. De heer Ceder heeft dat aangetoond. Het stond in de jaarverslagen. Waarom is
dit als een onderzoeksalternatief gepresenteerd? Hoe kan het dat dit college HVC naar
voren schoof als alternatief als er überhaupt geen samenwerking mogelijk zou zijn? Het
college wist of hoorde te weten van het bedrijfsmodel van HVG en dat dit niet aansluit op
dat van het AEB. Zie ook de gepubliceerde jaarrekeningen. Dat betekent volgens ons het
volgende. Het college heeft geen goed vooronderzoek gedaan naar HVC, wat
aannemelijk te maken is, want HVG is pas als partner in beeld gekomen na het weekend
waarin de heer Kock vertrok. Hadden we echt een maand nodig om erachter te komen dat
de bedrijfsvoering niet past bij het AEB? Ik vind dat heel raar.
Dit komt natuurlijk als een boemerang terug. Wij hebben het gezegd, de heer
Kock heeft het gezegd en nu zijn we weer terug bij af, maar dan wel met een probleem.
Tientallen miljoenen euro's extra schuld die voor rekening van de Amsterdammer komen
en een zeer deskundige wethouder minder. U kunt begrijpen dat wij dit niet acceptabel
vinden. We hebben hier te maken met een van de grootste crises, om de woorden van de
heer Van Dantzig te gebruiken. Het college is bezig om te draaien. Wat ons betreft moet
dit stoppen. Ik wil er vandaag duidelijkheid over hebben. Waar staan we nu? Wat is er met
het geld gedaan? Hoeveel geld is er nog over? Wat gaat u met die 45 miljoen euro doen?
Waarom die druk? Waarom die pressie? Waarom moet u dat geld voor een bepaalde
datum hebben? Wat is er aan de hand? Is het andere geld helemaal op? Gebeurt er iets
binnen nu en een paar weken? Ik wil het gewoon weten.
(De heer BOUTKAN: U vroeg net: waarom die druk en waarom die
snelheid? In de brief van het college staat heel duidelijk dat liquiditeit
nodig is om surseance van betaling af te wenden. Is dat voor u een
voldoende antwoord?)
Nee, dat is voor mij niet voldoende, omdat we dit verhaal al eerder hebben
gehoord. Ook toen bleek dat we dat met een bedrag weer konden uitstellen. Toen bleek
ook dat we niet wisten wat we met dat bedrag precies zouden doen. Dus op dit moment
zeg ik: Nee, mijnheer Boutkan, ik ben het daar niet mee eens. Ik wil weten wat we met dat
geld gaan doen. Is er echt sprake van surseance van betaling? Of klopt er iemand aan de
deur die het geld nu nodig heeft? Zijn het schuldeisers? Wat is er aan de hand? We
hebben het hier over dualisme. Waar is uw controlerende taak? U moet zorgen dat u weet
wat er met elke euro gebeurt. Weet u dat? Weet de heer Boutkan hoeveel geld er over is?
(De heer BOUTKAN: Het is een beetje ongebruikelijk dat er vragen
terugkomen. Een ding weet ik wel zeker. Ik ga niet op de stoel van de
onderneming zitten, want we hebben heel capabele mensen om die crisis
op te lossen. Onze taak is het om te controleren of het college goed
leidinggeeft aan dat proces. Ik concludeer wel dat de heer Taimounti
blijkbaar de druk van de crisis niet zo ervaart, want anders zou hij dat niet
zo makkelijk zeggen. Ik ervaar die druk wel. We hebben hier een bedrijf in
crisis en dat moeten we redden.)
19
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Ik zal er heel kort over zijn. Ik vind het lachwekkend dat de heer Boutkan zegt dat
we er heel capabele mensen voor hebben. We zitten in een crisis, maar we hebben heel
capabele ondernemers die het allemaal gaan oplossen en die daar goed mee bezig zijn.
Ik heb dat vertrouwen niet. Ik wil gewoon weten wat er met het geld gebeurt. Ik wil weten
wat er aan de hand is. De heer Boutkan kan geen antwoord geven omdat hij het antwoord
niet weet. Het vervelende is dat het de heer Boutkan blijkbaar niet interesseert hoeveel
geld er nog over is.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Er zijn al heel veel vragen gesteld, moet ik heel eerlijk zeggen.
Ik kan er niets aan doen, ik stel ze toch opnieuw, maar dan een beetje op mijn manier. Ik
wil beginnen met een ander punt dat ik vanavond nog niet gehoord heb en dat eigenlijk
mijn fractie extreem heeft geïrriteerd. We staan hier omdat de deal met HVG is afgeketst
en dat hebben we weer uit de media moeten vernemen. Is het voor dit college echt zo
moeilijk om eerst de gemeenteraad te informeren in plaats van de pers te informeren? Ik
vind dit echt niet goed en ik wil ook een antwoord van de wethouder en de belofte dat dit
soort dingen niet meer gebeurt.
Dan de situatie waarin we ons nu bevinden. Tot het eind van dit jaar wordt er
80 miljoen euro in het AEB gepompt. We zijn een wethouder armer en de oplossing is
verder weg dan ooit, laten we eerlijk zijn. Alleen maar omdat drie weken geleden dit
college zo nodig zijn ideologische stokpaardje moest berijden en per se eerst met een
publieke partij in zee wilde in plaats van een verkooptraject te beginnen of een
ondernemer in de arm te nemen. Wie weet zou die ondernemer wel geld gaan verdienen,
poeh. De oplossing lag natuurlijk drie weken geleden voor de hand. Een deal met een
private partij die meteen kon beginnen en er ook meteen geld in zou stoppen zodat de
gemeente er geen geld meer in hoefde te stoppen. Kom niet bij mij aanzetten met dat er
juridische bezwaren waren, want u hebt niet eens geprobeerd om ze weg te nemen.
Voorzitter: burgemeester Halsema
(Mevrouw NADIF: Ik herhaal hetzelfde als wat ik tegen Forum voor
Democratie heb gezegd. De banken waren ook niet blij met deze
onderhandse deal. Ik ben benieuwd wat de VVD hiervan vindt.)
Mevrouw Nadif haalt de timing door elkaar. Het begon namelijk met een
voordracht van een wethouder die besproken is in het college, vervolgens was er een
raadsvergadering en nadat al deze ellende is ontstaan, kan ik mij inderdaad heel goed
voorstelen dat de banken gezegd hebben: dit is allemaal niet zo prettig. U moet wel de
volgorde in acht nemen.
(Mevrouw NADIF: Ik denk niet dat banken besluiten nemen omdat ze
bepaalde dingen niet prettig vinden. Dat is niet de houding die banken
aannemen. Dit was echter een dag later. Ik ben benieuwd naar de timing
waar de VVD het over heeft.)
Om heel eerlijk te zijn begrijp ik de vraag niet goed. Misschien kunt u het nog een
keer zeggen.
(Mevrouw NADIF: Blijkbaar begrijpt u de deal met Beelen ook niet heel
erg goed, want de banken waren ertegen en de advocaten waren ertegen.
Ik ben echt benieuwd waar de VVD vandaan haalt dat de deal met Beelen
zo lucratief zou zijn.)
20
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Laat ik het zo zeggen. Volgens mij was het voorstel dat door voormalig wethouder
Kock is gedaan heel erg goed. Als u mij vraagt of dat het enige was, dan is het antwoord:
nee, natuurlijk niet. Laten we echter eerlijk zijn. De VVD heeft er nooit een geheim van
gemaakt dat dat wij het heel erg goed zouden vinden als het AEB gewoon op de markt
zou gaan acteren en in private handen zou zijn.
(De heer N.T. BAKKER: Als mevrouw Poot dat zo'n geweldig idee vond,
waarom heeft ze dan geen motie ingediend?)
Ik zeg het nog maar een keer. Volgens mij is het geen geheim, ook niet voor de
heer Bakker met wie we in de vorige periode in het college zaten, dat de VVD al een
aantal jaren van mening is dat het goed zou zijn als het Afval Energiebedrijf, dat opereert
in een zeer concurrerende markt, ook als private partij op die markt zou opereren. Dat kan
voor u niet nieuw zijn en het kan voor u ook niet nieuw zijn dat wij de motie voor het
verkoopproces gesteund hebben.
(De heer N.T. BAKKER: Ik vind het heel raar. We weten allemaal dat het
AEB er op een gegeven moment heel slecht voor stond. Waarom zou
mevrouw Poot op een bepaald moment de optie-Beelen op tafel leggen”?
Welke ondernemer zou het geweldig vinden om, als het met een bedrijf
heel slecht gaat, dat aan een andere ondernemer te verkopen? Dan weet
je toch dat je een heel slechte deal in het vooruitzicht hebt? Ik begrijp
geen fluit van de logica van de VVD als een ondernemerspartij.)
Waarom het bedrijf Beelen dit wilde doen? Dat moet u echt aan hem vragen.
(De heer N.T. BAKKER: Nu wordt het echt raar. We zitten hier als
gemeente Amsterdam. We willen het hebben over deals die gesloten
worden. Het AEB verkeerde een maand geleden niet bepaald in een
florissante positie. Dan zegt de VVD: Verkoop het maar op de markt.
Verpats het maar aan Beelen. Dat is toch geen deal? Dan hebt u het voor
een schijntje verkocht, terwijl diezelfde Beelen in dat prachtige rapport zei
dat hij er een bedrijf van 250 miljoen euro van zou maken. Dan weet u
toch dat u het op de markt verpatst? Wat wil de VVD nu? Wil ze het geld
van de Amsterdammer weggooien? Of wil ze hier prudent beleid voeren?)
De heer Bakker en heel veel meer partijen die hier staan, willen geld van de
Amsterdammer over de balk gooien. Die willen 80 miljoen euro in een volledig
verlieslatend bedrijf storten. Dat is ongeveer 100 euro per Amsterdammer. Ik heb nog
niemand hier horen betogen hoe ze dat verantwoorden. Overigens is dat ook mijn vraag
aan de wethouder. Hoe verantwoordt u die 80 miljoen euro aan de Amsterdammer, terwijl
er drie weken geleden een deal lag en terwijl er ook heel andere opties waren? Ik begrijp
het niet.
(De heer VAN DANTZIG: Ik sla aan op het bedrag van 80 miljoen euro
dat mevrouw Poot noemt. Ik zei eerder al dat feiten hierbij heel belangrijk
zijn. Sinds de raadsvergadering van drie weken geleden is er mede door
mijn motie die u gesteund hebt aan drie trajecten gewerkt. Als u dan bij
AT5 zegt dat er vanwege ideologische keuzes in drie weken tijd
80 miljoen euro verdampt is, dan klopt dat niet. U bent een voormalige
bestuurspartij. U hebt hier verantwoordelijkheid voor gedragen. Ik wil u
dan ook oproepen om dit nu te onderbouwen.)
Ik denk dat de heer Van Dantzig en ik dezelfde brief gelezen hebben. Volgens mij
gaat u straks zonder enige kritische opmerking akkoord met de voordracht die hier ligt en
dan hebt u er 80 miljoen euro in gestopt.
(De VOORZITTER: Graag beiden via de voorzitter.)
21
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
(De heer VAN DANTZIG: Mijn punt is dat de VVD na een bericht van AT5
op hoge poten zegt dat er in drie weken tijd 80 miljoen euro verloren is
gegaan en dat dat feitelijk niet klopt. De enige manier om dat te
voorkomen, was om de optie-Beelen voor te stellen, ongeacht alle risico’s,
ongeacht de financiële risico’s. Dan had u kunnen zeggen: wij hebben
drie weken eerder gehandeld. Ik denk dat dat niet reëel was en dat het
heel veel geld had gekost, maar dat was eerlijke politiek geweest. Niet
dit.)
Wij verschillen daarover van mening en dat wisten we ook al. Wij verschillen
daarin van mening. Wij vonden en vinden nog steeds dat een deal met HVG het niet
waard was om te onderzoeken. Daarmee kom ik bij mijn tweede punt. Dat wist iedereen.
ledereen wist dat, als ze even in het jaarverslag van HVC hadden gekeken, die
afvalstromen anders waren. ledereen wist, als ze even een rondje hadden gebeld met
een aantal aandeelhouders, dat er geen interesse was. Dat verwijt ik dit college. Dat het
dat niet heeft gedaan. Dat is de tweede vraag die ik aan dit college heb. Hoe verantwoordt
u dit? Dit had u kunnen weten. Waarom hebt u uw huiswerk niet gedaan alvorens dit
besluit in de gemeenteraad voor te leggen?
(De heer VAN DANTZIG: Ik stoor me hieraan, voorzitter, omdat dit
gewoon echt een loopje met de feiten betekent. De VVD heeft net zoveel
verantwoordelijkheid als D66 de afgelopen vier jaar. U hebt voor de
verzelfstandiging gestemd. Wat u niet gedaan hebt, is een optie op tafel
leggen die evident risicovol was en met juridische bezwaren omkleed
was, namelijk de optie-Beelen, omdat u dat niet aandurfde. Nu moet u niet
over HVG beginnen. U moet niet over 80 miljoen euro beginnen. U moet
heel eerlijk zeggen: er is door het college — lees de brief — alles aan
gedaan om het traject voor te bereiden. Dat heeft niet in drie weken
80 miljoen euro gekost en ik vind dat u dat, als voormalige bestuurspartij,
terug moet nemen.)
Ik kan niet anders dan concluderen dat dat wel het geval is. De coalitiepartijen
gaan straks wederom, zonder enige kritische houding, akkoord met 80 miljoen euro. Ik
hoor u niet eens vragen en ik hoor ook de heer Bakker niet eens vragen om een nadere
onderbouwing. Ik kan daarom niet anders dan concluderen dat dit zo is.
Hoe legt u dit uit aan de Amsterdammer? Hoe verkoopt u dat u uw huiswerk niet
gedaan hebt? Ik hoop dat u het ook aan de heer Kock gaat uitleggen die het wel degelijk
bij het rechte eind had. Ik hoop dat dit college ruiterlijk zal toegeven dat het fout zat.
Over de voordracht, want er ligt een voordracht voor die ons vraagt om 45 miljoen
euro extra steun. Wij willen echt graag meedenken over een oplossing, maar wij nemen
ook onze rol serieus. Wat doe je als raadslid? Je wilt weten waar je het geld aan uitgeeft.
Ik wil ook weten of die 35 miljoen euro nu op is. Ik wil ook weten, als het geld niet op is,
wat er wel van gebruikt is en waar het aan is uitgegeven. Dat lijkt mij heel logisch. Als u
een nieuw bedrag vraagt, dan is het heel logisch om eerst te vragen of het oude bedrag
op is en waaraan het is uitgegeven. Als ik dat niet zou doen als raadslid — en ik daag u uit,
coalitiepartijen — dan ben ik geen knip voor mijn neus waard.
Hetzelfde geldt natuurlijk voor de 45 miljoen euro. U zei dat het crisis is, maar juist
als het crisis is, dan weet u verdraaid goed waaraan u het geld gaat uitgeven. Ook dat wil
ik dus weten. Waar wordt het geld aan uitgegeven? Dat mag op het miljoen nauwkeurig.
Als laatste de spoedeisendheid. Ik begrijp dat echt niet. Ik begrijp dat echt niet.
Als het geld op is, dan snap ik dat er geld bij moet. Maar u maakt mij niet wijs dat er tot de
komende raadsvergadering 45 miljoen euro bij moet. Als er echt tot de volgende
22
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
raadsvergadering 45 miljoen euro bij moet, dan is het allemaal nog veel ernstiger dan ik
van tevoren had verwacht. Ik wil er echt graag antwoord op. Is de liquiditeitsbehoefte zo
groot dat er nu 45 miljoen euro extra nodig is omdat het bedrijf anders failliet gaat? Is de
liquiditeitsbehoefte zo groot omdat er heel veel rekeningen liggen die betaald moeten
worden? Of is er een schuldeiser die anders het faillissement aanvraagt? Het zijn maar
een paar aannames, maar ik weet het niet. Het vervelende is: omdat ik het niet weet,
moet ik gaan speculeren. Ik hoop dat de wethouder ons dit klip-en-klaar kan vertellen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nadit.
Mevrouw NADIF: Allereerst wil ik graag zeggen dat wij heel erg blij zijn met het
herstel van het AEB. Sneller dan verwacht zijn nu 4 van de 6 verbrandingslijnen in
werking en de laatste 2 zouden voor het eind van het jaar ook bijgeschakeld kunnen
worden. Dat betekent dus dat er deze winter geen dieselaggregaten gebruikt hoeven te
worden om 35.000 woningen van warmte te voorzien. De continuïteit van de publieke
functie is gewaarborgd waardoor een afvalcrisis is afgewend.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vraag mij af of GroenLinks weet hoeveel
het herstel van deze verbrandingsovens gekost heeft.)
Ik vind dat een heel bijzondere vraag, want ik ben geen wethouder. Ik ga daarom
verder met mijn betoog. GroenLinks wil alle betrokken partijen die hieraan hebben
gewerkt, bedanken. Dit snelle herstel heeft een positief gevolg voor de waarde van het
bedrijf en daarmee ook voor de onderhandelingspositie van de gemeente. Daar zijn wij
heel blij mee. Ik wil ook nog zeggen dat wij het jammer vinden dat de gesprekken met
HVC niet hebben geleid tot een uitkomst. We zijn wel blij met de snelle wijze waarop dit
proces is afgehandeld. Dat gezegd hebbend, wil ik ook opmerken dat ik mij wil aansluiten
bij de woorden van de SP. Ik zal haar vragen dan ook niet herhalen.
We gaan nu een competitief verkoopproces in met verschillende partijen. Het zal
duidelijk zijn dat GroenLinks toch hoopt op verkoop aan een publieke partij. We snappen
echter ook de situatie en we snappen dat dit wellicht niet haalbaar is. Zoals we al eerder
in debatten hebben gezegd, zullen we hierin een pragmatische keuze maken. Toch willen
wij ook weten in hoeverre het mogelijk is om gedurende onderhandelingen een
wensenpakket mee te geven aan het college, al dan niet besloten, en op welk moment, in
welke fase van het traject wij dit zouden kunnen doen. Ook het CDA heeft hier al iets over
gezegd.
Ons wordt gevraagd om het college een mandaat te geven om een bedrag van
45 miljoen euro vrij te maken. Dat is een flink bedrag voor een belangrijke zaak, maar
GroenLinks zal er voorstemmen, vooral om de publieke functies te waarborgen.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vraag mij af of GroenLinks weet waar die
45 miljoen euro aan besteed wordt. Dat mag op een miljoen euro
nauwkeurig.)
Nogmaals, ik ben geen wethouder en daarom sluit ik me ook aan bij de vragen die
hiervoor zijn gesteld. Ik ben daar ook benieuwd naar.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat is interessant. Ik wachtte even met mijn
interruptie, want volgens mij hoorde ik de vertegenwoordiger van
GroenLinks net zeggen dat zij meegaat met het besluit. U gaat dus
voorstemmen, terwijl er nog geen antwoorden gegeven zijn. Het is een
beetje flauw, maar misschien is dat de nieuwe trend bij GroenLinks, altijd
instemmen met een begroting.)
23
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
De reden dat ik ermee instem, is dat ik heb gezien hoe voortvarend dit college en
ook alle betrokkenen aan het werk zijn gegaan om de twee verbrandingslijnen aan het
werk te krijgen. Dat is heel snel gebeurd. Bovendien is er de belofte om voor het eind van
het jaar alle zes de lijnen weer in werking te krijgen. Dat is heel bijzonder en daarom heb
ik er alle vertrouwen in. Natuurlijk heb ik vragen, maar ik zal hier toch voorstemmen omdat
het belangrijk is om de publieke functies te waarborgen. Die warmte moet geleverd
worden, afval moet opgehaald worden en het rioolslib moet verwerkt worden. Dat hoor ik
niet.
(Mevrouw POOT: Ik wil nog even terugkomen op die 45 miljoen euro. Wilt
u het wel weten?)
Ik ga geen dingen zeggen die onder de geheimhouding vallen.
(Mevrouw POOT: Ik heb geen idee wat mevrouw Nadif hiermee bedoelt.
Wilt u weten waar die 45 miljoen euro aan uitgegeven wordt? U bent
raadslid. Ik herinner u er maar even aan, u bent raadslid en het is uw taak
om de financiën te controleren. Wilt U weten waar die 45 miljoen euro aan
is uitgegeven?)
(De VOORZITTER: Een vraag aan mevrouw Poot, richt u tot mij.)
Ik heb al eerder gezegd dat ik daarin geïnteresseerd ben. Ik ga me niet herhalen.
Ik heb wel een andere vraag.
(Mevrouw POOT: Ik ben allang blij dat mevrouw Nadif zegt dat ze er wel
in geïnteresseerd is. Uw besluit hangt er echter niet van af. U geeft dit
college carte blanche voor die 45 miljoen euro.)
Voor Groenlinks zijn de publieke functies het allerbelangrijkst. Daar hoor ik de
partijen die hiervoor aan het woord zijn geweest, met uitzondering van de SP, niet over.
Dat vind ik heel erg kwalijk, want dat is onze verantwoordelijkheid. We hebben een
maatschappelijke verantwoordelijkheid om die publieke functies te waarborgen. Dat vindt
de VVD blijkbaar niet. Dat kan.
Verder beschikt het AEB over 50% van de aandelen van het warmtenet Westpoort
Warmte. Dat is belangrijk voor onze wens om een open en duurzaam warmtenet te
hebben. Daarom vinden wij het van belang dat dit in publieke handen blijft. Verder zal ik
hier niet veel over zeggen, behalve dat Westpoort Warmte een joint venture is met
Vattenfall. Ik ben benieuwd wat die van dit proces vindt, want daar heb ik nog heel weinig
over gehoord. Er zijn heel veel partijen hierbij betrokken. Hoe gaat dat?
(Mevrouw NANNINGA: U steekt het bekende juichverhaal van de coalitie
af dat maar liefst twee derde van deze peperdure fabriek weer in bedrijf is.
Meestal vind ik werkende fabrieken de norm en als twee derde
functioneert, dan vind ik dat geen reden tot juichen. In hoeverre heeft
volgens mevrouw Nadif de eerder overgemaakte 35 miljoen euro
bijgedragen aan het opnieuw functioneren van de verbrandingslijnen?
Weet mevrouw Nadif überhaupt of en hoeveel van dat geld besteed is aan
het weer operationeel maken van de fabriek?)
Er worden weer vragen aan mij gesteld en nogmaals: ik ben geen wethouder. Ik
kan die vraag niet beantwoorden.
(Mevrouw NANNINGA: Dat is wederom scherp gezien van mevrouw
Nadif. Zij is geen wethouder, maar zij denkt wel, zonder dat ze het weet
en dat geeft ze net zelf toe, dat de eerder overgemaakte cheque aan het
AEB enigszins heeft bijgedragen aan het behalen van een pover
resultaat, namelijk tweederde operationeel zijn. Waarvan akte. Er is snel
een oplossing gekomen. Binnen maar liefst zestien dagen. Vindt u zestien
24
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
dagen, zonder dat er onderhandelingen zijn gestart, want dat heeft de
heer Boutkan net gezegd, snel?)
De vraag is mij niet duidelijk. Zou het lid Nanninga hem willen herhalen?
(Mevrouw NANNINGA: Dat is een slimme truc om mij door mijn
interrupties te jagen.)
(De VOORZITTER: Dat is de derde keer.)
(Mevrouw NANNINGA: Ja, daarom. Ik zal het herhalen. Er is zestien
dagen gepraat. Er zijn geen onderhandelingen gestart in die zestien
dagen. Dat heeft de heer Boutkan net gezegd. Vindt u dat een goed en
lovenswaardig resultaat wat uw positieve houding rechtvaardigt?)
Er zijn misschien geen onderhandelingen geweest, maar volgens mij, maar dat is
ook een vraag aan het college, zijn er wel voorbereidingen getroffen om de merger-and-
acquisitions-procedure te starten. Dat is wel iets anders. U kunt niet meteen beginnen met
onderhandelen. Er moeten wel voorbereidingen voor getroffen worden.
(De heer TAIMOUNTI: Mevrouw Nadif zegt dat ze geen wethouder is.
Inderdaad, u bent gelukkig geen wethouder. U bent raadslid. U hebt een
controlerende taak. U gaat weer geld uitgeven, 45 miljoen euro. Daarvan
zegt u: dat doe ik blind, want ik heb er vertrouwen in omdat er twee lijnen
open zijn. Die zijn overigens nog niet operationeel. Dat moet nog
gebeuren. Uw informatie klopt dus ook niet. Ik wil weten of u vindt dat het
bedrag van 35 miljoen euro goed besteed is. Als u zo goed geïnformeerd
bent, kunt u mij dan vertellen wat er nog van over is?)
(De VOORZITTER: En opnieuw via de voorzitter.)
Bij mijn weten zijn die twee verbrandingslijnen juist in werking gegaan. Dat is dus
onjuist. Dat is gisteren ook bekendgemaakt. U kunt wel ‘nee’ schudden, maar dat is
gewoon zo. Ze staan aan. Punt. Daarbij zal het college dit verder toelichten. Ik doe dat
niet. Ik ga niet op de stoel van het college zitten. Nogmaals: ik ben raadslid.
(De heer TAIMOUNTI: Ik vind dit schandalig. Ik ben raadslid, ik ben geen
wethouder dus ik ga niet op de stoel van de wethouder zitten. Ik vraag u
niet om op de stoel van de wethouder te gaan zitten. Ik vraag u om
eindelijk eens op de stoel van een raadslid te gaan zitten. U hebt een
controlerende taak. Het geld dat u uitgeeft, is Amsterdams geld. U gaat
erover. U moet weten wat er met dat geld gebeurt, dus u moet weten wat
het heeft opgeleverd. Als het u niet interesseert, zeg dat dan gewoon.
Dan is het dualisme hier gewoon dood.)
Nogmaals: ik stel diezelfde vraag ook aan het college. Ik kan het nog een keer
herhalen, maar dat zal ik niet doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Daar staan we weer. Weer praten we over de
ongelooflijke puinhoop bij het geldverbrandingsbedrijf AEB. De door de coalitie zo
gewenste oplossing voor het AEB is faliekant mislukt, heeft een wethouder de kop gekost
en er is weer 80 miljoen euro in rook opgegaan. Al deze ellende zagen wij al in 2015
aankomen. Toen we hier op 22 april 2015 over spraken, was er ook al 89 miljoen euro
verbrand. Dat bedrag hebben we af moeten schrijven. Alle reden dus om er toen al een
raadsenquête aan te wijden. Veel te tijdrovend, zeiden alle partijen toen. We zijn
inmiddels vierenhalf jaar verder. Wegens een tekort aan te verbranden afval en een te
hoge oventemperatuur stopte men met het gescheiden inzamelen van gft-afval en startte
25
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
de import van afval uit het buitenland om de boel op gang te houden. Heel duurzaam,
beste mensen.
(De heer BOUTKAN: Mijn collega zegt dat er 80 miljoen euro in rook is
opgegaan. Laten we het wel over de feiten hebben. Er ligt nu een
aanvraag voor 45 miljoen euro. Dat is heel veel geld, dat ben ik helemaal
met u eens. Het is echter niet zo dat er nu 80 miljoen euro in rook is
opgegaan. Dat bent u toch wel met mij eens?)
Ik kan het wel verduidelijken. We hebben 35 miljoen euro ter beschikking gesteld.
We stellen nu weer 45 miljoen euro ter beschikking. Volgens mij is dat 80 miljoen euro en
we schieten er geen donder mee op, want het blijft een failliete boel. Bent u dat met mij
eens?
(De heer BOUTKAN: Ik constateer dat het Afval Energiebedrijf het op dit
moment beter doet door het inwerkingstellen van twee verbrandingsovens
en dat er juist geen surseance van betaling is aangevraagd. Laat ik het
anders vragen. Bent u bereid om surseance van betaling af te wenden en
om die 45 miljoen euro te investeren, met een goede onderbouwing van
het college?)
Nee, dat ben ik niet van plan.
(De heer BOUTKAN: Dat betekent dus ook dat u van plan bent om het
AEB per direct failliet te laten gaan. Dat is wat u zegt.)
Als we nu surseance van betaling aanvragen, dan wordt er een curator
aangesteld. Dan hebben we niets meer te vertellen. De curator is onafhankelijk en kan het
keurig netjes voor ons oplossen.
Eerder dit jaar heeft de gemeente Amsterdam 35 miljoen euro bijgeplust. Nu
wordt er weer om geld gevraagd, 45 miljoen euro. Kennelijk is er haast bij en moet er voor
31 oktober 45 miljoen euro op tafel komen. Gezien de schuldenlast betekent dit wellicht
dat een van de schuldeisers voor 1 november geld wil zien. De geldverbrandingsoven
draait op volle toeren. Het college verstrekt nauwelijks informatie en de raad weet niet wat
er aan de hand is, maar moet wel akkoord gaan met weer een nieuw krediet. Een krediet
voor de boedel die misschien wel failliet is of bijna failliet is. De coalitie stemt braaf voor
ieder collegevoorstel, terwijl het AEB over 2017 en 2018 geen jaarverslag heeft
gepubliceerd en daar zelfs een boete voor heeft gekregen. Misschien kan de wethouder
daar nader op ingaan. Hebben we dat allemaal over onze kant laten gaan? Er is al zo veel
geld naartoe gegaan. In 2015 is er 89 miljoen euro van het bedrijf afgeschreven. Hebben
we hier allemaal zitten slapen? Nu weten we niets en verwaarlozen we onze taak om het
college te controleren. We zijn er niet op ingegaan en daar spreek ik elke politieke partij
op aan. Wij hebben er in 2015 al voor gewaarschuwd. Het is teleurstellend en een
schoffering van de burgers om te moeten constateren dat er geen openheid van zaken
wordt gegeven.
De Partij van de Ouderen kan niet akkoord gaan met een nieuw krediet op basis
van de beschikbare informatie. Ons vertrouwen in dit college is absoluut tot het nulpunt
gedaald. Het zou treurig zijn als dit kredietvoorstel vanwege de coalitiediscipline toch
doorgaat. Onze stad en ons gemeenschapsgeld zijn namelijk meer waard dan
coalitiediscipline. Wij zijn het meer dan zat dat miljoenen euro's letterlijk opgerookt worden
en dat mensen die met een concrete oplossing komen het stadhuis worden uitgejaagd.
Het is voor ons vierenhalf jaar te laat, maar meer dan ooit zal de onderste steen een keer
bovenkomen. Laat het juist dit duurzame college zijn dat eraan bijdraagt dat de
Amsterdammer de waarheid krijgt te horen over dit onverkwikkelijke dossier.
26
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Natuurlijk zijn wij teleurgesteld over het niet doorgaan van de
gesprekken met HVC. Ik heb al meerdere keren betoogd dat een deal met HVG onze
fractie comfort biedt in die zin dat publieke taken in publieke handen zouden blijven, met
zeggenschap. Nu dat niet doorgaat, is dat spijtig.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik heb met iemand van de PvdA
afgesproken dat ik zou interrumperen, dus dat doe ik ook meteen. Ik
hoorde de heer Boutkan zojuist per interruptie zeggen dat als die
45 miljoen euro niet wordt overgemaakt, er surseance zou worden
aangevraagd. Dat is mij niet bekend. Ik loop al dagen met die vraag rond,
maar de heer Boutkan schijnt dat wel te weten. Ik ben benieuwd of de
heer Boutkan mij kan vertellen waar hij deze wijsheid vandaan heeft.)
Dat haal ik uit de brief van het college waarin staat, en ik zal het citeren zodat ik
het precies verwoord: “De aanvullende liquiditeitssteun is nodig om af te wenden dat
surseance van betaling wordt aangevraagd. Het college vindt het verantwoord in te gaan
op het verzoek, want met het bijschakelen van de extra lijnen neemt de waarde van de
onderneming toe, terwijl de extra kosten die de onderneming maakt lager worden.” Dat is
een brief van het college.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de vertegenwoordiger van de PvdA
citeren uit de brief. Die heb ik ook gelezen, maar veel interessanter is het
tijdpad dat net werd aangegeven waarop surseance van betaling zou
worden aangevraagd. Ik ben benieuwd waar die kennis vandaan komt,
want voor zover ik weet, is helemaal niet duidelijk wat in de komende drie
weken de liquiditeitsbehoefte is.)
Dat klopt, want dat staat niet in de brief. In de brief staat wel duidelijk dat deze
liquiditeitssteun nodig is. Als ik ervan uitga dat het college een heel duidelijk appel doet op
alle collega’s in de raad om daarmee in te stemmen, dan zie ik dat het een flink bedrag is
en wil ik weten hoe het uitgegeven zal worden, maar ik neem het ook heel serieus. Ik
neem het ook heel serieus omdat we hier eerder, vlak voor het reces, ook hebben
gesproken over deze kwestie en dat ook in commissies hebben gedaan en dat de crisis
bij het AEB heel serieus is.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik weet niet of we er voor het reces over
gesproken hebben, maar dat terzijde. Ik lees in de brief dat deze liquiditeit
tot het eind van het jaar nodig is. Gisteren hebben we een uur lang
gesproken over de vraag wanneer we dit zouden moeten behandelen.
Daaruit bleek dat we dit niet konden uitstellen tot de volgende raad.
Concludeer ik terecht dat de PvdA denkt dat die 45 miljoen euro nodig is
binnen nu en drie weken in plaats van tot het eind van het jaar zoals in de
brief staat? Daar wil ik de gedachten van de vertegenwoordiger van de
PvdA nog een keer over horen.)
Ik denk niet dat die 45 miljoen euro over drie weken opeens op is, maar mijn
fractie vindt dat we snel aan het verzoek moeten voldoen. Als we een verkoopproces
ingaan middels een openbare veiling, dan is het ook van belang dat het bedrijf verder
functioneert. Ik heb net in een kort debat met een van uw collega's gezegd dat wij niet op
de stoel van de ondernemer moeten gaan zitten. De ondernemer moet, uiteraard met
controle door de raad van commissarissen en controle door het college, de ruimte krijgen
om alles te doen wat binnen zo'n verkooptraject mogelijk is. Daarom vind ik dit van
belang.
27
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
(De heer CEDER: Als de heer Boutkan niet denkt dat het geld binnen de
komende 20 tot 25 dagen nodig is, waarom was hij er dan tegen om dit op
de normale wijze te behandelen, namelijk op 6 november 2019? Waar
bent u bang voor als het geld volgens u de komende weken helemaal niet
nodig is?)
Ik begrijp niet precies wat u bedoelt en waar ik tegen was. Ik was er voorstander
van om dit te behandelen. We hebben hier te maken met een bedrijf dat in een ernstige
en diepe crisis zit en dat publieke taken moet uitvoeren. Ik vind het belangrijk dat we deze
crisis zo snel mogelijk proberen op te lossen, met maximale duidelijkheid. Ik heb dat ook
in eerdere debatten gezegd. Tegelijkertijd tasten we ook heel vaak in het duister. Ik vind
het onverantwoord om steeds uit te stellen hoe ver we gaan en of we überhaupt
liquiditeitssteun geven. Daarom vond ik het ook van belang dat we vanavond zouden
praten over het AEB, dus ik heb daar voorgestemd.
(De heer CEDER: Ik ben blij dat u zegt dat we niet in het duister moeten
tasten. Bent u dan bereid om te vragen hoeveel er de komende weken
wel nodig is en om het bedrag van 45 miljoen euro te verlagen naar het
bedrag dat wel nodig is? Dan kunnen we over drie weken weer kijken wat
er nodig is.)
Dit is natuurlijk een strikvraag. U vraagt aan mij of ik bereid ben om het bedrag te
verlagen. Dat lijkt mij een beetje een gekke situatie. Het college doet een verzoek via een
voordracht om liquiditeitssteun te geven. Daar kijk ik heel serieus naar, gezien de situatie
waarin het bedrijf verkeert. Ik wil ook weten hoe dat geld straks besteed wordt, op welke
manier. Daar heb ik ook een paar vragen over. Ik ga nu niet opeens zeggen: haal maar de
helft van die 45 miljoen euro af. Dan bega ik de fout die sommige van mijn collega's ook
maken. Dat is op de stoel van de ondernemer gaan zitten. Dat is iets wat ik nadrukkelijk
niet wil. Ik wil dat deze crisis opgelost wordt en ik vind dat de raad daarin zijn
verantwoordelijkheid moet nemen en er alles aan moet doen om dat mogelijk te maken.
(De heer CEDER: We hebben al 35 miljoen euro uitgegeven. Ik weet niet
hoeveel daarvan nog over is, maar als blijkt dat het restant genoeg is voor
de komende drie weken, neemt u daar dan wel genoegen mee? Daarmee
komen we tegemoet aan uw verzoek en geeft het de raad de gelegenheid
om nog eens zorgvuldig na te gaan waar het nieuwe geld aan besteed
wordt.)
Dat is dezelfde vraag die u net stelde en het antwoord daarop blijft ‘nee’.
Bovendien zegt u dat er 35 miljoen euro is uitgegeven. Ik kan dat niet bevestigen. Ik kan
wel bevestigen dat met de eerder toegezegde liquiditeit het bedrijf in ieder geval nog
steeds overeind staat, dat er twee lijnen zijn bijgeschakeld, dat KPMG een onderzoek
heeft uitgevoerd en dat er een M&A-onderzoek is en dat we nu in een fase zitten waarin
we het verkoopproces via een openbare veiling kunnen ingaan. Dat constateer ik in elk
geval. Ik constateer ook dat de afgelopen maanden de Amsterdammer nog geen last
heeft gehad van het feit dat het AEB niet functioneert zoals het heeft gefunctioneerd. Dat
heeft die eerste liquiditeitssteun in ieder geval opgeleverd.
(Mevrouw POOT: Ik hoor de heer Boutkan zeggen dat het crisis is. Ik hoor
hem dat een paar keer zeggen. Het bedrijf is in crisis en hij voelt een
enorme urgentie om die 45 miljoen euro beschikbaar te stellen. Misschien
kan de heer Boutkan mij helpen, want ik wil graag weten of de heer
Boutkan weet hoe groot die crisis is. Kunt u mij vertellen hoe het bedrijf
ervoor staat? Hoeveel verlies maakt het bedrijf? Hoeveel verlies lijdt het
28
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
bedrijf elke dag? Kunt u mij dat vertellen om het gevoel van urgentie dat u
voelt voor mij iets concreter te maken?)
Het is dat de zaak zo serieus is, maar ik vind dit bijna een lachwekkende vraag.
Wij spreken al geruime tijd over de situatie waar het AEB in verkeert. We spreken ook al
geruimde tijd over de problemen die zouden kunnen ontstaan voor de publieke
voorzieningen. Daar proberen we een oplossing voor te vinden. Het college vindt die
oplossing. Ik hoef hier daarom niet te bevestigen hoe ernstig de crisis is. Dat doe ik dus
ook niet, mevrouw Poot, via de voorzitter.
(De VOORZITTER: Precies.)
(Mevrouw POOT: Dit is precies wat ik wilde aantonen. De heer Boutkan
heeft namelijk geen idee. Dat is precies waar dit debat vanavond over
gaat. We praten vanavond over wat er is gebeurd met die 35 miljoen euro.
Is er nog geld over? Wat gebeurt er met de 45 miljoen euro? Het lijkt wel
of er maar een paar partijen zijn die daarin geïnteresseerd zijn. In ieder
geval niet de heer Boutkan.)
Laat ik daar het volgende op zeggen. Ik heb de opgestelde prognose gezien. Dan
zien we dat het AEB aan het eind van het jaar afkoerst op een totaalverlies van
143 miljoen euro. Dat lijkt mij al een dusdanig groot bedrag dat het serieus is. Ik denk dat
ik het daar even bij moet houden. Ik wil nog wel één ding zeggen. Er zijn kabinetsstukken
waar ik niet uit kan citeren. Het is wel goed om, als we in beslotenheid praten over de
liquiditeitssteun, dat te doen. Dat is wat ik er nog over wil zeggen.
Ik ga verder met mijn betoog. De vorige keer heb ik gezegd dat ik het belangrijk
vond om snel duidelijkheid te krijgen over de uitkomst van de gesprekken met HVG. Die
duidelijkheid is er binnen een maand gekomen. Hoe jammer ik die uitkomst ook vind, ik
ben in ieder geval blij dat die duidelijkheid er is. Dat betekent ook dat we met die nieuwe
werkelijkheid moeten omgaan en dat we door moeten gaan met het traject van een
veiling. Dat betekent dat we straks tegen de beste voorwaarden en tegen de beste prijs in
een competitief proces en transparant een uitkomst krijgen. Als daar straks een deal
uitkomt, dan kunnen we in ieder geval zeggen dat we het maximale hebben gedaan. Ik wil
graag van het college een schets horen van hoe zo’n traject eruitziet zodat ik beter begrijp
hoe dat in zijn werk gaat. Ik denk ook dat we daar bepaalde voorwaarden aan moeten
meegeven. Ik sluit me daarbij aan bij de bijdrage van GroenLinks.
Laat ik nog een keer benadrukken dat ik heel blij ben dat er inmiddels weer twee
verbrandingsovens zijn opgestart. Zoals het er nu uitziet, worden er voor het eind van het
jaar nog eens twee verbrandingsovens bijgeschakeld. Dat zou volgens mij weer
betekenen dat het AEB volledig operationeel is. Ik vind dat ook een compliment waard
voor de medewerkers die de afgelopen maanden keihard hebben gewerkt om dit mogelijk
te maken. Dat is hier misschien te weinig aan bod gekomen. Dat is in de gegeven situatie
best bijzonder, want we hebben het hier over een bedrijf dat in een zeer moeilijke situatie
zit. Je zult daar maar werken en niet precies weten hoe de toekomst er straks uitziet. Dus
complimenten daarvoor.
Over de liquiditeitssteun van 45 miljoen euro is al heel veel gezegd. Natuurlijk wil
ik ook heel graag horen hoe dat verzoek er precies uitziet. En natuurlijk wil ik ook graag
horen hoe straks de uitgaven van die 45 miljoen euro eruitzien. Op welke manier is het
college daarbij betrokken? In de stukken lees ik heel duidelijk dat dat niet zomaar gaat,
maar dat daar toestemming voor gevraagd wordt. Ik zou graag willen dat het college
schetst hoe dat gaat.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vraag mij af of de PvdA überhaupt
overweegt om tegen deze voordracht te stemmen als de gestelde vragen
29
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
over de nog uit te geven 45 miljoen euro niet bevredigend beantwoord
worden. Waar hangt dat dan van af? Hoe weegt de PvdA de antwoorden?
Of is het een vraag voor de bühne en heeft de PvdA allang besloten om
voor dit stuk te stemmen?)
Ik sta zeer positief tegenover deze voordracht, maar ik realiseer mij heel goed dat
het een flinke claim betreft. Dat realiseer ik mij heel goed. We praten hier over geld van de
belastingbetaler, maar we doen dit wel om het AEB verder te helpen en er ook voor te
zorgen dat de publieke taken van het AEB niet in gevaar komen en om ervoor te zorgen
dat wij straks met het AEB in een competitief verkoopproces de beste deal krijgen. Dat is
wat we proberen.
(De heer VAN LAMMEREN: Een vraag van een heel andere orde. Zou
het voor de PvdA nog een optie zijn om het AEB gewoon weer volledig in
publieke handen te nemen? Dus helemaal niet verkopen, maar gewoon
weer inlijven zoals de motie-Groot Wassink, Saadi en Van Lammeren
beoogde die in 2015 is ingediend en uiteraard ook gesteund is door de
PvdA?)
Laat ik allereerst de heer Van Lammeren complimenteren met zijn formidabele
geheugen. Ik vind dat we in een proces als dit helemaal niets moeten uitsluiten. Dat
betekent dus ook dat als dat nodig is, dat moet gebeuren.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat betekent volgens mij dat we dan de
voordracht moeten aanpassen omdat dit nu niet in het besluit staat. Die
45 miljoen euro wordt voor heel andere zaken aangewend. Bent u bereid
om samen met de Partij voor de Dieren — en ik gok zomaar ook de
vertegenwoordiger van BIJ1 — een amendement in te dienen om dat als
serieuze optie open te houden zodat wij het AEB eventueel weer kunnen
aankopen?)
Laat ik allereerst tegen mijn collega zeggen dat ik het vooral van belang vind wat
het college zo meteen gaat antwoorden op de vele vragen die gesteld zijn, ook op de
vragen die ik heb. Daarna kijken we hoe we verder gaan in dit proces.
(De heer TAIMOUNTI: U sprak over een prognose en over 145 miljoen
euro. Misschien kunt u mij helpen. Waar staat dat? Waar hebt u dat
vandaan?)
Ik hoor u iets zeggen wat ik helemaal niet gezegd heb.
(De heer TAIMOUNTI: Zeker weten. U hebt het gehad over een prognose
aan het eind van het jaar waarin een schuld zou ontstaan van 150 miljoen
euro.)
Precies. Dat staat in de stukken die wij hebben gekregen van de heer Beelen. Die
hebt u ook gekregen. Daar staat keurig in dat de prognose eind 2019 uitkomt op een
verlies van ik meen 143 miljoen euro, maar het kan ook 145 miljoen euro zijn. Dat stuk
hebt u ook gekregen, want ik meen dat uw collega ook bij de presentatie van de heer
Beelen was en anders hebt u het ongetwijfeld op een andere manier tot u kunnen nemen,
want u was zeer goed op de hoogte van allerlei dingen die de heer Beelen in die
bijeenkomst gezegd heeft.
(De heer TAIMOUNTI: Ik vind het bijzonder dat u zegt dat wij dat via een
notitie van de heer Beelen moeten hebben gehoord. Waarom is die
prognose niet door het college aan ons verstrekt? Waarom hebben wij dat
moeten lezen in een notitie van een derde partij waarmee we blijkbaar
geen zaken wilden doen? Kunt u me dat uitleggen? U zegt dat zo
30
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
makkelijk, maar er is uw controlerende taak. Misschien moet ik dat nog
een keer duidelijk maken. Dit is toch belangrijke informatie?)
Ik denk dat ik mijn controlerende taak zeer serieus neem en daarom ook naar de
presentatie van de heer Beelen ben geweest en het document dat de heer Beelen daar
heeft gepresenteerd van A tot Z heb gelezen en de cijfers daarin heb gezien. Ik refereerde
er ook aan naar aanleiding van de vraag van collega Poot over de verliezen van het
bedrijf. Misschien was het goed geweest als u dat stuk ook had gelezen.
(De heer TAIMOUNTI: Ik maak mij oprecht zorgen. Maakt u zich dan
geen zorgen dat u die informatie op die manier krijgt? Vindt u dat niet
raar? Ik heb u net al gevraagd of u weet wat er met het geld is gebeurd. Ik
constateer hier dat de coalitiepartijen die aan het woord komen eigenlijk
daarvan weg willen blijven. U wilt niet zeggen of u precies weet wat er met
het geld is gebeurd. U wilt niet weten wat er met het geld gaat gebeuren.
Ik vraag me daarom echt af of u zich geen zorgen maakt. U zegt dat het
crisis is, maar u gedraagt zich alsof het allemaal heel soepel gaat.)
Volgens mij ben ik de laatste die beweert dat het allemaal heel soepel gaat. Nee,
verre van dat. Het is crisis. Ik neem dat zeer serieus. Ik geef ook antwoord op alle vragen
die gesteld worden. U stelt nu heel veel vragen in een keer. Ik heb ook het college
gevraagd naar de uitgaven van de liquiditeitssteun. Dat wil ik ook heel graag weten. Wat
het stuk van de heer Beelen aangaat: ik ken u als een zeer serieus raadslid dus ik ga
ervan uit dat u dat stuk gewoon hebt gelezen, met alle cijfers die erin staan.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Ik wil beginnen met complimenten. Ik wil mijn collega
van de PvdA bedanken omdat de heer Boutkan oprecht als enige coalitiepartij gevraagd
heeft waar we die 45 miljoen euro aan gaan uitgeven. Dat vind ik bewonderenswaardig,
want dat is natuurlijk essentieel. Daarnaast is het ook essentieel waar de 35 miljoen euro
aan uitgegeven is. Daarnaast wil ik complimenten geven aan wethouder Dijksma. Sinds
zij dit project of deze crisis — ik zal de woorden van de PvdA herhalen — heeft
overgenomen, worden er verstandige besluiten genomen. Daarvóór niet. Ik wil vier punten
bespreken. Er is heel veel gezegd, maar ik probeer de rode lijn van wat ik belangrijk vind
vast te houden. Ik ben vergeten de SP te complimenteren met haar draai van 180 graden
over waar het AEB thuishoort. Mijn complimenten aan de SP voor uw bijdrage, want ik
heb u wel eens iets anders horen zeggen over de plek van het AEB.
Er zijn vier punten. De eerste is de reden dat wij hier vanavond staan. Dat komt
door het falen van het college. We spreken het college natuurlijk als geheel aan, maar ik
heb zojuist al een kleine nuance aangebracht. We besluiten nu over de manier waarop we
het AEB eventueel naar de markt brengen, maar dat had veel eerder kunnen gebeuren. Ik
neem u even mee. De bezuiniging op de mantelzorg hadden we kunnen afwentelen op
één dag burn rate van het AEB. Eén dag. Als we één dag eerder waren geweest met het
AEB, dan hadden we de bezuiniging op de mantelzorg kunnen afwentelen. In twee dagen
AEB hadden we de kosten voor de sport in Amsterdam niet hoeven te verhogen. We zijn
allemaal voor breedtesport. Als we deze 45 miljoen euro op zak zouden kunnen houden,
dan zouden we de complete bezuiniging op de jeugdzorg uit Den Haag kunnen
tegenhouden. Dat is hier aan de hand. Ik wil die 45 miljoen euro menselijk maken. We
praten hier heel vaak over heel grote bedragen, maar de mantelzorg ging om
200.000 euro tot 400.000 euro. Dat is wat we naar mijn schatting per dag aan het AEB
verliezen.
31
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
(De heer N.T. BAKKER: We nemen altijd graag complimenten van de
Partij voor de Dieren in ontvangst, maar niet als datgene waarmee de
heer Van Lammeren ons complimenteert niet klopt. Wij zijn niet gedraaid,
integendeel. Wat ik veel belangrijker vind is de volgende vraag. In de
vorige vergadering sprak u zich heel duidelijk uit voor een spoedverkoop,
een fire sale. Dat proef ik nu nog steeds in uw woorden. Ik begrijp uw
koers nog niet helemaal. Wat is de reden dat u die spoedverkoop zo
graag wilt? Het past helemaal niet binnen uw ideologische straatje.
Waarom wilt u dit bedrijf zo gauw mogelijk aan de markt verpatsen?)
Ik word rechtstreeks aangesproken, voorzitter. Ik zal dat niet op mijn beurt doen.
Ik hoor de SP vragen waarom ik dit bedrijf zo graag aan de markt wil verpatsen. Dat is
helemaal niet waar. Dat heb ik nooit gezegd. Ik wil graag dat we kunnen kiezen, de beste
keuze waarbij we eisen kunnen stellen over duurzaamheid. De Partij voor de Dieren is
van mening dat publieke taken en publieke functies in publieke handen horen te zijn. Dat
stond ook in de motie uit 2015 van de heer Groot Wassink, de PvdA en de Partij voor de
Dieren en die u niet gesteund hebt.
(De VOORZITTER: Wilt u de heer Bakker niet rechtstreeks aanspreken?)
Daar hebt u helemaal gelijk in. Een motie die de SP niet gesteund heeft. Wij
wilden bij de herijking van de deelnemingen vijf deelnemingen eruit lichten. Dat werd niet
gesteund door de SP vanwege ik denk coalitiedruk. Maar dat hebben we al vaker
meegemaakt.
Terug naar vandaag. Wij staan hier vanwege het falen. De Partij voor de Dieren
had gezegd: We gaan niet op één paard wedden als we niet weten hoe de wedstrijd
eruitziet. Wij willen ons breed oriënteren en daarna maken we de beste keuze voor
Amsterdam. Er is toen gezegd: nee, we kijken naar deze optie, maar ondertussen zoeken
we andere opties uit. Dat had drie maanden eerder kunnen gebeuren. Gelukkig is dat met
het aantreden van wethouder Dijksma omgedraaid. Dat is ook de reden dat wethouder
Kock zei: ik stop hiermee. Dat draaien we niet meer terug, maar ondertussen branden we
per dag de bezuinigingen op de mantelzorg erdoorheen. De haast die nu geboden is, is
terecht omdat we een snelle oplossing zoeken. Had het college dit echter niet kunnen
voorzien? Die vraag is gesteld.
(De heer N.T. BAKKER: U hebt het over een motie. Ik ben blij dat u
meegaat in de mantra dat publieke taken in publieke handen horen te zijn.
Dat is precies wat wij in het vorige college met ons deelnemingenbeleid
hebben gedaan. Wij waren bijvoorbeeld voor de verkoop van
voetbalstadion Amsterdam ArenA omdat wij vinden dat er een strikte
scheiding tussen staat en voetbal moet zijn. Het is zaak om publieke
taken heel duidelijk te scheiden. Ik hoor u hier toch echter heel duidelijk
praten over een fire sale. Over een snelle uitverkoop. Dat past helemaal
niet binnen de redenering die u steeds volgt. Ik heb u ook in het vorige
debat vaak horen tenderen naar de optie-Beelen. De aangenomen motie
van D66 voert dit college toch uit? Waarom distantieert u zich daar niet
van als u vindt dat publieke taken in publieke handen moeten blijven?)
Ik neem er aanstoot aan dat ik tot drie keer toe rechtstreeks word aangesproken.
Ik neem echt aanstoot aan het begrip ‘fire sale’. Ik weet niet eens wat het betekent, laat
staan dat ik het gezegd zou hebben. Ik neem er ook aanstoot aan dat er andere dingen
beweerd worden die ik niet zeg.
Dat gezegd hebbend: de Partij voor de Dieren heeft gezegd dat wij de beste optie
voor Amsterdam willen hebben, waarbij we de beste keuze kunnen maken. Dat betekent
32
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
niet dat we van tevoren zeggen: deze partij wordt het en pas als dat mislukt, kijken we
naar de rest. Daarom staan we hier. Is er in het voorstel dat nu voorligt een optie om het
geld dat u vraagt te gebruiken om te onderzoeken of we het AEB weer voor 100% in
Amsterdamse handen nemen? Ik zeg niet dat dat per definitie de beste oplossing is. Ik wil
alleen kunnen kiezen. Daarnaast wil de Partij voor de Dieren weten waarvoor we het
Amsterdamse belastinggeld uitgeven. Het geld komt uit ons weerstandsvermogen, de
solvabiliteit daalt en er moet binnenkort weer bezuinigd worden. Die bezuinigingen komen
terecht bij de armen. De armen betalen het meest. Dat is onderdeel van het kapitalistische
systeem. Als hier beweerd wordt dat geen Amsterdammer last heeft gehad van de crisis
bij het AEB, dan is dat gewoon onjuist. Die schade is alleen niet direct aanwijsbaar. Het is
in feite een soort indirecte CO». De schade is er wel, maar we kunnen er niet direct onze
vinger op leggen. Daarom denk ik dat we ongeveer 5% van de bezuiniging op de
mantelzorg alleen al tijdens dit debat hadden kunnen voorkomen.
Waar is die 35 miljoen euro aan uitgegeven? Er wordt mij verweten dat wij dan op
de stoel van de ondernemer gaan zitten. Dat doe ik liever niet, maar op het moment dat
een ondernemer roept: ‘help, geef mij 45 miljoen euro’, dan vind ik het tamelijk normaal
om te zeggen: Ik heb net 35 miljoen euro gegeven. Hebt u misschien een bonnetje? Waar
is dat geld aan uitgegeven? Is er nog iets over? Of geven we blind 45 miljoen euro? Dat is
hier aan de hand. Zo simpel is het. Wat is er met die 35 miljoen euro gebeurd? Is er nog
iets over? Voordat ik opnieuw 45 miljoen euro geef — alsof ik het heb — wil ik weten waar
het geld gebleven is. En waarom deze spoedeisendheid? In tijden van crisis zet je een
stap terug. Het is net crisiscommunicatie. In tijden van crisis bezin je je, want je hebt maar
zo weinig tijd. Dat betekent dat je alles maar één keer fout kunt doen of één keer goed
kunt doen. Daarom mijn vraag: is die 45 miljoen euro echt nodig tot aan de volgende
raadsvergadering? Ik snap echt wel dat, als je op een ebitda van -153 miljoen euro
eindigt, er geld bij moet. Maar hoeveel dan? Is de burn rate misschien de hele bezuiniging
op de jeugdzorg in de komende twee weken? Ik heb geen idee. Als wij dan een cheque
van 45 miljoen euro tekenen, staat het AEB hier over drie weken dan weer? Geef nu maar
20 miljoen euro, want dan komen we uit op 100 miljoen euro. Ik heb geen idee. Dat is mijn
compliment aan de PvdA. Ik heb dat de andere coalitiepartijen niet horen vragen. Schaam
u. Dus wethouder, waar gaat die 45 miljoen euro naartoe? En ik wil weten waar die
35 miljoen euro aan uitgegeven is. Anders stem ik voor niets en vraag ik een ordedebat
om dit uit te stellen. Ik meen het echt. U kunt niet aan mij vragen om 45 miljoen ter
beschikking te stellen zonder te vertellen waar de 35 miljoen euro aan uitgegeven is. Of
dat het überhaupt is uitgegeven.
Een veel interessantere vraag daarbovenop is: dit gaat alleen over werkkapitaal.
Dat is interessant, werkkapitaal is nodig om de tent draaiend te houden of om de ovens te
laten branden. De echte vraag is natuurlijk: Hoe is de resultatenrekening? Hoe is de
balans op dit moment? Ik ben wel benieuwd. Er is maximaal 35 miljoen euro bijgepompt.
Is de schuldenlast van het AEB intussen opgelopen? Dat zou ook nog kunnen. 35 miljoen
euro voor de lopende rekeningen, we doen net of we alle andere rekeningen niet
ontvangen hebben en we hebben ze niet betaald. Dat betekent misschien dat de
liquiditeitsbehoefte in de afgelopen drie maanden 50 miljoen euro was, of 60 miljoen euro.
Ik heb echt geen idee. Ik heb daarom graag een overzicht van de schuldpositie op 1
oktober dit jaar — dat vind ik wel een mooie datum — en die op 1 juli. Ik ben benieuwd naar
de ontwikkeling in die delta. Wethouder, beledig alstublieft niet mijn intelligentie door te
zeggen dat we dat niet kunnen uitdraaien, want in elk softwareprogramma kunt u met een
druk op de knop de huidige balans oproepen. Die zou u misschien moeten consolideren.
Dat kan, dan doet u er twee dagen over. Ik wil dat cijfer weten. Ik wil weten of de
33
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
schuldpositie is verslechterd. Praten we hier over liquiditeit of over de resultatenrekening?
Dat maakt echt een groot verschil.
Er wordt 45 miljoen euro aan de gemeenteraad gevraagd. Hoeveel miljoen euro is
er ondertussen ergens anders gehaald? Is er ergens anders geld gehaald? Zijn er ergens
anders leningen afgesloten? Is de liquiditeitsbehoefte veel groter dan 45 miljoen euro,
maar hebben we ondertussen geld bij de banken geleend of bij derden of via
onderhandse leningen? Ik heb geen idee.
Klopt het dat de onderhandse lening van 107 miljoen euro inmiddels is
afgeschreven? Net werd iemand hier de maat genomen omdat er geen 80 miljoen euro
zou zijn verbrand, maar volgens mij zijn we 107 miljoen euro kwijt. Dat stond in ieder
geval in het wel openbaar gemaakte stuk van de afgelopen keer. Is die onderhandse
lening nu afgelost of niet? Dat is een beetje onduidelijk omdat het bedrijf nog niet in
surseance van betaling verkeert. Ik wil ook graag weten hoe hoog de huidige boekwaarde
van het AEB is, op dit moment. Het bedrijf draait slechts op ongeveer 66% dus de toko is
niet 100% operationeel en staat natuurlijk wel op onze balans. Wat is de delta tussen de
balanswaarde en de waarde van het AEB op dit moment? Dat is het voor nu.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: Het dossier waar we vanavond over praten, is een gevoelig
dossier en vooral ook een heel duur dossier dat ook nog eens veel duurder lijkt te worden.
Volgens het college is er licht aan de horizon, want volgens het transactieteam is de
lening van 45 miljoen euro waarover wij straks moeten besluiten een doorslaggevende
steun. Als we dat doen, dan komt het allemaal goed. De capaciteit van het AEB is sinds
eergisteren met 100% gestegen, tot ongeveer twee derde van de originele capaciteit en
de verwachting is dat we voor het eind van het jaar weer helemaal operationeel zijn en dat
alle verbrandingslijnen draaien. De extra kosten die gemaakt worden op de
elektriciteitsmarkt en voor het elders onderbrengen van afval verdwijnen dan en dan draait
eindelijk het bedrijf weer zoals het moet draaien. lets in mij vindt het een miraculeuze
wederopstanding. De andere helft van mij wil dolgraag geloven dat deze realiteit een
nieuwe stip aan de horizon oplevert. Hoewel we nu conform motie nr. 1446 van de heer
Van Dantzig bezig zijn om te kijken wat ervoor nodig is om het AEB te kunnen verkopen,
dringt bij mij het idee op dat, als wij aan het eind van het jaar zwarte cijfers kunnen
schrijven, het misschien niet nodig is om afstand te doen van het AEB. Dat ligt natuurlijk in
de lijn die u van BIJ verwacht, namelijk publieke zaken in publieke handen. Dat is onze
insteek.
Waar ik weinig mensen over hoor — en misschien ligt dat aan ons — is dat de
problemen ontstaan zijn door slecht management en slechte controle door de gemeente
als aandeelhouder. Wellicht kan het college mij in de rol van kritische en chagrijnige
eigenaar vertellen hoe zeker het is dat de interne problemen ook opgelost zijn. Van de
wethouder Deelnemingen hoort BIJ graag wat de prognoses zijn voor de stabiliteit van
de bedrijfsvoering. Waar het AEB ook heen gaat, hoe het AEB ook eindigt, zolang
Amsterdam wel verantwoordelijk is voor de lasten en die niet goed vormgeeft, hebben we
dit probleem en zullen we dit probleem houden. Hoe krijgen wij dus een betere grip op het
bedrijf? Welke maatregelen zijn er genomen waardoor wij deze mooie wederopstanding
mogen beleven? Welke maatregelen nemen we om deze problemen in de toekomst te
voorkomen? Ik ben natuurlijk heel benieuwd hoe het college hier tegenaan kijkt. Een plan
voor het AEB in publieke handen? Misschien zelfs wel in eigen handen. Zoals collega
Bakker al zei: dat lijkt ons de situatie waarin we de meeste controle hebben. Kunnen de
34
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
verantwoordelijke wethouders aangeven wat voor hen het moment is waarop ze de knoop
doorhakken en besluiten het AEB al dan niet in eigen handen te willen houden? Als ik het
goed heb begrepen, dan houden zij die optie open. Het lijkt ons dat hier naast
bedrijfsmatige ook financiële criteria voor zijn. Hoe goed moet het bedrijf er op dat
moment voor staan? Verder horen wij graag of er bij de onbekende bieders bij een
openbare veiling ook investeringsfondsen, hedgefondsen — of aasgierfondsen zoals ze
ook wel genoemd worden — aanwezig zijn? Wat is de houding van dit college wanneer
zich zo’n koper zou aandienen in het hypothetische geval van verkoop?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Dit is de derde raadsvergadering achter elkaar dat we
over het AEB spreken. Dat is goed. Sterker nog: dat is erg verstandig. Het is enorm
belangrijk dat de raad zich verantwoordelijk voelt om dit nauwkeurig te doen, op basis van
feiten en voor de Amsterdammers. Dat we inhoud voor opportunisme plaatsen, dat we de
portemonnee van de Amsterdammers voor de ideologie zetten. We moeten de stad
besturen en problemen oplossen. Ik heb eerlijk gezegd niet het idee dat heel veel partijen
hier ver uit elkaar liggen. Ik heb bijvoorbeeld goed geluisterd naar de bijdrage van het
CDA en dat is precies de modus waarin ik ook zit. We zullen deze crisis met elkaar het
hoofd moeten bieden. Ik weet ook dat het college er zo over denkt. Ik heb de brief goed
gelezen. Ik wil ook een compliment maken voor het loyaal en goed uitvoeren van de
motie. Ik denk echt dat we daarmee iets goeds hebben gedaan. We zijn drie weken
verder, maar we hebben geen tijd verloren. In die drie weken is een heleboel duidelijk
geworden. Er zijn gesprekken met HVC gevoerd, Beelen heeft zich teruggetrokken en de
voorbereiding van een M&A-traject is in gang gezet. Dat is bijzonder belangrijk. De motie
die opriep om geen tijd te verliezen, heeft ervoor gezorgd dat er geen tijd is verloren.
Over het M&A-traject heb ik een aantal vragen. Hoever staat het met de
voorbereidingen van het M&A-traject? Wat is het precieze tijdpad dat voor ons ligt? Ik heb
ook een vraag over de 45 miljoen euro. Ik hoor graag of het college meer inzicht kan
geven in wat er met de kredieten gaat gebeuren. Om meteen maar enkele vragen die
ongetwijfeld zullen volgen voor te zijn: ik realiseer mij terdege dat daar bedrijfsgevoelige
informatie bij zit en ik wil niets doen dat het goed naar de markt brengen van het bedrijf in
gevaar kan brengen. Dat is essentieel. Ik weet ook dat raadsleden op meerdere manieren
geïnformeerd worden en dat bedrijfsgevoelige informatie ons altijd kabinet wordt
aangeboden. Ik denk dat dat verstandig is en in dit geval essentieel. Ik hoor daarom graag
wat hier kan en ik realiseer mij ook terdege dat we nog een besloten deel hebben waarin
iedereen zijn vragen kan stellen. We moeten hier echter secuur mee omgaan.
(Mevrouw NANNINGA: Waarom komt D66 pas, als alles al min of meer
uit elkaar valt en er al tientallen miljoenen euro's zijn overgemaakt van de
Amsterdamse belastingbetaler naar het AEB, met een motie om ook
andere opties open te houden? Waarom heeft de coalitiepartij D66 er een
wethouder voor onder de bus gegooid en dit niet meteen bedongen?)
U begon net ook al uitgebreid over D66 en zei: D66, stuur bij. Toen zei ik:
waarheen? Toen zei u: geen idee.
(De VOORZITTER: Ik zou alle partijen eraan willen herinneren om via de
voorzitter te blijven praten. Dat komt het debat ten goede.)
(Mevrouw NANNINGA: Dat was een gepassioneerde visualisatie met
stemmetjes en gebaren, maar het was geen antwoord op mijn vraag.
Waarom heeft D66 niet eerder ingegrepen en pas toen er al heel veel
35
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
geld dat — zoals de heer Van Lammeren aanstipte — naar jeugdzorg had
kunnen gaan in die oven was verbrand een motie voor de bühne
ingediend? Waarom verkoopt de heer Van Dantzig dat hier als een
eclatant succes terwijl wethouder Dijksma die motie volkomen kaltstellte
en D66 in het pak naaide door de motie heel anders te interpreteren?)
Sorry, u hebt helemaal gelijk. We moeten dit debat op een nette manier voeren en
ik moet via de voorzitter spreken. Ik moet ook mijn best doen om vragen te beantwoorden,
maar er is gewoon enige mentale flexibiliteit nodig om een antwoord te geven dat recht
doet aan deze vrij gecompliceerde vraag. Wat ik tegen u kan zeggen, is dat we dit voor de
zomer te weten kwamen. Dat kan ik volgens mij met u delen. Daarna hebben we een
reces gehad. Meteen daarna hebben we er weer over gesproken. Dat lijkt mij wel
erbovenop zitten als gemeenteraad. Tegelijkertijd controleren wij hier het college dat
dagelijks moet besturen. Als u één ding niet kunt zeggen, dan is dat dat er niet dag en
nacht is doorgewerkt. Er zitten fantastische mensen op de tribune en ik blijf ze roemen,
want ik weet dat ze dag na dag knokken voor de stad om dit voor elkaar te krijgen. Ik weet
daarom niet zo goed wat u wilt. Er wordt keihard gewerkt. Het enige wat u wilt, is uitstel.
Zegt u nu dat ik moet ingrijpen, terwijl u uitstel wilt omdat dit ook in de volgende
raadsvergadering kan en ik eerder in actie had moeten komen? Ik snap het gewoon niet
meer, zeg ik tegen Forum voor Democratie via de voorzitter.
(De VOORZITTER: Het is af en toe ook ingewikkeld.)
(Mevrouw NANNINGA: Het spelletje van D66 kennen we wel. Doen alsof
kritiek op zijn optreden kritiek is op hardwerkende ambtenaren. Dat is
natuurlijk flauwekul. Heeft D66 erop aangedrongen om meteen een veiling
te openen nadat de deal met Beelen afketste? Volgens mij niet. Dat
hebben wij althans uit de media mogen vernemen. Waarom niet?
Waarom vindt D66 dit zo'n goed resultaat? We hadden toch beter meteen
met een M&A kunnen starten? Dit is toch geen goed resultaat? Ik begrijp
gewoon niet hoe de heer Van Dantzig dit kan claimen als een soort
heldenro! voor zijn partij die zich aan alle kanten heeft laten piepelen, die
een wethouder heeft geofferd, die te laat een te softe motie heeft
ingediend die half is uitgevoerd door wethouder Dijksma. Ik snap niet
waarom de heer Van Dantzig victorie kraait. Ik vraag het nog een keer:
waar bent u zo tevreden mee, mijnheer Van Dantzig?)
D66 en volgens mij wel meer leden van deze raad zitten hier met de pest in het
lijf. Het is crisis. Dit is iets wat we moeten oplossen. Ik zeg ook niet dat we hier zoete
broodjes bakken. Dit gaat de gemeente enorm veel geld kosten. Enorm veel. Weet u
waarom? Omdat er een hele trits dingen mis is gegaan die we in een enquête zullen
moeten onderzoeken. Er is geen enkele reden om hier positief over te zijn, laat staan dat
ik ook maar iets als een overwinning zie. Ik denk namelijk dat dit een grote crisis is voor
Amsterdammers die in een ramp kan omslaan. Vuil op straat en woningen die we niet
kunnen verwarmen. Wij moeten er hier alles, maar dan ook alles wat in onze macht ligt
aan doen om het voor elkaar te krijgen dat dat niet gebeurt. Dat betekent soms ook, zeg ik
dan maar in de richting van enkele leden die het ingewikkeld vinden om negen kantjes in
een dag tijd te lezen, dat we af en toe even ’s nachts moeten doorwerken. Dat doe ik
namelijk regelmatig.
(Mevrouw POOT: Ik had eigenlijk een veel bedroefdere meneer Van
Dantzig hier verwacht. Hij zal toch moeten erkennen dat zijn wethouder
wel degelijk gelijk heeft gehad en dat de bestuurlijke crisis waarin we hier
36
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
zitten helemaal niet nodig was geweest. Ik ben ook wel benieuwd hoe de
heer Van Dantzig daarnaar kijkt.)
Volgens mij hebben we dit debat drie weken geleden al gevoerd. Het lijkt mij niet
heel raadzaam om dat nu weer opnieuw te doen. Ik wil me graag richten op een
oplossing.
(Mevrouw POOT: Nee hoor, want drie weken geleden kraaide u victorie
over de HVC-oplossing die uw oud-wethouder niet wilde. Dat blijkt nu ook
terecht geweest te zijn. Ik vraag mij af hoe u zich daarbij voelt, want dat
aftreden was helemaal niet nodig geweest. Het was helemaal niet nodig
geweest dat uw wethouder is vertrokken. Hoe kijkt u daarnaar?)
Ik vind alles prima. Ik probeer dit zo keurig en netjes mogelijk te doen. Laat ik een
woord noemen waar soms een loopje mee wordt genomen: inhoud en de feiten. Ik heb
helemaal geen victorie gekraaid over de HVC-optie. Ik heb mij terdege gerealiseerd, net
als de hele D66-fractie, dat dit een heel ingewikkelde en complexe puzzel is. Dat we er
een wethouder door zijn verloren, is triest, maar de stad moet door. De stad moet
bestuurd worden, vandaag nog. Dat zijn we met elkaar aan het doen. Hoe gewichtig het
interruptielijntje van de VVD op dit punt ook is, ik heb het daar de vorige keer met u al
over gehad. Ik wil het nu hebben over de feiten die nu voorliggen. Waarom? Het moet
vandaag. We moeten verder. Dat is belangrijk. Niet naar het verleden kijken, dat gaan we
in de enquête doen. Ik ben daar hartstikke voor. Laten we daar zo snel mogelijk met
elkaar over spreken, maar vandaag moet de crisis opgelost worden.
(Mevrouw POOT: Dit is wel erg flegmatisch van de heer Van Dantzig. Dat
mag hij doen. Jammer, want ik had mij kunnen voorstellen dat hij hier juist
had willen vertellen dat zijn partij wel degelijk gelijk heeft gehad. Kennelijk
is de druk van de coalitie zo groot dat de heer Van Dantzig ergens anders
voor kiest.)
Ik had allerlei vragen. Ik was nog bij de 45 miljoen euro.
(De VOORZITTER: Ik ben even in dubio, want ik zie dat de heer Ceder
klaarstaat om u vragen te stellen.)
Zullen we afspreken dat we eerst het treintje afmaken en dat ik dan verderga met
mijn betoog? Dat vind ik ook uit de kunst.
(De VOORZITTER: Dat is precies wat ik voor wilde stellen. Ik wil er wel
één opmerking bij maken. Ik vind dat er erg veel opmerkingen op de
persoon worden gemaakt. Ik zou voor de orde van het debat en voor de
inhoud van het debat u allemaal willen vragen om daarvan af te zien. Het
debat is ingewikkeld en lastig en ik denk dat het daar een beetje van
opknapt.)
(De heer CEDER: Wethouder Kock was het niet eens met de HVC-optie
en is daarom opgestapt. Er is drie weken geleden een motie ingediend die
door vijf partijen is ondertekend met het verzoek om niet exclusief met
HVC te onderhandelen, maar om zo snel mogelijk een competitief
verkoopproces voor de verkoop van het AEB te organiseren. D66 heeft
drie weken geleden tegen die motie gestemd. We zien nu dat de HVC-
deal niet is gelukt. Wethouder Kock wilde dat ook niet. Als de heer Van
Dantzig hierop reflecteert, heeft D66 dan spijt van zijn keuze om toch
eerst de gesprekken met HVC voor te laten gaan? Heeft u spijt?)
Spijt is in de regel een slechte emotie in de politiek omdat je vooral moet
reflecteren op je acties en vervolgens vooruit moet kijken. Ik wil er tegen de ChristenUnie
best iets over zeggen wat misschien iets meer te maken heeft met ideologie en
37
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
denkbeelden. De ChristenUnie is een partij die ik ken die net als D66 een sociale partij is,
zij het een sociaalchristelijke partij in plaats van een sociaalliberale partij. Vanuit onze
grondbeginselen zouden wij een onderzoek naar de optie voor een publieke nv, want dat
is net weer anders dan het zomaar houden, verstandig vinden. Wij hebben gezegd: doe
dat tegelijkertijd. Zorg ervoor dat we die drie sporen uitzoeken. Kunnen we een-op-een
verder met Beelen? Dat blijkt om veel redenen niet te kunnen. Praat met HVC. Daar stond
een maand voor en dat is twee weken geworden. Dat brengt duidelijkheid op een punt
waar u en ik volgens mij vanuit onze principes niet onwelwillend tegenover kunnen staan.
Zet tegelijkertijd alles op alles om het M&A-traject voor te bereiden. Ik sta daarbij niet met
mijn handen in de lucht omdat dit geen onderwerp is waarom we moeten lachen en
waarover we feest kunnen vieren. Dit is een onderwerp om over te rouwen, maar wel iets
wat we moeten oplossen.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik hoor de heer Van Dantzig in een flard iets
zeggen over een enquête. Heb ik daaruit begrepen dat hij ook pleit voor
een raadsenquête?)
Laat ik mezelf herhalen. Volgens mij heb ik al in meerdere gremia gezegd dat ik
denk dat dat een goed idee is. Volgens mij is daar ook raadsbrede steun voor. Sterker
nog: ik weet dat er ondertussen al pogingen gedaan zijn om daar afspraken over te
maken. Ik wil oproepen om allemaal op de e-mail te reageren die de fractievoorzitter van
Groenlinks de deur heeft uitgedaan. Hoe eerder we daar consensus over hebben, hoe
eerder we daarmee kunnen beginnen. Dat lijkt mij verstandig.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik wil wel een motie indienen als hij daarom
vraagt. Geen probleem hoor.)
(De heer TAIMOUNTI: Ik vind het fijn dat de heer Van Dantzig ons een
sneer geeft en zegt dat wij onze stukken moeten lezen. U had ook de
stukken van HVG kunnen lezen, dan had u misschien ook toen al de
conclusie kunnen trekken dat het waarschijnlijk niet mogelijk was om
samen te werken. Dat heb ik niet gehoord. U was ook al eerder weg. Dat
ten eerste. Betreurt u het dat u dat niet van tevoren hebt kunnen regelen?
U zegt dat de gang van zaken fantastisch is verlopen en dat uw motie
goed is uitgevoerd. U kunt dat wel volhouden, maar dat is natuurlijk
absoluut niet zo. Ik heb een volgende vraag. U zegt namelijk dat er een
driesporentraject zou zijn. Op de avond van onze commissievergadering
heb ik specifiek gevraagd of het niet raar was om exclusief te kiezen voor
gesprekken met één partij en of dat invloed zou hebben op de
onderhandelingspositie met andere partijen. De wethouder heeft daarop
duidelijk gezegd dat dit niet het geval zou zijn. Nu praat u over een
driesporenoplossing. Ik begrijp het niet. Zou er exclusief met HVC gepraat
worden of hebt u zitten slapen?)
De heer Taimounti daagt mij uit om iets te zeggen wat ik in principe niet charmant
vind van mezelf. Hij begint zelf over een sneer dat de stukken niet goed gelezen zijn. In
de brief van vrijdag staat wat ik nu vertel glashelder. Ik heb de brief niet bij me, want ik
dacht dat dat niet nodig was. U hebt hem wel in uw binnenzak, dan wil ik oproepen om
hem in de tweede termijn goed te citeren. Waarom”? Daar staat duidelijk in dat er op drie
sporen gewerkt is. Om nu weer het debat van de vorige keer uit te vechten, is volgens mij
niet bevorderlijk voor iets waarmee we verder moeten. Ik roep iedereen in deze raad op
om nu vooruit te kijken naar een oplossing. Wat ik hoop, is dat elke partij hier in de fractie
heeft nagedacht over de vraag hoe we dit willen oplossen. Ik wil namelijk dat elke partij
die Amsterdam bestuurt — en we zijn hier allemaal in dit huis het stadsbestuur — zichzelf
38
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
dwingt om na te denken over een oplossing. Die oplossing zal suboptimaal zijn en geld
kosten. Die oplossing zal soms moeilijk te verkopen zijn. Die oplossing, zeg ik in de
richting van de heer Van Lammeren, kunt u inderdaad relateren aan heel veel andere
zaken die we met het geld hadden kunnen doen. Ik realiseer me dat terdege. Sterker nog:
ik baal daarvan. U hebt gelijk. Maar dat ontslaat ons niet van de plicht om zelf na te
denken over wat we willen. We kunnen het college niet alleen maar voorleggen wat we
niet willen. Het college moet verder met wat wij willen. Laat ik namens D66 glashelder zijn.
De huidige route die nu wordt ingezet, vind ik verstandig. Ik denk dat we dat zo snel
mogelijk moeten doen. Daarom heb ik een paar vragen, maar ik had u beloofd dat ik de
interrupties af zou werken.
(De heer TAIMOUNTI: Ik heb van mijn vader altijd geleerd dat je één fout
kunt maken, twee fouten kunt maken en een derde fout kunt maken, maar
dat er altijd een fout komt waar je je nek over breekt. Dit is er een. We
hebben een overleg gehad, we hebben een commissievergadering
gehad, we hebben een motie ingediend, zelfs de heer Van Dantzig heeft
een motie ingediend. Een ervan is aangenomen, maar niet uitgevoerd op
de manier die we dachten. Ik hoor van u niet dat u dat jammer vindt. U
zegt dat de motie fantastisch is uitgevoerd. We zijn weken verder en
miljoenen euro's aan kosten verder. We hebben fout na fout na fout
gemaakt. U bent blij dat we eindelijk het M&A-traject ingaan. Kunt u niet
toegeven dat dit eerder had kunnen gebeuren? We zijn een wethouder
kwijtgeraakt. Er zijn gigantisch veel kosten gemaakt. Het is niet duidelijk
hoeveel geld er is gebruikt en hoeveel geld er gebruikt zal worden. Ik vind
uw mooie verhalen dat we naar de toekomst moeten kijken allemaal leuk
en aardig, maar ik kan geen besluit nemen op basis van de informatie die
er nu ligt. Ik weet namelijk niet wat het college ermee gaat doen. Ik zou
verwachten dat u dat ook vindt. Wees eens een beetje kritisch. Waarom
wilt u niet toegeven dat de afgelopen periode fout na fout na fout is
gemaakt tot aan de fout waar mijn vader op doelde, die je nek bijna
breekt?)
Ik ken de vader van de heer Taimounti niet. Het zal ongetwijfeld een verstandige
man zijn. Ik heb nu al meerdere keren in dit debat via interrupties een argument naar
voren gebracht. Dat zal ik nu nogmaals doen. Het is echt niet goed voor het aanzien van
de raad en van de politiek als er steeds een loopje wordt genomen met de feiten. Dat
wekt namelijk de indruk dat we hier niet helemaal zuiver met de waarheid omgaan. Dat
wekt ook de indruk dat wij de waarheid naar onze hand zetten om ons politieke punt te
maken. Ik hamer hier echt op feitelijkheden. Mijnheer Taimounti, wat u net zegt over dat
bedrag van 35 miljoen euro is klinkklare onzin. Ik stoor me daaraan.
(De VOORZITTER: Een korte interruptie. Geen betoog.)
(De heer TAIMOUNTI: Ik word uitgelokt doordat er hier over waarheid
wordt gesproken en gezegd wordt dat ik de waarheid niet zou vertellen. Ik
stel drie vragen. Is de heer Kock vertrokken omwille van dit feit? U kunt
gewoon met ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden.)
Ik begrijp de vraag niet. Daar ben ik heel eerlijk in. Ik zou niet weten over welk feit
u het hebt. We weten toch allemaal waarom de heer Kock hier niet meer zit? Ik kan het
nog drieduizend keer herhalen, maar ik wil verder met dit debat. Als de heer Taimounti
nog een keer wil weten hoe het gegaan is met de heer Kock, dan heb ik zijn
telefoonnummer. Hij zal de telefoon vast nog opnemen. Ik geef het zo aan u.
(De VOORZITTER: Vervolgt u uw betoog.)
39
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Ik was bij de 45 miljoen euro. Ik hield een betoog over bedrijfsgevoelige
informatie. Dat zal ik overslaan, want dat was al even geleden, maar ik vind dat wel
belangrijk. Mijn andere vraag is: welke zekerheden kan de gemeente krijgen of inbouwen”?
Wat is het vooruitzicht ten aanzien van het terugkrijgen van het geld? Kan het college
vertellen of dit geld ook bedoeld is om het bedrijf goed voor de verkoop klaar te stomen?
Investeren we in waarde in plaats van in het dichten van gaten? We sturen op snelheid,
maar in de afgelopen weken is er wel iets veranderd. In het afgelopen weekend zijn twee
van de vier uitgevallen verbrandingslijnen weer in gebruik genomen en over enkele weken
volgt de rest. Ik wil daarom graag van het college horen wat op dit moment de financiële
noodzaak is om haast te maken. U weet van mij dat ik een groot voorstander ben van
spoed in dit dossier, maar ik wil dat wel op een verstandige manier doen. Er gaan hier
nogal wat bedragen rond en ik denk dat het goed is als het college daar iets meer duiding
over geeft. Ik denk dat dat de raad zal helpen bij het maken van een afweging.
Ik wil een afsluitende verklaring afleggen, maar als u interrupties wilt toestaan,
dan zal ik even wachten.
(De VOORZITTER: Ik beslis wanneer er geïnterrumpeerd wordt en ik wil
graag dat u eerst uw betoog afrondt. Daarna is er nog ruimte voor
vragen.)
Dat vind ik prima.
(De VOORZITTER: U rondt uw betoog af, want ik houd ook een beetje de
tijd in de gaten. Ik denk dat het verstandig is om iets kernachtiger te
interrumperen en dat u elkaar iets meer ruimte geeft om een betoog af te
maken. U vervolgt uw betoog.)
Bedankt, voorzitter. Afsluitend moet mij iets van het hart. We bespreken hier
belangrijke zaken over het draaiend houden van de stad. U weet van D66 dat we
verantwoordelijkheid nemen om de meest passende oplossing te zoeken. De oplossing
die de portemonnee van de Amsterdammers het meest ontziet, de publieke diensten
waarborgt en het liefst ook nog zo duurzaam mogelijk is. We weten allemaal dat elke
oplossing geld zal kosten. Het was nooit een kwestie van geld winnen. Het is een kwestie
van zo min mogelijk verliezen. Ook als we de voorkeur hadden uitgesproken voor het in
zee gaan met Beelen, dan had er heronderhandeld moeten worden. Dat had tijd en geld
gekost. Ik stoor mij er echt aan dat sommige sporekers hier niet goed kunnen uitleggen
waarom ze willens en wetens in de media verkeerde bedragen uitkramen en net doen of
ze dat hadden willen tegengaan. Ik kijk in het bijzonder de fractievoorzitter van de VVD
aan. Die zei — en ik probeer dit zo goed mogelijk uit mijn hoofd te citeren — dat we in
enkele weken 80 miljoen euro hebben vergooid vanwege ideologische redenen. In de
richting van de fractievoorzitter van de VVD zeg ik: het enige wat u had hoeven doen, is
een motie indienen om voor Beelen te kiezen, ongeacht de bezwaren. Dat hebt u niet
gedaan. U verwijt het college 80 miljoen euro te hebben weggegooid. Dat klopt niet. Ik
weet hoe intelligent u bent, U moet kunnen weten dat dit niet klopt. U bent van de partij die
de kwalificatie ‘het verkeerd soort populisme’ heeft bedacht, wat dat dan ook moge zijn. Ik
roep u op om daar verre van te blijven.
(De VOORZITTER: Ik liet u net weten dat u nog twee minuten hebt voor
het hele debat en ik ga de spreektijden scherp in de gaten houden.)
(Mevrouw POOT: Ik zal de heer Van Dantzig één vraag stellen. Ik ken
D66 als een partij waar de financiële degelijkheid vooropstaat. Laten we
er samen voor strijden dat we dat vanavond duidelijk krijgen. Dan sta ik
graag aan uw zijde.)
40
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Laat ik iets positiefs zeggen, want dit is volgens mij een gebaar in de richting van
de oplossing. Dat is precies de VVD waarnaar ik op zoek ben. Ik zal daarom afsluiten met
een compliment voor de fractievoorzitter van de VVD. Dit moeten we samen oplossen. We
staan hier samen aan de lat. U bent toch geen voormalige bestuurspartij, maar erg
bestuurswaardig. Ik waardeer dat.
(Mevrouw VAN SOEST: Zoals u weet, ben ik van de korte interrupties,
dus bij dezen. Ik wil de heer Van Dantzig een gewetensvraag stellen. Stel
dat u ondernemer bent. Zou u als ondernemer blindelings voor die
45 miljoen euro instaan?)
Mevrouw Van Soest, ik heb net even uitgerekend hoeveel tosti's u moet eten bij
mijn café om ook maar in de buurt van dat bedrag te komen. Volgens mij moet u dan
vierhonderd weken achter elkaar elke dag zeven tosti's eten. Ik denk daarom dat dit geen
heel realistische vraag is.
(Mevrouw NANNINGA: Eén ding heb ik niet gehoord in het betoog van de
heer Van Dantzig. Dat is de optie die het college nadrukkelijk openhoudt,
namelijk het AEB in eigen handen houden. Wat vindt D66 daarvan?)
Ik denk dat dat een terechte vraag is. Weet u wat ik daarover ga zeggen?
Privatiseren is hier het uitgangspunt en volgens mij is de route die het college inslaat
glashelder. Ik heb de brief van het college hierover goed gelezen. Als je een bedrijf wilt
verkopen, en ik heb dat wel eens gedaan, ik heb er ook wel eens een gekocht en een
proberen te verkopen, dan doe je dat in principe met de premisse dat er ook een kans is
dat je het houdt. Waarom? Als je zegt: ik wil er hoe dan ook van af, tegen elke prijs’, dan
zorg je er in ieder geval voor dat je een slechte prijs krijgt. Dat lijkt mij voor alle belangen
waarvoor we voor de Amsterdammers knokken niet goed. Op die voorwaarden kan ik het
college steunen. Het lijkt mij verstandig beleid om die optie in ieder geval open te houden,
maar privatiseren blijft het uitgangspunt.
(Mevrouw NANNINGA: Dat was volgens mij een heel lang ‘ja’. D66 houdt
dus de optie open dat het college het AEB in eigen handen houdt. Dat is
wat we hier horen. Klopt dat?)
Ik zal het over een andere boeg gooien. Je wilt je auto verkopen. Dan ga je naar
een autodealer en dan heb je in principe de kans dat je hem daarna weer mee
terugneemt. Waarom? De prijs is niet goed of je wilt iets anders. Wil je dat niet, dan breng
je hem naar de sloop en dan krijg je hem als een pakketje ijzer terug. Dan kun je zeggen:
ik wil ervan af.
(Mevrouw NANNINGA: Ik probeer het gewoon nog een keer. Een ‘ja’ of
een ‘nee’. Uw partij die zogezegd het college moet coachen, herstel, ik
verspreek me, ik sprak uw Telegraafinterview na, die het college niet moet
coachen, maar moet controleren, gaat dus mee in de optie om het AEB in
eigen hand te houden. Ja of nee? Eén lettergreep. Dat kost u weinig
spreektijd. Voordelig uit vandaag.)
Volgens mij ben ik glashelder. Als we bij de veiling van iedereen 0 euro krijgen of
geld toe moeten geven, dan sluit ik niet uit dat we het houden. Dan sluit ik ook niet uit dat
de tent uiteindelijk op een faillissement afstevent. We willen dat echter niet. Dat is het
uitgangspunt.
(De heer TAIMOUNTI: Ik moest even snel rekenen. U zei dat u zeven
tosti's per dag eet in vierhonderd weken en dat u dan op dat bedrag
uitkomt. Ik hoop niet dat u ook zo met de cijfers van het AEB omgaat,
want ik kwam op maximaal 98.000 euro uit.)
(De VOORZITTER: Het zijn heel dure tosti's.)
41
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Ik kan nu wel allerlei foute grappen maken over een café in Zuid, maar als ik ooit
in zaken wil gaan, dan denk ik dat ik mijn rekensommen misschien eerst aan de heer
Taimounti moet voorleggen.
De VOORZITTER: Ik wil kort schorsen. Ik denk dat ik velen van u een plezier doe
als ik u op de hoogte breng van de spreektijd die u nog hebt. GroenLinks: 35 minuten,
D66: iets meer dan 9 minuten, de VVD: 1 minuut en 30 seconden, de PvdA: 11 minuten
en 50 seconden, de SP: 40 seconden, de Partij voor de Dieren: 8 minuten, DENK: 20
minuten, Forum voor Democratie: 14 minuten, het GDA: iets meer dan 5 minuten, de Partij
van de Ouderen: 12 minuten, de ChristenUnie: 9 minuten en 45 seconden en van BIJ1
krijgen we tijd terug.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Ik wil het woord geven aan de wethouder en ik weet van haar
dat zij haar betoog in een aantal onderwerpen zal indelen en die onderwerpen even
vooraf met u zal doornemen, waardoor u misschien in staat bent om interrupties op te
sparen tot het onderwerp aan bod komt.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Ik ga proberen om heel voorspelbaar te zijn. Om te
beginnen zal ik vertellen welke verschillende onderwerpen ikzelf en collega Van
Doorninck zullen bespreken zodat u ook daarmee rekening kunt houden bij uw
interrupties. Ik zal spreken over zaken die te maken hebben met de liquiditeitssteun, het
juridische verhaal, het onderhandelingsproces, de staat van het bedrijf en de gesprekken
die wethouder Van Doorninek en ik recent hebben gehad met zowel de directie van het
AEB als de ondernemingsraad. Wethouder Van Doorninck zal u het een en ander
schetsen over het M&A-traject en beantwoordt ook alle inhoudelijke en strategische
vragen over de gevolgen voor afvalverwerking en onze warmtevoorziening. Dat is de
rolverdeling voor deze avond.
Dan de onderwerpen. Ik zal eerst iets zeggen over de afgelopen dagen, het traject
met HVG en waarom dat niet is gelukt en of we dat wel of niet konden weten. lets over de
letter of intent tussen Beelen en het AEB en wat daarbij wel en geen rol heeft gespeeld bij
de afwegingen. Het een en ander over het vervolg voor het bedrijf en de bijgeschakelde
lijnen. De waarde van de onderneming, de onderbouwing van de 45 miljoen euro en wat
er gebeurd is met de eerste 35 miljoen euro. Het lastige voor mij is dat, aangezien het
voor een deel echt om bedrijfsgevoelige informatie gaat, ik mijn best zal doen om zoveel
mogelijk publiek te beantwoorden, ook op hoofdlijnen. Ik geloof dat mevrouw Poot zei dat
zij bedragen tot op het miljoen euro nauwkeurig wilde weten. Die bedragen kunnen niet
altijd in het publieke debat gedeeld worden. In dat geval zouden we een deel kabinet
moeten bespreken. Waarom doen we dat? Ik heb hier veel samenzweringen langs horen
komen. Dat is niet omdat ik iets te verbergen heb, dat wil ik graag alvast hardop zeggen,
maar wel omdat elke mededeling die we doen die informatie geeft aan mogelijke kopers
het hele kooptraject kan beïnvloeden, ten nadele van de gemeente. Volgens mij is het in
ons gemeenschappelijk belang dat we er in ieder geval voor zorgen dat de positie van het
42
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
bedrijf en van de gemeente Amsterdam als aandeelhouder in zo’n verkoopproces zo goed
mogelijk gewaarborgd is.
Er zijn veel vragen gesteld over het proces van de afgelopen periode en over hoe
het is gelopen zoals het is gelopen. Soms wordt er een beeld geschapen waarin het
college zich niet herkent. Ik hecht eraan om tegen u te zeggen dat het college vanaf het
begin voor ogen heeft gehad om op de lange termijn zowel financieel als inhoudelijk de
beste deal voor de Amsterdammers te krijgen. Volgens mij deelt u allen die ambitie. Soms
is er verschil van inzicht geweest en misschien bestaat dat nog wel over de route die we
daarvoor nemen. Daar gaat ook het debat voor een belangrijk deel over. Ik wil daarom
heel graag iets zeggen over wat zich in de afgelopen periode heeft afgepeeld. Ik zal u
ook, voor zover ik dat kan, meenemen in de cruciale momenten en de overwegingen die
daarbij een rol hebben gespeeld. Dan kunt u tenminste onze gedachtegang meewegen.
Allereerst HVC. Drie weken geleden hebben we gepraat over de voorkeursrichting
van het college. Een traject met HVC was om een aantal redenen aantrekkelijk. Een
bewezen trackrecord in de business, innovatief op het gebied van warmte, specifiek ook
geothermie, het publieke aandeelhouderschap van het bedrijf dat niet gericht is op
winstmaximalisatie voor de aandeelhouders, maar op de borging van publieke functies
voor de aandeelhouders. Daarnaast is het zo dat de juridische risico’s van het
onderhandelingsproces met deze partij, een publieke partij, lager werden ingeschat dan
bij een onderhandse verkoop aan een private partij. Dat heeft vooral met het
aanbestedingsrecht te maken dat tamelijk dingend is in de Europese wetgeving. U komt
dat op veel dossiers tegen. Soms helaas. Dat is een persoonlijke opvatting. Ook toen heb
ik gezegd dat het onze intentie was om snel, uiterlijk binnen vier weken, maar liever nog
eerder, duidelijkheid te hebben over de vraag of HVG, het AEB en de gemeente er samen
uit zouden kunnen komen. Er is een aantal heel constructieve gesprekken gevoerd en
toch hebben we helaas samen moeten concluderen dat er onvoldoende basis is om die
uitwerking voort te zetten.
Ik meen dat de heer Ceder als eerste met het jaarverslag zwaaide en zei: “Als je
dit leest, dan was het geen raketwetenschap. Je had van tevoren kunnen weten dat het
niets zou worden.” Ik denk dat de directie van HVC haar eigen jaarverslag misschien het
best kent. Desondanks heeft zij wel degelijk de moeite genomen en ook de wens geuit om
met ons deze gesprekken te voeren. Het bedrijf zelf heeft zich in ieder geval door de
gegevens in dat jaarverslag niet tegen laten houden. Ik snap ook wel waarom niet. Met
name op het terrein van warmte is er een heel interessante samenwerking mogelijk. De
doelstellingen van bijvoorbeeld Amsterdam en van het bedrijf op het punt van
verduurzaming kennen heel veel overeenkomsten.
Als het mag zou ik graag voor één keer de heer Kuiper — de heer Geder kent hem
heel erg goed — een zeer gewaarde senator, inmiddels ex-senator, van de ChristenUnie
willen memoreren. Hij heeft een parlementair onderzoek gedaan naar met name
privatisering en verzelfstandiging. Zijn wijze conclusie was dat een overheid altijd heel
goed moet nadenken, niet om op voorhand niet te privatiseren of niet te verzelfstandigen,
maar wel om na te denken over de vraag hoe de publieke belangen gewaarborgd kunnen
worden. Dat onderzoek heeft destijds aangetoond dat er vaak, soms in haast, fouten zijn
gemaakt door daar niet goed naar te kijken. Voor de borging van die publieke belangen, in
welke constructie dan ook, of je nu voor de volle 100% aandeelhouder bent van een
afvalverwerker of te maken hebt met een geprivatiseerd bedrijf, moet je heel precies de
governance als gemeente goed op orde hebben. Indachtig die onderzoeken wil ik
opmerken dat het echt niet onlogisch is om met de doelstellingen van de gemeente
43
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Amsterdam te verkennen of een samenwerking mogelijk is met een bedrijf dat nagenoeg
op die onderwerpen dezelfde doelstellingen heeft.
Uiteindelijk is het belangrijk of er tijd verloren is in het verkooptraject dat we
hebben opgezet omdat we ook met HVC spraken. Ik denk dat daar de potentiële pijn zou
kunnen zitten. Het antwoord op die vraag is ‘nee’. Er is geen tijd verloren, want we
hebben immers, terwijl we die gesprekken voerden, twee andere dingen ook gedaan. We
zijn namelijk ook begonnen met het opzetten van een transactieteam met juristen en met
financieel experts die het M&A-traject gingen voorbereiden. En we hebben daarnaast —
dat is nog niet gereed, maar dat krijgt u op een zeker moment ook kabinet — een
juridische analyse in voorbereiding om elk van de drie opties — onderhandse verkoop aan
een private partij, samenwerken met een publieke partij dan wel een verkooptraject zoals
we dat nu voorstaan — allemaal naast elkaar te zetten en daarbij nog beter in kaart te
brengen wat potentiële juridische obstakels zijn die we moeten overwinnen. Dit staat ook
in de brief die we vorige week hebben gestuurd. Die dingen zijn allemaal tegelijkertijd
ingezet. Ik heb zelf heel sterk aangedrongen op snelheid in het HVC-traject omdat ik het
veel slechter zou vinden als we daar eerst een paar maanden over zouden doen en
misschien dan alsnog tot deze conclusie hadden moeten komen en daarna pas verdere
stappen konden zetten. Ten opzichte van het vorige debat, dat emotioneel was, dat
herinner ik mij heel goed, is er geen tijd verloren in het traject van het verkoopproces. In
die zin heeft u misschien niet de motie van de heer Boomsma aangenomen, maar
materieel is ze natuurlijk wel uitgevoerd omdat dat ook in de motie van de heer Van
Dantzig zat.
(De heer BOOMSMA: De wethouder zegt dat er sinds de motie van de
heer Van Dantzig geen tijd is verloren, maar denkt zij niet dat het veel
beter was gewest om al in juli te beginnen met het treffen van
voorbereidingen voor dit M&A-traject?)
U weet dat dat ook is gebeurd. Er was immers een premarktverkenning. De eerste
voorbereiding als je met een M&A-traject aan de gang wilt gaan, is dat je sowieso eerst
gaat verkennen of er überhaupt belangstelling is in de markt. U weet ook dat een aantal
partijen daar toen al op heeft gereageerd met: ja, we hebben die belangstelling. Ik kom zo
bij de private partij en de samenwerking daarmee. Dat maakt het bijvoorbeeld lastiger om
zomaar door te schakelen naar een onderhandse deal met één private partij. Aangezien
er al zo'n voorverkenning was, hebben een heleboel partijen zich alvast geïnteresseerd
verklaard en wordt het veel lastiger en risicovoller om dan met een ervan alsnog een deal
te sluiten. Als gemeente kun je dan het risico lopen dat mensen zeggen: als je toch
privaat gaat, waarom doe je dat dan niet in een competitief traject?
(De heer BOOMSMA: Inderdaad, maar ik lees in de stukken dat we nu
nog in de voorbereidende fase van dat M&A-traject zitten. Aangezien we
de voorfase van KPMG al hadden gehad, was het dan niet mogelijk
geweest om die voorbereidingen nu al afgerond te hebben en we van
tevoren al hadden bedacht wat de voorwaarden en eisen zijn die je als
gemeente in zo’n traject wilt meegeven?)
Ook dat is niet zo zwartwit als u het nu stelt. Het is niet zo dat we daar van de ene
op de andere dag helemaal mee klaar zijn. Het is een traject waarin je heel goed moet
besluiten wat je strategische overwegingen zijn op het gebied van warmte en verbranding.
Wat is dan van belang voor de gemeente Amsterdam? Wat is van belang voor de
afvalcontracten die je in de loop der jaren wilt afsluiten? Moet je dat al dan niet
aanbesteden? Ik denk dat mevrouw Van Doorninck daar nog het een en ander over zal
44
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
zeggen. Het is dus niet zo dat er op al die terreinen niets gebeurd is. Daar werken we al
aan en feitelijk zitten we al in de eerste periode van dat traject.
(Mevrouw NANNINGA: Ik heb over twee verschillende dingen een vraag.
De eerste vraag is: wat is momenteel de stand van zaken bij de optie voor
onderhandse verkoop?)
We hebben eerder al een eerste juridische analyse daarvan gehad. Daaruit bleek
dat, als we dat doen, dat heel ingewikkeld is als we niet kiezen voor een competitief
proces. De omstandigheden waaronder we dat doen, moeten heel specifiek zijn. In zo'n
geval kunnen we geen bruidsschat van bijvoorbeeld twintig jaar afvalcontracten
meegeven. Dat was het geval bij de letter of intent die voorlag. Sommigen van u lijken te
suggereren — laat ik het vooral heel voorzichtig zeggen — dat, als we die letter of intent
maar hadden getekend, daarmee een groot deel van de discussie die we nu voeren niet
aan de orde was geweest. Dat is niet zo. In die letter of intent stonden een aantal
obstakels die sowieso tot gevolg hadden dat we die niet konden tekenen, waaronder de
zogeheten bruidsschat. Daarnaast zouden we natuurlijk ook in die situatie geld verloren
hebben. Dan zouden we onze lening van 114 miljoen euro sowieso hebben moeten
kwijtschelden. Dat was onderdeel van het verhaal. We zouden dan eventueel een deel
van de aandelen over hebben gehouden en die zouden over vijf tot acht jaar een
bepaalde waarde hebben kunnen opleveren. Dat kan, maar niemand weet dat natuurlijk
zeker. Ook in die situatie zou er aanvullende liquiditeitssteun nodig zijn geweest. In meen
dat er in de letter of intent een bedrag van 11 miljoen euro stond. Dan hadden we dus ook
met u een deel van deze discussie gehad, nog los van de vraag of, als er heel veel meer
onderhandeld had moeten worden, omdat er veel juridische obstakels zijn, we niet alsnog
een overbruggingskrediet hadden moeten verstrekken. Als we dat door de kopende partij
zouden laten betalen, dan zit je al bijna vast aan de voorwaarden van die partij. Dan heb
je als aandeelhouder geen onderhandelingspositie meer. Dat is in antwoord op uw
interruptie waarom die optie geen uitgemaakte zaak was zoals soms lijkt te worden
gesuggereerd in het debat.
(Mevrouw NANNINGA: Dan heb ik een interruptie over een ander punt. Ik
hoor de wethouder zeggen dat HVC daarna de beste kandidaat was. Een
publieke partij die publieke belangen kan waarborgen. Ik heb hier een
pagina uit het rapport Herijking deelnemingen uit 2015. Daarin stelt het
college dat dat prima kan, afstoten en ook publieke diensten waarborgen.
Hoe verklaart de wethouder de draai van het college vergeleken met wat
er in dit rapport staat?)
Dat is geen draai. Als het een draai zou zijn, dan zou ik hier nu niet verdedigen
dat wij een verkoopproces ingaan. Er wordt hier heel veel ideologie verondersteld, maar
dit is vooral heel pragmatisch. Ik hoop dat het lukt om het debat ook op die gronden te
voeren, want dat is voor ons allemaal het beste en ook voor het bedrijf en daarmee voor
de gemeente en onze inwoners.
(Mevrouw NANNINGA: Nu breekt me de klomp. Ik ben het natuurlijk
volkomen eens met de wethouder dat ideologie buiten het debat houden
voor iedereen de beste optie is. Dat is echter wel wat de heer Kock de
kop heeft gekost en wat geleid heeft tot enorme vertragingen. De
ideologie om het AEB in de publieke sector te willen houden, de ideologie
dat duurzaamheid boven rendement gaat. Bovendien is mijn vraag niet
beantwoord. De wethouder kan wel zeggen dat er geen draai is, er is wel
een draai. Ik heb het hier zwart op wit in 2015: publieke diensten kunnen
prima worden gewaarborgd door private partijen. De wethouder zegt net
45
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
dat dat toch iets beter gaat met een publieke partij. Dat is een draai. U
hoeft geen woordspelletjes te spelen. Ik wil gewoon antwoord op mijn
vraag.)
Er is geen draai. Het spijt me zeer, maar als ik niet zou vinden dat een publieke
dienst ook in private handen kan worden uitgevoerd, met andere woorden: als u gelijk zou
hebben en ik ideologie zou bedrijven, dan zou ik mordicus tegen een verkoopproces zijn
wat competitie met zich meebrengt. Dan zou ik immers al op voorhand de kans groot
maken dat er een private partij uitrolt. Dat is in zo'n proces ook het geval. Aangezien ik
dus geen last heb van die hindernis, verdedig ik ook dat we nu deze route nemen.
(De VOORZITTER: De wethouder vervolgt haar betoog.)
(Mevrouw NANNINGA: Er was nog een ander punt. Daar heb nu nog mijn
derde interruptie voor tegoed.)
(De VOORZITTER: U hebt drie interrupties gehad.)
(Mevrouw NANNINGA: Maar op twee verschillende punten. Een
interruptie op één punt en daarna op een nieuw punt.)
(De VOORZITTER: Nee, mevrouw Nanninga, u hebt drie interrupties
gehad en u kunt over enige tijd opnieuw interrumperen.)
Ik heb het een en ander proberen uit te leggen over hoe het is gegaan met HVG
en ook waarom de letter of intent geen gelopen race zou zijn geweest en wat er allemaal
voor nodig was om dat eventueel voor elkaar te krijgen en dat ook dat zou hebben
betekend dat we waarschijnlijk bij u terug waren gekomen. Ik wil dus graag het beeld
wegnemen alsof dat toen een kwestie van een druk op de knop zou zijn geweest.
Dit weekend zijn er twee extra lijnen opgestart en vanaf dinsdag zijn ze weer
operationeel. Er is veel gezegd over hoe we dat moeten duiden. Ik vind dat echt een
lichtpunt. Waarom? Het betekent dat het verlies van het bedrijf daarmee minder wordt.
Naarmate het lukt om dit jaar alle lijnen weer operationeel te hebben, scheelt dat heel veel
geld. Geld dat nodig was om bijvoorbeeld slib door het halve land heen te transporteren.
Geld dat nodig was om elders afval te laten verwerken. Dit is dus wel degelijk een enorme
inspanning geweest en dit verdient ook complimenten voor de medewerkers van het
bedrijf die onder moeilijke omstandigheden hun uiterste best hebben gedaan om de zaak
weer op orde te krijgen en de directie die daar heel hard aan gewerkt heeft. Zijn we er
daarmee? Mevrouw Simons zei dat ze dat aan de ene kant heel graag zou geloven en
aan de andere kant vroeg ze hoe het er nu voorstaat. Hiermee is het bedrijf natuurlijk nog
niet in één klap van al zijn problemen af. De oorzaken moeten definitief worden opgelost.
Dat betekent iets voor bijvoorbeeld het bedrijf en de wijze waarop het georganiseerd is.
Het betekent iets voor de bedrijfscultuur. Het betekent iets voor de wijze waarop men met
onderhoud omgaat. Dat kan natuurlijk niet allemaal in twee, drie maanden veranderd
worden. We hebben afgelopen dinsdag opnieuw met de ondernemingsraad gesproken
om stiekem met hem te vieren wat ze bereikt hadden. Mensen moeten ook gemotiveerd
blijven en het is ook onze taak om dat te doen. lemand van de ondernemingsraad zei
tegen mij: Ik ben ook een Amsterdammer. Ik ben ook een Amsterdammer en ik ben ook
een Amsterdamse belastingbetaler. Dat is natuurlijk ook zo. Tegelijkertijd gaf de directie
feilloos aan dat het nu pas begint. De lijnen kunnen wel weer operationeel zijn, maar
daarmee is het bedrijf nog niet daar waar het moet zijn. Daar is rust voor nodig.
Daarmee kom ik bij de vraag waarom we doen wat we doen. Waarom geven we
deze liquiditeitssteun? Een groot deel van het antwoord op die vraag ga ik proberen hier
te geven. Dat is het beste voor iedereen en voor het debat. Als het om specifieke cijfers
gaat, dan zullen we aan het eind van deze ronde een stukje kabinet moeten doen. Dat is
niet anders. Er is al heel veel gestudeerd op de vraag wat het bedrijf nu echt aan liquiditeit
46
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
nodig heeft. Toen wethouder Kock aanvankelijk geïnformeerd werd door de toenmalige
directie en de raad van commissarissen ging het om een gigantisch bedrag. Daar is door
experts, Alvarez and Marsal, naar gekeken. Dat zijn niet de minsten. Zij hebben de
liquiditeitsprognoses al flink teruggebracht. Het bijzondere is dat wat de directie nu voor
dit jaar vraagt daar nog weer onder ligt. Men vaart feitelijk scherper aan de wind.
Is het nodig dat we het bedrag dat we vandaag in de raadsvoordracht aan u
vragen meteen helemaal uitgeven? Nee, dat is niet zo. Waarom is het wel nodig dat het
geld in een keer beschikbaar wordt gesteld en dat dat snel gebeurt? Daar gaat in feite de
kern van het debat over. Dat is omdat de gemeente Amsterdam het liefst dat bedrag
natuurlijk niet uitgeeft. Dat is volgens mij precies in de geest van hoe de raad hierover
denkt. Dat kan alleen maar als er vertrouwen bestaat bij schuldeisers en bij de banken dat
het bedrijf de ruimte heeft om tot het eind van het jaar zich rustig te herpakken en ook de
laatste lijnen weer in bedrijf te nemen, zonder dat er elke week een nieuwe
liquiditeitsaanvraag gedaan moet worden en er — in de woorden van de heer Van
Lammeren — steeds een bonnetje moet worden overlegd. Dat er bonnetjes moeten
worden overlegd, ben ik volkomen met hem eens. Soms moeten we echter rust inbouwen
rondom een bedrijf om het in staat te stellen weer een beetje op de rails te komen.
Het is belangrijk dat wij met de banken in gesprek zijn geweest over de vraag: als
wij dit doen en het mogelijk maken dat er ten minste tot het eind van dit jaar rust komt
rondom het AEB, kunnen we er dan misschien een bepaalde waarde voor terug Krijgen
zodat er geen sprake is van geld verbranden zoals sommigen het genoemd hebben?
Daar ben ik namelijk ook niet voor. Dat vind ik heel slecht. Wat krijgen we er dan voor
terug? Ook dat zullen we voor een deel in beslotenheid moeten bespreken, maar er zijn
assets die het AEB aan ons kan verkopen dan wel aan derden kan verkopen waardoor er
hetzij geen beroep wordt gedaan op het bedrag, hetzij dat wij het bedrag weliswaar deels
geven, maar dat wij er een bepaalde waarde voor terugkrijgen. Dat is de reden dat het
nodig is om er niet te lang mee te wachten en in de periode van nu tot het eind van het
jaar rust te creëren. Die rust heeft het bedrijf nodig. Ik geloof dat de heer Van Lammeren
zei dat er bezinning nodig is. Dat spreekt mij zeer aan. Dat is ook nodig, want we moeten
in het vervolgtraject de goede dingen doen en geen fouten maken. Daar hebben we die
tijd voor nodig. We kopen hiermee tijd, maar op zo'n manier dat we weten dat het een
investering kan zijn in plaats van het verbranden van geld.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor allerlei zeer stichtelijke woorden. We
moeten de goede dingen doen. Dat is altijd waar. We moeten alleen de
goede dingen doen en niet de slechte. Vervolgens begint het debat over
wat goed en slecht is. Sinds wanneer is bekend dat er extra liquiditeit van
45 miljoen euro nodig is? Ik ben het helemaal eens over die rust, maar de
vraag is waarom dit op stel en sprong moet. We hebben geen normale
commissiebehandeling. Het gevoel dat we vanavond uitstralen, vind ik
geen rust. Had dit niet drie weken kunnen wachten? Of was u niet eerder
op de hoogte van de extra liquiditeitssteun? Als we een
commissiebehandeling hadden kunnen hebben, dan hadden we rust.)
Dat lijkt mij een terechte vraag. Volgens mij wisten we dat er meer steun nodig
was dan het eerdere bedrag. De directie van het AEB heeft daar ook brieven over
gestuurd. Het punt is ook hier het volgende. Voordat we met een voordracht naar de raad
stappen, willen we ons ervan vergewissen dat het beeld stabiel is. Dat kost tijd. Als
iemand om extra steun vraagt, dan hebben we niet meteen het inzicht dat dat het ook is
voor dit jaar. Of komen we over twee weken met een nieuwe aanvraag? Dan zou u
volgens mij echt een beetje boos worden voor zover u dat al niet was. Dat moesten we
47
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
dus weten. Het tweede was: Als wij hier een openbare brief over zouden schrijven aan uw
raad waarin we in ieder geval de opmerking zouden maken dat we met de banken een
positief gesprek hebben over de assets, dan zou ik die niet op eigen gezag schrijven, dat
begrijpt u. Daar zijn gesprekken voor nodig en die kosten ook tijd. Ik vind het daarom
vervelend dat ik niet anders kan doen dan u dit nu voorleggen, maar ik beoog er oprecht
mee dat we in de komende periode de tijd hebben om, in plaats van elke maand of elke
raad of elke commissie weer met een nieuw verzoek aan te komen, in alle rust een aantal
stappen te zetten. Sommigen van u vroegen of er nog iets in het vat zit wat we nu niet
weten. Dat is niet het geval. Het gaat erom dat het bedrijf tot het eind van het jaar zijn
rekeningen kan betalen. Daarmee heeft het ook een betere onderhandelingspositie met
derden die in deze discussie natuurlijk ook een rol spelen. We hebben dat allemaal
voorbereid. Dat is nog niet allemaal afgerond, maar we zijn nu wel zo ver dat we dit aan u
durven te vragen.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor wederom wijze woorden. De
wethouder zegt dat ze de vraag om extra liquiditeitssteun moet
controleren. Dat moet de raad toevallig ook. Gaat u ons — kabinet of
openbaar — vanavond of in ieder geval voordat we gaan stemmen over
deze voordracht vertellen wat er met de 35 miljoen euro is gebeurd? Waar
gaan we de 45 miljoen euro aan besteden? Is er extra liquiditeitssteun
geweest of vragen van derden, banken bijvoorbeeld? Krijgen wij ook een
overzicht van de crediteurenstand? Dan doel ik niet op het aantal
crediteuren, maar op het bedrag. Ik hoef alleen maar ‘ja’ of ‘nee! te
horen.)
Hoe zal ik dit nu zeggen? Volgens mij zal dat voor een deel kabinet moeten. Wij
voorzien u al van een aantal zaken. Ik moet heel voorzichtig zijn. Ik vind dit gesprek heel
moeilijk, want voor een deel gaat het over iets waarvan we allemaal hebben vastgesteld
dat het kabinet moet. Wat ik een faire vraag vind, waar ook een fair antwoord op kan
worden gegeven, alleen niet met cijfers erbij in het openbaar, is: Wat is er tot nu toe
uitgegeven? Wat is ervan betaald? Waarvoor is die 45 miljoen euro nodig? Dat zijn
posten. Ik kan wel in het openbaar een aantal van die posten noemen. Ik kan die in het
publieke debat niet van getallen voorzien. De posten zijn bijvoorbeeld operationele
kosten. Die zijn er altijd. Daar zitten ook herstelkosten bij. De salarissen die moeten
worden uitbetaald. Omleidingskosten. U begrijpt dat, als het slib of het afval ergens
anders naartoe gaat, dat geld kost. De versnelde opening levert ook weer geld op. Als u
daar dieper op in wilt gaan, dan kan ik mij voorstellen dat het nodig is om dat op een
andere manier te bespreken. De vragen vind ik terecht. Het is ook niet zo dat het college
u niet van cijfers wil voorzien. De suggestie dat we die cijfers niet zouden willen geven, wil
ik graag naast me neerleggen.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vind het nu ingewikkeld worden, want ik
suggereer niets. Ik zeg niet dat er geen cijfers gedeeld worden. Ik vraag
gewoon of ik vanavond — en als dat kabinet moet, dan heb ik daar alle
begrip voor — antwoord krijg op de vraag waar die 35 miljoen euro aan is
uitgegeven. Hoeveel? Waaraan? Ik wil ook de crediteurenpositie weten.
Als u zegt ‘ja, maar dat doe ik niet in het openbaar’, dan is dat prima. Nu
zegt u dat ik suggereer dat u ze achterhoudt. Dat is helemaal niet zo,
maar ik wil het debat kort houden.)
Dat begrijp ik. Ik zeg ook niet dat u dat suggereert, maar die zweem hangt soms
wel boven het debat. Ik kijk daarbij niemand in het bijzonder aan. Ik wil dat graag
tegenspreken. Wat we kunnen zeggen, is waar het bedrag voor is bedoeld, wat er
48
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
uitgegeven is en grosso modo de posten. Kan dat tot op de afzonderlijke
crediteurenpositie? Weet u, ik zit ook niet op de stoel van de directie. Dat moeten we
geen van allen doen. Er zijn bepaalde zaken die we aan het bedrijf overlaten, maar we
zeggen niet: we tekenen blind voor het geven van steun. Dat wordt allemaal vooraf getest
— Álvarez and Marsal hebben daarnaar gekeken — en achteraf ook verantwoord. Daarvan
kunnen we later ook een uitgebreider beeld aan u geven. Laat ik het zo zeggen: wat we
hebben, kunt u krijgen, maar dan wel kabinet. Hiermee heb ik ook geprobeerd om uit te
leggen waarom de raadsvoordracht nu nodig is, ook al wordt niet al het geld nu
uitgegeven. Ik hoop dat ik u daar een beter beeld van heb kunnen schetsen. Dat is
uiteindelijk ook in het belang van ons allemaal.
Dan de waarde van de onderneming.
(De heer CEDER: Ik vind het ingewikkeld worden dat wij op heel basale
vragen moeizaam antwoord krijgen. Ik hoop dat dat kabinet wel zal
lukken. Er zijn twee afvalverbrandingsovens hersteld. Zijn de kosten
daarvoor al betaald of zijn die vooruitgeschoven en is dat de reden dat
binnen een paar weken het geld nodig is? Kunt u daar iets over zeggen?)
Dat kan ik ook kabinet laten zien. Het feit dat de lijnen weer operationeel zijn,
levert geld op. Versneld zelfs. Natuurlijk kost het ook geld om ze in bedrijf te krijgen. Voor
een deel is daarin al voorzien. U zegt dat u simpele vragen stelt en geen antwoord krijgt.
U suggereert dat ik informatie zou willen achterhouden over de manier waarop het bedrag
van die 45 miljoen euro is opgebouwd. Het enige wat ik hardop kan zeggen — en volgens
mij weet u dat ook — is dat ik dat niet doe.
(De heer CEDER: Dit gesprek wil ik graag kabinet verder voeren.)
Dat vind ik terecht. Daar heeft de heer Ceder gelijk in.
Ik heb tamelijk veel van de vragen die ik moet beantwoorden, geprobeerd te
beantwoorden. Wat is er uitgegeven? Waarom moeten we nog geld uitgeven? Waaraan
geven we het geld uit? Dat kunnen we kabinet bespreken. Ik heb veel gezegd over het
proces. De heer Bakker heeft mij gevraagd of wij iets geleerd hebben van wat hij het
privatiseringsdebacle noemde. Volgens mij gaat uw raad en overigens ook het college zelf
onderzoek doen naar hoe het zover heeft kunnen komen bij het AEB. Zonder dat ik in
allerlei oordelen verval, wil ik dat eerst rustig afwachten. We hebben dus niet op één
paard gewed, zeg ik tegen de heer Ceder. We hebben wel degelijk een verkoopproces
opgestart. Daar zitten we nu in. Er wordt ook steeds gesuggereerd dat we elk bedrag dat
we aan liquiditeitssteun geven per definitie kwijt zijn. Dat is dus niet zo. Er zijn
berekeningen gemaakt over wat het per dag kost. De eerlijke kant van de zaak is dat
niemand dat nu kan voorspellen. Het zal er echt van afhangen of het de gemeente lukt om
waarde terug te krijgen voor geld dat we nu voorfinancieren. Als we tot een
verkoopproces overgaan, dan is het ook de vraag wat dat uiteindelijk oplevert. Dat is het
moment waarop we die rekening pas kunnen opmaken. De voorbeelden die de heer Van
Lammeren noemde, zijn indringend, maar eerlijk gezegd veel te vroeg. Niemand van ons
kan dat op dit moment voorspellen. Het enige wat we kunnen afspreken en waar wij in
ieder geval voor gaan, is: laten we proberen om het verlies zo gering mogelijk te laten zijn.
We weten echter ook: als we met een bedrijf in deze situatie terechtkomen, dan levert dat
nooit prachtige cijfers op. Ik geloof dat de heer Van Dantzig terecht zei dat het gaat om
het maximaal beperken van verlies. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat dat
heel belangrijk is.
(De heer BOOMSMA: Natuurlijk zou het fantastisch zijn als we een deel
van dat geld weer terug kunnen krijgen. Daar heb ik ook een aantal
vragen over gesteld. De wethouder schrijft dat er door het verkopen van
49
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
bezittingen een grotere mate van zekerheid wordt verkregen dat die
45 miljoen euro op korte termijn weer terug naar de gemeente komt. Dat
vind ik moeilijk te begrijpen. Misschien kan ze dat nog toelichten. Daarbij
had ik ook gevraagd of er bezittingen zijn die door de banken niet als
onderpand zijn gevraagd.)
Hier komen we in het ragfijne spel tussen de banken enerzijds die ook waarde in
het bedrijf hebben zitten, de gemeente en de directie van het bedrijf. Om dit goed uit te
kunnen leggen, zonder dat ik de positie van een van de partijen schaad, moet dit kabinet.
Dan kan ik u meer vertellen over de bezittingen waarover het precies gaat, wat dat wel of
niet betekent en hoe we daarin opereren. Dat kan ik niet in het publieke debat doen.
(De heer BOOMSMA: Dat debat kunnen we dan in het kabinetgedeelte
voortzetten. In de openbare brief staat dat er een grotere zekerheid kan
worden verkregen dat die 45 miljoen euro op korte termijn weer
terugkomt. Dat bevestigt de wethouder. Daar staat zij voor.)
Daar gaan we voor. Waarom kostte het tijd om deze voordracht aan u te kunnen
voorleggen? Als we opschrijven dat we die zekerheden zoeken en dat we daar ook
afspraken over willen maken, dan moet er niet iemand opstaan die zegt: sorry hoor, daar
weet ik helemaal niets van. Dat is niet handig. Dat bent u toch met mij eens? Is de deal
daarmee gesloten? Nee, dat hebben we ook opgeschreven.
Ik kijk naar de vragen die ik misschien nog niet heb beantwoord. Ik denk dat ik op
de hoofdpunten al wel het een en ander beantwoord heb. Voor de cijfers die cruciaal zijn
voor de raad, dat snap ik, stel ik voor om dat snel kabinet te doen. Mijn collega zal ook
nog een paar vragen beantwoorden. Ik begrijp heel goed dat de cijfers voor u heel
belangrijk zijn en dat die ook vertrouwen moeten geven in de manier waarop wij onze
positie hebben opgebouwd.
(De heer VAN LAMMEREN: Wederom wijze woorden. Ik denk dat wij
inderdaad zo besloten verder moeten gaan, want het gaat over veel geld.
Ik wil in het openbare gedeelte nog iets vragen over de achtergestelde
lening van 110 miljoen euro. Is die helemaal afgeschreven? Een
achtergestelde lening is natuurlijk nooit weg, maar in het vorige stuk stond
dat ze op nihil moet worden gewaardeerd. Is dat nog steeds zo?)
We hebben haar formeel nog niet afgeschreven. Dat is het antwoord.
(De heer VAN LAMMEREN: Dat snap ik, want dat kan ook niet. Wordt er
al rekening mee gehouden dat ze, zoals in de brief staat, nihil wordt?)
Daar wil ik nu niet op vooruitlopen.
(De heer VAN LAMMEREN: Dan een vraag van een heel andere orde. Is
de wethouder ermee bekend dat er mogelijk een strafrechtelijk onderzoek
komt naar het AEB? Als het antwoord daarop ‘ja’ is, hoe schat u dat dan
in? Ik heb vanmiddag een beetje rondgebeld. Is het bedrijf verkoopbaar
als dat strafrechtelijk onderzoek loopt? Levert het mogelijk vertraging op?
Doet dat iets met de waarde?)
Dit moet ik echt nagaan. Als er sprake is van zaken die eventueel onder een
rechter komen, dan is het buitengewoon onverstandig als ik daar iets over zou zeggen of
daarop vooruit zou lopen. Dat wil ik nu niet doen.
Dat was mijn bijdrage. Er is een motie ingediend door mevrouw Nanninga. Ik weet
niet of het de bedoeling is om daar in de eerste termijn al op te reageren.
(De VOORZITTER: Omdat we niet weten of er behoefte is aan een
tweede termijn, zou ik er al wel op reageren als ik u was.)
50
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
Laat ik het zo zeggen. Ik begrijp wel wat mevrouw Nanninga vraagt. In zo’n
ingewikkeld en complex dossier zouden raadsleden net zo goed juridische bijstand willen
hebben of advies willen vragen. Volgens mij zijn daar enkele manieren voor. Er kan
ambtelijk bijstand worden gevraagd en die moet dan beschikbaar worden gesteld. Ik weet
overigens dat er in sommige andere huizen der democratie, bijvoorbeeld in het parlement,
een specifiek bureau Wetgeving en een bureau Onderzoek rijksuitgaven is. Die zijn van
de Kamer zelf en staan individuele parlementsleden bij dit soort vragen bij. Dat is breder
dan u van het college kunt vragen omdat dit veel meer gaat over hoe de raad zelf zich
organiseert. Dat is denk ik meer een taak van het presidium om over te praten. Als u op
de een of andere manier juridische bijstand wilt en als het college daarin kan voorzien via
de geëigende route, dan is dat prima. Dat moeten we doen. Ik wil daar graag aan
meewerken. Als u echt zoekt naar een instrument van de raad zelf dat niet via ons ter
beschikking wordt gesteld, dan moet u het debat daarover met de fractievoorzitters en
met elkaar voeren. Ik begrijp wel waarom u dit vraagt. Ik vind het heel logisch dat u deze
vraag stelt. Ik ben positief over de motie, maar ik weet niet of ik de juiste postbus ben. Dat
is een beetje het probleem.
(Mevrouw NANNINGA: De reden dat ik dat wel in de brievenbus van de
wethouder heb gedropt, is dat het college ook regelmatig dingen in onze
brievenbus dropt en daar wel heel veel externe steun van bureaus bij kan
vragen omdat het complex is. Wij worden geacht dit soort stukken te
lezen, te controleren en te begrijpen. We krijgen laat, weinig en slecht
informatie en dan zijn we ook nog niet geëquipeerd om dat te duiden.
Daarom heb ik die vraag bij het college neergelegd. De informatie die wij
laat, slecht en onvolledig krijgen, moeten we ook nog eens zien te duiden.
Het college heeft daarbij allerlei middelen tot zijn beschikking.)
Uw raad heeft een verordening voor het vragen van ambtelijke bijstand. Daar kunt
u gewoon een beroep op doen. Die route is er. Ik wil daar alle medewerking aan verlenen,
laat ik dat zeggen. Dat is ook onze plicht. Als het om een bredere vraag gaat, om een
permanente, onafhankelijke eigen rol, dan vind ik dat dat iets is waar de raad zelf over
moet beslissen. Niet omdat ik ervan af wil zijn, helemaal niet zelfs, maar als u echt
onafhankelijk advies wilt, dan moet u dat niet via het college regelen. Als u advies wilt of
ambtelijke steun op basis van de huidige regels, dan kan dat. Dat moet dan ook
georganiseerd worden. Als u het breder bedoelt, waarbij ik mij iets kan voorstellen, dan is
dat, gelet op mijn ervaring in de Kamer, een andere en bredere discussie die voor een
deel ook in de raad zelf tot een aantal stappen moet leiden. Dat is niet negatief bedoeld,
maar juist positief. Ik kan mij daar echt iets bij voorstellen, maar dat is niet aan mij.
(De heer TAIMOUNTI: Ik heb een specifieke vervolgvraag op het betoog
van de heer Van Lammeren. Is op de een of andere manier aan u
bekendgemaakt dat er een strafrechtelijk onderzoek naar het AEB zou
lopen of heeft het AEB dat aan u kenbaar gemaakt?)
Nogmaals: voor zover ik weet nu niet. Voordat ik daarover dingen zeg die niet
kloppen, moet ik dat checken. Zelfs als er juridische kwesties spelen, dan is het vaak heel
lastig om daar in onze positie iets over te zeggen. We moeten niet in dit soort zaken gaan
freewheelen. Andersom vraagt de suggestie opperen ook om bewijs.
(De heer TAIMOUNTI: Het lijkt mij verstandig dat, in de situatie waarin het
AEB verkeert, als dit het geval is dit op de een of andere manier kenbaar
wordt gemaakt aan de raad of in elk geval aan de verantwoordelijke
wethouder. Daarom stelde ik die vraag. Ik heb een tweede vraag. In uw
betoog noemt u een aantal dingen. U hebt het gehad over banken, assets
51
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
en beslag. Is het mogelijk dat er beslag gelegd wordt als de 45 miljoen
euro niet beschikbaar wordt gesteld binnen nu en drie weken? Heeft
iemand daarmee gedreigd?)
Nee, ik heb het ook niet over beslag gehad. Ik heb echt geprobeerd om u te
vertellen waar we mee bezig zijn, namelijk voor de komende maanden rust creëren, een
financiële garantstelling in het vooruitzicht stellen en daarmee onze
onderhandelingspositie ten opzichte van anderen die er ook een rol in spelen zo te
organiseren dat we waarde terug kunnen krijgen voor het geld dat we investeren.
(De heer TAIMOUNTI: U zegt dat u het woord niet hebt gebruikt, maar u
hebt het wel gebruikt. Misschien in een andere zin. U had het over beslag,
over banken en over assets verkopen. Die woorden zijn gevallen en mijn
vraag is heel concreet: Is het mogelijk dat er beslag gelegd kan worden?
Of heeft een partij zich daarover uitgesproken?)
Het woord ‘beslag’ is door mij niet genoemd. U zegt dat dat woord gevallen is,
maar dat is niet zo. De heer Van Lammeren vroeg of er schuldeisers zijn en of er een
grote dreiging bestond waardoor dit bedrag er per se nu moet komen. Nee, het is een
optelsom van een aantal dingen waarmee we rust voor de langere termijn willen regelen.
(De heer GEDER: De wethouder heeft het over rust creëren en daarom
moest er een spoedvoordracht voorgelegd worden waarover bijna de hele
oppositie nu een urenlang debat voert. Volgens mij is er geen rust
gecreëerd door de spoedvoordracht. Volgens mij zitten we juist met heel
veel vragen. Een van de vragen die nog niet beantwoord is die ook niet
kabinet beantwoord hoeft te worden, is: waarom kon er niet tot
6 november gewacht worden? U wilt het geld liever in één keer om rust te
creëren. Dat kan ik mij enigszins voorstellen. Wat ik niet begrijp, is
waarom dat met spoed moest en waarom, als u bijna de gehele oppositie
tegen u hebt, u toch zegt dat het moet gebeuren, ook al heeft het AEB
misschien niet al het geld nodig, in ieder geval niet de komende weken.
Kunt u begrijpen dat er voor mijn gevoel iets niet klopt? Kunt u dat gevoel
wegnemen door iets over die spoedeisendheid te zeggen?)
Dat moet voor een deel kabinet. Ik heb een poging gedaan om uit te leggen dat
het nodig is om het bedrijf in ieder geval snel een aantal zekerheden voor de lange termijn
te geven. Als we dat partieel zouden doen of in veel kleinere aantallen, dan kunnen we
daarmee niet een betere onderhandelingspositie voor de gemeente Amsterdam zelf
verwerven. Het is daarom in ons belang om op deze manier geld voor te schieten. Verder
wil ik dat graag kabinet uitleggen.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Ik zal met name ingaan op het traject, hoe we dat
willen inrichten of al ingericht hebben en met name op de publieke belangen en hoe we
die kunnen borgen. De borging van de publieke belangen staan centraal in het proces.
Het gaat daarbij om de afvalverwerking, de warmte- en elektriciteitslevering en ook de
slibverwerking. In de komende tijd stellen wij de randvoorwaarden vast op basis van die
publieke belangen, maar ook de verkoopcriteria en de scope van de transactie. Daartoe
hebben wij een transactieteam ingericht, wethouder Dijksma refereerde er al aan. Er is
een financieel specialist bezig met het bepalen van de waarde van de aandelen en we zijn
bezig om het hele proces in te richten. Volgens mij vroeg de heer Van Dantzig naar het
tijdpad. De inrichting van het proces om te komen tot een pakket waarmee wij de markt op
52
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
kunnen gaan, duurt zes tot acht weken. Daarna hebben we het hele eisenpakket klaar
waar alles in zit. Dus: Hoe willen wij onze publieke belangen zo goed mogelijk geborgd
hebben? Welke contracten zijn daarvoor nodig? Welke eisen stellen wij aan de kopers”?
Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? We kunnen wel heel hoge eisen stellen, maar dan
kunnen we andere verwachtingen hebben ten opzichte van het bedrag. We moeten die
eisen een voor een stellen, maar we moeten er ook voor zorgen dat het één pakket wordt.
Daar zijn we zes tot acht weken mee bezig en we zijn er al mee begonnen. We zitten al in
dat traject omdat we alle drie de opties verkennen zoals wethouder Dijksma al zei. We
zitten dus in de eerste periode van dat traject en we zijn bezig het proces in te richten.
Dan de criteria voor de publieke belangen. Ten aanzien van warmte gaat het om
het zekerstellen dat de AVI productie levert en dat dat tegen maatschappelijk zo laag
mogelijke kosten per eenheid warmte is, dat we zekerstellen dat er warmtelevering is en
dat er ook warmte-infrastructuur in de stad ontwikkeld kan worden en dat we het liefst
werken aan een open net met flexibiliteit voor nieuwe bronnen. Dat willen we graag.
Natuurlijk kijken we ook naar afval, naar het zo duurzaam mogelijk verwerken van afval,
van zowel Amsterdams als regionaal huishoudelijk afval en bedrijfsafval. Bij de verwerking
kijken we zowel naar het verbrandproces als naar de verwerking van wat er niet verbrand
wordt. We proberen natuurlijk tot een proces te komen waarbij we steeds minder
verbranden. Ik weet dat de heer Boomsma alleen naar het geld wil kijken en de
duurzaamheid erbuiten wil laten. Wij willen juist publieke belangen borgen waarbij
duurzaamheid een rol speelt. Als we publieke belangen borgen terwijl we niet naar
duurzaamheid kijken, dan zitten we straks met contracten die volstrekt niet
toekomstbestendig zijn. Daar is duurzaamheid natuurlijk een onderdeel van. We doen dat
met een afweging met elkaar.
Dan is de vraag: kunnen wij daarover meepraten? We stellen alle voorwaarden op
en gaan na wat die betekenen voor de contracten, voor duurzaamheid en voor de borging
van de belangen. Ons voorstel is dat wij in de commissievergadering van 21 november,
een gecombineerde vergadering van de commissies FEZ en MLD, die criteria met u
kunnen doorspreken. Als het gaat om de borging van publieke belangen, dan kunnen we
de bestuursopdrachten erbij pakken. Helaas hebben we die nooit besproken omdat de
crisis bij het AEB ertussendoor kwam. Daarin zit natuurlijk de kern van hoe we de publieke
belangen willen borgen. Als we een goed pakket willen samenstellen, dan moet dat een
samenhangend geheel zijn, financieel, juridisch en contractueel. Gezien de aanlevertijden
om een proces goed in te richten zodat u zich op een goede manier kunt voorbereiden,
kunnen wij het voorstel doen om op 21 november met u dat eisenpakket te bespreken.
Dan zitten we goed in de termijn die staat voor zo’n voorbereidingsproces, namelijk zes
tot acht weken.
(De heer BOOMSMA: Ik heb niet gezegd dat we geen eisen moeten
stellen op het gebied van duurzaamheid, maar dat we bij de verkoop van
de commerciële onderdelen van het AEB vooral financiële eisen moeten
stellen. Juist om een goede opbrengst te krijgen. Dan hebben we meer
geld voor de andere duurzaamheidseisen en moeten we afwegen welke
zaken we bij de gemeente houden. Mijn verzoek was om dit in de
volgende raad te bespreken. Ik zou daar zeer aan hechten, maar de
wethouder heeft al gezegd dat dit sowieso niet zal lukken.)
Als we dit de volgende raad en dus ook de volgende commissie bespreken, dan
moeten we op grond van de aanlevertermijnen dat pakket morgen al in Andreas zetten.
Dat halen we niet. We willen het snel doen, maar we willen het ook heel zorgvuldig doen,
juist vanwege wat u zegt. De verschillende belangen moeten tegen elkaar worden
53
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
afgewogen en we kunnen u moeilijk een eisenpakket laten zien waarvan we achteraf
moeten zeggen: het klopt niet, want er zitten andersoortige veronderstellingen over
contracten in dan we in het uiteindelijke pakket kunnen zetten. We willen u een zo goed
mogelijk pakket voorleggen op het moment dat u er nog over mee kunt praten. Dat is in
de commissie van 21 november. Dat is wat ik u kan vertellen over hoe het proces
eruitziet, waar we nu staan en hoe we dat de komende weken voor ons zien.
Dan kom ik bij de vragen over WPW. Er is gezegd — en dat klopt ook — dat er in
de statuten van WPW staat dat WPW slechts publieke aandeelhouders mag hebben dan
wel een rechtspersoon die 100% publieke aandeelhouders heeft. Als er een private partij
als aandeelhouder tot het AEB wil toetreden, dan voldoet dat niet langer aan de statuten.
Dat betekent eenvoudigweg dat wij ons moeten beraden over de aandelen WPW en
daarover het gesprek met Vattenfall moeten aangaan. Mevrouw Nadif vroeg mij naar het
standpunt van Vattenfall hierover. Wij gaan dit gesprek aan. Wij zullen ons moeten
beraden. Er zijn verschillende vormen mogelijk. Daar kan ik u later iets meer over
vertellen. Het is inderdaad een van de punten waar we verder over moeten praten, ook
met Vattenfall.
Volgens mij waren dat de vragen die specifiek op mijn dossier waren gesteld.
(Mevrouw NANNINGA: Ik heb heel veel zorgen gehoord. Ik heb waslijsten
vragen langs horen komen. Er is gesproken over een beschadigd
vertrouwen. Er is geen enkel vertrouwen hersteld. Er zijn een paar vragen
lukraak beantwoord. Er is een technocratisch verhaaltje opgehangen. Het
college heeft zichzelf vrijgepleit. Er is geen greintje besef van schuld of
van iets fout te hebben gedaan. De coalitiepartijen zitten te slapen en
tekenen braaf bij het kruisje. Wat staan we hier in godsnaam te doen? Ik
vind dit een aanfluiting. Ik vind het echt een aanfluiting.)
(De VOORZITTER: Ik wil mevrouw Nanninga vragen of ze antwoord wil
van de wethouders. Het was alleen een mededeling.)
(De heer TAIMOUNTI: Ik heb een punt van orde. Ik wil nu graag overgaan
naar het kabinetgedeelte. Ik denk dat dat handiger is, want op deze
manier komen we niet verder. Ik wil ook graag een korte schorsing.)
(De VOORZITTER: Ik kan beide verzoeken honoreren. Ik wil er één vraag
bij stellen. Mij lijkt uw voorstel het meest logisch, dat we eerst de termijn
kabinet houden en daarbij ook de andere geheime punten behandelen
zodat we niet twee keer de zaal hoeven te ontruimen. Daarna houden we
eventueel de tweede termijn publiek. Bent u het daarmee eens?)
(De heer VAN LAMMEREN: Volledig. Ik neem aan dat de stemming in
het openbaar plaatsvindt.)
(De VOORZITTER: Precies. Daarom wil ik terugkeren bij een tweede
termijn publiek zodat daarna de stemmingen publiek kunnen volgen.)
(De heer VAN LAMMEREN: Dan bel ik even naar huis dat het ietsje later
wordt.)
(De VOORZITTER: Dat is wellicht verstandig.)
De VOORZITTER schorst de vergadering.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Ik zie dat de heer Flentge een opmerking van de orde wil
maken.
54
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019 "ää
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Flentge.
De heer FLENTGE: Ik zie om mij heen dat bij veel mensen het lampje half of
volledig aan het uitgaan is. Er zijn nogal wat mensen onder ons met banen en ik wijs er
mijn collega's ook op dat er een aantal zwangeren onder ons is. Ik hoor naast mij
mopperen dat ik mevrouw Temmink hierbij niet mag betrekken. Ik wil aan mijn collega’s
het volgende voorstellen en ik hoop dat we daar uit kunnen komen. Ik stel voor om in het
openbare deel een finale verklaring af te leggen en twee minuten per fractie af te spreken
voor het afleggen van een laatste politieke verklaring over wat we vanavond gehoord
hebben. Daarmee hoop ik dat we richting het einde van de vergadering kunnen gaan,
want anders ben ik bang dat het nogal implodeert.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Ik vind het helemaal geen slecht voorstel, maar ik wil graag
eerst een schorsing van tien minuten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Ik kan mij iets voorstellen bij die schorsing, maar ik
hecht eraan dat we de afspraak die de heer Flentge voorstelt, aanhouden. Ik denk echt
dat dat verstandig is. Dat voorstel heeft mijn volledige steun.
(De VOORZITTER: Volgens mij werd dat niet door mevrouw Poot
bestreden.)
De VOORZITTER schorst de openbare vergadering,
De VOORZITTER heropent de openbare vergadering.
De VOORZITTER: We moeten niet uitsluiten dat er nog iemand wakker is en
meekijkt. Klas 3B is nog wakker. Die moeten we zeker niet onderschatten. Die moeten
morgenochtend een uurtje later beginnen. Wij komen hiermee aan de finale termijn. Ik wil
dezelfde volgorde hanteren als in de eerste termijn en geef het woord aan mevrouw
Nanninga.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga.
Mevrouw NANNINGA: Er was veel passie deze avond, maar uiteindelijk vond ik
het een heel teleurstellend debat. De informatievoorziening in de aanloop hiernaartoe is in
dit debat niet verbeterd. We hebben bij het college datgene gezien wat ik al vreesde. Om
de hete brij heen draaien, een woordenpap over ons uitstorten totdat we murw in de
bankjes hingen. Weinig concrete antwoorden, weinig besef van krachtdadig bestuur,
verantwoordelijkheidsgevoel over de tientallen miljoenen euro's die wij geacht worden
over te maken terwijl we zeer matig geïnformeerd worden. Forum voor Democratie zal
deze voordracht dan ook zeker niet steunen. Dat kan ik alvast zeggen.
Ik gebruik deze tweede termijn verder om een motie in te dienen. De vorige
voorzitter deed een beetje tuttig over mijn taalgebruik, maar ik noem dit toch echt een
clusterfuck. De kosten ervan moeten worden opgehoest. Wij hebben een motie opgesteld
55
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
om in ieder geval voor de Amsterdammer die moet bloeden voor dit falen de pil een beetje
te vergulden. Wij willen dat de tientallen, misschien honderden miljoenen euro's die deze
geldoven gaat kosten, worden gedekt uit de middelen die zijn gereserveerd voor de linkse
ambities in dit coalitieakkoord. Het kan uit het klimaatfonds, uit de illegalenopvang, uit alle
krankzinnige plannen waar de Amsterdammer niets aan heeft, de Agenda Autoluw, het
actieplan Schone lucht, allerlei diversiteitsagenda’s, Amsterdam aardgasvrij. Laat daaruit
deze bodemloze geldput maar een beetje gevuld worden. Dat behelst onze motie.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
124° Motie van het raadslid Nanninga inzake AEB (kosten reddingsplan AEB
dekken uit coalitiemiddelen) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1623).
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de kosten die gemaakt worden voor het redden van AEB, dus in ieder geval de
80 miljoen euro aan krediet die tot nu toe nodig was, en de toekomstige kosten, te dekken
uit de middelen die zijn gereserveerd voor de ambities uit het coalitieakkoord.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Het CDA blijft erbij dat wij eerder hadden moeten weten dat
de deal met HVC niets zou worden. Dat hadden we gewoon eerder moeten weten en
eerder kunnen weten. Ik vind ook dat wij al eerder hadden moeten beginnen met het
M&A-traject. De wethouder kan wel zeggen dat we al drie weken bezig zijn, sinds de
motie van de heer Van Dantzig in de vorige raad, en dat we dus ook geen tijd verloren
hebben door het mislukken van de onderhandelingen met HVG, maar we hadden er al
veel eerder mee moeten beginnen. Al in juli hadden we voorbereidingen moeten treffen.
We hadden echt al eerder moeten nadenken over de voorwaarden die we zouden stellen
en hoe we het proces zo snel mogelijk in gang konden zetten. Zeker omdat we ook al het
voortraject met KPMG waren begonnen. Ik vind dat echt slecht, want daardoor hebben we
tijd verloren die we beter hadden moeten besteden.
Dan de 45 miljoen euro liquiditeitssteun. Ik vind dat wij als raadsleden de dure
plicht hebben om ons zo goed mogelijk te vergewissen van de zin en het nut van een
dergelijk bedrag. Daar moeten we echt ons best voor doen, want dat kunnen we niet
zomaar doen. Zeker gezien de voorgeschiedenis met het AEB en de eerdere
liquiditeitsinjectie moeten wij in staat worden gesteld om daar een goed oordeel over te
vellen. Ik vond, zeker aanvankelijk, de informatievoorziening erg beperkt. Ik heb gevraagd
of wat in de brief staat, klopt. Ik heb nu van de wethouder gehoord dat er een grotere kans
is dat we die 45 miljoen euro op korte termijn weer terugkrijgen. Dat is de inzet, dus wij
zullen nu instemmen met de raadsvoordracht, ook omdat we niet willen dat er een
ongecontroleerd faillissement optreedt. Dat hangt nu voortdurend boven de markt. Wij
zullen naderhand buitengewoon goed controleren of het geld goed is besteed. Laten we
hopen dat er voor alle betrokkenen snel een oplossing komt.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer N.T. Bakker.
56
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
De heer N.T. BAKKER: We danken de wethouders voor de uitgebreide
beantwoording van de vragen. Sommige vragen heb ik wel zeven keer voorbij horen
komen, dus ook de herhaling was heel bijzonder. Wij zullen instemmen met dit voorstel en
wij zullen er daarbij voor waken dat er nog meer uit publieke handen wordt vervreemd.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Dank voor de antwoorden die de wethouder heeft gegeven. Wij
zijn gerustgesteld omdat er geen acute problemen zijn die het voortbestaan van het AEB
aantoonbaar zouden bedreigen, los van de ontwikkelingen die er al maanden aan de
gang zijn. We zijn wel nog ontevreden over de informatievoorziening. Misschien is dat een
verschil van mening met het college, maar wij zijn er echt van overtuigd dat een aantal
cijfers gewoon gepresenteerd kunnen worden en voorbereid hadden moeten zijn op basis
waarvan wij een keuze kunnen maken. Wij geloven dat het AEB een bedrijf is waar de
gemeenteraad samen voor moet staan, maar mijn fractie is er nog niet van overtuigd dat
de volledige 45 miljoen euro op dit moment ook de juiste keuze is. Wij hebben daarom
ook een amendement, maar dat zal een collega van mij zo toelichten.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Taimounti.
De heer TAIMOUNTI: Ik zal niet in herhaling vervallen. Ik zal kort onze positie
aangeven. We hebben een lang debat gehad met argumenten over en weer en aan het
eind van de avond maken we de optelsom. Ben ik beter geïnformeerd? Weet ik meer dan
hiervoor? Ik weet iets meer. Ook wij zijn net als de ChristenUnie gerustgesteld omdat er
op dit moment geen sprake is van een acute crisis. Daarom zijn we ook van mening dat
de 45 miljoen euro die nu gevraagd wordt te veel is en dat niet goed uitgelegd is waarom
het bedrag zo hoog is. Daarom zullen wij ons aansluiten bij het amendement dat er straks
komt.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Ik vond het niet fraai. Ik vond wat er vanavond besproken is niet
fraai, maar ik vond ook wat hieraan voorafgaand is gebeurd niet fraai. Zowel qua proces,
als we kijken naar hoe deze voordracht tot stand is gekomen met stoom en kokend water,
wel openbaar, niet openbaar, het verkrijgen van informatie, als qua inhoud vonden wij het
niet fraai. Er is echt een aantal antwoorden gegeven, maar een aantal antwoorden is ook
niet gegeven. Wij vinden dat dit college ons met de rug tegen de muur heeft gezet. Met de
rug tegen de muur heeft gezet door met HVC te gaan praten, ondanks het feit dat bekend
was dat dat een onbegaanbare weg was. Met de rug tegen de muur omdat er niet al
eerder met het M&A-traject is begonnen. Dat reken ik het college aan. We snappen het
verhaal. We snappen het verhaal nu echt, laat ik daar ook heel duidelijk over zijn. Dat
heeft dit debat zeker gebracht. Een deugdelijke onderbouwing ontbreekt voor ons echter
nog steeds.
Wat hier voorligt, is 45 miljoen euro of failliet gaan. Ik kan u zeggen dat we met de
grootst mogelijke tegenzin waarmee wij ooit hebben ingestemd met een voordracht zullen
instemmen met deze vooracht. Ik kan u verzekeren dat we u heel scherp zullen
controleren op de uitgaven, of er daadwerkelijk geleverd wordt wat u ons vanavond hebt
verteld en of u geen cent te veel van het Amsterdamse belastinggeld zult verspillen.
57
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nadit.
Mevrouw NADIF: Ook ik zal heel kort zijn. Ik wil allereerst het college bedanken
voor de informatie tijdens de technische sessie en ook tijdens het kabinetgedeelte. Ik heb
het al eerder gezegd, GroenLinks zal zeker instemmen met het vrijmaken van dit geld,
vooral om de continuïteit van de publieke functies te waarborgen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: Ik heb nog steeds mijn bedenkingen bij het voorstel. Dat
wordt nog versterkt door het bericht dat ik net binnenkrijg. De Omgevingsdienst
Noordzeekanaalgebied is een strafrechtelijk onderzoek begonnen vanwege een
vermeende overtreding van de Wet milieubeheer. Ook de directie van het Afval
Energiebedrijf wordt gehoord, zo staat er in het document dat in handen is gekomen van
De Telegraaf. Mijn vraag aan de wethouder is of zij daar iets van afweet en hoe we dat
moeten duiden. Wat is het gevolg hiervan?
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boutkan.
De heer BOUTKAN: Ik denk dat we vanavond een stevig, maar ook fair debat
hebben gevoerd over de toekomst van het AEB. Ik vond het ook een goed debat. Er ligt
een stevige voordracht voor met een liquiditeitsverzoek, maar wat ons betreft wel
verantwoord. We vinden het ook een realistische vraag, maar we vinden vooral dat er
voldoende checks and balances in zitten om te controleren of het geld goed wordt
uitgegeven en of het verantwoord wordt uitgegeven. Ik vind het ook heel belangrijk dat het
college alles op alles zet om het geld terug te laten komen. Ik vind het ook heel belangrijk
dat er rust komt en dat we allemaal voor de toekomst van het AEB gaan. Voor mij
persoonlijk geldt ook dat wij in ieder geval niet op de stoel van de directie willen zitten. Ik
wil ook de oppositie bedanken voor haar bijdrage aan het debat, in het bijzonder het CDA
en de VVD en wellicht ook BIJ1 voor hun steun. Wij zullen uiteraard instemmen met het
voorstel.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Het was een mooie dag. Over drie weken weer wat
mij betreft. lets in mij zegt dat we hier nog vaak over zullen praten. Ik moet uitkijken met
wat ik zeg, dus ik ben even aan het nadenken over wat ik zojuist gehoord heb. De Partij
voor de Dieren heeft duidelijkheid gevraagd over het geld dat is uitgegeven, waarvoor de
45 miljoen euro nodig is en over de huidige crediteurenpositie, of er nog andere liquiditeit
is aangetrokken. Zijn er meer schulden aangegaan? Ik kan niet in detail treden, maar de
informatievoorziening is onvoldoende. Daar zit geen schuldvraag bij, want wellicht zijn
sommige cijfers er niet, zijn ze nu niet opvraagbaar of duurt het te lang voordat ze hier
zijn. Dat kan allemaal. Daar wil ik geen oordeel over vellen. Het gaat hier echter wel om
geld van Amsterdammers. Dit gaat over geld waar wij als raad het budgetrecht over
hebben. Daar moeten we heel voorzichtig mee omgaan. Aan de andere kant kunnen we
natuurlijk niet zeggen: laat maar, we doen helemaal niets, want dan loopt de situatie totaal
uit de hand en dan vervallen misschien wel publieke taken als warmtelevering,
vuilnisophalen en volgens mij rijden we nog steeds slib rond door heel Nederland en slib
is een heel net woord. Ik was net zo beleefd om niet te interrumperen hoewel ik dat echt
58
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
wel graag wilde. Ik hoor de SP zeggen: wij gaan er scherp op toezien dat er niet nog meer
zaken niet langer in publieke handen zijn. Dat is dus niet geregeld in deze voordracht. Het
is tamelijk duidelijk wat deze voordracht doet. Maar goed, ik heb geen amendement
gezien, misschien komt dat nog.
Ik heb een amendement, van mijzelf, van de heer Ceder, van mevrouw Nanninga
en de heer Taimounti, in willekeurige volgorde. Het behelst het volgende. In crisis moet je
rust hebben en moet je goed nadenken. De informatievoorziening is nu te summier. Het
kan ook zijn dat we verrast zijn. Voor de zomer werden we ook ineens verrast door een
fait accompli en deze week weer een beetje. Ik zou het prettig vinden als wij in deze raad
geen commissiewerk doen. Ik zou het ook prettig vinden als wij rustig de tijd hebben zoals
het zo vaak gaat met heel belangrijke onderwerpen. We kunnen dan vragen stellen en
antwoorden krijgen. Dan kunnen we hier een politieke duiding geven. De politieke duiding
van de Partij voor de Dieren is overigens tamelijk simpel. Ik houd graag publieke diensten
in publieke handen. Infrastructuur en energielevering zijn een collectief goed. Veiligheid is
een collectief goed. Dat houd ik graag in publieke handen. Als ik vanavond voor zou
stemmen, dan ben ik daar de controle op kwijt.
(De VOORZITTER: Mijnheer Van Lammeren, u zit inmiddels op vier
minuten.)
Ik zal afsluiten. We raken de controle kwijt. Daarom heb ik een tussenoplossing.
Over drie weken hebben we weer een raadsvergadering. We kunnen het AEB niet in de
kou laten staan. Daarom heb ik een amendement geschreven. In het amendement staat
dat we geen 45 miljoen euro ter beschikking stellen, maar 25 miljoen euro. Als ik een
beetje nadenk, dan denk ik dat dat voldoende is. Dan zouden we in de volgende
raadsvergadering met meer en betere informatie opnieuw kunnen bekijken wat de
volgende tranche is. Ik wil dit amendement graag indienen, want we kunnen het AEB en
de Amsterdammer niet in de kou laten staan.
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen:
125° Amendement van de raadsleden Van Lammeren, Ceder, Nanninga en
Taimounti inzake AEB (maximaal 25 miljoen euro} (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1624).
Besluit:
De tekst bij punt 6c:
‘Voor het borgen van de publieke belangen en zorgen van een gecontroleerde
oplossing een additioneel krediet beschikbaar te stellen van maximaal 45 miljoen euro,
waarbij de inzet is dit bedrag zo laag mogelijk te houden. Het bedrag van 45 miljoen euro
is het bedrag dat nodig is om, tezamen met het reeds door de raad gedoteerde krediet
van 35 miljoen euro, de continuïteit van AEB te waarborgen.’
Te wijzigen in:
‘Voor het borgen van de publieke belangen en zorgen van een gecontroleerde
oplossing een additioneel krediet beschikbaar te stellen van maximaal 25 miljoen euro,
waarbij de inzet is dit bedrag zo laag mogelijk te houden. Het bedrag van 25 miljoen euro
is het bedrag dat nodig is om, tezamen met het reeds door de raad gedoteerde krediet
van 35 miljoen euro, de continuïteit van AEB te waarborgen.’
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
59
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
De heer VAN DANTZIG: Laat ik beginnen met iets positiefs te zeggen. Daarbij
kijk ik vooral naar de VVD en het CDA en naar mevrouw Simons. Ik heb het idee dat er
een brug geslagen is naar elkaar, want ik heb u goed gehoord in uw tweede termijn. Ik
vind dat verstandig. Volgens mij zitten we in deze gemeenteraad om verstandige
besluiten te nemen, verstandige besluiten voor de stad. Het aannemen van deze
voordracht is er een van. Er moet me wel één ding van het hart. We maken van deze
vergaderingen zo langzamerhand een marathon waar een topsportconditie voor nodig is,
waarbij het hebben van een normale baan of een gezin bijzonder complex is. Er zijn
mensen die zwanger zijn in het college en in de raad. Dat lijkt mij onmenselijk. We houden
ambtenaren die volgens mij betaald worden hier heel lang bezig. Ik denk dat elk fractielid
dat aan dit debat heeft meegedaan bij zichzelf te rade moet gaan of de informatie die zij
zochten echt essentieel was voor de afweging en of het meerdere malen herhalen van
vragen echt nodig was. Volgens mij kan dit beter en moeten we dat voor Amsterdam
doen.
De VOORZITTER: Ik heb per ongeluk mevrouw Simons overgeslagen. Die zou ik
graag alsnog het woord willen geven.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: BIJ heeft vanaf het begin in dit dossier het standpunt gehad
dat het AEB in publieke handen moet blijven. Op die manier hebben we de meeste
controle op zaken als afvalverwerking en warmteopwekking. Dat gaat Amsterdammers
rechtstreeks aan. Nu er licht aan de horizon gloort en het AEB weer zwarte cijfers zal
schrijven, is het belangrijkste argument voor verkoop wat BIJ1 betreft weggevallen. Dat
gezegd hebbend, zullen die zwarte cijfers er alleen komen als vandaag het verzoek voor
een liquiditeitsinjectie wordt gehonoreerd. BIJ1 spreekt de hoop uit dat meer partijen zich
op dit standpunt zullen stellen en dat wij met zijn allen kunnen kijken naar een gezond
AEB. Niettemin begrijp ik de frustratie van collega's over de informatievoorziening.
Daarnaast maak ik mij ernstig zorgen over hoe wij ervoor kunnen zorgen dat er sprake is
van een kundig bestuur waarbij de gemeente een flinke vinger in de pap houdt. Dat zijn
de zaken waar BIJ1 de komende tijd haar aandacht op zal richten.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Ik denk dat ik heel goed verstaan heb wat een aantal
fracties die hebben gezegd aarzelend te zullen instemmen met de raadsvoordracht als
boodschap hebben meegegeven. Die boodschap is dat als wij samen iets voor de stad
willen doen en ook voor dit bedrijf, het belangrijk is om elkaar daarbij zoveel mogelijk mee
te nemen, het liefst zonder verrassingen. Dat hebt u er ook bij gezegd. Bij een dossier als
dit is het lastige dat het soms heel onvoorspelbaar kan zijn. Dat heb ik in de paar weken
dat ik mij er op deze intensieve manier mee mocht bezighouden, wel gemerkt.
Tegelijkertijd denk ik dat we met datgene wat we vandaag besluiten een pad effenen om
voorspelbaarder te kunnen zijn bij wat er nodig is en bij wat we gaan doen. Ik ben het
hartgrondig eens met de opmerking die mevrouw Poot maakte, dat we tot op de cent
nauwkeurig moeten verantwoorden waar het geld van de Amsterdammers naartoe gaat.
Dat vind ik met u en dat zullen we ook moeten doen. Uiteindelijk gaat het immers om
grote bedragen. We willen er graag ook het liefst zo snel mogelijk zoveel mogelijk weer
60
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
van terugzien. Daarbij zijn we ook afhankelijk van derden. Het debat dat we daar soms
over moeten voeren, is heel ingewikkeld, maar het is wel een debat waar we met volle
inzet en met hart en ziel voor aan de slag gaan. Uiteindelijk is het immers belangrijk dat
we inderdaad zoals mevrouw Simons zei weer zwarte cijfers tegemoet gaan. Daarmee
zijn we er nog niet. Wie de geschiedenis van het bedrijf kent, weet dat. We kunnen
hiermee echter wel een belangrijke stap zetten.
Hoewel ik het niet met het amendement eens ben, maar dat zal de heer Van
Lammeren denk ik begrijpen aan de hand van de redenering die ik steeds heb gegeven
om dit zo te doen, ben ik toch blij met het feit dat een deel van de raad duidelijk een inzet
wil plegen voor het bedrijf, ook al is het niet voor het hele bedrag. Ik denk dat dat ook door
de mensen in het bedrijf zeer gewaardeerd wordt. Hoewel wij het niet eens zijn met uw
veronderstelling dat we meer rust krijgen door elke drie weken deze discussie te voeren —
misschien wel in de raad, maar niet rondom het bedrijf — is het een inzet waaruit blijkt dat
we allemaal begrijpen wat er op het spel staat en wat er nodig is. Dat vind ik heel prettig
om te zien. Ondanks het feit dat ik amendement nr. 1624 niet kan omarmen en moet
ontraden, heb ik waardering voor het feit dat u deze stap wilt zetten. We zijn het alleen
niet eens over de inzet.
Ten slotte motie nr. 1623 van Forum voor Democratie. Op dit moment is nog niet
gezegd hoe de eindrekening uitvalt en waar die uit betaald moet worden. Nog los van alle
vooronderstellingen in de motie waar ik het niet mee eens ben, wijst u daarvoor alvast
posten aan. Het debat daarover komt echt nog. De eerste inzet is om het bedrag zo laag
mogelijk te houden en de tweede inzet zal zijn om dat hier in een normaal overleg met
een voorstel te bespreken. Ik wil daar sowieso niet op vooruitlopen en om die reden moet
ik de motie ontraden.
Dat gezegd hebbend — collega Van Doorninck zal nog iets zeggen over het
milieudelict zoals het zo mooi heet — hoop ik dat we een voorspelbare discussie zullen
hebben over een bedrijf dat vol in de wind is komen te staan. We zullen daar ook ons best
voor doen. Het zal zeker niet altijd rustig zijn rondom het bedrijf, maar de belangrijkste
voorwaarde om weer op de juiste weg te komen, is wel rust. Met het aannemen van de
raadsvoordracht hebt u daar een belangrijke bijdrage aan geleverd. Ik weet zeker dat dat
ook in het bedrijf bijzonder gewaardeerd zal worden. Daarvoor dank.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Wij hebben onmiddellijk geprobeerd of wij
erachter konden komen waar dit om gaat, want de informatie die u gaf, was nogal
summier. Hoogstwaarschijnlijk gaat het — maar dat weten we niet zeker vanwege de
summiere informatie die wij kregen — om een zaak die een half jaar geleden is
voorgevallen, waarbij de officier van justitie een onderzoek heeft ingesteld naar eventuele
nalatigheid. Bij het AEB is niet de gemeente, maar de provincie het bevoegd gezag. Wij
kunnen dat hier dus niet nagaan, maar wij gaan over een paar uur meteen hiermee aan
de slag zodat we precies kunnen uitzoeken wat er aan de hand is. Mochten wij daar meer
over te weten komen, dan zullen wij u er uiteraard van op de hoogte houden voor zover
wij dat kunnen. Soms vallen zaken onder de verantwoordelijkheid van de provincie. Wij
gaan na in hoeverre wij hier achter kunnen komen en op welke manier wij u hierover
kunnen informeren.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik ben reuze benieuwd. U gaat het nazoeken. In
de krant wordt het feit met naam en toenaam genoemd. Ik ben
61
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
reuzebenieuwd of het bericht waar is en ik hoop zo spoedig mogelijk van
ute horen.)
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Van Lammeren, Ceder,
Nanninga en Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1624).
Het amendement-Van Lammeren, Ceder, Nanninga en Taimounti (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 1624) wordt bij zitten en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Van Lammeren, Ceder,
Nanninga en Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1624) is verworpen met de stemmen
van DENK, de ChristenUnie, Forum voor Democratie en de Partij voor de Dieren voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1559).
De voordacht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1559) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1559)
is aangenomen met de stemmen van de PvdA, de SP, GroenLinks, BIJ1, D66, het CDA
en de VVD voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1622).
De motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1622) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1622) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie, DENK en de Partij van
de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1623).
De motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1623) wordt bij zitten en opstaan
verworpen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Nanninga (Gemeenteblad afd. 1, nr.
1623) is verworpen met de stemmen van Forum voor Democratie en de Partij van de
Ouderen voor.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1559 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
De VOORZITTER: Daarmee komen we aan het eind van de beraadslaging van
vandaag. Voordat u weggaat, wil ik u allen danken voor uw formidabele
62
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019 "aa
uithoudingsvermogen, in het bijzonder de zwangeren onder ons. Als u het goedvindt,
plaats ik morgenochtend vroeg een bericht op intranet voor onze medewerkers, waarin wij
ons excuseren dat wij hen zo lang belast hebben en hen bedanken voor hun geweldige
inzet tot vannacht bijna 03.00 uur. Dank u wel.
De VOORZITTER sluit de vergadering om 02.25 uur.
63
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 en 11 Raadsnotulen
oktober 2019
INDEX
1559 Verzoek om instemming verlenen krediet ten behoeve van liquiditeitssteun aan
AEB Holding nv …… nnee ennneneenennenervennenernennenervennevereennnneerensenevennenervennnen Î
1560 Actualiteit van de leden Nanninga, Boomsma, Ceder, Taimounti, Van Soest en
Poot inzake het Afval Energiebedrijf … nnen eeen eeenenneeeenenene eneen eneen Ì
1622 Motie van het raadslid Nanninga inzake Afval Energiebedrijf (juridische/financiële
helpdesk voor raadsleden inzake AEB) nnen eeens ennerveneeeee enen ereen reen Ô
1623 Motie van het raadslid Nanninga inzake AEB (kosten reddingsplan AEB dekken uit
coalitiemiddelen) ……… nnen nnen enneerenenneerenenneerenennverenenneerveeeeneren erneer vereer OD
1624 Amendement van de raadsleden Van Lammeren, Ceder, Nanninga en T aimounti
inzake AEB (maximaal 25 miljoen eurO) … nnn ennen ennen enneervennenerv erneer DÛ
64
| Raadsnotulen | 64 | train |
Bezoekadres
x Gemeente 8
mstel 1
Am ste rda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
2x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
De leden van de gemeenteraad
Datum 22 mei 2017
Ons kenmerk V&OR/UIT/ 2017004032
Uw kenmerk
Behandeld door J. van Straten
Bijlage -Motie 210: ‘groen op de Rode Loper’ (Ernsting)
-Motie 241: ‘maximumsnelheid en oversteekbaarheid! (Ernsting en Vroege)
-Motie 212: ‘banken in de Vijzelstraat’ (Van Soest en Boldewijn)
Onderwerp Bestuurlijke reactie wijze van afhandeling moties 210, 211 en 212 behorende bij het
vaststellen van het DO maaiveld en de NvU bruggen Vijzelstraat, project Rode Loper
Geachte leden van de gemeenteraad,
Bij het vaststellen van het Definitief Ontwerp (DO) maaiveld en de Nota van Uitgangspunten
(NvU) bruggen Vijzelstraat op 16 maart jl. heeft v een drietal moties aangenomen:
-__Motie 210: ‘groen op de Rode Loper! (Ernsting);
-___Motie 241: ‘maximumsnelheid en oversteekbaarheid’ (Ernsting en Vroege);
-_Motie 212: ‘banken in de Vijzelstraat’ (Van Soest en Boldewijn).
Motie 210: ‘groen op de Rode Loper’ (Ernsting)
Met deze motie verzoekt u het college in het vervolg van het project in samenwerking met bewoners
en bedrijven een groenplan voor de Vijzelstraat te maken, waarbij gedacht kan worden aan bomen,
boombakken, plantenbakken of gevelgroen.
Motie 212: ‘banken in de Vijzelstraat’ (Van Soest en Boldewijn)
Met deze motie verzoekt u het college banken in het Definitief Ontwerp Vijzelgracht op te nemen en
de raad hierover te informeren.
N.B. Met Vijzelgracht wordt Vijzelstraat bedoeld.
Wijze van afhandeling motie 210 en 212:
Voor de Vijzelstraat wordt momenteel gewerkt aan de voorbereiding van het vitvoeringsbesluit.
Daarnaast wordt gewerkt aan de voorbereiding van de uitvoering en het contract. Hiervoor
worden onder andere gesprekken met bewoners en ondernemers gevoerd over de meest
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 22 mei 2017
Kenmerk
Pagina 2 van 2
geschikte wijze van uitvoering. Naar aanleiding van motie 210 en 212 wordt in de gesprekken ook
gevraagd op welke wijze en waar het beste groen en banken kunnen worden gerealiseerd. Alle
ideeën worden voorgelegd aan een vertegenwoordiging van de buurt en vervolgens indien
mogelijk verwerkt in een aanpassing van het vastgestelde Definitief Ontwerp.
Het college legt de commissie ID naar verwachting tijdens de vergadering van 15 november 2017
het vitvoeringsbesluit Vijzelstraat voor, waarin expliciet wordt aangegeven hoe de het groen en de
banken in het aangepaste ontwerp is opgenomen.
Motie 211: ‘maximumsnelheid en oversteekbaarheid’ (Ernsting en Vroege)
Met deze motie verzoekt u het college te monitoren of automobilisten zich aan de maximumsnelheid
van 30 km per vur houden en als dat niet het geval is maatregelen te nemen, waarbij ook overwogen
kan worden bij de steunpunten zebrapaden over de rijbaan aan te brengen.
Wijze van afhandeling motie 211
Het monitoren of automobilisten zich in de nieuwe situatie aan de maximumsnelheid van 30 km/u
houden, kan pas plaatsvinden zodra de Vijzelstraat opnieuw is ingericht. Dit is naar verwachting
medio 2021. Daarom wordt de einddatum op de termijnagenda voor daadwerkelijke afhandeling
van deze motie op 31 december 2021 gezet.
Voor de volledigheid zijn de drie moties in de bijlage bijgevoegd.
Ik hoop v hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Het dollege van burgemeester en we âa Amsterdam,
ba. 1
CO |
an der Laan VIT; úael Gils
burge ip gemeelftesecretaris
\
| Motie | 2 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1342
Datum akkoord 27 november 2015
Publicatiedatum 2 december 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de raadsleden de heer N.T. Bakker en de heer
B.L. Vink van 17 augustus 2015 inzake de te hoge salarissen bij gemeentelijke
deelneming Alliander.
Aan de gemeenteraad
inleiding door vragenstellers.
Het bedrijf Alliander zorgt voor het energienetwerk in grote delen van Nederland.
Het bedrijf vervult daarmee een belangrijke ‘nutsfunctie’ en is eigendom van een
aantal provincies en gemeenten (Amsterdam bezit 9,16% van de aandelen).
Amsterdam bezit 9,16% van de aandelen. Voor zulke bedrijven is het van extra groot
belang om op een maatschappelijk verantwoorde wijze te ondernemen. Dat is ook
van toepassing op de salariëring van management en medewerkers. Al jarenlang
verdienen de directeuren bij Alliander echter bovenmatig veel geld. Zo bleek in 2014
dat zeventien directeuren meer dan de Balkenende-norm verdienen. De topman van
Alliander streek zo'n 390.000 euro op. Het lid Flentge heeft daarover op 19 mei 2014,
namens de fractie van de SP, schriftelijke vragen gesteld (Gemeenteblad 2014,
afd. 1, nr. 503).
Het college is tegen buitensporige salarissen en zal, vanuit haar rol van
aandeelhouder, er op toezien dat Liander de Wet Normering Topinkomens ( WNT)
naleeft. Het onderwerp beloningen staat geregeld op de agenda van de
grootaandeelhoudersoverleggen van Alliander. Deze overleggen vinden meerdere
malen per jaar plaats waarbij de gemeente Amsterdam in de hoedanigheid van
aandeelhouder aanwezig is.
Op 17 augustus 2015 meldde het Algemeen Dagblad dat de directie zich ook in de
toekomst niet wil houden aan de wet voor topsalarissen (WNT). Het bedrijf wringt
zich in allerlei bochten om toch hogere salarissen te kunnen uitbetalen dan het
maximum van een ministerssalaris (178.000 euro). Volgens het bedrijf geldt de WNT
alleen voor de dochterondernemingen en niet voor Alliander zelf.
Gezien het vorenstaande hebben vragenstellers op 17 augustus 2015, respectievelijk
namens de fracties van de SP en D66, op grond van artikel 45 van het Reglement
van orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het
college van burgemeester en wethouders gericht:
1 Netbeheerder Alliander gunt top een ‘graaisalaris’. Algemeen Dagblad, 17-8-2015
http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/4122748/2015/08/17/Netbeheerder-Alliander-
gunt-top-een-graaisalaris.dhtml
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing aa Gemeenteblad
Datum 2 december 2015 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2015
1. Wat is de mening van het college over het bericht in het Algemeen Dagblad over
de huidige salarissen bij Alliander en de plannen van de directie om de WNT te
omzeilen? Acht het college de salariëring en deze wijze van opereren
maatschappelijk verantwoord en acceptabel?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam heeft als standpunt dat de beloning van bestuurders
van Allilander aan de WNT (2) moet voldoen. In een overleg tussen
aandeelhouders en Raad van Commissarissen (RvC) van Alliander op
24 augustus 2015 is dit ook door een groot deel van de aandeelhouders,
waaronder Amsterdam, uitgesproken.
Onduidelijk is of de WNT (vanuit de wetgever) voor de bestuurders van Alliander
of alleen voor de bestuurder van het bedrijfsonderdeel Liander (de netbeheerder)
geldt. De netbeheerders zijn door de wetgever onder de reikwijdte van de WNT
gebracht. Het grootste bedrijfsonderdeel van Alliander is netbeheerder Liander.
Op dit moment voert de Eenheid toezicht WNT van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (‘BZK’) een onderzoek uit naar wie
gedurende het jaar 2014 voor de WNT als ‘topfunctionaris’ moet worden
aangemerkt binnen Alliander. Hieruit volgt of de bestuurders van Alliander ook
wettelijk verplicht zijn zich aan de WNT te houden. Het college ziet uit naar de
uitkomsten van dit onderzoek welke op korte termijn worden verwacht.
2. Kan het college uitleggen hoe het kan dat het met de huidige wet voor de
normering van topsalarissen mogelijk is dat er toch nog hogere salarissen worden
uitgekeerd dan het maximum?
Antwoord:
De WNT, die per 1 januari 2013 in werking is getreden, is alleen van toepassing
op zogenoemde ‘topfunctionarissen’. Uit het onderzoek van BZK (zie het
antwoord op vraag 1) zal blijken wie als ‘topfunctionaris’ moet worden aangemerkt
bij Alliander.
Daarnaast geldt voor de bestaande contracten en aanstellingen van
‘topfunctionarissen’ een overgangsregeling volgens de WNT. Dit
overgangsregime betekent dat de bestaande bezoldigingsafspraken of
ontslagregelingen maximaal vier jaar worden gedoogd en de gevolgen van de
WNT niet direct merkbaar zullen zijn. Volgens de WNT moet de bezoldiging vanaf
2017 in drie jaar tijd worden afgebouwd naar 130% van een ministerssalaris
(WNT 1) en vervolgens naar 100% in de daaropvolgende twee jaar (WNT 2).
3. Mocht Alliander er in slagen zijn om via een maas in de wet toch hogere
salarissen uit te kunnen keren, is het college het dan met de vragenstellers eens
dat dit dan evenwel een onwenselijke actie is? Is het college bereid om in dat
geval het aandeelhouderschap van de gemeente ten volle te benutten om de
directie van Alliander weer op het goede pad te krijgen?
Antwoord:
Dit zou zeker een onwenselijke actie zijn. De gemeente Amsterdam heeft, zoals
hierboven aangegeven, het standpunt dat de beloning van bestuurders van
Alliander aan de WNT (2) moet voldoen.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neeing aa Gemeenteblad
Datum 2 december 2015 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2015
4. Mocht er inderdaad een maas in de wet zijn, is het college dan bereid de
wetgever in Den haag hierop aan te spreken om ervoor te zorgen dat de wet
normering topinkomens wordt aangepast en daarmee acties zoals die van
Alliander in de toekomst worden voorkomen?
Antwoord:
Naast het onderzoek van BZK naar wie als ‘topfunctionaris’ moet worden
aangemerkt binnen Alliander (zie het antwoord op vraag 1), wordt er door BZK
ook gewerkt aan een eerste integrale wetsevaluatie van de WNT. Afronding van
dit onderzoek is gepland voor het einde van het jaar.
Het college ziet uit naar de uitkomsten van beide onderzoeken. Het standpunt van
de gemeente Amsterdam is dat de beloning van bestuurders van Alliander aan de
WNT (2) moet voldoen. Het is aan de wetgever om te beoordelen of een wet dient
te worden aangepast.
5. Is het salarisbeleid bij Alliander ook goedgekeurd door de Raad van
Commissarissen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke conclusie verbindt het
college daaraan, gezien het feit dat die commissarissen mede namens de
gemeente handelen?
Antwoord:
Ja, het bezoldigingsbeleid (of salarisbeleid) van de Raad van Bestuur (‘RvB’) van
Alliander is voorgesteld door de RvC.?l De RvC van Alliander stelt ook, conform
de statuten en met in achtneming van het beloningsbeleid, de beloningen van de
leden van de RvB vast. De RvC heeft ook te maken met geldende
arbeidsovereenkomsten met bestuurders. Bij 2 van de bestuurders zijn contracten
gesloten voor de inwerkingtreding van de WNT 1 en overstijgt de beloning de
WNT norm. De RvC houdt zich aan de WNT en de bezoldiging van de
bestuurders is ook conform de overgangsregeling van de WNT (zie ook
het antwoord op vraag 2).
6. Zoals hierboven geschreven is dit niet de eerste keer dat Alliander in de
belangstelling staat vanwege de hoge salarissen. Kan het college toelichten
welke actie de gemeente naar aanleiding van de eerder ingediende vragen heeft
ondernomen? En welke reactie heeft de directie van Alliander daar op gegeven?
Antwoord:
De gemeente Amsterdam heeft de RvC in het voorjaar 2015 verzocht nieuw
beloningsbeleid op te stellen. In dit zelfde overleg heeft de gemeente Amsterdam
aangegeven dat het standpunt van de gemeente is dat de beloning van
bestuurders van Alliander aan de WNT (2) moet voldoen. Tijdens een overleg
tussen grootaandeelhouders en RvC van Alliander op 24 augustus 2015. heeft de
gemeente Amsterdam haar standpunt opnieuw toegelicht. Voor het einde van het
jaar worden de uitkomsten van de onderzoeken van BZK (zie de antwoorden op
de vragen 1 en 4) verwacht. De gemeente Amsterdam is in overleg met de RvC
en andere aandeelhouders. De inzet van de gemeente is om het beloningsbeleid
op korte termijn te actualiseren.
fl Statuten Alliander, dd 27 maart 2013, artikel 15 Bezoldiging.
3
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng aa Gemeenteblad
ummer seal:
Datum 2 december 2015 Schriftelijke vragen, maandag 17 augustus 2015
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | discard |
X Gemeente Amsterdam
% Stadsdeel West
Voorbereidende vergadering
Agenda
Datum 16-10-2018
Aanvang 20:30
Locatie Grote zaal, Stadsdeelkantoor Bos en Lommerplein 250
Rondvraag
Opening, agenda vaststellen, mededelingen
Bewoners aan het woord
Graag ontvangen wij uw aanmelding uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst. U kunt
zich aanmelden door een bericht te sturen naar: [email protected]
Actualiteit: Schoolstraat 2
SDC: Bouwdynamiek
Schorsing
SDC: Initiatiefadvies Aanpassen Kruimelbeleid
Tweede termijn
SDC: Voortgang Witte de Withstraat
Tweede termijn
SDC: Stemprocedure Stadsdeelcommissie
Afsluiting
1
| Agenda | 1 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
| Amsterdam Afdoening motie
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 30 november 2021
Portefeuille(s) Zorg
Portefeuillehouder(s): _ Simone Kukenheim
Behandeld door GGD Amsterdam, Marianne ter Velde, marianne.van.der.velde Damsterdam.nl
Onderwerp Afdoening motie 646.21 van de leden Kuiper, La Rose, Van Pijpen, Veldhuyzen,
Kilig en Warmerdam inzake verhogen vaccinatiegraad door andere fijnmazigere
aanpak van het lid Kuiper en motie 625.21 van de leden Warmerdam, Van Pijpen
en La Rose inzake proef vaccineren op VO-scholen
Geachte leden van de gemeenteraad,
In de vergadering van de gemeenteraad van 15 september 2021 heeft uw raad bij de behandeling
van afronding commissieactvaliteit inzake achterblijven vaccinatiegraad Covid-19, motie 646.21
van de leden Kuiper, La Rose, Van Pijpen, Veldhuyzen, Kilig en Warmerdam inzake verhogen
vaccinatiegraad door andere fijnmazigere aanpak aangenomen waarin het college gevraagd wordt
om: “De fijnmazige aanpak omwille van de urgentie aan te passen door nog meer aan te sluiten bij
de belevingswereld van mensen met een migratie-achtergrond, door bijvoorbeeld buiten
kantoortijden op momenten wanneer er samenkomsten zijn voorlichting te geven en aan te
sluiten bij de sleutelfiguren en bijeenkomsten van religieuze gemeenschappen en lokale
zelforganisaties.”
Eveneens aangenomen is motie 652.21 van de leden Warmerdam (D66), Van Pijpen (GroenLinks)
en La Rose (PvdA) inzake proef vaccineren op VO-scholen, waarin het college gevraagd wordt om:
“ De locatie en het tijdsstip van de aanwezigheid van mobiele vaccinatie-units dichtbij VO-scholen
af te stemmen op het moment van voorlichting aan jongeren op VO-scholen over vaccinatie tegen
corona.”
In deze brief ga ik nader in hoe het college de uitvoering van de moties heeft opgepakt.
Fijnmazige aanpak sluit aan bij urgentie en behoeften
In navolging van de motie is de al bestaande samenwerking met sleutelfiguren verder uitgebreid
en geïntensiveerd. De sleutelfiguren zijn maatschappelijk betrokken individuen met toegang tot
brede en vaak diverse informele en formele netwerken. Zij leggen verbindingen tussen de eigen
netwerken en de medewerkers van stadsdelen en GGD.
We bereiken daarmee steeds beter Amsterdammers die soms moeilijk bereikbaar zijn en krijgen
beter terug waaraan behoefte is in het bereiken van specifieke groepen Amsterdammers, zoals
Amsterdammers met een migratieachtergrond.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 november 2021
Pagina 2 van 3
De afgelopen maanden zijn de voorlichters veelvuldig ingezet in met name in Nieuw-West,
zuidoost, Noord, West en Oost. Daarbij is in eerste instantie gekeken naar inzet via
maatschappelijke en culturele organisaties gericht op burgers met een migratie achtergrond. Is
samenspraak met de betrokken organisaties worden de voorlichtingssessies vormgegeven.
Teneinde aan te sluiten bij de belevingswereld van de desbetreffende Amsterdammers wordt
rekening gehouden met passende tijden, locaties, aanwezigen (man/vrouw/mix etc), taal en
andere omstandigheden mits conform de op dat moment geldende maatregelen.
Tevens worden de locaties van de prikteams zorgvuldig gekozen in samenspraak met de
stadsdelen, betrokken organisaties en sleutelfiguren. Locaties kunnen dan ook uiteenlopen van
onder andere kerken, moskeeën, buurthuizen, buurtinitiatieven en jongerenverzamelplekken
(zoals Student hotel). Daarbij wordt ook rekening gehouden in de afstemming en planning met
één of meerdere terugkomsessies, vaak op verzoek van de betrokkenen zelf.
De afgelopen week (week 47) heeft de GGD Amsterdam 12.757 vaccinaties gezet.
Bij het Groeps- en Wijkgericht Vaccineren zijn 616 vaccinaties gezet, dit is gelijk aan het aantal van
vorige week.
Bij het vaccineren zonder afspraak hebben in totaal 4.479 mensen de afgelopen week gebruik van
de vrije inloop, dat zijn per dag zo'n 640 personen.
De mobiele units stonden op: het NDSM-plein, Hoekenrodeplein en bij de Meer en Vaart, er
werden in totaal 917 prikken gezet.
U kunt deze cijfers ook terugvinden op het coronadashboard van de GGD*.
Met in achtneming van de maatregelen is het niet meer mogelijke om grote(re) opkomsten te
organiseren, zoals we eerder bijvoorbeeld gedaan hebben met de Pentecost Church.
We zijn in samenspraak met partijen en in co-creatie met betrokken organisaties en sleutelfiguren
aan het kijken naar alternatieven.
Het college beschouwt motie 646.21 hiermee als afgehandeld.
Voorlichting en vaccinatie op scholen
Wij zijn ons zeer bewust van het belang om ook de jongeren in Amsterdam mee te nemen in de
bewustwording en het gebruik van het vaccineren. Inzet op VO- en MBO-scholen is dan ook zeer
divers en wordt vormgegeven in afstemming met de schoolbesturen.
Uitgangspunt daarbij is dat voorlichting op scholen altijd gepaard gaat met informatie over nabije
vaccinatielocaties.
In afstemming met scholen wordt naast de inzet op zogenoemde ‘Corona-colleges' en aangepaste
biologielessen ingezet op informatieverspreiding over de locatieftijden van vaccinatielocaties?.
Hiervoor wordt zowel gebruik gemaakt van materiaal opgesteld door de GGD als interne
communicatie stromen binnen de scholen (bijvoorbeeld informatieborden).
*https://www.ggd.amsterdam.nl{coronavirus/situatie-regio-amsterdam-amstelland/
2 Op de website van de GGD staan alle vaccinatielocaties en openingstijden, zowel van de vaste locaties
als de mobiele units: https://www.ggd.amsterdam.nl{coronavirusfwijkgericht-vaccineren/
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 30 november 2021
Pagina 3 van 3
Ondanks dat vaccinatie units niet altijd direct op de grond van de school staan, zijn deze bij
voorkeur in de nabijheid te vinden of wordt gekozen voor prikunits met terugkomsessies op de
school zelf.
Het college beschouwt motie 652.21 hiermee als afgehandeld.
Stap voor stap vooruit
We zetten vol in op het verhogen van de vaccinatieopkomst. We krijgen steeds meer te maken
met groepen mensen die principiële bezwaren hebben tegen vaccineren. Dat maakt dat we onze
argumentatie en werkwijzen ook daarop af moeten stemmen. Hoewel we de effectiviteit van onze
inzet niet per bevolkingsgroep kunnen meten, leren we wel van onze ervaringen en passen onze
inzet daaropaan. We zijn dan ook continue alert op noodzakelijke adaptaties en het vergaren en
verwerken van nieuwe inzichten.
Het vaccineren en het voorlichten gaat niet eenvoudig.
We krijgen frequenter te maken met weerstand en houden rekening met een veilige omgeving
voor alle betrokkenen. Ik heb er echter vertrouwen in dat we op de goede weg zijn, samen met al
die partijen die dit samen met ons oppakken. Zoals ik al eerder aan v aangaf, blijft het verhogen
van de vaccinatiegraad topprioriteit. Ik zal v op de hoogte houden over de voortgang en resultaten
van deze campagne.
Ik hoop v voor nu voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Simone Kukenheim
Wethouder Zorg
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Motie | 3 | discard |
Gemeente Amsterdam
STADSDEEL ZUIDOOST RAADSGRIFFIE
Anton de Komplein 150
1102 CW Amsterdam
Postbus 12491
1100 AL Amsterdam
RAADSCOMMISSIE WERK EN DIVERSITEIT
Grote Stedenbeleid / Sociaal Economische Vernieuwing / Arbeidsmarkt, Economische zaken (inclusief
markten), Sociale activering en inburgering / Armoedebeleid en Schuldhulpverlening, Coördinatie
Diversiteitbeleid
Voorzitter : mw. L Koenen - Wilson
Commissiegriffier : mw. A. Jhinkoe-Rai
Telefoon : 020 - 252.5025
AGENDA van de openbare vergadering van de raadscommissie Werk en Diversiteit op
dinsdag 13 januari 2009 van 20:00 — 22:10 uur in de raadzaal van het stadsdeelkantoor Zuidoost
Punt Onderwerp Tijdschema
Á. ALGEMEEN 20:00 uur
A1. Opening en Vaststelling agenda
A2. Vragen halfuurtje
A3. Mededelingen
A4. a. Conceptverslag extra commissie Werk en Diversiteit d.d. 25 november 2008
(bijgaand)
b. Actielijst
A5. Raadsadressen
Geen.
B. BESPREEKPUNTEN
1. Raadsvoordracht kostendekkendheid markttarieven 20:30 - 21:30 uur
(incl. bandbreedte en kostendekkendheid)
- beleidsplan warenmarkt Zuidoost inclusief stand van zaken efficiencyslag
- planning nota markttarieven
(bijgaand)
2. Voortzetting Startersfonds
(ingetrokken door het DB i.v.m. de evaluatie van de D2 gelden
die nog moet komen)
3. Notitie PvdA Stigmatisering Arubanen en Antillianen 21:30 - 22:00 uur
(bijgaand)
C. PUNTEN VOOR EEN VOLGENDE VERGADERING 22:00 — 22:05 uur
C1. Termijnagenda
(bijgaand)
D. RONDVRAAG 22:05 — 22:10 uur
E. SLUITING 22:10 uur
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen zich tot op de dag vóór de vergadering aanmelden bij
de Griffie. Dit kan per telefoon 020-252.5021 of per e-mail naar [email protected] . 1
De vermelde aanvangstijden zijn richttijden waaraan geen rechten zijn te ontlenen.
| Agenda | 1 | discard |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 25 oktober 2022
Portefeuille(s) Ruimtelijke Ordening
Portefeuillehouder(s): Reinier van Dantzig
Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid ([email protected])
Onderwerp Vastellen nieuwe beleidskader Hoofdgroenstructuur en afdoening moties
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met deze brief informeert het college v over het volgende.
Op 25 oktober 2022 heeft het college van B&W ingestemd met de raadsvoordracht waarin wordt
voorgesteld om het Beleidskader Hoofdgroenstructuur vast te stellen.
In de Omgevingsvisie 2050 is één van de strategische keuzes om de stad ‘rigoureus te vergroenen’.
Een geactualiseerde Hoofdgroenstructuur levert een belangrijke bijdrage aan deze ambitie. Het
huidige beleidskader Hoofdgroenstructuur, zoals opgenomen in de Structuurvisie 2040, sluit niet
meer aan bij de nieuwe ambitie en wordt met het nieuwe beleidskader geactualiseerd.
In deze brief informeer ik u over:
1. Waarom heeft Amsterdam een Hoofdgroenstructuur?
2. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in het nieuwe beleidskader?
3. Op welke wijze is er tegemoetgekomen aan inspraakreacties en adviezen van stadsdelen?
4. Op welke wijze geeft het college uitvoering aan moties met betrekking tot de
Hoofdgroenstructuur?
1. Waarom heeft Amsterdam een Hoofdgroenstructuur?
Amsterdam groeit: er komt steeds meer bebouwing bij. In het coalitieakkoord 2022-2026 hebben
we het streven opgenomen om langdurig 7.500 woningen per jaar te bouwen om te kunnen
voldoen aan de enorme vraag. Door de beperkte ruimte staat het groen onder druk. Bij een
complete stad hoort naar mijn overtuiging voldoende en gevarieerd groen. Daarom zijn de voor de
stad onmisbare groengebieden aangewezen als Hoofdgroenstructuur en blijven deze behouden
voor nu en voor de toekomst.
Sinds de introductie in het structuurplan van 2003 wordt de Hoofdgroenstructuur als planologisch-
juridisch instrument ingezet om het waardevolle stedelijke groen binnen de stadsgrenzen van
Amsterdam te behouden en te versterken. De Hoofdgroenstructuur bevat de minimaal benodigde
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 2 van 10
hoeveelheid stedelijk groen en bijbehorende waterstructuren die behouden blijft voor de
toekomst. Het gaat om bestaand groen met een wijkoverstijgende functie.
De groenfunctie van de Hoofdgroenstructuur wordt streng ‘bewaakt’: alleen plannen of
initiatieven die zorgen voor een verbetering van de Hoofdgroenstructuur zijn toegestaan. In het
Beleidskader Hoofdgroenstructuur (HGS) worden op de toetskaart de bestaande groene gebieden
aangewezen die tot de HGS behoren en worden er verschillende ‘soorten’ groen onderscheiden
(groentypen). Welke initiatieven er wel of niet een plek kunnen krijgen binnen de
Hoofdgroenstructuur wordt per groentype beschreven in voorliggend beleidskader. Het
beleidskader is geldig voor 10 jaar, maar zal periodiek worden geactualiseerd op eventueel
tussentijds genomen raadsbesluiten.
2. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in het beleidskader?
Stevige borging van de beschermingsstatus
Met voorliggend beleidskader blijft de zware beschermingsstatus van de Hoofdgroenstructuur
behouden en wordt deze nog steviger geborgd door toetsing in een vroeg stadium van de
planvorming. Woningbouw, werkgerelateerde functies of andere vormen van verharding, die niet
ondersteunend zijn aan de groenfunctie, zijn niet toegestaan. Om te beoordelen of een initiatief of
plan een verbetering van de groenfunctie betekent blijven we de komende jaren gebruikmaken
van de adviezen van een onafhankelijke toetscommissie (Technisch Adviescommissie
Hoofdgroenstructuur, TAC). Toetsing door de TAC gebeurt op basis van dit beleidskader. Alleen
B&W kan, met instemming van de gemeenteraad, een negatief advies van de TAC naast zich
neerliggen en besluiten dat er zwaard wegender argumenten zijn om toch ruimte te bieden aan
een functie die volgens het Beleidskader en TAC advies niet inpasbaar zijn. Naar verwachting zal
de rol van de TAC in de toekomst (op z'n vroegst over 2 jaar) opnieuw worden bezien in relatie tot
een mogelijk in te stellen Commissie Omgevingskwaliteit als uitvloeisel van de Omgevingswet.
Meer groen en blauw aangewezen als Hoofdgroenstructuur
In vergelijking met de vorige versie (zoals opgenomen in de Structuurvisie 2040) is de voorgestelde
Hoofdgroenstructuur per saldo gegroeid. Dat is bijzonder in een sterk verdichtende stad, maar ook
randvoorwaardelijk voor een gezonde en leefbare stad richting toekomst. Meer groen in
Amsterdam krijgt een beschermde status. De groei is te verklaren door:
e toevoeging van nieuw gerealiseerde groengebieden (zoals Dakpark Ag en Dakpark
Spaarndammertunnel);
e toevoeging van bestaande groengebieden (zoals Ruigoord, erven in Tuinen van West,
park bij Kometensingel, Botteskerkpark, groene verbindingen in het havengebied);
e de integratie van de Amsterdamse Ecologische Structuur in de HGS;
e toevoeging van water dat onlosmakelijk samenhangt met het groen (zoals Gaasperplas
als onderdeel van het Gaasperpark, andere stadsplassen en diverse sloten en vaarten als
onderdeel van groene (natuur-) verbindingen).
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 3 van 10
Van een mozaïek naar een robuust groen netwerk voor mens én dier
In lijn met de ambitie zoals beschreven in de Groenvisie 2020-2050 en de Omgevingsvisie 2050
ontwikkelt de Hoofdgroenstructuur zich van een voornamelijk mensgerichte groenstructuur
bestaande uit losse onderdelen naar een aaneengesloten groenblauw netwerk voor mens én dier.
Het Amsterdamse stedelijke groenbeleid is nu nog opgebouwd rondom drie verschillende
stedelijke groenstructuren die deels overlappen en naast elkaar functioneren: de
Hoofdgroenstructuur, de Ecologische Structuur en de Hoofdbomenstructuur. Vanwege de grote
onderlinge samenhang is in de Omgevingsvisie 2050 de ambitie beschreven om deze structuren in
stappen met elkaar te verknopen tot één robuuste groenstructuur. Daarom is de Amsterdamse
Ecologische Structuur geactualiseerd en opgenomen in het Beleidskader Hoofdgroenstructuur. De
Amsterdamse Ecologische Visie (2012) komt daarmee als op zichzelf staand beleidskader te
vervallen.
Het is op dit moment nog niet mogelijk om de Hoofdbomenstructuur op te nemen in de
Hoofdgroenstructuur. Daarvoor moeten eerst een aantal stappen worden doorlopen:
e actualisatie naar een meer gedetailleerde Hoofdbomenstructuur;
e selectie welke structuren uit de Hoofdbomenstructuur onderdeel gaan vitmaken van de
Hoofdgroenstructuur;
e onderzoeken op welke wijze integrale toetsing kan worden georganiseerd.
Het actualiseren van de Hoofdbomenstructuur zal worden betrokken bij de actualisatie van het
Beleidskader Puccinimethode, waar de Hoofdbomenstructuur deel van vitmaakt. De actualisatie
van het Beleidskader Puccinimethode is naar verwachting eind 2023 gereed voor vaststelling door
de gemeenteraad.
Versterking van de variatie van het groen
Amsterdam wil de variatie aan groengebieden behouden en versterken (Groenvisie 2020-2050). In
voorliggend Beleidskader Hoofdgroenstructuur is door het introduceren van een aantal nieuwe
groentypen (natuurpark, stadsplantsoen, landschap en groene verbinding) en de laag ‘stadsnatuur’
meer nuance en variatie aangebracht. Daarnaast is in lijn met de Groenvisie 2020-2050 een
waardensysteem toegevoegd aan het beleidskader parallel aan de gebruikelijke
functiebenadering. Stadsgroen is niet alleen belangrijk voor allerlei ‘functies’ in de stad, zoals sport
en recreatie, maar heeft ook waarden van zichzelf. Groen reguleert de waterhuishouding, draagt
bij aan biodiversiteit, slaat CO2 op en zorgt voor demping van stijgende temperaturen in de
zomer. Tegelijkertijd heeft groen vaak cultuurhistorische waarde en draagt ze bij aan de
gezondheid van haar bewoners: het helpt stress reduceren en nodigt uit tot bewegen. Met de 10
waarden die in dit concept Beleidskader worden onderscheiden wordt benadrukt dat al het groen
in de stad tegelijk meerdere waarden vertegenwoordigt.
Betere bescherming van ecologisch waardevol groen
Met het opnemen van de Amsterdamse Ecologische Structuur is de hoeveelheid groen met het
primaat ‘natuur’ in de HGS toegenomen. Ecologie heeft onder de naam ‘stadsnatuur’ meer status
gekregen binnen het beleid van de HGS en is steviger verankerd in de toetsings- en
planvormingscyclus van gebiedsontwikkelingen. Dit zal naar verwachting leiden tot een steviger
behoud en ontwikkeling van ecologisch waardevolle gebieden en verbindingen. Anders dan bij de
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 4 van 10
ecologische structuur het geval was gaat de onafhankelijke toetscommissie TAC hier nu ook aan
toetsen. Een initiatief binnen ‘stadsnatuur’ zal alleen als ‘inpasbaar’ worden beoordeeld als de
natuurwaarde minimaal behouden blijft. In tegenstelling tot de ecologische structuur zijn ook
kleinere gebieden binnen stadsparken aangewezen als ‘stadsnatuur’. Denk bijvoorbeeld aan de
Koeweide in het Vondelpark.
Meer flexibiliteit binnen gebiedsontwikkelingen
Om het Hoofdgroenstructuur-beleid ‘werkbaar’ te houden, zijn er in Beleidskader HGS specifieke
spelregels meegegeven aan gebiedsontwikkelingen (zie hoofdstuk 4.1 Gebiedsontwikkelingen:
flexibiliteit in ruil voor versterking). Het zijn spelregels die voor een project enige flexibiliteit
bieden bij de nadere invulling van de Hoofdgroenstructuur, maar die tegelijk zorgen dat de
Hoofdgroenstructuur na de transformatie van het gebied aantoonbaar beter is geworden.
Het is ook een misverstand ‘dat er niks mag’ in de Hoofdgroenstructuur. Een goed functionerende
Hoofdgroenstructuur kenmerkt zich door een grote diversiteit aan groen, dat zoveel mogelijk
openbaar toegankelijk is. Daar horen gebouwde voorzieningen en routes bij en ruimte voor
verbetering en vernieuwing, mits deze geen afbreuk doen aan bestaande groenwaarden.
Actief werken aan verbetering van de Hoofdgroenstructuur
De eisen die de stadsbevolking stelt aan het gebruik van het groen veranderen voortdurend.
Daarom werken we aan een Hoofdgroenstructuur die enerzijds robuust is en niet ter discussie
staat en anderzijds kan groeien en meebewegen als de stad met al haar bewoners, flora en fauna,
daarom vraagt. In het nieuwe Beleidskader HGS staat bij elk groentype een beschrijving
opgenomen van de gewenste waardenontwikkeling. Een plan of initiatief wordt uitgedaagd om
minimaal bij te dragen aan de ontwikkeling van de drie genoemde ‘prioritaire waarden’. Dat kan
bijvoorbeeld natuur zijn of gezondheid of recreatie.
Voor het actief werken aan de doorontwikkeling van de Hoofdgroenstructuur zijn daarnaast een
drietal vervolgstappen gewenst. In de eerste plaats zal de ontwikkeling van de
Hoofdgroenstructuur worden gemonitord onder de vlag van de Groenvisie. Ten tweede wordt,
mede op basis van deze monitoring, een ‘Opgavenkaart Hoofdgroenstructuur 2030’ (gepland
2022/2023) voorgesteld, waarmee de raad:
-__actief kan sturen op het kwalitatief en kwantitatief versterken van de
Hoofdgroenstructuur, parallel aan de groei van de stad;
-__ vanuit een stedelijk perspectief onderbouwing krijgt voor investeringen vanuit
beschikbare budgetten voor openbare ruimte en groen, zoals het Strategisch
Huisvestingsplan Bovenwijks Groen en het Stedelijk Mobiliteitsfonds. Deze budgetten zijn
momenteel — mede onder invloed van investeringsplafonds — beperkt;
-__ richting gebiedsontwikkelingen en andere stedelijke projecten helderheid kan bieden over
wenselijke kwaliteitsimpulsen in de Hoofdgroenstructuur.
Als derde vervolgactie wordt voorgesteld om, parallel aan actualisatierondes van de
Omgevingsvisie 2050, ook de toetskaart Hoofdgroenstructuur periodiek te actualiseren.
Wenselijke wijzigingen (zoals nieuw gerealiseerde stadsparken of nieuwe verbindingen) zullen
tijdens een actualisatieronde in de toetskaart worden verwerkt en opnieuw aan de gemeenteraad
worden voorgelegd.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 5 van 10
3. Op welke wijze is er tegemoetgekomen aan inspraakreacties en adviezen
van stadsdelen?
Algemene tendens reacties inspraak en advies stadsdelen
Het concept Beleidskader HGS heeft van 20 december 2021 tot en met 13 februari 2022 ter visie
gelegen. Er zijn meer dan 5oo inspraakreacties binnengekomen, waaruit een grote betrokkenheid
blijkt bij het groen in Amsterdam. Onder die 5oo reacties zijn 55 soms uitgebreide brieven van
verenigingen, stichtingen, bedrijven en andere overheden. Ook hebben alle stadsdelen gebruik
gemaakt van de gelegenheid een advies uit te brengen. Die adviezen zijn constructief van aard. Er
is steun voor een grotere en beter verbonden Hoofdgroenstructuur. Daarnaast zijn er diverse
verzoeken om stukjes HGS toe te voegen of een ander groentype mee te geven.
Een groot aantal insprekers is van mening dat meer groengebieden moet worden toegevoegd aan
de HGS en dat het beleidskader onvoldoende bescherming biedt voor groen en ecologie, te veel
ruimte geeft aan sport, evenementen en drukte anderszins. Meer dan 200 insprekers verzoeken
NoordOogst te behouden voor de stad en het gebied toe te voegen aan de HGS. Een beperkt
aantal indieners betoogt dat het beleidskader juist te weinig ruimte biedt aan sport of andere
ruimtevragers in de stad. Ten aanzien van het Diemerpark wordt door go insprekers bezwaar
gemaakt tegen het vergroten van het gebied met groentype ‘sportpark’ ten behoeve van de
uitbreiding van het sportvelden ten koste van het groentype ‘natuurpark’. Daarnaast zijn er
tientallen verzoeken binnengekomen om stukjes groen toe te voegen aan de HGS of
grenscorrecties door te voeren.
Belangrijkste wijzigingen naar aanleiding van inspraak en advies stadsdelen
Op verzoek van diverse insprekers en in overeenstemming met motie 200_22 van raadslid Renssen
zijn diverse stadsnatuurgebieden en -verbindingen toegevoegd aan de toetskaart HGS, zowel in
stadsparken als op andere locaties in de stad.
Veel inspraakreacties op het concept-beleidskader HGS, van zowel sport als natuurzijde, hebben
betrekking op de fundamentele vraag ‘of sportparken onderdeel moeten blijven van de
Hoofdgroenstructuur’. Insprekers geven aan dat intensief gebruikte sportparken met kunstgras
niet thuishoren in een Hoofdgroenstructuur. Ook wordt aangegeven dat de aandacht voor sport in
het beleidskader HGS buitenproportioneel is. Vanuit diverse sportorganisaties komt juist het
signaal dat de ruimte voor sport te veel wordt ingeperkt door het Hoofdgroenstructuurbeleid.
De vele reacties over sport in de Hoofdgroenstructuur hebben in het beleidskader geleid tot een
scherper onderscheid ‘wat echt in het beleidskader HGS thuishoort over sport’ en ‘wat verder
uitgewerkt moet worden in het kader van de Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie’. Er wordt
duidelijker beschreven dat alle beslissingen over omzetten van een groentype naar een sportpark
of de uitbreiding van het aantal locaties voor sport in de HGS niet genomen wordt in het
beleidskader HGS, maar altijd gedaan wordt in het kader van (een uitwerking of een actualisatie
van) de Omgevingsvisie.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 6 van 10
Omdat het besluit om (bepaalde) sportparken helemaal vit de HGS te halen weloverwogen moet
gebeuren is een vervolgactie opgenomen in het beleidskader om dit te onderzoeken.
Er zijn vele tientallen verzoeken binnengekomen om een groengebied of verbinding op te nemen
in de toetskaart HGS of juist te verwijderen van de kaart of om een ander groentype aan een
groengebied mee te geven. Als er geen grote bezwaren of andere belangen in het geding zijn is
meebewogen met de insprekers. Dat heeft tot tientallen aanpassingen geleid in de toetskaart. Het
gebied van Noordoogst (Melkweg en Oostzanerwerf) maakte ook in de vorige versie van het
beleidskader geen deel vit van de Hoofdgroenstructuur. Dat is bewust zo gehouden. De
planontwikkeling Haven-Stad heeft in dit gebied als opgave om naast groen en ecologie ook
sportvoorzieningen en mobiliteitsvoorzieningen te realiseren. Op het moment dat er in het kader
van Haven-Stad een raadsbesluit is genomen over de definitieve invulling van het gebied kunnen
(delen van) Melkweg en/of Oostzanerwerf en groene verbindingen aan de HGS worden
toegevoegd.
Het grote aantal reacties over het Diemerpark tonen de betrokkenheid, maar ook de zorg en
verdeeldheid ten aanzien van de wens van het college (in het verlengde van de vorige
bestuursperiode) om het sportpark meer ruimte te geven in het Diemerpark om zo tegemoet te
komen aan de sportbehoefte van IJburg. De stedelijke ambitie van het voldoende ruimte bieden
voor sport en bewegen komt op deze locatie samen met de stedelijke ambitie van voldoende
ruimte voor groen, een diversiteit aan groen en behoud van de groenwaarde natuur{biodiversiteit
in het bijzonder. De consequenties hiervan, zoals in de zienswijzen helder, beeldend en vanuit alle
facetten belicht, maakten reeds onderdeel vit van de afweging van het voormalige college om de
keuze te laten vallen op uitbreiding van het sportpark. Eris voor het nieuwe college geen
aanleiding om van deze — ook in de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 — aangegeven koers af te
wijken. Hoewel de exacte contouren van de uitbreiding nog moeten worden bepaald, geeft het
college met de in de toetskaart HGS opgenomen vergroting van het groentype sportpark ten
gunste van het groentype natuurpark (voorheen groentype ruigte/ struinnatuur) duidelijkheid over
de wens om het sportpark uit te breiden.
4. Op welke wijze geeft het college uitvoering aan moties met betrekking tot
de Hoofdgroenstructuur?
In de vergadering van de gemeenteraad van 17 februari 2021 heeft de raad bij de behandeling van
agendapunt 68 (Kennisnemen van het collegebesluit tot vrijgave van het concept Beleidskader
Hoofdgroenstructuur) vier moties aangenomen die betrekking hebben op het Beleidskader
Hoofdgroenstructuur. Het gaat om:
e Motie 194 _22 - verwijderen van ‘economie’ als waarde van het groen
e Motie 198_22- stap 2 & 3 bestaande sportparken volop gebruiken
e Motie 200_22— natuur en rust in stadsparken
e Motie 199_22 — minder parkeren in het groen
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 7 van 10
Met het geactualiseerde Beleidskader Hoofdgroenstructuur wordt tevens tegemoetgekomen aan
2 oudere moties:
e Motie 612_21- uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur
e Motie 1510_17- mogelijkheden groen toevoegen bekijken
Hieronder is per motie toegelicht hoe het college uitvoering geeft aan de betreffende motie.
194_22 Motie Bakker (PvdD) waarin het college gevraagd wordt in het beleidskader HGS
‘economie’ als één van de 11 waarden van de HGS te verwijderen en de aspecten van
economie (werkgelegenheid en aantrekkelijkheid voor bewoners en bedrijven) onder te
brengen in de inleiding en/of onder één van de andere beschreven waarden in het
beleidskader.
Het college geeft als volgt vitvoering aan de motie: in het beleidskader Hoofdgroenstructuur is
‘economie' als 11e groenwaarde geschrapt. Het aspect van de aantrekkelijkheid voor bewoners en
bedrijven is toegevoegd aan de beschrijving van de waarde ‘beleving’.
198_22 Van Renssen (GL) waarin het college gevraagd wordt in de voordracht voor de
definitieve versie van het Beleidskader Hoofdgroenstructuur de volgende zin alinea op pagina
31:
“Hoewel er consensus is over de 3 stappen methodiek zoals omschreven in de
Omgevingsvisie, biedt deze nog onvoldoende duidelijkheid hoe en waar in de stad voldoende
ruimte gevonden gaat worden voor sport in een groeiende stad. In het kader van de
Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie wordt in ‘Integrale Stadsdeel Programma's’ en in de
‘Uitwerking Sport- en Beweegstructuur’ inzichtelijk gemaakt hoe de 3 stappen-systematiek
ruimtelijk gaat landen in de stad, zodat de sportnorm wordt gehaald. Daarbij wordt ook
gekeken naar oplossingen binnen de Hoofdgroenstructuur.”
te wijzigen in:
“In het kader van de Uitvoeringsagenda Omgevingsvisie wordt in het Handelingsperspectief
Sport in een Groeiende stad inzichtelijk gemaakt hoe de 3 stappen-systematiek ruimtelijk
gaat landen in de stad, zodat de sportnorm wordt gehaald. Als stap 1 en stap 2 niet voldoende
oplossing bieden, zoals uitgewerkt zal worden aan de hand van maatstaven die opgenomen
worden in het genoemde Handelingsperspectief, kunnen nieuwe sportparken worden
gerealiseerd, zowel in een stedelijke setting als in een landschappelijke setting.”
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: De sportparagraaf in het beleidskader is
ingekort tot de essentie voor de Hoofdgroenstructuur. De in de motie gevraagde wijziging is
daarbij als volgt doorgevoerd in H4,.2 van het beleidskader Hoofdgroenstructuur:
“Een besluit over een uitbreiding of eventuele nieuwe locatie voor sport in de
Hoofdgroenstructuur, evenals de omzetting van een groentype naar een sportpark, wordt niet
genomen in dit beleidskader Hoofdgroenstructuur. De uitwerking van de methodiek naar de
benodigde sportruimte in de stad en de consequenties daarvan voor de Hoofdgroenstructuur
gebeurt in het kader van (een uitwerking of actualisatie van) de Omgevingsvisie en de in het
coalitieakkoord 2022-2026 aangekondigde herijking van de referentienormen voor sport en groen,
omdat deze functies vaak samen komen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 8 van 10
In het kader van de Omgevingsvisie wordt er aan de volgende acties gewerkt:
e _Handelingsperspectief Sport in een Groeiende stad. De komende periode wordt inzicht
gegeven in hoe de (herijkte) sportnorm gehaald wordt binnen de 1-2-3-methodiek en hoe
dit ruimtelijk vitpakt.
e Actualisatie Referentienorm Maatschappelijke Voorzieningen en in het verlengde daarvan
de in het coalitieakkoord aangekondigde actualisatie van de groen- en sportnorm. Er
wordt toegewerkt naar een gecombineerde norm voor groen, sport en spelen in de
openbare ruimte, waarbij wordt ingezet op het intensiveren van het gebruik van
bestaande sportaccommodaties en er rekening wordt gehouden met het groen dat reeds
aanwezig is in omliggende gebieden.”
199_22 Motie Van Renssen (GL) waarin het college gevraagd wordt te onderzoeken bij de
eerstvolgende actualisatie van de parkeernormen of, op basis van een integrale afweging, de
bijstelling van de parkeernorm bij sportvoorzieningen en andere voorzieningen in het groen
naar beneden bijgesteld kan worden.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: De parkeerbehoefte per sportvoorziening of
andere voorziening in het groen is een afweging per plek, waarbij het aanbod aan bestaande
parkeerplekken, veilige routing, overflow naar de omgeving, maar ook gebruikersdruk meespelen.
Dergelijke afwegingen zijn altijd maatwerk, en dat maatwerk wordt ook nu al geleverd. Bij de
eerstvolgende actualisatie van de nota parkeernormen (voorzien in 2023/ 2024) zal gekeken
worden of de werkwijze zoals deze nu gebruikt wordt aangepast moet worden en welke gevolgen
dat eventueel heeft voor het parkeren bij sportvoorzieningen en andere voorzieningen in het
groen.
200_22 Motie Van Renssen (GL) waarin het college gevraagd wordt in de definitieve versie van
het Beleidskader Hoofdgroenstructuur
e _Omdeintrinsieke waarde van groen te benadrukken, dit nader te beschrijven onder
1.1 Urgentie door het toevoegen van de volgende passage: “Groen in en om de stad heeft
in zichzelf een grote waarde voor een gezond ecosysteem. Bomen en planten dragen bij
aan een gezonde en schone lucht, bodem en waterhuishouding. Groen draagt bij aan een
duurzame, gezonde en mooie stad.”
e _Naderte bezien of in alle stadsparken een stadsnatuurgebied of
stadsnatuurverbinding opgenomen kan worden. Daarmee benadrukken we het belang
van zonering binnen stadsparken met drukke en rustige meer natuurlijke zones.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: De zin over de intrinsieke waarde van groen is
opgenomen onder 1.1 ‘urgentie! in het beleidskader. Tevens is nader bezien of er stadsnatuur in elk
stadspark kan worden opgenomen. Dat kan niet overal en is afhankelijk van de omvang en het
karakter van het stadspark. In de volgende groengebieden en stadsparken is stadsnatuur
toegevoegd: het Gijsbrecht van Amstelpark, het Amstelpark, Flevopark, rond de Riekermolen, het
Piet Wiedijkpark, tussen de tuinparken TIGENO en de Eendracht, over het dakpark Ag, op de
oostpunt van de Volgermeerpolder en in de Groene Zoom tussen Buikslotermeer en de Azo.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 9 van 10
612_21 Motie van de leden Van Renssen en N.T. Bakker (GL/PvdD) ingediend in het kader van
de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 ‘Een menselijke metropool’ inzake uitbreiding van de
Hoofdgroenstructuur, waarin het college wordt verzocht zo spoedig mogelijk een voorstel tot
uitbreiding van de Hoofdgroenstructuur aan de raad voor te leggen.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: de hoofdgroenstructuur is toegenomen, dit is
terug te zien in de toetskaart van de Hoofdgroenstructuur. Een groot aantal groene verbindingen
is toegevoegd om een groenblauw netwerk te vormen.
1510_17 Motie van de leden Van Lammeren, Nuijens, Vink, Boomsma en Geenen
(PvdD/GL/D66/CDA/PvdA) ingediend in het kader van het Jaarverslag Technische
Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2016, waarin het college wordt gevraagd bij
herinrichtingsplannen van straten en/of buurten, gelegen tussen delen van de
Hoofdgroenstructuur, te bekijken hoe er groen kan worden toegevoegd en de
Hoofdgroenstructuur versterkt kan worden.
Het college geeft als volgt uitvoering aan de motie: afhandeling van deze motie is in de
raadscommissie van september 2018 aangehouden, omdat er nog geen overzicht was van
kansrijke verbindingen om toe te voegen aan de HGS. Mede naar aanleiding hiervan zijn door alle
stadsdelen ‘groene kansen en verbindingenkaarten' gemaakt. Deze kaarten zijn als basis gebruikt
voor de doorvertaling naar de nieuwe HGS. Het Beleidskader Hoofdgroenstructuur bevat nu een
toetskaart waarin de Hoofdgroenstructuur in omvang is toegenomen en waarin een groot aantal
groene verbindingen is toegevoegd om een groenblauw netwerk te vormen. Tevens vormt het
vergroenen van straten waar dat kan het uitgangspunt bij groot onderhoud en herinrichtingen van
alle straten in de stad.
Als vervolgacties worden in het beleidskader Hoofdgroenstructuur aangekondigd:
e Opstellen van een ‘Opgavenkaart Hoofdgroenstructuur 2030’ als onderdeel van het
Uitvoeringsprogramma Groenvisie (2023), waarin ook groene verbindingen een plek zullen
krijgen;
e Onderzoeken op welke wijze ‘groene linten’, inclusief de Hoofdbomenstructuur,
opgenomen kunnen worden in het beleidskader Hoofdgroenstructuur (na 2022).
Mede op basis hiervan kunnen bij een actualisatieronde van het beleidskader Hoofdgroenstructuur
voorstellen worden gedaan voor het toevoegen van groene verbindingen aan de
Hoofdgroenstructuur toetskaart.
Het college beschouwt de moties hiermee als afgehandeld.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 25 oktober 2022
Pagina 10 van 10
Tot slot
Uit de vele zienswijzen de we hebben ontvangen, de adviezen van de stadsdelen en de ingediende
moties maak ik op dat er zorgen zijn over het verdwijnen of het onvoldoende beschermen van het
waardevolle groen in onze stad. Ik snap deze zorgen, zeker nu Amsterdam zo hard groeit. Daarom
is het in mijn ogen ook zo belangrijk om de belangrijkste groengebieden in de stad te behouden
voor de toekomst. Precies om die reden is de Hoofdgroenstructuur ruim 25 jaar geleden in het
leven geroepen. Het nieuwe Beleidskader Hoofdgroenstructuur is een belangrijk instrument om
onze stad mooi, gezond en leefbaar te houden voor mens, plant en dier.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Reinier van Dantzig
Wethouder Woningbouw en Stedelijke Ontwikkeling
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 10 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 1006
Publicatiedatum 19 november 2014
Ingekomen op 5 november 2014
Ingekomen onder 800’
Behandeld op 6 november 2014
Status Aangenomen
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van der Ree inzake de begroting voor 2015
(vacatures voor boventallige medewerkers van de gemeente Amsterdam).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de begroting voor 2015;
Constaterende dat:
— als gevolg van de gemeentelijke reorganisatie een deel van de ambtenaren
boventallig zal worden;
— organisaties die subsidie ontvangen van de gemeente Amsterdam geregeld op
zoek zijn naar nieuwe werknemers;
Overwegende dat:
— de gemeente Amsterdam over goed gekwalificeerd personeel beschikt dat ook in
een andere functie buiten de gemeentelijke organisatie een positieve bijdrage zou
kunnen leveren;
— het Mobiliteitscentrum een verbindende rol zou Kunnen spelen in het koppelen van
boventallige ambtenaren aan organisaties die subsidie van de gemeente
Amsterdam ontvangen,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
in samenspraak met organisaties die subsidie ontvangen van de gemeente
Amsterdam, indien deze vacatures hebben en zonder implicaties voor hun subsidie,
te proberen boventallige medewerkers van de gemeente Amsterdam te matchen met
de vacatures van deze instellingen.
Het lid van de gemeenteraad,
D.A. van der Ree
1
| Motie | 1 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
x% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2015
Afdeling 1
Nummer 1296
Datum akkoord college van b&w van 22 september 2015 m.i.v. wijzigingen
akkoord wijzigingen 4 november 2015
Publicatiedatum 27 november 2015
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van het raadslid de heer N.T. Bakker van 7 juli
2015 inzake de koper van het voormalig Paleis van Justitie.
Aan de gemeenteraad
Inleiding door vragensteller.
Op 7 juli 2015 berichtte De Telegraaf over het groeiend verzet tegen een op handen
zijnde deal inzake het voormalig Paleis van Justitie op de Prinsengracht’.
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft het gebouw gegund aan vastgoedontwikkelaar M7,
nadat deze met een bod van € 61,3 miljoen het hoogste bod hadden gedaan.
De man achter M7 (Louis Meijer) trof recent een schikking met justitie, nadat hij werd
beschuldigd van omkoping van oud-gedeputeerde Ton Hooijmaijers. Ondanks dat, is
M7 zonder problemen door de Bibob-toetsing heen gekomen.
Gezien het vorenstaande heeft vragensteller op 7 juli 2015, namens de fractie van
de SP, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen tot het college van burgemeester en
wethouders gericht:
1. Heeft de gemeente contact met het Rijksvastgoedbedrijf inzake de verkoop van
het voormalig Paleis van Justitie? Zo ja, wat is de aard van dat contact en met
welk doel wordt dit contact onderhouden?
Antwoord:
De gemeente heeft vanaf 2007 contact met het Rijksvastgoedbedrijf inzake de
verkoop van het voormalig Paleis van Justitie. De gemeente heeft dit contact
gelegd met het doel om haar beleid en procedures zo duidelijk mogelijk kenbaar
te maken in de hoop dat zowel de bieders als het Rijksvastgoedbedrijf daar in de
koop/verkoop maximaal rekening mee zouden houden. Daarnaast heeft de
gemeente het Rijksvastgoedbedrijf geadviseerd om een Bibob-screening bij het
1
http://www telegraaf.nl/dft/nieuws dft/24240837/ Groeiend verzet tegen deal Paleis van Justiti
e_.html
1
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam
Neeing Looe Gemeenteblad R
Datum 27 november 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 juli 2015
landelijk Bureau Bibob aan te vragen. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft dit vanuit
haar eigen bevoegdheid gedaan. Inmiddels is bekend dat het Rijksvastgoedbedrijf
geen rekening heeft (kunnen) houden met de advisering vanuit de gemeente. Het
pand is in eerste instantie verkocht aan M7 die een plan hadden waarvan de
gemeente bij het Rijksvastgoedbedrijf had aangegeven dat ze het als onhaalbaar
inschatte. De gemeente is zeer teleurgesteld over deze gang van zaken.
2. Heeft de gemeente Amsterdam, bijvoorbeeld via een zienswijze, inspraak in de
verdere ontwikkelingen rondom de verkoop en exploitatie van het voormalig
paleis? Zo ja, om wat voor inspraak gaat het? Zo nee, waarom niet? Graag een
toelichting.
Antwoord:
De gemeente heeft geen inspraak in de vastgoedtransactie tussen het
Rijksvastgoedbedrijf en de beoogd koper. De gemeente heeft het
Rijksvastgoedbedrijf wel geadviseerd over de haalbaarheid van de ingediende
projectvoorstellen ten aanzien van het bestemmingsplan en het hotelbeleid van
de gemeente. Van de acht plannen die aan de finale van de verkoop deelnamen
kregen er twee positief advies, één een gemiddeld advies en vijf een negatief
advies. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft gekozen voor een koper (M7) waarvan de
gemeente had aangegeven dat ze het voorstel onhaalbaar achtte. Inmiddels is
het gebouw doorverkocht aan één van de twee partijen (CTF-Rosewood).
De plannen van CTF heeft de gemeente tijdens het verkoopproces waarin zij het
Rijksvastgoedbedrijf adviseerde als haalbaar (passend in het beleid) beoordeeld.
Het beleid steunt de ontwikkeling van het pand naar tophotel, maar alleen onder
strenge voorwaarden.
De bestemming van het pand moet nog gewijzigd worden. De gemeente heeft
daardoor, in haar rol als vergunningverlener, invloed op de verdere ontwikkeling
van het Paleis van Justitie.
3. Worden bewoners door rijksoverheid en/of gemeente betrokken bij de verdere
ontwikkeling en invulling van het voormalig paleis? Zo ja, op welke manier?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
De nieuwe eigenaar CTF Amsterdam heeft aangegeven zo snel mogelijk in
gesprek met de buurt te gaan en te blijven. Daarnaast kunnen belanghebbenden
als onderdeel van de procedure van de omgevingsvergunningsaanvraag een
zienswijze indienen.
4. Is het college bereid om bij de regering aan te dringen op gedegen inspraak bij
toekomstige verkoop en invulling van rijksvastgoed in Amsterdam, voor zowel
gemeente als omwonenden? Graag een toelichting.
Antwoord:
Absoluut, de gemeente zal bij het Rijk aandringen om in toekomstige gevallen al
eerder betrokken te raken. Dat speelt op korte termijn al rondom de verkopen van
de Bijlmer Bajes, de gevangenis bij de havenstraat en de jeugdgevangenis
‘De Koppeling’ aan de tafelbergweg. Verder verwijs ik u naar de inleiding van
Minister Blok op de Tweede Kamer vragen.
2
Jaar 2015 Gemeente Amsterdam R
Neng Looe Gemeenteblad
ummer = …. - or
Datum 27 november 2015 Schriftelijke vragen, dinsdag 7 juli 2015
5. Is het college daarnaast bereid met het rijk in gesprek te gaan om te kijken of de
screening van potentiele kopers afdoende is of dat deze verdere aanscherping
behoeft? Graag een toelichting.
Antwoord:
Het College is van mening dat de meest diepgaande screening die binnen het
Nederlands recht mogelijk is, ook is uitgevoerd, namelijk de Bibob-screening.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
3
| Schriftelijke Vraag | 3 | train |
Bezoekadres
2x Gemeente Bezoek
Amste rdam 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020
x amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 februari 2018
Behandeld door M.C. van Ravels ([email protected])
Bijlage Motie 1539 van raadslid Vink (D66) en Poorter ( PvdA) inzake de aanvullende
oplegger bij het Regionaal Actieprogramma Wonen 2016-2020.
Onderwerp Reactie op motie 1539 van raadslid Vink (D66) en Poorter ( PvdA) inzake de
aanvullende oplegger bij het Regionaal Actieprogramma Wonen 2016-2020.
Zeer geachte raadsleden,
In de vergadering van de gemeenteraad van 30-11-2017 heeft u bij de behandeling van de
aanvullende oplegger bij het Regionaal Actieprogramma Wanen 2016-2020 motie 1539 van
raadslid Vink van D66 en Poorter van PvdA aangenomen waarin het college gevraagd wordt om:
1. Op korte termijn samen met portefeuillehouders Ruimte en/of Wonen van de meest
relevante gemeenten en de beide provincies binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA)
afspraken te maken over de te nemen stappen wat betreft de ruimtelijke ontwikkeling en de
kwaliteit en kwantiteit (inclusief sociaal, midden en duur segment) van de regionale
woningbouwopgave;
2. Daarbij ook de eerste contouren te bespreken van een mogelijk regionale strategie;
3. De gemeenteraad hierover in het eerste kwartaal van 2018 te informeren.
In deze brief informeren we u over de inzet van Amsterdam op deze onderwerpen.
Sinds janvari 2017 is de samenwerking op schaal van de MRA hernieuwd van start gegaan en
wordt een gemeenschappelijke agenda uitgevoerd. Amsterdam participeert onder meer
actief in het portefeuillehoudersoverleg Bouwen en Wonen MRA (wethouder Ivens) en het.
platform Ruimte (wethouder van de Burg) van de MRA.
e De samenwerking Bouwen en Wonen MRA bevindt zich nog in de opbouwfase. Sommige
deelregio’s van de MRA zijn er met grote terughoudendheid ingestapt. De Burgemeester
en wethouder Ivens hebben diverse bestuurlijke gesprekken gevoerd om alle partijen
mee te krijgen in de samenwerking en de te vormen woningmarktregio.
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2018
Pagina 2 van 3
e Amsterdam is initiatiefnemer en trekker(bestuurlijk en ambtelijk) van de
Versnellingsopgave voor de woningbouw: gezamenlijk doel is 60.000 woningen in de
MRA in aanbouw nemen t/m 2020. Zo'n 15.000 tot 20.000 meer dan oorspronkelijke
planning. Samen met wethouder Herrema van Almere is Amsterdam ook de trekker voor
de Proeftuin Wonen. Hier worden samen met het Rijk en marktpartijen 4 experiment
locaties, woningbouwlocaties van grote meervoudige complexiteit zullen worden
aangepakt. Ook de verduurzaming van de woningbouw maakt hiervan onderdeel uit.
e Ook inde vastgoedmarketing (aantrekken investeerders) trekken we regionaal op onder
leiding van Amsterdam evenals in communicatie richting woningzoekenden via Bouw,
Woon, Leef en het nieuwbouwplatform Amsterdam Woont!.
e Wethouder van de Burg is vanuit platform Ruimte MRA één van de trekkers van de acties
om voor de (middel)lange termijn te komen tot afspraken over afstemming en
programmering van de woningbouwopgaven. Samen met bestuurders van de 2
provincies en gemeente Haarlem. Eerste stap daarin is geweest alle potentiële
woningbouwlocaties in de hele regio tot 2040 in beeld te brengen. Dit heeft voor
tenminste 73.000 woningen aan extra locaties opgebracht. Vanwege de schaarse ruimte
in de MRA waar ook plaats moet zijn voor werken en recreëren, landschap en infra, levert
dit diverse schuringspunten op. Hiervoor bereiden we nu in MRA verband een
overdrachtsdocument voor het nieuwe bestuur voor, dat hierover knopen moet gaan
doorhakken.
e Het programma Bouwen en Wonen onder leiding van Amsterdam behelst meer dan
woningbouw, hoewel dat tot heden wel het zwaartepunt is. We hebben in 2017 het grote
Woononderzoek van Amsterdam, het WiA, weten op te schalen naar de hele MRA
(WiMRA). Gemeenschappelijk inzicht is immers een belangrijke basis voor
samenwerking. De uitkomsten gaan ons helpen om regionaal de opgaven op een
vergelijkbare manier in beeld te krijgen en daarnaar te handelen. Gemeenschappelijk
doel hierbij is te werken aan een complete Metropool met voldoende en divers aanbod
aan woningen en woonmilieus. De vertaling hiervan naar een MRA-brede prognose voor
de kwalitatieve woningbehoefte verwachten we medio mei, waarna we de voorgenomen
woningbouwprogramma’s hieraan zullen toetsen.
e _Op het thema betaalbaarheid -zowel sociale huur als middensegment- hebben we tot
dusver vooral samengewerkt in de RAPregio (voorheen stadsregio). In het eerste deel van
het RAP dat in februari 2017 in de commissie WB is besproken heeft v kunnen lezen
welke afspraken daarover zijn gemaakt met als doel te zorgen voor voldoende betaalbaar
aanbod met een evenwichtige spreiding over de regio.
Deze aanpak willen we graag voor de hele MRA regio: Vlak voor de zomer hebben we
MRA breed een bestuurlijke conferentie Bouwen en Wonen gehouden en hebben we
daarvoor de eerste basis gelegd om ook op het onderwerp betaalbaarheid en de relaties
met regiocorporaties meer samen op te trekken. Partijen gaan meer onderling uit-
wisselen over hun diverse wijzen van aanpak van betaalbaarheid problematiek en het
middensegment.
e Op het bestuurlijk overleg Bouwen en Wonen MRA van 23 november 2017 is gesproken
met de vertegenwoordiger van de samenwerkende corporaties in de regio. Er is
afgesproken te werken aan een gezamenlijke agenda met thema's als beschikbaarheid,
Gemeente Amsterdam Datum 6 februari 2018
Pagina 3 van 3
betaalbaarheid, kwaliteit voorraad(duurzaamheid), wonen/zorg en evenwichtige verdeling
van de voorraad over de regio.
Bovenstaande illustreert dat het college zich inzet om de grote opgaven op de woningmarkt
regionaal te adresseren en daarin waar mogelijk en wenselijk het voortouw neemt.
In de raadscommissie bouwen en wonen van 7 maart 2018 geeft wethouder Ivens mondeling een
update omdat dan onder andere de Versnellingssopgave is behandeld in het portefeuillehouders-
overleg MRA. Ook het genoemde overdrachtsdocument - ten behoeve van de ruimtelijke
afstemming over de woningbouwopgave door de nieuwe bestuurders in de MRA - is dan
behandeld door het platform Ruimte. Het college is voornemens uw raad regelmatig te
informeren over de voortgang in de regionale samenwerking.
Het college hoopt u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en beschouwt de motie hiermee
als afgehandeld.
Met de meeste hoogachting, Oe be
er )
\ Pa /
ef bllege van burgemeester en wethouders van Afnsterdam, A
Lj ) ee A
d, et
(\ Ds
€ Z enal ee. mm
J.J. van Aartsen Tr AH.P-van Gils
waarnemend burgemeester gemeentesecretaris
/ ede
| Motie | 3 | discard |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2013
Afdeling 1
Nummer 781
Publicatiedatum 16 oktober 2013
Ingekomen onder D
Ingekomen op woensdag 2 oktober 2013
Behandeld op woensdag 2 oktober 2013
Status Ingetrokken
Onderwerp
Motie van het raadslid de heer Van Drooge inzake de voorgenomen uitbreiding
van het Amsterdamse stadswarmtenet naar de bestaande bouw (heldere kaders
ter beperking van risico’s).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de voordracht van het college van burgemeester en
wethouders van 2 juli 2013 inzake de voorgenomen uitbreiding van het Amsterdamse
stadswarmtenet naar de bestaande bouw (Gemeenteblad afd. 1, nr. 663);
Overwegende dat:
— het college voornemens is in samenwerking met externe partijen het
stadswarmtenet uit te breiden naar de bestaande bouw;
— hiermee een aanzienlijk investeringsvolume gepaard gaat van € 850 miljoen;
— de risico's bij de realisatie van dit voornemen aanzienlijk zijn;
— een heldere kaderstelling ter beperking van deze risico's dus noodzakelijk is,
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
bij de uitrol van stadswarmte naar de bestaande bouw zorg te dragen dat:
— _ergeen sprake is van directe of indirecte gemeentelijke financiering;
— er keuzevrijheid is voor bewoners in bestaande bouw om al dan niet over te
stappen op stadswarmte en dat een eventuele terugkeer naar aardgas te allen
tijde mogelijk blijft;
— _ publieke zeggenschap over het transportnet van stadswarmte gewaarborgd is;
— _pas tot een verdere uitrol van stadswarmte naar de bestaande bouw te besluiten
als a.) de uitrol van stadswarmte in ‘Amerbos' met de raad is geëvalueerd en
b.) er een integrale milieuanalyse is gemaakt over de uitrol van het
stadswarmtenet naar de bestaande bouw met inbegrip van de werkzaamheden
daartoe.
Het lid van de gemeenteraad,
Â.H. van Drooge
1
| Motie | 1 | discard |
Naar aanleiding van het uitbreken van de Coronacrisis en alle ontwikkelingen
sindsdien heeft de fractie de volgende vragen aan het dagelijks bestuur:
1. Actualiteit: De markt op plein ‘40-'45 is afgelopen zaterdag uit
veiligheidsoverwegingen gesloten. De markt is nu weer geopend. Welke
maatregelen zijn genomen zodat de markt weer geopend kon worden?
2. Wat is de situatie van de markt op het Lambertus Zijlplein? Is deze
markt minder druk? Welke
veiligheidsmaatregelen zijn of worden hier genomen?
3. Zou het dagelijks bestuur tijdens de volgende vergadering de stadsdeelcommissie
een update kunnen geven over het huiselijk geweld in Nieuw-West tijdens de
Corona-crisis? We hebben vernomen dat het aantal meldingen van huiselijk geweld
landelijk toeneemt. Ook hebben wij vernomen dat er vanuit het stadsdeel veel wordt
ondernomen om dit probleem te ondervangen. We zouden graag uitleg willen over
hoe het huiselijk geweld zich in Nieuw-West ontwikkeld en hoe dit probleem vanuit
het stadsdeel wordt aangepakt.
| Actualiteit | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsactualiteit
Jaar 2018 Vergaderdatum 18 en 19 juli 2018
Afdeling 1 Agendapunt 21
Nummer 628
Publicatiedatum 11 juli 2018
Onderwerp
Actualiteit van de leden Simons, Roosma, Mbarki, Temmink en Kilig inzake het
stoppen van de uitzetting van Afghaanse vluchtelingen naar Afghanistan.
Aan de gemeenteraad
Op vrijdag 20 juni berichtte het NOS! wederom over twee zelfmoordaanslagen in
Afghanistan waarbij 50 doden en veelvoud aan slachtoffers zijn gevallen in
Afghanistan. De situatie in Afghanistan is ten opzichte van 2001 niet of nauwelijks
veranderd volgens Rob de Wijk van het Den Haag Centrum voor Strategische
Studies. VS en NAVO krijgen geen grip op de situatie, terwijl de Taliban steeds meer
terrein winnen.
Eerder, op 30 januari berichtte de NOS° al over de situatie in Afghanistan.
Verschillende deskundigen waaronder Jorrit Kamminga van Instituut Clingendael
schetsten toen al een duidelijk beeld over de onveilige situatie in Afghanistan. "Het is
de afgelopen jaren aan de lopende band raak. En de bevolking is steeds vaker het
slachtoffer: tussen 2009 en 2016 verdubbelde het aantal burgerdoden.” Volgens
Global Peace Index’ is Afghanistan op Syrië na het gevaarlijkste land van de wereld.
Op 7 maart j.l. luidden negen kinder- en mensenrechtenorganisaties waaronder
Amnesty Internationaal, Global Watch Index en Human Watch de noodklok in een
brandbrief naar gemeenteraden en colleges van burgemeesters en wethouders van
Nederland met het verzoek om zich aan te sluiten bij een groeiend aantal
gemeentes dat oproept om te stoppen met het uitzetten mensen naar Afghanistan.
De Amsterdamse gemeenteraad heeft hier tot op heden nog geen uitspraak over
gedaan, terwijl het uitzetten van mensen naar Afghanistan nog dagelijks doorgaat.
Ihttps://nos.nl/artikel/2237414-eerste-grote-aanval-taliban-op-afghaanse-veiligheidstroepen-sinds-korte-
vrede.html
?https://nos.nl/artikel/2236731-afghanistan-onveilig-ngo-s-pleiten-tegen-uitzetting-vluchtelingen.html
$ http:/visionofhumanity.ora/indexes/global-peace-index/
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Woe Gemeenteblad
ummer zet
Datum 11 juli 2018 Raadsactualiteit
Reden van spoedeisendheid
Het is van groot belangrijk dat de gemeenteraad zo snel mogelijk een uitspraak
doet, omdat nog dagelijks Afghaanse vluchtelingen dreigen te worden uitgezet.
De leden van de gemeenteraad
S.H. Simons
F. Roosma
S. Mbarki
N.G.J. Temmink
A. Kilic
2
| Actualiteit | 2 | train |
> < Gemeente Raadsinformatiebrief
Amsterdam
Aan: De leden van de gemeenteraad van Amsterdam
Datum 6 juni 2023
Portefeuilles) Verkeer, vervoer en Luchtkwaliteit
Portefeuillehouder(s): Wethouder van der Horst
Behandeld door Ruimte & Duurzaamheid, [email protected]
Onderwerp Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit 2023-2026
Geachte leden van de gemeenteraad,
Vanaf 2025 gelden voor taxi's, bestelbussen en vrachtauto’s (binnen de Ring Azo), brom- en
snorfietsen (binnen de bebouwde kom) en pleziervaart (in het centrumgebied) uitstootvrije zones.
Dat betekent dat voertuigen die per 2025 nieuw op kenteken worden gezet (en pleziervaartuigen
die nieuw zijn aangeschaft) die de zone willen betreden, vitstootvrij moeten zijn. Voor bestaande
voer- en vaartuigen gelden overgangsregelingen om de transitie te kunnen maken.
Deze zones zijn belangrijk voor de leefbaarheid van onze stad en vormen een belangrijk
instrument om te zorgen voor schone lucht. Met de voorgestelde maatregelen is het gebied
binnen de Ring Azo uiterlijk in 2030 vrij van vervuilende taxi's, bestelauto's en vrachtwagens. Voor
brom- en snorfietsen geldt dat voor de gehele bebouwde kom. De milieuzone personenauto's
wordt per 2025 aangescherpt naar vanaf emissieklasse 5 (diesel).
Het totale maatregelpakket vindt u in de bijgevoegde Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit
Amsterdam 2023-2026. In de Uitvoeringsagenda wordt de wijze van uitvoering van de maatregelen
uit het Actieplan Schone Lucht (2019) beschreven. De maatregelen hebben als doel verkeer en
vervoer te verschonen in Amsterdam, zowel ter verbetering van de luchtkwaliteit als de reductie
van CO‚-uitstoot.
Duidelijkheid voor voer -en vaartuigeigenaren
Ik vind het belangrijk om duidelijkheid en handelingsperspectief te bieden aan eigenaren van voer-
en vaartuigen. Per vervoersmiddel wordt de huidige milieuzone stapsgewijs aangescherpt naar
een uitstootvrije zone. Een zo breed mogelijk draagvlak voor de maatregelpakketten draagt bij
aan de versnelling van de transitie naar uitstootvrije mobiliteit. De plannen zijn daarom zoveel
mogelijk in overleg met de branchepartijen ontwikkeld en volgen de landelijke regelingen.
Daarnaast worden flankerende maatregelen beschreven die nodig zijn om de doelgroepen te
ondersteunen om deze stap te kunnen maken. Voor de transitie naar vitstootvrije mobiliteit
moeten we voor voldoende oplaadinfrastructuur zorgen, zowel op particulier terrein als in de
openbare ruimte. In het strategisch plan laadinfrastructuur 2020-2030 Laad Me (2020) staat
beschreven hoe de gemeente veilige, betrouwbare, toegankelijke en betaalbare laadinfrastructuur
wil ontwikkelen.
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 06 juni 2023
Pagina 2 van 6
Schone lucht en verminderen CO‚-uitstoot
Het totale pakket aan Amsterdamse maatregelen is zo opgebouwd dat alle modaliteiten bijdragen
aan de totale beoogde verbetering van de luchtkwaliteit en COs-reductie. De problemen op het
gebied van luchtkwaliteit en klimaat worden veroorzaakt door menselijk handelen. ledereen is — in
meer of mindere mate- medeverantwoordelijk voor het ontstaan van deze problemen.
Er wordt steeds meer bekend over de schadelijke gevolgen van luchtverontreinigende stoffen en
daarom heeft de World Health Organization (WHO) haar advieswaarden voor luchtkwaliteit in
2021 stevig aangescherpt. Luchtverontreiniging heeft een direct negatief effect op de gezondheid
van de Amsterdammer. De gemiddelde Amsterdammer leeft ongeveer 11 maanden korter en
rookt gemiddeld 4,4 sigaretten per dag mee door de vieze lucht in de stad (GGD).
Door de transitie van fossiele naar vitstootvrije voer- en vaartuigen leveren de maatregelen ook
een bijdrage aan de vermindering van de CO,-uitstoot in de gemeente. Daarmee vormen de
maatregelen een belangrijke stap om Amsterdam klimaatneutraal te maken. Het gemotoriseerd
verkeer (met varen en mobiele werktuigen) zorgt voor ongeveer 11 procent van de totale CO.-
uitstoot van Amsterdam.
Landelijke kaders voor personenauto, taxi, stadslogistiek en autobus
We kunnen niet zomaar een uitstootvrije zone invoeren. Gemeenten zijn gebonden aan landelijke
kaders voor de invoering van milieuzones en uitstootvrije zones. Om weggebruikers duidelijkheid
te bieden en om een lappendeken van milieuzones tegen te gaan, is per 1 januari 2020 de
regelgeving over milieuzones geharmoniseerd. De toegangsregimes en bijbehorende
verkeersborden zijn geüniformeerd en opgenomen in het Reglement Verkeersregels en
Verkeerstekens (RVV 1990).
De uitstootvrije zone voor stadslogistiek en de mogelijkheid tot aanscherping van de milieuzone
personenauto is al in de regelgeving opgenomen. Voor taxi's bereidt het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat nu de internetconsultatie voor met als doel om gemeenten de
mogelijkheid te bieden om vanaf 1 janvari 2025 de vitstootvrije zone taxi mogelijk te maken.
Landelijke overgangsregels en vitzonderingsregels
Amsterdam zal voor de overgangsregels en vitzonderingsregels van haar uitstootvrije zone voor
bestel- en vrachtverkeer, taxi en milieuzone personenauto aansluiten bij de landelijke afspraken.
Onderdeel daarvan is de afspraak dat kermis- en circusvoertuigen tot 31 januari 2029 vrijgesteld
van de ZE-zones, mits de voertuigen niet ouder zijn dan 13 jaar. Verder zal het bijna afgeronde
landelijke onderzoek naar de samenstelling van het wagenpark van de sector marktkooplieden
een beter beeld geven van de gevolgen voor marktkooplieden. We hebben er vertrouwen in dat de
landelijke vrijstellingen en overgangsregelingen deze branches voldoende tijd zullen bieden om de
transitie te maken.
Voor brom- en snorfietsen en pleziervaart is de gemeente bevoegd om zelfstandig regulerende
maatregelen te treffen.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 06 juni 2023
Pagina 3 van 6
Overige onderwerpen
Beleidsvoornemens op autobussen, houtstook en mobiele werktuigen
De beleidsontwikkeling ten aanzien van autobussen (touringcars en openbaar vervoer-bussen),
houtstook en mobiele werktuigen is nog in volle gang:
-__ Voor autobus wordt dit jaar een landelijk convenant met afsprakenkader verwacht waarin
het toegangsregime en maatregelpakket van de uitstootvrije zone beschreven staat. De
bussen van het openbaar vervoer liggen op koers om in 2025 volledig vitstootvrij te rijden.
-__Amsterdam wil de overlast en uitstoot van houtstook beperken. Samen met de GGD
werken we aan een beleidskader met maatregelen. Dit is naar verwachting in de loop van
2023 gereed.
-__ Amsterdam werkt aan het verschonen van mobiele werktuigen. Het is doel is om in 2025
al zoveel mogelijk vitstootvrij te werken en in 2030 volledig uitstootvrij. Dit jaar wordt de
‘Amsterdamse aanpak’ gepresenteerd in samenspraak met de branche.
Stand van zaken op het water, deelmobiliteit, eigen wagenpark en motoren
-__ GVB-veren: de eerste serie nieuwe uitstootvrije veerponten (in te zeten op het IJpleinveer)
zullen één-voor-één instromen in 2025 en 2026. De vijf Noordzeekanaalveren varen
inmiddels vitstootvrij.
-__De passagiersvaart in Amsterdam ligt op schema om in 2025 volledig uitstootvrij te varen.
-__De ambitie is om in 2025 al het transport over water vitstootvrij te krijgen over de
binnenwateren van de stad.
-__De bijna 3.000 deelauto’s met vergunning zijn goed op weg om in 2025 volledig
uitstootvrij te zijn. De meer dan 7oo deelscooters zijn elektrisch aangedreven.
-_ Eigen wagenpark van de gemeente: Alle scooters en 90% van de personenauto's is
elektrisch. Daarnaast rijdt en vaart 82% van de heftrucks, 23% van de kleine
veegmachines en 30% van de boten inmiddels vitstootvrij. Het gemeentelijk wagenpark
zal aan de milieuzone-eisen voldoen.
-_ Voorde motor heeft de gemeente nog geen (zelfstandig) beleid. Er zijn relatief weinig
motoren en die rijden relatief weinig kilometers.
Vervolgstappen
Na de zomer van 2023 wordt gestart met de zienswijzeprocedure van het verkeersbesluit voor taxi,
stadslogistiek, brom- en snorfiets, pleziervaart en de aanscherping van de milieuzone
personenauto. Tegelijkertijd zal het ontheffingenbeleid worden opgesteld. Dit biedt
belanghebbenden de gelegenheid om te reageren.
Rond die periode starten we ook met een bewustwordingscampagne en informatiebijeenkomsten
in de stad. De inzet van participatie en voorlichting zal per onderwerp verschillen vanwege de
uiteenlopende doelgroepen en tijdsplanning.
Vooruitblik naar ambities 2030
Personenauto's
In het Actieplan Schone Lucht (2019) stellen we de invoering van een uitstootvrije zone
personenauto's binnen de bebouwde kom in 2030 voor. Daar is op dit moment nog geen uitzicht
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 06 juni 2023
Pagina 4 van 6
op, omdat er nog geen landelijke regelgeving is. Amsterdam moet daarom rekening houden met
een uitstootvrije zone met overgangsregeling en/of een latere invoeringsdatum.
Amsterdam faciliteert de transitie van fossiel aangedreven auto's naar uitstootvrij door het
uitgebreide netwerk van openbare laadinfrastructuur. Er is laadzekerheid voor Amsterdammers en
bezoekers met een elektrische auto.
Voor de groei van het aandeel elektrische auto's is Amsterdam grotendeels afhankelijk van
landelijke en Europees beleid. Op landelijk niveau is het streven dat nieuwverkoop volledig
uitstootvrij is in 2030. De Europese Unie heeft onlangs het einde van de verbrandingsmotor
aangekondigd. Nieuwe auto's en bestelbusjes moeten vanaf 2035 uitstootvrij zijn.
Uitbreiding naar de bebouwde kom
In het Actieplan Schone Lucht (2019) stellen we de uitbreiding van de uitstootvrije zones naar
binnen de bebouwde kom in 2030 voor. De komende jaren werken we voorstellen uit en we
verwachten de voorstellen rond 2025 te presenteren.
Toegezegde evaluatie verduurzaming pleziervaart en stand van zaken moties pleziervaart
Evalvatie verduurzaming pleziervaart
In de Uitvoeringsagenda zijn verschillende maatregelen opgenomen om de pleziervaart te
verduurzamen. Daarmee wordt invulling gegeven aan de ambities zoals deze zijn opgenomen in
het Actieplan Schone Lucht én Nota Varen deel 2.
In de raadsinformatiebrief Voortgangsbrief Verduurzaming Vaartuigen’ van 15 december 2021 is
de raad toegezegd dat er een evaluatie wordt uitgevoerd naar de stand van zaken met betrekking
tot verduurzaming van de pleziervaart. De evaluatie vindt v als separate bijlage bij deze
raadsinformatiebrief.
De evaluatie is in samenspraak met de branche opgesteld en vormt de basis van de voorgestelde
maatregelen. Ook is in bovengenoemde raadsbrief toegezegd dat er een ‘ingroeiplan’ komt hoe te
komen tot uitstootvrij varen. Dit zijn de feitelijk maatregelen die opgenomen zijn in de
Uitvoeringsagenda. Later dit jaar volgt de Laadstrategie Varen; een plan van aanpak hoe de
komende jaren de laadinfrastructuur-opgave voor pleziervaart (en passagiersvaart) zal worden
vormgegeven.
Net als bij de zones op de weg zal later via een verkeersbesluitprocedure de vitstootvrije zone
formeel worden ingericht. Ook zal separaat het ontheffingenbeleid worden vastgesteld.
Stand van zaken moties Nota Varen (deel 1 en deel 2)
Er zijn enkele moties bij de behandeling van de Nota Varen (deel 1 en 2) vastgesteld. Deze
verhouden zich als volgt tot de Uitvoeringsagenda:
-___Motie 502 (bij Nota Varen deel 1) ‘belemmeringen wisselaccu pleziervaart’ (Vroege en
Ernsting) vormt input voor de Laadstrategie Varen en zal bij de vaststelling van deze
strategie formeel worden afgedaan.
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 06 juni 2023
Pagina 5 van 6
-__Motie 558.20 (bij Nota Varen deel 2) ‘bepalen van een laadstandaard voor de emissieloze
vaart’ (Ceder en Kreuger) is reeds formeel afgedaan via de raadsinformatiebrief van 21
april 2021; de inhoud van de motie zal worden verwerkt in de Laadstrategie.
-_Motie 574 accent (bij Nota Varen deel 2) ‘uitzondering voor kajvitmotorboten in havens
centrum bij vitstootvrij varen‘(Boutkan en Vroege) is met de keuze voor de begrenzing
van de zone niet meer nodig en met de vaststelling van de Uitvoeringsagenda afgedaan.
Pas in 2030 komt een mogelijke vitzondering opnieuw aan de orde omdat de zone dan
vergroot wordt.
-__Motie 504.19 (bij Nota Varen deel 1) ‘uitzondering voor (zeil)schepen in buitenhavens bij
verduurzaming (Boutkan en Vroege) is reeds formeel afgedaan via de
raadsinformatiebrief van 25 februari 2020. Pas in 2030 komt een mogelijke uitzondering
opnieuw aan de orde omdat de zone dan vergroot wordt.
-__Motie 551 (bij Nota Varen deel 2) ‘historisch botenbeleid (Varend erfgoed)’ (Bakker) is
reeds formeel afgedaan via de raadsinformatiebrief van 1 juni 2021; de inhoud van deze
motie zal worden verwerkt in het ontheffingenbeleid.
Tot slot
Aan een drukke weg is er tot drie keer meer luchtvervuiling dan in een rustige straat met weinig
verkeer. Ik kan me niet voorstellen dat iemand liever woont of fietst in een straat met drie keer
meer luchtvervuiling. Dus we moeten met zijn allen aan de bak.
Wij gaan de komende tijd met de Amsterdammers, bezoekers en ondernemers in gesprek over de
praktische vertaling van deze agenda. Zodat we samen met iedereen die het aangaat kunnen
kijken hoe we zorgen voor een stad waarin iedereen onbezorgd schone lucht kan inademen.
Met vriendelijke groet,
Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
AED,
Melanie van der Horst
Wethouder Verkeer, vervoer en luchtkwaliteit
Bijlagen
1. Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit Amsterdam 2023-2026.
2. Evaluatie Elektrisch Varen.
Een routebeschrijving vindt uv op amsterdam.nl
Gemeente Amsterdam, raadsinformatiebrief Datum 06 juni 2023
Pagina 6 van 6
Een routebeschrijving vindt v op amsterdam.nl
| Brief | 6 | test |
VN2022-006135 Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Kunst en Cultuur x Gemeente Jee 9 TAR
% Amsterdam
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Kunst en Cultuur, Monumenten en Erfgoed
Agendapunt 41
Datum besluit 8 februari 2022
Onderwerp
Kennis nemen van de restitutie van een kunstwerk Kandinsky
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het aangaan van een vaststellingsbijeenkomst
strekkende tot restitutie van een kunstwerk (*Bild mit Hausern’ van Wassily Kandinsky) en de
daadwerkelijke restitutie op 28 februari jl.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Op 6 juli 2021 heeft het college besloten — in afwijking van het gemeentelijk beleid dat
restitutieverzoeken voor bindend advies aan de Restitutiecommissie worden voorgelegd —
in te stemmen met het in overleg treden met claimanten om overeenstemming over een
vaststellingsovereenkomst te bereiken, waarvan de kern is dat de gemeente het kunstwerk ‘Bild mit
Häusern'! van Wassily Kandinsky aan de erven restitveert.
Op 26 augustus 2021 heeft het college v in een raadsbrief geïnformeerd over dit voornemen.
Na het bereiken van overeenstemming over de tekst van de concept-vaststellingsovereenkomst
heeft het college op 12 oktober 2021 besloten in te stemmen met het voorgenomen besluit tot
het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met de erven, strekkende tot restitutie van het
schilderij van Kandinsky.
Na het doorlopen van de procedure in het kader van de Erfgoedwet, heeft het college op 8 februari
2022 ingestemd met het aangaan van de vaststellingsovereenkomst.
Op 28 februari jl. heeft de daadwerkelijke overdracht van het kunstwerk plaatsgevonden. Bijgaande
raadsinformatiebrief heeft v die dag via de dagmail ontvangen.
Reden bespreking
NVT
Uitkomsten extern advies
NVT
Geheimhouding
NVT
Uitgenodigde andere raadscommissies
NVT
Gegenereerd: vl.l1 1
VN2022-006135 % Gemeente Tijdelijke Algemene Raadscommissie
Kunst en Cultuur % Amsterdam
%
Voordracht voor de Tijdelijke Algemene Raadscommissie van o7 april 2022
Ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
AD2022-022556 | RIB restitutie kunstwerk Kandinsky.pdf (pdf)
AD2022-021408 Tijdelijke Algemene Raadscommissie Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
EZC, Kunst en Cultuur, Onno van den Muysenberg, 06 2081 4676,
[email protected]
Gegenereerd: vl.l1 2
| Voordracht | 2 | val |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2014
Afdeling 1
Nummer 421
Datum akkoord 11 juni 2014
Publicatiedatum 13 juni 2014
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vraag van het voormalige raadslid mevrouw A. van der
Velde van 27 november 2013 inzake het vrijkomen van de verdachten in de
afpersingszaak van scholieren in Zuid.
Kan de GEMGEMBART
inleiding door vragenstelster:
Recent is de fractie van TROTS Amsterdam opgeschrikt van een aantal
afpersingszaken. Hierover heeft op 25 november 2013 een uitgebreid artikel gestaan
in Het Parool, getiteld: ‘Bende perst scholieren in Zuid af’.
Bekend is geworden dat de rovers/afpersers in kwestie vandaag al vrijkomen.
Degenen die aangifte hebben gedaan tegen deze jonge criminelen, voelen zich
hierdoor niet veilig.
Gezien het vorenstaande heeft vragenstelster op 27 november 2013, namens
de fractie van TROTS Amsterdam, op grond van artikel 45 van het Reglement van
orde voor de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vraag tot de
burgemeester gericht:
Welke actie kan en gaat de burgemeester ondernemen om de veiligheid van
degenen die aangifte hebben gedaan te garanderen?
Antwoord:
In het algemeen geldt de regel dat als er een concrete aanleiding bestaat het
Openbaar Ministerie en politie, onder verantwoordelijkheid van de hoofdofficier van
justitie, de veiligheid bewaken van aangevers. In onderhavige zaak zijn bijzondere
voorwaarden gesteld zoals hieronder geschetst.
De minderjarige verdachten zijn destijds voorgeleid aan de rechter-
commissaris. De rechter-commissaris heeft de in bewaring stelling bevolen doch
onmiddellijk geschorst. Schorsing betekent dat de verdachten de zitting in vrijheid
mogen afwachten. Een dergelijke schorsing gaat gepaard met de algemene
voorwaarde dat de verdachten geen nieuwe strafbare feiten plegen. In dit concrete
geval gold onder andere de bijzondere voorwaarde dat de verdachten geen contact
mochten hebben met de aangever. Ingeval van overtreding van de voorwaarden,
zouden de verdachten in bewaring worden genomen.
1
Jaar 2014 Gemeente Amsterdam R
Neng ij Gemeenteblad
ummer = ee
Datum 13 juni 2014 Schriftelijke vragen, woensdag 27 november 2013
Inmiddels zijn de strafzaken in april ter zitting behandeld. Een aantal vonnissen is
gewezen in de strafzaken, variërende van detentiestraf, werk/leerstraf, aanhouding
strafzaak tot vrijspraak.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
> < Gemeente
Amsterdam
Amsterdams Uitvoeringsplan
Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 2017-2019
Opdrachtgever: DTO — Rve OJZ
Programmamanagement: M. Hering (Zorg), M. Wiegand (Jeugd), E. Nusselder (Onderwijs).
Programmasecretaris: F. Lauriks (Zorg).
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave … …..unuussssssrrreesrreenssnnnserreenenrensnnnenrnvesenvennnsrrvenenvensnnnnnsnrvevenvennnnnnnsnrvensvnensnnnnnsnrvensnvnnsnnnnnsnrvensnvensnnnnnsnrveevevennennnnseeeevervensennnnsnrvenvvrrnen D
Inleiding … sss svnssrsensnnnenrrensenrennnnnnenreenerrensnnnensenvensnnnnnsrnvenvnvensnnnnnseneevenvennnnnnnservensenennnnnnnsnrvensnvensannnnsenvensnvnnsnnnnnsnseensvvensennnnseneevenvennannnnsrrvenvvrenen 3
|. Ambities Amsterdams Uitvoeringsplan …… …...nussuunsssrrsessrrenssnrsnsrreesenennsnnsnsnreenenvensnnnnnsnrveenvnensannnnsrnvensvnensnnnnnsenreevvnnnsnnnnnservensenensennnnservenvvrenen 5
Hoofddossier1: Meldcode, Kindcheck en Preventie …… …....nunnenn eneen eneen enen veneenvenveneenveneneenenveneenvenvenvenvenenseenenvennenvenvenvenvenvenvenvenenneenvenenvenvenvenvenvenenseenenveneeeneneene B
Hoofddossier 2: Ketensamenwerking … … unne eenen veneenvenveneennenenneevenvenvenvenvenvenvenenseenenvenvenvenvenvenvenenseevenvenvenvenveneeenenvenvenveneneevenvenvenvenvenvenveneneenenvenvenvenvenn Ó
Hoofddossier 3: Analyse en betekenisgeving … nennen eneen enne enenveneenvenvenvenvenrennenenvenvenvenveneenvenensennvenenvenvenvenvenvenennennvenenseenenvenvenvenvenvenvenenvenvenveevenvenvevennene J
IJ. Amsterdamse Aanpak: inspanningen en beoogde resultaten …….…....nnsssunsssssnsrrresenrensnnsnsrreensrnensnnnnsrrvensennnnnnnnsenvensvnensannnnsenvesvvnensnnnnnservenvvrnnnn Ö
Hoofddossier1: Meldcode, Kindcheck en Preventie …… ……..….unnennennenvenennenennennenvenvenvenvenennvenennenvenvenvenvenveneenvenenveenenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenvenenvenvenvenvenvenvenennvenrenenenen Ö
Hoofddossier 2: Ketensamenwerking … … una enen vereen venvenvenvenenneevenvenvenvenvenvenvenenseenenvenvenvenvenvenvenenseenenvenvenvenveneeenenvenvenveneneevenvenvenvenvenvenvenensvenenvenvenveneen 13
Hoofddossier 3: Analyse en betekenisgeving … nennen venen eenen enne enenveneenveneeneneneneneevenvenvenvenvenvenvenveneenenvenvenvenvenvenvenvenvenveneneevenvenvenvenvenvenveneneenenveneenveneen 15
II. Organisatie en uitvoering ……....ssssssrvessrnenssnsnenrvennsnnnsnseneesenrensannnnsenvenenrensnnnnnssnvensnnensnnnnnsenvenvvnnnsnnnnnsnrvensnvensannnnservenvvrensennnnsenvensvvensennnnsererner 1Ô
Bestuurlijke besluitvorming … nennen enneneeneneneeneenvenveeneeneenneenvenvensvenvenvennvenveenvenenenvenvenvenneenvenvennvenveenvenvenseenvenvenvenvennvenveenvenneenvenvenvensvenvenveenveneeneneneneeenven 1
Organisatie en samenwerking … … nnen erneer veneenenenvenvenvenvenvensen eneen venvenseenvenveneenvenvennvenveenvenveneeenvenveneenveneenerenveenvenenenvenvenvenveneeeevenveenvenvenveenvenvenveenvennveneenne 1Ó
Samenhang in de uitvoering … nnen eneen ven venvenseenvenvenseeneeenvenveenvenvenveneenvenvensvenvennenevenveenvenvenneenvenvensvenvennvenvenveenvenvensvenvennvenvennenenenveenvenveneenvenvensvenvernenvenveen 17
Financiën … nn anneenneennenneereneeeneeennenenenenenenevenverenveeneeenveenneenneeneeneeveneeneeenveenneeeneeenveenseenverenvenneensennneernerendeendeennneenveenveenveeenveenenensvenvenenvenneeneenverrverenveenveenveennee 1
Kwaliteitseisen resultaten … nennen eneen enenneeneneneeneeneenvenvensenvenvenveenvenvenveenvenvenneenvenvenvenvennvenvensvenvenenenvenvenvennvenvenevenveeneenenenvenvenvenneenvenvennvenveenvenvvenvenveneenee 18
Randvoorwaarden uitvoering … nnen ennnenneenvenen en venen envenvenvenvennvenvenveenveneenseenvenveneenevenennvenvennvenveneeenvenvennvenenvenvenvenevenveenvenveneeenenenenseenvenvennvenveeneenvenvenveneenee 18
Sturen op effecten … unne eneneenv enen enenvenvenveneenenenenvenvenvenennnenenvenvenvenvennenvenennsenenvenvenvenvenvenvenvenvenenvenvenvenvenvenvenvenenenenvenvenennvenenvenvenveneenenevenennvenenveneen vereen 19
Sturen op resultaten … nennen evene eneneneeenenneenenenveneenenenvennvenvenvennvenveenvenvenneenvennvenvenveneennvenveenvenveneeenenenenenenvenvennvenvennennenenvenveneeenvenvenneenvenvennvenveenenenenveenvenvenveenven 1)
Sturen op kwaliteit … … annen eennenneenneenseeeneeeneeenvenenereneeenvenenenenenenveenevennenenvennvenneeeneeeneeendeenneneneeeneeenveenveenneennveneennevennvennvenneveneeenevenevend eeen veensnenveenvvennvennvennene 1)
Vv, Bijlage: Doelen en Inspanningen Netwerk …….....nunssunssssssserreesrreensonnsnrseesenrensnnrsnenrvensvnensnnnsnsenvenvenrnsnnnnnsrrvensenrnnsnnnnsenvensenvensnnnnenrveevenvensnnnener 20
2
Inleiding
Onder de paraplu van de Regioaanpak Huiselijk geweld en Kindermishandeling (HGKM) “Op weg naar duurzame veiligheid 2015-2020” wordt jaarlijks een
uitvoeringsprogramma vastgesteld. ledere gemeente maakt daarnaast zelf een uitvoeringsplan specifiek toegesneden op de eigen gemeente. In dit
uitvoeringsplan staan de verbeterpunten waar planmatig aan gewerkt moet worden om de regionaal vastgestelde ambities te realiseren voor de stad Amsterdam.
Het uitvoeringsplan loopt door tot 2020, parallel aan de Regioaanpak HGKM. Jaarlijks wordt gekeken waar het plan bijgesteld moet worden zodat de
inspanningen en activiteiten blijven bijdragen aan de doelstellingen.
In 2016 vormden het plan van aanpak “Borgen van veiligheid van kwetsbare gezinnen”, opgesteld naar aanleiding van het inspectierapport van samenwerkend
toezicht jeugd (STJ), en het Collectief tegen Kindermishandeling de grote pijlers van het Uitvoeringsplan. Ook had de aanpak HGKM in 2016 de wind in de rug van
de opbrengsten van de ambtswoninggesprekken die door de landelijke Taskforce Kindermishandeling en seksueel misbruik (TF) onder leiding van burgemeester
Van der Laan zijn georganiseerd. De gevoelde urgentie in 2016 was groot en er werd met veel energie aan gewerkt. Er zijn goede resultaten behaald die
beschreven zijn in afzonderlijke rapportages’.
Enkele voorbeelden van de behaalde resultaten zijn:
e Het gebruik van de Meldcode is versterkt: lokettisten binnen de gemeente van de Rve Werk en Inkomen en een toenemend aantal
vrijwilligersorganisaties zijn geschoold en kennen de Meldcode en de noodzaak van een Kindcheck.
e De verbinding tussen volwassen GGZ en Jeugdzorg is met gemeentelijke steun versterkt evenals het gebruik van de Meldcode, o.a. door het faciliteren
van de informatiedeling. Er werd gezamenlijk een expertsessie georganiseerd voor de GGZ over risicosignalen, die een regionaal en landelijk vervolg zal
krijgen. Er werd een overeenkomst ondertekend voor het uitwisselen van informatie tussen volwassenen GGZ en Jeugdzorg voor een betere
samenwerking en er werden voor de uitvoerders uitwisselingsbijeenkomsten georganiseerd.
e _Straf- en zorgpartijen leerden elkaar steeds beter kennen en te functioneren als keten en niet langer alleen door ín een keten samen te werken. Er is in
2016 door partijen aan de hand van brown papersessies onderzocht hoe de partijen elkaar kunnen ondersteunen in het eigen werkproces. Partijen hebben
aangegeven wat ze van een andere partij nodig hebben in de fase waarin Veilig Thuis betrokken is en hoe meer synchroon gewerkt kan worden in plaats
van volgordelijk.
e Veilig Thuis heeft haar gebruik van bronnen uitgebreid en patroonherkenning daarmee versterkt.
e De s-hoek (Ouder- en kindteam, Samen DOEN, Jeugdbescherming, William Schrikker Groep en Veilig Thuis) heeft in 2016 grote stappen gezet die het
samen leren en ontwikkelen bevorderen. Daarmee is een transformatie ingezet op het gebied van samenwerken (2 taal, 1 veiligheidsinstrument, 1 plan).
Er is een risicoprofiel ouderschap ontwikkeld en gepresenteerd. Er is een Actuarieel Risicotaxatie-instrument Jeugdbescherming (ARIJ) ontwikkeld en alle
“Eindrapport Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik “Ik kijk niet weg” - http://taskforcekinderenveilig.nl/.
Eindrapport Collectieven tegen Kindermishandeling: opbrengsten en ervaringen - https://vng.nl{collectieven-tegen-kindermishandeling.
3
professionals van de 5 partijen en ook al een aantal jeugdhulpaanbieders hanteert dit inmiddels. Er is gewerkt aan een gezamenlijk veiligheidsplan. Er is
bijgedragen aan het perspectiefplan waarin door of met de ouderresultaten worden bepaald die gewenst of noodzakelijk zijn in gezinnen waarvoor inzet
van specialistische jeugdhulp aan de orde is. En er is een eerste uitwerking van een gezamenlijke visie opgesteld t.a.v. regie en op- en afschalen tussen de
betrokken jeugdpartners.
e In alle stadsdelen zijn preventiemedewerkers aangesteld die veel samenwerken met het maatschappelijk veld.
De opgave
In Amsterdam is dankzij de geïntensiveerde aanpak een fors aantal zaken verbeterd in de afgelopen jaren. Huiselijk geweld en kindermishandeling zijn echter
taaie problemen, zoals ook de Taskforce Kindermishandeling en seksueel misbruik onder leiding van burgemeester Van der Laan in haar eindrapportage van 8
december 2016 “Ik kijk niet weg” opnieuw aangaf: het aantal mishandelde kinderen is de afgelopen vijf jaar niet gedaald. Het is een onderwerp dat altijd
bovenaan de agenda zou moeten staan. Je kunt als gemeente nooit op je lauweren rusten als het gaat om kindermishandeling. Om te komen tot een substantiële
daling van het aantal verwaarloosde, mishandelde en misbruikte kinderen is een trendbreuk noodzakelijk en zijn nieuwe maatregelen nodig, zo stelt de TF in haar
eindrapport. Vanuit verschillende portefeuilles van het College, Jeugd, Zorg, en Openbare Orde en Veiligheid zal daarom de aandacht voor de aanpak HGKM
onverminderd nodig blijven. Nieuw gedrag moet doorontwikkeld worden en in bestaande patronen van professionals inslijpen.
Door gezamenlijk op te trekken binnen de Rve OJZ wordt — meer specifiek gericht op Amsterdam — verder werken aan de ambities van de Regioaanpak HGKM en
het borgen van veiligheid in kwetsbare gezinnen. Door stapsgewijs verder te werken kan de gemeente het verschil maken en het aantal mishandelende kinderen
en volwassenen verminderen. Een doorbraak is nodig om het aantal hermeldingen te verminderen en zo de gezinnen en huishoudens waar structureel sprake is
van onveiligheid in aantal te doen laten afnemen. Hiervoor is een gezamenlijke focus en een gemeenschappelijk geformuleerde ambitie nodig, want het
bestrijden van huiselijk geweld en kindermishandeling is een opgave die alleen aangepakt kan worden als iedereen zich eigenaar voelt van de oplossing. OJZ trekt
bij de vitwerking op met andere gemeentelijke partijen zoals de Directie Openbare orde en Veiligheid (OOV) en de GGD. Dat betreft vooral de ketenaanpak die
erop gericht is bij de aanpak van Huiselijk geweld en Kindermishandeling werkelijk systeemgerichtheid te werken als jeugd, zorg en (volwassen) strafpartijen.
Het lerend vermogen (nog meer) bevorderen is de grootste opgave om in Amsterdam aan te werken. De meeste plannen bij deze aanpak richten zich op de vraag
hoe de ervaringen en ontwikkelde lijnen in de praktijk te hanteren en te leren stap voor stap meer complementair aan elkaar te werken. Binnen, tussen
organisaties en met organisaties. De resultaten van alle inspanningen moeten in 2017 en de jaren erna een plek krijgen in de verschillende reguliere
werkprocessen en moeten een structureel karakter krijgen. Op onderdelen is stevig inzet nodig om de intersectorale samenwerking te verbeteren. “Door te dóen
gaan we anders denken” is het motto achter dit vitvoeringsplan.
Leeswijzer
Het Amsterdams Uitvoeringsplan 2017-2019 en verder kent drie hoofddossiers. Het eerste hoofdstuk gaat in op de ambities en subdoelen per hoofddossier van
het uitvoeringsplan en waarom er in 2017 inzet op deze dossiers nodig is. In het tweede hoofdstuk staan de inspanningen die per hoofddossier nodig zijn om de
doelstellingen te bereiken en welke activiteiten er per inspanning nodig zijn. In het derde hoofdstuk wordt er ingegaan op de uitvoering en organisatie van het
Amsterdams uitvoeringsplan en de samenwerking tussen de afdelingen Onderwijs, Jeugd en Zorg. Tenslotte wordt de wijze van sturing op de uitkomsten,
resultaten en kwaliteit van het uitvoeringsplan beschreven.
4
|. Ambities Amsterdams Uitvoeringsplan
Dit vitvoeringsplan streeft naar een Amsterdamse realisatie van de ambities zoals verwoord in de Regioaanpak “Op weg naar duurzame veiligheid 2015-2020”:
= De duur, de ernst en de kans op herhaling van huiselijk geweld en kindermishandeling in afzonderlijke gezinnen vermindert.
= Meer kinderen groeien in veiligheid op.
Er zijn drie hoofddossiers aangemerkt waaraan in 2017 en de jaren daarna gewerkt wordt in Amsterdam, die moeten bijdragen aan het realiseren van deze
ambities. Het eerste hoofddossier ‘Meldcode, Kindcheck en Preventie! richt zich vooral op het tijdig bereiken van (potentiële) slachtoffers met de nodige hulp en
ondersteuning om het geweld te stoppen. Het tweede hoofddossier ‘Ketensamenwerking’ richt zich op het voorkomen van herhaling van geweld en het
verminderen van de intergenerationele overdracht. Met het derde hoofddossier ‘Analyse en betekenisgeving’ is het voornemen om kennis op te bouwen voor het
verbeteren van de aanpak als geheel om zo effectief huiselijk geweld en kindermishandeling te kunnen bestrijden.
Hoofddossier1: Meldcode, Kindcheck en Preventie
Het beschikbaar hebben en onderhouden van de noodzakelijke deskundigheid om adequaat te signaleren (kennis), te handelen (houding en gedrag) en indien
nodig te melden vraagt structurele scholing en gerichte acties. Het tijdig signaleren en melden van (vermoedens van) HGKM is nodig om ervoor te zorgen dat
onveiligheid in een zo vroeg mogelijke fase wordt gestopt en om te voorkomen dat er in een latere fase meer, zwaardere en duurdere zorg nodig is. Er zijn al veel
stappen ondernomen op het gebied van preventie, signaleren en melden, maar het toepassen van de Meldcode en Kindcheck gebeurt nog lang niet altijd goed.
Vaak wordt te lang gewacht met handelen en signalen bespreekbaar maken. Professionals leren pas goed te signaleren en te handelen door zelf te puzzelen en
worstelen met de problematiek. Dat lukt niet door een eindconclusie van een ander te consumeren in de trant van “zo moet je het doen”. Het vraagt om
vaardigheden en durf van de professional. Er wordt van de professional verwacht dat die handelingsbekwaam is. Dat die weet wat hij/zij kan doen en wat beter
niet, wie erbij betrokken moet worden, op welk moment en met welk doel. Maar vooral ook hoe dat transparant gebeurt met en voor ouders en kinderen/
betrokkenen. Investeren in kennis en kunde in het gebruik van de Meldcode (inclusief Kindcheck) vraagt dan ook in 2017 en de jaren daarna om gerichte acties.
Daarom is het voornemen meer in te zetten op gerichte preventie en het toepassen van de Meldcode inclusief Kindcheck, rekening houdend met de aanscherping
van de Meldcode per 1-1-2019. Eind 2016 zijn de staatssecretaris van VWS en de minister van VenJ geadviseerd het combineren van signalen en vermoedens van
huiselijk geweld en kindermishandeling te versterken. Eerder geweld is één van de belangrijkste voorspellende factoren voor toekomstig geweld. Het is daarom
van belang dat signalen en vermoedens van (ernstige gevallen van) huiselijk geweld en kindermishandeling systematisch in beeld komen bij Veilig Thuis. Het
advies bestaat uit vijf aanbevelingen:
-__ Aanscherping van stap 5° vit de Meldcode met een verplichting aan professionals ernstige signalen altijd te melden bij Veilig Thuis.
* Zie ook: http://wetten.overheid.nl/BWBRo033723
5
-__Een afwegingskader per beroepsgroep uitwerken voor de beoordeling van de ernst van een casus die als norm gehanteerd kan worden per 1-7-2018.
-_ Versterken van de adviesfunctie van Veilig Thuis door Veilig Thuis de formele bevoegdheid toe te kennen om een naam te checken in informatiesystemen
zonder dat er een melding wordt gedaan.
-_ Alle burgersignalen aannemen als meldingen, tenzij de burger dat expliciet niet wenst.
-_ Inrichten van een radarfunctie om binnen Veilig Thuis signalen huiselijk geweld en kindermishandeling beter te kunnen combineren en daarmee de
monitorfunctie van Veilig Thuis te versterken.
Ambitie
Slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling krijgen eerder de hulpverlening die nodig is om duurzame veiligheid te realiseren.
Subdoelen
< Professionals en vrijwilligers kunnen de verschillende vormen van HGKM signaleren (kennis), kunnen signalen bespreekbaar maken en de juiste acties in
gang zetten (houding en gedrag).
< Alle organisaties die onder het bereik van de Wet Meldcode vallen hebben een aandachtsfunctionaris
< _Vrijwilligersorganisaties en professionals die nu niet onder de Wet Meldcode vallen verbinden zich aan de Meldcode.
« Professionals hebben kennis van risicofactoren en risicogroepen om vroegsignalering te bevorderen.
“ Burgers weten welke veilige en laagdrempelige manieren er zijn om huiselijk geweld en kindermishandeling aan te kaarten.
« __Risicofactoren, stressbronnen en risicogedrag bij specifieke doelgroepen en bij individuen/systemen nemen af.
<__HGKM en de verschillende vormen hiervan zijn bespreekbare en terugkerende thema’s in de samenleving.
Hoofddossier2: Ketensamenwerking
Om effectief te kunnen zijn in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is het van belang om vanuit het principe ‘één gezin, één plan, één regisseur’
activiteiten goed op elkaar af te stemmen en direct te meest effectieve ondersteuning te organiseren. Systeemgericht en integraal werken zijn daarin
noodzakelijk. Werken in de keten betekent niet automatisch dat partijen ook àls een keten werken. Constructief samenwerken is vaak een hele opgave. Je moet
zowel kennis hebben van elkaars werkprocessen en instrumentarium als ook elkaar (eerder) direct willen en kunnen benaderen. Om succesvol verder te komen is
meer kennis nodig van wat de ander nodig heeft en hoe daaraan bijgedragen kan worden. In 2016 zijn grote stappen gezet in het versterken van de
ketensamenwerking tussen de straf- en zorgpartners, en tussen de volwassen GGZ en partijen binnen het Jeugdstelsel. Deze trajecten krijgen in 2017-2019
vervolg. Een andere opgave in 2017-2019 is het realiseren van de MDA++ (de multidisciplinaire aanpak, intersectoraal en specialistisch). Landelijk is bepaald dat er
in 2018 een landelijk dekkende structuur moet zijn, waar ook de Centra voor Seksueel Geweld deel van vitmaken.
Ambitie
De effectiviteit van de hulpverlening bij huiselijk geweld en kindermishandeling verhogen voor het realiseren van duurzame veiligheid in afzonderlijke
gezinnen/systemen.
6
Subdoelstellingen
«Voor 65% van de slachtoffers (volwassenen en kinderen) is de thuissituatie binnen één jaar na start van de interventies weer duurzaam veilig.
« __Het aantal slachtoffers en plegers dat uit een gezin komt waarin ook sprake is geweest van geweld is afgenomen met 10% ten opzichte van 2015.
«leder kind dat slachtoffer is van geweld of getuige is geweest van geweld krijgt een gericht aanbod om traumatische stoornissen te
voorkomen/verminderen en de emotionele veiligheid te verhogen.
« Er wordt systeemgericht en integraal samengewerkt in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling vanuit het principe ‘één gezin, één plan,
één regisseur’ met waar mogelijk ondersteuning vanuit het eigen sociale netwerk.
« __De noodzakelijk interventies en specifieke behandelingstrajecten voor duurzame veiligheid worden tijdig en synchroon ingezet.
Hoofddossier 3: Analyse en betekenisgeving
Om zicht te krijgen op de effectiviteit van de zorg en de aanpak is er nog onvoldoende (gecombineerde) data beschikbaar en is het dringend nodig om de
beschikbare data te analyseren en betekenis te geven. Het aantal meldingen bij Veilig Thuis blijft stijgen, waaronder ook vele hermeldingen. Het is nu nog niet
aan te geven of het stijgende aantal meldingen succesvol te noemen is of zorgelijk. Daarom is het voornemen de analyse en betekenisgeving van de beschikbare
data te verbeteren. Samen met ketenpartners moet meer zicht verkregen worden op instroom, doorstroom en uitstroom en de inzet van hulp. Monitoring wordt
zo meer een gemeenschappelijk product.
Ambitie
Meer zicht krijgen op de inzet en effectiviteit (kwaliteit) van de zorg en het functioneren van het stelsel als geheel bij de aanpak huiselijk geweld en
kindermishandeling.
Subdoelstellingen
« De kwaliteit van de zorg wordt verbeterd op basis van de beschikbare data.
“ De gebiedsgerichte aanpak wordt effectiever op basis van de beschikbare data.
< Eris zicht op de ontwikkeling van de omvang, aard en recidive van HGKM ten behoeve van beleidsontwikkeling.
7
Ih Amsterdamse Aanpak: inspanningen en beoogde resultaten
Met een planmatige aanpak worden op de drie hoofddossiers meerdere inspanningen geleverd om concrete stappen te zetten in het bestrijden van huiselijk
geweld. Hieronder staat per hoofddossier welke inspanningen nodig zijn om de doelstellingen te realiseren en waarom voor deze inspanningen is gekozen. Ook
wordt schematisch weergegeven welke activiteiten er vitgevoerd worden per inspanning en wat hiervan de gewenste resultaten zijn.
Hoofddossier1: Meldcode, Kindcheck en Preventie
Op basis van de ervaringen tot nu toe in de aanpak HGKM zijn er meerdere aandachtspunten aangewezen om de bovengenoemde doelstellingen te realiseren:
A. Verbeteren toepassen Meldcode en Kindcheck door gemeentelijke organisaties.
Toezicht op de naleving van de Wet Meldcode is (deels) bij de gemeente belegd. Dit toezicht kan op onderdelen nog versterkt worden. Op diverse fronten zal
vanuit de gemeente (OJZ) de ondersteuning bij- en toezicht op de vitvoeringspraktijk geïntensiveerd worden ten aanzien van het gebruik van de Meldcode
inclusief Kindcheck.
B. Verbeteren toepassen Meldcode en Kindcheck door Onderwijs, Kinderopvang, VVE en Peuterspeelzalen
Gebleken is dat het onderwijs achterblijft bij het implementeren ervan binnen de eigen organisaties. Het onderwijs, de kinderopvang, VVE en peuterspeelzalen
zijn belangrijke partners bij het signaleren van onveiligheid. Een goed functionerend netwerk van aandachtsfunctionarissen (wijkgericht) kan dienstbaar zijn om
de positie van de school in de aanpak HGKM te verbeteren. Dat zal samen met de besturen en samenwerkingsverbanden worden georganiseerd.
C. Ondersteunen van vrijwilligersorganisaties
Ondersteuning van vrijwilligersorganisaties blijft ook in 2017 één van de speerpunten van het beleid. Zij zijn niet gebonden aan de Meldcode, maar kunnen wel
een belangrijke functie vervullen in het signaleren. Wij willen vrijwilligersorganisaties ondersteunen met het implementeren van een op hun eigen organisatie
toegepaste variant van de Meldcode. Op 5 oktober 2016 heeft de gemeenteraad een initiatiefvoorstel aangenomen getiteld ‘Vrouwenopvang kan beter’
ingediend door het raadslid Duijndam (SP), waarin aandacht wordt gevraagd voor slachtoffers huiselijk geweld met een niet-westerse migrantenachtergrond die
een grote stap ervaren naar de hulpverlening toe maar wel bereikt worden door de zelforganisaties. Om deze doelgroep eerder te bereiken met de nodige en
passende hulp is er een stappenplan opgesteld om de samenwerking met zelforganisaties te versterken. Daarnaast is in de raadscommissie van 12 januari jl. door
het raadslid Bouchibti (VVD) extra aandacht gevraagd voor het pedagogische klimaat op het informeel weekend onderwijs, zoals Koranscholen, Arabische les en
weekendonderwijs gegeven door zelforganisaties, particulieren en moskeeën.
D. Ontwikkelen van specifieke aanpakken voor vluchtelingen en slachtoffers met een afhankelijk verblijfstatus
Bij de zwaardere vormen van hulp bij huiselijk geweld, zoals de vrouwenopvang, is er een sterke toename geweest van slachtoffers die recentelijke gevlucht zijn.
Signalen van (vermoedens van) huiselijk geweld of kindermishandeling worden vaak onvoldoende herkend of de juiste acties worden onvoldoende in gang gezet,
waardoor de situatie vaak al is geëscaleerd. Een andere groep die al langere tijd oververtegenwoordigd is in de vrouwenopvang zijn slachtoffers met een
8
afhankelijk verblijfstatus. Zij zijn minder vertegenwoordigd bij de lichtere (ambulante) hulpverlening. Voor beide doelgroepen wordt er een aanpak ontworpen
om slachtoffers eerder te bereiken met de nodige en passende hulpverlening.
E. Gerichte uitvoering preventieplan ‘Een wereld te winnen’.
Een belangrijk fundament in de gemeentelijke visie voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is het breed opzetten van preventie omdat het
bijdraagt aan de vermindering van huiselijk geweld. Er is een preventieplan opgesteld op algemeen, doelgroepgericht, gebiedsgericht en individueel niveau met
als doel om huiselijk geweld en kindermishandeling te voorkomen, vroegsignalering te bevorderen en handelingsverlegenheid te verminderen. Er zijn in 2016 veel
activiteiten ondernomen en is het team van gebiedsgerichte preventiemedewerkers compleet. Binnen het kader van het preventieplan wordt in 2017 en verdere
jaren gerichter ingezet op preventie en voorlichting op basis van de evaluatie van de activiteiten tot nu toe en de inzichten in de ontwikkeling van prevalentie en
spreiding van huiselijk geweld en kindermishandeling.
F. Versterken samenwerking volwassen GGZ en partijen binnen het jeugdstelsel.
In 2016 zijn er stappen gezet in het verbeteren van de samenwerking tussen de volwassen GGZ en partijen uit het Jeugdstelsel. Naar aanleiding van de stappen
die gezet zijn wordt er een meerjarenplan opgesteld door partijen uit het jeugdstelsel en de volwassen GGZ. Vanwege het verhoogde risico op huiselijk geweld en
kindermishandeling is meer inzet nodig voor het tijdig signaleren van (potentiele) slachtoffers en de samenwerking bij vermoedens van onveiligheid. In elk gezin
waar zowel jeugdzorg als volwassen zorg betrokken (moeten) zijn moet er systeemgericht gewerkt worden aan veiligheid vanuit het principe ‘één gezin, één plan,
één regisseur’.
G. Versterken samenwerking volwassen- en jeugdzorg bij LVB.
Eén van de adviezen van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik in het eindrapport “Ik kijk niet weg” is om extra aandacht te geven voor kinderen
met een verstandelijke beperking gezien het groter risico op bijvoorbeeld seksueel misbruik. Om eerder en beter te handelen bij vermoedens van onveiligheid is
een versterkte samenwerking met de volwassen- en jeugdzorg aan de LVB doelgroep nodig. In elk gezin waar zowel jeugdzorg als volwassen zorg betrokken
(moeten) moet er systeemgericht gewerkt worden aan veiligheid vanuit het principe ‘één gezin, één plan, één regisseur”.
Bij de genoemde inspanningen die nodig zijn om de beoogde doelstellingen te realiseren zijn meerdere gerichte acties nodig die hieronder zijn vitgewerkt per
inspanning:
A. Toepassen Meldcode en Kindcheck | ledereen die binnen de gemeente klantcontacten heeft met volwassenen kan verschillende vormen van HGKM
door gemeentelijke organisaties. herkennen, signalen bespreekbaar maken en de juiste acties in gang zetten en dit uit zich in meer adviesvragen
(peildatum 1-1-2017) bij Veilig Thuis.
Activiteiten
1. Onderzoeken stand van zaken (her)scholing gemeentelijke organisaties die direct klantcontact hebben, zoals sociaal loketten, sportbuurtmedewerkers,
en gebiedsmakelaars. Dit is een verantwoordelijkheid van iedere RVE zelf. De medewerker Meldcode rapporteert hierover aan de verantwoordelijke
managers.
9
2. De bevindingsrapportages van de GGD (in de rol van toezichthouder WMO) op naleving van de Meldcode bij vitvoerende Wmo organisaties worden
omgezet in verbeteracties die de gemeentelijke accounthouders kunnen meenemen in de kwartaalgesprekken.
3. Gemeentelijke accounthouders (ook in de stadsdelen) krijgen scholing in het maken van afspraken over verplichtingen in inkoopafspraken of
subsidieverplichtingen over het toepassen van de Meldcode.
4. Een netwerk van aandachtsfunctionarissen wordt actief betrokken bij naleving van de afspraken.
Peuterspeelzalen adviesvragen (peildatum 1-1-2017) bij Veilig Thuis.
Activiteiten
1. Versterken samenwerking met de schoolbesturen, koepelorganisaties van kinderopvang/ peuterspeelzalen, de VVE en het programmateam van het
Ouder- en kindteam (OKT) om het gebruik van de Meldcode en Kindcheck te verbeteren. Zo versterken professionals hun handelingsvaardigheden als er
zorgen zijn om de veiligheid. Verwachtingen, rollen en taken zullen worden verhelderd. Veilig Thuis wordt daarbij ook betrokken.
o Voorde kinderopvang worden net als in 2016 twee casuïstiekbesprekingen gepland voor kinderopvang en OKT. Naast zorg om kinderen, is de
aanpak kindermishandeling een onderdeel van deze bijeenkomsten. Een van beide bijeenkomsten is gepland samen met Veilig Thuis,
Jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming.
o Met Voorschoolpeuterspeelzalen is maandelijks overleg tussen de gemeente en de zorgcoördinatoren van de voorscholen. Kindermishandeling
zal regelmatig onderwerp van gesprek zijn. Alle grote voorschoolaanbieders zijn aanwezig. Een van de maandelijkse bijeenkomsten is nu gepland
met Veilig Thuis, Jeugdbescherming en de Raad voor de Kinderbescherming. Zij zijn vitgenodigd om gezamenlijk casuïstiek te bespreken.
2. Stimuleren dat er korte lijnen zijn met Veilig Thuis bijvoorbeeld via de 5-hoek wijkoverleggen. In de samenwerkingsafspraken tussen
Samenwerkingsverband (SWV) en Ouder en kind Teams (OKT) krijgt het onderwerp “gebruik Meldcode kindermishandeling” opnieuw aandacht.
Verantwoordelijkheid voor het stimuleren van het gebruik van de Meldcode ligt bij het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO). Het OKT voert regulier
gesprekken met de school en bespreekt regelmatig het werken met de Meldcode. Het OKT kan, indien de school dit thema wil agenderen bij
leerkrachten, met kennis en kunde van bijv. de aandachtsfunctionaris, deze bijeenkomsten ondersteunen.
3. Stadsbreed organiseren van gecombineerde trainingen voor Intern Begeleiders en OKT die samenwerken in de wijken, specifiek gericht op het signaleren
en handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandling en, indien nodig melden bij Veilig Thuis.
4. Voorde kinderopvang en de voorschoolpeuterspeelzalen is al een aantal jaren de mogelijkheid om deel te nemen aan de cursussen Kinderen die Opvallen
(door het MOC). In deze cursus krijgen pedagogisch medewerkers en leidinggevenden scholing in vroeg signalering en hoe dit te bespreken met de
ouders. De ervaring leert dat pedagogisch medewerkers die kort geleden een cursus hebben gevolgd, eerder ouders aan durven spreken. Onderzocht
wordt of structureel budget voor herhaaltrainingen mogelijk is.
5. In 2017 krijgen de leerplichtambtenaren een training in het gebruik van de Meldcode. Men name gericht op hoe zij moeten handelen, binnen de keten,
indien zij signalen hebben van huiselijk geweld en kindermishandeling. Daarnaast zal huiselijk geweld en kindermishandeling aandacht krijgen in de
implementatie van de Methodische Aanpak Schoolverzuim.
6. Inde Onderwijsplatforms in de stadsdelen (netwerkfunctionarissen plus collega’s Onderwijs) zullen vanaf april 2017 de cijfers per gebied worden
besproken. Het is wenselijk dat de preventiemedewerkers hierbij aanschuiven. Het platform heeft brede kennis van bestaande lokale netwerken en kan
verbindingen leggen die benut kunnen worden in de aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld.
7. Bij het (basis)onderwijs wordt actief opgehaald welke knelpunten zij ervaren binnen de intersectorale samenwerking, en welke verbeterpunten men in het
10
onderwijs zelf ziet. Binnen het programma stadsscholen o20 worden op schoolniveau intensieve zorgcasussen tegen het licht gehouden. Daarbij zal
casuïstiek rond HGKM aandacht krijgen.
8. Wethouder Jeugd en Onderwijs is bestuurlijk in gesprek met PO-schoolbesturen over onder andere de samenwerking met Veilig Thuis. Afgesproken
acties:
o Schoolbesturen kijken met de eigen scholen naar mogelijke maatwerkafspraken.
o Schoolbesturen benadrukken bij de scholen het gebruik van Veilig Thuis als advies- en consultatiefunctie, mede om te bouwen aan korte lijnen en
kennis van Veilig Thuis.
o Schoolbesturen zetten de IB-netwerken en de wijknetwerken passend onderwijs in ten behoeve van casuïstiek en kennisdeling.
o Gemeente organiseert dat de 5-hoek aansluit op het onderwijs in de wijk.
o Het organiseren van kennisdeling, ervaringen uitwisselen en verwachtingen uitspreken door interdisciplinair naar een casus te kijken. Dit kan in
een decentrale bijeenkomst, maar mogelijk ook in de vorm van een stedelijke conferentie.
g. Methet Samenwerkingsverband VO wordt geïnventariseerd wat er op VO en MBO nodig is ten aanzien van het handelen en bespreekbaar maken van
huiselijk geweld en kindermishandeling.
C. Ondersteuning In verschillende stadsdelen gebruiken (religieuze) vrijwilligersorganisaties en zelforganisaties de Meldcode en weten de
vrijwilligersorganisaties weg te vinden naar de professionele hulpverlening en Veilig Thuis. Dit uit zich in meer adviesvragen en meldingen
(peildatum 1-1-2017). Er zijn samenwerkingsafspraken met zelforganisaties en de hulpverlening voor het eerder
bereiken van migrantenvrouwen met passende hulpverlening.
Activiteiten
1. Uitvoering van het stappenplan ‘Naar betere hulp voor migrantenvrouwen bij huiselijk geweld’. In samenwerking met zelforganisaties wordt gekeken hoe
deze doelgroep eerder de hulpverlening kunnen krijgen die nodig en passend is en hoe belemmeringen naar de hulpverlening toe kunnen worden
aangepakt. Ook moet er een gezamenlijke visie komen over de inzet van informele zorg bij HGKM en de samenwerking tussen formeel en informeel.
2. De gebiedsgerichte preventiemedewerkers benaderen in samenwerking met de Vrijwilligers Centrale Amsterdam vrijwilligersorganisaties met
ondersteuning bij het implementeren van een op hun eigen organisatie toegepaste variant van de Meldcode.
3. Eris contact gezocht met organisaties die informeel (Islamitisch) onderwijs aanbieden. In een van de stadsdelen loopt een onderzoek —door
onderzoeksinstituut Verweij Jonker- naar het pedagogisch klimaat en de behoefte aan scholing van vrijwilligers. Dit kan aanleiding zijn om een
kwaliteitskader te ontwikkelen (door de moskeeën i.s.m. het Verweij Jonker instituut en het Kennisplatform Integratie en Samenleving) en daarin het
invoeren van de Meldcode op te nemen.
verblijfstatus verblijfstatus met de noodzakelijke en passende hulpverlening.
Activiteiten
1. Beter in beeld brengen wat de aard en omvang van de problematiek van huiselijk geweld en kindermishandeling onder vluchtelingen is, met daarbij de
huidige knelpunten in de hulpverlening aan de doelgroep. Dit vormt de basis voor een doelgroepsgerichte aanpak voor het tijdig bereiken van slachtoffers
onder deze doelgroep. De bestuurlijke afspraken met het COA worden hierin meegenomen.
2. Verkennen van de knelpunten in de hulpverlening aan slachtoffers met een afhankelijke verblijfstatus en in het tijdig bereiken van de doelgroep. Dit wordt
11
aanbod is verbeterd op basis van beschikbare data en is breder bekend bij netwerkpartners in de zeven stadsdelen.
Activiteiten
1. Algemene preventie HGKM:
Deze taak is belegd bij Veilig Thuis, die in 2017 verder bouwt aan de bekendheid van Veilig Thuis en wat zij voor professionals en bewoners kunnen betekenen in
het omgaan met vermoedens en meldingen van huiselijk geweld. Naast voorlichtingen zijn er tal van preventie-activiteiten, van themabijeenkomsten tot
campagnes, gericht op verschillende doelgroepen. De voorlichtingen en preventieactiviteiten worden doorontwikkeld op basis van de beschikbare data over
adviesvragen en meldingen.
2. Doelgroepsgerichte preventie:
Dit zijn preventie-activiteiten gericht op een bepaalde doelgroep binnen de stad, die vanuit een centraal-gemeentelijke opdracht of subsidie worden bediend met
aanbod. Hieronder vallen preventie-activiteiten voor jongeren (lessen over omgang met seksualiteit), dialooggroepen voor migrantenvaders, trainingen voor
professionals over seksueel geweld en seksueel misbruik, en preventie-activiteiten en —-ondersteuning rond ouderenmishandeling (vanuit Veilig Thuis). Er wordt
een inventarisatie gemaakt of per doelgroep er voldoende preventie aanbod is, in relatie tot de prevalentie en spreiding van HGKM.
3. Gebiedsgerichte preventie
Dit zijn preventie-activiteiten op lokaal niveau (in buurt, gebied of stadsdeel), op basis van de noden en kansen van de specifieke gebieden. De gebiedsgerichte
preventiemedewerkers werken aan de hand van speerpunten die per stadsdeel zijn opgesteld waarin bepaalde gebieden en doelgroepen voorop zijn gesteld op
basis van de prevalentie en spreiding van HGKM. De speerpunten van 2016 zijn voor 2017 nog steeds grotendeels leidend. In alle stadsdelen voorzien zij in
netwerkbijeenkomsten voor aandachtsfunctionarissen van lokale professionele organisaties, om hen te ondersteunen bij hun werk binnen hun organisaties.
Nieuw in 2017 is dat expliciet ingezet wordt op samenwerking met OKT’s in preventiewerk.
4. Individuele preventie:
Hieronder valt de (groepsgewijze) aanpak van individuele preventie HGKM problematiek bij vrouwen en mannen in weerbaarheidsgroepen, verwerkingscursussen
voor kinderen die vit een HGKM situatie komen en agressieregulatie-cursussen voor mannen. Individuele preventie ligt verder op het werkterrein van
hulpverleners.
Jeugdpartijen slachtoffers eerder passende hulpverlening krijgen. Dit moet resulteren in meer adviesvragen bij Veilig Thuis.
Activiteiten
1. Hetopstellen van een meerjarenplan door Jeugdpartijen en volwassen GGZ met als ambitie dat er in elk gezin waar zowel jeugdzorg als volwassen zorg
betrokken (moeten) zijn er systeemgericht (1 gezin, 1 plan) zal worden gewerkt:
o Erwordt een tweede regionale expertmeeting georganiseerd.
o Metde VNG en de G4-gemeenten wordt een Landelijke Expertmeeting risicovol ouderschap georganiseerd. In 2016 is het convenant gegevens
uitwisseling ondertekend, en vitgewerkt in de “toolKID’ voor professionals. De gemeente zal het gebruik ervan monitoren en waar nodig faciliteren.
o GGZ/GGD/JBRA zijn in 2016 een pilot innovatieve psychiatrie gestart, waarin bij gezinnen die JBRA bediend gesignaleerd worden gescreend op GGZ-
problematiek en toegeleid naar GGZ. Gemeente faciliteert waar nodig.
12
o Met volwassen GGZ- en Jeugdhulp vitvoeringspartijen worden aanvullende acties voor 2017 en daarna afgesproken.
eerder passende hulpverlening krijgen. Dit moet resulteren in meer adviesvragen bij Veilig Thuis.
1. Samen met organisaties die met de volwassen LVB doelgroep verkennen welke (meerjarige) acties er ondernomen worden met als doel dat er in elk gezin of
huishouden waar zowel jeugdzorg als volwassen LVB betrokken (moeten) zijn er systeemgericht (1 gezin, 1 plan) zal worden gewerkt.
Hoofddossier 2: Ketensamenwerking
Op basis van de ervaringen tot nu toe in de aanpak HGKM zijn er meerdere aandachtspunten benoemd om de doelstellingen van het Amsterdams
Uitvoeringsplan ten aanzien van ketensamenwerking te realiseren:
A. Versterken samenwerking straf- zorgpartijen
Zoals genoemd in het eindrapport van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik is een goede verbinding tussen straf en zorg organisaties belangrijk.
Voor een doorlopende verbinding van deze organisaties en een goede samenwerking is regie op het geheel noodzakelijk. Binnen het Collectief tegen KM zijn met
de straf- zorgpartijen grote stappen gezet. Er moet nog een aantal punten in de samenwerking vitgewerkt worden, bijvoorbeeld het realiseren van een goede
verbinding tussen strafpartners en de lokale teams en er moet gekeken worden of de ketensamenwerking efficiënter kan qua overlegstructuur. Daarnaast is het in
de aanpak HGKM belangrijk om het multidisciplinair werken te versterken voor de acuut gevaarlijke en structureel onveilige zaken (MDA++). Samenwerking met
alle betrokken ketenpartners is daarbij essentieel, waaronder ook met de GGZ, forensische zorg en andere medische beroepsgroepen.
B. Versterken samenwerking tussen regie houdende partijen binnen het jeugdstelsel
Binnen het jeugdstelsel en het bredere sociale domein remt soms de samenwerking. De regisserende kernpartijen — lokale teams, gecertificeerde instellingen en
Veilig Thuis (de 5-hoek) — analyseerden samen de STJ casussen en bepaalden vanuit het gezin geredeneerd schakelmomenten in de ondersteuning aan gezinnen.
Er zijn in 2016 veel resultaten gehaald die verder uitgewerkt en verbreed worden naar andere ketenpartners in de aanpak waaronder de vrouwenopvang.
C. IJken van de aanpak loverboys aan de hand van landelijke handreikingen.
Eris in de afgelopen jaren een sterk preventief pakket ontwikkeld almede ook een zorgaanbod voor (potentiele en vermoedelijke) slachtoffers mensenhandel. Dit
jaar zal dit brede pakket worden geëvalveerd en op basis van deze evaluatie komt een voorstel voor structurele financiering en inbedding in het reguliere beleid
van OJZ. Het is van belang dat het aanbod past bij de vraag van de doelgroep zelf. Daar deze problematiek niet stopt op de leeftijd van 18 jaar, verzorgen de OJZ-
afdelingen een samenhangende subsidie/inkoop.
Bij de genoemde inspanningen die nodig zijn om de beoogde doelstellingen te realiseren zijn meerdere gerichte acties nodig die hieronder zijn vitgewerkt per
inspanning:
13
A. Samenwerking straf-zorg Een geconcretiseerde ontwikkelagenda voor de straf-zorg keten is gezamenlijk opgesteld en in uitvoering. Eris een
gevaarlijke en structureel onveilige zaken.
Activiteiten
1. Monitoren uitwerkingspunten zoals het maken van onderlinge afspraken over de gegevensuitwisseling en de ontwikkeling van het afstemmingsoverleg van
actiehouders. Onderzoeken of er werkprocessen zijn waar je elkaar in de weg zit of elkaar juist bij nodig hebt. Zo nodig worden de werkprocessen hierop
aangepast.
2. Onderzoeken van de overlegstructuur straf-zorg en een voorstel voor vereenvoudiging hiervan opleveren.
3. Voorde gemeenten in Amsterdam- Amstelland zijn in december 2016 uitgangspunten geformuleerd voor een verbeterde en geïntegreerde aanpak van
huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. Deze zogenoemde MDA++ benadering moet leiden tot een effectiever aanbod van hulp en/of
interventies waarbij complexe zaken van geweld in afhankelijkheidsrelaties als hermeldingen van geweld kunnen worden teruggebracht. In verschillende
ontwikkellijnen, acuut gevaarlijk met letsel en structureel onveilig, is het de ambitie om vanuit een aantal verschillende al lopende pilots inhoudelijke
informatie op te halen die de voorbode is voor een gewenste structuur van een MDA++ benadering. De pilots Huiselijk Geweld o.l.v. Jeugdbescherming,
Veelplegersaanpak, casuïstiekoverleg van Blijf Groep c.s. hebben de gemeenschappelijke ambitie om hun meest complexe casussen aan elkaar voor te
leggen. In het najaar van 2017 wordt in de praktijk geoefend met complexe zaken van HGKM waarbij sprake is van structurele onveiligheid en waar een
doorbraak nodig is ter voorkoming van recidiverend geweld. Doel is om in samenwerking, als een behandelteam, met het betrokken gezin/huishouden aan
tafel een plan van aanpak vast te stellen en te volgen ter voorkoming van recidiverend geweld in afhankelijkheidsrelaties. Veilig Thuis is bij deze zaken altijd
betrokken. Aan de hand van de ervaringen wordt toegewerkt naar structurele vormgeving waarbij zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van het
bestaande. Financiering van deze aanpak is geborgd binnen de afzonderlijke organisatie van pilots en/of overlegtafels.
houdende partijen binnen het in de dossiers vastgelegd.
jeugdstelsel
Activiteiten
1. De visie op regievoering en wanneer je elkaars inzet en expertise benut wordt verder uitgewerkt, ook gericht op de nieuwe inkoop werkwijze per 2018 van de
afdeling Jeugd. De 5-hoek met aanbieders en de afdeling Jeugd trekken hierin samen op.
2. Hetuitvoeren van het gezamenlijk ontwikkelde beleid, om zo het doel van de transitie - een effectief stelsel voor alle gezinnen - een stap dichterbij te
brengen.
3. Deze aanpak verbreden naar de andere partijen binnen het sociale domein (bijvoorbeeld naar jeugdhulpaanbieders en Blijf Groep).
middels een convenant
1. Beter in beeld brengen van de doelgroep vermoedelijke, potentiele en werkelijke slachtoffers mensenhandel aan de hand van cijfers van betrokken
14
organisaties.
2. Het bestaande preventieaanbod specifiek gericht op de risicogroepen wordt geëvalveerd en waar nodig aangevuld of aangepast.
signaleren. Tevens komt er een specifieke training voor signalering slachtofferschap voor professionals uit de zorg en het onderwijs.
4. Signalering van en hulpaanbod voor de brede doelgroep van potentiele, vermoedelijke en werkelijke slachtoffers mensenhandel (t/m 23 jaar) wordt
geëvalueerd en waar nodig aangevuld of aangepast. Hierbij wordt ook specifiek naar het nazorgtraject gekeken.
5. Erwordt in 2017 een specifieke training voor signalering slachtofferschap loverboys voor professionals vit de zorg en het onderwijs uitgevoerd.
6. De ketenaanpak en de zorgtafel 18- mensenhandel wordt vastgelegd middels een convenant.
7. Aanpak en uitvoering specifiek voor slachtoffers met een licht verstandelijke beperking wordt beschreven en eventueel aangevuld, als vervolg op de
el
Hoofddossier 3: Analyse en betekenisgeving
Om meer zicht te krijgen op de inzet en effectiviteit van de zorg is in 2017 de volgende inspanning nodig:
A. Verbeteren van de monitoring, analyse en betekenisgeving in de aanpak HGKM
Samen met ketenpartners (VT, Jeugdbescherming, William Schrikkergroep, OKT, Samen DOEN, Blijf Groep en mogelijk ook directies van scholen en huisartsen)
is meer zicht nodig op instroom- doorstroom en uitstroom en de inzet van hulp bij casuïstiek waar veiligheid in het geding is. Op termijn is dit mogelijk uit te
breiden met informatie van strafpartijen. Monitoring (o.a. op recidive meldingen, de effectiviteit van de hulp en de tijdigheid van adviesvragen en melden) wordt
zo een meer gemeenschappelijk product. Toewerken naar een rapportage(format) waar de cliëntstromen goed in beeld zijn, in combinatie met de inzet van zorg,
zal meer inzicht geven in het functioneren van het stelsel als geheel wanneer zicht op veiligheid geboden is.
i. Analyse en betekenisgeving Er is een dataset opgebouwd vit meerdere bronnen die gezamenlijk met de ketenpartners tot stand is gekomen
Se de meerde seigeldveregen vert jee hrenekondervanselgjedintetgsdnge
Activiteiten
1. De regionale werkgroep monitoring HGKM zal een plan uit werken (o.a. door randvoorwaarden te benoemen) hoe samen met de ketenpartners (wijkgericht)
meer zicht verkregen kan worden op effectiviteit van de aanpak en de wijze waarop dit georganiseerd is tussen en met organisaties.
2. De regionale werkgroep monitoring HGKM werkt met IV specialisten van de gemeente een plan uit hoe samen met de ketenpartners (wijkgericht) een goede
dataset Zicht op veiligheid kan worden gebouwd met behulp van bestaande registratiesystemen om op termijn meer zicht te krijgen op de effectiviteit van de
aanpak en de wijze waarop dit georganiseerd is tussen en met organisaties.
15
IN. Organisatie en uitvoering
Bestuurlijke besluitvorming
De bestuurlijke opdrachtgevers voor het Amsterdams Uitvoeringsplan HGKM zijn wethouder Van der Burg vanuit de portefeuille Zorg (coördinerend wethouder)
en wethouder Kukenheim vanuit de portefeuille Jeugd. Burgemeester Van der Laan is vanuit de portefeuille openbare orde en veiligheid eveneens bij de
aanpak betrokken. De bestuurlijke besluitvorming ten aanzien van de Regioaanpak is geregeld binnen de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Amsterdam-
Amstelland. De Amsterdamse wethouder Zorg is voorzitter van het AB/DB en wordt ambtelijk ondersteund door de voorzitter van de stuurgroep (directielid OJZ)
en een directielid van de GGD. Secretaris ven de GR is een medewerker afdeling Zorg van de gemeente Amsterdam. Een keer per jaar nodigt het Algemeen
Bestuur van de GR ketenpartners uit om op bestuurlijk niveau het werkplan van het betreffende jaar van de regioaanpak te bespreken. Dan zal ook de
Amsterdamse uitwerking ervan worden ingebracht.
Organisatie en samenwerking
Ambtelijke opdrachtgever
Het Directieteam OJZ is ambtelijke opdrachtgever. De afdelingshoofden Jeugd en Zorg hebben namens het directieteam een sturende rol en waken over de
voortgang en de doelstellingen van het uitvoeringsplan. Per kwartaal wordt de voortgang tussen het programmamanagement en de ambtelijke opdrachtgevers
besproken middels voortgangsrapportages. Eventuele knelpunten die niet binnen deze voortgangsbesprekingen kunnen worden opgelost worden geëscaleerd
naar de directeur OJZ.
Programmamanagement
Vanuit de drie betrokken afdelingen zijn er projectleiders die samen het programmamanagement vormen voor het Amsterdams Uitvoeringsplan. Zij hebben een
faciliterende rol en waken overkoepelend over de samenhang van de activiteiten en het behalen van voortgang. De projectleider van de Regioaanpak HGKM
(afdeling Zorg) zal de rol van programmamanager voor het uitvoeringsplan vervullen en wordt bijgestaan door een programmasecretaris (afdeling Zorg). Twee
wekelijks komt het programmamanagement samen voor het bespreken van de voortgang en de knelpunten in de uitvoering.
Programmateam
Het programmateam bestaat vit medewerkers van Zorg, Jeugd en Onderwijs. Zij zijn verantwoordelijk voor het realiseren van de inspanningen en het uitvoeren
van de activiteiten. Alle programmamedewerkers komen eens per kwartaal samen om de uitkomsten van de kwartaalrapportages te bespreken en de successen
en overkoepelende knelpunten te bespreken. Ook wordt er ingegaan op de afhankelijkheden tussen de verschillende dossiers. Per dossier is er maandelijks
overleg tussen de inspanningsleiders voor inhoudelijke afstemming en het bespreken van de ontwikkelingen binnen het dossier. Voor enkele inspanningen is
gekozen om te werken met de Scrum methodiek om de acties op elkaar af te stemmen en als team te werken aan de opgave.
16
Interne samenwerking
Naast de afdelingen Onderwijs, Jeugd en Zorg er natuurlijk ook andere gemeentelijke onderdelen betrokken bij het realiseren van de doelen van het
uitvoeringsplan. Er is op verschillende dossiers intensieve samenwerking met OOV,WPI, GGD, afdeling Diversiteit en de stadsdelen.
Externe samenwerking
De voortgang en effectiviteit van de aanpak wordt besproken met de uitvoerende organisaties waar in de aanpak HGKM intensief mee wordt samengewerkt,
waaronder de 5-hoek en Blijf Groep. Het voorstel is om de Amsterdamse ketenpartners (op management/directieniveau) te vragen in een klankbordgroep zitting
te nemen. Het straf/zorg overleg fungeert al met de justitiële ketenpartners (Politie, OM, Reclassering, Raad van de Kinderbescherming en de Gl’s). Een
structureel overleg waar onder andere de sociale wijkteams en het onderwijs ook in vertegenwoordigd zijn bestaat nog niet. Een bredere samengestelde
klankbordgroep is daarom wenselijk en dit wordt met de ketenpartners besproken.
De externe samenwerking vindt plaats op basis van partnerschap in plaats van opdrachtgeverschap. Van de ketenpartners wiens core business huiselijk geweld en
kindermishandeling is, wordt er vanuit gegaan dat ook zij prioriteit geven aan de inspanningen genoemd in dit uitvoeringsplan. Dit wordt op
management/directieniveau besproken. Om ervoor te zorgen dat ook andere organisaties zich eigenaar gaan voelen van de aanpak huiselijk geweld en
kindermishandeling is het nodig ook deze partijen te verbinden aan het uitvoeringsplan.
Samenhang in de uitvoering
De drie hoofddossiers hangen sterk samen met de lijnactiviteiten die per OJZ afdeling en in het kader van de Regioaanpak HGKM worden uitgevoerd. Deze
lijnactiviteiten gaan uiteraard door naast het Uitvoeringsplan maar zijn wel verweven met de acties en van invloed hierop. Dit zijn taken zoals
contractmanagement (onder andere Blijf Groep en Gl’s), procesregie (onder andere tijdelijk huisverboden) of inspanningen die bijdragen aan reeds lopende
projecten en programma’s binnen de eigen afdeling (zoals het programma Stadsscholen o20). Het programmamanagement en de lijnmanagers zijn samen
verantwoordelijk voor het sturen op de samenhang.
Daarnaast is er ook tussen de dossiers en inspanningen binnen dit uitvoeringsplan veel samenhang en hebben verschillende activiteiten invloed op elkaar. Bij
sommige inspanningen is er dermate veel overlap dat de activiteiten als een project binnen het uitvoeringsplan (soms meerjarig) worden uitgevoerd. Zoals het
toepassen van de Meldcode en de ketensamenwerking bij GGZ en bij LVB ouders. Bij het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties ligt er ook de opgave om
informele ondersteuners en vrijwilligers te positioneren als partners in de ketenaanpak van huiselijk geweld. Ook bij de inspanning gericht preventie en
signalering (hoofddossier 1) zitten activiteiten gericht op verbetering van de hulpverlening en ketensamenwerking. Andersom kan uit het versterken van de
ketensamenwerking informatie komen die kunnen leiden tot gerichte acties op het gebied van preventie en de Meldcode. Het programmamanagement en de
inspanningsleiders zorgen voor onderlinge afstemming van activiteiten en het uitwisselen van de nodige informatie.
17
Financiën
Er zitten financiële consequenties aan de uitvoering van het uitvoeringsplan, bijvoorbeeld voor het organiseren van trainingen. Voor dekking van de kosten wordt
in principe gezocht binnen de huidige budgetten van de drie afdelingen. Mocht er onverhoopt meer budget nodig zijn, dan wordt dit bij het management
aangekaart.
Kwaliteitseisen resultaten
Aan de resultaten zijn dezelfde kwaliteitseisen verbonden als in de Regioaanpak:
"Aandacht voor de verschillende vormen van huiselijk geweld die een eigen aanpak hebben en vragen om specifieke deskundigheid: seksueel geweld,
ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating, schadelijke traditionele praktijken, en jeugdige plegers.
= __ Aandacht voor genderaspecten:
o _Machtsverschillen en afhankelijkheid.
o Traditionele rolopvattingen.
o Afwijkende normen over de toelaatbaarheid van geweld.
= __ Aandacht voor culturele diversiteit:
o Verschillen in man-vrouw verhoudingen in onderscheiden culturen.
o De verschillende belevingen van geweld en wat daarin acceptabel wordt geacht.
o Verschillen in sociaal-culturele rollen.
"Aandacht voor seksuele geaardheid en daarmee samenhangende of daaruit voortvloeiende problematiek.
"Aandacht voor mensenrechten, en specifiek voor vrouwenrechten en kinderrechten, in beleidsontwikkeling.
" __Cliëntparticipatie bij de voorbereiding van het beleid, de ontwikkeling van methodieken, de bewaking van de voortgang, de vitvoering, etc.
Randvoorwaarden uitvoering
-__ Kennis van de werkprocessen van Veilig Thuis en andere ketenpartners.
-_ Investering in deskundigheid.
-_ Afspraken over betrekken interne en externe partners voor advies en/of ondersteuning bij de inspanningen.
-_ Onderlinge afstemming over de samenhang van activiteiten binnen de verschillende dossiers en de activiteiten in de lijn.
-_ Flexibiliteit en voldoende capaciteit binnen het programmateam zodat er voldoende ingespeeld kan worden actualiteiten.
-_ Afspraken over cliëntparticipatie
18
IV. Sturing
Sturen op effecten
Met het Amsterdams Uitvoeringsplan is het de ambitie meer te kunnen sturen dan voorheen op de uitkomsten en maatschappelijke effecten van de aanpak
HGKM. De regionale werkgroep monitoring heeft een ontwikkelopdracht om de cijfers die vit de managementrapportages beschikbaar zijn te duiden zoals ook
binnen hoofddossier 3 verder uitgewerkt is voor Amsterdam. Op termijn (2020) zal dit moeten resulteren in een effectrapportage. Onder andere wordt gekeken
naar de afname van het aantal hermeldingen, het aantal adviesvragen en meldingen van professionals en vrijwilligers, het terugdringen van de
oververtegenwoordiging van bepaalde risicogroepen bij de zwaardere vormen van hulpverlening, en de verschuiving van het zwaartepunt van de hulpverlening
maar meer ambulante ondersteuning. De nu beschikbare data zijn nog niet goed te interpreteren. Is het een succes of is het zorgelijk dat er steeds meer gemeld
wordt bij Veilig Thuis, dat is de vraag die in 2020 beantwoord moet zijn.
De kwartaalrapportages van Veilig Thuis worden met de gemeenteraad gedeeld en besproken met het programmateam. Twee keer per jaar is er een bespreking
met de ketenpartners om gezamenlijk de beschikbare data te analyseren. De uitkomsten worden besproken met de verantwoordelijk wethouders. Tussentijds
bijsturen op de activiteiten kan indien het lijkt dat inspanningen onvoldoende bijdragen aan het realiseren van de ambities en doelstellingen van dit
uitvoeringsplan.
Sturen op resultaten
Het programmateam stuurt op het realiseren van de beoogde resultaten. Er wordt per kwartaal een voortgangsrapportage gedeeld met het Directieteam OJZ en
twee keer per jaar met de bestuurlijke opdrachtgevers; ook de burgemeester ontvangt deze ter informatie. Resultaten en (indien van toepassing) zaken die de
uitvoering belemmeren worden daarin benoemd, zoals knelpunten op het gebied van middelen (mensen en geld en andere randvoorwaarden), risico’s en
(in)flexibiliteit. Zo kan er snel ingespeeld kan worden op onverwachte veranderingen en kunnen de ambtelijke opdrachtgevers sturen op de juiste snelheid en de
haalbaarheid van de resultaten. Jaarlijks wordt gekeken of aanscherping van de resultaatafspraken nodig is en wordt het uitvoeringsplan bijgesteld.
Sturen op kwaliteit
De inspanningsleiders zijn verantwoordelijk voor het behalen van de kwaliteitseisen in de uitvoering, net als dat de ketenpartners moeten werken volgens de voor
hun organisatie geldende kwaliteitsstandaarden en de branche gebonden kwaliteitssystemen. Door het verbeteren van de monitoring en analyse (hoofddossier 3)
worden gegevens verzameld ter bevordering van de kwaliteitsontwikkeling. Er wordt gestuurd op de kwaliteit van de aanpak door de klankbordgroep cliënten die
(gevraagd en ongevraagd) advies kan geven en door periodieke uitvoering van cliënttevredenheidsonderzoeken bij de uitvoerende partijen.
19
V. Bijlage: Doelen en Inspanningen Netwerk
| Onderzoeksrapport | 20 | train |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2020
Afdeling 2
Vergaderdatum 10 juni 2020
Publicatiedatum 26 juni 2020
OPENBARE VERGADERING OP WOENSDAG 10 JUNI 2020
Aanwezig: de leden mevrouw Bakker (PvdD), de heer Bakker (SP), de heer
Biemond (PvdA), mevrouw Bloemberg-lssa (PvdD), de heer Blom (GroenLinks), de heer
Boomsma (CDA), mevrouw Bosman (D66), de heer Boutkan (PvdA), de heer Ceder (CU),
de heer Van Dantzig (D66), de heer Ernsting (GroenLinks), de heer Flentge (SP),
mevrouw De Fockert (GroenLinks), mevrouw De Grave-Verkerk (VVD), de heer Groen
(GroenLinks), mevrouw Grooten (GroenLinks), de heer Hammelburg (D66), mevrouw De
Heer (PvdA), mevrouw De Jager (D66), mevrouw De Jong (GroenLinks), mevrouw Kat
(D66), mevrouw Kilie (DENK), de heer Kreuger (Forum voor Democratie), mevrouw El
Ksaihi (D66), de heer Van Lammeren (Partij voor de Dieren), mevrouw Martens (VVD),
mevrouw Marttin (VVD), de heer Mbarki (PvdA), mevrouw Nadif (GroenLinks), mevrouw
Nanninga (Forum voor Democratie), mevrouw Naoum Néhmé (VVD), mevrouw Poot
(VVD), mevrouw Van Pijpen (GroenLinks), mevrouw Van Renssen (GroenLinks),
mevrouw Roosma (GroenLinks), mevrouw La Rose (PvdA), de heer Van Schijndel
(Liberaal Conservatieve Fractie), de heer Schreuders (SP), mevrouw Simons (BIT),
mevrouw Van Soest (PvdO), de heer Taimounti (DENK), mevrouw Timman (D66), de heer
Torn (VVD) en de heer Vroege (D66)
Afwezig: de heer Yilmaz (DENK)
Aanwezig: burgemeester mevrouw Halsema (Openbare Orde en Veiligheid,
Algemene Zaken, Integraal Veiligheidsbeleid, Juridische Zaken, Internationale
Samenwerking, Bestuursdienst, Regelgeving en Handhaving, Juridische Zaken,
Communicatie), de wethouders mevrouw Dijksma (Water, Verkeer, Vervoer en
Luchtkwaliteit en Stadsdeel Zuid), mevrouw Van Doorninck (Duurzaamheid en Circulaire
Economie, Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Energietransitie en stadsdeel Oost), de
heer Everhardt (Financiën, Economische Zaken, Lucht- en Zeevaart, Deelnemingen,
Zuidas en Marineterrein en Stadsdeel Centrum), de heer Groot Wassink (Diversiteit en
Antidiscriminatiebeleid, Democratisering (inclusief Bestuurlijk Stelsel), Coördinatie
Bedrijfsvoering, Inkoop, Sociale Zaken, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden), de heer
Ivens (Bouwen en Wonen, Openbare Ruimte en Groen, Ontwikkelbuurten, Dierenwelzijn,
Reiniging en Stadsdeel Noord), mevrouw Kukenheim (Zorg, Jeugd(zorg), Mbo-agenda,
Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt, Preventie Jeugdcriminaliteit, Sport en
Recreatie, Ouderen en Stadsdeel West), mevrouw Meliani (Kunst en Cultuur,
Monumenten en Erfgoed, ICT en Digitale Stad, Dienstverlening, Personeel en
Organisatie, Gemeentelijk Vastgoed en Stadsdeel Nieuw-West), mevrouw Moorman
(Onderwijs, Volwasseneneducatie, Laaggeletterdheid en Inburgering, Voorschool,
Kinderopvang en Naschoolse voorzieningen, Armoede en Schuldhulpverlening en
Stadsdeel Zuidoost)
Afwezig:
1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Middagzitting op woensdag 10 juni 2020
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Torn
Raadsgriffier. mevrouw Houtman
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland)
De VOORZITTER opent de vergadering om 13.00 uur.
VOORZITTER: Ik open de gemeenteraad van Amsterdam en ik heet u graag allen
van harte welkom bij deze eerste live raadsvergadering die naar verwachting uit vier
dagdelen zal bestaan waarbij de donderdagavond is gereserveerd voor de stemmingen.
1.
Mededelingen
Er is bericht van verhindering van de heer Yilmaz. De heer Taimounti en mevrouw
Nanninga zijn morgen vanaf 15.00 uur ’s middags aanwezig.
Wethouder Kukenheim is vandaag vanaf 16.00 uur afwezig om samen met de
vicevoorzitter van de Veiligheidsregio, burgemeester Poppens van Amstelveen mijn plek
waar te nemen over het driehoeksoverleg in verband met de demonstratie die vanmiddag
plaatsvindt in het Nelson Mandelapark. Indien er een kritisch besluit moet worden
genomen in dat overleg, dan kan het zijn dat de vergadering om die reden wordt
geschorst.
Goed. Na een periode van digitaal vergaderen zijn we nu weer voor het eerst
fysiek bij elkaar en dat is fijn maar zoals u allen weet, voorzichtigheid is geboden. Voor de
goede orde noem ik de belangrijkste voorwaarden nog even. Houd in de raadszaal ten
minste anderhalve meter afstand van elkaar. Er zijn vaste momenten waarop mag worden
gelopen en op andere momenten blijft u zitten. Dit betekent dat u vanaf uw zitplaats het
woord voert en dit geldt ook voor interrupties. Na ieder agendapunt zal de voorzitter kort
de vergadering schorsen om, indien nodig, woordvoerders te wisselen. Dit zijn ook de
momenten waarop u de zaal even kunt verlaten. Houd u zich vooral aan de looprichting.
Er kunnen en mogen geen papieren worden uitgedeeld in de zaal. Eventuele moties of
amendementen die u wilt indienen, dient u te mailen naar de raadsgriffie.
U heeft bij binnenkomst van de zaal een stembrief ontvangen voor de
benoemingen. De stembrieven dienen voor het einde van de middag te worden ingeleverd
in de postbus bij de publieksingang van de foyer. Ik neem aan dat u die kunt vinden. Dan
kunnen na afloop van de middagvergadering de stembrieven worden geteld door de leden
van het stembureau. Ik meld al vast wie dat deze keer zijn namelijk de heer Biemond,
mevrouw Kilig en de heer Kreuger. De stemming vindt op donderdagavond plaats vanaf
19.30 uur aan het einde van de vergadering. Stemming over moties die zijn ingediend bij
agendapunt 5a, de interpellatie, daarover wordt direct gestemd aan het einde van de
behandeling van het agendapunt. Het reglement van orde zal uiteraard zo veel mogelijk
van toepassing blijven op deze raadsvergadering. De amendementen en moties die
voorafgaand aan de vergadering zijn ingediend, staan bij de bijbehorende agendapunten
op internet en in uw NotuBoxapp.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga voor een punt van
orde.
2
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Mevrouw NANNINGA: Ik wil even een punt van orde maken. Ik begreep dat de
fotograferende journalisten maar heel kort in de zaal mogen zijn in verband met de
coronamaatregelen maar ik zie daar de logica niet zo van in want ze zijn hier nu toch. Dus
wat maakt dan een paar minuutjes uit? Of kunnen ze de hele vergadering blijven?
De VOORZITTER: Zoals ik heb begrepen zijn daarover afspraken gemaakt met
de voorlichter van de raad. Ik denk ook dat aangepaste voorstellen met hem moeten
worden besproken. Dat lijkt mij het meest logisch. U zult begrijpen dat de reden waarom
deze maatregel is getroffen, te maken heeft met corona.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot voor een punt van orde.
Mevrouw POOT: Ook van de orde. Hoe goed ik ook begrijp dat de deur open zou
moeten blijven, is het voor mij onmogelijk om met deze deur open het debat te voeren
omdat ik u gewoon als voorzitter niet kan verstaan. Ik zit er net nog wat dichterbij.
De VOORZITTER: Ik ga over veel, maar niet over de deur. Ik neem aan dat u
daarover geen raadsbesluit wil. Ik zou willen voorstellen dat we de deur dicht doen. Of zijn
er veiligheidsredenen waarom dat niet kan? De reden fluistert de griffier mij net in en die
is natuurlijk ook heel logisch, is de luchtcirculatie die nodig is om ervoor te zorgen dat we
hier vanavond en morgen weer gezond kunnen vertrekken.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel voor een punt van
orde.
De heer VAN SCHIJNDEL: Van de orde. Wij hebben die zogenaamde
anderhalvemetersamenleving maar er is een concurrerend discours in opkomst en dat is
de openramenmaatschappij.
De VOORZITTER: Mijnheer Van Schijndel, ik ga u onmiddellijk onderbreken. Het
is een buitengemeen boeiende discussie die u hier wilt voeren waarmee internationaal de
beste wetenschappers zich bezig houden. Met alle respect, daar reken ik u even niet toe.
Dit zijn de afspraken die zijn gemaakt. Als het voor mevrouw Poot echt een probleem is,
dan zou misschien iemand van plek willen wisselen met haar, iemand die wat beter
bestendig is tegen de luchtcirculatie. Kijk, praktische oplossingen, daar zijn wij voor.
Mevrouw Bloemberg-lssa van de Partij voor de Dieren is bereid van plek te wisselen.
Mevrouw POOT: Het klinkt wat raar, voorzitter, maar het liefst zou ik met de heer
Van Schijndel van plek wisselen want dan heb ik nog wel de mogelijkheid om met mijn
fractiegenoot te kunnen communiceren.
De VOORZITTER: Daarvoor is veel te zeggen aangezien de heer Van Schijndel
toch zo zijn vraagtekens zet bij de betekenis van luchtcirculatie bij het bestrijden van
corona. Ik moet zeggen dat u dit op een buitengewoon elegante manier heeft opgelost.
2.
Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 19 en 20 mei 2020
3
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Wegens technische problemen zijn de verslagen nog niet beschikbaar. Deze
zullen bij de volgende vergadering geagendeerd worden ter vaststelling.
3.
Vaststellen agenda
De VOORZITTER: Ik ga ervanuit dat u akkoord kunt gaan met deze agenda
waarbij wij de volgorde hanteren van de tentatieve vergaderorde zoals u die heeft
ontvangen.
Conform besloten.
Ik stel voor dat de volgende stukken bij de agendapunten 12, 19, 34, 35, 36, 39 en
40 worden gehamerd.
Conform besloten.
4.
Ingekomen stukken
Conform besloten.
1° Brief van de heer RJ. Groen van 27 mei 2020 inzake de mededeling dat
hij terugtreedt als lid van het presidium per 10 juni 2020
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
2° Brief van de heer P. Beving van 27 mei 2020 inzake de mededeling dat hij
terugtreedt als duoraadslid van de fractie van de Partij van de Ouderen per direct
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
3° Verzamelbrieven 9 en 10 van burgemeester Halsema en
gemeentesecretaris Teesink van 20 en 27 mei 2020 inzake informatie met betrekking tot
de herstelfase corona
Besloten is deze brieven voor kennisgeving aan te nemen.
4° Ledennieuwsbrief nr. 9 van de VNG van 20 mei 2020 inzake de
Coronacrisis
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
5° Brief van wethouders Ivens en Kukenheim van 20 mei 2020 inzake loden
leidingen in Amsterdam, stand van zaken mei 2020
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
4
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
6° Brief van de VNG van 20 mei 2020 inzake de voortgang en resultaat van
de regionale samenwerking in de waterketen
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
7° Raadsadres van de Waterloopleinvereniging van 20 mei 2020 inzake het
behoud van de Waterloopleinmarkt met als motivering om Amsterdam terug te geven aan
de Amsterdammers
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Financiën en Economische Zaken.
8° Raadsadres van een burger van 14 mei 2020 inzake een alarmerende
corona-versnelling op scheefgroei tussen rijk en arm
Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
g° Raadsadres van UCF Ubuntu Connected Front van 15 mei 2020 inzake
uitvoering van motie 1905.19 over rechtmatigheid van aanbestedingen van stadsdeel
Zuidoost
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
10° Raadsadres van het Comité 500 kinderen Amsterdam van 22 mei 2020
inzake een verzoek om steun aan de manifestatie voor opvang van 500 kinderen uit
Griekse kampen
Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
11° Brief van de gemeente Peel en Maas van 20 mei 2020 inzake aanbieding
van de door de gemeenteraad van Peel en Maas aangenomen motie over de Regionale
Energiestrategie
Besloten is deze motie desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 15, Uiten van wensen en bedenkingen over de concept Regionale
Energiestrategie Noord-Holland Zuid.
12° Afschrift van een brief van VOLBG van 25 mei 2020, gericht aan het
college van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van stadsdeel
Centrum, inzake het participatieproces voor de realisering van een Universiteitskwartier
op het Binnengasthuisterrein
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
13° Afschrift van een brief van een burger van 27 mei 2020, gericht aan het
college van burgemeester en wethouders, inzake ontmoediging van het autoverkeer in
Amsterdam en de gevolgen voor Amsterdam
5
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
14° Raadsadres van AKD advocaten van 26 mei 2020 inzake verzoek om een
voorbereidingsbesluit te nemen om de komst van een Jumbo-supermarkt in de
Wolvenstraat tegen te houden als vervanging van de Marqt-supermarkt
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
15° Raadsadres van een burger van 27 mei 2020 inzake het vestigen van
musea in de Zuidas voor spreiding van toerisme in de stad
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
16° Raadsadres van de Fietsersbond Amsterdam van 27 mei 2020 inzake
verzoek om een beleidskader ‘Ruimte voor de fietser bij gemengd verkeer’ op te stellen
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water.
17° Brief van een burger van 22 mei 2020 inzake een reactie op de plannen
van minister Slob om onbevoegden in het basisonderwijs in te zetten
Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
18° Raadsadres van een burger van 27 mei 2020 inzake wegwerp
shishaslangen als verplichte maatregel voor shishabars
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
19° Raadsadres van een burger van 25 mei 2020 inzake een verzoek aan het
OSVO voor het zo kansrijk mogelijk plaatsen van leerlingen
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Werk, Inkomen en Onderwijs.
20° Raadsadressen van burgers van 23 en 24 mei 2020 inzake overlast door
zomerdrukte in de Bogortuin op het Java-eiland
Besloten is deze raadsadressen in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
6
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
21° Raadsadressen van burgers van 17 en 18 mei 2020 inzake het behoud
van groen in de Lutkemeerpolder
Besloten is deze raadsadressen in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
22° Zienswijze van Breevast Vastgoed Rotterdam B.V, namens Donauweg
Amsterdam B.V., van 19 mei 2020 tegen bestendiging van het besluit over aanwijzing van
een perceel aan de Donauweg op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten
Besloten is deze zienswijze in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Ruimtelijke Ordening.
23° Afschrift van een brief van een burger van 15 mei 2020, gericht aan de
provinciale staten van Friesland en Noord-Holland, inzake de zeesluis bij Delfzijl als
voorbeeld voor een betere samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
24° Raadsadressen van VVE Sporenburg 22 en basisschool de Achthoek van
13 mei 2020 inzake de tijdelijke pontverbinding tussen het Zeeburgereiland en het
Oostelijk Havengebied
Besloten is deze raadsadressen in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water.
25° Afschrift van een open brief van de stichting Eigenwijks van 27 mei 2020,
gericht aan wethouder Kukenheim, inzake zorgen om ontwikkeling van de Buurtteams
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
26° Raadsadres van een burger van 23 mei 2020 inzake leefbaarheid van de
Amsterdammers met betrekking tot afschaffing van chemische afvalwagens, afschaffing
van privéadressen voor toeristen en stimuleren van bouwprojecten voor 70-plussers
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen en naar de leden van de
raadscommissie Financiën en Economische Zaken.
27° Afschrift van een brief van een burger van 25 mei 2020, gericht aan
wethouder Moorman, inzake keuzevrijheid en bereikbaarheid voor het voortgezet
onderwijs in Amsterdam
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
7
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
28° Raadsadres van een burger van 18 mei 2020 inzake handhaving van de
wet die haatmanifestaties op de Dam verbiedt
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
29° Raadsadres van een burger van 9 mei 2020 inzake het instellen van een
maximumsnelheid van 30 km/uur in delen van de stad en het aanpassen van de
infrastructuur op meters en seconden
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water.
30° Raadsadres van Cliëntenbelang Amsterdam van 26 mei 2020 inzake
assistentieverlening aan doelgroepenvervoer
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Zorg, Jeugdsport en Sport.
31° Afschrift van brieven van een burger van 15, 22 en 28 mei 2020, gericht
aan de provinciale staten van o.a. Friesland en Noord-Holland, inzake de MIRT Lelylijn -
Hamburg en de trein naar Berlijn via Twente over een internationaal spoor
Besloten is deze brieven voor kennisgeving aan te nemen.
32° Brief van burgemeester Halsema, voorzitter van de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland, mede namens de driehoek, van 2 juni 2020 inzake de
antiracisme demonstratie op de Dam
Besloten is deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt SA,
Interpellatie van de leden Poot, Boomsma, Nanninga en Van Soest inzake de naleving
van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam.
33° Brieven van diverse burgers van 1-5 juni 2020 inzake steunbetuigingen
voor burgemeester Halsema met betrekking tot de demonstratie op de Dam op 1 juni
2020
Besloten is deze brieven desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 5A, Interpellatie van de leden Poot, Boomsma, Nanninga en Van Soest
inzake de naleving van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam.
34° Brieven van diverse burgers van 1-5 juni 2020 inzake negatieve reacties
op de demonstratie op de Dam op 1 juni 2020
Besloten is deze brieven desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 5A, Interpellatie van de leden Poot, Boomsma, Nanninga en Van Soest
inzake de naleving van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam.
8
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
35° Afschrift van de brief van de minister van Justitie en Veiligheid van 4 juni
2020, gericht aan de voorzitter van de Tweede Kamer, inzake het verzoek van het
Tweede Kamerlid Wilders om het openbaar maken van de conversatie tussen de minister
van Justitie en Veiligheid en de burgemeester van Amsterdam
Besloten is deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt SA,
Interpellatie van de leden Poot, Boomsma, Nanninga en Van Soest inzake de naleving
van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam.
36° Brief van wethouder vens van 3 juni 2020 inzake een aanvullend
overzicht van gerealiseerde en geplande herplant van bomen naar aanleiding van de
toezegging in de raadscommissie WB van 13 mei 2020
Besloten is deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 24,
Kennisnemen van de raadsbrief over programma bomen.
37° Verzamelbrief 11 van burgemeester Halsema en gemeentesecretaris
Teesink van 3 juni 2020 inzake informatie met betrekking tot de herstelfase corona
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
38° Ledennieuwsbrief nr. 10 van de VNG van 28 mei 2020 inzake de
Coronacrisis
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen.
39° Raadsadres van Cliëntenbelang Amsterdam van 2 juni 2020 inzake
toegankelijke openbare ruimte in de anderhalvemetersamenleving
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
40° Raadsadres van een burger van 31 mei 2020 inzake de huurverhoging
van sociale huurwoningen 5,1 tot 6,6% per 1 juli 2020
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Wonen en Bouwen.
41° Raadsadres van Burgercollectief Stralingsbewust Wonen van 29 mei
2020 inzake een burgerinitiatief voor stralingsarme woongemeenschappen
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
42° Raadsadres van UN Women Nederland e.a. van 25 juni 2020 inzake een
uitnodiging voor de wereldwijde Orange the World campagne voor bestrijding van geweld
tegen vrouwen
9
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
43° Raadsadres van de West-Friese Bedrijvengroep van 29 mei 2020 inzake
het verbeteren van de dienstverlening bij een verzoek om overdracht van een
parkeervergunning
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
44° Brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 26 mei 2020
inzake de Kaderbrief Financieel Toezicht 2021
Besloten is deze brief in handen van het college van burgemeester en wethouders
te stellen teneinde te betrekken bij de behandeling van de Begroting 2021.
45° Afschrift van een brief van een burger van 25 mei 2020, gericht aan De
Telegraaf, inzake uitbreiding van het metronet
Besloten is de afhandeling over te laten aan de leden van de gemeenteraad.
46° Raadsadres van een burger van 1 juni 2020 inzake overlast door een
vliegtuigje boven de stad
Voorgesteld voor de afhandeling over te laten aan de leden van de
gemeenteraad.
47° Raadsadres van een burger van 28 mei 2020 inzake controle via
akoestische camera's op geluidsoverlast van motoren en scooters
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Financiën en Economische Zaken.
48° Raadsadres van een burger van 29 mei 2020 inzake de uitrol van 5G
zendmasten in Amsterdam
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Kunst, Diversiteit en Democratisering.
49° Raadsadres van diverse buurtbewoners van 30 mei 2020 inzake de
verkeersoverlast op de Scheepsbouwweg
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water.
10
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
50° Raadsadres van een burger van 31 mei 2020 inzake de aanpak van
oplichting door slotenmakers
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Algemene Zaken.
51° Raadsadres van een burger van 3 juni 2020 inzake bewegwijzering en
parkeergelegenheid bij tuinpark NUT & GENOEGEN
Besloten is dit raadsadres in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen naar de
leden van de raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Water.
52° Mail van het lid Van Schijndel van 8 juni 2020 inzake de uitgebrachte
adviezen van een oud-advocaat van de Hoge Raad van 13 mei 2020 inzake het gebruik
van de ‘black box’ berekening bij Amsterdamse erfpacht en van 3 juni 2020 inzake een
reactie op de beantwoording van wethouder Van Doorninck op het raadsadres van
bewoners van de William Barlowlaan over de informatievoorziening ten aanzien van de
erfpachtgrondwaarde
Besloten is deze adviezen desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 20, Kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van
berekening canon bij overstap William Barlowlaan.
53° Brief van burgemeester Halsema, voorzitter van de Veiligheidsregio
Amsterdam-Amstelland van 8 juni 2020 met de beantwoording van technische vragen van
de raadsfracties over de demonstratie op de Dam op 1 juni 2020
Besloten is deze beantwoording te betrekken bij de behandeling van agendapunt
DA, de interpellatie van de leden Poot, Boomsma, Nanninga en Van Soest inzake de
naleving van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam.
54° Raadsadres van het Bureau Binnentuinen van 9 juni 2020 inzake vragen
over de strategie klimaatadaptie en over de boomsubsidie in het kader van het
programma bomen
Besloten is dit raadsadres desgewenst te betrekken bij de behandeling van
agendapunt 23, Kennisnemen van de brief over de strategie klimaatadaptatie, en
agendapunt 24, Kennisnemen van de raadsbrief over het programma bomen, en in
handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen ter afhandeling en
een kopie van het antwoord te sturen naar de leden van de raadscommissie Wonen en
Bouwen.
55° Brief van wethouder Everhardt van 9 juni 2020 inzake aanbieding van een
lijst met onrechtmatige subsidies bij het Jaarverslag 2019 naar aanleiding van de
toezegging in de raadscommissie FEZ van 4 juni 2020
11
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Besloten is deze lijst te betrekken bij de behandeling van agendapunt 6,
Vaststellen van het Jaarverslag 2019, en agendapunt 9, Kennisnemen van de bestuurlijke
reactie op het Accountantsverslag 2019 Gemeente Amsterdam van Auditdienst ACAM
inzake de controle over het Jaarverslag 2019.
56° Brief van wethouder Meliani van 9 juni 2020 inzake beantwoording van de
vraag van het lid Boomsma in de raadscommissie FEZ van 4 juni 2020 over
opleidingskosten per medewerker en tegemoetkoming van de toezegging van het
nazenden van het overzicht van externe inhuur per directie
Besloten is deze brief te betrekken bij de behandeling van agendapunt 7,
Instemmen met het verslag en de aanbevelingen van de Rekeningencommissie over de
Jaarrekening 2019, en agendapunt 8, Kennisnemen van de reactie van het college op het
verslag van de Rekeningencommissie over de Jaarrekening 2019.
57° Raadsadressen van burgers van 8 juni 2020 inzake reacties op de
uitspraken van de jongerenburgemeester van Amsterdam
Besloten is deze raadsadressen in handen van het college van burgemeester en
wethouders te stellen ter afhandeling.
58° Ledennieuwsbrief nr. 11 van 5 juni 2020 inzake de Coronacrisis
Besloten is deze brief voor kennisgeving aan te nemen
59° Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 8 juni 2020 inzake
aankondiging van de start van de voorbereiding actualisatie onderzoek Zicht op de
financiële positie
Besloten wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen
5.
Mondelingevragenuur
Er zijn geen vragen.
5A.
Interpellatie van de leden Poot, Boomsma, Nanninga en Van Soest inzake de
naleving van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 681)
Dit punt wordt even aangehouden.
5B.
Actualiteit van de leden Taimounti, Mbarki, Poot, Boomsma, Nanninga, Flentge,
Van Dantzig, Roosma en Simons inzake bedreigingen gericht tegen de Blauwe Moskee
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 685)
Dit punt is afgevoerd.
12
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
6.
Vaststellen van het Jaarverslag 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 659)
Dit punt wordt even aangehouden.
7.
Instemmen met het verslag en de aanbevelingen van de Rekeningencommissie
over de jaarrekening 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 652)
Dit punt wordt even aangehouden.
8.
Kennisnemen van de reactie van het college op het verslag van de
Rekeningencommissie over de jaarrekening 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 682)
Dit punt wordt even aangehouden.
9.
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het Accountantsverslag 2019
Gemeente Amsterdam van Auditdienst ACAM inzake de controle over het jaarverslag
2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 660)
Dit punt wordt even aangehouden.
10.
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel “Samen naar school in de hele
stad’ van het lid Simons en kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het
oorspronkelijke initiatiefvoorstel (Gemeenteblad afd. 1, nr. 663)
Dit punt wordt even aangehouden.
11
Vaststellen van het bestemmingsplan Kopraweg en omgeving (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 670)
Dit punt wordt even aangehouden.
12.
Uiten van wensen en bedenkingen over het uit te lenen bedrag ter overbrugging
aan atletiekvereniging Atos vanuit de grondexploitatie Elzenhagen Zuid (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 662)
Dit punt wordt gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 662 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
13.
13
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Instemmen met het gewijzigde initiatiefvoorstel ‘Crisisaanpak dakloosheid:
Bankslapersregeling, Tijdelijk Thuis Vergoeding en Schrapsessie’ van het lid De Jong en
kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het oorspronkelijke initiatiefvoorstel
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 641)
Dit punt wordt even aangehouden.
14.
Instemmen met het initiatiefvoorstel Ontwikkel inclusief talentenfonds van de
leden Van Dantzig en Mbarki en kennisnemen van de bestuurlijke reactie (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 643)
Dit punt wordt even aangehouden.
15.
Uiten van wensen en bedenkingen over de concept Regionale Energiestrategie
Noord-Holland Zuid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 669)
Dit punt wordt even aangehouden.
16.
Wijzigen van de Parkeerverordening 2013 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 647)
Dit punt wordt even aangehouden.
17.
Wijzigen van de Verordening Parkeerbelastingen 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr.
650)
Dit punt wordt even aangehouden.
18.
Kennisnemen van het onderzoek naar de fietsdiefstalbestrijding van de
rekenkamer en het overnemen van de aanbevelingen (Gemeenteblad afd. 1, nr. 645)
Dit punt wordt even aangehouden.
19.
Beschikbaar stellen van een extra (rendabel) krediet van € 6,3 miljoen voor de
installatie van reclamedisplays in metrostations (Gemeenteblad afd. 1, nr. 646)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 646 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
20.
Kennisnemen van het raadsadres met het verzoek tot detaillering van berekening
canon bij overstap William Barlowlaan (Gemeenteblad afd. 1, nr. 651)
14
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Dit punt wordt even aangehouden.
21.
Kennisnemen van de voortgangsbrief Diversiteit en Inclusiviteit. (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 658)
Dit punt wordt even aangehouden.
22.
Kennisnemen van de factsheet basisschooladvies en doorstroom in het
voortgezet onderwijs en afhandeling van de motie van het lid Simons ‘onderadvisering!
(nr.937.19) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 648)
Dit punt wordt even aangehouden.
23.
Kennisnemen van de brief over de strategie klimaatadaptatie (Gemeenteblad afd.
1, nr. 664)
Dit punt wordt even aangehouden.
24.
Kennisnemen van de raadsbrief over programma bomen (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 665)
Dit punt wordt even aangehouden.
25.
Kennisnemen van de Woonbrief 2020 en de factsheet woningmarkt
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 654)
Dit punt wordt even aangehouden.
26.
Kennisnemen van de raadsconsultatie nieuwe _woonruimteverdeling
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 666)
Dit punt wordt even aangehouden.
27.
Kennisnemen van de rapportage Programma Woningkwaliteit,
Voortgangsrapportage 2019 en vooruitblik 2020 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 667)
Dit punt wordt even aangehouden.
28.
Kennisnemen van het besluit inzake de vaststelling van het Plan van Aanpak
‘Programma Uitvoering Overstapregeling Eeuwigdurende erfpacht’ (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 655)
15
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Dit punt wordt even aangehouden.
29.
Kennisnemen van het Stedenbouwkundige Visie en Plan van Aanpak volkstuinen
De Nieuwe Kern (Gemeenteblad afd. 1, nr. 657)
Dit punt wordt even aangehouden.
30.
Kennisnemen van de raadsadressen inzake het behoud van het Huis van de Wijk
Lydia (Gemeenteblad afd. 1, nr. 642)
Dit punt wordt even aangehouden.
31.
Kennisnemen van het ongevraagde advies van stadsdeelcommissie Oost inzake
het functioneren van tramlijn 26 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 644)
Dit punt wordt even aangehouden.
32.
Kennisnemen van het onderzoeksrapport ‘Op weg naar een aardgasvrije Van der
Pekbuurt (Gemeenteblad afd. 1, nr. 668)
Dit punt is afgevoerd.
33.
Instemmen met het niet indienen van zienswijze ten aanzien van het voorstel
resultaatbestemming 2019 en de ontwerpbegroting 2021 Omgevingsdienst Noordzee
Kanaalgebied (Gemeenteblad afd. 1, nr. 671)
Dit punt wordt even aangehouden.
34.
Kennisnemen van de concept jaarrekening 2019 en de concept begroting 2021
van de Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied
en het afzien van het indienen van een zienswijze (Gemeenteblad afd. 1, nr. 661)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 661 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
35.
Kennisnemen van de raadsbrief ter afhandeling van motie 1.479 van raadslid
Yilmaz inzake Amsterdammerschap in onderwijs - bevoegdheidseis docenten
Burgerschap (Gemeenteblad afd. 1, nr. 649)
16
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 649 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
36.
Vaststellen van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over
2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 653)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 653 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
37.
Herbenoemen van de voorzitter van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 684)
Dit punt wordt even aangehouden.
38.
Benoemen van leden van de begeleidende commissie inzake een extern
onderzoek naar het gevoerde erfpachtbeleid (Gemeenteblad afd. 1, nr. 673)
Dit punt wordt even aangehouden.
38A.
Benoemen van een lid van het presidium (Gemeenteblad afd. 1, nr. 683)
Dit punt wordt even aangehouden.
39.
Bekrachtigen van de geheimhouding (Gemeenteblad afd. 1, nr. 656)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 656 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
40.
Geheim (Gemeenteblad afd. 1, nr. 672)
Dit punt is gehamerd.
De voordracht wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd; de raad neemt mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 672 van afd. 1 van
het Gemeenteblad.
17
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Voorzitter: de heer Torn
5A.
Interpellatie van de leden Poot, Boomsma, Nanninga en Van Soest inzake de
naleving van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam (Gemeenteblad
afd. 1, nr. 681)
De VOORZITTER: Voordat ik zo meteen de eerste spreker en dat zal mevrouw
Poot zijn, is het misschien toch nog even goed de spelregels van een interpellatie met
elkaar te delen. Leden van de raad weten dat natuurlijk maar het is misschien ook goed
voor de pers die hier aanwezig is. Een interpellatiedebat heeft een eigen volgorde en dat
betekent dat eerste de interpellanten in eerste termijn hun ingediende interpellatievragen
zullen toelichten. Vervolgens zal de burgemeester daarop kunnen antwoorden. Aan die
eerste termiijn nemen alleen de interpellanten deel. Dat betekent dat de niet-
interpellanten, dus de overige raadsleden in die eerste termijn niet het woord kunnen
voeren dus ook geen interrupties kunnen plegen. In de tweede termijn is het debat open
en vrij en ik denk dat het wel goed is dat nog even aan het begin van het debat te zeggen
zodat iedereen ervan op de hoogte is.
Dat gezegd hebbende zou ik graag mevrouw Poot het woord willen geven voor
haar bijdrage in eerste termijn.
Mevrouw POOT: Ik wil dit debat graag beginnen met mijn afschuw uit te spreken
over de dood van George Floyd en het structureel gewelddadig optreden van de
Amerikaanse politie. Laat helder zijn dat ik volledig achter de reden van de demonstratie
sta. Helaas komt ook in Nederland en ook in Amsterdam racisme voor. Ik vind dat
vreselijk. Ik vind dat we echt iedere uitsluiting op basis van ras, geloof, kleur, geaardheid
moeten uitroeien in onze samenleving en ook de bagger die mevrouw Simons deze week
weer over zich heen kreeg, verschrikkelijk. Wat een laffe lui zijn dat. Daarom lijkt het mij
goed, voorzitter, om snel een debat te voeren over hoe we racisme te lijf gaan. Ik ken
onze raad als een raad die pal staat als het gaat over racisme. Daarover verschillen wij
niet van mening. Dat debat kan al volgende week donderdag in de raadscommissie
Algemene Zaken of over drie weken. Hoe verschrikkelijk ook, dat is niet de reden dat wij
hier vandaag staan. Ik zeg staan, maar ik bedoel natuurlijk zitten.
De reden dat wij hier zitten, is dat we in een tijd van corona met Z'n allen
afspraken hebben gemaakt hoe het virus te overwinnen en we dan een demonstratie zien
waar de regels met voeten worden getreden, waar niet wordt opgetreden en waar de
gezondheid van demonstranten, Amsterdammers en vele Nederlanders in gevaar wordt
gebracht. Ik begrijp de woede die is ontstaan, heel goed. Want je zult maar dag en nacht
op de IC hebben gewerkt en je ziet deze beelden van de mensenmassa. Of je zult maar
ouders hebben die je niet hebt mogen bezoeken en je ziet opeens een burgemeester die
de anderhalvemeter niet handhaaft en niet respecteert en daarvoor niet eens haar
excuses aanbiedt. Wij hebben allemaal de mail gehad van een dochter wier vader in
eenzaamheid is gestorven en bij wiens uitvaart maar 30 mensen konden zijn die elkaar
niet konden knuffelen. Zij gaf aan dat na woede bij haar nu alleen maar intense
verdrietigheid over wat er op de Dam is gebeurd, overheerste. Dat raakt. En dat gaat door
merg en been. Het is echt te hopen dat er niet een uitbraak plaatsvindt, want dan zijn we
nog veel verder van huis. Maar we zitten nu sowieso in een situatie waarbij heel veel
18
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
mensen zeggen, die anderhalvemeter, dat hoeft kennelijk niet meer. Daarmee is ook het
zorgvuldig opgebouwde draagvlak voor de coronamaatregelen ondermijnd en dat is heel
erg slecht. De volksgezondheid bleek bij deze demonstratie bijzaak, terwijl die hier juist
hoofdzaak had moeten zijn.
Maandag ontvingen wij een nieuwe tijdlijn. En wat schetst onze verbazing? Er
wordt met geen woord gerept over de mogelijkheid van een hoger aantal demonstranten,
van verschillende scenario’s. Hoe kan dat nou? Zelfs in normale tijden worden er eigenlijk
altijd verschillende inschattingen gemaakt en verschillende scenario's gemaakt. De
burgemeester had er zelfs zondags buikpijn van. Hoe kan dat nou? En zijn de
demonstranten gevorderd uit elkaar te gaan? Dat zijn echt vragen die ook nog moeten
worden beantwoord. Het is wat ons betreft de ene blunder op de andere fout. En met klap
op de vuurpijl een burgemeester die zonder mondkapje, zonder de anderhalvemeter te
respecteren, op de Dam verschijnt. Ik wil helemaal geen burgemeester die op dat moment
op de Dam verschijnt. Ik wil een burgemeester die in de crisisruimte zit en ervoor zorgt dat
alle maatregelen worden genomen om de volksgezondheid te beschermen. Ik had gewild
dat de burgemeester dat om 17.00 uur had gedaan toen er nog ruimte was om de
demonstratie te beperken. Ik had gewild dat ze dat op dat moment had gedaan. Dat moet
toch echt nog wel helder worden gemaakt. De appjes die openbaar zijn gemaakt, dat is
toch wel een gênant inkijkje in de communicatie. Een burgemeester die meer bezig is met
het veiligstellen van haar imago dan met het veiligstellen van de volksgezondheid. Het
laat wat ons betreft ook zien dat boven de partijen staan en los van politieke kleur-denken
nog heel ingewikkeld is voor deze burgemeester. Ik citeer ‘En ik begrijp goed dat rechts
Nederland een gouden kans ziet.” Dat moet de burgemeester toch nog eens even goed
aan ons uitleggen.
Als laatste het aangekondigde onderzoek. Dat moet wat ons betreft door een
onafhankelijk instituut gebeuren, het liefst door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid.
Dat lijkt ons gezien de ernst van de situatie het geëigende orgaan. Daarvoor hebben wij
reeds een motie ingediend. Voor nu voldoende en ik voer graag het debat met de
burgemeester.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
60° Motie van de leden Poot, Nanninga, Boomsma en Van Soest inzake de
interpellatie over de naleving van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de
Dam (onafhankelijk onderzoek naar de oorzaken) (Gemeenteblad afd. 1, nr. 718)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de Onderzoeksraad voor Veiligheid op korte termijn uit te nodigen de directe
en achterliggende oorzaken van de gebeurtenissen op de Dam op 1 juni jl.
uitgebreid te onderzoeken en daarbij de hoofdvraag te beantwoorden hoe bij
deze demonstratie de afwegingen en besluiten voorafgaand en tijdens de
demonstratie zijn verricht evenals de samenwerking tussen de verschillende
Amsterdamse diensten en welke lessen voor de toekomst naar aanleiding
hiervan te trekken zijn.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
19
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
De heer BOOMSMA: Fijn dat we hier allemaal in den lijve weer bij elkaar kunnen
zijn al is het dan jammer dat we niet staand kunnen debatteren. Maar goed, het is beter
dan digitaal. Het CDA verafschuwt en verwerpt racisme in elke vorm. Als christen geloof ik
dat alle mensen zijn geschapen naar Gods evenbeeld en om je medemens te benadelen
of uit te sluiten op grond van huidskleur alleen is volkomen walgelijk en ook volkomen
achterlijk. De situatie in Nederland is anders dan in de Verenigde Staten zoals onze
geschiedenis ook anders is. Toch komt racisme ook in onze samenleving en in onze stad
voor. Het CDA steunt iedereen die nu opstaat en die nu wil demonstreren en die serieuze
en constructieve stappen wil zetten om dit debat verder te brengen. De afgelopen week is
er veel emotie losgekomen. We horen nu ook hier doorklinken in de zaal dat er buiten
veel emotie is. Ik vind het goed om te zien dat er in Amsterdam geen rellen zijn ontstaan
zoals in veel andere steden. Ik vind het ook goed dat er in Amsterdam veel initiatieven
worden genomen bijvoorbeeld door een aantal voorgangers in Zuidoost die zaterdag bij
elkaar komen om dit gesprek verder te brengen. Ik denk dat het goed is dat wij ons als
raad bij dat gesprek in de stad aansluiten en dat we dat aanmoedigen en faciliteren zodat
we dat een politiek vervolg kunnen geven. Dus ik wil in deze eerste termijn een motie
indienen om dat stadsgesprek over racisme aan te gaan, over vooroordelen, over de
effecten daarvan en over de bestrijding daarvan. Dat doe ik graag samen met een aantal
collega’s waaronder mijn collega Taimounti van DENK. Ik wil alle andere collega’s
uitnodigen om daarbij mee te denken en zich daarbij aan te sluiten.
Zonder dus iets te willen afdoen aan het belang van de demonstratie gaat het
debat dat we nu moeten voeren wat mij betreft over wat anders, namelijk het massaal niet
naleven van de coronamaatregelen op de Dam en het optreden of niet-optreden van de
burgemeester daarbij tijdens, vooraf en na afloop. Na maanden van lockdown, van
isolement, van dreigende faillissementen, van gemankeerde begrafenissen, van eenzame
zieken en van keihard zwoegen in de zorg en daarbuiten om het virus onder controle te
krijgen, om dan te zien dat er bijna 14.000 mensen bij elkaar staan, op elkaars lip,
schreeuwend, dat is niet alleen pijnlijk, dat is echt een grof schandaal. Dat is ook een klap
in het gezicht van al die Nederlanders die zich ongelooflijk hebben ingespannen en die
vaak een hoge prijs hebben betaald of nog betalen om zich wel aan die regels te houden.
Ik vind dat hier een aantal grote fouten is gemaakt en ik vind dat de burgemeester
daarvoor ondubbelzinnig bestuurlijke verantwoordelijkheid moet nemen en ik wil
opheldering over hoe dit zo kon lopen. Het is een combinatie van én het aantal
deelnemers totaal verkeerd inschatten én dan wel zeggen, ik heb zorgen maar geen plan
B of een ander scenario, én dan als het om 17.00 uur toch veel drukker wordt, nog steeds
geen extra maatregelen nemen én dan als klap op de vuurpijl tegen ATS zeggen dat de
demonstratie te belangrijk is en dat mensen het nu min of meer maar zelf moeten weten.
Én dan zelf in de menigte te gaan staan maar zonder ambtsketen en dan weer geen
poging op oproep doen aan mensen om zich wel aan de regels te houden. En dan
vervolgens zeggen dat elke poging om dat wel te doen, zou zijn uitgedraaid op geweld.
Het is een opeenstapeling en die schetst het beeld van een burgemeester die eigenlijk
niet in staat was tot het handhaven van de coronaregels. Dat beeld is geschetst en ik vind
het belangrijk dat dat beeld wordt weggenomen. Ik wil de burgemeester graag vragen dat
te doen. Het schept een schijn van partijdigheid. Dit is echt het beeld dat veel mensen in
de stad nu hebben gekregen. Sommige mensen zijn daar blij mee maar heel veel mensen
in de stad zijn daar woedend over en vinden dit heel kwalijk. Zoals mevrouw Poot al zei,
dit geeft toch het risico dat het draagvlak voor de coronamaatregelen daarmee wordt
ondermijnd. Ik vind dat de burgemeester de verantwoordelijkheid had om ervoor te zorgen
of om ieder geval te proberen ervoor te zorgen dat de regels zouden worden nageleefd
zoals die ook voor alle andere Nederlanders gelden. Mijn kernvraag is dus of de
20
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
burgemeester nu haar uiterste best heeft gedaan om de regels te handhaven en waaruit
blijkt dat? ledereen snapt dat dit complexe afwegingen zijn maar dat is de
verantwoordelijkheid die je hebt, ook als voorzitter van de Veiligheidsregio. Ik wil ook
graag een algemene reflectie van de burgemeester hoe dit nu is gelopen en welke
stappen wel of niet zijn gezet en hoe de burgemeester haar eigen functioneren in dezen
beoordeelt.
Inmiddels hebben we een tijdlijn gekregen en een aanvullende brief. In de eigen
tijdlijn van de burgemeester staat dat men maandagochtend al wist dat er veel meer
mensen zouden komen maar dat er toch niet is besloten om de driehoek bij elkaar te
roepen. Waarom niet? En welke andere stappen zegt de burgemeester nu, desnoods met
de kennis van nu, had ze op dat moment kunnen en moeten zetten? Waarom was er
ondanks die zorgen geen plan B, geen ander scenario? De burgemeester zegt dat elk
optreden of elke poging tot optreden mogelijk zou zijn geëindigd in geweld. Waarop is dat
nu precies gebaseerd? Niemand wil geweld en als dat echt de enige optie was, dan ben ik
natuurlijk blij dat die optie niet is gekozen. Maar ik vind het op dit moment niet heel erg
overtuigend. Waarom is niet geprobeerd een beroep te doen om daartoe op te roepen?
Wat zegt het over de demonstranten als elke poging om je aan de regels te houden, om
daartoe op te roepen, meteen zouden leiden tot rellen? Je kunt toch niet enerzijds zeggen
dat het een hele vreedzame beweging was en dat er toch zo’n goede sfeer was en
anderzijds dat het dan meteen zou zijn uitgedraaid op geweld. De opmerking van de
burgemeester dat de demonstratie te belangrijk was tegen AT5, dat voelde als een klap in
het gezicht van zo veel Nederlanders die zich in allerlei bochten wringen om zich wel aan
de regels te houden. Dan gaat het ook om hele belangrijke dingen. Naderhand zei de
burgemeester, het ging mij om het recht op demonstreren in het algemeen. Oké, dat is
niet wat ze op dat moment zei, maar zelfs als het gaat om het recht op demonstreren, dan
nog moet je je gewoon aan de regels houden. Ook allerlei andere fundamentele vrijheden
zijn met voeten getreden. Door de corona moeten we ons aan de regels houden en die
gelden wat mij betreft ook voor demonstraties. Dus toch graag een toelichting van de
burgemeester hoe zij dat nu ziet. Is zij het ermee eens dat de coronaregels ook gelden bij
demonstraties of gelden die wel bij allerlei andere dingen maar niet bij demonstraties?
Dan bestond er in Amsterdam jarenlang een politie-eenheid, het
vredesdetachement dat bijvoorbeeld vaak werd ingezet bij Pegidademonstraties. Die zijn
gespecialiseerd juist in Amsterdam in de-escalerend optreden zoals dat heet, met de
platte pet. Waar waren deze agenten? Waar was dit detachement? Is dat ingezet? Is dat
overwogen?
En dan nog even over de reacties na afloop. Ik vond het buitengewoon
betreurenswaardig dat de burgemeester eigenlijk vooral naar de politie leek te wijzen. Ik
vind dat de burgemeester moet toegeven dat er grote fouten zijn gemaakt en dat dit haar
bestuurlijke verantwoordelijkheid is. Ik denk dat excuses op Z'n plaats zijn ook naar al die
Amsterdammers die zich geschoffeerd voelen. Tot slot over die WhatsApp. Ik vind het
jammer dat die überhaupt onderdeel zijn geworden van het debat, maar aangezien de
burgemeester er toch zelf voor heeft gekozen om ze openbaar te maken, waarom doet ze
die terechte kritiek die er is in de samenleving, af als een gouden kans voor rechts
Nederland? Je moet als burgemeester boven de partijen staan. Vindt ze dat nu een
opmerking die past bij haar rol als burgemeester en bestuurder? Tot zover.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
61° Motie van de leden Boomsma, Poot, Nanninga, Ceder, Van Soest en
Taimounti inzake de interpellatie met betrekking op de naleving van de
21
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam (Organiseer stadsgesprek)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 719)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__op korte termijn een breed opgezet stadsgesprek te organiseren over racisme
en discriminatie in Amsterdam:
- de uitkomsten van dit stadsgesprek mee te nemen in de ontwikkeling van
beleid om racisme en discriminatie te bestrijden;
- het college te verzoeken daar per brief een voorzet voor te doen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Nanninga.
Mevrouw NANNINGA: Wij hebben ontluisterende dagen achter de rug. Het
optreden van onze GroenLinksburgemeester tijdens en na de demonstratie op de Dam
was burgemeesteronwaardig. Dát is de kern van dit debat vandaag. Daarover straks meer
want over de demonstratie zelf wil ik kort een paar dingen zeggen namens de fractie van
Forum voor Democratie. Wie de beelden van de stervende George Floyd zag, zal zijn
bevangen door woede, verdriet en onmacht. De wens om je hiertegen uit te spreken is
niet meer dan logisch. Dat er een demonstratie werd georganiseerd, is een recht en wij
vinden het een uitstekend besluit van de burgemeester om deze demonstratie toe te
staan. Ook willen wij de betogers complimenteren. De driehoek zegt te zijn overdonderd
door de grote opkomst. Er was veel te weinig politie op de been en in de Verenigde
Staten en andere steden hebben we kunnen zien hoe sommige protesten gruwelijk uit de
hand liepen. Maar hier op de Dam met misschien wel 10.000 of 14.000 boze en
verdrietige mensen niets van dat al. En dat verdient echt lof aan de demonstranten. Maar
zoals gezegd, over de inhoud en noodzaak van deze demonstratie wissel ik graag op een
ander moment van gedachten met deze raad. De heer Boomsma van het CDA heeft
zojuist mede namens Forum voor Democratie een motie ingediend om dat onderwerp met
elkaar te agenderen en te bespreken. Helaas voor de vreedzame betogers: dat doel is
geheel overschaduwd door het pijnlijke, eigengereide optreden van de burgemeester.
Daarover hebben we het vandaag in dit debat in deze raad.
Staat u mij toe even vooruit te blikken op dit debat. De coalitiepartijen zullen
natuurlijk voor de bühne kritische vragen stellen aan de burgemeester en die vragen
zullen goeddeels van te voren al zijn afgestemd en de burgemeester heeft die antwoorden
op dit moment al voor zich liggen. Het feit dat de aanvraag voor dit spoeddebat niet door
alle partijen in deze raad is gesteund, is een schande op zichzelf en toont al aan dat de
uitkomst van dit debat vastligt. U gaat dan ook zien dat de aanvragers van dit debat door
de coalitiepartijen zullen worden aangevallen met jij-bakken, verdachtmakingen van
racisme, het in twijfel trekken van onze motieven om kritisch te kijken naar het mislukken
van deze burgemeester. De burgemeester ten slotte zal reageren zoals we van haar
gewend zijn: zeker van haar positie — die is immers bij aanvang van dit debat al lang veilig
gesteld bij de coalitiepartijen — zal zij vroom en hautain een praatje houden over de
rechtsstaat, aanvallen suggereren die nooit zijn gedaan door de aanvragers van dit debat
en zichzelf opwerpen als redder en hoeder van de democratie en de goede kant van de
geschiedenis. Het is inmiddels een bekend patroon in deze raad. Het zij zo.
Maar de feiten liegen er niet om en de feiten zijn aldus. Er was miscommunicatie
met de driehoek over de demonstratie. De drukte was niet voorzien. Er was niet
voorbereid op verschillende scenario’s. Er lag geen enkel noodplan klaar. De schuld werd
22
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
door de burgemeester schaamteloos afgeschoven op de politie, op de demonstranten, op
minister Grapperhaus, op de organisatie en zelfs op een bezorgd raadslid dat een appje
stuurde in plaats van dat ze zoals het een goed burgemeester betaamt, de volledige
verantwoordelijkheid op zich nam, excuses aanbood en direct en niet pas na een week
een onafhankelijk nader onderzoek aankondigde. De reacties van de
GroenLinksburgemeester na afloop in de media waren tegenstrijdig, hooghartig,
inflammatoir en regentesk. Er ging geen hand in eigen boezem. Er wezen alleen boze
vingers naar anderen, naar iedereen behalve naar de burgemeester. De burgemeester
van een stad waar talloze ondernemers bijkans failliet gaan of al zijn en waar mensen in
diepe eenzaamheid leven en soms zelfs alleen doodgaan omdat ze zich aan de stringente
coronaregels houden. Regels die de burgemeester zelf voor een ideologisch en in haar
praatje passend evenement met de voeten trad. Het was goed en dat benadruk ik, dat die
demonstratie mocht doorgaan maar het is onvergeeflijk dat de burgemeester zich
inhoudelijk uitliet over de betoging. Het is onvergeeflijk dat de burgemeester grove
rechtsongelijkheid toepaste ten aanzien van de regels die nu eenmaal gelden. Het is
onvergeeflijk dat zij zich in latere communicatie laatdunkend en angstig uitliet over rechtse
mensen van wie zij toch ook de burgemeester is. Het is onvergeeflijk dat zij als
onverkozen GroenLinksbestuurder bedolven onder kritiek van artsen, ondernemers,
opiniemakers, juristen, hoofdredacteuren, ministers, Kamerleden, medeburgemeesters en
veel, heel veel Amsterdammers niet de schade voor deze stad beperkt en de conclusie
heeft getrokken om op te stappen. Wij hopen dat zij het goede doet en al dan niet na
afloop van dit debat haar post vacant maakt voor een capabel bestuurder.
We hebben tot slot nog vragen, burgemeester en daarom verwachten wij echt
antwoorden. Waarom heeft de burgemeester om 17.00 uur toen ze wist dat de
demonstratie te groot werd, besloten niets te doen? Er had op dat moment immers nog
makkelijk kunnen worden ingegrepen door de Dam af te sluiten. Wij willen ook weten
waarom er in de communicatie en de tijdlijnen zo schimmig gedaan over de rol van het
OM? Is het OM en dan met name de hoofdofficier van justitie betrokken geweest bij de
beslissing de anderhalvemeter niet te handhaven? Wij vinden daarover niets in de
vrijgegeven tijdlijn en zij wil ook niet reageren op vragen vanuit de media hierover. Dat
vind ik merkwaardig. En is de burgemeester het met ons eens dat het aan de hoofdofficier
van justitie is om te beslissen om niet handhavend op te treden als er 14.000 keer een
misdrijf wordt begaan. Heeft de hoofdofficier van justitie dat besloten? Zo ja, wanneer en
met welke bewoordingen precies? Kan daarover openheid zijn? En verder natuurlijk de
vragen die al zijn ingediend. Tot zover.
De VOORZITTER: Misschien is het toch even goed om te zeggen dat de structuur
van de interpellatie niet toelaat dat andere raadsleden niet-zijnde interpellanten reageren.
Ik zag er een paar popelen omdat u hen rechtstreeks aansprak. Dat mag u natuurlijk
doen, maar het is goed om die regels nog eens een keer met elkaar te evalueren. Niet nu,
dat gaan we later doen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: De Telegraaf gaat helemaal los. Ik wil naar buiten
brengen dat dit een driehoeksbeslissing is geweest met ruggespraak met mij — aldus de
burgemeester. Deze twee zinnen uit het WhatsAppcontact tussen de burgemeester van
Amsterdam en de minister van Veiligheid en Justitie geven misschien wel het best de
denkwijze en het karakter van onze burgemeester weer. Meer politica dan bestuurder.
Meer activiste dan burgemeester. Meer bezig met beeldvorming dan met inhoud.
23
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Handelend op basis van kritische en onwelgevallige artikelen in de media past geen
enkele bestuurder en de burgemeester van de hoofdstad nog wel op z'n minst. Maakte de
burgemeester zich misschien zorgen over de volksgezondheid? Nee, daarover repte zij
niet. De lege Dam op 4 mei van dit jaar was al even tragisch als treffend beeld van de
uitzonderlijke situatie waarin ons land zich op dit moment bevindt. Thuis blijven, afstand
houden, in gedachten bij elkaar, geen bezoekers in verpleeghuizen, zelfs al waren ze
veertig jaar samen, eenzaam sterven, geen huishoudelijke hulp voor de mensen uit angst
dat ze elkaar zouden besmetten. In die situatie verkeerde Amsterdam op het moment van
de demonstratie op de Dam. Ik was verbijsterd. Het was het grootste contrast van de dag.
Toen werd het 1 juni, de dag dat de horeca weer langzaam voor het eerst open mocht. De
horeca in Amsterdam die tweeënhalve maand dicht is geweest en zich met hangen en
wurgen en met meetlinten voor anderhalvemeter aan de voorschriften probeerde te
houden. ledere menukaart en ieder stoeltje moest worden schoongemaakt en ontsmet.
Diezelfde horeca zien die dag dan duizenden mensen zich hutjemutje en schouder aan
schouder op de Dam verzamelen. Een stampvolle Dam met een tevreden kijkende
burgemeester ertussen zonder mondkapje. Dit is geen voorbeeld voor de jeugd,
burgemeester. Ook zij heeft zich al die tijd aan de voorwaarden gehouden. Hoe
sympathiek de intenties van de demonstranten ook waren en hoe belangrijk het
demonstratierecht ook is, die volgepakte Dam is een dikke middelvinger naar alle
hardwerkende mensen in de zorg. Alle mensen die zich de hele periode gezagsgetrouw
aan de voorschriften hielden. Via een WhatsApp probeerde de burgemeester formeel de
goedkeuring van de minister te krijgen voor haar tekortschietend handelen. Dat noemen
wij politiek witwassen. De anderhalvemetermaatregel kon volgens de burgemeester, nota
bene voorzitter van de Veiligheidsregio, gewoon overboord worden gegooid. Daarvoor is
de demonstratie te belangrijk, zei de burgemeester op AT5 met haar 1873-button op en
even vergeten was dat ze boven de partijen hoort te staan. Meer politica dan bestuurder.
Meer activiste dan burgemeester. Meer bezig met de beeldvorming dan met inhoud. Er is
geen ruggespraak geweest over de besluitvorming rondom deze demonstratie. Dat is ook
geheel jullie afweging als driehoek, appte de minister naar de burgemeester. De minister
kreeg een politieke witwasserij snel genoeg door en weigerde terecht zich voor het
karretje van de burgemeester te laten spannen. Ik begrijp goed dat rechts Nederland een
gouden kans ziet, appte de burgemeester nog naar de minister. Meer bezig met
beeldvorming dan met inhoud. Een stampvolle Dam in tijden waarin iedereen wordt
gevraagd thuis te werken en afstand te houden is geen kwestie van links of rechts
denken. Dat is een kwestie van gezond verstand. De rol van de burgemeester is om
boven de partijen te staan en de openbare orde te handhaven. Het handhaven van de
openbare orde is de belangrijkste verantwoordelijkheid die op de schouders van de
burgemeester rust. Ik zeg met nadruk: op de schouders van de burgemeester, dus niet op
die van de minister. Enkel en alleen burgemeester Halsema is eindverantwoordelijk voor
de besluiten en niet minister Grapperhaus. Dat werd afgelopen zondag in Buitenhof nog
eens benadrukt door de oud-voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, de heer
Tjibbe Joustra. Dan kan de burgemeester appen tot ze een ons weegt, die
verantwoordelijkheid schuif je daarmee niet weg en ook niet af. Overdonderd was de
burgemeester door de hoge opkomst. Overdonderd ben ik door deze kinderlijke naïviteit
en uitleg. Vergelijkbare demonstraties in Londen en Berlijn trokken ook duizenden
mensen en een simpele blik op Facebook Evenement was voldoende geweest om te
weten dat het niet bij een paar honderd mensen zou blijven. De burgemeester vond de
beelden pijnlijk om te zien. De rest van Nederland ook, denk ik. Door te stellen dat
ingrijpen tot escalatie en geweld had kunnen leiden creëerde de burgemeester een valse
tegenstelling. In de beleving van de burgemeester is het dus óf demonstreren óf geweld.
24
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Daarmee schakelt ze de mogelijkheid uit om als bevoegd gezag de demonstranten
vriendelijk te verzoeken om te vertrekken en zet ze de demonstranten tussen neus en
lippen door ook nog even weg als potentiële relschoppers.
Voor de Partij van de Ouderen is het zo helder als glas: deze burgemeester heeft
zichzelf gediskwalificeerd door de zaken zo enorm uit de hand te laten lopen, de
volksgezondheid op het spel te zetten en daardoor is het vertrouwen in het lokale gezag
uitgehold en is de reputatie van de Republiek Amsterdam die zich niets aantrekt van de
landelijke regelgeving en zelf bepaalt wat ze doet weer eens pijnlijk bevestigt. Dus
burgemeester Halsema is meer politica dan bestuurder, meer activiste dan burgemeester,
meer bezig met de beeldvorming dan met de inhoud en daarom zegt de Partij van de
Ouderen bij dezen het vertrouwen in de burgemeester op.
De VOORZITTER: Volgens mij zijn dan alle interpellanten aan het woord geweest
en dan sluit ik daarmee de eerste termijn van de interpellanten.
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema om te reageren.
Burgemeester HALSEMA: Vorige week maandag op Tweede Pinksterdag waren
er te veel deelnemers op de Dam bij de antiracismedemonstratie naar aanleiding van het
politiegeweld tegen George Floyd in de Verenigde Staten. De beelden van de Dam waren
pijnlijk om te zien. Voor de mensen die de afgelopen maanden ziek zijn geweest of
naasten hebben verloren, voor de mensen in de zorg die de afgelopen maanden keihard
hebben gewerkt, voor ondernemers die ploeteren om het hoofd boven water te houden,
voor degenen die hun ouders in de verpleeghuizen niet hebben kunnen bezoeken, voor
politie en handhavers die op de anderhalvemeter hebben moeten letten en voor ieder
ander die de afgelopen maanden opofferingen heeft gebracht vanwege het coronavirus.
Tot dusver hebben de testen waartoe ik nog steeds iedereen die klachten heeft, wil
oproepen, geen besmettingen opgeleverd. Maar we moeten het scherp in de gaten blijven
houden en het is te vroeg voor conclusies. Ik ben hiervoor ten volle verantwoordelijk en ik
betreur dat dit heeft kunnen gebeuren. De vragen die dit oproept ten aanzien van de
driehoek en mij in het bijzonder zijn terecht en die wil ik dan ook zo goed mogelijk
proberen te beantwoorden. Daarbij sta ik achtereenvolgens stil bij de aanloop van de
demonstratie. Dan bespreek ik het verloop van de demonstratie en als derde trek ik
lessen uit wat er is gebeurd. Tot slot verantwoord ik me over het contact met de minister,
de beslissing om naar de Dam te gaan maar vooral over de indruk die is ontstaan dat de
inhoud van de demonstratie een rol zou hebben gespeeld in de beslissing om niet te
ontbinden.
Daaraan voorafgaand maak ik drie opmerkingen. Als eerste, door de crisissituatie
leg ik hier formeel verantwoording af als voorzitter van de Veiligheidsregio. In de
praktische omstandigheden van een demonstratie op de Dam heeft de driehoek onder
mijn leiding de operationele beslissingen genomen. Als tweede, sinds de demonstratie
heeft de driehoek zo veel mogelijk informatie verzameld om u een zo goed mogelijk beeld
te kunnen geven. Bovendien heb ik uitgebreid gesproken met de dienstdoende agenten
en hun leidinggevenden en een tijdslijn van de gebeurtenissen heeft u inmiddels bereikt.
Tegelijkertijd vindt de driehoek het onder mijn leiding noodzakelijk om extern onafhankelijk
onderzoek te laten doen naar de voorbereiding en besluitvorming rond de demonstratie
op de Dam. Het gaat hierbij om twee onderzoeken. Als eerste een onderzoek van de
onafhankelijke Inspectie van Justitie en Veiligheid naar de wijze van vergaren van
informatie door politie waarbij een antwoord wordt geprobeerd te geven op de vraag
waarom de radar niet ver genoeg reikt en signalen niet zijn opgevangen. Als tweede een
25
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
onafhankelijk en extern onderzoek naar de wijze waarop de besluitvorming onder mijn
leiding tot stand is gekomen en is verlopen. De precieze opdrachtformulering en keuze
voor een onderzoeksbureau stem ik af met mijn collegaburgemeesters in de
Veiligheidsregio. Dat is het juiste orgaan daarvoor en daarover bericht ik u dan zo snel
mogelijk separaat. Een derde opmerking vooraf. Er is een groot verschil tussen de
waarheidsvinding waarbij de handelingen van alle betrokkenen zo precies mogelijk in
beeld moeten worden gebracht en de verantwoordelijkheid die onverkort voor die
handelingen geldt. Om voor u zo goed mogelijk te kunnen reconstrueren wat er op welk
moment is gebeurd, beschrijf ik bijvoorbeeld de beslissingen en adviezen van de politie op
verschillende momenten. Dit laat onverlet dat alle beslissingen en adviezen vallen onder
de verantwoordelijkheid van de driehoek en van mij in het bijzonder.
Voordat ik begin met de aanloop van de demonstratie moet mij nog een ding van
het hart. Amsterdam beschikt over een fantastisch politiekorps. Professionele, trouwe
dienders met een groot hart voor de stad. Ook op Tweede Pinksterdag hebben alle
betrokken agenten de demonstratie geweldig begeleid en ze hebben ook laten zien
gevoel te hebben voor wat er leeft in de stad.
Goed. In de loop van zaterdag 30 mei verschijnen enkele signalen op social
media over een demonstratie. Een dag later, op zondag 31 mei …
(Mevrouw POOT: Ik denk, ik laat de burgemeester even haar voorbereide
statements doen, maar daarin had ze het over het feit dat de besluiten
driehoeksbesluiten zijn geweest. Dat vind ik toch een beetje raar, want ik
lees in de tijdlijn dat er vooraf een keer contact is geweest en twee keer
tijdens de demonstratie nog vóór 17.00 uur. Hoe kan de burgemeester
dan zeggen dat er driehoeksbesluiten zijn genomen? Het OM is toch niet
betrokken geweest?)
Het Openbaar Ministerie is betrokken geweest en de besluiten zijn in
gezamenlijkheid genomen.
(Mevrouw POOT: Dan ben ik wel heel erg benieuwd op wel moment het
OM betrokken is geweest en welke besluiten er op dat moment zijn
genomen. Als dat zo is, dan klopt de tijdslijn niet. Dus ik hoor dat graag
heel specifiek van de burgemeester.)
In de onderlinge correspondentie via de app is de driehoek altijd één en opereert
ze gezamenlijk en daarin zijn de verschillende momenten van beslissing voorgelegd
geweest en daarbij is de plaatsvervangend hoofdofficier betrokken geweest en de
besluitvorming kan rekenen op zijn instemming.
(Mevrouw POOT: Ik zou dat gewoon graag willen zien. Dan zou ik ook die
appconversatie willen zien want ook uit de eerdere appconversatie met de
minister bleek dat er helemaal geen sprake was van instemming. Dus ik
moet u heel eerlijk zeggen dat ik dat heel graag wil zien. Ik vind het
uitermate belangrijk dat er besluiten zijn van de driehoek}
Alle correspondentie, en dat weet u al jarenlang, binnen de driehoek die ook altijd
operationele informatie bevat, kan ik niet zo maar openbaar maken. Dat zal ik ook in dit
geval niet doen.
(De heer BOOMSMA: Dank aan de burgemeester voor de eerste
beantwoording. Ze zegt dat de officier van justitie dus betrokken is
geweest. Maar heeft hij ook echt goedkeuring gegeven, actief, aan het
besluit om de coronaregels op dat moment niet te handhaven? En zo ja,
hoe laat?)
26
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
De besluiten tijdens de demonstratie zijn gewisseld in de app en daarmee heeft
de hoofdofficier ingestemd. Ik moet het preciezer zeggen, daar heeft de hoofdofficier op
geen enkel moment verzet tegen aangetekend. Dat is nauwkeuriger.
(De heer BOOMSMA: Het is goed om dat helder te hebben dat er niet op
is gereageerd en dat dat is geïnterpreteerd als goedkeuring. Dan is mijn
vraag of dat gebruikelijk is en of dat in zo’n situatie voldoende is.)
De besluitvorming is door de hoofdofficier gezien en dat blijkt ook uit het verloop.
Er is geen verzet tegen aangetekend. Dus het is niet zo dat het ongezien is geweest. Het
is gezien; er is geen verzet tegen aangetekend.
(Mevrouw NANNINGA: Maar wie zwijgt, stemt toe, dat is volgens mij
hierop niet van toepassing. De hoofdofficier van justitie moet expliciet het
initiatief nemen om niet te handhaven. Ik zoek even de tekst erbij. Voor
zover zij optreedt tegen strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde
staat de openbare orde onder gezag van de officier van justitie” Dus zeg
dan, ik ga niet handhaven en de officier van justitie zegt niets terug, dat is
‘m niet. De officier van justitie moet zelf zeggen dat hij dat gaat doen. Zo
lees ik toch de regels.)
Als er sprake is van strafrechtelijke handhaving is dat zeker het geval. Dat was op
dat moment niet het geval. De besluitvorming is in de driehoek met instemming van alle
drie tot stand gekomen en dat is wat u moet weten.
(Mevrouw NANNINGA: We hebben het hier over het niet handhaven van
die coronaregels. Dat is wel degelijk een strafbaar feit waarover de officier
van justitie actief moet beslissen. Instemming is hierbij dan niet
voldoende.)
Op het moment dat er individueel geverbaliseerd gaat worden op het niet-afstand
houden in verband met de coronaregels moet er strafrechtelijk worden opgetreden. Er
was op dat moment geen sprake van het individueel handhaven door middel van
verbaliseren. Er was sprake van een openbare ordeverstoring waarbij het noodzakelijk
was dat mensen uit elkaar gingen.
(Mevrouw NANNINGA: Ik probeer het nog een keer. Het besluit om de
strafbare feiten van het overtreden van de coronaregels niet te
handhaven, je kiest ervoor, er worden strafbare feiten gepleegd en dat
negeren we, de hoofdofficier van justitie moet dat besluit nemen. Is de
burgemeester dat met mij eens en heeft de hoofdofficier van justitie dat
expliciet zelf besloten?)
De driehoek heeft in gezamenlijkheid besloten zo op te treden zoals er is
opgetreden. Daarin is de driehoek gezamenlijk.
Ik was net bij het begin van de aanloop van de demonstratie. Een dag later, op
zondag 31 mei om 11.00 uur ontvangt de politie voor het eerst informatie dat er werkelijk
een demonstratie kan plaatsvinden op maandag 1 juni via een eventmelding op
Facebook. De locatie waarover wordt gesproken, is het Museumplein. Ook wordt er een
tekst aangetroffen voor het Amerikaanse Consulaat. Twee uur later wordt de
eenheidsleiding van de politie hierover geïnformeerd en bespreekt de politie met het piket
van de dienst Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente de aankondiging. In de
daarop volgende uren wordt door de politie contact gezocht met organisatoren, wordt er
een eerste rapportage gemaakt door de dienst Regionale Informatie van de politie, de
zogenaamde DRIO en het Caribisch Netwerk Politie. De politie monitort de
binnenkomende informatie. Om 16.30 uur en dan hebben we het nog over zondag 31 mei,
heeft het Caribisch Netwerk opnieuw contact en de hoofdorganisator blijkt op dat moment
een Black Lives Matter. Zij melden naar de Dam te willen en gaan dan uit van 150 tot 200
27
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
deelnemers. Tegen 17.00 uur, 24 uur voor de demonstratie doet de organisatie Black
Lives Matter een formele kennisgeving. In het overleg dat volgt tussen politie en de
organisator geeft de organisator aan rekening te houden met een opkomst van 250 tot
300 deelnemers. De ervaring leert dat organisatoren van demonstraties het aantal
deelnemers veel eerder te hoog dan te laag inschatten. Daarom doet de politie daarnaast
altijd zelf uitgebreid onderzoek en zo ook deze keer. De Dienst Regionale Informatie zet
daarbij een groot aantal verschillende instrumenten in en deze zijn in de tijdslijn voor u
gespecificeerd en opgenomen. Daaruit blijkt dat het onderwerp en de demonstratie
beladen en met emoties omgeven zijn. Om iets na 18.00 uur word ik voor het eerst
geïnformeerd door het piket van OOV. De schatting is stabiel dat het gaat om 250 tot 300
mensen. Op basis van de afspraken die zijn gemaakt met de organisator, men zal
anderhalvemeter afstand houden, er is een eigen ordedienst en een live stream voor
mensen die niet willen of kunnen deelnemen, ga ik een halfuur later akkoord.
Ondertussen informeer ik wel de hoofdcommissaris over zorgen die bij een raadslid leven
over escalatie. Later op de avond zoek ik opnieuw contact met de hoofdcommissaris en
de directeur Openbare Orde en Veiligheid en ik deel mijn zorgen over de emoties tijdens
de demonstratie en over de opkomst. Ik stel de vraag of er een aparte
handhavingsstrategie moet worden opgesteld.
(De heer BOOMSMA: De burgemeester verwijst een aantal keren naar de
ordedienst van de organisator. Ik neem aan dat die ordedienst ook was
toegespitst op 300 man. Uit hoeveel mensen bestond die ordedienst en is
het een overweging geweest dat die ordedienst misschien ook niet meer
toereikend was omdat er zo veel mensen waren?)
Ik weet niet uit mijn hoofd uit hoeveel mensen hun ordedienst bestond. Dat zou ik
moeten nakijken. Het is gewoonte bij demonstraties dat er met eigen ordediensten wordt
gewerkt. Het demonstratierecht is een belangrijk recht. Mensen zijn in de eerste plaats
zelf verantwoordelijk voor de organisatie en de orde daarvan. Dat werkt in Amsterdam
overigens altijd heel erg goed omdat altijd de vredeseenheid daarbij wordt ingezet. Ook
deze keer, meld ik u maar vast. Ik ga er later bij het verloop dieper op in dat er veel meer
mensen bleken te zijn, maar op dat moment was de demonstratie al in volle gang. Dus ik
wil graag even bij dat moment stilstaan.
Dan hebben we het over zaterdagavond. Na een telefonisch gesprek met de
commissaris en een verslag van de politieleiding van het informatiebeeld en de lijn van
optreden spreek ik vertrouwen uit in de aanpak namelijk vanwege de te verwachten
emoties en de daarbij behorende risico’s op escalatie wordt afgesproken dat de politie de-
escalerend en empathisch zal optreden met behulp van wijkagenten en het Caribisch
Netwerk. Het is goed voor u om te weten dat de commandant commandant van de
vredeseenheid is. Er is beperkte versterking op afstand aanwezig waardoor bij strafbare
feiten kan worden opgetreden. Deze versterking is niet bedoeld noch toereikend om grote
drukte in goede banen te leiden. Om mijn verzoek wordt die zaterdagavond de
mogelijkheid van een aparte driehoek op zondagmiddag open gehouden als het
informatiebeeld zich wijzigt. Op maandag om 12.00 uur heb ik opnieuw contact met de
hoofdcommissaris. Het beeld van de avond wordt bevestigd ten aanzien van de aantallen
en de aanwezige kans op escalatie. Daarmee is er ook geen reden om af te wijken van de
gekozen strategie en wordt er afgezien van een extra driehoek. Als u iets wilt vragen over
de andere aantallen, daar ga ik nu iets over zeggen.
(Mevrouw POOT: Omdat ik het onbegrijpelijk vindt dat er niet met
scenario’s is gewerkt, wil ik de burgemeester de vraag stellen wanneer er
in normale tijden, dus buiten corona, met scenario's wordt gewerkt als het
gaat om het verloop van een demonstratie.)
28
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Dat gebeurt op het moment dat er sprake is van grootschalige en risicovolle
demonstraties waarbij een brief moet worden opgesteld omdat er wordt afgeweken van de
voorschriften die bij een demonstratie gelden. Op dat moment was het contact met de
organisatie buitengewoon goed. Het aantal werd ingeschat op 250 tot 300 mensen terwijl
er op de Dam ruimte is voor bijna 1.000 mensen op anderhalvemeter afstand en mogelijk
zelfs nog veel mee. Latere berekeningen laten zien dat zelfs 4.300 mensen op
anderhalvemeter afstand hadden gekund. Maar op dat moment is er geen reden om af te
wijken van het overleg dat er is geweest tussen politie en organisatie wat wordt bevestigd
in alle politie-informatie die uitgebreid is en waaruit blijkt dat er goede contacten zijn, de
organisatie goede controle heeft, vertrouwenwekkend is en het om een klein aantal
mensen gaat.
(Mevrouw POOT: Ik hoor dat de volksgezondheid gewoon buiten de
vergelijking is gebleven. Een situatie waarin we leven met corona is toch
per definitie risicovol? Ik wil de burgemeester vragen of zij het met mij
eens is dat een situatie van corona per definitie risicovol is en dat het
daarom buitengewoon onverstandig is dat er niet met andere scenario’s is
gewerkt.)
Er is geen sprake van dat de coronaregels niet heel serieus in ogenschouw zijn
genomen. Die waren een voorwaarde voor de organisatie om de demonstratie te mogen
organiseren. Op het moment dat de organisatie zei, deze coronaregels in acht te nemen,
heeft men 500 kruisen op de Dam aangebracht op anderhalvemeter afstand. Men heeft
mondkapjes georganiseerd, een eigen ordedienst, continu met borden rondgelopen. Wij
vonden en dat vinden we ook bij andere demonstraties dat de organisatie mocht worden
vertrouwd op de wijze waarop ze omgaat met de anderhalvemeter afstand.
(De heer TAIMOUNTI: Van de orde, voorzitter, de live stream ligt eruit.)
(De VOORZITTER: We gaan toch wel even door. En dan gaan we kijken
hoe we dat kunnen oplossen.)
(Mevrouw POOT: Ik had graag gezien dat de burgemeester hiervoor
verantwoordelijkheid had genomen. In de hele aanloop heeft ze zo’n
beetje iedereen voor de GVB-bus gegooid. Het was eerst de minister.
Vervolgens de politie. Het is nu weer de organisatie. Ik wil dat de
burgemeester gewoon verantwoordelijkheid neemt en dat hoor ik niet als
het gaat om de voorbereiding van deze demonstratie.)
Dan zou ik u nogmaals willen wijzen op het verschil tussen waarheidsvinding en
verantwoordelijkheid. Ik ben ten volle verantwoordelijk. Dat heb ik hier meermalen
uitgesproken. Dat neemt niet weg dat ik voor de waarheidsvinding, en ik neem aan dat u
daarin bent geïnteresseerd, moet kunnen aangeven wat de verschillende beslissingen en
adviezen zijn geweest die ik heb ontvangen op basis waarvan ik besluiten neem waarvoor
ik verantwoordelijk ben.
(Mevrouw NANNINGA: We horen rare dingen. Zo zouden er geen
voorzorgsmaatregelen zijn genomen zoals normaal wanneer er geen
risico was. Maar ingrijpen zou dan wel weer heel erg tot escalatie kunnen
leiden. Mijn vraag is, wat is het nu? Ook heeft een van de organisatoren,
de heer Afriyie op Radio NPO maandagochtend al gezegd dat hij meer
dan 1.000 mensen verwachtte. Wat is het nu? Het is tegenstrijdig wat we
hier horen.)
Er zijn twee verschillende zorgen. Als eerste is er de zorg dat de
coronamaatregelen worden overtreden. Die zorg wordt weggenomen door de organisatie
zelf die daartoe uitgebreide voorzorgsmaatregelen neemt en door het onderzochte besef
of idee dat er 250 tot 300 mensen komen waarbij de mensen ruim voldoende afstand
29
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
kunnen bewaren. Dat is uit verschillende politiebronnen en uit de organisatie zelf bij
herhaling naar voren gekomen. Er leefde een tweede zorg. Die zorg was, dat door de
dood van George Floyd en de grote emoties over politiegeweld in Amerika de
demonstratie ontvlambaar kon zijn. Dat had op zich weinig te maken met de
anderhalvemeter afstand, want daartoe waren alle voorzorgsmaatregelen genomen. Dat
had te maken met de mogelijkheid dat de emoties de overhand zouden krijgen zeker als
er sprake zou zijn van offensief politieoptreden.
Ik moet een ding corrigeren, zie ik net. Ik heb gezegd dat op mijn verzoek de
mogelijkheid van een driehoek op zondagmiddag wordt opengehouden maar dat moet zijn
op maandagmiddag, dus voorafgaand aan de demonstratie zelf. Uiteindelijk zit er maar 24
uur tussen de kennisgeving en de demonstratie zelf vraag ik op de avond van de
kennisgeving eventueel om een andere, een extra driehoek bij een zich wijzigend
informatiebeeld en dat moet dan plaatsvinden op de dag van de demonstratie zelf.
(Mevrouw NANNINGA: Een vervolg op het eerdere punt, want het kan
natuurlijk niet zo zijn dat de dreiging met de vlam in de pan een reden
vormt om niet in te grijpen. Bij Ajax kun je er ook gif op innemen als je
daar gaat handhaven. Dan gaat de boel ook fout. Daar wordt wel een
waterkanon opgezet. Ik zeg absoluut niet dat dat had moeten gebeuren.
Begrijp me niet verkeerd. Maar wat je als bestuur van deze stad nu
eigenlijk zegt, is als er maar heel erg de dreiging in de lucht hangt dat er
iets fout gaat, dan laten we je lekker je gang gaan. Dat kan toch niet de
bedoeling zijn?)
(De VOORZITTER: De volgende interruptie graag wat korter, mevrouw
Nanninga.)
Ik denk dat deze demonstratie — bovendien is het geen voetbalevenement maar
een demonstratie — moeilijk vergelijkbaar is. Het was een demonstratie tegen
politiegeweld. De politie in onze stad heeft een eer hoog te houden in de vreedzame
begeleiding van demonstraties . Ik zal daarover zo nog iets zeggen. Wij hebben 1500
demonstraties per jaar waarover u nooit iets hoort omdat ze altijd goed gaan. Dat komt
omdat ze vreedzaam worden begeleid.
(Mevrouw NANNINGA: Ik constateer wederom een waardeoordeel van de
burgemeester over de inhoud van de demonstratie. En dat is een van de
redenen dat we hier dit spoeddebat voeren.)
Ik wil dat toch wel even corrigeren. Zou ik u mogen vragen wat dat waardeoordeel
dan is? Ik geloof dat u zelf uw betoog begon met uw afschuw uit te spreken over de
moord op George Floyd en het politieoptreden in de Verenigde Staten. Het enige wat ik
hier doe, is beschrijven welke emoties er bij de demonstraties leven.
(De VOORZITTER: We interrumperen in totaal maximaal drie keer. U kunt
er in uw tweede termijn op terugkomen.)
(Mevrouw NANNINGA: Het trucje van de burgemeester is duidelijk en het
werkt. Dank u wel.)
(De VOORZITTER: U kunt er in uw tweede termijn op terugkomen. Ik wil
alle deelnemers aan het debat vragen via de voorzitter te spreken.)
Om 14.00 uur — daarover werden vragen gesteld — is er een nieuw intern
informatiebeeld bij de politie waaruit blijkt dat het aantal aanmeldingen op social media is
opgelopen tot 2000. Uitgaande van de algemene ervaring die de politie heeft dat dit leidt
tot een derde opkomst, gaat de politie ervan uit dat het algemene beeld zich niet wijzigt en
dat de handhavingsstrategie daardoor geen aanpassing behoeft. Mocht het aantal
deelnemers zelfs oplopen tot 800, wat niet wordt verwacht, dan is er op de Dam nog meer
dan genoeg ruimte om anderhalvemeter in acht te nemen. Het bericht van het grotere
30
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
aantal aanmeldingen bereikt de driehoek dan ook niet. De organisatie treft vanaf 16.00
uur voorbereidingen. Er worden 500 kruisen op de Dam aangebracht. Er zijn borden en
omroepberichten om anderhalvemeter afstand te houden. De eerste spandoeken
verschijnen met Black Lives Matter en | can't breathe. Dit bevestigt bij de politie dat de
inschatting juist is om de nadruk te leggen op de-escaleren en het onderhouden van goed
contact met de organisatie.
Dan het verloop.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik verbaas me er nog steeds over dat de
burgemeester niet naar voren is gegaan om de hele menigte toe te
spreken en te zeggen, jongens, dit kan niet op dit moment, want we
brengen de volksgezondheid in gevaar. Heeft u dat nog overwogen?)
(De VOORZITTER: De burgemeester heeft net gezegd dat we toch een
beetje structuur in het debat willen brengen: aanloop, verloop en lessen
en dan nog een ander punt. Dit lijkt mij iets voor het punt verloop. Dus
misschien dat ze er zo nog op terug komt. Is er nog een vraag over het
punt aanloop? Dat is het geval}
(Mevrouw POOT: Wat mij verbaast, is dat de burgemeester zelf heeft
gezegd dat ze buikpijn had. Dat snap ik overigens heel goed als je kijkt
naar de demonstraties in de andere landen. Ze heeft zelf gezegd dat ze
van te voren buikpijn had. Wat ik niet begrijp, is dat ze niet de
verantwoordelijkheid heeft genomen om vervolgens daarop te acteren en
ervoor te zorgen dat ze op alles was voorbereid. Het is duidelijk dat de
burgemeester niet op alles was voorbereid terwijl dat in een situatie van
corona echt zou moeten. Dus nogmaals, de burgemeester had buikpijn.
Waarom heeft ze haar verantwoordelijkheid niet genomen en heeft ze
zich niet op alles voorbereid?)
Dat komt omdat ik volledig vertrouw op de professionaliteit van ons
politieapparaat. Ik heb meerdere keren gevraagd of er aanwijzingen waren voor een
andere toestroom voor escalatie. Dat is opnieuw onderzocht. Er zijn informatiebeelden
samengesteld. En dat informatiebeeld was stabiel: 250 tot 300 mensen. Dat geldt naar
Amsterdamse maatstaven als een heel beheersbare demonstratie met wat wij gewend
zijn in een jaar. Ik heb daarop vertrouwd en ik neem daarop mijn verantwoordelijkheid.
(Mevrouw POOT: Een tweede interruptie omdat de burgemeester nu weer
doet alsof de politie daarvoor verantwoordelijk is, maar dat is niet zo. De
burgemeester is verantwoordelijk en heeft dit uit de klauw laten lopen.
Dus ik wil graag van de burgemeester horen dat ook zij verantwoordelijk
is voor de inschatting.)
Volgens mij begon ik daarmee. Ik heb meer dan duidelijk gezegd dat ik mij baseer
op adviezen van professionals. Dat doen zij onder mijn verantwoordelijkheid. Zij zijn de
specialisten; ik baseer me daarop. Maar ik ben verantwoordelijk uiteindelijk, bestuurlijk en
ten volle voor de inschattingen die er zijn gemaakt.
(Mevrouw POOT: Nou, dat is terecht en dat is goed te horen, maar dan
constateer ik dat ondanks het feit dat de burgemeester buikpijn had, ze
toch niet alle voorzorgsmaatregelen heeft genomen. En dat is kwalijk.)
Ja, het is goed dat u zich realiseert dat wij in de voorbereiding heel sterk waren
gericht op het voorkomen van escalatie. We kenden de beelden uit het buitenland. We
hadden informatie via de politie over mogelijk ongenoegen, emoties die zouden kunnen
escaleren. Dus de buikpijn ging in eerste instantie met name over het feit dat die
demonstratie zou kunnen escaleren en niet over dat die veel te groot zou zijn. Daarop
31
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
vertrouwde ik op de adviezen en er was geen enkele reden om daarover anders te
denken.
(De heer BOOMSMA: Ik begrijp dat men een verkeerde inschatting heeft
gemaakt op basis van informatie, maar ik lees in de tijdslijn dat men
maandagochtend al heel vroeg al zag, dit worden er 800, het worden
misschien nog meer mensen. Dus op dat moment vroeg op maandag
weet men toch al, we zaten ernaast. Dat in combinatie met de zorgen
over antipolitiesentimenten etc. die combinatie zou toch aanleiding
moeten zijn om te zeggen, blijkbaar hebben we het op dit moment niet
goed in ons vizier, laten we de driehoek bijeenroepen en laten we in ieder
geval een scenario B opstellen.)
Dat ging om aanmeldingen die waren gedaan op Facebook. Die liepen in de loop
van de dag op van 800 tot 2000. De ervaring van de politie die ze bij elke demonstratie
heeft — ik probeer overigens straks een verklaring te geven waarom die aantallen zo zijn
opgelopen want die liggen volgens mij buiten Facebook — is dat er bij een Facebook event
waar mensen zich aanmelden, een derde komt opdagen. Dat betekende dus toen het zo
opliep, dat men ervan uitging dat er nog steeds geen enkel probleem ontstond met het
afstand houden op de Dam. Daardoor is er besloten dat verder niet omhoog te brengen
naar de driehoek omdat dat niet nodig werd geacht. Ik denk dat die beslissing juist en
begrijpelijk is.
(De heer BOOMSMA: Om 11.00 uur volgens de eigen tijdlijn staat er dat
de schatting 800 was. Dus op dat moment weet iedereen, we hebben het
volkomen verkeerd ingeschat want we zien nu signalen dat het veel, veel
groter gaat worden. Dus dan begrijp ik niet dat de burgemeester nu zegt
dat het een juiste beslissing was.)
Omdat het gaat om een schatting. Het gaat om het aantal aanmeldingen op
Facebook. Het gaat niet om mensen die een kaartje hebben gekocht en zich daarmee er
van verzekerd hebben dat ze komen. Dus het aantal aanmeldingen op Facebook loopt op
maar dat doet het altijd bij demonstraties en dan weet de politie dat je rekening moet
houden met een derde. Dat is ervaringsdeskundigheid waarop de politie zich ook deze
keer heeft gebaseerd.
(De heer BOOMSMA: Ik heb het niet over die een derde. Ik ga er
helemaal vanuit dat dat klopt en dat dat een standaard vuistregel is. Maar
in de eigen tijdlijn van de burgemeester staat dat rond 11.00 uur de
schatting maximaal 800 mensen is. Er staat niets over Facebook. Dus op
dat moment schatte men, er komen maximaal 800 mensen. Dat is dus al
veel meer dan waar men eerst vanuit ging. Dan begrijp ik dus niet dat niet
toen al is gezegd, we hebben dit niet goed in de gaten, onze schattingen
kloppen niet, we moeten heroverwegen, we moeten maatregelen nemen.
Als het er in plaats van 300 800 kunnen worden, dan kunnen het er ook
nog veel meer worden.)
Dan is er een verschil tussen een schatting en een aanmelding. Dus dat moeten
we even helder hebben. Het aantal aanmeldingen liep op tot 2000 en men ging uit van
een derde. Dat in de schattingen ik op een gegeven moment heb gevraagd, zouden het er
niet 800 kunnen worden? Ja, maar dan was er geen enkel probleem op de Dam. Dat is
besproken. Er was geen noodzaak om de handhavingsstrategie te wijzigen. De Dam, dat
laat latere berekeningen zien — ik wist op dat moment dat er in ieder geval voor 1.000
mensen meer dan genoeg ruimte was — dat er zelfs voor vier keer zo veel mensen
voldoende ruimte is om anderhalvemeter afstand te houden.
32
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
(Mevrouw VAN SOEST: De burgemeester is door een raadslid op
zaterdag gewaarschuwd als ik het goed heb begrepen. De politie heeft
ook gewaarschuwd voor drukte op de Dam. Daarvoor heeft de heer
Paauw zich verantwoord op de televisie dat hij in gesprek zou gaan met
politieagenten. Daarover horen we helemaal niets en dat zou ik toch wel
aan u willen vragen. Hoe is dat afgelopen? Wat is er met de klachten van
de politie gedaan die ook heeft gewaarschuwd, jongens, het wordt te druk
op de Dam?)
Met het laatste verwijs ik u naar het moment van de demonstratie zelf. Daar kom
ik zo op, dus daar ga ik nog op in. Wat betreft het appje van het raadslid, dat ging over
zorgen om escalatie met de opmerking erbij, ik weet niet hoe druk het wordt, maar er was
zorg over escalatie. Ik denk dat dat kan worden bevestigd.
Zoals ik altijd doe met signalen die ik vanuit u krijg, vanuit de raad, informeer ik
daarover de politie. Dat heb ik dit keer ook gedaan. Ik heb de commissaris erover gebeld
en ik heb gezegd, dit krijg ik. Dit is iemand die de gemeenschap in Zuidoost goed kent. Ik
vind dat we daarop moeten letten. Dat ging over escalatie.
(Mevrouw NANNINGA: De heer Afriyie, de organisator, heeft zelf
maandagochtend om een uur op 11 op de radio gezegd dat hij 1.000 man
verwachtte. Dat is geen Facebookding waar je nog een soort schatting op
moet loslaten. Dat is wat hij zelf heeft gezegd. In de tijdlijn van de
burgemeester zelf die ons is toegestuurd, staat om 14.00 uur al een
schatting van 2000 man en er blijft licht zitten tussen de bewering
enerzijds dat er de-escalerend moet worden opgetreden. Oftewel, er werd
van allerlei ellende verwacht. En anderzijds dat het maken van
noodscenario’s op het snel stijgende bezoekersaantal niet nodig was. Hoe
verklaart de burgemeester dan deze discrepantie van deze overduidelijk
snel stijgende bezoekersaantallen?)
Als de heer Afriyie er ook maar enig weet van hebben gehad, dan had ik het zeer
op prijs gesteld als hij ons daarvan op de hoogte had gebracht want wij gingen in overleg
met de organisatie uit van 250 tot 300 mensen. Vervolgens verwart u schattingen met
aanmeldingen. Er waren op Facebook 2000 aanmeldingen gedaan waarbij de politie
vervolgens tot een schatting komt en die ontliep niet de schatting die ook door de
organisatie was gedaan.
Het verloop. lets voor 17.00 uur bij aanvang van de demonstratie neemt de politie
waar dat het aantal deelnemers heel erg snel toeneemt. Het verdubbelt in tien minuten tijd
tot mogelijk 1.000 mensen. De hoofdcommissaris zoekt daarop contact met mij en stelt
crowd control-maatregelen voor. De tram wordt omgeleid en het autoverkeer gaat eruit
waardoor er meer ruimte ontstaat op de Dam. Ook ver boven de 1.000 biedt de Dam
voldoende ruimte om anderhalvemeter afstand te houden. Dit neemt niet weg dat
tegelijkertijd wordt vastgesteld dat lang niet iedereen anderhalvemeter afstand houdt. De
reden hiervoor is waarschijnlijk dat het podium klein is en de installatie ontoereikend
omdat rekening wordt gehouden met 250 tot 300 mensen. Demonstranten trekken
hierdoor naar het podium toe. Vanwege het risico op escalatie besluiten wij de
anderhalvemeter los te laten. Ontbinding van de demonstratie is op dat moment geen
optie.
(Mevrouw POOT: Dan kom ik weer even terug op het besluit. Wiens
besluit was dat nu om dit te doen?)
Van de burgemeester. Kijk, mevrouw Poot, ik wil u graag een plezier doen en in
elke tussenzin zeggen dat het mijn verantwoordelijkheid is. Maar af en toe veronderstel ik
dat u dat nog wel weet als ik het er een alinea tussenuit laat vallen. Alles wat hier is
33
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
gepasseerd, is gepasseerd onder mijn bestuurlijke verantwoordelijkheid. Die draag ik, die
neem ik.
(Mevrouw POOT: Dan had ik het ook op prijs gesteld als de burgemeester
niet in haar brieven steeds had gezegd dat de driehoek het besluit had
genomen. Dat is natuurlijk steeds de verwarring en dat is ook steeds wat
er gebeurt. En gelukkig nu niet, he. Maar de burgemeester verwees in
eerste instantie continu naar alle andere partijen terwijl zij het is die
verantwoordelijk is. Ik ben blij dat ze dat nu zegt, maar dan wil ik ook heel
erg graag rectificatie op al deze brieven waar continu staat dat de
driehoek is geïnformeerd en dat de driehoek het besluit heeft genomen.)
U bent nu zelf lid van een bestuurderspartij die lang in deze gemeente heeft
bestuurd. U weet dat de driehoek gezamenlijk opereert, gezamenlijk besluiten neemt
onder mijn leiding. Ik ben voorzitter van de driehoek. De driehoek komt gezamenlijk tot
besluiten. Ik heb daarover het voorzitterschap en ik draag de bestuurlijke
eindverantwoordelijkheid.
(Mevrouw POOT: Een laatste interruptie omdat dat niet klopt met wat de
burgemeester zegt. Ik vind het heel goed dat zij zegt dat zij
verantwoordelijk is en waarvoor dat dan precies is, daar komen we zo nog
wel op. Maar geef dan niet steeds aan dat het besluit is genomen door de
driehoek die niet eens bij elkaar is geweest. Zeg dan gewoon, ik heb het
besluit genomen.)
Even voor de duidelijkheid hoe het zit. De driehoek in onze stad, de hoofdofficier
van justitie, is verantwoordelijk voor het strafrechtelijk deel bij politie. Ik ben
verantwoordelijk voor het openbaar deel, het openbare orde en veiligheidsdeel bij politie.
Samen voeren wij het gezag over de politie. In de driehoek ben ik de voorzitter en
daarmee draag ik de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid. Zo zijn niet alleen in
Amsterdam maar in alle gemeenten in Nederland de verhoudingen georganiseerd.
Ik besluit de minister van Justitie en Veiligheid te informeren dat de
anderhalvemeter door lang niet alle demonstranten in acht wordt genomen en dat de
driehoek onder mijn leiding heeft besloten niet op die grond te ontbinden vanwege het
risico op escalatie. Dienstdoende agenten stellen ondertussen vast dat er slogans als
Fuck the police worden gescandeerd. Tegelijkertijd worden er hartjesgebaren gemaakt
naar de dienstdoende agenten wat hen bevestigt in de juistheid van de gekozen strategie
van de-escalatie en vertrouwen in de organisatie. Vanaf 17.15 uur ontvang ik gasten in de
ambtswoning voor een herdenkingsbijeenkomst vanwege de afschaffing van de slavernij
die het begin van de traditionele Keti-koti maand markeert. Het ritueel begint om 17.30 uur
en duurt tot 18.00 uur. Om 17.50 uur informeert de hoofdcommissaris de driehoek via de
app dat het aantal deelnemers nog stevig oploopt. Inmiddels is de schatting 5000
deelnemers en mogelijk zelfs meer. Hij meldt daarbij dat de sfeer goed is en dat het
programma op schema ligt. De eindtijd is 18.30 uur. Onmiddellijk na lezing van de app en
de beëindiging van het ritueel, ongeveer 18.00 uur, bel ik met de hoofdcommissaris over
het grote aantal mensen op de Dam. Hij geeft nadrukkelijk aan dat uitstroom op eigen
beweging de veiligste manier is om de demonstratie te laten aflopen. De politie heeft
aanhoudend contact met de organisatie die bevestigt de tijden aan te houden. Er wordt
opgeroepen afstand te houden en er worden continu borden rondgedragen. Wij besluiten
samen onder mijn verantwoordelijkheid niet meer af te wijken van de eerder afgesproken
lijn van optreden aangezien de eindtijd van 18.30 uur wordt gehaald. Ik besluit daarna om
zelf op de Dam te gaan kijken waar ik door de operationeel commandant word ontvangen.
(De heer BOOMSMA: Nog even terug. Op een gegeven moment wordt
het steeds drukker. Dat kan ook weer niet een totale verrassing zijn want
34
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
mensen komen aan, lopen er naar toe, de straten lopen vol etc. Dus is er
nu op enig moment gedacht, oh, het wordt nu zo druk al om 17.00 uur of
desnoods om 17.15 uur, hier dreigt een situatie te ontstaan dat de regels
niet meer kunnen worden gehandhaafd. Is ergens op enig moment dat
kwartje gevallen? En wanneer was dat dan, burgemeester?)
Om 17.00 uur stellen wij al vast dat lang niet alle mensen de coronaregels
handhaven. Daarover informeer ik ook de minister. Op dat moment besluit de driehoek
dat het handhaven van de regels op dat moment geen grond voor ontbinding kan zijn van
de demonstratie vanwege het gevaar van escalatie. Tegelijkertijd wordt de tram omgeleid,
wordt het autoverkeer tegengehouden waardoor er weer veel meer ruimte ontstaat. Er
wordt contact opgenomen met de organisatie die continu met borden rondloopt. Er wordt
vanaf het podium continu gezegd, houd afstand, probeer afstand te houden. Er worden
mondmaskers verspreid om mensen er zo veel mogelijk aan te herinneren.
(De heer BOOMSMA: Ontbinden is natuurlijk een ding, maar zijn er niet
op dat moment nog andere opties? Als men dan ziet dat het heel erg druk
wordt, is dan niet overwogen om op een gegeven moment tegen mensen
die nog verder naar de Dam toe stromen, te zeggen, het is nu te druk, de
coronaregels kunnen niet meer worden gehandhaafd dus wij verzoeken u
nu niet door te lopen naar de Dam?)
Vanaf het begin heeft in de voorbereiding de nadruk sterk gelegen op het
voorkomen van escalatie en op het vreedzaam laten verlopen van de demonstratie. Men
ging er daarbij vanuit en ik ging er daarbij vanuit dat het zou gaan om 250 tot 300
mensen, dus 250 tot 300 mensen met een gevaar voor escalatie. De strategie die vaak bij
demonstraties wordt gehanteerd, was om vervolgens een sterke verantwoordelijkheid bij
de organisatie te leggen in overleg met de vredeseenheid en het Caribisch Netwerk
omdat wij wisten dat dat de beste manier zou zijn om in overleg met de organisatie ervoor
te zorgen dat zowel de coronaregels zouden worden gehandhaafd als escalatie zou
worden voorkomen. Daarbij heeft tussen 17.00 en 18.00 uur ook een rol gespeeld en dat
speelt met name om 18.00 uur — daarover ga ik iets zeggen op het moment dat ik word
geconfronteerd met die 5000 mensen - dat wij ons ervan bewust worden dat op het
moment dat je dan gaat ingrijpen terwijl de eindtijd al in zicht is, je daarmee niet per se de
gezondheidsrisico’s vermindert. Dus het laten aflopen binnen dat halfuur beschouwen wij
ook als de veiligste manier om op dat moment de gezondheidsrisico's te laten
verminderen. Bij het leren van lessen kom ik nog even terug op wat wij als gemeente
hadden kunnen doen in dat uur. Misschien dat u daarop nog even kunt wachten, want dat
is misschien een antwoord op uw vraag.
(Mevrouw NANNINGA: Ik heb het eventjes nagezocht. De heer Afriyie
heeft gezegd op Radio | dat hij maandagochtend de politie heeft gebeld
met het aantal van 1.000. Dus de heer Afriyie kan de burgemeester de
schuld geven, maar die beweert stellig dat maandagochtend al te hebben
gezegd. Dan ziet de burgemeester het snel oplopen van 500 naar 1.000
man. Waarom dacht de burgemeester dan, laat maar gaan, we kunnen
helemaal niets meer doen? Jammer, het is nu te laat. Dat is toch geen
gedachte op zo'n moment? Dat kan toch niet zo zijn?)
(De VOORZITTER: Ik moet u er wel even op wijzen dat interrupties
dienen te bestaan uit vragen zonder inleiding of korte mededelingen.
Graag in het vervolg iets korter.)
Ik ben niet op de hoogte van het telefoontje van de heer Afriyie en ik moet
zeggen, ik heb hem van de week nog gesproken vanwege de demonstratie die
vanmiddag in de Bijlmer plaatsvindt, dat het mij ook verbaast. Dat is een. Twee: op het
35
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
moment dat in tien minuten tijd de toeloop toenam van 500 naar 1.000 mensen zijn er
crowd control maatregelen genomen. De tram is omgeleid, auto’s zijn van de Dam
afgehaald en er mocht geen verkeer meer op de Dam komen waardoor er voldoende
ruimte kon ontstaan voor mensen om anderhalvemeter afstand te houden. Daarbij heeft
de politie continu contact gezocht met de organisatie om die eraan te herinneren hoe
belangrijk het is om anderhalvemeter afstand te houden. Het ontbinden van de
demonstratie op dat moment vond ik op dat moment geen optie. Dat is een besluit dat ik
heb genomen op dat moment.
(Mevrouw NANNINGA: De tegenstelling is vals: ontbinden of gewoon
alles laten doorgaan. Dat er ruimte is gemaakt op de Dam is natuurlijk een
ander verhaal. De toegang tot de Dam had ook kunnen worden
afgesloten. Dat hebben we ook bij de demonstratie in Utrecht gezien.
Daar werd gedoseerd wie er werd toegelaten tot de demonstratieplek. Dat
was eerlijk geweest tegenover alle Amsterdammers die zich wel aan de
regels houden. Dus waarom is daarvoor niet gekozen?)
Daarover zal ik bij het trekken van lessen zo iets meer zeggen. U moet zich goed
realiseren dat de eerste inschatting 250 tot 300 mensen is met een risico op escalatie. Die
blijft stabiel tot aan het begin van de demonstratie en dat leidt ertoe dat de politie en de
gemeente zijn ingericht op een grote mate van de-escalatie waarbij de organisatie een
grote rol speelt. Dat betekent dat er op dat moment geen grote politiemacht voorhanden is
om alsnog handhavend op te treden of bijvoorbeeld de toegang tot de Dam te ontzeggen
omdat dat strijdig is met de gekozen strategie van de-escalatie.
(Mevrouw NANNINGA: Als er steeds wordt gesproken van zo’n risico op
escalatie, dan begrijpen we natuurlijk dat je niet een heel blik agenten
opentrekt, maar waarom zijn die dan niet eens achter de hand op zo’n
moment? Dat is toch onrechtvaardig? Als je maar de indruk wekt dat je
heel veel geweld gaat gebruiken, is het escalatie.)
Omdat wij uitgingen van een demonstratie van 250 tot 300 mensen was het aantal
politieagenten daarop afgestemd precies volgens de ervaringen die wij hebben met een
groot aantal demonstraties die in onze stad plaatsvinden. Meer naar achteren waren er
twee busjes beschikbaar en dat heb ik u ook in de tijdslijn laten weten, die vooral bedoeld
waren om de ingang tot een aantal winkelstraten te kunnen blokkeren op het moment dat
er sprake zou kunnen zijn van strafbaar gedrag.
(Mevrouw POOT: Een korte vraag. Dit is toch een kolossale
inschattingsfout die is gemaakt? Ik wil zo graag de burgemeester toegeeft
dat het een kolossale inschattingsfout is geweest kijkend naar de
hoeveelheid deelnemers.)
De VOORZITTER: Kijk, waarmee ik een beetje zit, is dat we het debat ook
enigszins moeten structureren. We hebben de aanloop, het verloop en het leren van
lessen. Ik wil de burgemeester zo het woord geven, dan dit interruptierondje afmaken, dan
de burgemeester vragen het deel verloop af te maken. Dan kijken of er nog laatste
interrupties zijn op dat punt. Dan kijken we ook even naar de klok. Het is 14,45 uur.
ledereen zit een beetje gevangen op zijn of haar plek en wil op een gegeven moment toch
eens een keer even naar het toilet of iets dergelijks dus we zullen ook een keer moeten
schorsen. Mijn idee zou zijn om dat rond de klok van 15.00 uur te doen en dan hoop ik dat
ook alle interrupties over het verloop zijn afgerond. Alle zaken die blijven liggen, kunnen in
de tweede termijn en dan kunnen ook de niet-interpellanten deelnemen aan het debat.
Dat is uiteindelijk toch wel de bedoeling. Mijn verzoek aan de burgemeester is om te
reageren op de interruptie van mevrouw Poot.
36
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Kijk, ik heb mijn betoog zo geordend dat ik een feitelijk relaas geef van het
verloop. Daar is expliciet om gevraagd. Daarna duid ik. Daaraan wilde ik nu gaan
beginnen, dus misschien dat u mij die gelegenheid even geeft. Ik heb nog een zin bij het
deel verloop. Op het moment dat ik aankom op de Dam, dat is ongeveer rond 18.15 uur,
verlaten de eerste demonstranten de Dam en om 18.30 uur, de geplande eindtijd begint
de grote uitstroom. Daarbij is de sfeer vreedzaam.
Dan zou ik willen komen bij de duiding.
(De VOORZITTER: Dan zou ik even willen vragen, zijn er puur over het
verloop nog feitelijke vragen? Dat is het geval.)
(Mevrouw POOT: Dan bewaar ik de vraag over de kolossale
inschattingsfout tot de duiding. Maar om 17.00 uur werd de burgemeester
geïnformeerd dat er zo’n 1.000 mensen waren. Dat is al vier keer zo veel
als ingeschat. Waarom is de burgemeester toen niet naar de crisisruimte
gegaan en heeft ze haar verantwoordelijkheid genomen om de diensten
aan te sturen om dit in goede banen te leiden?)
Ik heb de diensten aangestuurd en ben zelf gaan kijken. Daarover zal ik zo
meteen nog iets zeggen.
(Mevrouw POOT: Ik vraag specifiek naar 17.00 uur. Dat doe ik niet voor
niets. Toen was helder dat er 1.000 mensen waren, vier keer zo veel als
aangekondigd. Waarom heeft de burgemeester toen haar
verantwoordelijkheid niet genomen?)
Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen. Ik heb een beslissing genomen, maar
u bent het niet eens met de beslissing. Ik heb een beslissing genomen en daarop is
vervolgens gehandeld. Ik heb het in de gaten gehouden en ik ben na 18.00 uur zelf gaan
kijken nadat de beslissing opnieuw was genomen om de demonstratie alsnog niet te
ontbinden maar om ervoor te zorgen dat die vreedzaam de eindtijd haalde omdat wij
inschatten dat dat de meest veilige manier was om de demonstratie vanuit alle
perspectieven, gezondheid en openbare orde, te laten eindigen.
(Mevrouw POOT: Ik wil de burgemeester graag vragen of zij zich
realiseert dat zij zich met die beslissing om 17.00 uur, daar heb ik het
over, de volksgezondheid in gevaar heeft gebracht.)
Ik ben mij er op dat moment ten volle van bewust dat wij de coronaregels
overtreden. Dat is ook de reden waarom ik de minister informeer omdat we namelijk in
gezamenlijkheid in het hele land verantwoordelijkheid dragen voor de coronaregels. Ik
ben mij daar zeer van bewust dat we op dat moment de coronaregels overtreden. Wij
nemen dus een aantal andere beheersmaatregelen waardoor mensen weer afstand
kunnen nemen op de Dam. We spreken met de organisatie. Het wordt vanaf het podium
omgeroepen zodat mensen weer zo veel mogelijk afstand kunnen nemen.
(De heer BOOMSMA: Ik heb nog een puur feitelijke vraag. Op hoeveel
mensen was de politie om 17.00 uur nu berekend en met hoeveel mensen
hield men eventueel rekening? Hoeveel agenten waren daarbij betrokken
en voor hoeveel mensen zou dat toereikend zijn?)
Volgens mijn informatie werd er uitgegaan van 250 tot 300 mensen maar was het
mogelijk met de gekozen strategie waarbij een sterke nadruk ligt op de-escalatie en
waarbij de eigen organisatie daarvoor een grote verantwoordelijkheid wordt toegedicht
juist om escalatie te voorkomen, door te groeien naar bijna 1.000 mensen.
(Mevrouw VAN SOEST: De burgemeester had het er net over dat er
mondkapjes werden uitgedeeld maar waarom staat ze dan zelf zonder
mondkapje? Is dat een voorbeeld voor de jeugd die alles en alles heeft
moeten laten staan vanwege de corona? Dat is toch geen voorbeeld.)
37
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Ik zal er zo nog iets over zeggen, maar ik was geen deelnemer aan de
demonstratie. Ik ben ook niet in de demonstratie geweest. Ik heb aan de zijkant gestaan
samen met de operationeel commandant. Ik heb daar met een paar mensen even
gepraat. Ik ben daarbij steeds op anderhalvemeter afstand gebleven. U weet ook dat
mondkapjes een rol kunnen gaan spelen zoals vanaf diezelfde dag gold in het openbaar
vervoer op het moment dat je geen afstand meer houdt.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik vind dat de burgemeester wegduikt. Ze had
een mondkapje moeten gebruiken. Daar gaat ze absoluut niet op in. Ze
houdt anderhalvemeter afstand, maar dan denk ik bij mezelf, dat kun je
niet maken tegenover al die mensen die alle regels in acht hebben
genomen? U staat er niet als demonstrant? U staat daar wel als
demonstrant.)
(De VOORZITTER: Graag via de voorzitter spreken. Dan houden we het
een beetje ordelijk. En graag een beetje kort en krachtig.)
Laat ik u dit als eerste zeggen. De afgelopen drie maanden ben ik dag in dag uit
bezig geweest met de crisisbestrijding. Ik ben in de ziekenhuizen geweest, in de
revalidatiecentra. Uw boosheid begrijp ik. Ben ik er blij mee dat die anderhalvemeter daar
werd geschonden? Geenszins. Dat was niet goed. Dat was pijnlijk om te zien en dat had
niet moeten gebeuren. Dat ben ik met u eens. Er is een afweging gemaakt ten aanzien
van de risico’s op escalatie. Die afweging daarmee kunt u het oneens zijn. Misschien nog
even heel specifiek over de mondkapjes. In de regels van het RIVM, in de aanwijzing van
de minister, stelt hij dat het belangrijkst is dat je te allen tijde anderhalvemeter afstand
houdt. Daar houd ik mij aan. Mondkapjes kunnen dat niet compenseren. Tegelijkertijd
worden er in het OV wel mondkapjes toegestaan waar mensen dichter bij elkaar komen.
Dat de organisatie als preventie dit heeft gedaan, is te waarderen van de organisatie.
Maar ik heb mij gehouden aan de belangrijkste regels van het RIVM en dat is
anderhalvemeter afstand houden.
De VOORZITTER: Het is inmiddels 14.50 uur. We moeten een keer schorsen en
dat is natuurlijk altijd op een onhandig moment. De vraag is of we dat nu eerst gaan doen.
Dan moeten we daarna wel even de vaart in het debat gaan krijgen. Korte schorsing? Ja.
Het nadeel van deze schorsing is dat gezien de hele opstelling van de zaal een schorsing
direct wat langer gaat duren. Ik zou willen zeggen, twintig minuten. Dus tot 15.10 uur. Dat
is realistisch. Dan gaan we weer verder en dan zal ik ervoor zorgen dat we iets meer vaart
gaan maken.
Denk allemaal aan uw stembiljetten. Die moet u nog inleveren in de stembus. Ik
wil even iets peilen. Het is hier vrij koud. Geldt dat in de zaal ook? Ja. Dan gaan we eens
kijken of we dat kunnen oplossen. We zitten ook met die ventilatie. Daar gaan we eens
even over nadenken tijdens de schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons voor een voorstel van
orde.
38
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Mevrouw SIMONS: Ja, een huishoudelijke mededeling dat ik af en toe nog
berichten krijg over de stream. Ik wilde vragen of u daarvan op de hoogte bent. Die valt af
en toe uit.
De VOORZITTER: Het is heel vervelend. Er wordt naar gekeken. We kunnen het
hier niet staande de vergadering oplossen. Het is goed dat u het nog even meldt. Het zal
nadien ook nog even worden geëvalueerd want het is wel heel vervelend dat de stream er
soms even uitligt.
Wij waren nog steeds bij de eerste termijn van het interpellatiedebat en de
burgemeester was aan het woord.
Burgemeester HALSEMA: De vraag die voorligt, is welke conclusies ik hieraan
verbind en welke lessen ik hieruit trek. Dat zijn er drie. Als eerste. In Amsterdam vonden
vorig jaar 1.446 demonstraties plaats. Dat zijn er gemiddeld vier per dag. De
voorbereiding daarvan ligt in een geöliede organisatie van politie, Justitie en de
gemeentelijke dienst Openbare Orde en Veiligheid. Dat u daar zelden over hoort, komt
omdat de inschattingen vrijwel altijd juist zijn en wij zelden worden overvallen door grote
verschuivingen in de opkomst of in het gedrag van de deelnemers. Het is overduidelijk en
dan juist in coronatijd dat er deze keer een grote inschattingsfout is gemaakt waarvoor ik
vanzelfsprekend de verantwoordeliijjkheid draag. Inmiddels heb ik met vele
gesprekspartners naar oorzaken gezocht zodat we dit in de toekomst kunnen voorkomen.
Duidelijk is dat onderschat is hoe wijd verbreid en diep de emotie over het racistische
geweld in de Verenigde Staten ook in Nederland was. Dat heeft ook de organisatie zelf
overvallen. Daarbij zijn de steunbetuigingen van influencers en hun volgers aan Black
Lives Matter niet beoordeeld als een beslissing van individuele mensen om ook naar de
demonstratie te gaan. Wat ook niet is gezien, is dat de emotie is overgeslagen van
traditionele activisten naar met name grote groepen zelfbewuste jongeren. Zij
communiceren vooral via Snapchat en Instagram en daartoe heeft de politie slecht
toegang. De demonstraties in de Verenigde Staten waren massief en leidden daar tot
grote ongeregeldheden en rellen. In Europa was echter tot de demonstratie op de Dam de
opkomst veel beperkter. Zowel in Londen als Berlijn waren er in dat Pinksterweekend
demonstraties geweest variërend van tientallen tot maximaal 2000 deelnemers. Wij waren
ons er daardoor onvoldoende van bewust hoe wijd verbreid de demonstratiebereidheid
ook in Nederland was. Amsterdam lijkt achteraf de eerste in een reeks van telkens
massaler wordende demonstraties in Europese hoofdsteden en overigens ook in
Nederlandse steden waarbij het recht op demonstreren door de deelnemers telkens wordt
opgeëist ook waar vanwege corona een verbod wordt aangekondigd of een maximum
wordt gesteld aan het aantal deelnemers. Het was bovendien de eerste dag waarop de
stad zich werkelijk opende. De terrassen en cafés gingen open; het verbod op
samenkomsten was opgeheven en in het OV werden meer mensen toegelaten als ze
mondkapjes droegen. Er waren veel mensen in het centrum en dat heeft zeker in het
laatste kwartier voor aanvang voor een grote en spontane toeloop gezorgd. Toch zijn
deze verklaringen ontoereikend om te begrijpen hoe wij van een inschatting van 300
mensen uit konden komen op 5.000 oplopend naar 10.000 en misschien zelfs 14.000
mensen. Ik beschouw onderzoek naar de oorzaken van de inschattingsfout als
noodzakelijk om te leren hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen.
(Mevrouw NANNINGA: Waarom, als dit een inschattingsfout is, horen we
dat nu eindelijk en waarom zat de burgemeester dan ’s avonds na de
demonstratie bij OP1 halsstarrig en boos tegen de verslaggever vol te
houden dat alles goed was gegaan en dat er geen fouten zijn gemaakt?)
39
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Ik heb bij OP1 gezegd dat er veel te veel mensen op de Dam waren en dat dat
pijnlijk was om te zien. Ik heb mijn verantwoordelijkheid daar genomen en uitgelegd dat
de angst voor escalatie leidend in de afweging is geweest om niet te ontbinden.
(Mevrouw NANNINGA: Wij hebben een burgemeester gezien die daar de
verslaggever voor kinderachtig uitmaakte en weigerde te zeggen wat er
nu is gezegd. Dit was een grove inschattingsfout. Waarom kan dat nu wel
na anderhalve week, na zo veel boosheid en onrust onder de
Amsterdammers en in heel Nederland en niet eerder?)
Ik heb bij OP1 gezegd dat het niet had mogen gebeuren.
(Mevrouw NANNINGA: Er is gevraagd, is er iets fout gegaan, in dat
televisieprogramma. Het antwoord van de burgemeester daarop was
letterlijk, nee. Waarom is er dan zo snel die conclusie getrokken? Ik ben
blij dat er nu op wordt teruggekomen. Dat is gewoon gezegd.)
Volgens mij heb ik op geen enkel moment ontkend dat er een inschattingsfout is
gemaakt. Ik begrijp ook echt niet hoe u daarbij komt.
(Mevrouw POOT: Ik wil ook snappen waarom de burgemeester bij OP1
heeft geantwoord op de vraag of er een fout is gemaakt, nee. Ik wil graag
weten waarom ze dat heeft gezegd. Ik kan u de transscriptie ook geven
hoor.)
Misschien moeten we dan het onderscheid maken tussen fouten die de politie
maakt en fouten die ik maak. Ik heb gezegd dat ik verantwoordelijk ben voor wat er is
gebeurd en dat het niet goed was. Dat heb ik letterlijk gezegd. Dat heb ik op de Dam
gezegd. Heeft de politie fouten gemaakt? De politie heeft naar beste weten met de
informatie die ze had, gehandeld.
(Mevrouw POOT: Ik denk dat weinig mensen in Nederland dat zo hebben
ervaren, maar dat terzijde. Dat betekent dus dat de burgemeester nu zegt
dat wat zij zei in een praatprogramma direct na de demonstratie even uit
de losse pols, een fout van haar was?)
Wat u mij vraagt, ik zie het hier nu, is of er een fout is gemaakt door de
demonstratie niet te ontbinden. Daar kom ik zo meteen op terug. Daar heb ik inderdaad
een antwoord op. Dat is de vraag die mij daar wordt voorgelegd. Dan zeg ik, nee.
(De heer BOOMSMA: Nog even los van de uitzending, zegt de
burgemeester nu eigenlijk dat de politie fouten heeft gemaakt en dat zij
geen fouten heeft gemaakt, maar dat ze wel verantwoordelijk is? Is dat
een goede samenvatting van wat ze net zei?)
Nee, dat is echt een verkeerde samenvatting van wat ik net zei. Ik zei juist dat de
politie naar beste weten op basis van ervaring haar werk heeft gedaan. Ze kwam tot een
inschatting van 250 tot 300 mensen. Uiteindelijk blijkt dat een foute inschatting te zijn. Dat
is mijn verantwoordelijkheid.
(De heer BOOMSMA: Maar de burgemeester wordt daar een vraag
gesteld. Als u nu heel eerlijk bent, is het dan niet ontzettend mis gegaan,
is dit geen grote fout? En dan zegt de burgemeester nee. Waarom is het
zo moeilijk om gewoon te zeggen, ik heb gewoon een fout gemaakt?)
Omdat het om dat moment gaat, om het ontbinden van de demonstratie. Daar
gaat het wel over.
(De heer BOOMSMA: Oké, het verkeerd inschatten dat was een fout.
Maar zegt de burgemeester eigenlijk dat dat de enige fout was? En
daarna hebben we eigenlijk alleen maar goede beslissingen genomen.)
Ik zeg daar, en laat ik eerlijk zijn, als ik dit had kunnen overzien, zo veel mensen
bij elkaar op een kluitje op de Dam, dan hadden we dat natuurlijk graag weggeleid.
40
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
(Mevrouw VAN SOEST: Met stijgende verbazing luister ik naar de
antwoorden van de burgemeester. U zegt net zelf, fouten die de politie
maakt, daarvoor is de burgemeester verantwoordelijk, maar daarvoor is
toch de gehele driehoek verantwoordelijk? Je kunt toch niet stellen dat de
politie fouten maakt?)
De politie in Amsterdam opereert onder mijn gezag. Voor al het optreden van de
politie ben ik verantwoordelijk. Laat ik maar als eerste zeggen, want ik geloof dat ik het nu
een aantal keren heb gezegd, ik vind dat de politie haar werk ongelooflijk goed doet in
onze stad. Daarmee ben ik begonnen. En ook in de voorbereiding op deze demonstratie
en tijdens de demonstratie heeft zij haar werk waanzinnig goed gedaan. Daarvoor
verdient ze een compliment. En dan kan er toch een fout worden gemaakt in de
inschatting omdat we niet hebben gezien wat er ondergronds speelde. We hebben het
niet vastgegrepen hoe groot de aantallen waren. We hebben het niet in de gaten gehad.
Dat is de fout. En dat gebeurt vanzelfsprekend onder mijn verantwoordelijkheid.
(Mevrouw VAN SOEST: Nogmaals, de burgemeester gebruikt veel
woorden maar een excuus heb ik nog niet over haar lippen horen komen.
Daar zitten de Amsterdammers op te wachten, dat ze excuus krijgen dat
de burgemeester de volksgezondheid in gevaar heeft gebracht.)
Ik neem alle verantwoordelijkheid voor de fouten die zijn gemaakt. Ik heb daarop
gehandeld en ik heb niemand intentioneel gekwetst.
Als tweede. Lessen leren. Vanaf het moment van kennisgeving door de
organisatie de dag voor de demonstratie lag de nadruk in de driehoek op het voorkomen
van escalatie en het mogelijk maken van een vreedzaam verloop. In een emotionele
demonstratie tegen racisme en politiegeweld kan vertoon van politie een escalerend effect
hebben. Dat leidde tot de beslissing een kleine politiemacht op de been te hebben vooral
bestaand uit leden van het Caribisch Netwerk, politie en wijkagenten. Het handhaven van
de coronamaatregelen is onderdeel van de op dat moment vastgestelde beleidslijn
demonstraties. Die beleidslijn van het regionaal beleidsteam heeft u ontvangen. Om die
reden zijn afspraken gemaakt met de organisatie Black Lives Matter om de
demonstranten ervan te doordringen om anderhalvemeter afstand te houden, mondkopjes
en handschoenen te dragen en mensen met grote regelmaat te waarschuwen. De
organisatie heeft zich gedurende de hele demonstratie aan deze afspraken gehouden
maar bereikte door de hoge toestroom lang niet alle deelnemers. De inschattingsfout dat
er een kleine groep mensen aanwezig zou zijn en de sterke focus op de-escalatie had als
ongewenste consequentie dat er geen mensen of middelen ter plaatse waren om alsnog
de drukte te reguleren. Ondanks dit is het onduidelijk indien deze middelen wel
voorhanden waren geweest, of dit tot andere besluitvorming had geleid bij mij tijdens de
demonstratie gezien de ingeschatte ontvlambaarheid. Dit neemt niet weg dat de
gemeente haar eigen communicatiemiddelen had moeten en kunnen inzetten om mensen
te ontmoedigen om te komen en over te halen weg te gaan. Dat dit niet is gebeurd, dat
spijt me en is overduidelijk een les voor de toekomst.
(Mevrouw POOT: Ik wilde het ook graag even over het protocol voor
demonstraties hebben. Daarin staat heel duidelijk dat de landelijke
richtlijnen leidend zijn. Ik wilde even een paar stappen met de
burgemeester doornemen of ook daadwerkelijk die richtlijnen leidend zijn
geweest en of dat gebeurd is. Als eerste staat er dat de organisatie moet
worden aangespoord om het aantal deelnemers te beperken en moet zijn
gewezen op de aansprakelijkheidsrisico’s. Is dat gebeurd?)
41
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
De organisatie is erop gewezen dat zij zich moest houden aan de
anderhalvemeter afstand en dat zij op het moment dat er meer mensen zouden zijn en dat
niet zou worden gehandhaafd, daarvoor verantwoordelijk was.
(Mevrouw POOT: Dat is dus een nee. Is de organisatie tijdens de
demonstratie aangesproken op het feit dat het voorschrift van de
anderhalvemeter werd geschonden en op welke tijdstippen?)
Dat is doorlopend gebeurd.
(Mevrouw POOT: Is de organisatie erop gewezen dat dit een strafbaar feit
is?)
De organisatie wist donders goed dat ze daarmee in overtreding was van de
coronaregels.
(De heer BOOMSMA: Nog even over dat protocol, want er staat in het
protocol dat in zo’n situatie het Openbaar Ministerie wordt geïnformeerd
en dat de demonstranten moeten worden gevorderd om uit elkaar te
gaan.)
De demonstranten zijn er meerdere keren op gewezen dat de anderhalvemeter
niet werd gehandhaafd en de organisatie moest de leiding nemen in het aanspreken van
de demonstranten om uit elkaar te gaan. Dat was de afspraak die van te voren met de
organisatie was gemaakt.
(De heer BOOMSMA: In het protocol staat ook, indien er geen gehoor
wordt gegeven aan de vordering om ruimte te maken en uit elkaar te
gaan, dat er dan daadwerkelijk optreden volgt en dat is dus niet gebeurd.
Dan kunnen we toch niet anders dan concluderen dat het protocol niet is
nageleefd?)
Er is geen handhavingsplicht. Dat geldt ook bij de boetes die in de parken worden
uitgedeeld. Ook daarvoor geldt niet dat er in alle gevallen wordt beboet. Er is een
inschatting gemaakt dat het verbaliseren van demonstranten op dat moment geen
voorrang had.
(De heer BOOMSMA: Dat begrijp ik dat er in sommige gevallen kan
worden besloten om geen boete te geven, maar in het
handhavingsprotocol staat wel degelijk dat er wel handhavend wordt
opgetreden als er geen gehoor wordt gegeven aan de vordering om uit
elkaar te gaan. Dat is dus niet gebeurd. Dan is de conclusie toch dat het
protocol niet is nageleefd?)
Het klopt dat wij om 17.00 uur hebben besloten de coronaregels te overtreden.
Daarover heb ik ook de minister geïnformeerd omdat ik mij ervan bewust was dat wij in
een situatie terecht kwamen waarin de coronaregels klem kwamen te zitten met de
andere belangen die er in de Openbare Orde waren gelegen namelijk het voorkomen van
escalatie.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik verwijt de burgemeester toch nog steeds dat
zij de volksgezondheid in gevaar heeft gebracht en ik citeer even een
mailtje dat bij mij is binnengekomen van iemand die de Damdemonstratie
heeft meegemaakt. ‘De moeder van een van onze medewerkers blijkt bij
de demonstratie op de Dam te zijn geweest. Wij hebben deze
medewerker per direct verboden twee weken op kantoor te komen. Krijg
zo juist een appje dat zij nu met koorts in bed ligt” Hoeft natuurlijk geen
corona te zijn maar het lijkt dus wel dat het een goede beslissing is
geweest om dat te doen. Zelf heeft hij twee maanden …)
(De VOORZITTER: Sorry, maar interrupties zijn kort. Het reglement van
orde pak ik er maar even bij en daar staat — het is niet mijn regel maar
42
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
door de raad vastgesteld — “interrupties dienen te bestaan uit vragen
zonder inleiding of korte mededeling.” Dit is toch wel een hele lange
mededeling voor een interruptie. Ik zou zeggen, maakt u nu uw punt.)
(Mevrouw VAN SOEST: Ik verwoord hiermee de ongerustheid van de
Amsterdammer. Hij eindigt ermee: ‘Ik hoop dat ik nooit met mijn neus naar
beneden aan de beademing kom te liggen.’ Dat neem ik de burgemeester
kwalijk. Zij heeft de volksgezondheid in gevaar gebracht. Ik wil graag dat
ze daar even heel goed op in gaat.
Wat wij tot nu toe weten van de GGD en ik zou tegen iedereen willen zeggen, laat
u testen alstublieft, is dat er twee mensen zijn die zich hebben laten testen. De een is
negatief en van de ander is het nog onbekend. Dus die uitslag moet nog volgen. Dus van
alle mensen die er zijn geweest, hebben zich er twee laten testen.
(Mevrouw NANNINGA: Nog even over het protocol. De vraag van
mevrouw Poot was of de organisatie is gewezen op het feit dat dit een
strafbaar feit is en niet wat de burgemeester zegt, dat ze het wel wist.
Nee, is de organisatie actief door de driehoek erop gewezen dat dit een
strafbaar feit is?)
De organisatie is erop gewezen dat het een overtreding van de coronaregels zou
betreffen.
(Mevrouw NANNINGA: Dan hebben we een nee op de aansporing om de
deelnemers te beperken gezien de risico’s. We hebben een nee op het
handhaven. We hebben in een eerder deel van dit debat gehoord dat de
hoofdofficier van justitie niet actief heeft besloten wat zijn taak is en niet
die van de burgemeester om niet te handhaven. Dan mogen we toch
concluderen dat het protocol totaal niet is gevolgd?)
Dat kunt u niet concluderen.
(Mevrouw NANNINGA: Dan is mijn vraag, waarom niet? Ik noem hier zo
vier, vijf punten op uit dit protocol waarop het antwoord op de vraag of dat
allemaal zo is gedaan, nee is. Dus ja, als ik me niet houd aan vijf van de
acht regels, dan mogen we toch concluderen dat ik iets niet heb gevolgd.
Dus waarom zegt de burgemeester ja?)
De organisatie is erop gewezen dat ze de coronaregels niet mocht overtreden. De
organisatie is voorafgaand en tijdens steeds aangespoord om maatregelen te treffen om
de coronaregels wel te handhaven. Het Openbaar Ministerie is betrokken bij de
besluitvorming en het besluit is in gezamenlijkheid in de driehoek genomen.
Als derde. De wens escalatie te voorkomen heeft om 17.00 uur geleid tot de
beslissing om niet te handhaven op de anderhalvemeter. Wel zijn er crowd control-
maatregelen genomen door de tram om te leiden en het verkeer tegen te houden
waardoor er voor 1.000 mensen genoeg ruimte ontstond op de Dam. Toen mij tegen
18.00 uur duidelijk werd dat het aantal mensen inmiddels was gegroeid tot minimaal 5000
heb ik niet besloten de demonstratie te ontbinden. In gesprek met de hoofdcommissaris
die aangaf dat de demonstratie volgens schema verliep en binnen een halfuur was
afgelopen, kwam ik tot de conclusie dat de veiligste en meest effectieve manier om een
einde te maken aan een risicovolle situatie voor de volksgezondheid was om deze op tijd
te laten eindigen. Deze beslissing beschouw ik in die omstandigheden ook nu als de
juiste.
Tot slot. Er is de afgelopen week veel te doen geweest over een aantal
eigenstandige beslissingen die ik heb genomen. Zoals gezegd informeer ik op
maandagmiddag iets na 17.00 uur de minister over de beslissing van de driehoek. De
reden dat ik dit doe, is dat de coronacrisis al drie maanden intensieve samenwerking
43
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
verlangt waardoor de minister en ik met grote regelmaat contact hebben. Ik hecht zeer
aan die samenwerking en heb de afspraak gemaakt dat we elkaar niet verrassen maar zo
veel mogelijk tijdig informeren. De minister op zijn beurt begrijpt de druk op Amsterdam
als zeer dichtbevolkte stad heel goed en toont betrokkenheid. Ik ben me er zeer van
bewust dat op dat moment de coronaregels worden overtreden en ik wil niet dat het
Kabinet hierdoor wordt overvallen in de pers. Ik stel de onmiddellijke reactie van de
minister op prijs. In het gedeelde besef dat er in een crisis onvermijdelijk fouten worden
gemaakt, hoopte ik dat daarna de reacties op de grote toeloop op de Dam op elkaar
afgestemd hadden kunnen worden waarmee de gezamenlijkheid die in een crisis hard
nodig is, bewaard had kunnen blijven.
Direct na 18.00 uur besluit ik naar de Dam te gaan. Dat is een gewoonte die ik de
afgelopen jaren bij grote gebeurtenissen heb ontwikkeld en waaraan ik hecht. Onder mijn
verantwoordelijkheid opereren politie en handhavers daar. Ze staan dikwijls voor lastige
afwegingen die ze in zeer korte tijd moeten maken. Daarom ben ik ook bij de
boerendemonstratie wezen kijken, ben ik bij de gedwongen beëindiging van Extinction
Rebellion geweest en bijvoorbeeld naar de ontruiming van het P.C, Hoofthuis.
(Mevrouw POOT: Het ging over de appjes. Ik weet niet of de
burgemeester nog van plan was daarop terug te komen, maar laten we
het daarover dan maar direct hebben. Ik vind de appjes die de
burgemeester deelde, bijzonder burgemeesteronwaardig en ik wil graag
weten waarom zij heeft gezegd dat rechts Nederland hier een kans ziet.
Wat zegt ze dan? Zegt ze dan dat ze links is? Zegt ze dan dat ze de
rechterkant niet vertegenwoordigt? Ik ben daar erg benieuwd naar.)
Ik vertegenwoordig alle Amsterdammers, links, rechts, midden, boven, onder. Het
maakt mij niet uit welke politieke kleur zij hebben of u heeft. Daarin ben ik niet
geïnteresseerd. Het was een privéconversatie die een beetje verhit raakte en ik kon me
heel goed vinden in de woorden die de minister er zelf voor gebruikte, namelijk ‘wat
hoekig.”
(Mevrouw POOT: Hoor ik nu werkelijk de burgemeester zeggen, dat zij
vindt dat dit alleen maar met wat hoekig te maken heeft? Ik wil de
burgemeester vragen of zij ook vond dat deze uitspraak meer een politica
paste dan een burgemeester?)
Ik weet niet hoe het met u zit in privégesprekken als er sprake is van enige
verhitting. De conversatie was wat hoekig en daarbij wil ik het laten.
(Mevrouw POOT: Ik vind het heel erg en ik zal u heel eerlijk zeggen dat ik
me daardoor zeer gekwetst voel.)
(Mevrouw NANNINGA: Het is natuurlijk niet hoekig om te zeggen dat
rechts Nederland een kans ruikt. Hoe staat de burgemeester tegenover
de vele opmerkingen die ik van onder meer mijn achterban heb vernomen
maar ongetwijfeld ook de andere partijen in deze raad rechts van D66 die
zeggen, dit kan mijn burgemeester niet meer zijn. Die heeft zo’n dedain
door zo rechts Nederland weg te zetten. Ze staat niet boven de partijen.
Dat kan de burgemeester niet afdoen met een beetje hoekig.)
Het was een privéconversatie die een tikkie verhit raakte en daardoor hoekig
werd. Ik heb geen enkel dedain voor u of voor de partij waarvoor u staat. Ik
vertegenwoordig alle Amsterdammers en dat doe ik vol trots.
(Mevrouw NANNINGA: Dat het geen privégesprek was en dat de
burgemeester dat ook wist, dat bleek natuurlijk overduidelijk uit het
zinnetje in deze appconversatie ‘Deze wil je vastleggen voor de Wob.’ Het
was duidelijk voor de burgemeester op dat moment dat dit openbaar zou
44
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
worden. Ze zet heel niet-linksdenkend Nederland weg met zo’n
opmerking. Het zou de burgemeester sieren dat te accepteren en
daarvoor excuses aan te bieden.)
Ik zou niet verder op die privécorrespondentie willen ingaan maar de opmerking
over de Wob verwijst naar iets anders wat u niet kent. Daarbij zou ik het willen laten. De
conversatie was hoekig. Was die fraai? Nee, niet bepaald. Ik was een beetje overvallen
door de publieke reactie en ik had gehoopt dat we tot een gezamenlijk statement hadden
kunnen komen om zo doende samen de kalmte te kunnen bewaren — wat ik in tijden van
crisis heel erg noodzakelijk vind.
(Mevrouw NANNINGA: Dat de burgemeester was overvallen door de
publieke reacties bij zo'n evenement toont aan dat ze echt niet geschikt is
om dit soort dingen in te schatten. Dat had een klein kind kunnen zien
aankomen dat die reacties zo zouden zijn. Ik blijf vragen om excuses voor
deze opmerking. Ik heb alle begrip voor uit je slof schieten als er wat aan
de hand is, maar dat die conversatie Wobbaar was, ook al ging dat over
iets anders, dat blijkt nu glashelder uit dat verstuurde appje. Dus de
mogelijkheid dat dit openbaar zou zijn, daarover is dedainvol gesproken
over rechts Nederland. Ik wil daar excuses voor. Ik herhaal dat)
Dan moet ik u teleurstellen.
(De heer BOOMSMA: De burgemeester kan zeggen dat dit een
privégesprek was, maar het is inmiddels openbaar en daarmee is dat een
signaal geworden aan heel veel mensen in de samenleving. Dus mijn
eerste vraag is dan, denkt de burgemeester inderdaad zo als er iets heel
erg misgaat onder haar verantwoordelijkheid, dat rechtse mensen in
Nederland dat als een gouden kans zien?)
Zeker niet. Op het moment dat er iets misgaat in Amsterdam onder mijn
verantwoordelijkheid, dan ben ik verantwoordelijk.
(De heer BOOMSMA: Ik ben blij dat te horen, maar dat is wel wat er in
dat appje staat dat nu gewoon openbaar is geworden. Dus kan de
burgemeester voor alle duidelijkheid dan niet zeggen, ik neem die
woorden terug?)
Weet u, ach, weet u, ik wil dat best terugnemen. Zo ingewikkeld is dat nu ook
weer niet. Het was een verhit gesprek en ik was nogal verbaasd dat we op dat moment
niet samen zouden kunnen optrekken omdat we namelijk drie maanden heel intensief
hebben samengewerkt. Dat is ook noodzakelijk. Als voorzitters van de veiligheidsregio’s
voeren wij de landelijke aanwijzing van de minister uit ten aanzien van de coronaregels. Ik
mag daarbij wel zeggen dat dat eigenlijk tot de Damdemonstratie in Amsterdam behoorlijk
goed is gegaan. Daarover houd ik heel intensief contact en ik had gehoopt op dat moment
samen op te kunnen trekken.
Oké. Deze keer is echter de vraag opgekomen of ik daar als deelnemer stond. De
reden daarvoor is mijn uitspraak bij ATS dat deze demonstratie te belangrijk was. Dat in
de publieke opinie de gedachte opkwam dat ik het onderwerp van de demonstratie
belangrijker vond dan de gezondheidsrisico's vond ik ongelukkig. Daarom heb ik dit
dezelfde avond en de dagen daarna in de media rechtgezet. Laat ik er geen enkel
misverstand over laten bestaan, dat ik het demonstratierecht net als mijn voorganger
bijkans heilig acht. De inhoud van een demonstratie doet er daarbij niet toe, doet er nooit
toe. Demonstraties zijn zo belangrijk omdat mensen zich kunnen uiten zeker in tijden van
crisis waarin onze bewegingsvrijheid beperkt is. Of, zoals ik maandagavond bij OP1 zei,
het kan voor mensen een laatste bastion zijn om hun onvrede kenbaar te maken. Het
demonstratierecht geeft mensen een ventiel voor grote emoties. Dat recht inperken was
45
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
op dat moment niet verstandig. Juist omdat het zo’n belangrijk recht is, was de inschatting
dat inperking hiervan door de politie de emoties die er al waren, verder zou aanwakkeren
en tot escalatie zou leiden. De overtuiging was en is dat de snelste en veiligste manier
van beëindiging was om de demonstratie op de afgesproken tijd een halfuur later
vreedzaam uiteen te laten gaan en dat is gebeurd.
(Mevrouw NANNINGA: Waarom zijn recent dan wel allerlei demonstraties
met een beroep op coronamaatregelen verboden?)
Op welke demonstratie doelt u dan?
(Mevrouw NANNINGA: Ja, die malle meneer die hier altijd boos staat in te
spreken, die had een demonstratie die verboden is. Ik heb ze zo gauw
niet paraat maar er zijn allerlei demonstraties die geen toestemming
hebben gekregen vanwege de coronamaatregelen…)
Dat was in de allereerste fase van de lockdown en die beslissing heeft ook stand
gehouden bij de rechter. Dat heeft een keer plaatsgevonden waarbij er een maximum was
gesteld van 30 mensen, de voorwaarden niet konden worden nageleefd en wij het op die
gronden hebben verboden. Inmiddels heeft alweer een aantal manifestaties
plaatsgevonden sindsdien zoals een bijeenkomst van Pegida afgelopen zondag.
(Mevrouw NANNINGA: Begrijp ons niet verkeerd. We gaven het in onze
eerste termijn ook al aan. Wij vinden het heel goed dat demonstraties
doorgaan. Kan de burgemeester ons tijdens deze vergadering nog
voorzien van een lijst van alle demonstratieaanvragen en of die wel of niet
zijn goedgekeurd en met welke redenen?)
Als u 1.446 demonstraties wil, met alle liefde. Maar de suggestie die hier in zit,
werp ik verre van mij. In Amsterdam worden demonstraties niet eens toegestaan, het is
een gegeven recht. Er worden voorwaarden aan verbonden op het moment dat er risico's
voor de openbare orde kunnen ontstaan. Dat is wat er gebeurt. Er worden nooit
inhoudelijke voorwaarden aan gesteld.
(De VOORZITTER: Begrijp ik dat u dat toezegt’?)
Nee, als ik heel eerlijk ben, ik kan niet staande de vergadering een overzicht
geven van 1.446 demonstraties. Ik ben tot veel bereid en ik wil u vanzelfsprekend graag
ter wille zijn, maar dit is onmogelijk. Maar ik wil er wel even op terugkomen, want eigenlijk
zou ik het willen omkeren. Als u sterke aanwijzingen heeft dat een demonstratie op
inhoudelijke gronden verboden is geweest in Amsterdam, dan zou ik dat van u willen
weten en dan ga ik dat na. Bij mijn weten en zeker onder mijn gezag is dat nooit gebeurd.
(De VOORZITTER: Laten we dit punt even puur administratief afwikkelen.
Mevrouw Nanninga …
(Mevrouw NANNINGA: Dat was mijn vraag niet, voorzitter. Mijn vraag
was of er onder behoud van de coronaregels demonstraties zijn ontzegd.
Niet inhoudelijk. Dat heb ik ook niet gezegd.)
(De VOORZITTER: U had uw interrupties gehad en ik wil het even
administratief afwikkelen, niet meer en niet minder. Is het goed zo? Oké,
dan is dit punt bij dezen afgerond. Dan wordt er verder niets verstrekt en
dan houden we het hierbij.)
(Mevrouw POOT: Ik wil het nog even hebben over de mediatour van de
burgemeester en ook over haar optreden bij RTL waar RTL haar vroeg,
bent u van plan op te stappen. Ik wil graag dat de burgemeester even
reflecteert op hoe zij daar heeft gereageerd. Ik zal het verduidelijken.)
Heel graag, want ik weet niet waar u op doelt.
(Mevrouw POOT: De burgemeester smaalde nogal naar de oppositie en
zei met een smalend lachje, ach, ze moeten misschien maar even het
46
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
feitenrelaas afwachten. Ik vind dat niet getuigen van
burgemeesterwaardig optreden en ik zou ook hier graag richting de
oppositie een excuus van haar willen horen.)
Nee, dat krijgt u niet, want laat ik op mijn beurt dit zeggen. Voordat ik überhaupt
aan het woord ben geweest, voordat er een feitenrelaas ligt, voordat er waarheidsvinding
heeft plaatsgevonden, kondigt u een motie van wantrouwen aan. Mijn reactie is,
misschien zullen we eerst het feitenrelaas eens afwachten. Ik verkeer namelijk in de
veronderstelling dat er wordt geoordeeld op basis van de feiten, dat de feiten worden
geanalyseerd en gewogen en dat u daarna tot een oordeel komt. U heeft anderhalve
week geleden zonder dat ik in staat was om mij te verantwoorden, een motie van
wantrouwen aangekondigd. Dan lijkt het mij volstrekt terecht dat ik dan zeg, misschien
moet u even het feitenrelaas afwachten.
(Mevrouw POOT: Dit was natuurlijk precies wat ik had verwacht van deze
burgemeester. Dat ze het weglacht. Dat ze maar weer zegt dat de
oppositie rare dingen doet. Maar laten we eerlijk zijn, deze burgemeester
heeft er zelf voor gekozen eerst een mediatour te maken alvorens ze
verantwoording aflegt in deze raad. Dat is precies wat wij hebben gezegd.
Helaas is de volksgezondheid in gevaar gebracht. Dat is niet terug te
draaien. Helaas heeft deze burgemeester eerst een mediatour gemaakt
alvorens ze de raad in kwam om verantwoording af te leggen. Dat is de
reden dat wij hebben gezegd, een motie van wantrouwen is
onontkoombaar. Ik vraag het nog een keer, want het kan niet zoals zij de
oppositie wegzette…)
(De VOORZITTER: Deze interruptie was wel te lang, mevrouw Poot.)
Ja, ik heb het noodzakelijk gevonden en dat vind ik nog steeds dat ik op
zondagavond vanwege de publieke schok die er door het land ging, bij OP1 onmiddellijk
verantwoording heb afgelegd en verantwoordelijkheid heb genomen. De ochtend daarna
heb ik in een radio-interview hetzelfde gezegd en in een Amsterdamse krant heb ik dat
nog eens herhaald. Dat is de mediatour. Die vond plaats op dinsdag. Daarna ben ik niet
meer naar voren getreden. Ik heb gewacht op het debat. Ik heb gewacht totdat ik me hier
kon verantwoorden. Ik zou het zeer op prijs hebben gesteld in de omgangsvormen tussen
raad en bestuur dat u mij de gelegenheid geeft om mij te verantwoorden voordat u zwaait
met een motie van wantrouwen terwijl u mij nog niet heeft gehoord.
(Mevrouw NANNINGA: Als we het hebben over omgangsvormen, dan is
de burgemeester meteen na afloop van de demonstratie waarna het hele
land in rep en roer was, gaan praten met de ondernemers rond de Dam
die ons mails hebben gestuurd; dan is de burgemeester gaan praten met
ouderen; dan is de burgemeester gaan praten met dokters en
verpleegkundigen. Heeft de burgemeester zich nu echt als een
burgemeester gedragen? Waren de feiten die er lagen, niet glashelder en
een overtreding van alles waarvoor een burgemeester moet staan en een
totale rechtvaardiging van een motie van wantrouwen?)
(De VOORZITTER: Voordat ik de burgemeester het woord geef, mevrouw
Nanninga, ga ik nu toch wat strenger zijn op de interrupties. Het zijn echt
te lange interrupties. Een interruptie is één vraag en dit waren er wel vijf of
zes. Ik vind het heel vervelend om als voorzitter op het moment dat
iemand aan het woord is, te onderbreken. Dat wil ik eigenlijk liever niet
doen, maar als het de volgende keer weer zo lang is, dan ga ik dat wel
doen. Ik doe het echt liever niet. Dus graag korte interrupties)
47
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Ik ben blij dat u mij ernaar vraagt. Ik heb met talloze mensen contact gehad.
Nadien en daarvoor. In de drie maanden crisisbestrijding die hieraan vooraf is gegaan,
ben ik bij ondernemers langs geweest, in ziekenhuizen, revalidatiecentra, verpleeghuizen,
heb ik met Jan en alleman gepraat. Nadien, na de Dam, heb ik ongelooflijk veel mensen
gesproken. Dus ik ben blij dat u mij daarnaar vraagt, want inderdaad, dat maakt deel uit
van mijn verantwoordelijkheid en die neem ik.
(Mevrouw NANNINGA: We hebben op de dag zelf van de demonstratie
en in de nasleep ervan meer dan genoeg voorbeelden gezien van
verantwoordelijkheden die verkeerd of niet goed werden genomen en die
een aankondiging van de motie van wantrouwen zeer afwachten. De
burgemeester heeft nagelaten de raad zo snel mogelijk te informeren en
is eerst in een televisiestudio gaan zitten. Is dat waar of niet waar?)
Ik heb onmiddellijk het maken van een brief in werking gesteld. Die heeft u
volgens mij dinsdag bereikt, een dag na de demonstratie. Vervolgens is alle informatie
verzameld en u heeft antwoord op uw technische vragen gekregen met daarbij een
tijdslijn en ik heb de interpellatievragen voorbereid. Dus aan informatievoorziening heeft u
zo veel als wij konden verzamelen, van mij gekregen. Daarmee hebben we ook nog eens
heel veel vaart gemaakt, want een dag na de demonstratie bezat u een brief.
(Mevrouw NANNINGA: Kunt u zich voorstellen dat er feiten zijn geweest
die niet terug te draaien zijn zoals het toepassen van grove
rechtsongelijkheid in de handhaving van de coronaregels die gewoon ter
plekke, wat er ook wordt gezegd verder, een reden zijn voor een motie
van wantrouwen?)
U vraagt mij nu tot drie keer toe om de redenen voor een motie van wantrouwen
en op de eerste twee heb ik u moeten vertellen dat u verkeerd zat. Als laatste de
rechtsongelijkheid waarvan u spreekt. Dit land, deze stad, kent geen handhavingsplicht.
Ook de afgelopen drie maanden is er door de politie gehandhaafd op de coronaregels.
Niet ieder mens in deze stad heeft een boete gekregen als ze te dicht bij elkaar stonden
of als er wel sprake was van samenkomsten. Dus een zekere ongelijkheid zit ingebakken
in ons systeem.
(De heer BOOMSMA: Het is nu zo dat er geen handhavingsplicht is en
niet altijd hoeft te worden gehandhaafd in elke omstandigheid die zich
maar voordoet in de samenleving. Maar dat is wel wat anders dan een
soort formeel besluit om in zo’n grootschalige situatie, het gaat om heel
veel mensen en dan ook nog eens allemaal op elkaar, te zeggen, we
gaan niet handhaven en dan de indruk te wekken dat dit te belangrijk is.)
Dat laatste heb ik op maandagavond al rechtgezet en op dinsdag opnieuw. Dat
was immers een van de redenen om naar voren te treden omdat ik dat ook heel
ongelukkig vond. Dat heb ik u net aangegeven. Dus daarover zijn we het eens. Dat het
beeld op de Dam niet goed was, daarover zijn we het ook eens. Ik heb u alleen mijn
redenen gegeven om die beslissing te nemen en dat was de grote zorg voor escalatie die
ook gezondheidseffecten had gehad, zeker toen het rond 18.00 uur 5000 demonstranten
en misschien nog wel meer naderde. Dat was natuurlijk de crux. Hoe zorg je ervoor dat
die mensen op een zo veilig mogelijke manier dan zo snel mogelijk uit elkaar gaan. Toen
is de beslissing opnieuw genomen dat de handhavingsstrategie werd gehandhaafd omdat
de inschatting was dat de Dam het snelst leeg zou zijn, de mensen het snelst uit elkaar
zouden zijn als de demonstratie werd beëindigd. En dat is ook precies zo gebeurd.
(De heer BOOMSMA: Dat snap ik maar er is toch wel een verschil en ik
denk dat dat belangrijk is, tussen een boa of een agent die eerst een
waarschuwing uitdeelt aan mensen die bij elkaar zitten en zich niet aan de
48
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
regels houden en dan niet meteen op die manier handhaaft en een
formeel besluit om bij zo’n grote omstandigheid dat helemaal niet meer te
proberen. Daarmee is toch de suggestie van rechtsongelijkheid geschetst.
Kan de burgemeester daar nog op ingaan?)
Dat komt omdat er een dreiging was van een grootschalige openbare
ordeverstoring. Dat dit een andere situatie was, daarvan ben ik mij zeer bewust. Daarom
heb ik het Kabinet daarover geïnformeerd. Het ging hier niet om incidentele niet-naleving
van een coronaregel bij een individu, maar het ging om een grootschalige overtreding van
de coronaregels vanwege de zorg voor escalatie. Daarvan ben ik mij zeer bewust
geweest. Daarom heb ik ook het Kabinet geïnformeerd omdat ik wist dat dit op dat
moment natuurlijk afweek. Daarvoor heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen.
(De heer BOOMSMA: Tot slot dan. Gezien het beeld dat dit geeft aan
heel Nederland en al die Nederlanders die zich wel aan de regels hebben
gehouden, dat het dan niet nodig blijkt als je maar op een bepaalde
manier dreigt met geweld, heeft de burgemeester dan geen spijt dat ze
niet heeft uitgestraald, heeft gezegd en heeft geprobeerd om de regels te
handhaven en meer had moeten benadrukken dat ze wel degelijk een
poging wilde doen om dat wel te doen?)
Ik heb op drie fronten conclusies getrokken en lessen getrokken en de tweede
ging precies hierover. Dit is precies waarover ik heb gezegd dat dat me speet. Dat is
precies waarom het gaat. Ik vind ook dat wij en ik meer inspanningen hadden en moeten
leveren om mensen op andere gedachten te brengen. Dat dat niet is gebeurd, komt door
de strategie die was afgesproken van de-escalatie. Daarbij lag een grote nadruk op de
eigen organisatie, het vredesdetachement dat daar zelf zou optreden en de afspraken die
daar waren geweest. Achteraf denk ik dat we wel degelijk andere middelen hadden
moeten proberen in te zetten. Die waren op dat moment niet voorhanden vanwege de
strategie die we hadden gekozen. Dat vind ik jammer.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik stel nu drie vragen achter elkaar dus ik doe het
een voor een. Hoe denkt de burgemeester over de rechtsongelijkheid als
het gaat om de bekeuringen die aan alle mensen zijn uitgedeeld en niet
aan de betogers op de Dam?)
Er is incidenteel bekeurd in de stad. Overigens loopt dat aantal in drie maanden
aardig op. Maar het is zeker niet zo dat alle mensen in de stad zijn bekeurd. Daar is geen
sprake van. Dat lukt niet met een korps van 5000 agenten op een bevolking van 900.000
mensen.
(Mevrouw VAN SOEST: Waarom is de burgemeester niet het podium op
geklommen? Ze vertelde wel dat bij haar voorganger het recht van
demonstratie bijkans heilig was maar haar voorganger had op het podium
gestaan. Die had de mensen toegesproken. Waarom heeft de
burgemeester dat niet gedaan?)
We kunnen het hem helaas niet navragen. Ik zou het zeer ontraden hebben. Ik
stond aan de zijkant van de demonstratie. Het podium was laag. De installatie was
toereikend voor 250 tot 300 mensen. Het was bezig af te lopen. Ik was er om 18.15 uur.
Toen was de Dam al aan het leeglopen. Om 18.30 uur begon de grote uitstroom. Vrij snel
daarna was de Dam leeg. Een oproep had evengoed averechts kunnen werken nog los
van het feit dat ik me niet door die groep had moeten en mogen heen worstelen om
gezondheidsrisico’s en om niet het verkeerde voorbeeld te geven.
(Mevrouw VAN SOEST: Dan is de burgemeester dus te laat op de Dam
geweest. Als je serieus hoort hoe het vol loopt op de Dam, dan ga je als
burgemeester voor je bevolking staan en dan zeg je, jongens, dit kan niet.
49
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Ik wil dat jullie zo snel mogelijk uit elkaar gaan en de volksgezondheid in
acht nemen. Die is absoluut in gevaar gebracht, mevrouw de
burgemeester}
Mevrouw Van Soest, ik dacht dat u vond dat ik niet naar de Dam had moeten
gaan. Los daarvan, de demonstratie heeft anderhalf uur geduurd en is volledig volgens
schema verlopen. Om 17.00 uur was ik ervan op de hoogte dat er 1.000 mensen waren.
Toen is de beslissing genomen om niet te handhaven op anderhalvemeter; toen is de
tram eruit gelegd; toen is het verkeer tegengehouden om ruimte te maken voor 1.000
mensen. Er is aanhoudend contact geweest met de organisatie om ervoor te zorgen dat
mensen er continu aan werden herinnerd dat ze anderhalvemeter afstand moesten
houden. Om iets voor 18.00 uur is mij verteld, dat het was aangezwollen tot 5000
mensen. Toen heb ik daarover onmiddellijk contact gehad met de hoofdcommissaris en
toen zijn wij samen tot de conclusie gekomen dat de veiligste en de snelste manier om de
Dam leeg te krijgen was om de demonstratie af te laten lopen. Toen ik aankwam op de
Dam was deze al bezig leeg te lopen en een kwartier later begon de grote uittocht.
(De VOORZITTER: Ik zou u willen verzoeken uw slotwoord uit te spreken
en dan kijken we nog even rond of we de eerste termijn kunnen
afronden.)
Tot slot de button. Die wilde ik u niet onthouden. Ter herinnering aan de
afschaffing van de slavernij droeg ik deze vanwege de herdenkingsbijeenkomst tussen
17.30 en 18.00 uur. Ik ben rechtstreeks uit die bijeenkomst naar de Dam gegaan. Naar
mijn oordeel is de juistheid van de afschaffing van slavernij onomstreden. Als
burgemeester van deze stad sta ik voor de gelijke en respectvolle behandeling van alle
mensen die er wonen ongeacht hun sekse, seksualiteit, kleur of geloof. U mag van mij
verwachten dat ik mij daarover altijd zal uitspreken.
(Mevrouw NANNINGA: Dat roept een vraag op, want we hebben de
burgemeester gezien tijdens de toespraak en toen had ze een heel ander
kledingstuk aan waar die button op zat. Dus het is niet waar dat die er nog
opzat toen ze naar de Dam ging. Die is opnieuw opgespeld.)
Ik droeg die speld ter herinnering aan de afschaffing van de slavernij. Ik neem aan
dat u toch ook een voorstander bent van de afschaffing van de slavernij. Daarin zou ik
heel graag de woorden van mevrouw Poot willen herhalen uit het begin. Ik was daar heel
blij mee. De strijd tegen racisme, de strijd tegen slavernij is niet politiek verkaveld in deze
raad, maar wordt door iedereen gesteund. Op het moment dat ik zo’n button draag,
vertegenwoordig ik de hele raad en heel Amsterdam.
(Mevrouw NANNINGA: Natuurlijk is de afschaffing van de slavernij een
geweldig ding en het antiracisme discours ook. Dat zijn we volkomen met
elkaar eens. Maar dat neemt niet weg als de burgemeester net zegt dat
ze de raad vertegenwoordigt maar niet een ambtsketting om heeft maar
wel een button draagt waarmee ze de schijn wekt deel te zijn van de
actievoerders, dat dat niet burgemeesterwaardig is — hoe goed dat doel
verder ook is.)
Ook bij de boerendemonstratie, bij de verwijdering van mensen van Extinction
Rebellion, bij de ontruiming van het P.C. Hoofthuis draag ik geen keten.
(Mevrouw NANNINGA: Dus u doet het heel vaak fout, dus is het nu
goed?)
Ik draag de keten vaak en met plezier en met trots. Ik heb hem op dat moment
niet gedragen.
50
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn. Ik
zie dat mevrouw Poot om een schorsing wil vragen. Hoe lang?
Mevrouw POOT: Ik was eventjes vergeten wat nu de maximale schorsingtermijn
was,
De VOORZITTER: Volgens het regelement van orde is dat een halfuur.
Mevrouw POOT: Laten we dat dan doen.
De VOORZITTER: U wilt een halfuur schorsen? Really? Dat mag. U mag gewoon
een schorsing aanvragen, maar dat betekent dus tot 16.33 uur. Dan gaan we stipt weer
verder.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Ik weet niet zeker of er echt antwoord moet worden
gegeven door de fractievoorzitter van de VVD. Schorsen staat vrij maar gezien het feit dat
het een fors tijdsbeslag legt op iedereens agenda, zou ik het bijzonder prettig vinden als
de VVD ons meeneemt in waarom een schorsing noodzakelijk is. Uiteindelijk jeuken mijn
handen ook om een keer mee te doen aan het debat.
De VOORZITTER: In de tweede termijn mag zo dadelijk iedereen meedoen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Omdat ik graag een hele zorgvuldige afweging wil kunnen
maken over deze eerste termijn en hoe ik mijn tweede termijn inga.
De VOORZITTER: We kunnen er lang en breed over praten. Ik snap het punt van
de heer Van Dantzig.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Het staat mevrouw Poot vrij aan het einde van de
tweede termijn te schorsen. Dus nadat wij geweest zijn. Ik heb ook behoefte aan een
inbreng, aan duiding, aan wat toelichting.
De VOORZITTER: Er is gewoon een reglement van orde en daarin staat dat ieder
lid om een schorsing mag vragen.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Maar kan men dan na die schorsing na de tweede
termijn weer een schorsing van een halfuur aanvragen”?
De VOORZITTER: Nee, dat mag niet. Dan mag dat hooguit een kwartier zijn. Ik
stel voor dat we dan maar snel die schorsing gaan doen. Ik schors de vergadering tot
16.34 uur.
o1
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
De VOORZITTER schorst de vergadering tot 16.34 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De VOORZITTER: Mevrouw Poot had gevraagd om een schorsing en ik zou
mevrouw Poot willen vragen of we kunnen beginnen met de tweede termijn. Dat is het
geval. Voor de tweede termijn zijn alle specifieke interpellatieregels van de baan dus alle
fracties kunnen meedoen. Alle fracties hebben wel in het fractievoorzittersoverleg met
elkaar een spreekvolgorde afgesproken en die begint met de VVD, GroenLinks, Partij
voor de Dieren, D66, enzovoorts. Het woord is aan mevrouw Poot.
Mevrouw POOT: Dank aan mijn collega’s voor de clementie want zoals gezegd,
wij vinden het ingewikkelde afwegingen. We zijn eigenlijk nog niet helemaal klaar met de
afwegingen. Ik wil wel alvast een aantal dingen zeggen.
(De heer VAN DANTZIG: Ik val om mevrouw Poot te citeren, van mijn
stoel. Volgens mij was de afweging van de VVD al op dinsdagmorgen
gemaakt: er komt een motie van wantrouwen. Dat is onvermijdelijk. Er is
geen debat meer nodig laat staan enkele feiten. En nu hebben we een
halfuur geschorst om te reflecteren op dat televisieoptreden? Of bent u
daadwerkelijk van mening veranderd?)
Misschien moet u mij even laten uitpraten.
(De VOORZITTER: Het is aan de heer Van Dantzig wanneer hij wil
interrumperen.)
Daarin heeft u dan weer gelijk. Kijk, de burgemeester zegt, het is niet goed
gegaan. Dat roept de vraag op of zij de dingen dan wel goed heeft gedaan. Dat is
waarover we een poos met elkaar hebben gesproken. Zij geeft aan dat ze de volle
verantwoordelijkheid neemt. Dat is goed, maar dat betekent ook dat ze de volle
verantwoordelijkheid neemt voor de risico’s die er willens en wetens zijn genomen met de
volksgezondheid en dat zij de volle verantwoordelijkheid neemt voor het feit dat het
draagvlak voor de maatregelen is ondermijnd. Verantwoordelijkheid nemen is niet iets wat
je met woorden doet. Dat is iets wat je met daden doet. Dat is toch echt wel wat wij
hebben gemist. In het debat heb ik de burgemeester ook geen excuses horen maken. Ja,
een keer omdat de gemeente misschien meer instrumenten had kunnen inzetten. Maar ik
heb haar geen excuses horen maken aan al die Amsterdammers die woest en vol
onbegrip zijn waarom zij zich wel aan de anderhalvemeter moesten houden. Ik heb de
burgemeester ook geen verbinding horen maken wat een burgemeester hoort te doen.
Verbinding horen maken met deze Amsterdammers en ook niet — en dat zit mij hoog —
met de oppositie in de antwoorden die ze gaf. En dat maakt ook dat wij een hele moeilijke
afweging hebben moeten maken.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Ik vraag me af hoe lang die afweging nog op
zich laat wachten die de VVD wil maken. Ik zou toch, en dat meen ik
serieus, onder de aandacht willen brengen dat we over ruim een week
weten of die grote manifestatie op de Dam heeft geleid tot significant
meer coronabesmettingen.)
Ik vind het niet relevant om te wachten. Het gaat namelijk over wat er tot nu toe is
gebeurd en onze weging van het bestuurlijk optreden van de burgemeester.
(Mevrouw ROOSMA: Ik ben wel verbaasd te horen dat de VVD hier nu
een afweging aan het maken is, want die afweging heeft ze toch al
gemaakt op dinsdagochtend toen ze bij WNL zei dat u het vertrouwen
92
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
opzegde en daarna deed ze dat in een tweet. Dus waar komt deze
hernieuwde afweging dan vandaan?)
Het feit dat de volksgezondheid in gevaar is gebracht, is niet terug te draaien. Het
feit dat de burgemeester eerst voordat wij dit naar buiten brachten, een mediatour heeft
gedaan en haar antwoorden gaf, is helaas ook niet terug te draaien. Dat beoordelen wij
hier.
(Mevrouw ROOSMA: Ik ken de VVD als een goede democratische partij
en zoals het in de journalistiek gebruikelijk is om hoor en wederhoor te
plegen en zoals het in een rechtbank gebruikelijk is dat iemand zich eerst
kan verdedigen voordat er een oordeel wordt geveld, is het in een
democratisch debat heel gebruikelijk eerst een weerwoord te kunnen
geven, eerst de feiten te kunnen vertellen. Waarom heeft de VVD
besloten alvast het wantrouwen uit te spreken voordat die feiten zijn
gedeeld, voordat de bestuurder zich kon verantwoorden?)
Omdat het risico dat is genomen met de volksgezondheid niet is terug te draaien.
Omdat de mediatour van de burgemeester niet is terug te draaien. Ik zal u zeggen, ik vind
het belangrijk dat we het debat hier voeren en dat is ook waarom ik net heb gevraagd om
een halfuur schorsing maar ik vind het ook belangrijk dat niet alleen maar wij het in
brieven hoorden van de burgemeester, maar ook dat alle Amsterdammers dit konden
volgen.
(Mevrouw ROOSMA: Ik vind dat de VVD hier een positie inneemt die de
VVD echt onwaardig is. Gewoon überhaupt alvast een oordeel uitspreken
voordat een bestuurder zich kan verantwoorden is echt ongekend en
ongepast. Ik vind het jammer dat u hier dan nog een keer zo ruim de tijd
neemt om zogenaamd een afweging te maken terwijl u eigenlijk uw
oordeel vorige week dinsdag al klaar had.)
Dat vind ik dan weer jammer van mijn collega dat zij onze oprechte vragen die wij
hebben en waarvan wij vinden dat die beantwoord moeten worden voor de
Amsterdammer, in twijfel trekt.
(De heer VAN SCHIJNDEL: In de liberale gelederen is er toch niets tegen
voortschrijdend inzicht? Als u tot een andere, nieuwe afweging komt, dan
zult u daar redenen toe hebben die u hier dan gaat vertellen. Daar
wachten we dus even op.)
Ik ben bang dat u daarop niet hoeft te wachten, want zoals ik al heb gezegd en
het valt me niet licht en ik ben blij dat we wel even een halfuur hebben kunnen schorsen,
vind ik toch, vindt mijn fractie toch dat ze op basis van wat wij hebben gezien en hebben
gehoord, het feit dat de daden wat ons betreft niet goed zijn, dat er te veel fouten zijn
gemaakt en het feit dat wij de afwegingen die de burgemeester heeft gemaakt niet goed
vinden, dat wij moeten overgaan tot een motie van wantrouwen.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
62° Motie van wantrouwen van de leden Poot, Nanninga en Van Soest tegen
burgemeester Halsema (Gemeenteblad afd. 1, nr. 720)
Besluit:
- de geloofwaardigheid van deze burgemeester als verantwoordelijke voor de
handhaving van de openbare orde en veiligheid dusdanig is aangetast dat zij
in de ogen van ondergetekenden niet meer in staat is deze functie
53
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
gezaghebbend te vervullen en daarmee zeggen zij het vertrouwen in de
burgemeester op.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
(De heer VAN DANTZIG: Dit is toch gewoon een extended vorm van
politieke poppenkast? Er was echt niemand binnen de VVD en zeker niet
de fractievoorzitter die eraan twijfelde dat dit debat zo moest eindigen. We
hebben net drie uur een interpellatie gehad waarbij de burgemeester de
interpellanten op allerlei verschillende manieren heeft bediend, die
excuses heeft gemaakt, die verantwoordelijkheid heeft genomen en dan,
na een halfuur schorsten en misschien na een paar belletjes naar Den
Haag is dit de eindconclusie. Sorry maar dat vind ik echt geen recht doen
aan een burgemeester in oorlogstijd. Ik neem er echt aanstoot aan. Ik
vind de onderbouwing ook zwak en daarover zal ik straks zeker wat
zeggen.)
Ik blijf herhalen dat door wat er is gebeurd, de volksgezondheid in gevaar is
gebracht. De burgemeester heeft antwoorden gegeven in haar mediatour en de
antwoorden die nu zijn gegeven. Wij vinden dat de afwegingen en de beslissingen die de
burgemeester daar heeft gemaakt, net correct zijn en wij vinden dat ze excuses had
moeten maken aan al die Amsterdammers. En helaas vinden wij ook dat de burgemeester
de verbinding niet heeft gezocht.
(Mevrouw ROOSMA: Ik ben dan toch wel benieuwd waar de VVD nu de
afweging heeft gemaakt. U noemt nu weer nieuwe dingen, maar heeft de
VVD de afweging om deze motie in te dienen, gemaakt op
dinsdagochtend en heeft ze daarover overlegd met haar fractie of heeft de
VVD die afweging net gemaakt? Als ik u zo beluister, zegt u net, de
burgemeester had het niet meer goed kunnen doen, wij hadden onze
keuze al klaar op dinsdagochtend}
Ik denk dat ik mezelf heel erg nauwkeurig en zorgvuldig heb uitgedrukt. Ik heb
namelijk aldoor gezegd dat ik een motie van wantrouwen onontkoombaar acht. Wat ik
daarmee doe, is dat ik zeg dat op basis van wat ik heb gezien, het feit dat de
volksgezondheid in gevaar is gebracht. Het feit dat de burgemeester bij AT5, bij OP1,
Radio1, Het Parool al haar antwoorden al gaf en dat ik op basis daarvan een motie van
wantrouwen onontkoombaar acht. Wat u daarin ook hoort, is dat ik wel degelijk met mijn
fractie ook nu naar dit debat heb geluisterd en dat heb meegenomen.
(Mevrouw ROOSMA: Maar had er dan een andere conclusie uit kunnen
komen als u zegt dat het onontkoombaar was?)
Ik heb van de burgemeester niet gehoord dat zij aangeeft dat er grove fouten zijn
gemaakt. Dat zij daarvoor verantwoordelijk is. Dat zij verantwoordelijkheid draagt voor de
risico's met de volksgezondheid. Ik heb van haar geen excuses gehoord. Dat draagt
helaas bij aan dit besluit.
(Mevrouw ROOSMA: Dan heeft de VVD volgens mij naar een ander
debat zitten luisteren, want ik heb inderdaad gehoord dat de
burgemeester heeft gezegd, ik heb de verantwoordelijkheid, er zijn fouten
gemaakt en het spijt me. Als dat niet genoeg is voor de VVD, dan
constateer ik dat u op dinsdagochtend al uw motie van wantrouwen klaar
had omdat mevrouw Nanninga het ook al had uitgesproken en dat de
VVD niet wilde achterblijven voor de clicks op social media.)
Dat vind ik jammer dat mevrouw Roosma dat concludeert.
94
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
(De heer MBARKI: Ik heb een vraagje aan mevrouw Poot. In die zin bent
u best consequent geweest de afgelopen week want u heeft namelijk ook
uw leden geïnformeerd over het feit dat u een motie van wantrouwen zou
gaan indienen en dat die onontkoombaar was. Maar ik ben wel oprecht
benieuwd of er iets is veranderd in uw mening gedurende het debat. Daar
ben ik wel benieuwd naar. Er zijn natuurlijk heel veel zaken gewisseld.
Volgens mij is het een legitieme vraag. Bent u wel iets opgeschoven in het
debat of zegt u nee, hoe ik het debat ben begonnen, zo sta ik er nog
steeds in.)
Wat mij extreem heeft geërgerd is het feit dat er geen verbinding is gezocht. Wat
ik heel erg vind is het feit dat er geen excuses zijn gemaakt aan de Amsterdammers. De
burgemeester heeft gezegd, ik bied excuses aan omdat we niet alle gemeentelijke
instrumenten hebben ingezet. Dat is echt wat anders dan reageren op de woede en het
onbegrip die er heersten bij de Amsterdammers. Dat ben ik helaas opgeschoten in dit
debat.
(De heer FLENTGE: Ik heb u zich in uw eerste termijn horen opwerpen
als de hoeder van de mensen op de IC. En ik heb u zich horen opwerpen
als de hoeder van allerlei ouderen die het zo slecht hebben gehad. En de
hoeder van heel veel Amsterdammers. Daarover heeft u het ook gehad.
Zou het ergens ook niet passend zijn om misschien een beetje in de zijlijn
van het debat toch ook een oordeel te vellen of iets te zeggen over het
crisisbeleid van de heer Rutte?)
Om heel eerlijk te zijn vind ik dat zo buiten de orde dat ik daarover niets ga
zeggen.
(De heer FLENTGE: Dat is natuurlijk niet buiten de orde. Het gaat over de
nationale politie, het gaat over een burgemeester die door de kroon is
benoemd. Je kunt zeggen dat het een beetje een zijlijn is, maar het is wel
iets, het is wel veelbetekenend. Als u zo hoog van de toren blaast over
dat wat er is gebeurd en het oordeel daarin afsluit met een motie van
wantrouwen, dan zou het toch voor de woede van de Amsterdammers en
heel veel Nederlanders passend zijn om een klein punt van kritiek op uw
eigen minister-president te uiten hier.)
We voeren dit debat omdat er een groot risico is genomen met de
volksgezondheid. We voeren dit debat over de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de
burgemeester. Volgens mij is dat waarover het nu moet gaan.
(De heer FLENTGE: Dat ben ik natuurlijk volledig met u eens. Het debat
gaat over de burgemeester. Maar ik vraag het u toch.
Beschermingsmiddelen die langdurig niet kwamen voor verzorgend
personeel, mensen in de verpleeghuizen, de stille ramp die zich daar
heeft voltrokken, contactonderzoeken die allemaal niet op gang kwamen,
testmateriaal dat niet op gang kwam, uiteindelijk is testmateriaal zelfs niet
benut. Daar zit de crux, mevrouw Poot. Als u het opneemt voor mensen in
de IC, als u iets wilt zeggen over de woede van de Amsterdammers, dan
vind ik het passend dat u ook dat doet want anders is het toch een beetje
meten met twee maten.)
Ik kan wat dat betreft de heer Flentge helaas niet volgen. Dit debat gaat over zo
iets anders. Ik wil graag met hem een keer het debat voeren over hulpmiddelen en het
crisisbeleid. Dat lijkt me prima, maar dat is niet waarover het op dit moment gaat.
(Mevrouw ROOSMA: Mevrouw Poot heeft zelf gezegd dat het gaat over
de risico’s voor de volksgezondheid en dat dat de belangrijkste reden is
59
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
dat haar fractie met een motie van wantrouwen komt. Volgens mij is de
parallel die de heer Flentge trekt, wel degelijk terecht. Er zijn natuurlijk
heel vaak risico’s genomen met de volksgezondheid. Er zijn heel vaak
fouten gemaakt door het Kabinet, door andere burgemeesters. Vindt u dat
zij ook een motie van wantrouwen verdienen?)
Ik heb uitgelegd dat het feit dat er niet voldoende is ingeschat en gedurende de
demonstratie niet is ingegrepen en dat er ook bij de beëindiging niet is ingegrepen, ertoe
heeft geleid dat er een groot risico bewust, willens en wetens is genomen met de
volksgezondheid. En dat maakt dit anders. En dat is waarover dit debat gaat.
(Mevrouw ROOSMA: Ik vroeg me dan af hoe mevrouw Poot het optreden
van de burgemeester van Den Haag beoordeelt die niet heeft ingegrepen
in Scheveningen waar mensen ook geen afstand gingen houden en
waarbij boa's gingen zeggen, we konden geen afstand houden. Verdient
hij ook een motie van wantrouwen? Dat is dezelfde redenering.)
Mevrouw Roosma overvraagt mij hier als het gaat over de inhoud. Het gaat hier
over het optreden van deze burgemeester. Volgens mij helpt het niet om daar omheen
allerlei andere burgemeesters erbij te halen. Het gaat hier over het optreden van deze
burgemeester.
(Mevrouw ROOSMA: Als ik nu mevrouw Poot vertel dat daar ook op
dezelfde Tweede Pinksterdag geen afstand werd gehouden op de
boulevard van Scheveningen en dat daar handhavers hebben gezegd, we
konden niet ingrijpen want er waren gewoon te veel mensen, hoe
beoordeelt u die situatie dan? Is dat dan ook een risico voor de
volksgezondheid waarvoor de burgemeester van Den Haag in dit geval
zou moeten aftreden? Dan kent u de feiten. Dat kunt u ook een oordeel
vellen.)
Ik blijf weer zeggen dat het debat hier gaat over hetgeen deze burgemeester heeft
gedaan door niet op te treden en grove inschattingsfouten te maken bij de demonstratie
op de Dam. Daarover zou ik het debat willen voeren.
(Mevrouw SIMONS: Ik heb de interpellanten veel horen zeggen over het
vermeend genomen volksgezondheidsrisico. Een middelvinger naar de
zorg, is hier ook gezegd. Ik wil eigenlijk aan mevrouw Poot vragen of zij
zich kan voorstellen of er mensen aanwezig waren op de Dam die
werkzaam zijn in de zorg, dat er mensen aanwezig waren op de Dam die
ondernemer zijn, dat er voornamelijk, ik zou zelfs willen stellen, enkel en
alleen mensen aanwezig waren omdat ze mensenrechten hoog in het
vaandel hebben zitten. En kan mevrouw Poot het dan met mij eens zijn
dat de hier ten toon gespreide zorg voor de zorgmedewerkers voorbij gaat
aan het feit dat dit allemaal ook mensen zijn en ook mensen zijn die
mensenrechten belangrijk vinden.)
Daar staan we zij aan zij. Ik vind en mijn fractie vindt mensenrechten
onwaarschijnlijk belangrijk. Het feit dat deze demonstratie kon plaatsvinden, vind ik heel
belangrijk. Maar hoe het vervolgens is gegaan, de besluiten die zijn genomen, die zijn fout
en daarop beoordeel ik dit.
(Mevrouw SIMONS: Mevrouw Poot heeft net als haar mede-interpellanten
een aantal keren aangegeven dat het hen vooral te doen is om die
middelvinger die naar de zorg zou zijn uitgestoken. Ik wil graag van
mevrouw Poot weten of zij zich kan voorstellen dat ook mensen die in de
zorg werken, daar aanwezig waren en dat ook mensen die een
56
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
onderneming hebben, al dan niet in de horeca, daar aanwezig waren en
of die hier ten toon gespreide zorg dan wel oprecht en gepast is.)
Natuurlijk kan ik me voorstellen dat deze mensen op de Dam aanwezig waren. Ik
denk dat er een doorsnee van alle Nederlanders op de Dam aanwezig was.
(Mevrouw SIMONS: Als mevrouw Poot zich daarin kan verplaatsen,
waarom moet er dan zo worden geschermd met een zogenaamde
middelvinger naar mensen die in de zorg werken?)
Ik zit na te denken hoe ik daar nu op moet antwoorden. Laat ik erop antwoorden
dat ik ervanuit ga dat mevrouw Simons dezelfde hoeveelheid mails van mensen en ook
heel veel mensen uit de zorg heeft gekregen over deze demonstratie.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Roosma.
Mevrouw ROOSMA: Eindelijk kunnen wij ook iets zeggen. Dat is fijn want het is
een belangrijk debat. Ik wilde eigenlijk beginnen met iets te zeggen over de Black Lives
Mattermovement. De afgelopen weken gingen honderdduizenden mensen de straat op.
De Black Lives Mattermovement demonstreerde in Washington DC, New York, Chicago,
Los Angeles, Londen, Parijs, Berlijn, München, Hamburg, Barcelona, Lissabon maar ook
in Nijmegen, Arnhem, Utrecht, Groningen, Den Haag, Tilburg, Rotterdam en in
Amsterdam. De aanleiding is de gruwelijke moord op George Floyd die langzaam stikte
door de knie van een politieagent in zijn nek. De motor die de beweging echter voortstuwt,
is de woede in de samenleving over racisme en over politiegeweld, over institutioneel
racisme, een systematische schending van wat in Nederland verankerd is in artikel 1 van
de Grondwet, de gelijke behandeling van alle mensen ongeacht afkomst of kleur.
Racisme en uitsluiting is overal. In de toegang tot zorg, in ons onderwijs, op het werk, bij
sollicitaties, bij stages, bij de politie en bij de Belastingdienst. In de alledaagse sociale
interactie en niet in de laatste plaats op social media. Het toont zich soms in al haar
lelijkheid en soms is het subtiel maar mensen zijn het meer dan zat. De aanhoudendheid
van deze demonstraties en haar massaliteit is uniek. De Black Lives Matterbeweging is
niet meer te stoppen en eindelijk, eindelijk staan mensen op en spreken mensen zich uit.
Het is een onderstroom die boven komt.
Tegelijkertijd komen we langzaam uit een intelligente lockdown. We hebben te
maken met een coronavirus dat enorm veel leed en verdriet heeft veroorzaakt in onze
samenleving en we zijn met Z'n allen op zoek naar het nieuwe normaal dat eigenlijk niet
normaal is, een samenleving op anderhalvemeter afstand. Dat doen we om een nieuwe
uitbraak van het virus te voorkomen, om de kwetsbare mensen in onze samenleving te
beschermen en om ons zorgsysteem overeind te houden. Dat dat niet eenvoudig is, dat
ervaren we allemaal. Jongeren, ondernemers, maar ook mensen die geen afscheid
konden nemen van hun geliefde. Mensen in verpleeghuizen en mensen in
zorginstellingen. Vorige week botste dit op de Dam. De diepgevoelde woede en pijn
bracht zo veel mensen samen dat het niet meer lukte om afstand te houden. Mensen
wilden de regels niet overtreden, mensen droegen mondkapjes en handschoenen en
overal vroeg men om afstand te houden, maar het ging te snel en er waren te veel
mensen. De Dam was te klein voor én de woede én de coronasamenleving. Die beelden
van een volle Dam die voor sommigen zo hoopgevend zijn omdat eindelijk hun pijn werd
gezien en herkend, zijn juist voor de ander heel erg pijnlijk omdat het herinnert aan leed
en verlies in coronatijd. Dat is allebei waar. Wat we volgens mij moeten doen in het debat
is lering trekken. Hoe kon het zo misgaan? De burgemeester heeft daarover al veel
gezegd maar wat mij betreft is het na anderhalve week duidelijk dat de fout die is
gemaakt, een inschattingsfout is. Het verschil tussen de verwachte 300 mensen en de
97
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
daadwerkelijke opkomst van misschien wel 10.000 mensen is gigantisch. Hoe konden we
er zo naast zitten? Dat is de vraag die we ons moeten stellen. Er komt een onafhankelijk
onderzoek, twee onafhankelijke onderzoeken en daarmee ben ik heel blij. De
burgemeester heeft er al iets over gezegd maar ik hoop dat we daarover nog nader
worden geïnformeerd. Wat mij betreft is het heel erg belangrijk dat we dat
Fingerspitzengefühl met de samenleving beter krijgen, dat we betere informatiebronnen
hebben, dat we betere kennis hebben en beter kunnen aanvoelen waarom er in een keer
zo veel mensen samenkomen. Zijn die informatiebronnen up to date en in welke mate
wordt bijvoorbeeld context meegenomen die hier natuurlijk uitermate belangrijk was? Hoe
kan het dat bepaalde signalen die er wel waren bij de politie tot op zekere hoogte de
driehoek uiteindelijk niet bereikten? Waar stokte die informatie en waarom?
Ten slotte vind ik het ook interessant om de vergelijking te maken met andere
steden. In Den Haag waar het wel lukte om afstand te houden bij een demonstratie of
waar men erop in kon spelen en in Rotterdam waar men ook wist dat er veel mensen
konden komen en waar men daarop was voorbereid maar waar dat afstand houden niet
lukte. Demonstreren in coronatijd is nog iets waaruit we met elkaar lessen moeten
trekken.
Dan het besluit om niet in te grijpen op de Dam en de demonstratie niet af te
breken. Ik heb de burgemeester gehoord. Die heeft gezegd, het spijt me dat we niet alle
communicatiekanalen hebben ingezet die we konden inzetten op dat moment. Dat begrijp
ik. Bij ons leven er ook vragen. Hadden demonstranten niet kunnen gaan lopen om meer
afstand te creëren en meer ruimte te creëren? De keuze van de burgemeester om op dat
moment de demonstratie niet te beëindigen en de politie niet tegenover de demonstranten
te plaatsen was een wijs en een moedig besluit. Er was aandacht voor de pijn, voor de
emotie en de woede van de demonstranten en het past in de traditie van Amsterdam waar
het demonstratierecht bijkans heilig is en waar we de politie zo vreedzaam mogelijk
inzetten. Dat deden de agenten op de Dam en ik ben er echt ongelooflijk trots op dat zij
dat daar op zo’n goede manier deden.
(Mevrouw VAN SOEST: Kan mevrouw Roosma ook zeggen dat
GroenLinks alle activisten heeft opgeroepen om naar de Dam te komen?)
GroenLinks landelijk heeft inderdaad opgeroepen om naar de Dam te komen. Niet
alleen activisten, maar allerlei mensen die bezorgd waren omdat wij ervanuit gingen dat
de demonstratie zou plaatsvinden volgens de coronaregels en volgens de mogelijkheden
om het demonstratierecht ook in coronatijd te kunnen uitoefenen.
(Mevrouw VAN SOEST: Dus ik kan concluderen dat u
medeverantwoordelijk bent voor datgene wat er is gebeurd en wat de
volksgezondheid in gevaar heeft gebracht?)
Ik begrijp dat mevrouw Van Soest boos is en ook dat ze misschien wel verdrietig
is. Dat begrijp ik heel goed, want ik heb die beelden van de Dam ook gezien. Ik vind die
beelden van de Dam ook niet fijn om te zien omdat iedereen in coronatijd leed om zich
heen heeft. Ik denk ook dat het niet goed was wat er uiteindelijk gebeurde. Maar ik zal u
ook eerlijk zeggen dat wij nooit hadden voorvoeld dat er zo veel mensen zouden komen.
Ik ben vaak bij demonstraties geweest. Ik heb dit nog nooit eerder meegemaakt dat er in
zo’n korte tijd zo veel mensen waren. Daar is iedereen door overvallen. Daar zijn wij ook
door overvallen. Dat geef ik eerlijk toe. Was het goed? Nee. Maar de mensen hebben niet
intentioneel, bewust de regels overtreden.
(Mevrouw VAN SOEST: Maar had u niet bij u zelf gedacht, ik ga de
burgemeester even appen want het loopt hier volledig uit de hand? Heeft
u haar gewaarschuwd?)
58
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Ik denk dat de burgemeester mijn waarschuwingen op dat moment niet nodig had.
De burgemeester staat goed in contact met de politie die daar ter plaatse was en die heel
goed heeft gehandeld. Dus ik denk dat de burgemeester mij daarvoor niet nodig had.
Ik vervolg mijn betoog. De situatie in Rotterdam waar men wel was voorbereid op
grote aantallen maar waar ook geen afstand kon worden gehouden, heeft laten zien dat
voortijdig ingrijpen inderdaad niet meer coronaproof is dan de demonstratie laten
uitdoven.
Dan wil ik graag nog twee dingen zeggen over de publieke ophef de afgelopen
twee weken. Fouten worden gemaakt in coronatijd. Kleine fouten maar ook grote fouten
zoals het ongekende drama dat zich in onze verpleeghuizen heeft afgespeeld. Premier
Rutte heeft gezegd, we moeten 100% van de keuzes maken op basis van 50% van onze
kennis. We besturen op onze achteruitkijkspiegel. Alleen als de burgemeester van
Amsterdam een fout maakt, wordt ze daarop buitenproportioneel afgerekend in het
publieke debat en in de Kamer. Misschien wel 100 columns werden er geschreven. De
landelijke VVD plaatste elf berichten over de Dam en slechts een bericht over racisme;
acht tweets over de Dam en nul over racisme. En ja, er moeten vragen worden gesteld en
ja, we moeten dit debat voeren. Maar de verontwaardiging is wel erg selectief. Hoe veel
social mediaberichtjes hebben raadsleden en Kamerleden besteed aan de volle boulevard
in Scheveningen waar geen afstand werd gehouden? Hoeveel aan het feit dat straks de
anderhalvemeter niet in acht hoeft te worden genomen vanwege de economische
motieven in een vliegtuig? Nul. Het verwijt van de indieners van de interpellatie dat onze
burgemeester niet neutraal zou zijn omdat ze een antislavernij button droeg, is eigenlijk
verdrietig. Alsof tegen slavernij zijn links is. De burgemeester die door de VVD en het
CDA de afgelopen jaren vaak werd gecomplimenteerd over haar veiligheidsbeleid valt die
selectieve woede ten deel omdat ze zoals in Trouw te lezen stond en ik citeer ‘omdat ze
een linkse vrouw met een ambtsketting zou zijn.” De felheid van de reacties en de soms
ongekende vrouwenhaat die loskomt, schokt ons. We hebben een racismeprobleem in dit
land, maar we hebben ook een seksismeprobleem. Mijn tweede punt richt zich op de VVD
van Amsterdam, de Amsterdamse VVD.
(Mevrouw VAN SOEST: Ik hoor mevrouw Roosma zeggen dat de mensen
te druk in de parken zijn. Maar die mensen hebben wel een bekeuring
gekregen en de mensen op de Dam hebben geen bekeuring gekregen of
heel sporadisch als ik de burgemeester moet geloven. Hoe denkt u
daarover? Je kunt toch geen rechtsongelijkheid hebben waarbij de een
wel een boete krijgt en de ander niet?)
Het voorbeeld dat ik aanhaalde, mevrouw Van Soest, was de boulevard in
Scheveningen waar op diezelfde Tweede Pinksterdag veel en veel te veel mensen waren.
Daar heeft de boabond onder andere van gezegd, wij konden daar niet handhaven omdat
het te druk was. Dus daarnaar verwees ik. Ik begrijp dat handhavers soms niet kunnen
ingrijpen als het te druk is.
(Mevrouw VAN SOEST: Dus een reden te meer om alerter te zijn op de
Dam.)
Ik heb daar net al iets over gezegd dus ik zou mezelf gaan herhalen als ik dat nu
weer zou doen. En als we hadden geweten dat er zo veel meer mensen zouden komen,
niet 300, niet 1.000 maar 10.000, dan was het anders geweest. Mensen wilden echt
afstand houden. Mensen vroegen elkaar om afstand te houden. Dat het helaas niet is
gelukt, dat vind ik echt verdrietig en ik vind die beelden ook echt verdrietig. Dus daarin
begrijp ik u helemaal.
Mijn tweede punt richt zich op de VVD in Amsterdam. Onze bestuurders hebben
een grote verantwoordelijkheid die op hun schouders rust en de burgemeester, daarop
59
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
rust de allergrootste verantwoordelijkheid. We geven hun in beginsel ons vertrouwen om
ingewikkelde besluiten te nemen. Dat vertrouwensbeginsel houdt ook in dat zij de kans
krijgen om verantwoording af te leggen over hun besluiten voordat we als raad een
oordeel vellen. Door slechts een uur of vijftien na de demonstratie nota bene op televisie
en in een tweet een motie van wantrouwen aan te kondigen, gooit de VVD een belangrijke
democratische norm te grabbel. Het schaadt het democratisch bestuur niet alleen hier
maar in heel bestuurlijk Nederland. Dat je wordt veroordeeld voordat je je kunt verdedigen
past niet in een democratische rechtsstaat. Waarom? Vanuit politiek effectbejag? Omdat
Forum voor Democratie moet worden overtroefd in de race om de clicks op social media?
In elk geval niet om de stad te dienen. En je doet jezelf als partij ook te kort. Wat is je
inbreng nog waard als je in een democratisch debat als je oordeel al van te voren
vaststaat? Dit is de Amsterdamse VVD onwaardig. Daar wil ik het bij laten.
(Mevrouw POOT: Ik was het eigenlijk niet van plan, maar omdat we zo
worden aangesproken, toch mijn vraag aan mevrouw Roosma. Het risico
dat is gelopen met de volksgezondheid, kan dat wat u betreft worden
teruggedraaid?)
Er zijn veel risico's geweest met betrekking tot de volksgezondheid in deze tijd. Dit
risico kan niet worden teruggedraaid. Dat klopt. Wat we wel kunnen doen, is leren van de
fouten die zijn gemaakt of de inschattingsfouten die zijn gemaakt. We kunnen leren over
hoe we beter kunnen aanvoelen wat voor emoties er in de samenleving spelen dat er een
keer zo veel mensen op de Dam kwamen. Dat kunnen we beter doen. Dat klopt. Maar wie
had kunnen verwachten dat er zo veel mensen kwamen? Ik ken niemand. ledereen die er
was, verbaasde zich erover dat er zo veel mensen waren. Ik weet niet wat mevrouw Poot
van de burgemeester verwacht. Dat ze in een glazen bol kan kijken en kan voorspellen
dat er zo veel dingen gebeuren? Het feit dat ze de burgemeester daarop afrekent terwijl
die nog niet eens de kans had gekregen om verantwoording af te leggen, dat is echt de
Amsterdamse VVD onwaardig.
(Mevrouw POOT: Dat er geleerd moet worden, daarover zijn we het
allemaal eens — met deze burgemeester of met een andere burgemeester
— maar er moet worden geleerd van wat hier is gebeurd. Ik ben ook blij
dat mevrouw Roosma zegt dat het risico dat is gelopen en de besluiten
die daaraan ten grondslag hebben gelegen, niet terug te draaien zijn. De
volgende vraag de ik aan mevrouw Roosma heb, is of zij het passend
vindt dat de burgemeester een mediatour heeft gedaan bij AT5, bij OP1,
op Radio1 en dat was voor — en dat wil ik echt even benadrukken — dat
was voordat wij dit besluit namen, voordat wij dit aankondigden. Vindt zij
het passend dat de burgemeester eerst verantwoording aflegt aan de
media en dan pas aan de gemeenteraad?)
(De VOORZITTER: Een interruptie moet echt korter hoor. Dit is echt te
lang.)
Laat ik de vraag dan omdraaien. Had mevrouw Poot het passend gevonden als
de burgemeester tot vandaag stil was gebleven?
(De VOORZITTER: Het is altijd een beetje een rare figuur als de spreker
een vraag terug stelt. Wil mevrouw Poot nog een laatste interruptie
plaatsen?)
(Mevrouw POOT: Ik had mij ook kunnen voorstellen dat de burgemeester
had gezegd, ik reageer even niet. Ik ga eerst alle feiten verzamelen. Dat
is ook niet gebeurd. We hebben in de loop der tijd behoorlijk wat brieven
gekregen. Ik had me dat inderdaad kunnen voorstellen dat ze had
gezegd, ik verzamel eerst de feiten en ik informeer eerst de raad.)
60
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Vergaderdatum do juni 2020 Gemeenteraad
Raadsnotulen
Denkt mevrouw Poot dat zij in die situatie dan positiever was geweest? Dat vraag
ik dan ook terug. Denkt u dat uw ophef dan minder was geweest, dat uw boosheid dan
minder was geweest? Dat vraag ik me echt ten zeerste af.
(De VOORZITTER: Nu heb ik een beetje een foutje gemaakt want ik ging
toestaan dat de een interrumpeerde op de ander. Volgens mij zijn de
punten over en weer wel heel duidelijk.)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Lammeren.
De heer VAN LAMMEREN: Ik heb geen behoefte aan een bijdrage.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Dantzig.
De heer VAN DANTZIG: Prettig dat ik ook wat mag zeggen. Voordat ik aan mijn
inhoudelijke bijdrage kom, wil ik eerst wat benoemen namelijk dat ik als witte man
vandaag in een debat zit dat niet gaat over het gif dat racisme is, dat het er niet om draait
onze afschuw uit te spreken over discriminatie van iedereen die er niet uitziet zoals ik en
dat niet inzoomt op wat wij kunnen doen tegen politiegeweld zoals het uitbannen van
etnisch profileren en het weerstand bieden aan kwetsend en nutteloos beleid als de
patseraanpak. Een debat dat niet eindigt in het ultieme statement tegen racisme, haat en
discriminatie.
Maar we staan, of zitten, in een debat dat gaat over hoe een demonstratie te druk
kon worden in Amsterdam en ik voel me daar ellendig bij. Als mij een ding is bijgebleven
van alle protesten naast de onmacht en het verdriet van de demonstranten die zich zo
vaak langs de kant gezet voelden, dan is het wel de slogan White silence is white
consent. Witte stilte is witte instemming. Ik weiger vandaag stil te zijn. We debatteren
vandaag niet over politiegeweld, niet over discriminatie en niet over racisme maar ik zal dit
debat voeren in het volle besef dat wat er vorige week is misgegaan op de Dam in het niet
valt bij de schade en het verdriet veroorzaakt door racisme. De schreeuw van George
Floyd is gehoord en heeft geresoneerd op de Dam. Waar het debat vandaag en de
komende tijd wordt gekleurd door het belang van virusbestrijding, spreek ik voordat ik iets
zeg over de demonstratie de volgende wens uit. Ik hoop en ik geloof dat we racisme in
onze stad kunnen bestrijden met dezelfde kracht als waarmee we corona bestrijden door
het echt samen te doen, door er iedere dag allemaal mee bezig te zijn in het besef dat iets
wat voor jezelf geen grote bedreiging lijkt, voor een ander dodelijk kan zijn.
Dan kom ik bij de demonstratie op de Dam zelf. We hadden het niet mogen laten
gebeuren dat zo veel mensen opeen gepakt zouden staan. Ik heb berichten gekregen van
mensen die hun naasten in hun laatste levensfase moesten missen, van artsen die niet
begrepen dat dit gebeurde en van ondernemers die zich in bochten hebben gewrongen
om na de zware beperkingen weer open te gaan en dan gebeurt dit. Ik kan het niet
uitleggen en ik denk eigenlijk niemand. De beelden waren voor de D66-fractie na
maanden van lockdown een schok. Ik begon dan ook heel kritisch aan dit debat, maar ik
heb bewondering voor de wijze waarop de burgemeester haar eerste termijn volbracht.
Dat heeft mij een groot aantal antwoorden gegeven, maar ik vind het belangrijk zodat
iedereen kan nazoeken hoe D66 hierin stond, dat ik de punten met u langs loop en nog
wat vragen stel hier in de gemeenteraad en aan de persoon die als enige de
verantwoordelijkheid heeft en die ook volledig heft genomen: de burgemeester.
Er zijn eigenlijk drie punten waarop de vragen die bij D66 leven, zich concentreren
namelijk hoe kan het dat we zo zijn overvallen; waarom is niet geprobeerd vriendelijk in te
grijpen en hoe en wat gaan we hiervan leren? Ik heb daar een aantal vragen over maar ik
61
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
wil hoe dan ook de burgemeester verzoeken daarop straks te reflecteren. Als dingen
dubbelop worden, dat wil ik er wel bij zeggen, dan lees ik ze wel na in het verslag. Ik ben
door alle interruptiedebatjes ook een beetje de draad kwijt geraakt.
De eerste vraag is hoe het kon gebeuren dat we zo werden overvallen. Ik wil de
burgemeester een compliment maken, want ik vond de tijdlijnen ingewikkeld te volgen. Ik
had daar ook veel vragen bij maar uit de mond van de burgemeester wordt alles wel wat
helderder. Maar ik heb wel een vraag en ik zeg het maar zoals ik het beleef. Hoe kan het
dat we dachten dat er zo weinig mensen kwamen? Ik dacht, zit de politie nog op Hyves en
dacht ze, er komen misschien drie dansende bananen? Het is toch geen geheim dat de
jeugd of eigenlijk tegenwoordig iedereen die jonger is dan mijn vader op Tiktok zit, op
Instagram. Ik heb mijn moeder laatst leren Snapchatten. Oké, ik zie dat wethouder Groot
Wassink nog wat uitleg behoeft. Dat gaan we regelen.
(De VOORZITTER: De voorzitter zit in ieder geval zeker niet op Tiktok,
kan ik zeggen. Die heeft nog een hoop te leren, begrijp ik.)
Dit wordt wel heel privé bij zo’n serieus onderwerp, maar ik heb laatst een
account aangemaakt en daarmee was ik rijkelijk laat, begreep ik van de mensen die bij
me werken. De volgende vraag is waarom niet bij 1.000 demonstranten het verzoek is
gedaan aan de mensen om niet meer te komen? Vooral dat stukje tussen 1.000 en heel
erg veel, dat kan ik nog moeilijk volgen. Ik heb er wel een gevoel bij, maar ik zou graag
begrijpen wat nu de exacte afweging was. En dan, waarom is er niet geprobeerd
vriendelijk in te grijpen? Ik zeg vriendelijk, omdat mijn fractie er uiteraard begrip voor heeft
dat het plein niet met harde hand is vrijgemaakt. Je ziet in Rotterdam hoe ingewikkeld het
is als er te veel mensen komen en er te weinig mensen afstand houden. Daar is wel
ingegrepen en er zijn ook schermutselingen geweest. U kent mij als een chauvinist die
vindt dat wij het in Amsterdam al jaren anders doen. Ik durf me wel te permitteren om te
zeggen, we doen het beter als het om demonstraties gaat. Het is altijd tamelijk
geweldloos. Ik benadruk het nog een keer: vriendelijk ingrijpen. Maar waarom is bij 5.000
demonstranten niet acuut het verzoek gedaan dan mensen om weg te gaan? En of dat nu
is via de organisatie of de burgemeester of via een appje, dat weet ik niet. Ik was zelf niet
bij de demonstratie, dus ik kan niet beoordelen of daar alles aan gedaan is. Ik denk ook
nog steeds waarom is men niet gaan lopen? Ik heb zelf de indruk en ik ben ook een
beetje op zoek naar mijn eigen antwoord dat het is gekomen omdat die tijdspanne te kort
was en dat vreedzaam ingrijpen misschien de demonstratie wel langer had gerekt — zo
begreep ik uit de eerste termijn van de burgemeester — dan de demonstratie afronden.
(Mevrouw VAN SOEST: Waren uw medehorecaondernemers ook zo blij
met dat gedoe op de Dam?)
Dan wordt het een persoonlijk verhaal, maar daarover kan ik natuurlijk wel wat
zeggen. Ik was met mijn onderneming in het Vondelpark voor het eerst open. Rond 16.00
uur vertrokken aardig wat personeelsleden die wel op Tiktok zaten richting de Dam en die
zeiden een voor een dat ze daarheen gingen. Mijn kok heeft een donkere huidskleur en
die was enorm blij dat er zo veel mensen wilden opstaan tegen racisme. Ik en mijn vrouw
baalden een beetje omdat we ons het hele weekend in allemaal bochten hadden
gewrongen. Wat ik daarmee wil zeggen, is dat het best complex is. De jongeren die in de
horeca werkten, willen demonstreren tegen racisme. De mensen die in de horeca werken,
Krijgen te maken met racisme. Ondernemers hebben beperkingen. Ik denk dat die
tegenstelling gewoon niet zo groot is. Ik denk dat we met elkaar wel kunnen concluderen
en volgens mij vinden we elkaar daar wel, dat dit niet goed was. Ik heb eigenlijk nog
niemand hier in deze zaal horen vertellen dat de uitkomst fantastisch was. We hebben
hoogstens gezegd dat we allemaal trots zijn dat er zo veel mensen waren die een ultiem
62
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
statement tegen racisme wilden maken en dat we dat als stad in betere banen hadden
moeten leiden.
(Mevrouw VAN SOEST: Mijn vraag aan de heer Van Dantzig was of zijn
medehorecaondernemers ook zo blij waren met de demonstratie op de
Dam. Daarop heb ik nog geen duidelijk antwoord op.)
Vragen staat vrij. Ik kan mevrouw Van Soest aangeven dat ik ze niet alle 8.000
heb gebeld. Maar de mensen in mijn directe vriendenkring staan er hetzelfde in als ik.
Weet u, er zullen horecaondernemers zijn die er boos over zijn. Er zullen
horecaondernemers zijn die op de Dam hebben gestaan en dachten, ik geloof het wel
even in mijn zaakje. Ja, natuurlijk, heel gek maar horecaondernemers zijn net mensen,
zijn net Amsterdammers en die hebben allemaal een mening. Het is mij wel opgevallen
dat er tegenwoordig heel veel mensen een mening hebben over Amsterdam. Ik denk wel
eens, als al die mensen net zo weinig mening zouden hebben als ik soms over andere
delen van het land en zij net iets minder om Amsterdam zouden geven, dan zou dat
misschien wel goed zijn voor het debat. We hebben wel heel veel aandacht gehad voor
het debat. We zijn natuurlijk de hoofdstad, dat begrijp ik, maar een beetje
buitenproportioneel was het wel.
Als laatste wil ik graag weten hoe we hieruit lering gaan trekken. Uiteindelijk zijn
fouten te vergeven als we er als stad van leren. Ik ben ook blij met het onderzoek dat is
aangekondigd. Ik denk dat het hartstikke goed is. Ik denk dat het extern moet. Maar
waarmee ik wel een beetje worstel, we hebben natuurlijk even kort ruggespraak kunnen
houden tijdens de schorsing, is wie nu precies straks de opdrachtgever is. Dat is de
moeilijkheid met die ingewikkeldheid van de Veiligheidsregio. Ik wil natuurlijk wel op een
bepaalde manier inspraak hebben op wat er dan wordt onderzocht. Ik wil daaraan input
kunnen geven. Tegelijkertijd wordt de Veiligheidsregio niet democratisch gecontroleerd en
zal de Veiligheidsregio, dat was het bevoegd gezag, daar ook wat van moeten vinden. Ik
zal het maar gewoon eerlijk zeggen, ik worstel daarmee en ik ben op zoek naar hoe we
dat gaan doen zodat we in onze tweede termijn daaraan wat meer sturing kunnen geven.
Het is dit weekend natuurlijk veel gegaan over een onafhankelijk onderzoek van de
Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Ik heb daarover niet per definitie een sterke mening,
maar ik ben wel benieuwd of dat wordt meegewogen. Zoals ik al zei, ik stel deze vragen in
het volle besef dat sommige al zijn gesteld en sommige al zijn beantwoord.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Even over die rol van de Veiligheidsregio. De
demonstratie vindt plaats binnen de grenzen van Amsterdam, op de Dam.
Dan ligt het toch voor de hand dat dat een gemeentelijke opdracht wordt?
Dus niet van de Veiligheidsregio. Gewoon vanwege de locatie.)
De heer Van Schijndel bezit een stuk meer juridische kennis dan ik.
(De VOORZITTER: Dat is nog maar de vraag natuurlijk)
Mijn juridische kennis is zo gering dat ik die stelling wel durf te poneren. Ik meen
dat wij in een Grip4-situatie zitten waar de Veiligheidsregio het bevoegd gezag is. Ja,
natuurlijk, op basis van de locatie zou ik zeggen, laat de gemeenteraad van Amsterdam
beslissen. Maar ik wil wel even weten of dat ordentelijk is en dat we straks niet met elkaar
in een moerassig debat komen over de vraag of we dat wel goed hebben gedaan.
Ter afsluiting wil ik wat zeggen tegen de indieners van de motie van wantrouwen
voordat er ook maar een feitenrelaas was. Wij gaan ons richten op de VVD want u weet
dat ik Forum voor Democratie sowieso niet zo serieus neem als het om de rechtsstaat
aankomt. De VVD. Hier een voormalige bestuurspartij, maar in het land fier aan kop in de
peilingen. De partij van de persconferenties van Rutte met de fantastische quotes ‘In een
crisis neem je 100% beslissingen met 50% van de kennis’ ‘Besturen op zicht en we zien
pas in de achteruitkijkspiegel of onze beslissingen goed waren.’ Dat er fouten zouden
63
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
worden gemaakt, wisten we allemaal maar het gaat erom hoe we met die fouten omgaan.
Als je ook zonder maar één feit te hebben gehoord, een motie van wantrouwen
aankondigt, dan ben je niet op zoek naar verbetering van het beleid van de stad, maar
dan ben je op zoek naar de politieke scope van Halsema en dat alleen om politiek gewin
op korte termijn. Dat is intens lelijk en siert de voormalige VVD als bestuurspartij niet.
(Mevrouw VAN SOEST: Hoeveel fouten moet de burgemeester nu nog
maken? Kijk even naar de afgelopen periode van haar ambtsperiode. We
hebben de demonstratie meegemaakt waarbij de mensen zich hadden
vastgeplakt aan de straatstenen. We hebben het probleem meegemaakt
met haar zoon. En nu hebben we dit. Hoe veel fouten mag ze nog
maken?)
Ik heb hiermee wel zitten worstelen want volgens mij zijn wij
demonstratiehoofdstad van Nederland en volgens mij worden er nergens zo veel grote of
kleine demonstraties gehouden. Ik denk dan aan de boerenprotesten. Volgens mij
sloegen ze toen de hofstad kort en klein terwijl er in Amsterdam, wat zullen het er zijn, drie
tot vijf trekkers op de Dam stonden. 26 trekkers, hoor ik van een betrouwbare bron. Nou,
het voelde als vijf. Het was namelijk heel erg rustig. Negen van de tien keer doen we dit
heel goed, maar iedereen die denkt dat bestuurders in een crisistijd perfect zijn, die gaat
eraan voorbij dat bestuurders mensen zijn. Ik maak ook fouten. Het gaat erom hoe je
daarmee omgaat en dat je daar verantwoording over aflegt. Laat ik dan wel zeggen
waarop ik dan de burgemeester nog wel eens aanval. Ik vind dat het veiligheidsbeleid
misschien wat vaker de oren naar u laat hangen dan naar mij en ja, daar heb ik nog een
politieke strijd te gaan. Maar het is aan u om te beoordelen wat er fout is.
(Mevrouw VAN SOEST: Mijn volgende vraag zou dan zijn, neemt de heer
Van Dantzig dan ook zijn verantwoordelijkheid voor het feit dat de
volksgezondheid in gevaar is gebracht?)
Ik heb eerder al gezegd dat ik denk dat we in dit land naar een
vertrouwenssamenleving moeten waar je moet hameren op eigen verantwoordelijkheid.
Verreweg het veiligst voor iedereen is op je zolderkamer gaan zitten en niet meer buiten
komen de komende tijd totdat er een vaccin is. Dat is hoe het is. Maar er is een drang bij
mensen na zo veel tijd binnen zitten, om op te staan tegen iets waar ik van kan wakker
liggen: racisme, haat. Ik denk dat dat op zich uitstekend is. De fout die wij als Amsterdam
hebben gemaakt en daarvan heeft de burgemeester gezegd, daarvoor neem ik de volle
verantwoordelijkheid want dat past bij het ambt, is dat er zo veel mensen op een te kleine
locatie stonden. Wellicht herpakken we ons vandaag wel fantastisch. Er zijn volgens mij
18.000 stippen in het Nelson Mandelapark gezet. Dat zou wel eens fantastisch kunnen
worden. En als daar wat mis gaat, dan lossen we het weer op met elkaar. Waarom?
Omdat we in de grootste crisis zitten die Nederland ooit heeft meegemaakt sinds de
Tweede Wereldoorlog en dan past het niet om zonder ook maar een feit te kennen,
mensen naar huis te sturen. Ik vind dat gewoon lelijk en ik vind dat ook niet passen bij
Amsterdam. Het zet sommige politieke partijen ook wel echt enorm buiten spel.
Dan over de volksgezondheid. Ik kijk natuurlijk ook likkebaardend als die 5.000
mensen consequent allemaal geen klachten hebben en dan lijkt me dat een mooie
testcase voor het RIVM. En hebben ze dat wel, dan wil ik er wel bij zeggen dat al die
mensen wel in hun volle weten daar zijn gaan staan en de risico’s kennen. Inderdaad, dan
zullen we dat met elkaar moeten oplossen.
(Mevrouw VAN SOEST: Neemt u dan ook de rechtsongelijkheid van de
mensen die bekeuringen hebben gekregen en degenen die op de Dam
stonden niet voor uw verantwoording?)
64
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
In de laatste raadscommissie Algemene Zaken heb ik mij überhaupt stevig verzet
tegen het uitdelen van coronaboetes eigenlijk met de reden omdat dat per definitie
rechtsongelijkheid in de hand werkt. Het is op basis van het oordeel van een ambtenaar of
er wel of niet wordt beboet. We hebben namelijk met elkaar afgesproken te waarschuwen.
Nou, ik heb ook wel gehoord dat dat niet in alle gevallen goed gaat. Maar ik heb nog geen
enkele politieagent of boa met een meetlint gezien. Dus op dit moment is alles nog
enigszins discutabel. Er zijn ook wat bonnen teruggetrokken. Ja, we zijn dit ook een
beetje met elkaar aan het ontdekken. Dat is waarom er een wet komt. Deze mensen zijn
niet beboet. Andere mensen zijn wel beboet. Als ze dat kunnen aanvechten, zou ik daar
best voor zijn, want ik vind die boete en het strafblad dat erbij hoort sowieso
buitenproportioneel. Ik vind dat wij dit als samenleving bijzonder goed kunnen. Ik denk dat
dit soort instrumenten daarvoor niet nodig zijn. Maar als die rechtsongelijkheid er is, dan
zal de rechter daarover oordelen, lijkt mij.
De VOORZITTER: Het is 17.30 uur geweest en mijn voorstel zou zijn dat we gaan
schorsen voor de avondpauze. Voordat ik dat ga doen, zou ik graag alle leden van de
gemeenteraad die nog niet hun schriftelijke stem hebben uitgebracht voor de o zo
belangrijke benoemingen dat alsnog te doen. De stembus wordt zo dadelijk gesloten en
dan kan het stembureau de stemuitslag gaan opmaken. Mevrouw Poot heeft een motie
ingediend en die zal in het raadsinformatiesysteem verschijnen voor zo ver dat nog niet
het geval is. Dus het verzoek aan mevrouw Poot is om dat op korte termijn in orde te
maken. De vraag aan het stembureau is of ze even samen met de griffier meegaan
richting de griffie om de stemmen te gaan tellen voordat ze gaan eten. Daarmee wensen
we hun veel succes.
De VOORZITTER schorst de vergadering tot 19.30 uur.
65
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
INDEX
646 Beschikbaar stellen van een extra (rendabel) krediet van € 6,3 miljoen voor de
installatie van reclamedisplays in metrostations … ………… … nnen 17
649 Kennisnemen van de raadsbrief ter afhandeling van motie 1479 van raadslid Yilmaz
inzake Amsterdammerschap in onderwijs - bevoegdheidseis docenten Burgerscha … 19
653 Vaststellen van de financiële bijdragen betreffende de fractieondersteuning over
656 Bekrachtigen van de geheimhouding … … unne eennenneenererenenneesveneeen sereen ZÓ
661 Kennisnemen van de concept jaarrekening 2019 en de concept begroting 2021 van
de Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied en
het afzien van het indienen van een zienswijze …… nnen 19
662 Uiten van wensen en bedenkingen over het uit te lenen bedrag ter overbrugging aan
atletiekvereniging Atos vanuit de grondexploitatie Elzenhagen Zuid … … …… 16
672 Geheim … nennen venrvenerenerenereverveneeneeenennvereverere eenen veerevervvernvere ereen 2Ô
681 Interpellatie van de leden Poot, Boomsma, Nanninga en Van Soest inzake de
naleving van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam … … … 20
685 Actualiteit van de leden Taimounti, Mbarki, Poot, Boomsma, Nanninga, Flentge, Van
Dantzig, Roosma en Simons inzake bedreigingen gericht tegen de Blauwe Moskee … 15
718 Motie van de leden Poot, Nanninga, Boomsma en Van Soest inzake de interpellatie
over de naleving van de anderhalvemeterregels bij de demonstratie op de Dam
(onafhankelijk onderzoek naar de oorzaken). … … … … nnen ennen senen
719 Motie van de leden Boomsma, Poot, Nanninga, Ceder, Van Soest en Taimounti
inzake de interpellatie met betrekking op de naleving van de anderhalvemeterregels bij
de demonstratie op de Dam (Organiseer stadsgesprek).…… … nnee 24
720 Motie van wantrouwen van de leden Poot, Nanninga en Van Soest tegen
burgemeester Halsema. … nnen ereeeenveree vennen sereneenenenenser ve eever ensen OÔ
Afschrift van brieven van een burger van 15, 22 en 28 mei 2020, gericht aan de
provinciale staten van o.a. Friesland en Noord-Holland, inzake de MIRT Lelylijn -
Hamburg en de trein naar Berlijn via Twente over een internationaal spoor … ……….…….®
Afschrift van de brief van de minister van Justitie en Veiligheid van 4 juni 2020, gericht
aan de voorzitter van de Tweede Kamer, inzake het verzoek van het Tweede Kamerlid
Wilders om het openbaar maken van de conversatie tussen de minister van Justitie en
Veiligheid en de burgemeester van Amsterdam .…… nnee eeeener senen eener 1Ô
Afschrift van een brief van een burger van 15 mei 2020, gericht aan de provinciale staten
van Friesland en Noord-Holland, inzake de zeesluis bij Delfzijl als voorbeeld voor een
betere samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven … nnn Ö
Afschrift van een brief van een burger van 25 mei 2020, gericht aan De Telegraaf, inzake
uitbreiding van het metronet … nennen eeeeeen eener rennen eenen eeeee rennen 12
Afschrift van een brief van een burger van 25 mei 2020, gericht aan wethouder Moorman,
inzake keuzevrijheid en bereikbaarheid voor het voortgezet onderwijs in Amsterdam .… 8
Afschrift van een brief van een burger van 27 mei 2020, gericht aan het college van
burgemeester en wethouders, inzake ontmoediging van het autoverkeer in Amsterdam
en de gevolgen voor Amsterdam … …… ensen reren eeeneerveennerenenneenn eer Ô
Afschrift van een brief van VOLBG van 25 mei 2020, gericht aan het college van
burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum, inzake
het participatieproces voor de realisering van een Universiteitskwartier op het
Binnengasthuisterrein … nennen ensen seenner senen vereer rn venver serene eenen Ó
66
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Afschrift van een open brief van de stichting Eigenwijks van 27 mei 2020, gericht aan
wethouder Kukenheim, inzake zorgen om ontwikkeling van de Buurtteams … … … 8
Brief van burgemeester Halsema, voorzitter van de Veiligheidsregio Amsterdam-
Amstelland van 8 juni 2020 met de beantwoording van technische vragen van de
raadsfracties over de demonstratie op de Dam op 1 juni 2020 … ne 13
Brief van burgemeester Halsema, voorzitter van de Veiligheidsregio Amsterdam-
Amstelland, mede namens de driehoek, van 2 juni 2020 inzake de anti-racisme
demonstratie op de Dam... nennen reneenennnneneneen ennen nennen er renennennneneenenn nen Ô
Brief van de gemeente Peel en Maas van 20 mei 2020 inzake aanbieding van de door de
gemeenteraad van Peel en Maas aangenomen motie over de Regionale
Energiestrategie … nnee eeeneeeneeeneersennnver svenn venverveenene neren never eee Ó
Brief van de heer P. Beving van 27 mei 2020 inzake de mededeling dat hij terugtreedt als
duoraadslid van de fractie van de Partij van de Ouderen per direct … nn 4
Brief van de heer RJ. Groen van 27 mei 2020 inzake de mededeling dat hij terugtreedt
als lid van het presidium per 10 juni 2020 … … nnee eeens
Brief van de Rekenkamer Amsterdam van 8 juni 2020 inzake aankondiging van de start
van de voorbereiding actualisatie onderzoek Zicht op de financiële positie … …….14
Brief van de VNG van 20 mei 2020 inzake de voortgang en resultaat van de regionale
samenwerking in de waterketen … … … … unseren eeenneere eener veennnere nennen eeen Ò
Brief van een burger van 22 mei 2020 inzake een reactie op de plannen van minister Slob
om onbevoegden in het basisonderwijs in te zetten … nennen
Brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 26 mei 2020 inzake de Kaderbrief
Financieel Toezicht 2021 … … nennen eeeeereeerveeere ener eeeerveee ree eereee ÎÎ
Brief van wethouder Everhardt van 9 juni 2020 inzake aanbieding een lijst met
onrechtmatige subsidies bij het Jaarverslag 2019 naar aanleiding van de toezegging in
de raadscommissie FEZ van 4 juni 2020... eneneeeeneeereeenve rr vennen 14
Brief van wethouder Ivens van 3 juni 2020 inzake een aanvullend overzicht van
gerealiseerde en geplande herplant van bomen naar aanleiding van de toezegging in
de raadscommissie WB van 13 mei 2020 … … neren 1Û
Brief van wethouder Meliani van 9 juni 2020 inzake beantwoording van de vraag van het
lid Boomsma in de raadscommissie FEZ van 4 juni 2020 over opleidingskosten per
medewerker en tegemoetkoming van de toezegging van het nazenden van het
overzicht van externe inhuur per directie … nnen eneen ÎÀ
Brief van wethouders Ivens en Kukenheim van 20 mei 2020 inzake loden leidingen in
Amsterdam, stand van zaken mei 2020 … … neren
Brieven van diverse burgers van 1-5 juni 2020 inzake negatieve reacties op de
demonstratie op de Dam op 1 juni 2020 …… nnee vennen eener eneen 1Ô
Brieven van diverse burgers van 1-5 juni 2020 inzake steunbetuigingen voor
burgemeester Halsema met betrekking tot de demonstratie op de Dam op 1 juni 202010
Ledennieuwsbrief nr. 10 van de VNG van 28 mei 2020 inzake de Coronacrisis … … … …. 10
Ledennieuwsbrief nr. 11 van 5 juni 2020 inzake de Coronacrisis … eee 14
Ledennieuwsbrief nr. 9 van de VNG van 20 mei 2020 inzake de Coronacrisis … … … ……4
Mail van het lid Van Schijndel van 8 juni 2020 inzake de uitgebrachte adviezen van een
oud-advocaat van de Hoge Raad van 13 mei 2020 inzake het gebruik van de ‘black
box’ berekening bij Amsterdamse erfpacht en van 3 juni 2020 inzake een reactie op de
beantwoording van wethouder Van Doorninck op het raadsadres van bewoners van de
William Barlowlaan over de informatievoorziening ten aanzien van de
erfpachtgrondwaarde ……… … nnee ennen neren eenen eenen eeneerenee rennen ÎÒ
67
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Raadsadres van AKD advocaten van 26 mei 2020 inzake verzoek om een
voorbereidingsbesluit te nemen om de komst van een Jumbo-supermarkt in de
Wolvenstraat tegen te houden als vervanging van de Marqt-supermarkt … … … … 6
Raadsadres van Burgercollectief Stralingsbewust Wonen van 29 mei 2020 inzake een
burgerinitiatief voor stralingsarme woongemeenschappen … … nnee 11
Raadsadres van Cliëntenbelang Amsterdam van 2 juni 2020 inzake toegankelijke
openbare ruimte in de anderhalvemetersamenleving … … … … nennen 11
Raadsadres van Cliëntenbelang Amsterdam van 26 mei 2020 inzake assistentieverlening
aan doelgroepenvervoer … unne renee eeenneneneeeeveerveeneeer vennen
Raadsadres van de Fietsersbond Amsterdam van 27 mei 2020 inzake verzoek om een
beleidskader 'Ruimte voor de fietser bij gemengd verkeer’ op te stellen … … … 6
Raadsadres van de Waterloopleinvereniging van 20 mei 2020 inzake het behoud van de
Waterloopleinmarkt met als motivering om Amsterdam terug te geven aan de
Amsterdammers. … never eernereeersennervenvereenereenvenvenvenennreennreenverennvenener venen Ò
Raadsadres van de Westfriese Bedrijvengroep van 29 mei 2020 inzake het verbeteren
van de dienstverlening bij een verzoek om overdracht van een parkeervergunning …..11
Raadsadres van diverse buurtbewoners van 30 mei 2020 inzake de verkeersoverlast op
de Scheepsbouwweg … nnen ensen ennen eener eeveer veer eeeereneer snee Î2
Raadsadres van een burger van 1 juni 2020 inzake overlast door een vliegtuigje boven de
LE EV
Raadsadres van een burger van 14 mei 2020 inzake een alarmerende corona-versnelling
op scheefgroei tussen rijk en arm … … nnen enn senen eener eener veren eenen senen
Raadsadres van een burger van 18 mei 2020 inzake handhaving van de wet die
haatmanifestaties op de Dam verbiedt ………nnnnannooonneneeeneeeeseenneseneenner severe sneren Ò
Raadsadres van een burger van 23 mei 2020 inzake leefbaarheid van de Amsterdammers
met betrekking tot afschaffing van chemische afvalwagens, afschaffing van
privéadressen voor toeristen en stimuleren van bouwprojecten voor 70-plussers.…….…8
Raadsadres van een burger van 25 mei 2020 inzake een verzoek aan het OSVO voor het
zo kansrijk mogelijk plaatsen van leerlingen … … nnee eeen eeen f.
Raadsadres van een burger van 27 mei 2020 inzake het vestigen van musea in de Zuidas
voor spreiding van toerisme in de stad … unne enneeeveennerenenneenen ner
Raadsadres van een burger van 27 mei 2020 inzake wegwerp shishaslangen als
verplichte maatregel voor shishabars … … … … unne ennen eener eeenver seen
Raadsadres van een burger van 28 mei 2020 inzake controle via akoestische camera's op
geluidsoverlast van motoren en scooters … nnee eeneereeeenver svenn 12
Raadsadres van een burger van 29 mei 2020 inzake de uitrol van 5G zendmasten in
Amsterdam neee eennereeeneneenereeneereenervenverveneeveeeeneneeeveeee reen eenenerver eener eeen 2
Raadsadres van een burger van 3 juni 2020 inzake bewegwijzering en
parkeergelegenheid bij tuinpark NUT & GENOEGEN eneen eenen 13
Raadsadres van een burger van 31 mei 2020 inzake de aanpak van oplichting door
slotenmakers… …………...nanreernennerenveeen ereen venvereeververerveveerenvereenveeveevereneervverveerenn Î
Raadsadres van een burger van 31 mei 2020 inzake de huurverhoging van sociale
huurwoningen 5,1 tot 6,6% per 1 juli 2020 … nnen ennen eeen ÎÎ
Raadsadres van een burger van 9 mei 2020 inzake het instellen van een
maximumsnelheid van 30 km/uur in delen van de stad en het aanpassen van de
infrastructuur op meters en seconden … uus snnunssssennnsensoenverseenneneneneeen severe veen Ò
Raadsadres van het Bureau Binnentuinen van 9 juni 2020 inzake vragen over de strategie
klimaatadaptie en over de boomsubsidie in het kader van het programma bomen …… 13
68
Jaar 2020 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juni 2020 Raadsnotulen
Raadsadres van het Comité 500 kinderen Amsterdam van 22 mei 2020 inzake een
verzoek om steun aan de manifestatie voor opvang van 500 kinderen uit Griekse
EL
Raadsadres van UCF Ubuntu Connected Front van 15 mei 2020 inzake uitvoering van
motie 1905.19 over rechtmatigheid van aanbestedingen van stadsdeel Zuidoost... ………5
Raadsadres van UN Women Nederland e.a. van 25 juni 2020 inzake een uitnodiging voor
de wereldwijde Orange the World campagne voor bestrijding van geweld tegen
VrOUWEN… erven eenverennereenverennverenevenenreenvenenver verver eeeee verve renveeveere erven ÎÎ
Raadsadressen van burgers van 17 en 18 mei 2020 inzake het behoud van groen in de
Lutkemeerpolder … … … nn onnnenneneensereeneennennereereneenennnnneenr se eneenennnnneeeeenseneeeee
Raadsadressen van burgers van 23 en 24 mei 2020 inzake overlast door zomerdrukte in
de Bogortuin op het Java-eiland … … nonsense neeenneere eener veenneeree nennen evene
Raadsadressen van burgers van 8 juni 2020 inzake reacties op de uitspraken van de
jongerenburgemeester van Amsterdam … … neee eeen eener eeeveereeenne 1À
Raadsadressen van VVE Sporenburg 22 en basisschool de Achthoek van 13 mei 2020
inzake de tijdelijke pontverbinding tussen het Zeeburgereiland en het Oostelijk
Havengebied … … nonnen eennerseeneeenevenrer vennen senenneeeneeeveerseennne neren neee reren
Verzamelbrief 11 van burgemeester Halsema en gemeentesecretaris Teesink van 3 juni
2020 inzake informatie met betrekking tot de herstelfase corona … … … nnen. 10
Verzamelbrieven 9 en 10 van burgemeester Halsema en gemeentesecretaris Teesink van
20 en 27 mei 2020 inzake informatie met betrekking tot de herstelfase corona … ……..…4
Zienswijze van Breevast Vastgoed Rotterdam B.V., namens Donauweg Amsterdam B.V,
van 19 mei 2020 tegen bestendiging van het besluit over aanwijzing van een perceel
aan de Donauweg op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten … ……… 8
69
| Raadsnotulen | 69 | train |
> Gemeente
Amsterdam
DS Amendement
Datum raadsvergadering 25 januari 2023
Ingekomen onder nummer 049
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van het lid Bloemberg-Issa inzake vaststellen van het
beleidskader Hoofdgroenstructuur (ondergrondse bouwwerken niet
inpasbaar)
Onderwerp
Ondergrondse bouwwerken niet inpasbaar in de Hoofdgroenstructuur
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het beleidskader Hoofdgroenstructuur.
Constaterende dat:
-_Op pagina 26 staat dat “Ondergrondse bouwwerken” inpasbaar zijn in de Hoofdgroen-
structuur, “als de noodzaak van ondergrondse bouwwerken in de Hoofdgroenstructuur
aangetoond kan worden, worden de bouwwerken (zoals parkeervoorzieningen) niet als
verharding meegeteld en zijn ze inpasbaar. Op voorwaarde dat deze voorzien zijn van een
omvangrijke groene leeflaag en dat de natuurwaarden niet aangetast dan wel gecompen-
seerd worden en dat er aandacht is voor de effecten op grondwaterstromen”.
Overwegende dat:
-__ Bouwwerkzaamheden om ondergrondse bouwwerken te realiseren in de Hoofdgroen-
structuur ongetwijfeld een aantasting van het groen veroorzaken;
-_In de praktijk nu al vaak te zien is dat compensatiegroen niet dezelfde kwaliteiten heeft als
het verwijderde groen dat gecompenseerd diende te worden;
-___de risico's om waardevol groen te verliezen te groot zijn en daarom voor ondergrondse
bouwwerken inpassing buiten de hoofdgroenstructuur gezocht dient te worden.
Besluit:
Op pagina 26 onder ‘inpasbaar:’ de volgende passage te schrappen:
-__ “Ondergrondse bouwwerken: als de noodzaak van onder grondse bouwwerken in de
Hoofdgroenstructuur aangetoond kan worden, worden de bouwwerken (zoals parkeer-
voorzieningen) niet als verharding meegeteld en zijn ze inpasbaar. Op voorwaarde dat
deze voorzien zijn van een omvangrijke groene leeflaag en dat de natuurwaarden niet
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
aangetast dan wel gecompenseerd worden en dat er aandacht is voor de effecten op
grondwaterstromen”
Op pagina 27 onder ‘niet inpasbaar’ de volgende passage toe te voegen:
-__ Ondergrondse bouwwerken
Indiener,
J.F. Bloemberg-Issa
| Motie | 2 | discard |
VN2021-019247 X Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en RO
Grond on Marineterrein, Energietransitie
ontwikkeling % Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Grondzaken (31)
Agendapunt 6
Datum besluit
Onderwerp
Raadsinformatiebrief over het tramdossier op het Havenstraatterrein: hervatten overleg
tramorganisaties en versturen van dagvaarding.
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief waarin u wordt geïnformeerd over het realiseren van
de personele unie, het hervatten van het overleg met de tramorganisaties en het versturen van een
dagvaarding.
Wettelijke grondslag
Gemeentewet Artikel 169 van de Gemeentewet
Bestuurlijke achtergrond
Op 20 november 2020 bent u voor het laatst geïnformeerd over de stand van zaken van het
Havenstraatterrein middels een brief. In die brief is vermeld dat er een bedrijfsplan is ontvangen van
de tramorganisaties, en dat de gemeente voornemens is een tramloods positief te bestemmen in
het bestemmingsplan. De tramloods wordt gerealiseerd als aan alle voorwaarden is voldaan: een
degelijk en realistisch bedrijfsplan, één bestuur voor de tramorganisaties (personele unie), en nadere
vitwerkingsafspraken tussen gemeente en tramorganisaties over de tramloods.
Naast oplevering van een eerste versie van het bedrijfsplan is nu ook de personele unie — op enkele
formele stappen na — gerealiseerd. De gemeente zou het overleg met de tramorganisaties weer
hervatten als de personele unie gerealiseerd zou zijn.
Omdat de personele unie nagenoeg gerealiseerd is, is het overleg met de tramorganisaties
hervat. Het doel van deze overleggen is overeenstemming bereiken over de nog uitstaande
vitwerkingspunten. De gemeente heeft de tramorganisaties op 13 juli 2020 voorgesteld een
tramloods van 1250 mz te realiseren. De tramorganisaties hebben hiermee ingestemd. In de brief
van 13 juli stonden de vitwerkingspunten benoemd die in het overleg aan de orde zullen komen.
Het gaat hierbij onder meer om de locatie van het tramspoor, inrichting van de tramloods en de
transitieperiode tijdens de ontwikkeling van het Havenstraatterrein.
De brief met bijlage is tevens op 21 mei 2021 aangeleverd met de dagmail.
Reden bespreking
o.v.v. het lid De Bruine
Uitkomsten extern advies
Gegenereerd: vl.3 1
VN2021-019247 % Gemeente Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken, Zuidas en
Grond en % Amsterdam Mari inE iet ti
ontwikkeling % arineterrein, Energietransitie
Voordracht voor de Commissie RO van 08 september 2021
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Geheimhouding
n.v.t.
Uitgenodigde andere raadscommissies
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee
Welke stukken treft v aan?
210521 brief aan raad inz. tramdossier Havenstraatterrein - hervatten
AD2021-071207 ‚
overleg en dagvaarding.pdf (pdf)
Bijlage - raadsinformatiebrief - laatste ontwikkelingen overleg
AD2021-071208 a:
tramorganisaties en vervolg d.d. 20 november 2020. pdf (pdf)
AD2021-071209 Commissie RO (a) Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Grond en Ontwikkeling, Paula Beens, p.beens@®amsterdam.nl, 06 39279361
Gegenereerd: vl.3 2
| Voordracht | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 406
Datum indiening 5 maart 2018
Datum akkoord college van b&w van 17 april 2018
Publicatiedatum 18 april 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vraag van het lid Van Soest inzake een onderzoek in
hoeverre bruggen de cultuurhistorische en geografische waarde van het IJ aantasten.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelster:
Het college is voornemens om tegen de wens van velen het IJ-gebied met bruggen
vol te bouwen. Dit voornemen tast in de beleving van de Partij van de Ouderen de
cultuurhistorische en geografische waarde van het IJ aan.
Gezien het vorenstaande heeft het lid Van Soest, namens de fractie van de Partij van
de Ouderen, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor de raad van
Amsterdam, de volgende schriftelijke vraag aan het college van burgemeester en
wethouders gesteld:
Vraag:
Is het college bereid, zijn bruggenbouwdriften te temperen, ten minste totdat er een
onafhankelijk onderzoek is gedaan in hoeverre de bruggen de cultuurhistorische en
geografische waarde van het IJ aantasten? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Het IJ is een van de essentiële elementen waardoor Amsterdam zich door de eeuwen
heen heeft kunnen ontwikkelen tot bloeiende en toonaangevende hoofdstad van
Nederland. De centrale opgave van het Programma Sprong over het IJ is de
IJ-oevers voor fietsers en voetgangers beter te verbinden door een pakket van
infrastructurele maatregelen. Een brugverbinding tussen het Hamerkwartier en
Javaeiland en vanaf het Stenen Hoofd zijn onderdeel van deze maatregelen.
In het licht van deze opgave is onderzocht welke cultuurhistorische waarden van
belang zijn. Hiervoor heeft Monumenten en Archeologie het rapport ‘Stad om het IJ,
cultuurhistorische verkenning en waardering als uitgangspunt voor
gebiedsontwikkeling” opgesteld (https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-
beleid/amsterdam-onderzoekt/documenten/ ).
Het onderzoek van Monumenten en Archeologie geeft aan dat het IJ gezien moet
worden als een grote open ruimte van water met lange zichtlijnen. Het hart ligt bij
het smalste stuk, tussen Sixhaven en Centraal Station. Aan weerszijden opent
het IJ/Noordzeekanaal zich naar de oostelijke en westelijke verbindingsroutes.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
weing Jos Gemeenteblad
ummer = en
Datum 18 april 2018 Schriftelijke vragen, maandag 5 maart 2018
Toekomstige bruggen en bebouwing zullen zich moeten verhouden tot deze
ruimtelijke beleving van open water en lange zichtlijnen. Ook de mogelijke locaties
voor de aanlandingen van de nieuwe verbindingen vragen om zorgvuldige inpassing
zoals bijvoorbeeld bij het Hamerkwartier.
Vanwege de bijzondere kwaliteiten en de historische betekenis van het IJ en de
gebieden daar omheen, zal het college bij de besluitvorming rond de bruggen over
het IJ, de gevolgen voor de cultuurhistorische waarden betrekken.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
A.H.P. van Gils, secretaris J.J. van Aartsen, waarnemend burgemeester
2
| Schriftelijke Vraag | 2 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Schriftelijke vragen
Jaar 2018
Afdeling 1
Nummer 1217
Datum indiening 9 oktober 2018
Datum akkoord 2 november 2018
Publicatiedatum 6 november 2018
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen van de leden De Jong en Van Renssen inzake
de berichtgeving over het project Change= in Nieuw-West.
Aan de gemeenteraad
Toelichting door vragenstelsters:
Amsterdam kent een enorm tekort aan betaalbare woningen. Vooral voor jongeren en
studenten zijn er veel te weinig passende betaalbare woningen. Het is daarom
noodzakelijk om starterswoningen te realiseren. Dat heeft de gemeente ook gedaan
de afgelopen jaren. Eén van de plekken waar starterswoningen zijn ontwikkeld, is het
project Change= in Nieuw-West. Uit berichtgeving van het Parool en ervaringen van
bewoners blijkt dat de beloofde lage huurprijs van 550 euro, wordt aangevuld met
allerlei onaangekondigde extra kosten. Zo moesten huurders 150 euro betalen voor
het intakegesprek en 275 euro voor de aansluiting van de wasmachine, zonder dat dit
van tevoren duidelijk was.
Daarnaast moeten huurders voor een dienstencontract 74 euro per maand betalen,
waarbij niet alle beloofde diensten worden geleverd. GroenLinks vindt dat huurders
hiermee zijn misleid en dat dit soort praktijken niet in onze stad voor zouden moeten
komen.
Gezien het vorenstaande hebben de leden De Jong en Van Renssen, beiden namens
de fractie van GroenLinks, op grond van artikel 45 van het Reglement van orde voor
de raad van Amsterdam, de volgende schriftelijke vragen aan het college van
burgemeester en wethouders gesteld:
1. Heeft het college kennisgenomen van het nieuwsbericht “Te mooi om waar te zijn.
Bewoners krijgen minder voor meer”?
Antwoord:
Ja.
2. Hoe beoordeelt het college het feit dat de ontwikkelaar beloofd heeft om
starterswoningen tegen een huurprijs van 400 euro per maand te leveren, maar er
vervolgens allerlei onaangekondigde kosten aan toevoegt en daarnaast allerlei
diensten beloofd heeft die niet worden geleverd”?
Antwoord:
Het college vindt de betaalbaarheid van woningen belangrijk. Niet alleen voor
studenten, maar ook voor andere groepen in de stad voor wie het op dit moment
lastig is een woning te houden of te vinden.
1
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer A ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 9 oktober 2018
Verhuurders mogen echter servicekosten in rekening brengen, op voorwaarde dat
die kosten een directe relatie hebben met een dienst. Bij twijfel over de
redelijkheid van deze kosten kan dit door de huurder worden voorgelegd aan de
Huurcommissie of rechter.
3. Heeft het college eerder signalen gehad van bewoners dat dit gebeurde’?
Antwoord:
Het college heeft over dit complex niet eerder dergelijke signalen opgevangen.
Wel heeft het college vernomen dat Woon! wat eerder op de hoogte was van de
discussie over genoemde punten. Een medewerker van Woon meldde dat er ook
contact is geweest met de bewonerscommissie van het pand en dat Woon toen
haar diensten heeft aangeboden. Daarbij werd door de bewonerscommissie
aangegeven de hulp van Woon niet nodig te hebben.
4. Mag een verhuurder geld vragen voor een intakegesprek en voor bijvoorbeeld
een wasmachineaansluiting en toegangspasjes zonder dit van tevoren expliciet
duidelijk te maken?
Antwoord:
Dergelijke kosten mogen in beginsel in rekening worden gebracht als deze niet al
worden gedekt uit de betaalde huurprijs. De verhuurder moet daarbij kunnen
motiveren waarom voor een bepaalde dienst apart kosten in rekening worden
gebracht en om welke kosten het gaat. De verhuurder mag niet meer in rekening
brengen dan wat de dienst daadwerkelijk gekost heeft. Mochten er twijfels zijn
over de redelijkheid van de in rekening gebrachte kosten, dan kan dit aan de
rechter worden voorgelegd.
5. Weet het college hoeveel ‘mbo-ers uit de buurt’ in Change=wonen zoals de
bedoeling was, aldus de directeur in 2013 in een interview in het Parool?
Antwoord:
Change= heeft bij de intake voor deze woningen geselecteerd op een mix op
basis van leeftijd, gender en opleiding. Daarbij is wat betreft opleidingsniveau de
volgende verdeling gehanteerd: 55% MBO, 25% HBO en 20% WO. De leeftijd
van de huurders was gemiddeld 26 jaar, de genderverdeling 50/50 en 23% van
hen kwam uit de buurt. Het is het college niet bekend hoeveel mbo-ers uit de
buurt op dit moment in Change= wonen.
6. Wat doet de gemeente in dit specifieke geval om (jonge) huurders voor te lichten
over hun rechten, ook als het gaat om servicekosten en aanvullende diensten?
Wat heeft dit opgeleverd voor de huurders; heeft het tot een wijziging in de kosten
geleid?
Antwoord:
Jaarlijks worden studenten en jongeren doormiddel van specifieke campagnes
voorgelicht. Sinds 2018 wordt deze voorlichting door Woon gedaan, hiervoor
1 IWOON is een organisatie die Amsterdammers informeert, adviseert en ondersteunt bij
hun woonvragen en woonkwesties,
2
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam
Neng Taz Gemeenteblad R
Datum 6 november 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 9 oktober 2018
deed de gemeente dit voornamelijk zelf. Studenten wordt informatie gegeven over
huren, servicekosten en bijkomende kosten. Ook houdt Woon acties in specifieke
panden om studenten voor te lichten over hun rechten als huurders. Woon
informeert ook jongeren. De ervaring van Woon is daarbij wel dat jongeren
moeilijker bereikt worden dan studenten. Woon geeft dan ook aan dat
voortdurende en intensieve voorlichting aan zowel studenten als jongeren
noodzakelijk blijft.
7. Is het juist dat de grond / het gebouw is uitgegeven door de gemeente? Op basis
van wat voor typen woningen (categorie en grootte) is de prijs tot stand
gekomen?
Antwoord:
Bij Change= Nieuw-West is de grond in 2014 in erfpacht uitgegeven door de
gemeente voor de realisatie van 498 woningen. De erfpachtovereenkomst is tot
stand gekomen met de bestemming jongerenwoningen. De gemiddelde grootte
van de woningen is 28m? gebruiksoppervlak (gbo).
8. Heeft de ontwikkelaar daarbij korting gekregen? Zo ja, hoeveel en onder welke
voorwaarden?
Antwoord:
De ontwikkelaar heeft geen korting gekregen op de grondprijs. Wel is er
november 2013 een stimuleringsbijdrage toegekend aan dit project ter hoogte van
€ 50.000, uit het stimuleringsbudget jongerenhuisvesting. De bijdrage was voor
verdere conceptontwikkeling en onderzoeken van de haalbaarheid. Het bedrag is
uitgekeerd bij start bouw.
Daarnaast is er in 2016 subsidie toegekend van €200.000 in het kader van de
subsidieregeling realisatie jongeren- en studentenhuisvesting 2015-2018. Dit op
voorwaarden van o.a. een maximale rekenhuur van €586 per maand (prijspeil
2016) en huisvesting van kwetsbare jongeren. Change= voldoet aan deze
voorwaarden.
9. Zijn er bij de uitgifte van de ontwikkellocatie afspraken (mondeling dan wel
schriftelijk) gemaakt over de servicekosten en aanvullende diensten, door de
gemeente met de ontwikkelende partij?
Antwoord:
Nee, de gemeente is geen partij als het gaat om servicekosten en aanvullende
diensten. Dit zijn afspraken tussen verhuurder en huurder. Daarover worden dan
ook nooit afspraken gemaakt bij de uitgifte van ontwikkellocaties. In het Besluit
Servicekosten’ staat omschreven waar servicekosten voor gerekend mogen
worden. Ook is wettelijk bepaald dat servicekosten overeen moeten komen met
daadwerkelijk gemaakte kosten en redelijk moeten zijn. Zoals al aangegeven
heeft de Huurcommissie of een rechter de mogelijkheid zich hierover uit te
spreken op verzoek van de huurder.
? https://wetten.overheid.nl/BWBRO014932/2014-07-01#Artikel1
3
Jaar 2018 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 1 Gemeenteblad
Nummer A ember 2018 Schriftelijke vragen, dinsdag 9 oktober 2018
10. Wat zijn de gemaakte afspraken tussen gemeente en ontwikkelaar van
starterswoningen met betrekking tot huurprijs en kosten voor service etc.?
Voldoet de ontwikkelaar aan de afspraken?
Antwoord:
Er zijn tussen de gemeente en de ontwikkelaar bij het project Change= Nieuw-
West bij gronduitgifte geen afspraken gemaakt over de huurprijs en kosten voor
services. Bij het verlenen van de subsidie in 2016 zijn wel afspraken gemaakt
over een maximale rekenhuur van €576 per maand (prijspeil 2016).
De ontwikkelaar voldoet aan deze afspraak.
11. Zijn er nog meer locaties waar ontwikkelaars lage huurprijzen beloven maar deze
beloften niet nakomen, onder andere door een constructie van verplichte afname
van de diensten? Wordt de uitvoering van de afspraken bij uitgifte van
ontwikkelrechten tussen gemeente en derden, gemonitord? Zo ja, op welke
wijze”?
Antwoord:
Bij Woon komen vaker klachten binnen over hoogte van huren en servicekosten,
onder andere door de verplichte afname van bepaalde diensten. Woon
ondersteunt huurders om dit voor te leggen aan de Huurcommissie. Zoals bij
vraag 9 is toegelicht, is het als gemeente juridisch alleen mogelijk om bij
gronduitgifte afspraken te maken over kale huurprijzen en niet over de
servicekosten. Het monitoren van afspraken over huurprijzen in
uitgifteovereenkomsten gebeurt steekproefsgewijs. Indien signalen de gemeente
bereiken over hogere huren dan afgesproken, wordt er gereageerd.
12. Wat voor mogelijkheden heeft de gemeente om het in rekening brengen van dit
soort onvoorziene kosten, aan te pakken? Op welke wijze kunnen eventueel
gemaakte afspraken tussen gemeente en de partij Change= in dit geval worden
gehandhaafd?
Antwoord:
Juridisch kan de gemeente geen afspraken maken over servicekosten met de
erfpachter/verhuurder. De regeling over servicekosten is wettelijk geregeld in
Titel 7.4 van Boek 7 BW en het Besluit Servicekosten.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Femke Halsema, burgemeester Wil Rutten, waarnemend secretaris
4
| Schriftelijke Vraag | 4 | train |
x Gemeente Amsterdam R O
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
% Agenda, woensdag 8 maart 2017
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Tijd 13.30 uur tot 17.00 uur en van 19.30 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
MIIDDAGDEEL EN AVONDDEEL
Algemeen
1 Opening procedureel gedeelte
2 Mededelingen
3 Vaststellen agenda
4 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO
d.d. 8 februari 2017
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieRO @raadsgriffie.amsterdam.nl
5 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur’ geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: info @gemeenteraad.amsterdam.nl
1
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 8 maart 2017
6 _Tkn-lijst
7 Opening inhoudelijk gedeelte
8 _Inspreekhalfuur Publiek
9 Actualiteiten en mededelingen
10 Rondvraag
Ruimtelijke Ordening
11 Vaststellen bestemmingsplan Prins Hendrikkade tussen Droogbak en Oudezijds
Kolk 1e partiele herziening Nr. BD2016-017920
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017).
12 Vaststellen van het bestemmingsplan uitbreiding Camping Zeeburg - herstel Nr.
BD2017-000014
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017).
13 Vaststellen bestemmingsplan Restgebieden Zuidoost Nr. BD2016-018484
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017).
e Een niet-geanonimiseerde versie de stukken ligt ter inzage in de leeskamer raad.
14 Afwijken van de Structuurvisie voor tijdelijk vestigen van onderwijsunits op de
voormalige stadsdeelwerf President Kennedylaan Nr. BD2017-001362
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017).
2
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 8 maart 2017
15 Inte stemmen met de bestuurlijke reactie op motie 1224.16 inzake kansen voor
uitbreiding Zuidas Nr. BD2016-018890
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017).
16 Handreiking m.e.r.-procedure (29-08-2016) Nr. BD2017-002655
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Nuijens (GrLi).
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 17 en 18.
17 Inzicht in afwegings- en besluitvormingsmomenten ruimtelijke plannen Nr.
BD2017-002656
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Nuijens (GrlLi).
e Was TKN 8 in de Commissievergaderingen van 18 januari 2017.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunten 16 en 18.
18 Kennisnemen van collegebesluit tot instemmen met reikwijdte en detailniveau
Milieueffectrapportage (MER) Haven-Stad Nr. BD2017-002657
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Nuijens (GrlLi).
e Was TKN 10 in de Commissievergadering van 14 december 2016.
e _Deleden van de raadscommissies voor Werk en Economie zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen van 18 januari en 8 februari 2017.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 16 en 17.
19 Startnotitie ontwikkelstrategie Haven-Stad Nr. BD2017-002658
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Nuijens (GrlLi).
e Was TKN 6 in de Commissievergadering van 14 december 2016.
e _Deleden van de raadscommissies voor Werk en Economie en voor Infrastructuur en
Duurzaamheid zijn hierbij uitgenodigd.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen van 18 januari en 8 februari 2017.
3
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 8 maart 2017
20 Stand van zaken beantwoording moties inzake Koers 2025 Nr. BD2017-002653
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Geenen (PvdA).
e Was TKN 2 in de Commissievergadering van 14 december 2016.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen van 18 januari en 8 februari 2017.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 21 en 22.
21 Beantwoording raadsadres mogelijke bebouwing op tuinpark Ons Buiten in het
kader van het ontwikkelplan Koers 2025 Nr. BD2017-002643
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Was TKN 3 in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
e Een niet-geanonimiseerde versie van het raadsadres ligt ter inzage in de leeskamer
raad.
e _Adressant is hierbij uitgenodigd.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 20 en 22.
22 Beantwoording raadsadressen behoud en voortbestaan van Tuinpark
Amstelglorie vanwege mogelijke consequenties van Koers 2025 Nr. BD2017-
002642
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Was TKN 1 in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
e Een niet-geanonimiseerde versie van het raadsadres ligt ter inzage in de leeskamer
raad.
e _Adressant is hierbij uitgenodigd.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met de agendapunten 20 en 21.
23 Strategienota Multatuli - Arlandaweg-Oost Nr. BD2017-002654
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Geenen (PvdA).
e Was TKN 7 in de Commissievergadering van 14 december 2016.
e _ Uitgesteld in de Commissievergaderingen van 18 januari en 8 februari 2017.
24 Kennisnemen van vrijgeven voor inspraak Stedenbouwkundig Plan Sluisbuurt Nr.
BD2017-002652
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Osselaer (D66).
e Was TKN 3 in de Commissievergadering van 14 december 2016.
e _ Uitgesteld in de Commissie vergadering van 8 februari 2017.
4
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 8 maart 2017
25 Collegebesluit instemmen met het G4 ‘bod grote steden’, position paper
Nationale Omgevingsvisie Nr. BD2017-002659
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van de leden Dijk (VVD) en Vink (D66).
e Was TKN 4 in de Commissievergadering van 18 januari 2017.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
26 Kennisnemen van het collegebesluit tot het vaststellen van het Plaberum 2017
Nr. BD2017-002644
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Ernsting (GrLi).
e Was TKN 4 in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
27 Collegebesluit vaststellen Richtlijn Bouwlawaai 2016 Nr. BD2017-002647
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Boomsma (CDA).
e Was TKN 12 in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
28 Voortgang Bewegende Stad Nr. BD2017-002645
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Eenhoor(VVD).
e Was TKN 9 in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
e Bijlagen 1 en 2 zijn separaat onder de leden verspreid.
Grondzaken
29 Instemmen met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten (ex artikel
4) op de locatie Klaprozenweg NoordOost te Amsterdam Nr. BD2016-017686
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(Gemeenteraad d.d. 15 maart 2017).
5
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 8 maart 2017
30 Kennisnemen van bestuurlijke reactie op motie 594 van het raadslid Van der Ree
inzake de Voorjaarsnota 2016 (stedelijke kwaliteit) en op de verschillende vragen
over het belang van kwaliteit in stadsontwikkeling Nr. BD201 7-002660
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het lid Van Osselaer (D66i).
e Was TKN 13 in de Commissievergadering van 18 januari 2017.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 8 februari 2017
31 Kennisnemen van de Vastgoedperspectieven 2016-2020 Nr. BD2017-002661
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het duo-lid Geenen (PvdA).
e Was TKN 12 in de Commissievergadering van 18 januari 2017.
e _ Uitgesteld in de Commissievergadering van 8 februari 2017.
32 Kennis te nemen van het collegebesluit over het Afwegingskader ten behoeve
van verwerving dan wel vestiging gemeentelijk voorkeursrecht Nr. BD2017-
000121
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
33 Kennis te nemen van het onderzoek naar de mogelijkheden en wenselijkheid van
gebiedstenders Nr. BD2017-001556
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de raadscommissies voor Wonen en Bouwen zijn hierbij uitgenodigd.
34 Kennis te nemen van het collegebesluit over de Tenders voor gebieds- en
locatieontwikkeling; Het programma voor 2017 en de terugblik op het programma
voor 2016 Nr. BD2016-018371
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e _Deleden van de raadscommissies voor Wonen en Bouwen zijn hierbij uitgenodigd.
6
| Agenda | 6 | train |
x Gemeente Amsterdam R O
% Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
% Agenda, woensdag 10 december 2014
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Raadscommissie
voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Tijd 15:30 tot 17:30 uur en van 19.00 uur tot 22.30 uur
Locatie De Rooszaal, 0239, stadhuis
MIDDAGDEEL 15.30 uur — 17.30 uur: wordt begonnen met de agendapunten:
Concept Startdocument Eeuwigdurende erfpacht en Verlengen van de
Experimentregeling erfpacht en transformatie van 1 september 2014 tot de
ingangsdatum van de Erfpachtvernieuwing; waarbij de leden van de
raadscommissies voor Financiën en voor Wonen en Bouwen zijn uitgenodigd.
AVONDDEEL 19.00 uur — 22.30 uur: wordt begonnen met het Algemene deel,
dan de overige punten Grondzaken en vervolgens de punten Ruimtelijke
Ordening, daarna Financiën en zo nodig een Besloten Deel.
Algemeen (middagdeel 15.30 uur tot 17.30 uur)
1 Opening
2 Vaststellen agenda
Degenen die bij één van de agendapunten wensen in te spreken, kunnen tot 24 uur voor de aanvang van de
vergadering spreektijd aanvragen bij de raadsgriffie telefoon 020-5522062. De vermelde aanvangstijden zijn
slechts richtlijnen waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Men dient derhalve tijdig aanwezig te zijn.
Voor degenen die gebruik willen maken van het “inspreekhalfuur” geldt het bovenstaande ook, met dien
verstande dat men het onderwerp dient aan te geven en dat het onderwerp niet als agendapunt op de agenda
staat. De vergaderingen en de verslaglegging daarvan zijn openbaar. Van deze vergaderingen worden geluids-
en beeldregistraties gemaakt. De agenda van de raadscommissie is ook te vinden op
internet: www.gemeenteraad.amsterdam.nl.
Voor algemene informatie: [email protected]
1
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 10 december 2014
Grondzaken
3 Concept Startdocument Eeuwigdurende erfpacht Nr. BD2014-010131
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Deleden van de raadscommissies voor Financiën en voor Bouwen en Wonen zijn
hierbij uitgenodigd.
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 4.
4 Verlengen van de Experimentenregeling erfpacht en transformatie van 1
september 2014 tot de ingangsdatum van de Erfpachtvernieuwing Nr. BD2014-
012742
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid de heer Abid (PvdA).
e Was TKN 15 in de Commissievergadering RO van 19 november 2014,
e Voorgesteld wordt gevoegd te behandelen met agendapunt 3.
Algemeen (avonddeel van 19.00 uur tot 22.30 uur)
5 Opening procedureel gedeelte
6 Mededelingen
7 Conceptverslag van de openbare vergadering van de Raadscommissie RO
d.d. 19 november 2014
e Tekstuele wijzigingen worden voor de vergadering aan de commissiegriffier
doorgegeven, commissieRO@raadsgriffie. amsterdam.nl
8 Termijnagenda, per portefeuille
e Termijnagenda per portefeuille niet bijgevoegd. U ontvangt op de vrijdag
voorafgaande aan de vergadering per mail bijgewerkte exemplaren.
2
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 10 december 2014
9 Tkn lijst
10 Opening inhoudelijk gedeelte
11 _Inspreekhalfuur Publiek
12 Actualiteiten en mededelingen
13 Rondvraag
Grondzaken
14 Vaststellen Grondprijzenbrief 2015 en Grondprijslijst woningen bestaande
erfpacht 2015 Nr. BD2014-009679
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
15 Kennis nemen van de 8-Maandsrapportage Fondsbeheer 2014 Nr. BD2014-
011630
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
16 Vaststellen herziening 2014 Exploitatieplan Buiksloterham Nr. BD2014-010729
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
17 Beantwoording raadsadres Ondernemersvereniging De Toekomst Nr. BD2014-
012741
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
Geagendeerd op verzoek van het raadslid de heer Bakker (SP).
e Was TKN 14 in de Commissievergadering RO van 19 november 2014,
3
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 10 december 2014
Ruimtelijke Ordening
18 Actualisatie Visie Zuidas Nr. BD2014-012263
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
, _ Hierbij wordt een presentatie gegeven door de dienst Zuidas.
19 Kennis nemen van Financieel Perspectief 2014 Zuidas Amsterdam Nr. BD2014-
011493
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd door het raadslid de heer Vink (D66).
e Was TKN 2 ín de commissievergadering van 29 oktober 2014,
20 Vaststellen van het bestemmingsplan Beethoven eerste fase Nr. BD2014-006215
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
21 Vaststellen bestemmingsplan Amsterdam RAI Nr. BD2014-008356
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
22 Vaststellen Uitvoeringsbesluit Amsterdam RAI Nr. BD2014-011071
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
23 Vaststellen van het bestemmingsplan Zijkanaal H-weg 41 Nr. BD2014-009628
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
4
Gemeente Amsterdam R O
Raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (inclusief Erfpacht)
Agenda, woensdag 10 december 2014
24 Intrekking aanwijzingsbesluit grootstedelijk project voor het projectgebied
“Oosterdokseiland Noord” per 1 januari 2015 Nr. BD2014-007624
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
25 Uitvoeringskader voor een gemeenschappelijke fietsenberging bij een
woongebouw Nr. BD2014-012740
e _Terbespreking en voor kennisgeving aannemen.
e Geagendeerd op verzoek van het raadslid de heer Bakker (SP).
e Was TKN 8 in de Commissievergadering RO van 19 november 2014,
26 Verlenen van eervol ontslag aan meerdere leden van de commissie voor
Welstand en Monumenten Nr. BD2014-006487
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
Financiën
27 8-maandsrapportage 2014 Nr. BD2014-009996
e De gemeenteraad te adviseren in te stemmen met de raadsvoordracht
(gemeenteraad d.d. 17 december 2014).
BESLOTEN DEEL
5
| Agenda | 5 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Commissieactualitert voor de Commissie TAR
van 29 juni 2022
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 2c. Actualiteiten
Onderwerp
Mogelijkheid om boa's vit te rusten met wapenstok en handboeien
Aan de commissie
Buitengewoon opsporingsambtenaren kunnen vanaf nu worden uitgerust met een kortewapen-
stok, zo schrijft de minister van Justitie en Veiligheid in haar brief. De Amsterdamse VVD wil deze
mogelijkheid in Amsterdam benutten en gaat hierover graag in debat met de raad en de burge-
meester. Deze mogelijkheid zal Amsterdam veiliger maken.
Reden van spoedeisendheid
Deze mogelijkheid is recent beschikbaar geworden en veel politieke partijen hebben al in de media
een standpunt ingenomen. De Amsterdamse VVD wil dit debat z.s.m. in de raad voeren, mede ge-
zien de aanstaande zomervakantie waarin de stad veel toeristen zal ontvangen. Met alle mogelijke
overlast van dien.
Het lid van de commissie
Wijnants (VVD)
| Actualiteit | 1 | train |
X Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Raadsnotulen
Jaar 2019
Afdeling 2
Vergaderdatum 10 juli 2019
Publicatiedatum 11 september 2019
Avondzitting op woensdag 10 juli 2019
Voorzitter: mevrouw F. Halsema, burgemeester
Plaatsvervangend voorzitter: het raadslid de heer Groen
Raadsgriffier: de heer Willems
Verslaglegging: mevrouw Van de Belt (Notuleerservice Nederland)
De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.35 uur.
Voorzitter: de heer Groen
11. — vervolg
Vaststellen van de Voorjaarsnota 2019 en de voorgestelde begrotingswijzigingen
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 557)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Boomsma.
De heer BOOMSMA: Begroten is keuzes maken, want geld is schaars zelfs voor
de keizerin van Europa en zelfs wat schaarser dan wij allemaal een jaar geleden hadden
gehoopt. In die zin vind ik het toch wel knap dat er een aantal keuzes is gemaakt in de
Voorjaarsnota die wij zeker kunnen steunen ondanks die schaarste. En toch maken wij
ook een aantal andere keuzes met veel respect voor de hoogdravende betogen over
horizontaal municipalisme en stadsrechten van mevrouw Roosma en de heer Bakker en
met heel wat minder respect voor de tirades tegen het zogenaamde grootkapitaal. Dan
heb ik soms ook wel eens de gedachte van goh, zullen we er eerst niet eens voor zorgen
dat we gewoon fatsoenlijk het vuilnis ophalen, dat we onze bruggen en sluizen
onderhouden en dat we ervoor zorgen als mensen ‘s nachts uit hun slaap worden
gehouden door dronken gebral, dat we dan gewoon eens gaan optreden en dat we de
stad mooier, veiliger en schoner gaan maken. Daarbij geldt ook dat bij die tirades tegen
neoliberalisme die zo af en toe langskomen, dat ik relatief weinig besef of reflectie proef
over de vraag waar dat nu eigenlijk vandaan komt. Wat kneiterlinks dan neoliberaal
noemt, is volgens mij de andere kant van de medaille van een soort progressief
neosocialisme. We leven niet in het wilde westen van een afwezige overheid. De overheid
is de afgelopen decennia steeds groter geworden en de economische deregulering die
linkse partijen vaak ook wel enigszins terecht laken, die ging gepaard met en kon alleen
maar doorzetten door een soort morele en culturele deregulering die de afgelopen
decennia ook heeft plaatsgevonden in het verwateren van allerlei traditionele verbanden.
De oplossing komt dus niet van die onzichtbare hand van de markt of de eeltige knuist
van de staat. Nee, die dominantie van die economische logica in die sferen waar die niet
1
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
thuishoort en die terecht wordt bestreden, die excessen van het marktdenken, die kun je
alleen beperken, beteugelen en intomen met een kracht die ouder en dieper is dan zowel
socialisme als liberalisme. Dan gaat het om krachten als liefde, loyaliteit en zelfopoffering.
Die sferen waar dat doorgeschoten marktdenken dus niet dominant kan zijn, dat is in de
sfeer van de cultuur, in kerken, bij verenigingen, in lokale kleine gemeenschappen.
(Mevrouw ROOSMA: Toch misschien een vraag aan de heer Boomsma
want u suggereerde in uw betoog dat het socialisme per se de staat als
belangrijkste kracht erkent. Dat is volgens mij de sociaaldemocratie. Maar
het socialisme is juist een beweging van burgers van bottom up. Dus dat
moralistische, dat herken ik dan weer niet zo, maar het punt dat de staat
de almacht moet hebben, dat is volgens mij niet aan het socialisme
toegeschreven maar aan de sociaaldemocratie.…)
Goed, ik neem daar kennis van. Ik constateer wel en dat is ook wat ik vaak mee
krijg in de politiek dat vanuit het socialisme veel pleidooien komen voor uitbreiding van de
staatsmacht en als dat dan in strijd is met haar werkelijke ideologie, dan neem ik daar
kennis van. Maar het gaat mij erom dat we dat doorgeschoten marktdenken niet alleen
vanuit de staat kunnen beteugelen. Dat moet echt vanuit de cultuur komen om te
appelleren aan dingen waar mensen echt van houden. Ik denk dat we die discussie de
komende jaren zeker nog veel gaan voeren. Ik vond het ook waardevol dat afgelopen
maandag in het stadsgesprek een aanzet is gegeven door professor Paul Scheffer. Ik
vond ook dat hij een belangrijk pleidooi hield over het belang van grenzen juist om de
vrijheid te waarborgen en te schragen. Wie met iedereen solidair wil zijn, is uiteindelijk met
niemand solidair — alleen met zichzelf. Daarom denkt het CDA dat de beste garantie is dat
wij een bescheiden en weerbare overheid moeten nastreven die vooral dienstbaar is aan
de samenleving. Daarom blijven wij erbij dat het onverstandig is de lasten te verhogen. Ik
herhaal om die reden mijn verzoek op te houden met die claim dat Amsterdam,
vergeleken met andere gemeenten, zulke lage gemeentelijke lasten heeft en daarbij te
verwijzen naar een website van de VNG waar erfpacht gewoon niet is meegenomen. Als
het daarom gaat, dan is Amsterdam echt niet een Gallisch dorpje dat moedig tegenstand
biedt tegen de gure neoliberale krachten, mevrouw Roosma en wethouder Groot
Wassink. In dat geval is Amsterdam als een Romeinse legermacht die daar binnenvalt en
die zich tegenover zijn eigen burgers gedraagt als de meest snoeiharde woekerkapitalist.
(Mevrouw ROOSMA: Gaat de heer Boomsma dan ook de onderzoekers
van de Rijksuniversiteit Groningen mailen over het feit dat zij in hun atlas
van de gemeentelijke lasten constateren dat Amsterdam de laagste lasten
heeft op het gebied van ozb en ook de laagste nettolasten op het gebied
van alle gemeentelijke lasten? Gaat u de claim die u hier maakt dat
erfpacht daarin moet worden meegenomen, bij deze onderzoekers onder
de aandacht brengen?)
Ik vind dat een uitstekende gedachte. Mijn vraag was nu ook aan wethouder Kock
om dat bij de VNG onder de aandacht te brengen, maar ik zal daarin zelf ook stappen
zetten. Het probleem is natuurlijk dat erfpacht, en dat kan de heer Bakker u heel goed
uitleggen, een privaatrechtelijk construct is en misschien om die reden niet is
meegenomen in dit soort staatjes. Gelukkig worden er in de Voorjaarsnota wel belangrijke
stappen gezet door te investeren in het bestrijden van die ondermijning, want wij moeten
Amsterdam bevrijden uit de klauwen van die drugsmaffia en we moeten dus ook wat het
CDA betreft Amsterdammers erop wijzen dat ze bijdragen aan de greep van criminelen op
deze stad als ze illegale drugs gebruiken. Daarom hoop ik op steun voor onze motie
daarover.
2
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
We zijn zoals gezegd erg positief over dat fonds stadsbehoud. Wij pleiten al jaren
voor stedelijke investeringen in de infrastructuur. We hebben wel twijfels over de vraag of
dat nu voldoende is. Ik zie ook dat er allerlei delen van de stad zijn, en dat blijkt ook uit de
preadviezen, waar de stad er verloederd bij ligt en waar zelfs het onderhoudsniveau, het
meest minimale, basale onderhoudsniveau niet wordt gehaald. In de Jordaan, in
Nellestein, in de Haarlemmerbuurt, het Erasmuspark, de Van Galenbuurt, daar heeft het
groen niet eens het niveau sober. Dat is buitengewoon frustrerend voor ons terwijl we al
jaren proberen dat niveau omhoog te krikken. Het dreigt nu echt onder dat niveau te
zakken. Dan wordt mijn amendement afgewezen door het college met een negatief
preadvies in die zin dat er geen dekking voor is, maar we weten ook nog niet hoe die
uitgaven dan wel worden besteed. Goed. Ik dien dus in ieder geval een amendement in
om het budget te verhogen met zo'n 10 miljoen euro zodat we meer en voldoende
middelen hebben om de stad er mooi en verzorgd bij te laten liggen.
(Mevrouw ROOSMA: Ik wilde graag van de heer Boomsma weten waar
hij deze dekking van 10 miljoen euro, structureel neem ik aan, vandaan
haalt.)
Nee, het gaat nu om een incidenteel bedrag. Het gaat om het wegwerken van
achterstallig onderhoud. Wij dekken dat nu uit het vereveningsfonds. Dat doen we al maar
wij verhogen alleen dat bedrag. Er spelen hier nog enkele andere vragen, want er werden
ook moties ingediend die de beheersnorm ter discussie gingen stellen. U kunt zich mijn
consternatie voorstellen toen mevrouw Nadif met het voorstel kwam om dan maar het
niveau verzorgd helemaal los te laten waarvoor wij al jaren strijden. De suggestie werd
gewekt dat het streven naar een verzorgde openbare ruimte en groen ten koste zou gaan
van de biodiversiteit. Dat lijkt me absoluut niet de bedoeling. Ik heb ook de indruk dat dat
niet zo is. Het gaat mij er natuurlijk om dat we er in ieder geval voor zorgen dat het
schoon en verzorgd is en dat we de beeldkwaliteit, daar gaat het om, dat er dus geen vuil
en zwerfvuil ligt, gewoon vasthouden. Ik zie ook dat er een alternatief voorstel is
ingediend en daarmee kan ik prima leven. Dan gaan we kijken naar manieren om toch de
biodiversiteit in de openbare ruimte hoog te houden. Het gaat er mij niet om dat je overal
gemillimeterd gras hoeft te hebben en dat je op sommige plekken meer wilde bloemen
zou willen zien. Dat lijkt mij absoluut niet verkeerd. Misschien kan de wethouder wel
aangeven dat mijn aanname klopt dat wij streven naar het niveau verzorgd en dat het niet
per se ten koste hoeft te gaan van de biodiversiteit zoals we het doen. Dus dat we dat op
een andere manier proberen te borgen.
Dan hebben we van de burgemeester een aantal scenario's gekregen over de
toekomst van de Wallen en de prostitutie daar. Ik vind het heel goed dat die optie om
raambordelen te sluiten nu in ieder geval nadrukkelijk op tafel ligt. Ik vind het minder goed
dat er ook een optie op tafel ligt om het aantal bordelen of sekswerkplekken in de stad te
gaan vergroten. Het lijkt mij geen goed idee om overal in de stad nieuwe bordelen te gaan
openen in woonwijken. Laat het helder zijn dat iedereen hier tegen de overlast is die wordt
veroorzaakt door massatoerisme. ledereen is ook tegen de misstanden en de dwang en
de mensenhandel, maar volgens mij kunnen wij hier echt alleen een goede keuze maken
als we prostitutie ook kunnen zien als wat het bijna altijd is en dat is een vorm van
exploitatie. In ieder geval moeten we wat het CDA betreft hiervoor middelen gaan
reserveren, want om die Wallen op te schonen, om dat prostitutiebeleid goed vorm te
geven, zullen we volgend jaar denk ik geld nodig hebben. Ik heb nu nog een voorstel
daartoe, maar het is wel een verzoek aan het college, aan de burgemeester of wij daartoe
bij de begroting voorstellen kunnen verwachten waarbij er een aantal uitgewerkte
financiële scenario’s liggen.
3
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
(De heer HAMMELBURG: Ik hoor hier in een mooie en eloquente
introductie van de heer Boomsma eigenlijk een ding. Als ik het samenvat,
zegt u: we moeten voor elkaar zorgen, we moeten zorgen dat we een
sociale gemeenschap vormen en we moeten stoppen met al die
ideologische discussies. We moeten gewoon zorgen dat wij er als
gemeente voor die stad zijn. Geldt dat dan niet ook voor de sekswerkers
in deze stad, ongeacht wat u van het sekswerk zelf vindt? Daarover kunt
u uw eigen morele ideeën hebben. Maar vindt u niet dat wij ervoor moeten
zorgen dat de sekswerkers zo goed mogelijk beschermd zijn in het werk
dat ze toch doen?)
Dat zeker. Maar ik ben er echt van overtuigd dat we sekswerkers het beste helpen
door geen pogingen te ondernemen om iets te normaliseren wat niet te normaliseren valt,
maar om ze te helpen om hetzij iets anders te gaan doen en als het echt niet anders kan,
natuurlijk, dan zijn we het ook eens, dan moeten we zo veel mogelijk die veiligheid
borgen. Ik denk dat we het niet uit de weg moeten gaan dat het in heel veel gevallen
neerkomt op exploitatie en daartegen kunnen we stappen zetten.
(De heer HAMMELBURG: Laten we ons voorstellen dat er mensen zijn
die diensten aanbieden als sekswerker en dat er klanten zijn die die
diensten afnemen. Dat is een gegeven. Vergund. Illegaal. Onvergund. Er
zijn allerlei fluïde vormen. Dan is mijn vraag toch, wetende dat dit gebeurt,
dat dit altijd is gebeurd en dat dit ook in de toekomst zal gebeuren, los van
uw morele overtuiging, los van mijn morele overtuiging, of u het dan niet
met mij eens bent dat we er alles aan moeten doen om ervoor te zorgen
dat we deze mannen, vrouwen, transpersonen gewoon beschermen?)
Beschermen, ja. Het is naïef om te denken dat je die prostitutie kunt uitbannen. Ik
denk dat het ook naïef is om te denken dat je het kunt normaliseren. Dus is het de
uitdaging zo veel mogelijk bescherming te bieden zonder het als gemeente te gaan
stimuleren of faciliteren.
Over de mantelzorg is natuurlijk al veel gezegd. Ik ben erg blij dat er inderdaad
een voorstel ligt om die bezuiniging voor dit jaar ongedaan te maken. Hulde. Klasse. Het
CDA en de ChristenUnie hadden gisterochtend nog een bijeenkomst met allerlei
verschillende organisaties, ouderenorganisaties, cliëntenbelang, en die zeiden allemaal
hoe belangrijk het was om deze bezuinigingen toch tegen te houden. Allemaal gaven ze
aan hoe belangrijk het is voor mantelzorgers die blijk van waardering te krijgen. Het wordt
ook steeds belangrijker omdat mensen steeds langer thuis blijven wonen.
Wat betreft de jeugdzorg heb ik nu gezien dat we 20 miljoen euro minder
uittrekken dan we dit jaar hebben uitgegeven aan de jeugdzorg en dat is nog inclusief het
extra geld dat we vanuit het Rijk hebben gekregen. Dus die ruim 15 miljoen euro die er
dan in 2020 bijkomt. Dat betekent dat we voor een heel erg fors deel de kosten gaan
verminderen en dat we gaan bezuinigen. Ik vind het op dit moment lastig om te
beoordelen wat daarvan de effecten zijn bijvoorbeeld op de wachtlijsten maar ook op
andere aspecten daarvan. Misschien kan de wethouder daar nog op ingaan.
Ik wil afsluiten met de boekhouding. Ik ga een heel stel moties intrekken, want ik
wil mijn collega's niet met het slechte karma opzadelen om tegen mijn mooie moties te
stemmen. Zo zijn wij gewoon. Ik trek terug de moties nr. 68/7, de bezuiniging op de
mantelzorg want daarvoor hebben we nu een ander voorstel. Motie nr. 680 ging over het
herstel van historische winkelpuien. Die trekken we nu terug en ik denk dat we daar
samen met de VVD op terugkomen bij de begroting. Motie nr. 689, rem voor de rollator
trekken we ook terug en daar komen we op een ander moment op terug. Motie nr. 690
4
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Veroastrdatum do jui 2019 Gemeenteraad
Raadsnotulen
trekken we in. De moties nr. 809 en 812 over groene daken trekken we in omdat we ons
hebben aangesloten bij een ander voorstel daartoe. Motie nr. 849 ging over
parkeervriendelijkheid en die trekken we in. Daar komen we later op terug. Motie nr. 852,
heldere communicatie elektrische voertuigen trekken we terug, want daar had het college
gewoon gelijk. Motie nr. 900 en 901 trek ik ook terug; daar heeft de wethouder een
toezegging gedaan dat hij dat nader gaat bestuderen en voor de begroting komt hij
daarop terug.
Dan dien ik nog een accentmotie in over het bereikbaar houden van
vrijwilligerswerk. Gezien de stijging van de parkeerlasten gaat het erom dat het voor
organisaties makkelijker wordt vrijwilligers te laten parkeren. En ik heb een nieuw
amendement, investeer in een schone stad.
Voorzitter: burgemeester Halsema
(Mevrouw ROOSMA: Ik was benieuwd of de heer Boomsma ook nog de
motie mee gaat indienen om OBA Next, het investeringskrediet in te
zetten voor zorg en jeugdzorg, omdat de heer Boomsma ook heel goed
weet dat dat financieel-technisch eigenlijk niet mogelijk is en omdat de
heer Boomsma net zei heel blij te zijn met het voorstel over mantelzorg,
vroeg ik me af wat u daar gaat doen.)
Die steunen wij zeker. Je kunt je afvragen hoe dat precies werkt in de financiële
techniek. Ik vind het niet geheel onterecht dat mevrouw Roosma die vraag opwerpt, maar
het gaat wel om een project van tientallen miljoenen euro's ook aan minder opbrengst aan
grond daar. Het is toch al een beetje zo dat dat vereveningsfonds en die
grondopbrengsten in zekere zin voor andere doeleinden worden gebruikt. Dat zie je hier
nu ook al. Op die manier geeft dat misschien antwoord op een deel van de vraag.
(Mevrouw ROOSMA: Ik ben blij dat de heer Boomsma erkent dat het
financieel-technisch niet helemaal een solide motie is. Maar stelt u nu ook
voor ook nog een greep uit het vereveningsfonds te doen om dan de zorg
en de jeugdzorg te financieren?)
Ik wacht eerst het antwoord op mijn vragen daarover af. Ik heb niet gezegd dat
het niet kan. Ik bedoel, het kan, maar het is wat ongebruikelijk.
(Mevrouw ROOSMA: Ongebruikelijk, maar wel iets wat het CDA zou
steunen of niet? Ik ken het CDA toch als een financieel prudente partij en
nu stelt u eigenlijk dat we best wel een greep kunnen doen in het
vereveningsfonds om structurele tekorten bij de zorg en de jeugdzorg te
vullen. Dat verbaast me dan toch een klein beetje van het GDA.)
Ik begrijp die verbazing. Maar laten we wel zijn, ook in dit voorstel worden die
tekorten voor een deel slechts incidenteel gedekt. Ze worden gedekt uit een stelpost
sociaal domein. Dat is incidenteel. Dus ja, dat doet het college met instemming van de
coalitiepartijen zelf ook.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 687) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma en De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 680)
ingetrokken zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
5
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 R
aadsnotulen
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 689) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 690) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 809) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 812) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 849) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 852) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 900) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Boomsma (Gemeenteblad afd. 1, nr. 901) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie en amendement zijn
ingekomen:
115° Motie van de leden Boomsma en Kreuger inzake de Voorjaarsnota 2019
(Bereikbare stad ook voor vrijwilligers), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1269)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__een concreet voorstel te doen om de sportverenigingsvergunning ook open te
stellen voor religieuze instellingen en andere verenigingen waar veel
vrijwilligers werken die de auto nodig hebben.
116° Amendement van het lid Boomsma inzake de Voorjaarsnota 2019
(Investeer extra in onderhoud), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1303)
Besluit:
-__op pagina 13 van de Voorjaarsnota onder Aanpak onderhoud van de Stad
aan het einde op de te nemen: "We besluiten aanvullend hierop nog
incidenteel 10 miljoen euro extra te investeren in het wegwerken van
achterstallig onderhoud in de openbare ruimte, en in het onderhoud van onze
stedelijke infrastructuur. Hiertoe onttrekken we nog eenmalig € 10 miljoen aan
het Vereveningsfonds.” Om alle andere tabellen en teksten aan te passen
conform deze wijziging.
De motie en het amendement maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest.
Mevrouw VAN SOEST: We zijn bezig met een marathonvergadering van 58
agendapunten en ruim 300 moties. Daarover wil ik kort wat zeggen. Het college ontraadt
aan de lopende band zinnige moties behalve van de coalitie natuurlijk omdat het
6
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Veroastrdatum do jui 2019 Gemeenteraad
Raadsnotulen
ontbreekt aan dekking. Dat terwijl de burgemeester op 28 juni in “M” zei, dat het geld
tegen de plinten klotste in onze stad. Schijnbaar geld dat niet voor sympathieke
initiatieven is die met minimale middelen onze stad iets mooier kunnen maken. Graag wil
ik een oplossing aandragen om toch dekking te vinden voor de sympathieke moties ook al
zijn ze van de oppositie, die continu worden ontraden. Wij zouden graag het
weerstandsvermogen van deze stad met 0,1% willen verlagen. Daarmee voldoen we nog
steeds ruimschoots aan de wettelijke norm, maar dan hebben we in een klap 5 miljoen
euro ter beschikking. Dan komt dit college met een nieuw te bouwen bibliotheek op de
Zuidas terwijl er 150 m verderop al een bibliotheek staat. Een prestigeobject dat beter
thuishoort in Noord of Zuid-Oost en niet in het kapitaalkrachtige Zuid. Ik kan me nog
herinneren in het vorige college dat D66 met de VVD en de SP mij aanviel omdat ik een
motie ging steunen van de coalitie om meer vierkante meters te krijgen in een
internationale school. Toen was ik nog belangrijk want ik maakte van 22 stemmen 23
stemmen. Het was nog wel eens leuk om dan de ene keer met de coalitie mee te gaan en
de andere keer met de oppositie. Maar goed, ik had dus een zonde begaan volgens de
groene partijen, de linkse partijen, want ik had toch een sociaal hart en dan ga je toch niet
voor meer vierkante meters stemmen? Wij zijn nog steeds voor klassen met meer
vierkante meters. Als dat zou kunnen, heel graag. Toen ik toch voorstemde, was de linkse
hoek boos. Nu gaan diezelfde SP, GroenLinks en de PvdA voor het grootkapitaal een
OBA Next bouwen. Hoezo idealen? Hoezo het opnemen voor de mensen met een smalle
beurs. Hieruit blijkt dat het pluche toch wel erg lekker zit. Maar waar zijn uw principes? Dat
is ook het verschil met het vorige college. Dat was nog voor rede vatbaar. Dit college kijkt
niet links, kijkt niet rechts en luistert absoluut niet naar de oppositie. Het lijkt soms wel een
dictatuur. Niets kan meer in deze stad en we krijgen alleen maar geboden opgelegd.
Misschien wel het boekje van Mao? De tien geboden? Snorfiets op het fietspad?
Verboden. Letters | Amsterdam. Verboden. Met meer dan twaalf mensen op een bootje”?
Verboden. Benzine- en dieselauto's? Verboden. Onze motie, het plan van aanpak digitale
alfabetisering voor de kwetsbare ouderen, is raadsbreed aangenomen in het vorige
college. Tot op heden is daarmee niets gedaan. Onze oproep voor meer openbare
toiletten, bankjes plaatsen om de afstand tussen tramhaltes iets te verkleinen zodat de
ouderen even kunnen rusten bij die kilometer tussen de ene en de volgende halte:
allemaal opnieuw ingediend door de coalitiepartijen en nu wel aangenomen. Ouderwets
knip-, plak- en jatwerk van onze coalitievrienden. U merkt het al, ik ben heel boos. Zo ook
mijn motie dak- en thuislozen. Die werd in april nog naar de prullenbak verwezen, maar
nu gaat de coalitie die indienen. Ik ben benieuwd. Mijn belangrijkste vraag is wanneer de
coalitie ook eens serieus gaat luisteren naar de oppositie.
Dan de moties. Wij hebben twee moties gewijzigd en die dienen we nu in. De
motie over het analfabetisme heb ik nog maar eens een keertje meegebracht. Dan wil ik
graag steun hebben voor mijn motie om de ouderen van 65 jaar en ouder op het fietspad
terug te krijgen, want gebleken is dat het heel erg moeilijk is voor die mensen om zich
tussen dat vervoer te begeven. En kan de wethouder misschien uitleggen waarom extra
openbaar vervoer nog steeds moet worden gefinancierd uit de middelen voor zorg? Zou u
daarop een toelichting kunnen geven? Ik heb gehoord dat er vandaag door D66 een
verhoging doorgevoerd gaat worden voor de toeristenbelasting. Maar we kunnen toch niet
alles? De PTA is bijna verdwenen uit Amsterdam, maar ze komen met busladingen vol
hier naartoe. Hoezo vervuiling? Doe er iets aan en ga daar krachtstroom aanleggen.
De motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 616) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
7
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 R
aadsnotulen
De motie-Van Soest (Gemeenteblad afd. 1, nr. 617) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
117° Motie van het lid Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2019 (Help
huisartsen aan een praktijkruimte), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1304
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- huisartsen te ondersteunen bij het vinden van praktijkruimte binnen de
mogelijkheden van de Wet markt en overheid en mogelijkheden daartoe te
onderzoeken.
118° _ Motie van het lid Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2019 (Verklein tarief
parkeren voor mantelzorgers en verbeter gebruiksvriendelijkheid), (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1305)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- onderzoek te doen naar mogelijkheden om het huidige verschil in tarief tussen
mantelzorgvergunningen te verkleinen en de gebruiksvriendelijkheid te
vergroten;
-__en de raad binnen drie maanden over de uitkomsten te informeren.
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Simons.
Mevrouw SIMONS: Op verzoek van de heer Ceder dring ik even voor. Tegen de
tijd dat wij hier klaar zijn met deze lange raadsvergadering, dan staan wij met z'n allen
aan het begin van de zomer, een tijd van iets minder vergaderen, iets meer ontspannen.
Maar de luxe die wij als raadsleden hebben en als college om af en toe afstand te nemen
van de dagelijkse sores, die luxe hebben veel Amsterdammers helaas niet. Mantelzorg
houdt niet op in de vakantie en dat ziet de coalitie nu gelukkig ook in. Tijdens het reces
van de gemeenteraad hebben mensen op een wachtlijst voor transzorg bijvoorbeeld niet
opeens minder behoefte aan zorg. De zoektocht naar een slaapplek die dak- en
thuislozen dagelijks moeten ondergaan stopt niet als de gemeenteraadagenda leeg is.
Kan de wethouder ons garanderen dat er deze zomer niemand op straat hoeft te slapen?
We begrijpen dat veel van het slechte nieuws dat deze Voorjaarsnota bevat niet alleen dit
college is aan te rekenen. Van bovenaf opgelegde bezuinigingen of een terugval van ons
budget door de rechtse begrotingssystematiek van het Rijk zijn niet de
verantwoordelijkheid van dit college. Hoe we ermee omgaan wel. In de eerste termijn
heeft BIJ1 het al uitgebreid gehad over de inhoudelijke keuzes die het college hier maakt
en ik heb daar niets aan toe te voegen. Laat ik me voor nu beperken tot de opmerking dat
het dit college zou sieren als het de oppositie voortaan wat actiever zou betrekken bij
belangrijke vraagstukken als het opvangen van grote en onverwachte bezuinigingen. Dat
de bezuinigingen op de mantelzorg na grote druk van de oppositie dit jaar niet doorgaan,
dat is natuurlijk goed nieuws. Dat de coalitiepartijen dit besluit waar overduidelijk een
8
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Veroastrdatum do jui 2019 Gemeenteraad
Raadsnotulen
grote meerderheid voor was, in achterkamers hebben genomen, dat is natuurlijk niet chic
en het gaat in dit geval ten koste van de mantelzorgers.
Op basis van de preadviezen hebben we een aantal moties gewijzigd en trekken
we een aantal moties terug. Ik zal zo dadelijk de gewijzigde moties indienen. Ik heb de
griffie inmiddels al een lijst gegeven van de moties die we intrekken. Ik houd het dus kort.
Als laatste wil ik nogmaals iets zeggen over de OBA Next of zoals je die net zo goed kunt
noemen, de OBA Next Door want we weten allemaal dat er enkele honderden meters
verderop al een vestiging van de OBA zit. Het is voor mijn partij onbegrijpelijk dat dit
progressieve college investeert in dit project terwijl er miljoenen euro's worden bezuinigd.
Een aantal keer zei collega Roosma dat er meer dan ooit wordt geïnvesteerd in culturele
voorzieningen in de randen van de stad, maar de OBA Next kost meer dan de culturele
voorzieningen in Noord, Nieuw-West en Zuid-Oost samen. Ik wil dan ook een laatste
appel doen aan alle raadsleden om het voorstel van de oppositie te steunen en in dit jaar
van bezuinigingen geen geld te steken in dit prestigeproject op de Zuidas — nota bene.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 671) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 674) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 676) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 677) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 706) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 708) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 714) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 796) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 797) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 798) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 800) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 801 ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 803) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 906) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 907) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 908) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
g
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 909) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 910) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 639”) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 640”) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 709) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 710) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 712) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 713) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 794) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons en A.L. Bakker (Gemeenteblad afd. 1, nr. 795) ingetrokken
zijnde, maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 911) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 913) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 914) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende moties zijn ingekomen:
119° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019
(Onderadvisering), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 937)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in gesprek te gaan met schoolbesturen en relevante partijen over
mogelijkheden om in Amsterdam onderadvisering tegen te gaan bijvoorbeeld
in de vorm van het bewerkstelligen van een driepartijenconsensus (tussen
leerling, ouder en docent) met betrekking tot het schooladvies
120° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Racisme in het
onderwijs), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 939)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- bij het MDRA aan te dringen op het creëren van een aparte categorie voor
onderwijsdiscriminatie omdat de cijfers duidelijkheid creëren over de
prevalentie van racisme en discriminatie in het onderwijs.
10
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
121° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Structurele
financiering van Trans Health Clinic), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1251)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__de Trans Health Clinic structureel te financieren met een bedrag van minimaal
180.000 euro per jaar en voor 2019 de helft van het bedrag vrij te maken;
-__de financiering aan te houden tot er een extra (institutionele) zorgverlener is;
- de kosten hiervoor te dekken uit de Algemene reserves en andere
programma's waarbij het investeringsplafond niet is bereikt.
122° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Onderzoek
jeugd-GGZ), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1252)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-_in samenwerking met GGZ-instellingen een onderzoeksplan op te zetten naar
de kosten en mogelijkheden omtrent het opzetten van een onafhankelijk
onderzoek naar de rol van etniciteit, huidskleur en religie binnen de jeugd-
GGZ in Amsterdam;
- de uitkomsten hiervan te rapporteren naar de raad.
123° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Aanhef in
gemeentelijke post), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1253)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__in Mijn Amsterdam de mogelijkheid op te nemen dat de gebruiker de in de
basisregistratie geregistreerde aanhef kan wijzigen in een andere aanhef of
geen aanhef kan aangeven.
124° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (750 jaar
Amsterdam), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1254)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__een bedrag van minimaal 0,5 miljoen euro op te halen bij bedrijven die zijn
gevestigd in Amsterdam met het doel om extra culturele en educatieve
activiteiten te kunnen organiseren in het kader van de feestelijkheden rondom
het 750-jarig bestaan van Amsterdam.
125° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Onderzoeken
naar huisuitzettingen van alleenstaande ouders), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1308 }
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- te onderzoeken hoeveel alleenstaande ouders per jaar gedreigd worden hun
huis te worden uitgezet;
- te onderzoeken wat de oorzaken zijn van dit fenomeen;
11
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
- de resultaten terug te rapporteren aan de raad.
126° Motie van de leden Simons en A.L. Bakker inzake de Voorjaarsnota 2019
(Bouwen in parken), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1262)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- alle parken in Amsterdam te beschermen door zowel huidige bouwprojecten
als toekomstige bouwprojecten van gebouwen in parken stop te zetten.
127° Motie van de Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Fossielvrije haven),
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1281)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- het Amsterdams Havenbedrijf de opdracht te geven per 2025 fossielvrij te
worden.
128° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019
(Mannenemancipatie), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1282)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een budget van 0,5 miljoen euro ter beschikking te stellen voor educatieve
activiteiten gericht op mannenemancipatie en deze kosten te dekken ten laste
van het nog te bestemmen batig saldo ad 35,9 miljoen euro van de
Jaarrekening 2018.
129° Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Maximeren
zorgtijden pgb’s), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1283)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de bezuiniging op het Persoonsgebonden budget voorlopig uit te stellen totdat
het college de gevolgen van de bezuiniging in kaart heeft gebracht en
hierover heeft gerapporteerd naar de raad en de kosten hiervan te dekken ten
laste van het nog te bestemmen batig saldo ad 35,9 miljoen euro van de
Jaarrekening 2018
De moties maken deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Ceder.
De heer CEDER: Ik zal proberen het kort te houden. Zoals wij hebben
geconstateerd bestaat deze Voorjaarsnota uit politieke keuzes van de coalitie maar zelfs
binnen de coalitie hebben sommige partijen moeten instemmen met sommige dingen
waarvan ze nu aangeven minder enthousiast te zijn. Dat mag, dat kan, dat is politiek.
Politiek is ook dat er voortschrijdend inzicht in de afgelopen weken heeft plaatsgevonden
op een aantal thema’s. Daar ben ik heel blij over, maar de wijze waarop dat is gegaan,
12
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
verdient wat mij betreft geen schoonheidsprijs. Ik noem bijvoorbeeld de leges. We zijn
heel blij dat de leges voor kleine evenementen geen lastenverzwaring behelzen en dat de
coalitie tot voortschrijdend inzicht is gekomen. We lezen natuurlijk wel in het huidige
voorstel dat het verder gaat dan alleen het stopzetten van lastenverzwaringen maar dat
we eigenlijk de deuren open zetten voor de festivalisering. Daarin is kennelijk een
compromis gesloten dat ook politiek is. Maar goed, dat hoort erbij. Ik ben het dus eens
met dat punt en daarover hebben de heer Taimounti en ik een motie ingediend, maar de
huidige motie zoals die er nu ligt, gaat volgens mij veel verder. Dat moeten wij ook niet
willen. Dus daarover heb ik als het kan nog een gesprek met de indieners. Een ander punt
dat ik op zich positief vind maar dat wel schuurt dat is bijvoorbeeld het plan van de coalitie
voor de mantelzorg. Met voortschrijdend inzicht wordt er noch ontkend noch bevestigd dat
het opiniestuk van de oppositie daaraan een bijdrage heeft geleverd, maar ik zie dit als
een gezamenlijke aansporing aan het college om de juiste, verstandige keuzes te maken.
Dat vind ik goed. Wat ik alleen ingewikkeld vind, dat is waar het geld vandaan gehaald
kan worden. Volgens mij zitten we met een technisch probleem als het daarom gaat. Ik
heb niet kunnen vinden waar het in de Voorjaarsnota staat. Ik heb ook niet kunnen
herleiden waar het geld dan vandaan zou kunnen komen. Volgens mij zou het technisch
heel ingewikkeld zijn om het er op deze wijze in te fietsen. Maar goed, de coalitie of
misschien eerder de wethouder zal mij toelichten of hij ook ziet dat dit amendement
mogelijk is.
(Mevrouw ROOSMA: Uiteindelijk gaan wij over verschuivingen tussen
programma’s. Dus het amendement zou zijn een dekking te vinden in het
programma Onderwijs. Dat is de correcte technische dekking maar dat is
wel heel algemeen. Ik denk dat wij u hier van dienst zijn door specifieker
aan te geven waar dan binnen het programma Onderwijs. Als u wilt weten
waar het in de Voorjaarsnota staat, dan verwijs ik u naar de pagina's 141
en 142 onder programma 5, Onderwijs.)
Dan ga ik daar zo naar kijken en dan hoor ik graag de visie van de wethouder
daarover. Tegelijkertijd denk ik dat wij een veel beter plan hebben om de mantelzorg te
ontzorgen qua lastenverzwaring. Dat heeft ook te maken met een ander punt waarvan we
merken dat zelfs binnen de coalitie daarnaar tandenknarsend wordt gekeken. Dat is de
OBA Next. Ik heb hier een plaatje en ik hoop dat u dat kunt zien. Ik heb even de tijd
genomen om naar Google Maps te gaan en even uit te rekenen wat nu het noodscenario
zou zijn als de OBA Next er niet zou komen en de huidige generaties niet te maken
zouden hebben met die OBA Next. Wat zou dat voor Amsterdam betekenen en vooral wat
zou dat voor de Zuidas betekenen? Tot mijn verbazing niet zo heel veel, want op twee
minuten fietsafstand hebben we een andere OBA namelijk de OBA Buitenveldert. De
afstand tussen de OBA Next en de OBA Buitenveldert is twee keer zo kort als de afstand
tussen station Ganzenhoef en station Kraaiennest — die ik heel vaak gewoon loop. Dat is
niet een wereld van verschil. Dus als we het hebben over de stad betrekken bij de wijk
van de Zuidas, dan snap ik niet waarom dat nu niet zou kunnen met de voorzieningen die
er nu zijn. Sterker nog, pimp die op. Ik denk dat er heel veel mensen zijn die het juist heel
mooi zouden vinden als we die digitale voorzieningen op een goedkopere wijze bij de
OBA Buitenveldert zouden laten. Dat argument valt wat mij betreft gewoon keihard weg.
(Mevrouw ROOSMA: Zou de heer Ceder mij kunnen toelichten hoe de
investering in de OBA Next een dekking kan zijn voor een structureel
tekort bij mantelzorg? Dus hoe ziet u het voor u dat u een
investeringskrediet omzet in een structurele dekking die nota bene vanaf
2020 ingaat terwijl de bezuiniging eigenlijk al in 2019 ingaat?)
13
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
Ik ben blij dat mevrouw Roosma het niet heeft over de afstand en dat dat dus
klopt. Die afstand op zich is een argument dat best gek is. En het is niet zo dat wanneer
die OBA Next er niet komt de Zuidas verstoken zal blijven van een bieb en de rest van de
stad geen kennis kan maken met de Zuidas. Dan dat investeringskrediet. Het is natuurlijk
zo dat de economische waarde van dat investeringskrediet natuurlijk veel meer is dan de
bezuinigingen op de mantelzorg. Dus je zou op korte termijn kunnen betogen - niet op de
lange termijn en op een gegeven moment houdt dat op maar dan hebben we misschien
ook een ander college dat wellicht andere afspraken maakt — dat ik er wat praktischer in
zit. Ik kijk naar de komende jaren. Volgens mij zou dit afdoende zijn, dit geld dat we
reserveren, en dat we een gedeelte daarvan gebruiken voor de mantelzorg. Volgens mij is
het weliswaar ongebruikelijk maar niet onmogelijk. Ik hoop dat u het met mij eens bent dat
het mogelijk is. Dus niet gebruikelijk, maar wel mogelijk.
(Mevrouw ROOSMA: Het is in elk geval geen oplossing voor 2019 want
het investeringskrediet gaat pas in 2020 in. U wilt dus eigenlijk naar de
bank gaan om te vragen of die u een krediet wil geven om een structureel
tekort in mantelzorgondersteuning op te lossen? Dat is wat u wilt doen?)
Nee, wij hebben dat wat meer uitgewerkt. Dat heb ik hier; ik zal u er een kopie van
geven. We hebben verschillende stelposten waarvan we denken dat het gewoon klopt.
Als dat niet zo is, dan hopen we dat u graag meedenkt op een wijze waarop we die
mantelzorg kunnen redden. Wie weet, kunnen we het ook gewoon halen uit
internationalisering, maar dan valt nog steeds dat argument voor de OBA Next weg. Zoals
ik eerder heb aangegeven, gaat het in het verhaal van GroenLinks want de SP heeft daar
nadrukkelijk afstand van genomen, er vooral om dat we de rest van de stad zouden
moeten betrekken bij de Zuidas. Op twee minuten afstand is er al een bieb, dus die
betrokkenheid vindt al plaats. Daarmee valt ook gewoon de noodzaak voor de OBA Next
weg.
(De heer HAMMELBURG: Ik hoor de antwoorden van de heer Ceder op
de vraag van mevrouw Roosma en eigenlijk is dat geen antwoord op de
vraag of het financieel überhaupt mogelijk is wat de heer Ceder voorstelt.
Nee, lijkt mij. Maar laten we teruggaan naar die bibliotheek op 250 m
afstand van de Zuidas. Bent u daar wel eens geweest en wat kunt u daar
doen? Meer dan boeken lenen?)
Ik ben daar ooit in mijn VU-tijd wel geweest en volgens mij was het toen
inderdaad zo dat je daar voornamelijk boeken kon lenen. Ik weet dat de OBA Next verder
gaat en dat het niet alleen om boeken zou gaan, maar ook om digitale boeken. Ik weet
niet of dat het juist gemakkelijker of moeilijker maakt. Ik heb net gezegd, waarom pimpen
we Buitenveldert niet op?
(De heer HAMMELBURG: Buitenveldert is wat mij betreft een prachtige
wijk. Mijn hele familie komt er vandaan. Laat ik dat dan ook maar meteen
zeggen. Ik hoor de Ceder wel. Waarom hebben we dit nodig? Als ik dan
kijk naar een groeiend en tweede stadscentrum Zuidas en we kijken naar
het succes van de OBA Next op Oosterdokeiland waar echt alle
Amsterdammers komen, echt van alles en nog wat, het is een fantastisch
cultureel en maatschappelijk instituut, gunt u het de Amsterdammers dan
niet binnen een andere radius ook zo'n maatschappelijke functie in hun
deel van de stad te hebben? Dat reikt tot Nieuw-West, dat reikt tot Zuid-
Oost, dat reikt ook tot Amstelveen.)
Er wordt een valse tegenstelling gecreëerd. Als je de OBA Buitenveldert oppimpt,
dan heb je dat ook. U creëert een valse tegenstelling. Als de OBA Next er niet is, dan zou
14
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
die wijk verstoken blijven van een bieb. Nee dus. Op twee minuten afstand heb je er een
andere. Misschien zegt u, daar is achterstallig onderhoud. Daar moet een Wifiverbinding
komen. Dan doen we dat toch?
(De heer HAMMELBURG: Ik zou de heer Ceder dan toch willen vragen
met mij een keer op stap te gaan naar een gewone bieb en naar de OBA
Next. Gaat u op die uitnodiging in?)
Ik ga graag met de heer Hammelburg naar de bieb, ja.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Luister, die mantelzorg is heel belangrijk.
OBA Next is ook best belangrijk. Ik verwacht eigenlijk van u, mijnheer
Ceder, wat meer een langetermijnvisie op de toekomst van de stad. We
hebben het in het kader van die OBA Next nu over de Zuidas. lets anders.
We weten dat het erg veel duurder zal gaan worden, die Zuidas. Wat is
uw standpunt over of het misschien wenselijk is die hele dokconstructie te
verlaten — dat kost 2 miljard euro — en voor 400 miljoen euro over te
stappen op in de lucht bouwen en de stad verhogen voor al die sporen
voor metro en treinen?)
De heer Van Schijndel gaat voorzichtig naar een ander onderwerp. Ik ga daar
even in mee, maar zal het dan weer parkeren om terug te gaan naar het onderwerp
waarover het vandaag gaat. Wij maken ons zorgen als het gaat om Zuidasdok over het
behapbaar blijven van de kosten. Daarover maken we ons zelfs ernstig zorgen. Tot het
punt waarop het te duur wordt voor de ChristenUnie en wij misschien ook tot andere
conclusies moeten komen dan we nu hebben genomen. Dat is nu nog voorbarig, maar wij
staan er open voor. Als iets niet werkt, dan doen we het niet. Zo staan we erin als het gaat
om de OBA Next op dit moment.
Daarnaast had u ook een vraag over de visie op de stad. Ik wil daar toch wat
dieper op ingaan, want natuurlijk gun ik Amsterdam een plek waar iedereen samen kan
komen en natuurlijk gun ik dat op een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en
verbinden. Maar ik snap werkelijk de logica niet waarom dat op de Zuidas zou moeten en
waarom je zo’n prestigeproject zoals sommigen het noemen, juist niet in een wijk zet waar
het ontmoeten juist heel lastig gaat. Denk aan Noord, denk aan Amsterdam Zuid-Oost.
We verschillen er misschien van mening over maar ik denk dat er meer waarde zou zijn
als mensen uit de grachtengordel of vanaf de Zuidas de metro pakken naar Zuid-Oost om
daar te genieten met de mensen van Zuid-Oost, van de OBA Next dan andersom. Ik denk
dat die vervoersstromen altijd al die kant op gaan. We hebben zelfs de heer Mbarki en
GroenLinks gehad een paar weken geleden die een motie hebben ingediend waarin nu
juist vervoer naar Zuid-Oost goedkoper zou moeten worden om die vervoersverbinding te
stimuleren en dat juist daar, in die regio's meer ontmoet wordt. In dat geval moet je juist
die OBA Next daar plaatsen. Dan krijgt de motie van GroenLinks en de PvdA body en dan
krijgen we wat GroenLinks en de PvdA echt willen namelijk dat er meer ontmoet wordt
juist in de gebieden zoals Noord en Zuid-Oost. Ik vind het helemaal niet logisch dat er een
OBA Next op de Zuidas komt. Ik denk zelfs dat het heel veel waarde om zich heen creëert
als je het daar plaatst. Ik denk dat de grondwaarde stijgt, dat er winkels komen en noem
maar op. Ik gun dat een plek waar het relatief minder gebeurt dan op de Zuidas. Als je
zo’n OBA Next in Zuid-Oost plaatst, kijk dan wat er omheen gebeurt. De voorzieningen,
de grondwaarde, noem maar op. Ik gun dat gebieden als Zuid-Oost en Noord. Niet dat ik
de Zuidas niets gun, maar die redt zich wel. Dus ik snap dat oprecht niet. Misschien
verschillen we politiek van mening maar ik denk dat het sociologisch gezien echt anders
in elkaar steekt. Als we echt een OBA Next willen, doe het dan vooral in Zuid-Oost of in
Noord. Tot zover de OBA Next. Ik heb ook een amendement en dat dien ik namens de
15
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
hele oppositie in. We hebben gezien dat de coalitie verstandig heeft geluisterd door toch
mantelzorg te heroverwegen. We hopen dat met dit amendement nadat de dekking is
gecontroleerd, de coalitie tot voortschrijdend inzicht komt. En laten we als gemeenteraad
met z’n allen concluderen dat de OBA Next niet doorgedrukt hoeft te worden. Het hoeft
niet. We kunnen het geld voor andere dingen gebruiken. Wie weet, hebben we nog wat
financiële beren op de weg de komende periode.
Ik ga het nog even hebben over een aantal moties die ik gewijzigd ga indienen en
daarbij trek ik ook een hoop moties in. Ik moet toegeven dat ik als eenmansfractie een
hoop moties heb ingediend en met de informatie van het college moet ik toegeven dat een
aantal misschien te voorbarig was. Ik zal proberen me de volgende keer wat meer in te
houden. Maar met het prima advies van het college heb ik een aantal moties die ik wil
intrekken en een aantal dat ik gewijzigd wil indienen. De moties nr. 658, 704, 705, 738
739, 7/41, 742, 744, 815, 902, 903, 904, 905 en 855. Hiermee heb ik de motielijst met 25%
verkleind. Alstublieft.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 658) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr.704.) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 705) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 738) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 739) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 741) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 742) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 744) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Geder en Kilig (Gemeenteblad afd. 1, nr. 815) ingetrokken zijnde, maakt
geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 902) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder en Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 903) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder en Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 904) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder en Taimounti (Gemeenteblad afd. 1, nr. 905) ingetrokken zijnde,
maakt geen deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 855) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
En ik heb een paar gewijzigde moties mede naar aanleiding van de preadvisering.
Ik wil de gemeenteraad vandaag en morgen oproepen verstandige keuzes te maken en
daarbij heb ik het ook over de OBA Next.
16
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
De motie-Ceder, Boomsma, Van Soest, Kilig, Bloemberg-Issa, Simons, Nanninga,
De Grave-Verkerk (Gemeenteblad afd. 1, nr. 686) ingetrokken zijnde, maakt geen deel
meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 856) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 737) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 857) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder (Gemeenteblad afd. 1, nr. 740) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De motie-Ceder(Gemeenteblad afd. 1, nr. 854) ingetrokken zijnde, maakt geen
deel meer uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement en de volgende
moties zijn ingekomen:
130° Amendement van de leden Ceder, Boomsma, Van Soest, Kilig,
Bloemberg-lssa, Simons, Nanninga en De Grave-Verkerk inzake de Voorjaarsnota 2019
(investeringen OBA Next naar mantel- en jeugdzorg, (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1247)
Besluit:
-__op pagina 7 de volgende zinsnede te schrappen:
‘en OBA Next, een bibliotheek op de Zuidas die zich richt op innovatie,
mediawijsheid en digitale inclusiviteit’ en eerder in deze zin het kommateken
te vervangen door ‘en’;
-__op pagina 14 de volgende zinsnede te schrappen:
‘en voor het realiseren van een nieuwe openbare bibliotheek op de Zuidas
(OBA Next)’ en eerder in de zin het kommateken
te vervangen door ‘en’;
- op pagina 31 de volgende zinsnede te schrappen: ‘en de bouw van een
openbare bibliotheek op de Zuidas (OBA Next; 2020) en eerder in deze zin
het kommateken te vervangen door ‘en’;
-__op pagina 31 de volgende zin te schrappen:
‘Ín totaal gaat het om 40,9 miljoen euro in 2020, 47,4 miljoen euro in 2021 en
80,5 miljoen euro in 2022.’
-__op pagina 37 de alinea over OBA Next in zijn geheel te schrappen;
-__op pagina 40 de volgende beheersmaatregel te schrappen:
‘Verruiming van de startzorg termijn, waarmee langere wachttijden worden
toegestaan.”
-__op pagina 41 de volgende zinnen te schrappen:
‘Daarnaast worden twee kleinere maatregelen getroffen. Dit zijn het
verminderen van de bijdrage aan onderzoeken inzake jeugdproblematiek (0,2
miljoen euro structureel vanaf 2020) en het verlagen van het budget voor
OKT -huisvesting (0,3 miljoen euro structureel vanaf 2019)’
-__op pagina 42 de volgende zinnen te schrappen:
17
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
‘We stoppen met het mantelzorgcompliment en versoberen de subsidies op
mantelzorg en vrijwillige inzet. Dit zorgt voor een besparing van 0,4 miljoen
euro per jaar in 2019 en 2020 en 1,4 miljoen euro structureel vanaf 2021
-__op pagina 89 in de eerste zin bij het kopje ‘Lasten’ de zinsnede ‘dalen met 0,4
miljoen euro in 2019’ te schrappen en het getal 0,2 te vervangen door 0,8;
-__op pagina 89 de volgende zin te schrappen:
‘De lasten dalen in 2019 en 2020 met 0,4 miljoen euro per jaar en vanaf 2021
met 1,4 miljoen structureel doordat we stoppen met mantelzorgcompliment en
we de subsidies voor mantelzorg en vrijwillige inzet versoberen.’
131° Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota 2019 (Japanse
duizendknoop), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1272)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- de financiën die voor de Japanse duizendknoop beschikbaar worden gesteld
te ramen op een begroting die voldoende is voor één jaar werkzaamheden;
-__naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek van de Provincie nader
te besluiten of en hoeveel de gemeente in het vervolg beschikbaar dient te
stellen.
132° Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota 2019 (Kosten opruimen
drugsafval), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1258)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een beroep te doen op de Provincie Noord-Holland en/of het Rijk om te
komen tot een compensatieregeling voor gevaarlijk afval.
133° Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota (Walstroom in
Amsterdamse haven), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1268)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
-__ voldoende walstroomfaciliteiten en infrastructuur te realiseren zodat
cruiseschepen op termijn op walstroom kunnen draaien in de Amsterdamse
haven;
- bij het Rijk te pleiten voor een vrijstelling van de energiebelasting zodat
walstroom belastingvrij wordt of een korting ontvangt.
134° Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota 2019 (Weigering uit de
opvang), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1307)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- een persoon die geweigerd wordt gewezen wordt op alternatieve
mogelijkheden voor tijdelijke opvang;
- deze uitleg desgevraagd altijd op schrift wordt meegegeven;
- een ieder die de toegang tot de opvang wordt ontzegd hierbij motivering krijgt.
18
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
135° Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota 2019 (Overlast
Singelgracht), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1271)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- vast te leggen dat de Singelgracht inclusief de wallenkanten in Zuid en West
gerekend worden tot het centrum als in de nota wordt gesproken over
centrum.
De VOORZITTER: Dan is hiermee een einde gekomen aan de tweede termijn van
de raad. We gaan even schorsen om het college de gelegenheid te bieden de nieuwe
moties van een preadvies te voorzien.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor enkele minuten.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Voorzitter: burgemeester Halsema
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kock.
Wethouder KOCK: Laat ik beginnen met dank zeggen aan de raad voor de
complimenten die ze heeft gemaakt en die wij terstond hebben overgebracht aan de
mensen aan wie we dit te danken hebben. Die zitten niet achter deze tafel en die staan
niet achter dit katheder, maar dat zijn de ambtenaren die hieraan hebben gewerkt. Die
zorgen er inderdaad voor dat jaarlijks die P&C-producten een stukje beter worden. Ook
dank aan de raad voor het constructief meedenken in de vorm van een groot aantal
moties en amendementen. Dat bedoel ik niet cynisch. Je hebt natuurlijk wel eens dat je
als college denkt, ach, maar over het algemeen waarderen we oprecht dat er heel
intensief en heel constructief wordt meegedacht door de raad al hoef je het niet altijd
helemaal eens te zijn. Er is eigenlijk maar een beperkt aantal vragen gesteld dat direct
betrekking heeft op laat ik het maar even noemen het financiële gedeelte van deze
Voorjaarsnota. Daarover is natuurlijk in commissies ook al veel gepraat. Ik wil er twee
zaken kort uitlichten voordat ik iets over OBA Next zeg en dan naar de preadvisering ga.
Wat deze Voorjaarsnota laat zien, is ondanks het feit dat je een heel lastig
financieel plaatje hebt met een aantal tegenvallers, aanzienlijke tegenvallers, dat je toch
een degelijk financieel beeld kunt neerzetten als je maar jaar in jaar uit probeert de
financiële systematiek van zo’n begroting wat robuuster te maken. Dat hebben we denk ik
de afgelopen jaren gedaan en ook dit jaar weer. Compensatie nominaalsystematiek,
areaalsystematiek, de renterisicobuffersystematiek en ook nu werken met een
investeringsplafond en op die manier proberen we die begroting scherper en beter te
maken. We komen over de invulling daarvan nog uitgebreid te spreken. Er is het een en
ander gezegd over de tegenvaller die in de Meicirculaire zit en hoe we daarmee nu
moeten omgaan. Hoe we daarmee moeten omgaan, dat weten we nog niet. Daarover ga
ik van de zomer eens nadenken. Dat is trouwens niet helemaal waar. Ik heb daarover
natuurlijk al nagedacht. Maar het is wel degelijk mogelijk dat op te vangen gezien het feit
19
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
dat die begroting zo robuust is op dit moment. Hoewel het natuurlijk een tegenvaller is,
hoeven we daarvan niet meteen in paniek te raken. Het is wel zo, en dan kom ik bij een
concrete vraag van mevrouw Roosma, dat die trap-op-trap-afsystematiek en we gaan dus
nu de trap af, heel vervelend is. Dat zit ‘m niet alleen maar in het feit dat het tot
tegenvallers leidt, maar het zit ‘m in de onzekerheid die het met zich meebrengt, de
fluctuatie. Uiteindelijk als je het meerjarig bekijkt, maakt het niets uit. Wat nu een
tegenvaller is, althans, voor zover het te maken heeft met onderbestedingen vanuit het
Rijk, dat is over een of twee jaar weer een meevaller omdat het dan alsnog wordt
uitgegeven. Dat geldt schuift het Rijk gewoon vooruit. Het is alleen heel vervelend omdat
het tot allerlei onzekerheden leidt. Nu staat die trap-op-trap-afsystematiek niet ter
discussie omdat daarover heel verschillend wordt gedacht. Er zijn heel veel gemeenten in
Nederland die dat best een goede systematiek vinden. Ik zeg heel eerlijk dat ik er zelf mijn
twijfels over heb. Dat is een gesprek dat we zouden moeten voeren in VNG-verband de
komende twee jaar in de aanloop naar een nieuwe Kabinetsformatie, want het is een
systeemwijziging die echt bij een regeerakkoord moet worden geregeld. Dus ik weet niet
precies of dat ervan gaan komen. Als ik die gesprekken ga voeren, dan vind ik het fijn
input van de raad te krijgen dus we kunnen er een keer in de raadscommissie Financiën
over praten. Ik zal daarvoor zorgen door een notitie voor te leggen op basis waarvan we
dat gesprek kunnen voeren. Dat gaan we dan in het najaar doen en dan kunnen we ook
praten over de herziening van het gemeentefonds. Dat is iets wat wel sowieso gaat
gebeuren. Het Rijk, het ministerie van BZK werkt momenteel aan herziening van die
systematiek. Daarin zit een aantal elementen. Dat gaat om het sociaal domein, de
verdeelmodellen die worden herzien, maar dat gaat ook om de kern van het
gemeentefonds. Er zitten op dit moment 60 maatstaven in. Dat moet ook worden herzien.
Het gemeentefonds is in stukjes gedeeld. Er zitten clusters in. Die gaan anders worden.
Het is allemaal razend ingewikkeld maar wel heel belangrijk en het kan potentieel ook
voor herverdeeleffecten zorgen tussen bijvoorbeeld grote en kleine gemeenten. We
hebben daarbij dus ook een direct belang. Kortom, dat is een belangrijk onderwerp dat ik
graag in het najaar in de raadscommissie Financiën op basis van een brief van het
college met u bespreek.
Dan is er het nodige gezegd over schuld en solvabiliteit. Daarover hebben we het
in de commissie gehad en daarover wil ik nu niet verder uitweiden behalve door te zeggen
dat het altijd iets is om goed in de gaten te houden. Op dit moment zie ik geen aanleiding
voor zorgen.
Dan iets over de OBA Next. Daarover is heel veel gezegd. Ik heb even zitten
twijfelen of ik er zelf ook nog iets over zou zeggen, maar ik doe dat toch. Mijn beeld van
Amsterdam en van hoe we deze stad besturen, is niet gebaseerd op het laatste jaar of op
de laatste vijf jaar dat ik erbij betrokken mocht zijn, maar dat is gebaseerd op het beeld
dat ik heb van het Amsterdamse bestuur en hoe we deze stad samen bouwen in de
afgelopen vijftig jaar al lette ik de eerste tien jaar van mijn leven niet zo goed op en had ik
er niet zo veel oog voor, maar daarna eigenlijk wel. We proberen altijd een inclusieve stad
te bouwen. Door de heer Biemond en mevrouw Roosma zijn daarover bijna poëtische
woorden gesproken. De stad als gehele ruimte. Dat is hoe ik Amsterdam zie. Vandaar ook
dat de Noord/Zuidlijn niet stopt op het Centraal station maar in het noorden van
Amsterdam-Noord. Vandaar ook, ik noem maar wat, dat Amsterdam een kwart meer
uitgeeft per kwetsbare dan de andere grote steden. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
Dus wij kijken niet naar de stad — althans, dat hebben we nooit gedaan — als een stad
waarin je de ene keer iets in de ene wijk bouwt en de andere keer iets in de andere wijk.
We kijken naar de stad als een geheel. En als je dat doet, dan zie je op dit moment dat er
20
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
in heel veel stadsdelen, in heel veel delen van de stad behoefte is aan investeringen,
maar ook op de Zuidas. Dat is een stadsdeel waar op dit moment geen enkele culturele
voorziening is. Vandaar ook dat de raad vijf jaar geleden al in de Visie Zuidas heeft
gezegd dat daar een culturele voorziening moet komen. Vandaar ook dat de raad bij grote
meerderheid in mei heeft besloten 300.000 euro uit te geven voor een vooronderzoek
vooruitlopend op het investeringsbesluit aan het einde van het jaar. Dus dat is de stad die
we willen bouwen. Nog een ding daarover. Ik snap dat je in zo'n debat als dit
gepassioneerd raakt en probeert scherpe bewoording te kiezen, maar ik vind het jammer
en ik probeer het zo vriendelijk mogelijk te zeggen, als er dingen gezegd worden die niet
kloppen. Dingen die echt helemaal niet kloppen. Dus als er wordt gezegd dat we in Noord,
in Nieuw-West en Zuid-Oost meer uitgeven aan culturele voorzieningen dan aan die OBA
Next, dan is dat heel bijzonder. Alleen al De Meervaart die ook in deze Voorjaarsnota
staat, en dat is er nog maar eentje, kost meer dan die OBA Next. Dus het klopt gewoon
niet. Het hele beeld dat er hier voor iets exclusiefs wordt geïnvesteerd in een bepaalde
wijk wat we in de rest van de stad nooit zouden doen, dat is absoluut niet correct. Dat
klopt gewoon niet. Ik vind het jammer als dat beeld dan wordt neergezet. Dat wilde ik er
even over kwijt en dan heeft u mij ook een keer gezien in een modus die iets meer is dan
puur cijfermatig.
Dat brengt mij bij de moties en amendementen. U mag daaruit afleiden dat het
college de moties die over OBA Next gaan, negatief preadviseert. Motie nr. 929 van de
heer Bakker over grote ketens aan banden leggen. Die wordt ontraden omdat in het
coalitieakkoord al is opgenomen hoe wij dit gaan doen. Die is dus overbodig.
Dan motie nr. 930 ook van de heer Bakker. Die wordt ook ontraden. Die gaat over
goedkeuring door de buurt van de invulling van leegstaande winkelpanden. Dat kan
natuurlijk niet. Daar gaan particuliere eigenaren zelf over.
Dan motie nr. 918 van mevrouw Grooten over de trap-op-trap-afsystematiek. Die
gaan we ontraden. De koppeling die in de motie wordt gelegd tussen de trap-op-trap-af en
bijvoorbeeld de decentralisaties, die zien wij niet zo. En ook de constatering dat die
systematiek waaraan weliswaar allerlei nadelen zitten, leidt tot minder geld, dat is nu zo
maar niet over drie jaar. Het geld komt alsnog wanneer het Rijk meer gaat uitgeven. Je
moet heel erg oppassen met zo’n argumentatie. Daar komt nog bij dat wij nu in VNG-
verband maar we zullen dat deels ook in G4-verband doen, met het Rijk in gesprek gaan
over die herziening van het gemeentefonds om te proberen onze belangen zo goed
mogelijk geïmplementeerd te krijgen. Dan helpt het niet als we deze scherpe motie
aannemen om het Kabinet aan te spreken op iets wat net niet helemaal zorgvuldig is
geformuleerd. Ik heb al aangegeven dat we hierover in de raadscommissie Financiën
uitgebreid het gesprek gaan voeren.
Motie nr. 915, OBA Next, die gaat mijn collega Moorman preadviseren.
Dan motie nr. 1287 van mevrouw Poot over de mkb-toets. Daartegen heeft het
college geen bezwaar, maar daar zit de qualifier bij dat we gaan kijken hoe we dit zouden
kunnen gaan doen waarbij ik hoop dat mevrouw Poot ons de ruimte wil geven om breed
te kijken hoe we dat kunnen invullen. Er zijn ook manieren om dit in te vullen die tot een
enorme bureaucratie, red tape en een grote belasting leiden, dus ik zou wel de
mogelijkheid willen hebben om op een praktische manier te kijken hoe we dit dan zouden
kunnen doen.
Dan motie nr. 1273 over walstroom. Ik heb de motie niet voor me liggen, maar die
wordt ontraden. Daarvoor hebben we vast goede redenen maar die kan ik zo snel even
niet bedenken omdat ik de motie niet voor me heb liggen.
21
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
Motie nr. 896 over goed werkgeverschap op de cruise- en riviercruiseschepen.
Geen bezwaar.
Motie nr. 934 van de heer Biemond c.s. Geen bezwaar. Dat is de motie over het
versterken van de buurteconomie.
Motie nr. 1281 over de fossiele haven. Het zou mooi zijn als dat zou kunnen in
2025, over zes jaar volledig fossielvrij, maar dat is helaas een brug te ver. Dus ontraden.
Dat brengt mij aan het einde van mijn bijdrage.
(De heer TORN: Gaat een ander lid van het college amendement 1291
preadviseren over die post internationalisering®)
Ik denk dat een ander lid van het college dat gaat doen want anders had die wel
op mijn lijstje gestaan. Het is wethouder Moorman die dat gaan preadviseren, dus ik zou
het echt niet durven er nu iets over te zeggen. Ik denk dat het wel goed komt.
(De heer VAN LAMMEREN: Over hetzelfde amendement 1291. Dat gaat
namelijk over hoe correct het amendement financieel gezien is. Gaat
wethouder Moorman dat dan ook doen? Ik zou daarover graag de mening
van de wethouder Financiën horen.)
Ik kan er heel kort iets over zeggen. Ik heb het amendement niet voor me liggen,
maar volgens mij wordt er een post, iets met internationaal onderwijs, aangewezen als
dekking. Het zou zo maar zo kunnen zijn dat de wethouder Onderwijs gaat aangeven dat
daar ruimte in zit en dan kan dat geheralloceerd worden zonder dat dat een budgettair
probleem oplevert.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Groot Wassink.
Wethouder GROOT WASSINK: Ik kan het kort houden want er zijn mij geen
vragen gesteld. Ik heb slechts wat moties te preadviseren.
Motie nr. 1298 en 1299, beide van het lid Nanninga, die ontraad ik.
Motie nr.1238 van het lid Flentge en Roosma over briefadressen in Zuid-Oost en
Noord, daarmee kan ik instemmen, dus die krijgt een positief preadvies.
Motie nr. 1240 van het lid De Heer inzake dienstverlening aan Nuggers, daarmee
kan ik ook instemmen, dus een positief preadvies.
Motie nr. 1282 van het lid Simons inzake mannenemancipatie is ook vanwege de
dekking vrij ingewikkeld. Dat is volgens mij een herbestemming van het rekeningresultaat.
Maar ook inhoudelijk zou ik die willen ontraden.
(Mevrouw NANNINGA: Ik zou graag een motivatie hebben van de
wethouder voor dat negatieve preadvies op motie nr. 1299 over de
excuses.)
Ik vind het vooral prematuur. Het initiatiefvoorstel is ingediend; er is nog geen
bestuurlijke reactie. Ik zou daar niet op vooruit willen lopen.
(Mevrouw NANNINGA: Dus het is een procedureel negatief preadvies en
niet zo zeer inhoudelijk?)
Ja.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Moorman.
Wethouder MOORMAN: Een hele lijst met nieuwe moties en amendementen dan
wel accentmoties. Ik heb zo’n vermoeden dat u allemaal vragen heeft over amendement
22
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
nr. 1291, dus die houd ik even vast tot aan het einde. Het is altijd leuk een spannend stuk
aan het eind te hebben.
Motie nr. 937 van mevrouw Simons, dank voor uw aanpassing, positief.
Motie nr. 939van mevrouw Simons c.s, dank voor de aanpassing, positief.
Motie nr. 1239 van de heer Flentge, dank voor de aanpassing, positief.
Motie nr. 1241 van mevrouw De Heer, dank voor de aanpassing, geen bezwaar.
Motie nr. 1243 van mevrouw Bloemberg-lssa. U had het vast wel verwacht.
Daarover kan ik niet positief zijn.
Motie nr. 1264, ook van u over afvalscheiding op scholen. Die krijgt wel een
positief preadvies.
Motie nr. 1246 van mevrouw Nadif. Geen bezwaar.
Dan de vandaag ingediende dan wel gewijzigde moties. Motie nr. 1294 van het lid
Rooderkerk. In principe geen bezwaar mits ik het zo kan lezen, dat wij dus inderdaad
willen dat er installaties zijn op de scholen waar dependances komen. Indien dat niet zo
is, dan wel volgens dezelfde financieringssystematiek zoals we die nu hebben. Ik zie u
knikken. Dan heb ik geen bezwaar.
Dan motie nr. 935; ik begrijp dat de heer Taimounti een accentmotie heeft
ingediend omdat de leden Ceder, Simons en Kreuger er nu niet meer onder staan en
alleen uw naam. Ik begrijp dat u zegt dat kinderen overal naar school moeten kunnen.
Maar wij weten van de scholen in Zuid dat daar kinderen vanuit alle windstreken naartoe
kunnen komen. De reden dat er veel scholen in Zuid zijn, is omdat het een beetje in het
midden van de stad ligt. Het is niet zo bij de middelbare scholen dat de afstanden kort
zijn. Soms zijn afstanden heel lang en gaan kinderen in een heel ander stadsdeel naar
school. Wat we wel belangrijk vinden, is dat in elk stadsdeel alle verschillende niveaus
worden aangeboden. Dat hebben we ook met de OSVO afgesproken. Dat doen we ook
en dat nemen we mee in de strategische agenda. Die heeft u ook voorgelegd gekregen.
Motie nr. 1284 van mevrouw Temmink c.s. over OBA Next-cursussen
laaggeletterden. Wij doen veel met bibliotheken voor cursussen laaggeletterden. Ik weet
ook dat ik een beperkt budget heb van 7 miljoen euro dat weliswaar een verdubbeling is
van het Rijksgeld erop. Ik zal het dan wel daarbinnen moeten doen want u geeft me er
geen extra geld bij. Als u dat goed vindt, dan heb ik geen bezwaar. Dan vind ik het zelfs
heel mooi.
Dan hebben we nog het amendement van de heer Kreuger, nr. 1237. U wilt meer
geld voor hetzelfde doel. Dat vind ik op zich prachtig, maar we kunnen niet instemmen et
de dekking.
En motie nr. 1308 van mevrouw Simons over de huisuitzetting. U weet wellicht dat
er laatst een motie is ingediend door de VVD om extra onderzoek te doen naar
huisuitzettingen bij particuliere eigenaren. Die heb ik graag positief gepreadviseerd.
Daarmee zijn we nu bezig. Ik wil graag uw doelgroep daarbij betrekken. In die zin is de
motie dus overbodig. Ik ontraad de motie omdat die overbodig is. Ik heb dat al aan de
VVD weggegeven.
En dan komen we bij amendement nr. 1291, het amendement dat zegt geld weg
te halen bij de onderwijsbegroting. Kan het, dat was de vraag die ook net weer werd
gesteld. Het is zo dat er voor de internationalisering van het onderwijs 720.000 euro is
neergezet op een programma dat is afgelopen. Daar staat structurele financiering
tegenover. Dus in die zin kan het. Ben ik daar gelukkig mee? Nee. Er zijn natuurlijk altijd
zaken binnen de onderwijsbegroting die ook geld nodig hebben. Ik denk bijvoorbeeld aan
thuiszitters waar we op dit moment neigen naar een overschrijding van het budget. Daar
wil ik het graag aan uitgeven. Dus ik heb hier echt een zeer negatief preadvies op
23
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
(De heer TORN: Dus het college geeft echt een negatief preadvies op
amendement nr. 1291. Kunt u dan precies aangeven wat er niet zou
kunnen? U zegt dat u dan heel veel andere dingen niet kunt doen met die
720.000 euro. Kunt u daarvan wat voorbeelden geven?)
Ik heb u net een voorbeeld gegeven. Ik zie die overschrijding aankomen. Als
wethouder hebben we de opdracht om onze eigen begroting gewoon rond te krijgen aan
het einde van het jaar. Dat betekent dat je binnen die begroting af en toe ook wat moet
schuiven. Ik heb aan het begin van het jaar ook rekening gehouden met dit bedrag in de
wetenschap dat dit programma zou aflopen en wetende dat ik op andere onderdelen nog
wel een probleem zou tegenkomen, bijvoorbeeld op thuiszitters maar ook op
schooltuinen. Dat moet ik dan op een andere manier oplossen. Dus daarmee ben ik niet
gelukkig.
(De heer TORN: Ik snap dat heel goed en ik denk ook dat dat heel
vervelend is. Ik was ook wel benieuwd naar wat dat concreet betekent.
Zou u misschien toch eens op een rijtje kunnen zetten? Mocht het
amendement worden aangenomen, dan kunnen we daarover op een later
moment een keer discussiëren. Ik begrijp uw probleem heel goed. Ik ga
ervanuit dat de raad misschien uw negatieve preadvies wel wil volgen.
Maar als dat niet zo is, dan zou ik dat heel graag in een brief zien, zodat
we na het reces daarover met elkaar kunnen spreken. Zou u die brief
willen toezeggen.)
Het is uw begroting en wij zetten het altijd op een rijtje. Dat heet de
achtmaandsrapportage. Daarin zult u het dan tegenkomen. Ja, dat is het.
(De heer VAN LAMMEREN: Complimenten aan de wethouder.)
Dank u wel.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Ivens.
Wethouder IVENS: Ook ik zal de moties langsgaan. Eén motie, daarop vroeg de
heer Hammelburg nog een aanvullend advies. Dat gaat om motie nr. 784, niet gewijzigd.
Die heeft u ingediend voor een projectteam middenhuur. Kijk, we hebben op zich
voldoende capaciteit voor zowel het beleid maken als in de uitvoering om met de
middenhuur aan de slag te gaan. Dat beleid hebben we vorm gegeven; dat zijn we aan
het uitvoeren. Als we deze motie aannemen, dan wijzigt dat niet echt. Het betekent dat je
tegen dezelfde mensen zegt, gefeliciteerd, je hoort nu bij een projectteam middenhuur.
We hebben er dan misschien iets meer bureaucratie erbij, maar dat voegt in de uitvoering
niet veel extra’s toe. Dus motie nr. 784 wordt ontraden.
Dan heeft mevrouw Bakker de wethouder op een foutje betrapt. U constateerde in
de Voorjaarsnota dat het namenmonument op een gekke plek in de Voorjaarsnota werd
neergezet. Dat constateerde u al en dat klopt ook, want de meeste monumenten staan
niet in het programma Groen. Toen gaf ik in het preadvies aan, en dat zat in de
spraakverwarring tussen de hoofdstukken en de paragrafen, dat het amendement niet
klopte en aanpassing vergde. Maar u had het wel goed verwoord, dus amendement nr.
716 hoeft u niet meer te wijzigen, maar kan rekenen op geen bezwaar vanuit het college.
Dan motie nr. 933 van de heer Van Dantzig, geen Amsterdams dak onbenut. Dat
heb ik in de raadscommissie al toegelicht: geen bezwaar.
Motie nr. 924 van mevrouw Naoum Néhmé over gemengde ontwikkelbuurten.
Ook dat hebben we in de raadscommissie besproken. Ik heb beargumenteerd dat ik niet
eenzijdig aan gemengde buurten wil gaan werken in ontwikkelbuurten. We hebben juist
24
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
woonruimte nodig voor lage inkomens en aan die evenwichtigheid doet deze motie geen
recht. Dus motie nr. 924 wordt ontraden.
Motie nr. 925 van mevrouw Naoum Néhmé, expertwerkgroep voor het aanjagen
van de woningbouw. Dat aanjagen van de woningbouw loopt als een gek. Die
woningbouw gaat op zich goed. We voelen wel allemaal de spanningen. We voeren heel
veel overleg met bouwers en ontwikkelaars en we krijgen ontiegelijk veel adviezen
binnen. Vandaag zagen we weer De Nederlandsche Bank met adviezen komen. De
knelpunten zijn op zich redelijk scherp in beeld, maar de meeste oplossingen liggen niet
alleen bij ons. Het is vaak echt stadsoverstijgend. Ik kan heel weinig met een
expertwerkgroep. Dus ik ga deze motie ontraden.
Dan motie nr. 1286 van de heer Van Schijndel. De motie heet verwarrend in de
naam ‘Geef onze jeugd een kans’ over woningdelen. De verordening ligt nu in de inspraak
en die komt nog naar de raad. Ik ontraad de motie al vanwege de procedure. U bent nog
aan zet. Daarnaast vind ik de titel ook verwarrend. De jeugd een kans geven betekent ook
dat je de jeugd niet zo maar op straat moet kunnen zetten. Daarom wil je juist die
jongeren woonrechten geven en daarom hebben wij nu voorgesteld het te doen. Maar ik
zie uit naar het debat dat we nog gaan voeren als de huisvestingsverordening bij u komt.
Deze motie is in ieder geval te vroeg, dus ontraden.
Dan de motie nr. 1302 van de heer Kreuger over geen harde eis duurzaamheid bij
bouw door woningcorporaties om dat in de nieuwe prestatieafspraken op te nemen. Wij
streven er bij de nieuwe prestatieafspraak naar om zo dicht mogelijk bij de gemeentelijke
inzet te komen. Daar horen zeker die duurzaamheidseisen bij die hard nodig zijn dus die
motie zal ik ontraden.
Dan ben ik aangekomen bij motie nr. 921 van de heer Van Schijndel over
huisvesting statushouders samen met andere gemeenten. Daarover hebben we het al
heel erg vaak gehad. Als het gaat om de statushouders die we als Nederland moeten
opvangen, dan proberen we dat zo eerlijk mogelijk te verdelen. Dan wordt er niet alleen
gekeken in de systematiek in de woningmarkt, maar ook naar de samenleving en de
arbeidsmarkt. Toen is uiteindelijk de oplossing geweest het naar inwoneraantal te doen.
Dat is het afwegingskader dat er is en daaraan werken wij in Amsterdam volmondig aan
mee. Dus motie nr. 921 is ontraden.
(De heer KREUGER: Hoe gaan die corporaties dat dan betalen?)
Dat is precies de bouwsteen waarmee we de komende tijd zitten. Ik noemde dat
al heel even bij de mondelinge vragen die we vandaag bespraken dat er een uitdaging zit
in de investeringscapaciteit van de corporaties. Ik denk zo maar dat wij bij de
gemeentelijke inzet meer vragen dan wat de corporaties met elkaar exact, financieel
helemaal kunnen regelen. Maar dan is het wel een kader van integraal afwegen wat ze
niet gaan doen. Die duurzaamheidseisen zijn voor ons ook onwijs belangrijk naast de
bouweisen, naast de betaalbaarheidseisen. Daarover zal ik de komende tijd zo goed
mogelijk integraal afwegen indachtig dat afwegingskader dat het college heeft opgesteld
en dat we in december of januari hebben besproken.
Dan ben ik bij amendement nr. 1293 aangekomen van de heer Van Dantzig c.s.
Daar wordt gesproken over een dekking van 500.000 euro uit de reserve bouwstimulering.
Deze geldschuif, ik weet niet zeker of het wel echt zo verstandig is om uit een reserve iets
te halen terwijl de opdracht nog niet is afgerond. Die opdracht, 2.700 tijdelijke woningen
bouwen, die willen we nog graag gaan doen. Het college heeft ervoor gekozen om een
andere Voorjaarsnota voor te stellen zonder deze geldschuif, dus amendement nr. 1293
willen wij ontraden.
25
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
Dan motie nr. 1261 van mevrouw De Heer c.s. over werk in de openbare ruimte
minder aanbesteden. Die is aangepast conform preadvies, dus geen bezwaar.
Motie nr. 1250 van mevrouw Bloemberg-lssa c.s. over kinderen niet meer buiten
spel is ook aangepast. Geen bezwaar.
Motie nr. 1259 van mevrouw Bakker over groenslingers en smalle straten,
conform preadvies aangepast, geen bezwaar.
Motie nr. 1260 van mevrouw Nadif over de waardering van het groen. Het college
is tevreden met de aanpassingen; geen bezwaar.
Motie nr. 1258 van de heer Ceder over kosten opruimen drugsafval. Misschien
zeg ik dit wel namens de burgemeester, want ik weet niet precies bij wie deze motie hoort.
De motie is aangepast conform het preadvies, dus geen bezwaar.
Amendement nr. 1272 van de heer Ceder over de Japanse duizendknoop. We
hebben de echte achterstanden bij het bestrijden van de Japanse duizendknoop in kaart
gebracht en dat programma willen we nu voortvarend aanpakken. Ik zou het heel mooi
vinden als de Provincie wil meebetalen, maar als ik het Provinciaal Akkoord lees, dan zie
ik die grote bakken met geld niet staan. Ik reken me niet zo rijk als dat u doet. Het lijkt me
goed als we nu die voortvarende aanpak doen. Dus ontraden.
Dan tot slot de motie nr. 1296 van het lid Mbarki c.s. over de Amsterdamse
bezemwagen. Ik vind het een prima doel, maar ik vind de dekking wat onzeker. Dus ik wil
deze motie ontraden.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Kukenheim.
Wethouder KUKENHEIM: Er is veel gesproken over mantelzorg; althans, er is
heel veel gesproken over de OBA Next. We hebben wel veel gesproken over mantelzorg
en dat hebben we in de commissie gedaan. Daar heb ik toegelicht hoe de afweging van
het college is geweest vanuit de blik op de integrale opgave die we hebben om onze
totale gemeentebegroting sluitend te maken. Ik heb u daarover ook nog een brief
gestuurd en ik heb een toezegging gedaan om nog een brief te sturen om meer het
inhoudelijke beleid van de mantelzorg toe te lichten. Het college en deze raadsleden
verschillen niet in de opvatting en waardering die we hebben voor mantelzorgers in deze
stad. We weten dat ze een onmisbare schakel zijn en daarom laten we de structurele
structuren in de stad onaangeraakt. Er zijn geen vragen meer over gesteld. Ik wil wel even
de complimenten incasseren die raadsbreed zijn gegeven voor de keuze van het college
om toch de gaten in de begroting van zorg en jeugdzorg te dichten. Daarmee springt het
college voor een groot deel in het gat dat het Rijk opwerpt of nalaat te vullen. Maar het
gaat daarbij om de meest kwetsbare Amsterdammers, dus ik ben heel blij dat die keuze
op steun kan rekenen.
Het CDA heeft gevraagd toch nog even terug naar die begroting van jeugdzorg in
het bijzonder te gaan, een beetje inzoomen op wat er nu precies gebeurt. Aan de ene
kant zie je dat de begroting behoorlijk is opgeplust ten opzichte van de begroting van
2019. Als je dan kijkt naar het resultaat 2019 waar we natuurlijk een enorme
overschrijding hadden, dan is het ook weer niet zoveel. Dus we brengen het inderdaad
terug ten opzichte van het resultaat en we gaan die overschrijdingen terugbrengen maar
we beginnen wel een stuk hoger dan in 2019, zo’n 16 miljoen euro, omdat we weten dat
er een groei is en dat er sprake is van zwaardere zorg. Hoe kan het dan dat we toch terug
kunnen in die overschrijding minder groot maken? Dat heb ik u toegelicht. Dat zit in de
aanvullende maatregelen. Dat zit ‘m in een aantal systeemveranderingen. U moet zich
voorstellen dat we bijvoorbeeld duur verblijf eigenlijk hebben gespreid over een aantal
26
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
tarieven dat daarmee al die tarieven hoger maakt terwijl je dat ook bij elkaar kunt zetten.
Het klinkt een beetje technisch, maar dat maakt eigenlijk dat je verblijf eruit haalt en
daarmee je kosten naar beneden brengt. Het gaat over volumeafspraken. Nou ja, het gaat
erom dat je in breedtetarieven beter kijkt naar wat voor zorg mensen moeten hebben. Ook
een belangrijke oorzaak van de overschrijding is het gegeven dat veel kinderen nu vanuit
de Jeugdwet worden bekostigd en van wie we eigenlijk met Z'n allen vinden dat ze in de
Woz thuishoren. Daarover zijn we in gesprek om die kinderen toch Woz-bekostigd te
krijgen. Ik zal nog vaak bij u terugkomen om u op de hoogte te houden van wat er nu
gebeurt in die begroting, maar ook de keuzes die we steeds maken. Zeker als we gaan
kijken naar 2021 waarin we de keuze moeten maken of we opnieuw gaan aanbesteden.
En ja, een groot risico in de jeugdzorg is op het moment dat je tegen de plafonds van de
afspraken aanloopt, is dat er wachtlijsten ontstaan. Dat is natuurlijk de sleutel om ook
goed in de gaten te houden. Beweging in die begroting zal ik altijd met de commissie
delen zoals we dat het afgelopen jaar ook hebben gedaan. Dus het laatste woord is
daarover nog niet gezegd.
Dan wil ik gaan naar de preadviezen van de moties en amendementen.
Amendement nr. 1297 van de heer Mbarki c.s. over sport in elke Amsterdamse
buurt. Het eerste aandachtsstreepje is eigenlijk het SHP sport; dat zou overbodig kunnen
zijn, maar het tweede aandachtsstreepje is nieuw en dat vind ik eigenlijk heel leuk. Ga nu
eens kijken wat je allemaal op daken kunt doen. Dat past heel erg bij hoe we naar de stad
kijken dus daartegen heeft het college geen bezwaar.
Dan motie nr. 932 van mevrouw De Jong c.s. over de cliëntondersteuning bij dak-
en thuislozen. Er wordt gevraagd te kijken wat daar nodig is en hoe je dan dat geheel kunt
inrichten. Betrek daar de coalitieambities bij. Daartegen geen bezwaar.
Motie nr. 1248 van de heer Kreuger over de tariefsverhoging van
sportaccommodaties. Die moet ik ontraden vanwege de dekking.
Motie nr. 1249 van de heer Kreuger over de ozb voor sportverenigingen moet ik
ontraden vanwege de dekking.
Motie nr. 1250 is een leuke motie. Wethouder Ivens heeft die al gepreadviseerd.
Motie nr. 1256 van mevrouw Temmink over het ontschotten van de verschillende
budgetten bij de wijkteams. Daarmee bedoelt u natuurlijk het ontschotten van de
gemeentelijke budgetten. Het ontschotten van bijvoorbeeld de Woz en de
zorgverzekeringsbudgetten kan ik domweg niet want daarover ga ik niet. Maar van de
gemeentelijke budgetten is het zeker de bedoeling die doorontwikkeling van de wijkteams
dus daartegen heb ik geen bezwaar.
Motie nr. 917 van de heer Boomsma is een motie over voorlichting over lachgas.
Ik heb u erin meegenomen dat er twee belangrijke onderzoeken lopen naar de werking
van lachgas en ook naar hoe we daarmee moeten omgaan. Dat zijn nationale
onderzoeken. Ik vind dat heel belangrijk want er zijn nogal wat aannames die gaan over
lachgas. Op het moment dat je wilt intensiveren in voorlichting etc. moet je echt weten
waarover je het hebt en waarop je je moet richten. Die onderzoeken zou ik dus echt willen
afwachten. Daarnaast heeft het college al eerder gezegd dat een publiekscampagne bij
het meeste drugsgebruik een onverstandig idee is met uitzondering van uitzonderlijke
gevallen zoals een giftige cocaïne op de markt die dodelijk is. Je brengt jongeren eerder
op het idee om het te gaan gebruiken dan dat je ze er vanaf houdt. Dus deze motie wil ik
ontraden.
(De heer BOOMSMA: We vragen nu ook niet om een publiekscampagne.
Het gaat erom dat we inmiddels wel weten of dat er hele sterke
aanwijzingen zijn dat het gebruik van lachgas leidt tot neurologische
27
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
schade. Het is ongelooflijk belangrijk dat je zo snel mogelijk hulp zoekt en
vitamine B12 kunt slikken omdat het dan nog reversibel is en anders niet.
Wij zeggen dus dat de voorlichting niet alleen op de ouders gericht moet
zijn, maar je moet ervoor zorgen dat mensen op de hoogte zijn als ze dit
doen en tegen die problemen aanlopen, dat ze snel hulp zoeken. Zo veel
weten we inmiddels toch wel.)
Ik blijf bij mijn standpunt dat ik vind dat je heel secuur moet zijn in hoe je dit soort
voorlichting aanvliegt en wat je daarbij haalt. Daarom vind ik het van belang om die twee
onderzoeken die ik u bij een eerdere motie ook op schrift heb gegeven en dat wil ik nog
wel een keer doen, af te wachten. Daar zijn veel meer handvaten uit te halen mochten wij
de voorlichtingsinstrumenten die we al hebben, op een andere manier nog eens
aanpassen.
(De heer BOOMSMA: Het is heel goed dat die onderzoeken lopen, maar
ons bezwaar op dit moment is gericht tegen de gedachte dat we elke
voorlichting alleen richten aan ouders en niet aan de gebruikers. Dat lijkt
ons onverstandig, omdat er veel jongeren zijn die misschien helemaal niet
zo in contact staan met hun ouders en het wordt ook gebruikt door
mensen rond de 18 jaar en daarboven. Het gaat er dus om dat we onze
voorlichting richten op die groep.)
Ik meen dat ik vorig jaar een grote lijst activiteiten heb genoemd die gaan over de
voorlichting aan de jeugd over drugsgebruik. Daarbij is onder andere voorlichting aan
ouders een belangrijke. Dat is heel effectief. Maar daarnaast zijn er ook andere dingen. Er
wordt bijvoorbeeld ook op scholen voorlichting gegeven. Alleen de wijze waarop je dat
doet en wat je daar vertelt over de verschillende drugs, daarbij moet je goed weten wat je
aan het doen bent. Daar lopen dus nationale onderzoeken naar en ik vind het belangrijk
die onderzoeken af te wachten voordat we een verdieping of een enorme verandering in
onze voorlichting gaan doorvoeren.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik vind dit wel ingewikkeld want de gemeente
heeft wel tests toegestaan op evenementen om XTG te testen waar ik
helemaal niet zo voor ben vanwege allerlei zaken. Maar nu zegt de
wethouder, dan brengen we jongeren op een idee. Volgens mij is dat
onzin want je kunt echt overal een ballonnetje nemen. De algemene
tendens is dat het onschadelijk is en dat blijkt dus niet zo te zijn. Daarom
snap ik de houding van de wethouder niet. Ja, het is verstandig dat we
meer onderzoek doen, maar ik begrijp de houding niet om jongeren nu
niet op de hoogte te stellen dat het gewoon gevaarlijk is.)
Ik wil heel secuur zijn en niet in aannames en algemeenheden spreken. Vandaar
dat ik het belangrijk vind. Op het moment dat ik voorlichting geef over drugsgebruik en
over specifieke drugs, dan wil ik exact en onderbouwd weten waarover ik het heb. En
daarover lopen de meningen wetenschappelijk uiteen en daarom heeft men nationaal, het
Trimbosinstituut bijvoorbeeld, een onderzoek aangekondigd en dat is men aan het
uitvoeren. Ik vind het belangrijk de uitkomsten van dat onderzoek even af te wachten en
dan te kijken wat eruit komt en of dat handvaten biedt om ons beleid aan te passen. Ik
vind dat verstandig. Bagatelliseer ik daarmee het gebruik? Zeker niet, want onze lijn is
altijd dat je onder de 18 jaar zeer terughoudend moet zijn met drugsgebruik. Ik heb dit hier
eerder bij de mondelinge vragen met u gedeeld en ik heb u toen bijvoorbeeld de cijfers
gegeven over hoe vaak de Eerste Hulp eraan te pas moest komen. Dat viel toen op die
ene dag wel mee, maar dat maakt niet uit. We hebben het in het vizier en de volgende
stap wil ik doen op basis van gedegen onderzoek.
28
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
(De heer CEDER: Zoals de wethouder weet, staat de ChristenUnie daar
anders in. Ook de afgelopen weken hebben we gezien dat mensen
bijvoorbeeld achter in auto's zitten en dat er heel veel brokken en
ongelukken worden gemaakt. Een andere vraag. U heeft het erover dat er
nog onderzoek moet komen over wat nu echt precies de schadelijkheid is
ervan. Kunt u de gemeenteraad meenemen in de afweging waarom
tijdens de Ajaxhuldiging, een evenement van de gemeente, lachgas
verboden is geweest op het terrein. Zou u ons kunnen meenemen in die
afweging? Dat geeft misschien wat inzicht in waarom u het soms wel
belangrijk vindt om het te verbieden terwijl u andere moties die tot
hetzelfde oproepen, ontraadt.)
Ik vind het geen probleem om bij de gemeenteraad aan te geven welke afweging
we in welke situatie maken. Ik vind het een goed idee om op het moment dat die
onderzoeken er zijn, die met u te delen en te bespreken of die aanleiding bieden om ons
beleid te veranderen of aan te passen.
(De heer CEDER: Dat vind ik fijn. We hebben een paar weken geleden
een huldiging gehad op het Museumplein. Daar is lachgas verboden
geweest. Kunt u aangeven waarom de gemeente lachgas verboden heeft
op het Museumplein?)
Ja, dat kan ik wel, maar niet op dit moment. We zijn nu bezig met 300 moties over
de Voorjaarsnota en ik vind dat het niet verstandig is om dan vanuit die context opeens in
te vliegen op ons beleid rondom de huldiging van Ajax. Ik wil daarover bijvoorbeeld even
met de burgemeester praten over de afwegingen die we daar allemaal maken. Dus het is
geen probleem om het te delen maar met uw goedvinden doen we dat niet vanavond nog
tenzij u echt de tijd heeft en met mij hierover een spoeddebat wilt voeren.
(De heer TAIMOUNTI: Ik begrijp wel wat de heer Ceder vraagt. Er is iets
verboden waarvan u heeft gezegd dat u er geen advies over kunt geven
waarom het verboden zou moeten worden. Dan kijk ik naar de motie van
de heer Boomsma en dan snap ik het eigenlijk ook niet. Als u zegt dat de
onderzoeken uiteen lopen en u er dus geen advies over kunt geven, dan
is de vraag waarom er die dag wel is gekozen om het daar te verbieden,
toch heel wezenlijk?)
Ik kom niet tot een ander antwoord. Op al het drugsgebruik geven we voorlichting.
De heer Boomsma zoomt in op lachgas en vraagt daarop iets extra’s te doen. Daarvan
heb ik gezegd, om te beoordelen of en op welke wijze dat verstandig is, wil ik het
onderzoek afwachten. Daarmee heb ik een negatief preadvies gegeven. Vervolgens
kwamen daar allerlei hele specifieke vragen over hoe wij met de huldiging van Ajax beleid
ten aanzien van drugs hebben opgelegd. Ik vind dat overigens hele legitieme vragen,
maar ik heb u al aangegeven, laat ons dat niet vanavond behandelen maar een andere
keer. Dan kunnen we dat rustig met elkaar voorbereiden. Dat lijkt mij verstandig.
(De heer TAIMOUNTI: U zegt dat u het nu niet wilt specificeren, u wilt het
breder trekken. Maar bij dat evenement is er gespecificeerd gezegd:
lachgas nee. Dus daarom gaat het hier. Ik snap waarom de heer
Boomsma zegt dat dit zo gevaarlijk is. ledereen ziet die trend.
Uberchauffeurs. Noem maar op. ledereen zit met die ballonnetjes. Het is
echt gevaarlijk wat er gebeurt. Waarom gaan we hier niet op focussen
zoals u dat ook heeft gedaan bij dat evenement op het Museumplein.)
U heeft helemaal gelijk. De vraag is heel legitiem. Ik beantwoord de vraag graag,
maar u bent het niet met mijn antwoord eens. Mijn antwoord is namelijk dat ik een
29
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
gedegen onderzoek wil om te bezien welke handvaten dat biedt om ons beleid aan te
passen. De heer Boomsma wil dat we meteen van start gaan. Nu zeg ik het een beetje
plat, maar dat is waar het op neer komt.
(Mevrouw DE GRAVE-VERKERK: De vraag brandt mij op de lippen, dus
ik meng me hier even in. Kan de wethouder een indicatie geven wanneer
de raad die uitkomsten van die onderzoeken tegemoet kan zien?)
Dat kan ik maar niet uit m'n hoofd. Ik sluit zelfs niet uit dat we die indicatie al
hebben gegeven bij de beantwoording van de vragen. Ik zoek dat even na. Als ik het niet
snel paraat heb, dan zorg ik dat de raad daarover nog schriftelijk wordt geïnformeerd. Dat
is uiteraard geen probleem.
(De heer VAN LAMMEREN: We zijn het oneens. Laten we dat even
constateren. Ik ben het niet eens met de wethouder. Maar de wethouder
zegt wel dat we gedegen onderzoek nodig hebben. Mu heb ik zojuist het
onderzoek van Trimbos van maart 2018 gelezen en daarin staat al dat op
basis van dierproeven er schade aan foetussen kan plaatsvinden. Het is
dus niet zo dat Trimbos heeft gezegd dat het ongevaarlijk is. Alleen de
mate van gevaar is onduidelijk. De motie roept duidelijk op een campagne
te starten al is het maar om op het gevaar te wijzen dat lachgas nu in
algemene zin als ongevaarlijk wordt beschouwd. Dat is de motie. We zijn
het oneens. Maar ik vind dat u een onverstandige afweging maakt en dat
wilde ik u mededelen.)
Dat is natuurlijk geen vraag. Ik wil graag het beeld rechtzetten dat ik denk dat hier
helemaal niets aan de hand is. Niet voor niets zijn we onderzoek aan het doen. Ik sta een
andere volgorde voor dan u en ik denk dat dat verstandig is. Daarnaast heb ik u zojuist
toegezegd dat we daar gewoon op een ander moment op terugkomen en dan kunnen we
dat rustig voorbereiden en dan kunnen we daar wat langer de tijd voor nemen.
Dan kom ik bij motie nr. 920 van de heer Flentge c.s. en die vraagt mensen die
economisch dakloos zijn in antikraak te zetten. Dat vindt het college wel een interessante
motie, maar daaraan zitten wel enkele haken en ogen. Het is immers de
leegstandsbeheerder die zich daarmee bezig houdt. Je moet je ervoor hoeden dat dat een
enorm bureaucratisch gedrocht kan worden ook als je moet nadenken over wie daarvoor
dan in aanmerking komen en wie niet. Het gaat over relatief kleine aantallen bij die
leegstandswoningen. Als de heer Flentge hiervan een onderzoeksmotie maakt en de
motie op die manier aanpast, dan zou het college geen bezwaar hebben.
Motie nr. 1304 van mevrouw Van Soest vraagt om huisartsen te helpen wanneer
zij een praktijkruimte zoeken. Ik zou geen bezwaar hebben tegen die motie want feitelijk is
dat wat we al doen bij de huisartsen in stadsdeel Zuid. Ik wil daarbij wel een paar
kanttekeningen maken. Het is geen verplichting; het is geen gemeentelijke plicht om
huisartsen te huisvesten, dus we gaan ze ook niet een voorrangsregeling of iets dergelijks
bieden. Het zal altijd maatwerk zijn. Maar als we in maatwerk en in die gevallen zoals we
nu ook doen, kijken of we ze kunnen helpen, dan hebben we geen bezwaar tegen die
motie.
(Mevrouw VAN SOEST: Het gaat erom dat wij vandaag of morgen tegen
de problemen aanlopen dat dit vaker gaat voorkomen. Ik ben dus tegen
verkoop van deelnamen omdat we daarmee eventueel dit soort
schrijnende gevallen zouden kunnen voorkomen. Dat is de intentie van de
motie.)
Ik neem kennis van uw standpunt. De motie gaat niet over de verkoop van
maatschappelijk vastgoed. De motie gaat meer over kijken wat je kunt doen zoals we dat
30
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
nu in Zuid ook doen. Als uw oproep is, doe dat ook in andere gevallen, dan heb ik daar
geen bezwaar tegen binnen de beperkingen die ik net noemde namelijk gewoon het feit
dat we ons er nooit toe kunnen verplichten, dat het maatwerk is, en dat het niet per se een
voorrangsregeling is. Met dat in gedachten heb ik geen bezwaar.
Motie nr. 1251 Daarin vraagt mevrouw Simons het college om structurele
financiering van de Trans Health Clinic. Die wil ik ontraden. Die kliniek valt onder de
zorgverzekeringswet en daarnaast is er geen goede dekking.
Dan motie nr. 1252 van mevrouw Simons over een onderzoek jeugdGGZ. Die wil
ik ook ontraden en dat heeft ermee te maken dat die overbodig is. We zijn al bezig met
het opzetten van onderzoek. Wil je daarvoor nog iets extra's doen, dan hoort daar dekking
bij en dat is niet het geval.
Motie nr. 1283 van mevrouw Simons vraagt om maatregelen om te kijken om een
bandbreedte in zorgtijden vanuit de pgb-financiering niet in te voeren. Die wil ik ontraden
vanwege het ontbreken van een goede dekking.
Motie nr. 940 van de ChristenUnie vraagt voor alle opvangvoorzieningen een
beschikking af te geven. Die wil ik ontraden want op het moment dat het om een Wmo-
voorziening gaat, is er sprake van een beschikking en dat moet ook. Maar dit zijn juist de
niet-Wmo-dingen, de extra voorzieningen die Amsterdam heeft. Ik zal u eerlijk zeggen, als
je het op deze manier wilt invoeren, voorzie ik grote administratieve lasten waarmee je
mensen feitelijk niet helpt en dat is echt een zware last op een operatie die al behoorlijk
onder druk staat. Dat maakt dat ik de motie op dit moment wil ontraden.
Daarmee ben ik door alle moties en amendementen heen.
De VOORZITTER: Ik meld even dat wethouder Kock vanwege een dringend
telefoontje even de zaal moest verlaten. Hij komt zo snel mogelijk terug.
(Mevrouw SIMONS: Ik was even in de war want ik heb tot op heden nog
niet meegemaakt dat er dekking moet worden gezocht voor een
onderzoeksmotie. Ik ben benieuwd waarom dat in dit geval wel zo is.)
Wij hebben bij alle moties gezegd, op het moment dat het iets is wat al speelt, dan
ontraden we het. Dan is het feitelijk niets nieuws. Dat is voor een deel aan de hand. Dat
hebben we volgens mij in een eerder preadvies al aangegeven. Als u dat niet bedoelt, dan
bedoelt u iets extra’s. Dat is dan wat ik nog kan bedenken. En iets extra's ten opzichte
van wat er nu speelt, als je daarvoor een plan wilt maken en als je met GGZ-partners om
de tafel wil en zegt, wat gaan we doen, daar zit geld aan vast en zeker in deze tak van
sport. Mijn zorgbegroting zit vrij strak in elkaar, zal ik u zeggen.
(Mevrouw SIMONS: Dat neem ik van u aan en ik kan me daar van alles
bij voorstellen. Ik kan me ook voorstellen dat u zegt, we zijn er voor een
gedeelte al mee bezig. Maar mijn logica zou dan zijn: we zijn er al mee
bezig dus we kunnen dit ook meenemen bij datgene waarmee we al bezig
zijn. Ik zie eerlijk gezegd nog steeds niet in waarom het extra geld zou
moeten kosten.)
Volgens mij is dit een accentmotie op een eerdere motie die wij hadden ontraden
omdat die voor een deel overbodig was. Dat hebben we bij alle moties en amendementen
gedaan die overbodig zijn. Dus als u zegt, we nemen de motie aan en we verwachten
geen terugkoppeling en gaat u door met uw werk, dan kan dat, maar dat zou ik u niet
aanraden omdat u daarmee uw eigen instrumentarium ondermijnt. Ik ben gewoon
consequent. Als we het al doen, is de motie overbodig. Maar het is uiteraard aan u. Als u
zegt dat wij het anders moeten zien, het is niet wat wij al doen, het is iets extra’s, dan kost
31
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
het geld. Ik vind het toch niet heel chic als ik naar GGZ-partijen in deze stad ga en zeg,
wilt u met mij eens even een plan maken om dit te gaan doen en overigens heb ik er geen
geld voor.
(Mevrouw SIMONS: Ik kan daar natuurlijk heel weinig tegenin brengen. U
weet wat u al met de partners bespreekt en in hoeverre zaken elkaar
overlappen. Ik was even van mijn à propos omdat ik een mixed message
krijg. We doen het al maar we kunnen het wel doen maar het heeft geen
dekking. Ik heb geen andere keuze dan het van u aan te nemen.)
(Mevrouw ROOSMA: Ik had eigenlijk dezelfde vraag als mevrouw Simons
omdat wij bij deze motie die wij sympathiek vonden en die het preadvies
‘wijzigen’ had, de indruk hadden dat de motie exact was gewijzigd zoals
het college had voorgesteld, namelijk om in samenwerking met de GGZ-
instellingen een plan te ontwikkelen. Kan er niet nog eens worden
gekeken of er toch nog iets mogelijk is?)
Eigenlijk geldt mijn zelfde reactie. Dat had u natuurlijk al wel zien aankomen. Ik
deel uw sympathie. Ik vind het namelijk best wel een goed idee anders zouden we zelf al
niet dit gesprek zijn gaan voeren. Dus op dat punt zit dat negatieve preadvies niet. Het zit
‘m echt in wat we doen en of we daarmee alles in die molen van moties etc. gooien. Of
bedoelt u soms iets extra's? En dat vind ik echt bezwaarlijk om met externen in gesprek te
gaan over iets waarbij ik dan echt geen geld meebreng.
(De heer CEDER: Het ging even over de motie over het weigeren bij de
nachtelijke opvang. We zitten gewoon met de situatie waarin bepaalde
mensen worden geweigerd en ik snap heel goed dat dat gebeurt. Maar
dat er geen opgave van redenen wordt gegeven, dat snap ik niet. Ik ben
niet op zoek naar een beschikking. Ik snap dat dat heel veel tijd en
administratieve lasten kost, maar we kunnen ook de situatie zoals we die
nu hebben, op lange termijn aanhouden. Er ontstaat namelijk een soort
schijn van willekeur waarbij één persoon een afweging maakt en die niet
meedeelt aan de kwetsbare persoon die onderdak zoekt. Dit is een veel
gehoorde klacht. Wij willen graag weten waarom mensen worden
geweigerd. Ik heb volgens mij niet gesproken over een beschikking, wel
over een opgave van reden. En dat kan ook achteraf. Ik snap dat het in de
hectiek op dat moment niet altijd kan. Maar bent u het niet met me eens
dat we hiervoor wel een oplossing moeten gaan zoeken juist om die schijn
van willekeur te voorkomen over wie we nu wel of juist niet toelaten tot de
nachtelijke opvang?)
Ik ben dat zeker met de heer Geder eens en in die zin neem ik het signaal van de
heer Ceder mee. Als er in de mondelinge terugkoppeling toch veel onduidelijkheid bestaat
of als dat op een manier gebeurt waarop mensen er niet goed mee uit de voeten kunnen,
dan moeten we met partijen kijken of dat niet beter kan. Dus ik dacht, misschien kunnen
we het volgende doen. We zijn zoals u weet bezig met de taskforce over de
maatschappelijke opvang maar we gaan ook nadenken over de inrichting van de
winteropvang op korte en lange termijn. Laat me dan dit punt in die gedachtevorming
meenemen omdat ik u inhoudelijk heel goed kan volgen. Ik wil alleen een beetje die
operatie die we nu hebben lopen, niet nog meer onder druk zetten. Dat weet u ook. Dat is
op zichzelf best wel een pittige operatie.
(De heer CEDER: Daarmee ben ik heel blij. Kan ik dat als een toezegging
beschouwen?)
Ja.
32
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
(De heer CEDER: Dan trek ik morgen mijn motie in.)
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Dijksma.
Wethouder DIJKSMA: Ik heb de administratie erbij. Ik wil heel graag een aantal
preadviezen geven op met name een aantal accentmoties en twee nieuwe.
Allereerst motie nr. 1266 van de heer Vroege c.s. over meldpunten in de
infrastructuur en knelpunten die door gebruikers van de openbare ruimte worden ervaren.
De motie is gewijzigd op basis van het eerdere collegeadvies. Misschien mag ik met u
afspreken dat we proberen dit een kortstondig digitaal meldpunt te laten zijn zodat we
daarmee goed kunnen experimenteren. Ik zie de heer Vroege knikken. Dan hebben we
ook meteen een adres, [email protected]. Grapje. Ik dacht even kijken of u allemaal
nog wakker bent. Dat adres volgt. Dan kan deze motie rekening op geen bezwaar.
Dan motie nr. 1267 van de heer Ernsting die een groene golf voor fietsers bepleit.
Dit is een motie die is gewijzigd conform het preadvies van het college en om die reden
heb ik nu geen bezwaar meer tegen aanneming van deze motie.
Dat geldt ook voor motie 1268 van mevrouw Marttin die minder brugopeningen
langs de staande mastroute bepleit tijdens de spits. Ook zij heeft haar motie gewijzigd
conform het preadvies van het college en kan nu rekenen op geen bezwaar.
Datzelfde geldt ook voor de motie 851’ van de heer Boomsma die fietsers uit alle
richtingen tegelijk een soort van groene golf wil bieden. Ook deze motie is gewijzigd
conform het preadvies van het college en uiteraard heb ik om die reden geen bezwaar
meer tegen aanname van de motie.
Dan kom ik bij motie nr. 1271 van de heer Ceder om ook de Singelgracht te
betrekken bij de overlasthandhaving in het kader van de nota Varen en ook deze motie is
gewijzigd conform het preadvies en om die reden heb ik geen bezwaar tegen het
aannemen van deze motie.
Dan motie nr. 1269 van de heer Boomsma c.s. over de wens om te komen tot
uitbreiding van speciale parkeervergunningen voor vrijwilligers. Die motie moet ik helaas
ontraden. De indieners trekken een vergelijking met de bij de Sportbond aangesloten
sportverenigingen. Dat is toch wel een ander geval en dat kunnen we makkelijker
handhaven omdat we daar met bestaande en erkende lijsten werken. Als je hier nu met
nieuwe groepen vrijwilligers aan de slag gaat, dan wordt dat op een gegeven moment een
oneindige hoeveelheid mensen. Ik kan me voorstellen dat dat niet de bedoeling is, in ieder
geval niet mijn bedoeling, dus om die reden ben ik daar niet voor.
Dan motie nr. 1301 van de heer Van Schijndel die de tunnelbuis van de IJtunnel
wil openstellen voor langzaam verkeer. We hebben daarover eerder al een keer een
debatje gevoerd. Toen heeft hij al gehoord dat ik dat geen wenselijk idee vond in verband
met de veiligheid voor de weggebruikers maar ook de doorstroming van het verkeer. Om
die reden moet ik helaas deze motie ontraden.
Dan kom ik last but nog least bij mevrouw Van Soest. Die was een beetje boos en
verdrietig want ze zei dat er geen motie van haar positief werd gepreadviseerd. Dat kan ik
niet over mijn kant laten gaan. Dus dat betekent nu zij conform het preadvies haar motie
heeft gewijzigd en eigenlijk een nieuwe motie heeft ingediend, dus geen accentmotie om
het een en ander te doen voor mantelzorgers en het gemakkelijker maken van het
verkrijgen van een parkeervergunning en daarnaar onderzoek te doen, dat is wat zij mij
nu vraagt. En dan ook daarover binnen een paar maanden te rapporteren. Zij heeft
conform het preadvies een nieuwe motie ingediend, motie nr. 1305, en die stuit niet langer
op bezwaar en kan dus gewoon door de raad worden aangenomen. Zo ziet u maar, het
33
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
valt aan het einde van de dag altijd wel een beetje mee. U had ook nog een vraag, want u
vroeg hoe we nu in de toekomst kunnen voorkomen dat het aanvullend openbaar vervoer
onnodige ritten pakt die feitelijk soms door zorginstellingen zouden moeten worden
georganiseerd. Wij doen daar op dit moment onderzoek naar. Het is niet zo makkelijk. U
heeft, gelet op de discussie in de zorg, gezien dat de zorginstellingen voortdurend te
kampen hebben met een groot financieel tekort, maar we zijn daarmee wel bezig en ik
denk dat we op enig moment als er meer gegevens komen, die we dan natuurlijk ook naar
de commissie sturen, dat u daarover met ons van harte verder kunt discussiëren. Dan
kunnen we ook kijken wat er wel of niet aan te doen valt.
Ik denk dat ik daarmee alle moties heb voorzien van een al dan niet nieuw
preadvies.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Ik ga mij beperken tot een aantal accentmoties en
een nieuw amendement.
Dan begin ik bij motie nr. 695, bouwen in parken. Die is aangepast, maar waarom
het gaat is dat de parken deel uitmaken van de Hoofdgroenstructuur. Als daar
bouwinitiatieven zijn, dan gaan zo’n bouwinitiatief altijd langs de TAC en dat is de beste
manier om te kijken of een bouwinitiatief eventueel mogelijk zal zijn. De TAC is daar vrij
strak in en dat lijkt mij genoeg. Dus ontraden.
Dan motie nr. 1263 van mevrouw Kilig over eeuwigdurend begraven. Het
probleem rondom de schaarste van grond in Amsterdam blijft hierbij bestaan dus het
preadvies blijft ook ontraden ondanks de aanpassing.
Dan motie nr. 1265 van mevrouw Bloemberg-lssa c.s. over het Six Havengebied
als Hoofdgroenstructuur. Dit loopt op twee punten vooruit, namelijk de discussie over de
Hoofdgroenstructuur die we in het kader van de Omgevingsvisie doen maar vooral ook op
de discussie over de Six Haven waar verschillende varianten worden bekeken waaronder
een groene variant, maar daarvoor ligt nog geen voorstel.
Dan motie nr. 1276 en volgens mij heeft wethouder Ivens die al gepreadviseerd.
Aangezien ik dat niet helemaal zeker weet, dank ik de indieners voor het aanpassen van
de motie conform het preadvies en tegen aanneming is dan ook geen bezwaar meer.
Datzelfde geldt voor motie nr. 1278 de financiering transitie aardgasvrij. Ook die is
aangepast conform het preadvies en daartegen is geen bezwaar meer.
Dan kom ik bij de motie nr. 931 evaluatie bestemmingsplannen. In principe zaten
we natuurlijk met een systeem waarbij bestemmingsplannen elke tien jaar geactualiseerd
moesten worden wat dus een vorm van evaluatie is. We gaan vanaf 2021 naar een
Omgevingswet en daarin gaan de bestemmingsplannen op. Het lijkt me geen tijdsperiode
meer op een heel nieuw evaluatiesysteem op te zetten.
En als laatste ga ik naar het amendement nr. 1303 van de heer Boomsma over
extra investeren in onderhoud. Ik had een kleine fitty met wethouder Ivens. Die wilde
graag preadviseren en dat positief doen, maar aangezien ik mag preadviseren en ik
vorige week nog een flinke discussie had met mevrouw Naoum Néhmé of die dekking nu
een grabbelton is of niet en ik antwoordde dat dat niet zo is, moet ik op de dekking
negatief preadviseren.
(Mevrouw SIMONS: Even namens een aantal collegaraadsleden: hoorden
wij de wethouder nu het woord fitty gebruiken?)
Zeker. Moet ik me daarvoor verontschuldigen?
34
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam
Afdeling 2 Gemeenteraad R
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
(Mevrouw SIMONS: Nee, nee, het levert u eerder punten op. We wilden
dat even checken voordat we u die punten gaven.)
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Meliani.
Wethouder MELIANI: Er is een aantal vragen gesteld door onder andere de heer
Biemond. Die gingen over de doorontwikkeling van de organisatie en of we kunnen
zeggen of we de mensen in de uitvoering helemaal kunnen ontzien. We begrijpen die
vraag natuurlijk wel. We willen de uitvoering zo veel mogelijk ontzien, dus minder op
beleid inzetten en meer op de uitvoering. Daarom wil het college vooral inzetten op de
werkzaamheden schoon, heel en veilig. Maar ik kan niet met 100% zekerheid zeggen dat
er niets gaat gebeuren. Dat is omdat er bij elke directie ook beleid wordt gevoerd. We
kijken naar alle directies.
Dan de andere vraag, wanneer de raad wordt geïnformeerd over de OBA XL. Dat
gebeurt in november.
En nog iets over de toegankelijkheid van de OBA Next. Ja, daarover hebben we
heel veel gezegd. Wij zien dat de OBA Next een plek is voor alle Amsterdammers. Heel
praktisch. Er is een collectie, de OBA is zeven dagen per week geopend. Het is een
goede locate qua verbinding. Er zijn heel veel faciliteiten onder andere
voorleesochtenden, maakactiviteiten, stilteplekken. Maar ook bij de inrichting wordt er
echt rekening gehouden met een warme sfeer waardoor heel veel mensen zich er thuis
zullen voelen. En bovendien is de OBA Next gewoon een vertrouwde naam als merk waar
mensen heel snel naartoe getrokken zullen worden.
Dan de moties. De motie nr. 1245. Wij volgen de landelijke richtlijnen, dus die
motie wordt ontraden.
Motie nr. 1249 gaan we positief preadviseren, want we onderschrijven het
meervoudig gebruik van commercieel vastgoed.
Motie nr. 1279 van de heer Taimounti is ook aangepast. Geen bezwaar.
Motie nr. 916, een nieuwe motie over een onderzoek structurele financiering voor
het ambt stadsdichter. Geen bezwaar.
En dan ben ik er.
Voorzitter: de heer Groen
De VOORZITTER geeft het woord aan burgemeester Halsema.
Burgemeester HALSEMA: Voorafgaand aan de preadvisering zou ik alleen nog
willen opmerken dat ik wel met enige trots hier sta omdat er als gevolg van de
Voorjaarsnota meer geld naar Handhaving en Openbare Orde gaat dan in jaren het geval
is geweest. Ik denk dat dat goed nieuws is alhoewel wij weten dat er voor de politie nog
meer nodig zal zijn.
Dan ga ik naar de moties. Motie nr. 1257, geen haatpredikers meer in
Amsterdam. Die is gecorrigeerd waardoor we in samenwerking met het Rijk kunnen
onderzoeken hoe we haatpredikers kunnen weren. Geen enkel bezwaar.
Dan motie nr. 860 van het lid Torn, meer handhaving op de fiets. Ik zou zeggen,
wie kan daartegen zijn?
35
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
Dan motie 919, opkomstbevordering mobiele stembureaus. Ook daartegen geen
bezwaar. Ik heb in een eerder debat met uw collega erover gesproken dat ik met een plan
zal komen voorafgaand aan de volgende verkiezingen waarin wij zullen nagaan hoe we
de opkomst kunnen bevorderen met name onder kwetsbare groepen en ik zou de motie
daar graag bij betrekken.
Dan motie nr. 928, leges niet-commerciële organisaties van de VVD. Wij mogen
geen onderscheid maken tussen commerciële en niet-commerciële organisaties en om
die reden moet ik de motie ontraden.
Dat wijst ook een beetje vooruit naar motie nr. 1289 van de heer Ernsting c.s. Die
motie bevat een aantal elementen. De motie bevat vier onderdelen en het eerste
onderdeel is onderscheid maken tussen kleinschalige, niet-commerciële evenementen en
grootschalige, commerciële evenementen. Daarvoor geldt hetzelfde bezwaar. Ik zou u
willen vragen de omschrijving niet-commercieel weg te halen. Tegen aandachtstreepje 2
en 3 bestond geen bezwaar en tegen 4 bestaat geen bezwaar onder voorwaarde dat ik
dat kan betrekken bij de al eerder toegezegde evaluatie in het beleidskader. Het verzoek
is dus om de eerste te corrigeren. Dat geldt natuurlijk ook voor uw motie, want als u het
onderscheid tussen commercieel en niet-commercieel vervangt door grootschalig en
kleinschalig, dan kunnen wij het wel onderzoeken.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de portefeuillehouder zeggen dat ze
geen bezwaar heeft tegen de aandachtsstreepjes 2, 3 en 4, maar ik ben
van mening dat het een vooruitvlucht is, dat het een claim is op de
evaluatie die nog moet plaatsvinden die door allerlei omstandigheden
vanmorgen niet is doorgegaan. Hoe moet ik dat lezen? Betekent het dat ik
moties maar van te voren ga inleveren voordat er een evaluatie is want
dan ben ik de eerste? Hoe kijkt u daartegenaan®?)
Er staat in de motie in het dictum ook, punt 2, 3 en 4, ‘te betrekken bij de
evaluatie.’ Dat is precies waartoe ik bereid ben.
(De heer VAN LAMMEREN: Daarmee leest u de motie zo dat het nog
geen wens is van de raad als we deze motie aannemen. Maar goed, dat
is onverstandig vanwege aandachtsstreepje 1. Maar als we de motie
aannemen, dan is dat nog geen wens, maar dan gaan we het er alleen
maar over hebben. Dan lees ik de motie toch echt even anders. Het is wel
belangrijk dat we elkaar begrijpen en hoe de burgemeester de motie
leest.)
Nu wil ik niet dat dit tot een Babylonische spaakverwarring leidt, maar ik begrijp
niet wat u bedoelt.
(De heer VAN LAMMEREN: Ik hoor de burgemeester zeggen dat ze niet
begrijpt wat ik bedoel. Bij aandachtsstreepje 2, 3 en 4 staat volgens mij
een claim op wat er uit die evaluatie moet komen. En anders, als het
alleen maar is om te betrekken bij de evenementennota, dan is de motie
vrij overbodig, want daar gaat het gewoon om. Dus ik begrijp het
preadvies niet zo. De motie is volgens mij totaal overbodig of er wordt al
een claim gelegd en dan vind ik de motie prematuur.)
Nee. Ik snap heel goed wat u nu bedoelt en daarin heeft u ook gelijk. Ik lees de
motie inderdaad zo en ik vraag aan de indieners om dat te bevestigen. Aandachtsstreepje
1 kan niet, aandachtsstreepje 2, 3 en 4 wil ik kunnen betrekken bij de evaluatie, maar dat
betekent dat het nog naar een andere uitkomst kan leiden die misschien wel meer in het
voordeel is van de intenties van de indieners. Zou zo maar kunnen.
36
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
(De heer VAN LAMMEREN: Dank u wel. Ik vraag me af of de
burgemeester ons kan helpen om ervoor te zorgen dat de
dierenambulance en dat soort instanties niet de rekening krijgen van de
verhoging — terwijl de dierenambulance zelfs subsidie krijgt om mooie
dingen te doen voor de stad. We willen voorkomen dat commerciële
evenementen weer worden vrijgesteld. We zoeken eigenlijk naar een
formulering. Misschien kan de burgemeester ons daarbij helpen. Volgens
mij is dat het breed gesteunde doel hier in de raad.)
En volgens mij heb ik een vrij concrete suggestie gedaan door in het eerste
aandachtsstreepje de woorden ‘niet-commerciële’ weg te halen omdat het onderscheid
commercieel versus niet-commercieel lastig is. Als er staat kleinschalige evenementen vrij
te stellen van leges en dit te dekken door grote evenementen zwaarder te belasten, dan
kunnen wij nagaan of dat kan.
(De heer ERNSTING: Wij zullen de motie aanpassen naar het advies van
de burgemeester en dan zullen we de motie morgen opnieuw indienen.)
Uitstekend. Dan wachten we dat af.
Dan motie nr. 1288 van mevrouw Poot c.s, intentieverklaring safe streets
ondertekenen. Laat ik daarover zeggen dat ik dat graag doe. Dus ik beschouw de motie
als een ondersteuning van het eigen beleid en ik wil eigenlijk van de gelegenheid gebruik
maken u nog even te melden — en ik heb het in delen al gezegd — dat ik van plan ben in
het najaar niet alleen maar een campagne te voeren maar ook om met een programma te
komen tegen seksuele intimidatie en seksueel geweld. Ik zal op dat moment ook
antwoord geven op uw motie zoals u vraagt.
Dan motie 712 van mevrouw Simons, genderhokjes in het BRP. Die moeten wij
ontraden om reden die al eerder is gegeven namelijk dat wij dit niet kunnen.
Dan motie 713, 750 jaar Amsterdam. Die motie heeft u gewijzigd en daarover zou
ik positief willen adviseren maar wel met de vraag erbij, de formulering van het dictum aan
te passen. Het staat nu een beetje onhandig geformuleerd in het dictum ‘om een 0,5
miljoen euro op te halen bij het bedrijfsleven en dat ten goede te laten komen aan de
viering van 750 jaar Amsterdam’. Ik neem aan dat u bedoelt ‘met ophalen bij het
bedrijfsleven’ dat we ze vragen vrijwillig te doneren en niet een 750-jaar-belasting in het
leven te roepen. Als u het eerste bedoelt, dan hebben we geen bezwaar tegen de motie.
Dan ben ik er.
Voorzitter: burgemeester Halsema
De VOORZITTER: Er was nog een motie tussen de wal en het schip gevallen,
tussen Van Doorninck en Ivens in en die wordt alsnog gepreadviseerd. Het woord is aan
wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: En hier waren we het volledig met elkaar eens.
De motie was inderdaad ingediend bij de commissie van wethouder Ivens, maar ik zal de
motie beantwoorden. Het betreft motie nr. 923 om te anticiperen op het groeiende tekort
in de planvoorraad. Jaarlijks informeert het college de raad over de stand van de
planvoorraad middels de voortgangsrapportage Ruimte voor de stad. Op dit moment
leggen wij in de recente voortgangsrapportage de nadruk op het realiseren van de
plannen en vinden het nog niet nodig dat er nieuwe acties worden toegevoegd. Dat zou in
37
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
de komende tijd best wel zo kunnen zijn. Daarvan houden wij u jaarlijks op de hoogte en
wij zien dus ook eigenlijk uw motie als ondersteunend aan de manier waarop wij u
rapporteren en daarom ontraden we de motie.
De VOORZITTER: Waarvan akte. Dan zijn we daarmee gekomen aan het einde
van de behandeling van de Voorjaarsnota.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Torn voor een voorstel van orde.
De heer TORN: Ik heb begrepen dat we morgenochtend een korte derde termijn
houden waarbij we ook nog moties kunnen intrekken dan wel wijzigen en dat we dat om
11.00 uur doen.
De VOORZITTER: Het is goed dat u mij daaraan herinnert. Dat zullen we
inderdaad morgenochtend doen en dan zullen er opnieuw lijsten worden opgesteld
waarbij we na de middagpauze in de middag zullen stemmen.
Dan zit ik even met een dilemma. Alle onderwerpen die nu op de agenda staan,
staan ingeboekt met een mediumlange behandeling. Ik zou eigenlijk wel willen proberen
er nog een te doen. Het zal u zijn opgevallen dat we behoorlijk achter lopen. Dus als ik
geen bezwaar hoor dan ga ik nu over naar bespreking van agendapunt 25.
15.
Kennisnemen van het _ jaarverslag Technische adviescommissie
Hoofdgroenstructuur 2018 en instemmen dat deze het college aanleiding geeft tot het
ondernemen van concrete acties (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1160)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zou graag allereerst de TAC willen bedanken
voor het Jaarverslag 2018. De Partij voor de Dieren vindt de TAG erg belangrijk omdat zij
toetst wat er gebeurt in de Hoofdgroenstructuur en het groen in Amsterdam moet
beschermd worden. We zijn blij dat we de TAC hebben in Amsterdam. We hebben het
Jaarverslag gelezen en we hebben gezien dat het college niet alle aanbevelingen
helemaal overneemt. We zullen erop toezien dat sommige punten een plek gaan krijgen
in het proces naar de Omgevingsvisie en ik zou de wethouder wel willen vragen om de
TAC nu al te gaan betrekken bij de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan zodat ze naast
de toetsende functie ook een adviserende rol krijgt in de totstandkoming van het
Omgevingsplan en de Omgevingsvisie die de komende jaren een belangrijke plek zullen
krijgen in onze stad.
Daarnaast zou ik graag een motie willen indienen en die gaat over aanbeveling 6.
Ik wil die eigenlijk koppelen aan het handhavingsbeleid van de Wabo.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
136° Motie van het lid Bloemberg-Issa inzake het jaarverslag van de
Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2018 (Aanbeveling 6 in nieuw
handhavingsbeleid Wabo), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1310)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
38
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
- ook bij het nieuwe handhavingsbeleid Wabo in te zetten op het
attenderen/voorlichten van de ambtelijke organisatie op inzetten van
(privaatrechtelijke) instrumenten bij het beschermen van het groen.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Ik deel uw blijdschap dat we heel tevreden zijn
met de TAC absoluut met mevrouw Bloemberg-lssa. Het is ook zeker zo dat de TAC
wordt betrokken bij het hele traject richting Omgevingsvisie en daar waar het nodig zou
zijn, ook bij het plan. Dan komt u met een motie om in aanbeveling 6 zoals ik het begrijp
de aanbeveling zoals de TAC die doet en het antwoord van het college daarop, namelijk
om te zorgen dat wij de ambtelijke organisatie attenderen en voorlichten op het inzetten
van privaatrechtelijke instrumenten bij het beschermen van het groen. Dat heb ik
toegezegd in de bestuurlijke reactie en u zoekt eigenlijk naar een vorm van borging
middels het handhavingsbeleid Wabo. Dat ben ik best van plan. Ik moet dan, denk ik, nog
wel even zoeken hoe dat er precies uit gaat zien. Ik moet daarin wel wat concretisering
vinden en wellicht dat ik dan in de uitwerking van de motie nog wel even bij mevrouw
Bloemberg terugkom om te kijken of wij elkaar helemaal hebben verstaan. Uw wens tot
borging van de toezegging van het college snap ik en ik heb geen bezwaar tegen
aanneming van deze motie.
De discussie wordt gesloten.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1160).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1160) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1160)
met algemene stemmen is aangenomen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1,
nr. 1310).
De motie-Bloemberg-Issa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1310} wordt bij zitten en
opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd.
1, nr. 1310) is aangenomen met de stemmen van de VVD, het CDA en de heer Van
Schijndel tegen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1160 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
16.
39
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
Vaststellen van de Verordening Technische Adviescommissie
Hoofdgroenstructuur 2019, (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1164)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Voor ons ligt de verordening over de TAC die
gewijzigd gaat worden en de Partij voor de Dieren heeft daarover wat zorgen. Wat gaat er
namelijk gebeuren? Toetsing met betrekking tot evenementen wordt eruit gehaald en ook
wanneer het gaat om bomen. De Partij voor de Dieren ziet in de praktijk dat daar toch wel
echt problemen zijn als je het alleen bij het evenementenbeleid laat en daarom dien ik een
amendement in om uit de nieuwe verordening te halen dat de TAC niet meer mag
adviseren over evenementen en bomen. Dat betekent als dit amendement wordt
aangenomen, dat de TAC alsnog kan adviseren wanneer het gaat om evenementen in
groengebieden of bomenkap zodat dit beter wordt geborgd want de bescherming van het
groen in Amsterdam is hartstikke belangrijk. We hebben ook gezien dat veel
natuurorganisaties, bewonersorganisaties, parkenclubs in Amsterdam heel veel zorg
hierover hebben, want die zien in de praktijk dat er toch echt schade plaatsvindt in parken.
Daarom vinden wij dit een onwenselijke situatie als deze nieuwe verordening wordt
aangenomen. Daarom dienen wij dit amendement in.
De VOORZITTER deelt mee dat het volgende amendement is ingekomen:
137° _ Amendement van mevrouw Bloemberg-lssa inzake de Verordening
Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2019 (Evenementen en bomen onder
TAC), (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1311)
Besluit:
-__op pagina 2 en pagina 7 de volgende tekst te schrappen:
‘d. in afwijking van bovenstaande onder a t/mc behoren daartoe niet de
initiatieven die betrekking hebben op:
1. evenementen zoals onder meer is bedoeld in de Algemene Plaatselijke
Verordening waarvoor een omgevingsvergunning is vereist op grond van de
Wabo en/of onderdeel zijn van een bestemmingsplan dan wel wijzigings- of
uitwerkingsplan of beheerverordening op grond van de Wro;
2. het vellen of te doen vellen van een houtopstand als bedoeld in de
Bomenverordening 2016 waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, ook
wanneer deze initiatieven in een gebied liggen/plaatsvinden dat is
aangewezen als onderdeel van de hoofdgroenstructuur;
-__de nummering en bestuurlijke achtergrond overeenkomstig te wijzigen.
Het amendement maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: We hebben het hier in de commissie ook al over
gehad. Ik denk dat ik toch een misvatting moet rechtzetten. Het is niet zo dat in de oude
verordening de TAC daarop een advies gaf. Omdat er een evenementenbeleid is, is het
nu vastgelegd. Het is wel zo geweest dat er in aanloop van een evenementenbeleid
40
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
adviesaanvragen in behandeling zijn genomen, maar juist toen heeft de TAC
geconstateerd dat het beleidsinstrument van de Hoofdgroenstructuur veel te abstract was
om specifiek op evenementenaanvragen een advies te dienen. Dus ook de TAC zelf zegt,
dit is nu goed belegd in het evenementenbeleid. Daarop heeft de TAC wel advies
gegeven. Zij ziet dus voor zichzelf hierin geen taak en dat is eigenlijk hetzelfde als het
gaat om houtopstanden. Ook daar zegt zij dat dat inmiddels goed is opgenomen in de
bomenverordening en dat is de reden waarom dat daar niet hoeft. Nu kan het natuurlijk zo
zijn, en dat zou mij helemaal niet verbazen, dat de Partij voor de Dieren zegt, wij zijn het
niet eens met het evenementenbeleid of met de bomenverordening, maar dan denk ik dat
het een goed democratisch proces is dat we daarover de discussie voeren en niet dat we
het in het TACadvies of in de TACverordening gaan opnemen waarin het nooit heeft
gezeten. Ik moet dit amendement dus ontraden. Als het om evenementen of de
bomenverordening gaat waarvan u zegt, die is niet goed genoeg, dan moeten we
daarover gaan spreken.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: De Partij voor de Dieren zou het liever
hierin zien want we vinden het inderdaad niet genoeg in het
evenementenbeleid en de bomenverordening. Daarom wil ik graag het
amendement handhaven en in stemming laten brengen.)
U weet dat de TAC het zelf liever niet wil? Net sprak u nog uw blijdschap uit over
de werking van de Adviescommissie uit. Zij ziet dit ook niet als haar taak; ze ziet wel dat
het ergens anders is belegd. Daar houd ik maar even aan vast.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
Aan de orde is de stemming over het amendement-Bloemberg-lssa
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1311).
Het amendement-Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1811} wordt bij zitten
en opstaan verworpen.
De VOORZITTER constateert dat het amendement-Bloemberg-lssa
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1311) is verworpen met de stemmen van de Partij voor de
Dieren, de Partij van de Ouderen voor.
Aan de orde is de stemming over de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1164).
De voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1164) wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de voordracht (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1164)
is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de Dieren en de Partij van de
Ouderen.
De voordracht wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd; de raad neemt
mitsdien het besluit, vermeld onder nr. 1164 van afd. 1 van het Gemeenteblad.
41
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
17.A
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het onderzoeksrapport
Grondwatereffecten van onderkeldering in Amsterdam, modelstudie vier deelgebieden
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1212)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Renssen.
Mevrouw VAN RENSSEN: Inmiddels is het donker en zijn we toe aan de punten
over Ruimtelijke Ordening. Dat begint een gewoonte te worden. Meer dan een jaar
geleden hebben we in deze raad een motie aangenomen om nader onderzoek te doen
naar de gevolgen van onderkeldering en een afwegingskader op te stellen voor
onderkeldering. Dat weet ik nog goed want dat was ook het onderwerp van mijn
maidenspeech en dat is inmiddels meer dan een jaar geleden. Inmiddels is er een rapport
opgesteld, Grondwatereffecten van onderkeldering, waarvoor onze dank. We zijn ook blij
dat dit bestuurlijk hoge prioriteit krijgt. Belangrijke conclusies in dit onderzoek: de
cumulatieve effecten van kelderbouw in de stad kunnen op termijn tot ernstige
grondwateroverlastsituaties leiden en het rapport pleit ook voor het opnemen van een
langere-termijndoelstelling van klimaatbestendigheid van de stad en vraagt om zo
generiek mogelijke maatregelen. Ook een duidelijke punt uit de bestuurlijke reactie is om
alleen kelders te vergunnen die grondwaterneutraal zijn en niet-grondwaterneutrale
kelders willen we zo snel mogelijk verbieden en uiteraard juichen we dat toe. Het is goed
dat dit rapport er is, alleen zijn we er daarmee nog niet. Het wachten is op een stedelijk,
nieuw afwegingskader waarom we ook gevraagd hebben. De wethouder heeft toegezegd
dat het afwegingskader nog dit jaar wordt opgesteld en we wachten dit met spanning af.
We gaan er dan ook van uit dat er rekening wordt gehouden met waterberging en de
cumulatieve effecten van onderkeldering en dat er een inventarisatie van de ondergrond
wordt gemaakt. Ook het aanpassen van bestemmingsplannen om binnentuinen te
beschermen is wat ons betreft een belangrijke maatregel. Meer technisch onderzoek is
vereist en ondertussen gaat de realisatie van kelders door terwijl er door de hele stad nog
geen voorschriften zijn gesteld. Dat voorschriften nodig zijn, blijkt uit het rapport maar dat
blijkt ook uit de praktijk. Met de voortgang van de bouw van de kelders neemt de druk toe
op het grondwaterpeil, de druk op de binnentuinen en de risico's op schade. De bouw van
kelders kan leiden tot het verplaatsen van het probleem van het ene perceel naar het
andere en zeker als voorschriften niet goed worden nageleefd. Deze afwenteling, dit
waterbedeffect, vindt Groenlinks onrechtvaardig en dat past niet binnen haar
doelstellingen van een groen, duurzaam en klimaatbestendig Amsterdam. Aldus dien ik
hierbij een motie in met de SP, D66, de PvdA en de Partij voor de Dieren en wij willen het
college verzoeken om in afwachting van het kader te onderzoeken of aanvullende
maatregelen kunnen worden genomen zodat we de onwenselijke effecten van
onderkeldering op het grondwaterpeil in de stad en het waterbergend vermogen van
binnentuinen tegen kunnen gaan. Er zullen kelders worden gebouwd de komende tijd en
we verzoeken dan ook de bouw hiervan te monitoren door de grondwaterstand op te
nemen en bijvoorbeeld de maatregelen in de grond te laten controleren voordat de
kelderbak feitelijk wordt geplaatst. De kennis uit deze monitoring kan worden gebruikt bij
het opstellen van het afwegingskader waarnaar wij dan ook reikhalzend uitzien.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
42
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Veroastrdatum do jui 2019 Gemeenteraad
Raadsnotulen
138° Motie van de leden Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer, Kat, Bloemberg-
Issa inzake ongewenste effecten van onderkeldering (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1312)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
- in afwachting van het afwegingskader te onderzoeken of aanvullende
voorwaarden kunnen worden opgenomen om de onwenselijke effecten van
onderkeldering op het grondwaterpeil in de stad en het waterbergend
vermogen van binnentuinen (bijvoorbeeld ten aanzien van het bemalen en de
mogelijke consequentie die daar uit voortvloeien, zoals schade aan
belendende percelen en panden en grondwaterover- en onderlast) tegen te
gaan;
-__om in afwachting van het afwegingskader de aanleg van kelders te monitoren
door de grondwaterstanden op te nemen en de maatregelen in de grond te
laten controleren, voordat de kelderbak feitelijk wordt geplaatst;
- de ervaringen uit de monitoring te gebruiken bij het opstellen van het
afwegingskader.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Naoum Néhmé.
Mevrouw NAOUM NÉHMEÉ: Wij maken ons zorgen om de grondwatereffecten en
dat er bij onderkeldering soms onvoldoende kennis van zaken is om daarmee afdoende
rekening mee te houden evenals dat we soms zien dat verplichte grondwateronderzoeken
simpelweg niet worden verricht terwijl het wel zou moeten. Tegelijkertijd hebben we op dit
moment beleid over wat wel of niet mag betreffende de onderkeldering van je huis.
Gezinnen rekenen natuurlijk wel op dit staande beleid en wij vinden dat de spelregels niet
lukraak gedurende het spel kunnen worden veranderd. Daarom, college, doe een
gedegen onderzoek naar de effecten van het grondwaterpeil. Zet daar tempo achter,
maar ga niet geldend beleid plotseling aanhouden want de beginselen van behoorlijk
bestuur gelden ook in de republiek Amsterdam.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINCK: Dank aan mevrouw Van Renssen voor haar motie
van meer dan een jaar geleden. Die heeft tot een onderzoek geleid waaruit komt dat wij
actie moeten ondernemen en dat we met een stedelijk afwegingskader moeten komen
voor onderkeldering. Ik denk dat het rapport duidelijk laat zien dat er op dit moment niet
overal grote problemen zijn maar dat er inderdaad wel cumulatieve effecten zijn. Zeker als
we weten dat men op heel veel plekken denkt over onderkeldering of daarmee zelfs al
bezig is, dan weet je dat je moet gaan ingrijpen. Dus ik denk dat het heel goed is dat we
dat afwegingskader gaan maken. Dat zorgt voor zorgvuldigheid, zei mevrouw Naoum
Néhmé. Daar zijn we ook mee bezig. We kijken bijvoorbeeld hoe je zo'n eis van
grondwaterneutraal kan vormgeven. Waar gaat dat precies over; om welke gebieden gaat
het en hoe kunnen we dat precies vastleggen, maar ook hoe kunnen we het controleren
en hoe kunnen we ervoor zorgen dat we een beleid hebben dat ook op langere termijn
juist als er meer kelders zouden komen, het effect heeft dat we willen. Als we hierop de
antwoorden hebben, dat is het onderzoek waarmee we heel erg bezig zijn vooral kijkend
43
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
naar de gebieden waar nu het eerst zou moeten worden ingegrepen, dan maken we een
planning en dan zullen we ook een planning maken voor het invoeren van de kaders. We
zijn er druk mee bezig. Uw motie vraagt specifiek om in die tussentijd te kijken of er al
aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld en anders dan waar mevrouw Naoum
Néhmé bang voor is dat de spelregels tijdens de wedstrijd worden veranderd, zijn er best
wel wat mogelijkheden om inderdaad in de tussentijd al wel te kijken. In Oudwest
bijvoorbeeld gebeurt dat nu al op plekken waar volgens het bestemmingsplan kelders
mogen en waarschijnlijk ook in het komende bestemmingsplan kelders zullen mogen
komen. Daar zullen wel individuele toetsingen per kelder naar het grondwaterpeil
plaatsvinden. Dat is een mogelijkheid. En aan de andere kant is het natuurlijk zo dat
specifiek met uw zorgen over binnentuinen kelders onder een huis, dat dat soms kan
binnen het bestemmingsplan, maar in binnentuinen is er altijd een afwegingsbevoegdheid.
Daarmee kunnen we specifieke eisen stellen en dan kunnen we voorwaardenspecifiek
handelen als het kelders onder binnentuinen zijn binnen de ruimtelijke ambities die we
hebben als het gaat om de stad namelijk groen, duurzaam en klimaatadaptatief. Dus daar
kunnen we zeker naar zoeken. Dan uw vragen over monitoren. Dat wil ik toezeggen met
een voorzichtige waarschuwing namelijk dat het ook een capaciteitszaak is. Als we gaan
monitoren, dan richten we ons specifiek op die gebieden waarbij wij denken dat de
onderkeldering al een effect heeft op het grondwaterpeil. We hebben natuurlijk in het
rapport gelezen dat het vooral geldt als er meerdere kelders tegelijk komen. Als er een
kelder waar het is, dan is dat effect er nog niet en dan kunnen we dus ook niet monitoren
en dan kunnen we er ook niet iets van leren. Dus ik zou me specifiek willen richten op die
gebieden waar we de problemen verwachten. Dan kunnen we er iets van leren en dan
kunnen we het meenemen in dat stedelijk afwegingskader dat we allemaal zo graag met
enig tempo willen hebben. Ik wil de capaciteit die specifiek daarvoor is, ook zo goed
mogelijk inzetten.
(Mevrouw VAN RENSSEN: Ik zou de wethouder willen vragen
bijvoorbeeld ook de kennis die er dan wordt opgedaan met die monitoring
eventueel te bundelen bij een of twee personen of bij een klein team
zodat het niet alleen maar verspreid over al die diensten is. Er zijn
meerdere diensten die met onderkeldering te maken hebben Mijn vraag
is, kunt u bij die monitoring toezeggen dat er door een kleine groep veel
ervaring wordt opgedaan bij het monitoren van de kelders?)
Ik zou dat in de organisatie even precies moeten nagaan. Het is natuurlijk wel zo
dat op het moment dat we hier kaders stellen, dan halen we de kennis die er nu al is bij
een aantal mensen op en dan zullen we er ook voor zorgen dat die juist het grootst wordt.
Dus het lijkt me heel erg logisch dat u die vraag stelt. Maar Waternet is hierbij bijvoorbeeld
ook betrokken en daarover ga ik niet rechtstreeks. Dus ik kan Waternet niet opdragen hoe
die het moet doen. Uw verzoek lijkt me echter logisch, dus ik ga daar zeker naar kijken.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
Aan de orde is de stemming over de motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer,
Kat, Bloemberg-Issa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1312).
De motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer, Kat, Bloemberg-Issa
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1312) wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
44
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
De VOORZITTER constateert dat de motie-Van Renssen, N.T. Bakker, De Heer,
Kat, Bloemberg-lssa (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1312) met algemene stemmen is
aangenomen.
17.B
Kennisnemen van de brief inzake de adviescommissie Oeververbindingen
Rijkswateren Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1211)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Vroege.
De heer VROEGE: De hele wereld en haar moeder, dat bracht ik in de commissie
te berde om duidelijk te maken dat ik toch wel verbaasd was over de brede aanpak die
deze commissie gaat doen in het kader van het onderzoek naar wat er allemaal kan
gebeuren rondom het IJ in Amsterdam. Ik ga er twee voorbeelden van noemen. Allereerst
de door mij al jarenlang omarmde brug tussen het oostelijk havengebied en
Zeeburgereiland. Een brug waarvan het college recentelijk nog zei, die moet er binnenkort
echt gaan komen, een verbinding die volgens mij helemaal niet omstreden is want er
liggen nog 25 bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal, de meeste neergelegd door
Rijkswaterstaat. Ik was zeer verbaasd dat het college zegt, deze brug wordt onderdeel
van deze studie. Zeker ook omdat de andere wethouder, mevrouw Dijksma, onlangs nog
zei in afwachting van de komst van deze brug gaan we ook nog een pontje realiseren op
deze verbinding. Een pontverbinding lijkt me nautisch gezien eerder problematisch dan
een brug. Dus hoe zit dat, is mijn vraag aan het college. Een ander voorbeeld is de
kabelbaan. De kabelbaan waarvoor al jarenlang particuliere initiatieven bezig zijn om aan
de westkant van de stad iets moois te realiseren. Je zou kunnen zeggen dat het een vorm
van een burgerinitiatief is. Bottom up, participatie. Sterker nog, het is zelfs fearless om
zo’n project van de grond te krijgen. Deze initiatiefnemers zijn er jaren mee bezig geweest
en het heeft moeite gekost om de aandacht van het stadsbestuur hiervoor te krijgen. En
eindelijk waren we zo ver. Zij waren en ik met hen toch wel enigszins geschokt dat met
één pennenstreek ook dit project van de tafel dreigde te worden geveegd. Daarom heb ik
samen met de collega's Ernsting en De Heer een motie om het college op te roepen de
lijnen open te houden met deze initiatiefnemers om het project nu niet te killen maar om
ervoor te zorgen dat het door kan in de context van het onderzoek dat nu loopt. Dit mooie
project mag geen stille dood sterven omdat wij nog in afwachting zijn van een ander
onderzoek, maar wij willen dat dit initiatief kan doorgroeien en dat er misschien op korte
termijn een mooie kabelbaanverbinding kan worden gerealiseerd aan de westkant van de
stad.
De VOORZITTER deelt mee dat de volgende motie is ingekomen:
139° Motie van de leden Vroege, Ernsting en De Heer inzake Kabelbaan over
het IJ (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1313)
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
45
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
-__zich in te spannen om te komen tot afspraken met de initiatiefnemers van de
kabelbaan, over haalbaarheid, over taak- en kostenverdeling en over
planning;
- op basis hiervan een afgewogen besluit te nemen over het al dan niet sluiten
van een realisatieovereenkomst.
De motie maakt deel uit van de beraadslaging.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINGK: De hele wereld en haar moeder. Het is inderdaad
een brede aanpak die is gekozen en dat is specifiek gedaan om het grotere verhaal over
Amsterdam en het IJ en de discussie die wij met nautische partijen en Rijkswaterstaat
erover hebben, op een hele goede manier te voeren. Dan heb je meestal een hele brede
discussie en dat leek ons in dit geval ook een hele goede. We hopen dus ook dat met de
adviezen die we krijgen, dat we jaren vooruitkomen en niet per elke oeververbinding in
een situatie komen waarbij we het niet met elkaar eens zijn en moeilijkheden hebben. Dus
vandaar dat het inderdaad breed moet worden opgepakt. Als u het specifiek over de brug
van het oostelijk havengebied naar Zeeburgereiland hebt, dan weet u dat daarover ook
nog een participatietraject loopt waarmee we nog bezig zijn. Het is niet alleen het feit dat
dit een onderdeel van het advies wordt en dat daar een vertraging in zit, maar we zijn ook
gewoon bezig met dat participatietraject over wat die verbinding dan moet zijn. Dat is een
vrij breed participatietraject zoals u weet. Dan specifiek over de kabelbaan waarover u
een motie heeft ingediend. U zegt, het initiatief gaat met een pennenstreek van tafel en
dat zou toch zonde zijn. Dat is natuurlijk niet het idee. We hebben alleen gezegd, op dit
moment doen we even geen uitspraken over verbindingen over het IJ omdat het in
onderzoek is van het advies dat we gaan vragen. Wij kunnen natuurlijk nog best het
gesprek aangaan en dat gesprek zijn we al heel lang aangegaan. Wij ondersteunen de
initiatiefnemers met het maken van plannen en daar kunnen we dan ook gewoon over
doorgaan. We gaan onderzoek doen naar de haalbaarheid, naar de taken- en
kostenverdeling — het uitgangspunt van gesloten beurzen — en naar de hele planning. Dat
is dan ook in relatie met het proces van de Adviescommissie. Daar kunnen we mee
doorgaan; daarmee gaan we door. Als het er dan over gaat dat je uiteindelijk in al dan niet
een realisatieovereenkomst zou eindigen, dat snap ik, maar dat is dan niet voordat wij het
advies van de commissie hebben. We kunnen best en dat zijn we ook zeker van plan, met
dit initiatief verder doorgaan om te kijken wat de haalbaarheid is en hoe we dat zouden
kunnen realiseren als we die haalbaarheid kunnen garanderen.
(De heer VROEGE: In de brief schreef de wethouder voor de zomer van
volgend jaar het advies te verwachten. Zo'n particulier initiatief kan toch
niet jarenlang wachten? Indien het er niet voor volgend jaar zomer komt,
maar als het rapport echt is vertraagd, wat gaan u dan doen?)
Ik vind als-danvragen niet aan de orde op dit moment waarop de commissie net
gaat beginnen en een planning heeft gemaakt waar we op dit moment van uitgaan.
(De heer VROEGE: Ik deel het optimisme van de wethouder maar ik hoop
wel, mocht er een kink in de kabel komen, dat ze zowel ons als de
initiatiefnemers heel snel aan tafel vraagt om te kijken hoe we dan met
elkaar verder gaan.)
46
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
Mijnheer Vroege, ik vertrouw er helemaal op dat de gemeenteraad op het moment
dat het advies over de oeververbindingen niet op tijd zou komen, mij aan m'n jasje trekt. Ik
ga er gewoon vanuit dat ik volgend jaar bij u kom met de uitkomsten van de adviezen.
De discussie wordt gesloten.
De VOORZITTER: Dan kunnen we gaan stemmen.
We gaan alvast verder met de volgende agendapunten in afwachting van
verspreiding van de motie.
18.
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie 1394.2018 van de leden Van
Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman inzake Lutkemeerpolder (kwaliteit gronden)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 574)
en
19.
Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie 1395.2018 van de leden Van
Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman inzake de Lutkemeerpolder (fasering)
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 575)
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Van Schijndel.
De heer VAN SCHIJNDEL: We hebben nog heel veel spreektijd, maar wees maar
niet bang.
De VOORZITTER: Dat klopt, u heeft nog bijna een halfuur spreektijd.
De heer VAN SCHIJNDEL: Goed, dan vullen we een paar minuutjes. Het eerste
wat ik wil zeggen, is dat in deze belangrijke zaak de informatievoorziening vanuit het
college naar de raad toe erg flodderig is. Nu hadden we even een discussie in de
raadscommissie Ruimtelijke Ordening over de vergunningen die inmiddels door het
college zijn verleend: de watervergunning, omgevingsvergunning voor het maken van een
tocht en voor allerlei werkzaamheden. Er wordt gewoon botweg ontkend dat die
vergunningen zijn verleend. Er is ook al bezwaar aangetekend tegen die vergunningen
door allerlei groepen. Maar goed, dat gebeurt dus kennelijk. Een tweede voorbeeld,
eigenlijk wat meer inhoudelijk, is de onderbouwing — zo zou ik het eigenlijk niet willen
noemen — maar er wordt geschermd met ‘er komt een claim van 42 miljoen euro tegen de
stad als we hiermee niet doorgaan’. Heel vreemd. Dit is een deelneming. Dit is de stad die
samen met de Haarlemmermeer, de Provincie Noord-Holland, Schiphol, die deelneming
heeft opgetuigd, SADG. De grond zit nu in een vennootschap, GEM Lutkemeerbeheer BV.
Dat is grond van Amsterdam. Je zou als overheden kunnen besluiten in onderling goed
overleg, jongens, laten we nu maar stoppen met dit hele slechte plan. Dan ga je uit elkaar
met gesloten beurzen. De gemeente krijgt gewoon haar grond terug. Dus de
onderbouwing van dat bedrag van 42 miljoen euro raakt kant noch wal. Dat is tamelijk
ernstig. Nu heb ik verder al een groot punt gemaakt over dat het omkopen van een
47
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
bestuurder nu eenmaal niet voor de lol doet. Je krijgt er wat voor terug, namelijk een heel
gunstig contract. Dat is vastgesteld. Je hoeft het contract alleen maar te lezen en dan vind
je dat de voorkeursbehandeling die de projectontwikkelaar SEKU ten deel valt, tegen alle
gebruiken ingaat dus ook een selectief voordeel aan een bepaalde partij oplevert die
helemaal niet marktconform is dus ook nog weer in strijd met alle Europese regels die van
toepassing zijn. Het is allemaal heel treurig en we moeten deze kwestie tot de bodem
blijven uitzoeken. Daar gaan we stug mee door. Wij komen weer te spreken over deze
belangrijke aangelegenheid op de volgende raadsvergadering, want dan staat het
herzieningsverzoek met betrekking tot het huidige bestemmingsplan op de agenda. Dan
kunnen we er nog even grondig naar kijken. Dus na het reces, na de zomer. Ik wil de
wethouder dan graag vragen wat nu de stand van zaken is met die gegadigde voor 5,5
ha. Is het waar dat een distributiecentrum wordt beoogd? Dat zou een waardeloos gebruik
van die hele dure mooie grond zijn. Dan gaan ze maar naar Almere of naar Lelystad. Dat
hoeft helemaal niet in de buurt van Schiphol te zijn. Dus dat die Schipholgebondenheid is
losgelaten, dat is een schande. Het college als aandeelhouder in de GEM en in SADG
moet erop toezien, actief aandeelhouderschap is dat, dat de grond wel op de meest
waardevolle manier wordt uitgegeven. Als het een distributiecentrum zou worden, dan is
dit niet het juiste gebruik van die grond.
(Mevrouw NAOUM NÉHMÉ: Kan de heer Van Schijndel een paar
concrete risico’s noemen die hij voor zich ziet?)
Nu vraagt u dat aan een advocaat en die zien soms alleen maar down sites. Deze
vraag is dus levensgevaarlijk. Ik wil daar wel dit van zeggen. Rechters houden er niet van
als hun rechterlijk oordeel wordt weggesmeten — daar hebben ze immers lang op zitten
zwoegen. Dat vinden ze niet leuk. Als het Gerechtshof hier in Amsterdam bevestigd door
de Hoge Raad, vaststelt dat Hooijmaijers is omgekocht en dat dat was in verband met het
verkrijgen van een voorkeurspositie voor die ene projectontwikkelaar, en als je daaraan
geen consequenties verbindt en als je zegt, dat plan, dat is tien jaar oud, dat halen we uit
de lade en dat gaan we maar gewoon uitvoeren, dan loopt dat niet goed af. We hebben
bedrijventerreinen nodig. Punt. Ja, dat ligt dus niet goed en dan kom je in allerlei
juridische voetangels en klemmen vast te zitten. Er zijn nog andere problemen. Dus het
huidige bestemmingsplan maakt de ontwikkeling gewoon mogelijk. Dat is zo duidelijk als
een klontje. Maar het punt is natuurlijk dat een bestemmingsplan niet per se
onaantastbaar is, want dat bestemmingsplan is zo in elkaar gezet en heeft als financieel-
economische onderbouwing de constructie die door SEKU en Hooijmaijers in elkaar is
gezet en die ligt vast in de samenwerkingsovereenkomst. Dus dat is een punt van
aantastbaarheid. Een ander ernstig punt van aantastbaarheid is dat het recht de
afgelopen tien jaar is veranderd. Dat heeft te maken met de milieueffectrapportage. Wat
die milieueffectrapportage betreft, daarover kunnen we de volgende vergadering verder
praten.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: We hebben het al vaak over deze zaak gehad, die
Lutkemeerpolder en de Partij voor de Dieren is voor het behoud van een groene
Lutkemeerpolder. In dit gebied waar ook de biologische boerderij De Boterbloem ligt,
hebben we de enige biologisch-gecertificeerde grond in Amsterdam. De vorige keer dat
we hierover in de raad hebben gesproken, zijn er zelfs twee moties aangenomen van de
coalitiepartijen. In een van deze moties wordt nadrukkelijk genoemd ‘Geen gronden te
verharden of bouwrijp te maken voordat de nieuwe gebruikers bekend zijn, de
48
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
reserveringsovereenkomsten en de ontwikkeling van de kavels definitief zijn’ Op die
motie is een reactie van de wethouder gekomen. Wij hebben daar goed naar gekeken en
daarin zijn we erachter gekomen dat het college het onwenselijk vindt te wachten met het
bouwrijp maken totdat alle reserveringsovereenkomsten zijn gesloten. De wethouder wil
dit eigenlijk alleen bij het eerste deelgebied als voorwaarde stellen voor het bouwrijp
maken. De Partij voor de Dieren-fractie zou de wethouder willen vragen niet te starten
voordat de reserveringsovereenkomsten zijn getekend en voordat wij als gemeenteraad
deze hebben kunnen inzien zodat wij goed onze controlerende functie kunnen uitoefenen.
Daarnaast heb ik ook nog een andere vraag en dat is wat het effect is op de
infrastructuur. Als er meer bekend wordt wat hier dan zou gebeuren, dan moet er
natuurlijk ook worden gekeken naar de gevolgen daarvan. Past dat wel in de omgeving?
Moet er niet nog een brug worden verdubbeld en wat zijn daarvan de kosten? Dat is ook
heel belangrijk om duidelijkheid te hebben over wat de gevolgen van deze ontwikkelingen
zijn en wat dat voor de portemonnee van de gemeente gaat betekenen. Samengevat: ik
zou graag zien dat de aangenomen motie van de coalitie wordt gehandhaafd en wordt
uitgevoerd, dus niet aleen het eerste deel bouwrijp maken voordat de
reserveringsovereenkomst is getekend, maar om dit bij alle delen te doen. Natuurlijk wil
de Partij voor de Dieren het liefst dat er helemaal geen ontwikkeling plaatsvindt daar en
dat het een groene polder blijft.
Tot slot. Wij hebben in de commissie gesproken over de herziening van het
bestemmingsplan en dit op de raadsagenda van september gezet. De heer Van Schijndel
heeft het hierover net ook al gehad. Wij zullen ons uiteraard ook inzetten voor een
herziening van het bestemmingsplan.
De VOORZITTER geeft het woord aan wethouder Van Doorninck.
Wethouder VAN DOORNINGK: De heer Van Schijndel had een lange bijdrage
maar nauwelijks vragen. Hij vroeg mij wel hoe het er nu voor staat. Dan kan ik u zeggen
dat wij bezig zijn met het ontwerpinrichtingsplan. Dat is bijna klaar en dat wordt na de
zomer vrijgegeven voor inspraak. Er zijn workshops geweest met omwonenden, er is een
inloopavond geweest en er zijn ook workshops geweest met experts zoals Waternet en
Staatsbosbeheer en daar is met name gekeken hoe zo’n bedrijventerrein nu zo groen
mogelijk en zo duurzaam mogelijk worden ingevuld. Er is vorige week een uitspraak
geweest in het kort geding dat de GEM Lutkemeer BV had aangespannen tegen het
Behoud Lutkemeer die op dit moment een stuk van het terrein van de GEM Lutkemeer BV
bezetten. GEM Lutkemeer BV had eigenlijk gevraagd de bezetting meteen stop te zetten,
maar de rechter heeft bepaald dat dat moet gebeuren op uiterlijk 31 augustus. Dus dat is
de stand van zaken op dit moment.
Dan zegt mevrouw Bloemberg-lssa dat de motie niet is uitgevoerd zoals gevraagd
namelijk dat er altijd pas bouwrijp gemaakt kan worden als er een
reserveringsovereenkomst is. Ons antwoord daarop was dat wij het bouwrijp gaan maken
op het moment dat er echt hele serieuze interesse is. Dat is ook logisch omdat we anders
kosten zouden maken die nergens voor nodig zijn. Er is ook gezegd dat we daarmee
gefaseerd aan de slag gaan. Dus als er geen interesse is, gaan we niets bouwrijp maken.
Het enige voorbehoud dat er is gemaakt, is dat we niet kunnen zeggen, als we altijd
moeten wachten tot het tekenen van een reserveringsovereenkomst, dan moeten we
soms nog lang wachten voordat die grond uiteindelijk klaar is. Daarmee vond het college
dat de motie voldoende was uitgevoerd, omdat er volledig in de geest van de motie wordt
gehandeld en niet per definitie volledig naar de letter. Dan uw vraag over de effecten op
49
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
de infrastructuur. Aangezien al door twee mensen is aangekondigd dat we hierover na het
reces weer gaan praten, kan ik mijn best doen om voor die tijd te kijken of ik daarvoor iets
op papier kan krijgen. Het ligt er natuurlijk ook aan welke bedrijven zich daar zouden
willen vestigen. Als ik daarvoor iets op papier kan krijgen, dan zal ik zorgen dat dat wordt
meegenomen de volgende keer dat dat hier op de agenda staat.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Kunt u de naam noemen van het beoogde
distributiecentrum?)
Ik kan geen namen noemen.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Is het zo dat u dan de privacy schendt of
heeft u een of ander contract getekend dat u dat niet zeggen mag?)
Het is een goed gebruik om op momenten dat er nog geen duidelijke afspraken
zijn, daarmee niet naar buiten te komen. Dat is gewoon de afspraak.
(De heer VAN SCHIJNDEL: Bent u het met mij eens dat een
distributiecentrum toch niet per se onder de rook van Schiphol hoeft te
zijn? Er zijn distributiecentra in Bleiswijk, in Lelystad, in het noorden van
Noord-Holland. Waarom zo dichtbij?)
Als-danvragen beantwoord ik niet, maar uw idee om distributiecentra die
Amsterdam zouden moeten voorzien, in Lelystad neer te zetten lijkt mij helemaal niet
handig met al die kilometers die daarvoor nodig zijn en met de uitstoot die daarbij komt.
(Mevrouw BLOEMBERG-ISSA: Ik zou graag zien dat de wethouder het
een en ander op papier zet over de effecten op de infrastructuur en dat
zie ik graag tegemoet. Het gaat dan toch een beetje over die motie en dat
het college in de geest van de motie handelt maar niet naar de letter. In
eerste instantie ligt alleen het eerste deelgebied voor en daar wordt wel
eerst de reserveringsovereenkomst gesloten. Ik zou de wethouder willen
verzoeken dat dan ook bij die andere deelgebieden te doen zoals in de
aangenomen motie staat. Hoe denkt de wethouder daarover?
Zoals ik al heb gezegd, daar waar dat mogelijk is, zullen wij dat zeker doen al was
het alleen maar omdat je geen kosten wilt maken voor iets waarvan je niet zeker bent.
Dus natuurlijk. Ik kan alleen niet zeggen dat altijd al per definitie de overeenkomst moet
zijn getekend waarna wij gaan handelen.
17B. - vervolg
Kennisnemen van de brief inzake de adviescommissie Oeververbindingen
Rijkswateren Amsterdam (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1211)
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Bloemberg-lssa voor een
stemverklaring.
Mevrouw BLOEMBERG-ISSA (stemverklaring): Ik wil graag een stemverklaring
afleggen over de motie van de heer Vroege. Ik lees dat het besluit niet terugkomt naar de
raad en dat vind ik wel heel wenselijk. Dus om deze reden zullen wij tegen de motie
stemmen.
De VOORZITTER geeft het woord aan mevrouw Van Soest voor een
stemverklaring.
50
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
Mevrouw VAN SOEST (stemverklaring): Ik sluit me aan bij de woorden van de
Partij voor de Dieren.
De VOORZITTER: Waarvan akte.
Aan de orde is de stemming over de motie-Vroege, Ernsting en De Heer
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1313).
De motie-Vroege, Ernsting en De Heer (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1313) wordt bij
zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER constateert dat de motie-Vroege, Ernsting en De Heer
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 1313) - is aangenomen met de stemmen van de Partij voor de
Dieren en de Partij van de Ouderen tegen.
Sluiting
De VOORZITTER: Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van de
vergadering op deze dag. Het is inmiddels 23.20 uur en ik denk dat het voor onze
medewerkers meer dan genoeg is geweest voor vandaag. We gaan morgen om 11.00 uur
door en dan zal het ochtenddeel worden voorgezeten door de heer Torn. Ik wens u nu
een goede nachtrust.
De vergadering is geschorst.
51
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
INDEX
1160 Kennisnemen van het jaarverslag Technische adviescommissie
Hoofdgroenstructuur 2018 en instemmen dat deze het college aanleiding geeft tot het
ondernemen van concrete acties … nn onnnneneenen enen ennnneneer en enenenneneneer eneen venene nennen | Î
1164 Vaststellen van de Verordening Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur
1211 Kennisnemen van de brief inzake de adviescommissie Oeververbindingen
Rijkswateren Amsterdam … … ennn onneneeneneeeenennenervennenervennenervenneneeevennneenennnennn 1 À
1212 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het onderzoeksrapport
Grondwatereffecten van onderkeldering in Amsterdam, modelstudie vier deelgebieden
5/4 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie 1394.2018 van de leden Van
Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman inzake Lutkemeerpolder (kwaliteit gronden)
5/5 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie 1395.2018 van de leden Van
Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman inzake de Lutkemeerpolder (fasering) ….15
1160 Kennisnemen van het jaarverslag Technische adviescommissie
Hoofdgroenstructuur 2018 en instemmen dat deze het college aanleiding geeft tot het
ondernemen van concrete acties... nnnnnnennnn enen ennennnerren enen eeneneneenen nennen neen OÓ
1164 Vaststellen van de Verordening Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur
1211 Kennisnemen van de brief inzake de adviescommissie Oeververbindingen
Rijkswateren Amsterdam … … nanne onnnee er enneeeerenneeeeneneeernenneeernenneeereveneeenenneneer O
1212 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op het onderzoeksrapport
Grondwatereffecten van onderkeldering in Amsterdam, modelstudie vier deelgebieden
1247 Amendement van de leden Ceder, Boomsma, Van Soest, Kilig, Bloemberg-lssa,
Simons, Nanninga en De Grave-Verkerk inzake de Voorjaarsnota 2019 (investeringen
OBA Next naar mantel- en jeugdzorg … … nonnen enneenneerenneen eneen enerenneer eneen | 7
1251 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Structurele financiering
van Trans Health Clinic). … nennen ennen enneenener eneen eneen ennernneeee vereren eneen | Î
1252 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Onderzoek jeugd-GGZ) 11
1253 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Aanhef in gemeentelijke
LE |
1254 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (750 jaar Amsterdam) ….11
1258 Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota 2019 (Kosten opruimen
drugsafval)} … nnee enneenenennenerenenneerenenneerenenneereveneerenenneerevenveerevenveerevenneee enen | Ö
1262 Motie van de leden Simons en A.L. Bakker inzake de Voorjaarsnota 2019 (Bouwen
in parken) … nennen enneneerveneeeerennneneenenneneenennnernenneneevennenereevenvervennevervennene vennen |
1268 Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota (Walstroom in Amsterdamse
EAK
1269 Motie van de leden Boomsma en Kreuger inzake de Voorjaarsnota 2019
(Bereikbare stad ook voor vrijwilligers) … nnen eenen eeen enneenenene eeen neren ereen Ô
1271 Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota 2019 (Overlast Singelgracht)…..19
1272 Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota 2019 (Japanse duizendknoop), .18
1281 Motie van de Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Fossielvrije haven) … 12
52
Jaar 2019 Gemeente Amsterdam R
Afdeling 2 Gemeenteraad
Vergaderdatum 10 juli 2019 Raadsnotulen
1282 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Mannenemancipatie), …12
1283 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Maximeren zorgtijden
1303 Amendement van het lid Boomsma inzake de Voorjaarsnota 2019 (Investeer extra
in onderhoud) … …… nnee ennen eneen veneneereneneerenenverrenenvereenenve venen ee enenve reen Ô
1304 Motie van het lid Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2019 (Help huisartsen aan
een praktijkruimte) … … nonnen enne nerenenneerenenneereneneerenenverenenneevenenveeervenneeerveneen Ö
1305 Motie van het lid Van Soest inzake de Voorjaarsnota 2019 (Verklein tarief parkeren
voor mantelzorgers en verbeter gebruiksvriendelijkheid) … … nnee 8
1307 Motie van het lid Ceder inzake de Voorjaarsnota 2019 (Weigering uit de opvang),
1308 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Onderzoeken naar
huisuitzettingen van alleenstaande ouders) … nnen enneereneneeeenenneen evene | Î
1310 Motie van het lid Bloemberg-lssa inzake het jaarverslag van de Technische
Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2018 (Aanbeveling 6 in nieuw
handhavingsbeleid Wabo) … nnn ennen enneneerenneneerennenervensenervennevervennenenennen OÖ
1311 Amendement van mevrouw Bloemberg-lssa inzake de Verordening Technische
Adviescommissie Hoofdgroenstructuur 2019 (Evenementen en bomen onder TAC) .…40
5/4 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie 1394.2018 van de leden Van
Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman inzake Lutkemeerpolder (kwaliteit gronden)
5/5 Kennisnemen van de bestuurlijke reactie op motie 1395.2018 van de leden Van
Renssen, N.T. Bakker, De Heer en Timman inzake de Lutkemeerpolder (fasering) … 47
937 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Onderadvisering) … ….…..10
939 Motie van het lid Simons inzake de Voorjaarsnota 2019 (Racisme in het onderwijs)
53
| Raadsnotulen | 53 | train |
01978 N% Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken RO
Duurzaamheid N Amsterdam
Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022
Ter kennisneming
Portefeuille Ruimtelijke Ordening
Agendapunt 7
Datum besluit 12 juli 2022, college van B&W
Onderwerp
Concept Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit Amsterdam (2023)
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief over het omvormen van de Commissie Ruimtelijke
Kwaliteit (CRK) naar een Commissie Omgevingskwaliteit (COK) en in de bijlage de concept
Verordening en het concept Reglement van Orde.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 van de Gemeentewet.
1. Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het
door het college gevoerde bestuur.
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
Bestuurlijke achtergrond
Op 1-1-2023 vervalt de wettelijke grondslag voor de bestaande Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
Het vaststellen van de Verordening op een nieuwe Commissie Omgevingskwaliteit is noodzakelijk
voor de advisering op aanvragen voor een omgevingsvergunning. De adviezen van de Commissie
Omgevingskwaliteit zijn mede gericht aan de stadsdelen die in het kader van vergunningverlening
zijn aangewezen als bevoegd gezag.
De aangenomen motie 2021-793 van de leden Van Renssen en Nadif (Duurzaamheid in commissie
Ruimtelijke Kwaliteit) is verwerkt in de tekst van de verordening en zal door middel van een aparte
voordracht bij de vaststelling van de verordening worden afgedaan.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Voor het opstellen van de concept-Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit Amsterdam
(2023) is gebruik gemaakt van de standaardverordening die door de Vereniging Nederlandse
Gemeenten en de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, in samenwerking met de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed, ter beschikking is gesteld.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.8 1
VN2022-019738 % Gemeente De raadscommissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondzaken
Ruimte en % Amsterdam
Duurzaamheid %
Voordracht voor de Commissie RO van 31 augustus 2022
Ter kennisneming
N.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Nee.
Welke stukken treft v aan?
1. Concept Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit (2023). pdf
AD2022-075431
(pdf)
AD2022-075432 2. Concept Reglement van Orde (2023).pdf (pdf)
AD2022-075433 3. Adviesaanvraag stadsdelen Verordening COK.docx (msw212)
AD2022-061965 Commissie RO Voordracht (pdf)
AD2022-075434 Raadsinformatiebrief Verordening op de Comm.pdf (pdf)
Ter Inzage
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Ruimte en Duurzaamheid, Josja van der Veer ([email protected]; Paul Rosenberg
(p.rosenberg@®amsterdam.nl)
Gegenereerd: vl.8 2
| Voordracht | 2 | train |
x% Gemeente Amsterdam
% Actualiteit voor de raadscommissie voor Ruimtelijke
Ordening, Grondzaken, Zuidas en Marineterrein,
Energietransitie
Jaar 2019
Datum indiening 15 april 2019
Datum behandeling 17 april 2019
Onderwerp
Actualiteit van het raadslid N.T. Bakker (SP) inzake evenemententerrein bij Sloterdijk.
Aan de commissie
Inleiding
Er is een vergunning aangevraagd voor de aanleg van een evenemententerrein door Kota
Kultura, de nog te openen culturele feestplek bij Sloterdijk.
Reden bespreking
Amsterdam kent een evenementenbeleid tegen overlast. Dit beleid wordt binnenkort herzien.
Indiener vreest dat de bestemming cultuur in bestemmingsplannen als dekmantel fungeert
voor het aanleggen van een evenemententerrein. Indiener wil de wenselijkheid van deze
procedurele sluiproute en mogelijk benodigde maatregelen bespreken met de commissie.
Daarnaast vraagt indiener zich af of een vergunningverstrekking van dergelijke omvang belegd
moet zijn bij het stadsdeel of dat dit de bevoegdheid moet zijn van de centrale stad.
Reden spoedeisendheid
De vergunningsaanvraag is reeds in behandeling.
Het lid van de commissie,
N.T. Bakker (SP)
1
| Actualiteit | 1 | train |
Re
ST °°
Samenvatting en conclusies 4
1. Inleiding 7
1.1 Aanleiding 7
1.2 Doelstelling 8
1.21 Doelstelling van de regeling 8
1.2.2 Doelstelling van deze evaluatie 9
1.3 Leeswijzer 9
2. Maatschappelijke impact 10
2.1 Korte samenvatting van de RIMI 10
2.2 Behoefte 10
2.3 Rode draden 11
2.3.1 Kortlopende projecten 12
2.3.2 Voortzetting, doorgroei 12
2.3.3 Buurtversterking, bestaanszekerheid, kansengelijkheid 14
2.3.4 Systemische wijziging 14
2.3.5 Nietintegraal maar ook niet passend 15
2.3.6 Ruimte geven en controle 16
2.4 Impactmeting van MAEX 17
24.1 Impactwaarde uitgedrukt in euro's 18
2.4.2 Overige waarde 18
2.5 Conclusies en aanbevelingen 19
3. Ambtelijk vakmanschap 20
3.1 Ambtelijke evaluatie 20
3.1.1 Rol BIMI in ambtelijk netwerk 20
3.1.2 Waardering regeling ambtelijk netwerk 20
3.1.3 Inhoudelijke adviezen 21
3.1.4 Eigenaarschap 22
3.2 Conclusies en aanbevelingen 22
2
4. Dienstverlening voor initiatieven 23
4.1 Dienstverlening vanuit Bureau Integraal Maatschappelijk Initiatief 23
4.2 CIMI: onafhankelijke toets 24
4.2.1 Rolten opzichte van BIMI 24
4.2.2 Onafhankelijk oordeel 24
4.2.3 Tussentijdse aanpassing werkwijze 24
4.3 Conclusies en aanbevelingen 25
3
Samenvatting en conclusies
Om meer dienstverlenend op te treden richting initiatiefnemers in de stad is in 2021
aanvullend gestart met de Regeling Integraal Maatschappelijk Initiatief (RIMI). Een
stedelijke regeling die bijdraagt aan het eenvoudiger, sneller en logischer maken om
subsidie te ontvangen voor initiatiefnemers van integrale maatschappelijke initiatieven.
Heeft deze regeling de afgelopen twee jaar gebracht wat we ervan verwachtten? Het
antwoord op deze vraag is niet een enkelvoudig ‘ja’ of ‘nee’.
Ja. Er is behoefte is aan de middelen vanuit de RIMI en de RIMI wordt ingezet voor het
doel van de regeling: om integrale initiatieven te ondersteunen. De RIMI had zowel in
2021 als in 2022 twee tranches per jaar. In totaal zijn er voor deze vier tranches 275
subsidieaanvragen ingediend bij de regeling. In totaal was er, verdeeld over de vier
tranches, € 3,65 mio te verdelen, terwijl het aangevraagde bedrag met € 14,9 mio ruim
4 keer hoger lag. Er is totaal voor ruim € 11 mio meer aangevraagd dan er aan middelen
beschikbaar was.
Ja. Met de € 3,65 zijn 81 integrale initiatieven ondersteund. De ‘bredere’ beleids-
overstijgende aanvragen werden het hoogst worden gewaardeerd, in lijn met de
bedoeling van de regeling. Van de 81 verleende aanvragen:
= hebben er 27 aanvragen betrekking op twee beleidsdomeinen;
= hebben er 35 aanvragen betrekking op drie beleidsdomeinen;
= hebben er 19 aanvragen betrekking op vier beleidsdomeinen of meer.
De meeste van de 275 hebben (mede) betrekking op de sociale basis. Verder hebben
veel aanvragen (mede) betrekking op Ruimte en Duurzaamheid, Kunst en Cultuur, WPI
en Diversiteit.
200 191
150
c
0
D
®
2 100
8
c 71 78
3 64 za
U
0 50 47 18
0
aa
B | Dn 2 =
0 n__n
2 v 5 EE 3 DZ 5 5 z 2 x v
2 8 2E 5 8 gj 8 8 8 £ 8 8
EE: 7 8 5 & & 8 n
3 8 5 Ö Ê 8 8 5 & 3
8 3 ë & 8 5
G 4 5 9
9 5 ö
Figuur 1: Beleidsdomeinen in 275 aanvragen
4
Ja. MAEX, de maatschappelijke AEX komt indicatief tot de conclusie op basis van de
profielen van 35 initiatieven dat elke euro uit de regeling bijna € 13,50,- impactwaarde
vertegenwoordigt. Dit zou betekenen dat voor het totaal van verleende subsidie in 2021
en 2022 (€3,65 mio) de impactwaarde in euro's op grofweg € 50 mio uitkomt.
Ja. Er is meer experimenteerruimte gekomen: er zijn vernieuwende aanvragen mogelijk
gemaakt, die anders niet mogelijk waren. Dat zijn bijvoorbeeld initiatieven die zich
richten op systeemwijziging of stadsbreed en beleidsoverstijgend zijn. We hebben
zeker met 15 van de 81 initiatiefnemers gedurende de looptijd van het initiatief,
afspraken bijgesteld of meer ruimte gegeven het traject goed af te ronden, omdat er
gaandeweg aanpassingen nodig waren. De opbrengsten van deze lessen, leggen we
vast en delen we onder meer via het platform Wij Amsterdam.
Ja. De regeling draagt bij aan het ambtelijk vakmanschap. Door de integrale advies-
gesprekken komen collega’s met elkaar aan tafel om vanuit met behulp van gezamen-
lijke expertise tot een advies te komen. Men geeft aan het zinvol en interessant te
vinden om mee te krijgen van andere collega’s wat zij doen. De adviesgesprekken
worden dan ook als leerzaam ervaren.
Nee. Een aandachtspunt is het eigenaarschap: het lukt nog onvoldoende om het
accounthouderschap binnen de organisatie te beleggen. Dit neemt BIMI nu op zich,
maar daarmee is de ondersteuning vanuit de gemeente, met name voor startende
initiatieven, ook beperkt. We hebben niet de ruimte om alle initiatieven vanuit de smalle
bezetting van BIMI echt te volgen zoals we dat graag willen, ook vanuit de behoefte om
lessons learned te verzamelen en te leren van de experimenteerruimte die we bieden.
Hierover moeten nadere afspraken worden gemaakt met onder andere (stadsdeel)
directies.
Nee. De gemeente kan nooit alle doorgroeiende initiatieven een structurele financiering
bieden. We moeten dan ook strakker sturen op het leren stoppen. Amsterdam is echter
zo groot, dat dit echt om de 1 Amsterdam-gedachte vraagt. We zie nu dat als één
afdeling stopt, een andere soms toch doorgaat. Dit is niet duidelijk een eenduidig
genoeg. We moeten komen tot een consistente aanpak als we doorgaan met het
ondersteunen van initiatieven.
Ja en nee. Soms dus stoppen, maar soms willen we dat niet omdat een initiatief blijkt te
werken. We komen dan niet tot een eenduidige manier van ondersteunen die aansluit
bij de aard en doelstelling van deze succesvolle initiatiefnemers. De RIMI sluit qua
doelstelling vaak volledig aan, maar mist de mogelijkheid te voldoen aan de volledige
financieringsbehoefte van deze initiatieven en is ook incidenteel. In die zin is het ook
‘gewoon’ een extra regeling. We zijn tot nu nog niet goed in staat te komen tot maat-
werkoplossingen om waardevolle initiatieven vervolgens in te bedden in ons systeem.
Ja en nee. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van BIMI om te helpen bij het doen van
aanvragen, voor doorverwijzen en als verbindende partij. Daarmee blijkt de loketfunctie
en de verbeterde dienstverlening te werken. Tegelijk is het bureau niet groot en kunnen
we ook lang niet alle partijen helpen. Met name de grote hoeveelheid aanvragen en de
arbeidsintensieve aanpak met ad hoc integrale adviesteams, beperkt de ruimte om tot
maatwerk oplossingen te komen. Hier zien we juist ook een belangrijke meerwaarde
voor een bureau als BIMI.
5
Ja en nee. De CIMI heet een belangrijke rol als onafhankelijke commissie maakt regel-
matig wezenlijk andere keuzes dan het ambtelijk apparaat. De externe commissie brengt
ook een wezenlijk andere blik. In die zin werkt de commissie de rol van externe en
onafhankelijke partij uitstekend. De enorme werkdruk door het grote aantal aanvragen
maakt het haast onmogelijk om ook de ruimte te hebben om te verdiepen en
reflecteren.
Ja. De regeling blijkt ook een goede ‘vindplaats’ voor hiaten in ons systeem. De RIMI is
zo breed dat ook initiatiefnemers zich melden, met aanbod dat heel goed is en inspeelt
op actuele opgaven in de stad, maar waar we als gemeente eenvoudigweg nog geen
beleid op hebben. De regeling houdt ons scherp op onze eigen dienstverlening en de
mate waarin die inspeelt op de opgaven in de stad.
Lessen en acties voor vervolg
= We nemen in de regeling de adviezen van CIMI over een maximaal aantal pagina’s
conform voorstel CIMI (zie RIMI, 2021-2022 in cijfers- aandachtspunten en adviezen
CIMI). In lijn met de ontwikkelingen bij het subsidiebureau kijken we ook naar
mogelijkheden om te werken aan verdere verbetering van de toegankelijkheid van
de subsidieregeling voor alle Amsterdammers.
= BIMI blijvend inzetten als verzamelplaats voor vastlopende initiatieven en breder
inzetten voor het aanjagen van het creëren van maatwerk. We merken dat we met de
instelling: “we zijn nergens van, behalve van de oplossing (en de oplossing kan ook
‘nee’ zijn)” als een verbindende partij in de gemeente kunnen opereren. Zo dragen we
vanuit maatschappelijke waarde, aansluitend op de maatschappelijke opgave, bij aan
het goed laten landen van initiatieven in de organisatie.
= Om dit meer te reguleren willen we experimenteren met verschillende aanpakken om
deze rol in de organisatie vorm te geven. Recent hebben we een aanpak gekozen voor
BOOST, waarbij wij zelf als een soort maatwerk-consultants te werk zijn gegaan. We zijn
nu ook gestart aan een traject samen met de Waag en stadsdeel Noord om te kijken of
we voor de Noorderpark Trust tot een duurzame oplossing kunnen komen. We kijken
ook of we deze maatwerkoplossingen tot stand kunnen brengen met behulp van een
platform met partijen in de stad (fondsen, woningbouwcorporaties, ontwikkelaars,
MKB etc.) om tot oplossingen te komen met kleinere rol voor de gemeente.
= Ons meer richten op maatwerk, kunnen we alleen doen als de gevestigde partijen nu
niet steeds opnieuw aanvragen hoeven te doen. Daarmee neemt de werkdruk voor
zowel BIMI als de CIMI af. De aanpak met integrale adviesteams is arbeidsintensief,
maar draagt bij aan het versterken van het interne netwerk en het ambtelijk vakman-
schap. We stellen voor daar niet aan te sleutelen. We stellen wel voor om voor deze
beperkte groep partijen in de tussentijd naar een (gedeeltelijke) meerjarige
financiering binnen de RIMI te komen van maximaal drie jaar. Dit zou betekenen dat
we een knip maken binnen de middelen van de RIMI voor ‘gevestigde’ initiatieven die
richting een maatwerkoplossing gaan en middelen voor nieuwe experimenteerruimte.
Als hier bestuurlijk draagvlak voor is, werken we dit nader uit.
= Veel aanvragen raken aan de sociale basis. Er is op onderdelen onvrede over onnodige
concurrentie van aanbieders in de stad, mede dankzij deze regeling. De opdracht voor
de sociale basis is juist te komen tot eenduidiger stelsel met minder contractpartners.
Tegelijk ziet men ook vanuit de sociale basis dikwijls juist de grote de meerwaarde van
partijen die zijn ingebed in de wijk en de kracht van de vrijwillige inzet van Amster-
dammers. In lijn met het bovenstaande voorstel voor tijdelijke meerjarige financiering,
is BIMI met de Sociale Basis bezig met het uitdenken van een structuur/ werkwijze om
kansrijke initiatieven een plek geven in het vereenvoudigde SB-stelsel. Kansrijke
initiatieven zouden moeten kunnen doorgroeien naar het vereenvoudigde stelsel,
mogelijk met behulp van een driejarige transitiefinanciering.
6
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
In Amsterdam wonen ruim 920.000 Amsterdammers. Veel van die Amsterdammers
voelen zich niet gehoord en gezien en het vertrouwen in de overheid is, onder grote
groepen, niet groot. Dat betekent echter niet dat Amsterdammers niet maatschappelijk
betrokken zijn. Integendeel: Amsterdam kent een grote groep initiatiefnemers en
stadsmakers die met kennis, kunde en tomeloze inzet bijdragen aan het oplossen van
brede en veelsoortige maatschappelijke opgaven. Soms op het niveau van de eigen
wijk, soms stadsbreed. Dit zijn initiatieven die bijdragen aan diverse opgaven in de stad,
zoals: zorg, duurzaamheid, werkgelegenheid en openbare ruimte. Soms uit het idee van
nabuurschap, soms met het doel het systeem te veranderen.
In haar Participatielezing 2023 stelt Femke Kaulingfreks dat specifiek jongeren behoefte
hebben ‘aan ruimte om de samenleving écht mee vorm te geven. Dat vraagt dat je als
professional uit je rol van expert stapt die voorschrijft hoe het moet, dat je experimen-
teerruimte creëert. Dat vergt moed, want je weet niet waar het op uit gaat draaien.
Het is onverwacht en spannend.’ Dat bewoners, jong of oud, medevormgeven aan
onze samenleving is in Amsterdam dus niet nieuw en misschien wel bijna vanzelf-
sprekend. De manier waarop we als gemeentelijke overheid ook echt ruimte geven aan
de oplossingen uit de stad zelf en ook experimenteerruimte bieden, is niet altijd even
vanzelfsprekend. Onze huidige organisatie en subsidielandschap is grotendeels
verkokerd en versnipperd, waardoor we niet altijd effectief omgaan met de inzet van
initiatiefnemers en ambtenaren en goede initiatieven dikwijls onvoldoende faciliteren.
Er bestonden al langer regelingen op het gebied van initiatief:
= Bewonersinitiatief (sociale basis, alle stadsdelen)
= Maatschappelijk initiatief (5 stadsdelen)
Om meer dienstverlenend op te treden richting initiatiefnemers in de stad is in 2021
aanvullend gestart met de Regeling Integraal Maatschappelijk Initiatief (RIMI). Een
stedelijke regeling die bijdraagt aan het eenvoudiger, sneller en logischer maken om
subsidie te ontvangen voor initiatiefnemers van integrale maatschappelijke initiatieven.
Deze regeling biedt meer financiële ruimte (van € 5.000,- tot € 100.000, -) per initiatief
en kan zowel op stadsdeelniveau als stadsbreed worden ingezet.
Waar de focus van de sociale basis vooral ligt op de zelf- en samenredzaamheid van
bewoners en alleen gaat over sociale initiatieven, gaat het bij de RIMI om het versterken
van het eigenaarschap en zijn de initiatieven integraal. Ook initiatieven die betrekking
hebben op bijvoorbeeld de groenvoorziening in de buurt, duurzaamheid of de
inrichting van de openbare ruimte hebben hierin een plek. Een integraal maatschappelijk
initiatief - uit eigen beweging gestart - door één of meerdere bewoners dient meerdere
van deze maatschappelijke doelen. Daarmee is een integraal maatschappelijk initiatief
verschillend van karakter, qua inzet, actoren, doelstellingen en expertise.
7
In 2021 waren er twee tranches van de regeling:
= Sluitingsdatum 1 mei 2021, subsidieplafond € 1 min.
= Sluitingsdatum 1 september 2021, subsidieplafond € 0,85 mln.
In 2022 waren er twee tranches van de regeling:
= Sluitingsdatum 1 april 2022, subsidieplafond € 1 mln.
= Sluitingsdatum 1 september 2022, subsidieplafond € 0,8 min.
1.2 Doelstelling
1.2.1 Doelstelling van de regeling
Het doel van deze regeling is om integrale maatschappelijke initiatieven mogelijk te
maken, waarbinnen activiteiten plaatsvinden die beleidsterrein overstijgend zijn.
De integrale maatschappelijke initiatieven hebben door hun integrale aanpak een
vernieuwende, effectievere of efficiëntere werkwijze om de beleidsdoelen van het
college te realiseren en zijn beter in staat bredere doelgroepen te bereiken.
Met de RIMI willen we als gemeente verder het volgende bereiken:
1. Betere dienstverlening. Bijdragen aan het verminderen van versnipperde
dienstverlening aan initiatiefnemers.
2. Verbinding formeel en informeel. Met integrale maatschappelijke initiatieven
beogen we de link tussen formele en informele organisaties versterken daar waar
het nodig is.
3. Experimenteerruimte. Daarnaast is een belangrijk doel van de regeling vrijheid te
geven en ruimte bieden: dingen mogen mislukken- als we er maar van leren. Er moet
gezorgd worden voor een goede controle en verantwoording op de juiste besteding
van gemeenschapsgeld, uiteraard; maar de regeling vraagt ook om een nieuwe
manier van werken en kijken.
4. Ambtelijk vakmanschap. Het versterken van een integrale manier van werken, vanuit
de opgaves in de stad; versterken samenwerking met partijen in de stad.
Om een maximale dienstverlening te leveren aan initiatiefnemers zijn een Bureau en een
Commissie Integraal Maatschappelijk Initiatief ingesteld. Het bureau zorgt dat de
aanvragen op de juiste plek en door de juiste mensen behandeld worden en kan
initiatiefnemers ondersteunen in de planvorming.
De uitgangspunten bij het instellen van de regeling waren:
= Waarde van het initiatief staat voorop;
= Waardering wordt integraal bepaald, niet alleen vanuit de eigen beleidskolom;
= Initiatiefnemers doen het voor, door en met Amsterdammers (draagvlak en binding);
= Ruimte geven aan initiatieven, weinig vooraf bepaalde kaders;
= Transparantie en (horizontale) verantwoording over de activiteiten;
= Afhandeling is zo eenvoudig mogelijk;
= Initiatiefnemers worden (optimaal) gefaciliteerd en indien nodig ondersteund.
8
1.2.2 Doelstelling van deze evaluatie
Of hoofdlijn kijken we in deze evaluatie naar de vraag: doet de regeling wat hij moet doen?
Specifieker willen we kijken naar de volgende onderdelen:
= Behoefte. Is er behoefte in de stad aan deze regeling? Wordt er gebruik van gemaakt
en biedt het de initiatiefnemers wat ze nodig hebben?
= Impact. Wat is de impact van de regeling? En is er meer ruimte gekomen voor
experiment?
= Ambtelijk vakmanschap. Draagt de regeling bij aan het versterken van ambtelijk
vakmanschap? En hoe verloopt de uitvoering? Heeft het instellen van de RIMI
bijgedragen aan een betere dienstverlening voor initiatiefnemers in de stad?
= Dienstverlening. Dragen de regeling, het bureau en de commissie bij aan een betere
dienstverlening voor initiatiefnemers?
1.3 Leeswijzer
We gaan in hoofdstuk 2 eerst kort in op de mate waarin er gebruik wordt gemaakt van
de regeling, welk type aanvragen we zien en de mate waarin de regeling impact maakt.
In hoofdstuk 3 kijken we naar de versterking van het ambtelijk vakmanschap, schetsen
we de rol van BIMI binnen het ambtelijk netwerk en geven we terug hoe het ambtelijk
netwerk tegen de regeling aankijkt. In hoofdstuk 4 gaan we in op de vraag of de
dienstverlening richting initiatiefnemers ook echt is verbeterd en gaan we in op de
onafhankelijke rol van CIMI en hun adviezen.
Naast deze algemene evaluatie hebben we een aparte rapportage Regeling Integraal
Maatschappelijk Initiatief 2021-2022 in cijfers- aandachtspunten en adviezen CIML
Hierin staat een uitgebreidere cijfermatige analyse van alle aanvragen, onder meer
uitgesplitst naar beleidsdomein en/ of stadsdeel. Dit document bevat ook de adviezen
van de CIMI ten aanzien van de regeling en de werkwijze.
9
2. Maatschappelijke impact
2.1 Korte samenvatting van de RIMI
Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor:
1. activiteiten die een bijdrage leveren aan meerdere beleidsterreinen en waar
bewoners betrokken zijn bij de organisatie of uitvoering van de activiteiten.
2. activiteiten die tot doel hebben de organisatie te versterken die nieuwe of
bestaande maatschappelijke, integrale initiatieven uitvoert.
De aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden beoordeeld op basis van
de volgende criteria:
a. De mate waarin het initiatief waarde heeft voor Amsterdammers, het bijdraagt aan
de buurt en/of haar bewoners;
b. De mate waarin het initiatief bijdraagt aan de versterking van de sociale cohesie in
de stad/buurt door actieve betrokkenheid van Amsterdammers;
c. De mate waarin het initiatief waarde heeft voor verschillende beleidsterreinen, het
meerwaarde heeft ten opzichte van het bestaande aanbod;
d. De mate waarin de kosten van het initiatief in verhouding staan tot de te verwachten
resultaten c.q. impact van de activiteiten;
e. De mate waarin samenwerking is gezocht met andere partners in de stad.
Begin 2022 is er een aantal technische wijzigingen doorgevoerd op de regeling, om de
criteria verder aan te scherpen:
= De cursieve tekst is aan de criteria toegevoegd om ze aan te scherpen. Bij toepassing
van de criteria in de eerste twee tranches, bleek deze aanscherping nodig.
= Ook is toegevoegd dat in de driejaar voorafgaand aan het aanvragen van subsidie bij
de RIMI, er niet meer dan € 1.5000.000,- gemeentelijke subsidie mag worden
ontvangen. In de eerste twee tranches kwamen soms grote instituten met bestaande
inkooprelaties met de gemeente met een aanvraag. Om de bottom-up insteek van de
regeling te bewaken, kunnen zij nu alleen aanvragen via een kleinere initiatiefnemer.
= Ook is het maatschappelijk uurtarief formeel vastgesteld op € 50,-.
= Tot slot is op de subsidiepagina aangegeven dat het insturen van een korte videopitch
wordt aangemoedigd, om zo ook minder bedreven schrijvers de gelegenheid te
geven hun verhaal goed over te brengen.
2.2 Behoefte
Is er behoefte in de stad aan deze regeling? Wordt er gebruik van gemaakt? In de
bijlage, Regeling Integraal Maatschappelijk Initiatief 2021 en 2022 in cijfers- aandachts-
punten en adviezen CIMI, worden de aanvragen die de afgelopen jaren zijn gedaan
dieper cijfermatig geanalyseerd.
Op hoofdlijn: de RIMI is de afgelopen twee jaar ruim overvraagd. De RIMI had zowel
in 2021 als in 2022 twee tranches per jaar. In totaal zijn er voor deze vier tranches
275 subsidieaanvragen ingediend bij de regeling. In totaal was er, verdeeld over de vier
tranches, € 3,65 mio te verdelen, terwijl het aangevraagde bedrag met € 14,9 mio ruim
4 keer hoger lag. Er is totaal voor ruim € 11 mio meer aangevraagd dan er aan middelen
beschikbaar was.
10
Aangevraagd Beschikbaar en toegekend
Tranche 1 (mei 2021) € 4.718.199 € 1.000.000
Tranche 2 (september 2021) € 3.708.915 € 850.000
Tranche 3 (april 2022) € 3.212.234 € 1.000.000
Tranche 4 (september 2022) € 3.243.347 € 800.000
Totaal 2021- 2022 € 14.882.695 € 3.650.000
Als we kijken naar de integraliteit van de ingediende aanvragen:
= Erzijn 86 aanvragen ingediend met ‘slechts’ twee beleidsdomeinen. Daarmee zijn ze
integraal genoeg voor de regeling. Belangrijk om op te merken is dat deze aanvragen
binnen één van die beleidsdomeinen mogelijk bij verschillende regelingen zou
moeten aankloppen om voor subsidie in aanmerking te komen: er is ook binnen deze
beleidsdomeinen dikwijls specifiek beleid op deelterreinen.
= Ruim 80 aanvragen hebben betrekking op drie beleidsvelden.
= Maar liefst 44 aanvragen hebben betrekking op 4 of meer beleidsdomeinen.
Als we kijken naar de daadwerkelijke besteding van de subsidiemiddelen, dan zien we
dat de ‘bredere’ beleidsoverstijgende aanvragen het hoogst worden gewaardeerd, in
lijn met de bedoeling van de regeling. Van de 81 verleende aanvragen:
= hebben er 27 aanvragen betrekking op twee beleidsdomeinen;
= hebben er 35 aanvragen betrekking op drie beleidsdomeinen;
= hebben er 19 aanvragen betrekking opvier beleidsdomeinen of meer.
We kunnen concluderen dat:
= er behoefte is aan de middelen vanuit de RIMI;
= dat de RIMI wordt ingezet voor het doel van de regeling om integrale initiatieven te
ondersteunen.
2.3 Rode draden
We zien door de breedte van de regeling een enorme variëteit aan initiatieven langs-
komen. De kwaliteit van de aanvragen verschilt. We zien een groot verschil in ervaring.
Er is een groep zeer goed onderlegd in ‘beleidstaal’, een grote groep niet. Het is aan het
ambtelijk apparaat en de CIMI om hier ook doorheen te kijken en vanuit de bedoeling
van de regeling juist ook onervaren partijen met goede nieuwe aanpakken de kans te
geven zich in de praktijk te bewijzen.
Het brede karakter van de RIMI maakt dat de binnengekomen aanvragen onderling flink
verschillen. Toch is het mogelijk om vier hoofdcategorieën te onderscheiden:
1. Afgebakende, resultaatgerichte plannen, ingediend door kleinere, vaak nieuwe
aanvragers.
2. Voortzetting of uitbreiding van bestaande activiteiten door al opgestarte initiatief-
nemers.
3. Aanvragen gericht op het opbouwen/versterken van een buurt (vaak gericht op
bestaanszekerheid, kansengelijkheid). Deze aanvragen schuren soms dicht aan
tegen de sociale basis.
4. Initiatief gericht op systemische wijziging.
5. Aanvragen die niet integraal zijn, maar toch nergens passen.
11
2.3.1 Kortlopende projecten
We zien dat initiatieven soms projectmatig en kort zijn. Meer cyclisch met steeds korte
activiteiten, maar gericht op concrete resultaten. Bijvoorbeeld: het opzetten van een
schoonmaakproject met jongeren uit de buurt (Buurtstrijders) of G-buurt Moving
Forward: zij starten steeds opnieuw kortdurende trajecten in de wijk.
2.3.2 Voortzetting, doorgroei
Maar als de insteek van een initiatief structureler van aard is en ze ook werken, ‘aanslaan’
en doorgroeien, is een aanzienlijk aantal aanvragers op zoek naar meer structurelere
financiering. Als ze groter worden, maken ze een vaak een niet lineaire professionalisering-
slag door. Er wordt immers met name gewerkt met vrijwillige inzet en er wordt maatwerk
geleverd om in te spelen op vragen uit de stad, wijk of buurt. De tijd om echt te
‘volgroeien’ is redelijk lang.
Dit zijn initiatieven waarvoor het gat tussen verschillende subsidies vanuit stadsdelen,
waar beperktere middelen zijn, naar bijvoorbeeld inkoop bij de centrale stad te groot is.
Of voor wie eenvoudigweg op stedelijk niveau geen passende regelingen zijn waarmee
de volle breedte van het initiatief gedekt kan worden. We denken bijvoorbeeld aan de
Buurtmoeders Moederskracht uit Nieuw-West.
12
Ook zijn er partijen die aankloppen bij de regeling die eigenlijk al jaren op zoek zijn
naar een plek om te landen. Het zijn partijen die eigenlijk al jaren bestaan en onderdeel
uitmaken van de infrastructuur van de stad. Recent hebben we een scenarioschets
gemaakt voor BOOST, om tot maatwerk te komen. Maar er zijn meer partijen zoals
BOOST die onderdeel uitmaken van het ‘ecosysteem’ van de stad. Het gaat om partijen
waar we als gemeente ook echt op leunen. We denken aan de Noorderpark Trust en
LOLA. Dit zijn de partijen waarvoor de regeling mede is ingesteld. Voor deze partijen
geldt:
1. Deze regeling is een gedeeltelijke oplossing, maar niet dé oplossing. Vaak hebben
deze partijen meer nodig dan de maximale € 100.000,- per jaar. Zij moeten naast de
RIMI, dus vaak ook nog middelen vinden uit (initiatieven)regelingen bij stadsdelen
en directies. De RIMI is dan een mooie extra, maar niet dé integrale uitkomst.
2. Het zijn partijen die al jaren door de gemeente worden gefinancierd, maar dikwijls
structureel -incidenteel. Ook de RIMI is incidenteel geld.
De gemeente kan nu eenmaal niet alles kan financieren en zeker niet structureel of
meerjarig. Tegelijk doen we het in de praktijk wel degelijk, maar niet op een eenduidige
manier die aansluit bij de aard en doelstelling van deze succesvolle initiatiefnemers. De
RIMI sluit qua doelstelling volledig aan, maar mist de mogelijkheid te voldoen aan de
volledige financieringsbehoefte van deze initiatieven en is ook incidenteel.
13
2.3.3 Buurtversterking, bestaanszekerheid, kansengelijkheid
Het zwaartepunt van de aanvragen ligt duidelijk bij projecten gericht op het versterken/
ondersteunen van achtergestelde groepen in de samenleving. Daarmee is een groot
aantal aanvragen die mede betrekking hebben op de sociale basis, maar die net breder
zijn of specifieke doelgroepen bedienen die niet binnen het sociale basis beleid.
Het beleidskader van de sociale basis gaat ervan uit dat wij allemaal Amsterdammers
zijn die overal de kans moeten krijgen om hun talenten te ontwikkelen en kansen te
benutten. Het gaat uit van inclusief en generiek aanbod, tenzij blijkt dat een specifieke
doelgroep niet wordt bereikt en aanvullend aanbod noodzakelijk is. Dat aanbod zou een
emanciperende werking moeten hebben en is daarmee altijd gericht op aansluiting bij
de maatschappij.
Daarnaast gaat de sociale basis uit van het netwerk van huizen van de wijk en hier
activiteiten organiseren. Naast het feit dat er gebrek is aan (maatschappelijke) ruimte, is
het financieel niet haalbaar om voor iedere organisatie apart een ruimte te subsidiëren.
De strekking vanuit de sociale basis is dan ook dat organisaties ruimtes met elkaar delen.
De opdracht voor de sociale basis is bovendien voor de komende jaren te komen tot
eenduidiger stelsel met minder contractpartners. Er zal de komende jaren dus flink
gesneden moeten worden en ook goede partijen, zullen niet langer kunnen rekenen op
gemeentelijke middelen. Vanuit deze opdracht is het moeilijk uit te leggen dat we soms
op vergelijkbare beleidsterreinen initiatief aanjagen.
Er is dan ook onvrede over onnodige concurrentie van aanbieders, mede dankzij deze
regeling. We denken bijvoorbeeld aan De Bewaarschool- Het Fort in Amsterdam Noord.
Tegelijk ziet men ook vanuit de sociale basis dikwijls juist de grote de meerwaarde van
partijen die zijn ingebed in de wijk en de kracht van de vrijwillige inzet van
Amsterdammers.
De Bewaarschool- Het Fort
Het Fort is een preventief programma waar een tweede thuis gecreëerd wordt voor
kinderen uit kwetsbare gezinnen, opgroeiend in armoede, door inzet van twee-
wekelijkse activiteiten. Activiteiten vinden plaats op diverse beleidsterreinen jeugd,
zorg en sociale basis. De bewaarschool onderscheidt zich doordat zij werken met
professionals (pedagogen) waardoor het werk methodisch onderbouwd is. De
organisatie is ingebed in de diverse zorg-netwerk structuren, daar waar kinderen
worden door verwezen via bijvoorbeeld het OKT en Intern Begeleiders van scholen
in de omgeving.
Zij zijn goed in staat om het netwerk te betrekken zijn goed ingebed in het netwerk.
Het verschil met de sociale basis is dat Het Fort te intensieve begeleiding biedt
waardoor de aanpak binnen de sociale basis als te breed en daarmee als te kostbaar
wordt gezien. Het is een hybride club die goed werk doet maar tussen wal en schip
(sociale basis, preventie jeugd en zorg) valt.
2.3.4 Systemische wijziging
Er is ook een aantal partijen dat zich richt op systemische wijziging. Hierbij valt te
denken aan partijen die (nieuwe) initiatieven helpen opzetten, of buurtinitiatieven
ondersteunen met kennis, of een breed maatschappelijk probleem radicaal anders
willen oplossen. We denken aan Coloci en Collectief Kapitaal.
14
Het bleek voor de CIMI in de eerste tranches soms lastig voor de aanvragen uit deze
categorie positief te waarderen. Met name het criterium dat gericht is op kosten ten
opzichte van de te verwachten resultaten, maakte deze vaak ‘meer hoogover’ aanvragen
lastig langs positief te toetsen. De tussentijdse bijstelling van de regeling, waarbij ook
getoetst wordt op verwachte maatschappelijk impact, heeft hierbij geholpen.
2.3.5 Niet integraal maar ook niet passend
Dan zijn er ook nog initiatieven die zich melden, die bijvoorbeeld niet integraal genoeg
zijn voor de regeling, maar die we ook niet kunnen doorverwijzen omdat er geen
passend beleid c.q. regeling bestaat. De RIMI is zo breed dat ook initiatiefnemers zich
melden, met aanbod dat heel goed is en inspeelt op actuele opgaven in de stad, maar
waar we als gemeente eenvoudigweg nog geen beleid op hebben. We denken
bijvoorbeeld aan SLICKS: ervaringsdeskundigen die mensen met een gokverslaving
helpen. Het is een gewaardeerde organisatie, waarmee de gemeente samenwerkt, maar
er zijn bij de betrokken afdelingen (bijvoorbeeld GGD) geen middelen beschikbaar om
een dergelijk initiatief te helpen opstarten. Het is ons gelukt in ieder geval een
eenmalige bijdrage te regelen vanuit stadsdeel West en in combinatie met het
Oranjefonds.
15
SLICKS richt zich op het bestrijden en voorkomen van gokproblematiek met een
aanpak die is gebaseerd op ervaringsdeskundigheid. De aanvragen van SLICKS zijn
niet integraal genoeg voor de regeling. De gemeente werkt met deze partij samen
en waardeert ze. Ze spelen in op een actueel probleem waar we als gemeente
belang aan hechten. Er is op dit moment geen budget beschikbaar om enige
financiële ondersteuning te geven. Een logische plek zou de GGD zijn. Het is gelukt
om voor deze partij een eenmalige kleine bijdrage te regelen bij Stadsdeel West.
Hierdoor was het Oranjefonds bereidt tot cofinanciering.
‘Geld maakt meer kapot dan je lief is’
Er is ook een andere kant van subsidie die we ook willen uitlichten. Met name voor
kleinere, bewonersinitiatieven in de buurt lijkt soms te gelden: ‘geld maakt meer kapot
dan je lief is’, Een initiatief bijvoorbeeld heeft subsidie gekregen waarmee een zzp'er
werd gefinancierd die daardoor het buurtinitiatief verder kon doorontwikkelen.
Vervolgens ontstaat er spanning in de buurt, omdat een deel van de buurt op vrijwillige
basis vergelijkbare werkzaamheden verricht als de zzp'er die er voor betaald wordt.
Dit kan een buurtinitiatief ook ‘opblazen’. Onze les hieruit is dat subsidie voor het
bevorderen van nabuurschap niet altijd het gewenste effect heeft. Het verdient
aanbeveling bij dit soort projecten ook te kijken, in plaats van naar subsidie, ook naar
een meer coördinerende rol van de gemeente in bredere coalitievorming van bijvoor-
beeld fondsen, banken (die niet zozeer geld, maar financiële kennis inbrengen),
woningbouwcoöperaties, buurtfondsen, ontwikkelaars, de bibliotheek en andere
instanties in een wijk. In dezelfde geest als de masterplannen zou op wijkniveau op
basis van een initiatief de gesignaleerde opgaven in een wijk, kunnen worden ingezet
op andere vormen van ondersteuning dan enkel subsidie.
2.3.6 Ruimte geven en controle
Hoewel de regeling open van karakter is, zijn er wel basisvereisten: dat het initiatief aan
meerdere beleidsdoelen van de gemeente bijdraagt en dat het initiatief financieel en
organisatorisch haalbaar is. Als dit niet het geval is, wordt de subsidieaanvraag niet in
behandeling genomen. Om de verantwoording zo eenvoudig mogelijk, maar wel binnen
de gemeentelijke spelregels te houden wordt de volgende werkwijze gehanteerd:
initiatiefnemers verantwoorden conform de bepalingen uit de Algemene Subsidie-
verordening Amsterdam 2013. Binnen deze bepalingen kan maatwerk geleverd worden
in de vorm van verantwoording zoals regelmatige gesprekken met de initiatiefnemer,
een bezoek aan de activiteit, een tussentijdse evaluatie op schrift, beeld of presentatie
en een eindgesprek.
We proberen steeds balans te bewaren tussen vrijheid geven en ruimte bieden aan het
initiatief, tegelijkertijd ook goed te toetsen op de juiste besteding van gemeenschaps-
geld. We zien dat zeker voor startende initiatieven al deze ruimte ook best lastig is. Het
ontbreken van formats geeft dan onvoldoende steun. De rol aan de voorkant van de
BIMI is dan extra van belang. Ook zijn we van plan sessies te organiseren voor initiatief-
nemers voor het opstellen van bijvoorbeeld een goede begroting. Niet alleen voor de
gemeente van belang om te toetsen, maar ook voor het initiatief zelf om goed te
kunnen starten. Hebben we met de regeling nu extra experimenteerruimte geboden?
Als we kijken naar het type aanvragen dat is binnengekomen, zijn er zeker vernieuwende
aanvragen en zijn er trajecten mogelijk gemaakt, die anders niet mogelijk waren. Dat zijn
onder meer initiatieven die zich richten op systeemwijziging of die stedelijk worden
uitgevoerd.
16
Er zijn ook startende initiatieven mislukt: door gedoe in een buurt, doordat het gewoon
niet van de grond kwam. We hebben zeker met 20 initiatiefnemers gedurende de
looptijd van het initiatief, afspraken bijgesteld of meer ruimte gegeven het traject goed
af te ronden. Al doende bleek bijstelling nodig.
Wat deze regeling naast de breedte vrij uniek maakt, is het feit dat ook activiteiten die
tot doel hebben de organisatie te versterken, subsidiabel zijn. Met name partijen die
bezig zijn na te denken over het bestendigen van hun initiatief hebben hier gebruik van
gemaakt. Er is bijvoorbeeld gebruik gemaakt door te investeren in een opleiding
fondsenwerving, activiteiten om derde gelden te werven of versterken samenwerking
met vrijwilligers. Ook hierbij is de ruimte gegeven aan initiatiefnemers om dit in te vullen
op een manier die bij hen past.
2.4 Impactmeting van MAEX
Wat is de impact van de regeling? Iedere aanvrager moet een MAEX-profiel invullen.
MAEX maakt gebuikt van de Sustainable Development Goals, SDG's om inzicht te bieden
in de maatschappelijke impact van initiatieven en sociale ondernemingen. We hebben
de maatschappelijke impact van de gehonoreerde aanvragen voor 2021 in kaart
gebracht. Bij aanvang van de regeling zijn we minder streng geweest in het eisen van
een MAEX-profiel: het was voor veel partijen nieuw en we hebben eerst geïnvesteerd
in het verbeteren van het faciliteren van ondersteuning bij het goed invullen van het
profiel. Vanaf 2022 zijn initiatieven wel gehouden aan het invullen van het volledige
profiel.
We hebben een selectie gemaakt van de initiatieven die in 2021 en de eerste tranche
van 2022 het profiel én de social handprint volledig hebben ingevuld. Uit de social
handprint kunnen we de voor deze benodigde data halen. Het gaat om 35 initiatieven
die bij elkaar € 1.915.293 hebben ontvangen.
In totaal zijn er 39 aanvragen van de 35 initiatieven gehonoreerd, waarvan 4 initiatieven
twee aanvragen toegekend hebben gekregen. Dit zijn Stichting Noorderpark, Plukbos,
Stichting Buurtmoeders Moederskracht en Stichting Cybersoek.
Initiatief Subsidie Initiatief Subsidie
Anna's Tuin & Ruigte € 65.000 Mensen Maken Amsterdam € 40.000
BOOST € 100.000 Netwerkpro € 44.780
BORO-atelier € 40.895 PLYGRND.CITY/ Hoodlab € 94.615
Bloei en groei € 50.000 Parels voor de Zwijnen € 25.000
Buuf & Buur € 40.000 Plukbos € 38.356
Casa Sophia € 64.326 SLPLZNmaandagavonden € 21.550
Collectief Kapitaal € 90.000 Samenwonen-Samenleven West € 39.780
Coöperatie 10 € 32.000 Stichting Alkebulan € 40.000
Coöperatie de Groene Hub € 40.000 Stichting Buurthulp Oost € 50.000
Cybersoek € 86.408 Stichting LOLA € 100.000
De Groene Keukens van de Borgerbuurt € 11.000 Stichting Lokaal & Sociaal € 20.250
De VerbroederlJ € 12.480 Stichting Noorderpark € 200.000
Diversity Talks € 47.390 Talent Movement € 62.700
EQ pura € 35.860 Upeyele Connection € 50.000
Fruittuin Van Moerkerken € 77.400 WIN Werk(t) € 31.439
G-Buurt Moving Forward € 43.000 Wereldhuiskamer € 45.200
Kunst- en Cultuurgebouw Tugela85 € 50.200 Zorgplan Dolly € 50.000
Buurtmoeders Moederskracht € 128.390
17
2.4.1 Impactwaarde uitgedrukt in euro’s
Op basis van deze profielen heeft MAEX een indicatie gemaakt van de impactwaarde
van deze selectie van initiatieven uit de eerste drie tranches. De waarde van initiatieven
kan worden uitgedrukt in euro's, namelijk € 25.660.000. Dit betekent dat MAEX
indicatief tot de conclusie komt dat elke euro uit de regeling bijna € 13,50,-
impactwaarde vertegenwoordigt.
Deze impactwaarde is een indicatie van het totale bedrag dat belanghebbenden
tezamen besparen of in de reguliere economie bereid zouden zijn te betalen voor
dergelijke diensten en effecten, uitgedrukt in euro's. Aan iedere activiteit binnen een
SDG is op voorhand een generieke waarde gekoppeld. Deze waarde is gebaseerd op
externe maatschappelijke kosten- en batenanalyses, wetenschappelijk onderzoek en
maatschappelijke prijslijsten. Sociale ondernemingen die alleen een basismodel hebben
ingevuld zijn hierin niet meegerekend. De waarde-indicatie en aantallen in het
indicatoren-overzicht in deze rapportage zijn op basis van de organisaties met een
uitgebreide Social Handprint.
MAEX heeft berekend dat de middelste impactwaarde (mediaan) van de door RIMI-
ondersteunde initiatieven € 350.000 is. De waarde van initiatieven loopt, gezien de aard
van de activiteiten, zeer uiteen (van circa €10.000 tot € 5.890.000). Dit wijkt niet af van
het beeld dat we in sector van maatschappelijke initiatieven en sociale ondernemingen
in de rest van Nederland zien. De meest voorkomende impactwaarde van de 2100
initiatieven genoteerd aan MAEX in Nederland is circa € 80.000. De waarde van de door
RIMI-ondersteunde initiatieven ligt gemiddeld dus aanzienlijk hoger.
Impactwaarde Landelijk Amsterdam SIMI
Totaal € 610.000.000 € 208.840.000 € 25.660.000
Gemiddeld € 610.000 € 780.000 € 730.000
Mediaan € 80.000 € 130.000 € 350.000
2.4.2 Overige waarde
De 35 initiatieven leveren maatschappelijke waarde met inzet van 2.091 vrijwilligers en
193 betaalde medewerkers (niet uitgedrukt in FTE). Gemiddeld zijn er per initiatief
63 vrijwilligers en 6 betaalde medewerkers actief. Dit ligt hoger dan het gemiddelde in
Nederland, zoals af te lezen in de onderstaande twee tabellen. Belangrijk om hierbij te
melden is dat bij de regeling een maximaal maatschappelijk uurtarief van € 50,- geldt.
Aantal vrijwilligers Landelijk Amsterdam SIMI
Totaal 64.997 33.865 2.091
Gemiddeld 55 81 62
Mediaan 15 15 38
Aantal medewerkers Landelijk Amsterdam SIMI
Totaal 10.775 2.118 193
Gemiddeld 14 4 6
Mediaan 3 4 4
18
2.5 Conclusies en aanbevelingen
= Er is behoefte is aan de middelen vanuit de RIMI en de RIMI wordt ingezet voor het
doel van de regeling: om integrale initiatieven te ondersteunen.
= MAEX komt indicatief tot de conclusie komt dat elke euro uit de regeling bijna
€ 13,50,- Impactwaarde vertegenwoordigt. Dit zou betekenen dat voor het totaal van
verleende subsidie in 2021 en 2022 (€ 3,65 mio) de impactwaarde in euro's op
grofweg € 50 mio uitkomt.
= Eris meer experimenteerruimte gekomen: er zijn vernieuwende aanvragen mogelijk
gemaakt, die anders niet mogelijk waren. Dat zijn initiatieven die bijvoorbeeld richten
op systeemwijziging. We hebben zeker met 15 initiatiefnemers gedurende de looptijd
van het initiatief, afspraken bijgesteld of meer ruimte gegeven het traject goed af te
ronden.
= De Regeling blijkt ook een goede ‘vindplaats’ voor hiaten in ons systeem. De RIMI is
zo breed dat ook initiatiefnemers zich melden, met aanbod dat heel goed is en
inspeelt op actuele opgaven in de stad, maar waar we als gemeente eenvoudigweg
nog geen beleid op hebben.
= De gemeente kan nooit alle doorgroeiende initiatieven een structurele financiering
bieden. We moeten ook strakker sturen op het leren stoppen. Amsterdam is echter zo
groot, dat dit echt om de 1 Amsterdam gedachte vraagt. We zie nu dat als 1 afdeling
stopt, soms een andere toch doorgaat. Dit is niet duidelijk een eenduidig genoeg. We
moeten ook komen tot een consistente aanpak als we doorgaan met het ondersteunen
van initiatieven. De gemeente kan niet alles kan financieren en zeker niet structureel of
meerjarig, maar we zijn ook onvoldoende in staat te komen tot maatwerkoplossingen.
De RIMI sluit qua doelstelling vaak volledig aan, maar mist de mogelijkheid te voldoen
aan de volledige financieringsbehoefte van deze initiatieven en is ook incidenteel.
In die zin is het ook gewoon een extra regeling.
= Wij stellen voor BIMI blijven in te zetten als verzamelplaats voor vastlopende
initiatieven en breder inzetten voor het aanjagen van het creëren van maatwerk.
We merken dat we met de instelling: “we zijn nergens van, behalve van de oplossing
(en de oplossing kan ook ‘nee’ zijn)” als een verbindende partij in de gemeente
kunnen opereren. Zo dragen we vanuit maatschappelijke waarde, aansluitend op de
maatschappelijke opgave, bij aan het goed laten landen van initiatieven in de
organisatie. Om dit meer te reguleren willen we experimenteren met verschillende
aanpakken om deze rol in de organisatie vorm te geven. Recent hebben we een
aanpak gekozen voor BOOST, waarbij wij zelf als een soort maatwerk-consultants te
werk zijn gegaan. We zijn nu ook gestart aan een traject samen met de Waag en
stadsdeel Noord om te kijken of we voor de Noorderpark Trust tot een duurzame
oplossing kunnen komen.
= Voor de sociale basis zijn we in gesprek over het instellen van een tafel waarbij we
voor kansrijke initiatieven die zouden kunnen doorgroeien naar het vereenvoudigde
stelsel, een driejarige transitiefinanciering kunnen creëren. Hiervoor werken we samen
een voorstel uit, waarbij we ook inzetten op het starten van een soort weerstands-
budget, waar partijen drie jaar kunnen worden ondergebracht tot er een oplossing in
de sociale basis, of een maatwerkoplossing is gevonden.
19
3. Ambtelijk vakmanschap
3.1 Ambtelijke evaluatie
3.1.1 Rol BIMI in ambtelijk netwerk
Voor de initiatiefnemers is het belangrijk één aanspreekpunt te hebben binnen de
gemeente en waar nodig ondersteuning te krijgen in de planvorming. Dit bureau bouwt
bovendien aan een binnengemeentelijk netwerk en verbindt actief gebiedsteams en
directies. Het bureau fungeert daarmee ook als aanspreekpunt voor collega’s. Het
Initiatievenbureau agendeert waar nodig knelpunten en verwijst zo nodig door.
BIMI organiseert voor alle aanvragen ad hoc samengestelde integrale adviesgesprekken.
Inmiddels zijn er meer dan 200 ambtenaren van stadsdelen en directies betrokken bij de
RIMI. Het samenwerken aan de regeling draagt bij aan de kwaliteit van de advisering,
maar draagt ook bij aan het uitbouwen van een netwerk van ambtenaren bij stadsdelen
en directies die elkaar leren kennen en integraal over initiatieven nadenken. Dit leidt
dikwijls ook tot meer structurele samenwerking geleid, bijvoorbeeld bij casuïstiek op de
Osdorperweg 663, samen met Vrije Ruimte, of met ongedocumenteerden en status-
houders ten aanzien van BOOST. We hebben met een vertegenwoordiging van deze
groep ook tussentijds geëvalueerd door middel van een enquête en negen interviews.
Om onze collega’s blijvend te betrekken, is onder meer:
= een TamTam groep opgericht. Hier is nieuws over de regeling te vinden, kan men alle
aanvragen vinden en worden de uitkomsten van de CIMI gedeeld;
= Organiseren we webinars met het netwerk om ze op de hoogte te houden van de
trends, ontwikkelingen en aankomende tranches;
= ontvangt men sinds kort (net als de initiatieven uit de stad) regulier een nieuwsbrief,
WijAmsterdam, met onder meer achtergrondverhalen van en interviews met
initiatiefnemers.
= Organiseren we werkbezoeken. In Zuidoost hebben we een sessie met ambtenaren
gehouden waaruit een reeks werkbezoeken is voortgekomen met stadsdeelcollega’s,
BIMI en leden van de CIMLI. Dit willen we ook bij andere stadsdelen gaan doen.
= We gaan langs bij teamoverleggen van gebiedsteams bij stadsdelen om de regeling
onder de aandacht te brengen.
3.1.2 Waardering regeling ambtelijk netwerk
Hoe kijken onze collega’s aan tegen de regeling?
= Algemeen is men blij met de waardering dat de regeling er is, ook omdat er ruimte is
voor beleidsoverstijgende activiteiten. Waar initiatieven tot nu toe buiten de boot
vallen bij andere regelingen, is er nu een plek waar voor directies en stadsdelen nu
initiatieven terecht kunnen die men anders niet zou kunnen helpen: of omdat er
binnen de eigen directie onvoldoende beleidsruimte is, of omdat er binnen het eigen
stadsdeel te beperkte financiële ruimte is. Terwijl de maatschappelijke waarde wel
degelijk wordt gezien. Het ontbreekt bovendien bij directies dikwijls aan tijd en ruimte
om interessante initiatieven die niet helemaal in het eigen beleidsveld passen verder
te helpen. Ook loopt samenwerking met andere beleidsterreinen vaak vast op
financiën. Aanvragers lopen daarop vast. RIMI geeft een oplossing hiervoor en opent
deuren.
20
= Het is lastig is dat het allemaal in een heel kort tijdbestek moet gebeuren. De tweede
tranche overlapt met aanvragen/beoordelingen aanvraag ronde van sociale basis.
Met een groot aantal aanvragen dat betrekking heeft op de sociale basis, zorgt dit
voor hoge werkdruk.
= Ook werkt de regeling intern verbindend. Collega's kennen elkaar soms nog niet en in
die zin draagt de regeling actief bij aan het versterken van het interne netwerk. Door
de integrale adviesgesprekken komen collega’s met elkaar aan tafel om vanuit met
behulp van gezamenlijke expertise tot een advies te komen. Soms schuurt dat, maar
ook dat maakt het zinvol en interessant. Men geeft aan het zinvol en interessant te
vinden om mee te krijgen van andere collega’s wat zij doen. De adviesgesprekken
worden dan ook als leerzaam ervaren.
= Er is waardering dat de kennis die er is goed wordt benut (vanuit de gebieden).
3.1.3 Inhoudelijke adviezen
De adviezen die voortkomen uit de integrale adviesgesprekken worden bij de aanvraag-
dossiers gevoegd voor de CIMI. Ze maken een belangrijk onderdeel uit van de
beoordeling door de commissie. We zien dat in de ambtelijke adviezen regelmatig
geldt: ‘bekend maakt bemind, maar onbekend maakt onbemind’. Meerdere aanvragen
zijn voorzien van een strenger dan wel positiever preadvies, omdat collega’s een
initiatief niet loszagen van de indienende partij. Het is vanzelfsprekend dat in eerste
instantie vastgehouden wordt aan het bekende. De kwaliteit van het werk dat een
aanvrager eerder geleverd heeft, telt immers mee. Een keerzijde is echter dat dit het
relatief lastiger maakt voor nieuwe partijen om goed voor het daglicht te komen in het
preadvies. Nieuwe partijen hebben het dus moeilijker, terwijl de regeling juist ook is
gericht op vernieuwing en innovatie.
Ook onze collega’s zijn scherp op het incidentele karakter van de financiering van
initiatief in de stad. Zo gaf één collega aan ‘De problemen zijn structureel, terwijl de
oplossingen incidenteel zijn. Ook geeft het netwerk aan dat er een wijze gevonden
moet worden om de trends en rode draden die voortkomen uit de regeling,
bijvoorbeeld het ontbreken van beleid, meer opgepakt zouden moeten worden.
Initiatiefnemers springen vaak sneller in op maatschappelijke vraagstukken dan de
gemeente. De regeling zou nog meer ingezet kunnen worden als vindplaats voor hiaten
in ons eigen stelsel.
Er worden ambtelijk nog een aantal zaken meegegeven:
= De RIMI zou als vliegwiel kunnen fungeren om partijen naar andere financierings-
bronnen te helpen. We zouden vanuit BIMI een platform moeten oprichten waar
partijen elkaar kunnen vinden: kleinere rol voor de gemeente, meer onderling
uitzoeken.
= De regeling is een echte overheidstekst. De gebiedsmakelaar fungeert nu soms
letterlijk als vertaler. Je botst hier op het spanningsveld tussen juridische kaders
enerzijds, en gebruiksgemak anderzijds. Een regeling moet natuurlijk goed
ingekaderd worden, maar dit maakt het aanvragen van subsidie ook ingewikkelder.
Aanvragers willen het zo makkelijk mogelijk, maar als gemeente moet je wel
controleren of gemeenschapsgeld goed besteed wordt. Toegankelijkheid van de
regeling blijft een aandachtspunt.
= Zoals bij alle subsidies geldt ook bij RIMI: veel incidentele regelingen. Er is zorg dat
gehonoreerde aanvragen na afloop van het project richting de sociale basis
verschuiven, waar geen geld is. Meerjarige verbinding met grotere initiatieven, zou
rust geven.
21
3.1.4 Eigenaarschap
Een belangrijk onderdeel van de regeling is oorspronkelijk ook dat uit het midden van
deze integrale teams een accounthouder zou worden gekozen. Dit werkt niet, of
beperkt. Er is een aantal stadsdelen dat zich verantwoordelijk maakt voor het blijven
volgen van een initiatief, maar vaak heeft men onvoldoende ruimte om het initiatief te
volgen en te begeleiden. Dit betekent dat er veel druk op BIMI staat om initiatief-
nemers toch zo goed mogelijk te begeleiden. Er is de afgelopen periode bij een aantal
initiatiefnemers veel geïnvesteerd om ze te helpen bij het op koers houden van hun
initiatief, er is geholpen met het maken van verantwoordingen en er is zelf mediation
ingezet bij een intern conflict tussen initiatiefnemers. We proberen initiatiefnemers te
bezoeken. We hebben niet de ruimte om alle initiatieven vanuit de smalle bezetting van
BIMI echt te volgen zoals we dat graag willen, ook vanuit de behoefte om lessons
learned te verzamelen en te leren van de experimenteerruimte die we bieden.
We beginnen dit jaar dan ook met gezamenlijk sessies met initiatiefnemers om hen na
afloop van hun initiatieven met elkaar in gesprek te laten gaan over wat zij geleerd
hebben: zowel hun succes als hun mislukkingen. Zo proberen we drie vliegen in een
klap te slaan: we halen met beperkte inzet veel informatie op over de door ons
gefinancierde initiatieven. De initiatiefnemers leren elkaar kennen en, last but not least,
leren gelijk ook van elkaar.
Ook al lossen hiermee een deel op, het is wel een gemis dat het accounthouderschap
niet van de grond komt, zeker tijdens het uitvoeren van het initiatief zou dit enorme
meerwaarde hebben. We hebben hier nog geen oplossing voor. Er moeten hier nadere
afspraken met stadsdeeldirecties overmaken.
3.2 Conclusies en aanbevelingen
= De regeling draagt bij aan het ambtelijk vakmanschap. Door de integrale advies-
gesprekken komen collega’s met elkaar aan tafel om vanuit met behulp van
gezamenlijke expertise tot een advies te komen. Men geeft aan het zinvol en
interessant te vinden om mee te krijgen van andere collega’s wat zij doen. De
adviesgesprekken worden dan ook als leerzaam ervaren. Een aandachtspunt is het
eigenaarschap: het lukt nog onvoldoende om het accounthouderschap binnen de
organisatie te beleggen. Dit neemt BIMI nu op zich, maar daarmee is de
ondersteuning vanuit de gemeente, met name voor startende initiatieven, ook
beperkt.
= Richt vanuit BIMI een platform waar partijen elkaar kunnen vinden: met kleinere rol
voor de gemeente en laat partijen in de stad het meer onderling uitzoeken.
= Toegankelijkheid van de regeling blijft een aandachtspunt: kijk ook in het kader van
de bredere aanpassingen van het subsidielandschap naar eenduidigheid en het zo
laag mogelijk maken van de drempel.
= Zoals bij alle subsidies geldt ook bij RIMI: veel incidentele regelingen. Meerjarige
verbinding met grotere initiatieven, zou rust geven.
22
A. Dienstverlening voor initiatieven
Om een maximale dienstverlening te leveren aan initiatiefnemers zijn een Bureau en een
Commissie Integraal Maatschappelijk Initiatief ingesteld. Het bureau zorgt dat de
aanvragen op de juiste plek en door de juiste mensen behandeld worden en kan
initiatiefnemers ondersteunen in de planvorming.
4.1 Dienstverlening vanuit Bureau Integraal Maatschappelijk Initiatief
Voor de initiatiefnemers is het belangrijk één aanspreekpunt te hebben binnen de
gemeente en waar nodig ondersteuning te krijgen in de planvorming. Dit bureau bouwt
bovendien aan binnengemeentelijk samenwerking tussen gebiedsteams (waar
initiatieven veelal als eerste binnenkomen) en directies. Dit netwerk wordt actief
betrokken en op de hoogte gehouden over initiatieven, maar leunt ook op de kennis bij
directies en gebiedsteams over mogelijkheden en noodzaak om initiatief mogelijk te
maken. Het Initiatievenbureau agendeert waar nodig knelpunten en verwijst zo nodig
door.
Vanuit het bureau wordt ook de externe commissie, de Commissie Integraal
Maatschappelijk Initiatief, ondersteund en begeleid en wordt de secretarisfunctie voor
de commissie vormgegeven. Ten aanzien van de regeling heeft het Bureau ook een
belangrijke rol die zich toespitst op drie aspecten:
1. Voorafgaand aan de sluiting van een tranche, is het Initiatievenbureau beschikbaar
voor aanvragers om mee te denken en te adviseren. In 2021 en 2022 er met ruim
75 aanvragers meegedacht of op aanvragen meegelezen. Als een initiatief
onvoldoende integraal was of niet kansrijk is meegedacht over alternatieve
mogelijkheden voor financiering of ondersteuning.
2. Daarnaast heeft het Initiatievenbureau een belangrijke rol bij de voorbereiding voor
de CIMI. Het bureau organiseert de adviesgesprekken om bij de aanvraagdossiers
van de CIMI een integraal ambtelijk advies toe te voegen. Dit betekent dat voor
iedere aanvraag een overleg met steeds andere groepen collega’s wordt ingepland:
voor iedere aanvraag in een andere, passende samenstelling. Voor deze vier tranches
zijn er totaal 275 aanvragen ingediend. Het bureau heeft hiervoor 250 ad hoc
samengestelde ambtelijke adviesgesprekken gevoerd.
3. Na de beoordeling van de aanvragen door de CIMI, zorgt het bureau met het
subsidiebureau voor het opstellen van de verleningen en afwijzingen.
Naast het begeleiden van initiatiefnemers voorafgaand aan hun aanvraag, heeft het
bureau ook:
= tegen de twintig initiatiefnemers doorgeleid naar andere financieringsmogelijkheden.
= concrete casuïstiek opgepakt om tot langdurige oplossingen te komen.
= Meetups de MAEX om initiatiefnemers gebruik te laten maken van de mogelijkheden
van dit platform.
= bijeenkomsten georganiseerd, waaronder de grote Initiatievendag om in- en externe
partijen verder aan elkaar te verbinden.
= Begeleiding van een aantal initiatieven bij (intern) conflict en organiseren mediation,
zoals in Osdorp en stadsdeel Centrum.
= Begeleiden relatief nieuwe initiatiefnemers bij verantwoording en andere uitdagingen.
23
4.2 CIMI: onafhankelijke toets
4.2.1 Rol ten opzichte van BIMI
De rol van de CIMI als onafhankelijke commissie was in het begin zoeken, ook ten
opzichte van de BIMI. De rol van BIMI in de gemeente is erop gericht om door
beleidskokers heen te werken, bij te dragen aan een integrale manier van werken en te
denken vanuit de maatschappelijke waarden, niet vanuit het systeem. Hiermee liggen
de rollen van BIMI en CIMI in de praktijk in elkaars verlengde. Anders dan bij de
commissie Broedplaatsen, waar de CIMI op geënt is: daar is het ambtelijk bureau gericht
op het ‘wegzetten’ van vierkante meters en de commissie toetst als externe partij de
plannen voor de invulling. Beide hebben wezenlijk andere rollen en insteek.
Daarnaast heeft het aantal aanvragen voor de regeling BIMI, maar zeker ook de CIMI
overvallen. Men moet jaarlijks ongeveer 140 aanvragen lezen, waarbij de ene aanvraag
aanzienlijk puntiger geschreven is dan de ander. Het goed afronden van een tranche
waarin iedere aanvraag de aandacht krijgt die het verdien, laat weinig ruimte om ook
tussentijds te reflecteren op de ontwikkelingen in de stad, uitgebreid bezoeken af te
leggen en te reflecteren op de eigen rol.
We hebben dan ook de tijd genomen om met de eerste voorzitter van de Broedplaatsen
commissie te evalueren hoe we de rollen kunnen aanscherpen in de manier waarop we
werken. De voorbereiding en nazorg van de BIMI is daarop aangepast, maar dan nog
blijft de hoeveelheid werk enorm.
4.2.2 Onafhankelijk oordeel
Het onderscheid tussen de rol van de commissie en de gemeentelijke organisatie vraagt
nog wel verdere aandacht. De CIMI geeft heel duidelijk aan in hun advies níet het
verlengstuk van het gemeentelijke proces te willen zijn. En dat is terecht. Tegelijk
moeten we de toekenningen en afwijzingen binnen het hele subsidieproces ook goed
kunnen verantwoorden en maakt het advies van de commissie onderdeel uit van een
gemeentelijk subsidieproces.
Met een enorme hoeveelheid aanvragen en beperkte ruimte om te reflecteren, te
bezoeken en in wijken en buurten te praten, heeft de commissie nu ons inziens ook te
veel de rol om aanvragen door te werken en te beslissen. Tegelijk: de commissie maakt
regelmatig wezenlijk andere keuzes dan het ambtelijk apparaat. In die zin vervult de
commissie de rol van externe en onafhankelijke partij prima.
4.2.3 Tussentijdse aanpassing werkwijze
We hebben de afgelopen periode naast aanpassingen in de rolverdeling CIMI en BIMI,
al een aantal zaken aan de regeling aangepast:
= Vraag om een samenvatting van maximaal 2 pagina’s
= Verzoek om een pitch op video in te sturen
= Partijen die drie jaar voorafgaand aan de aanvraag meer dan € 1.500.000,- subsidie
hebben ontvangen, kunnen geen aanvraag bij de RIMI doen. Hierdoor is een
aanzienlijk aantal aanvragen uit het sociaal domein in 2021, in 2022 komen te
vervallen.
Inhoudelijk heeft de CIMI verder een aantal thema’ s waarop meer richting nodig is:
= Wat is het zicht op de lange termijn voor initiatieven drie zich steeds opnieuw bij de
RIMI melden? Hoe gaat men om met partijen die zich meer dan drie keer melden?
24
= De CIMI stelt ook met aanvragen die ook betrekking hebben op vastgoed ter
discussie? De gesprekken gaan vaak over de winst die de maatschappelijke
activiteiten opleveren in de buurt juist ook voor de vastgoedeigenaren. Er zijn twijfels
over de mate waarin deze opbrengst ook echt terugvloeit naar de oorspronkelijke
buurtbewoners in de betreffende buurt. Dit vraagt om een duidelijker lijn vanuit de
gemeente.
4.3 Conclusies en aanbevelingen
= Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van BIMI om te helpen bij het doen van
aanvragen, voor doorverwijzen en als verbindende partij. Daarmee blijkt de
loketfunctie te werken. Tegelijk is het bureau niet groot en kunnen we ook lang niet
alle partijen helpen.
= De commissie maakt regelmatig wezenlijk andere keuzes dan het ambtelijk apparaat.
In die zin vervult de commissie de rol van externe en onafhankelijke partij prima. De
enorme werkdruk maakt het haast onmogelijk om ook de ruimte te hebben om te
reflecteren en daarmee ook echt een scherp onderscheid te maken met de ambtelijke
toets.
= Door voor gevestigde doorgegroeide partijen gaan we verder werken aan
maatwerkoplossingen. Indien bestuurlijk ook gewenst, kijken we voor deze partijen
de tussentijd naar meerjarige financiering binnen de RIMI. Dit haalt een deel van de
druk weg.
= We nemen in de regeling de adviezen van CIMI over een maximaal aantal pagina’s op
conform voorstel CIMI (zie RIMI in feiten en cijfers- aandachtspunten en adviezen
CIMI) om de leestijd behapbaar te houden.
= In lijn met de ontwikkelingen bij het subsidiebureau kijken we ook naar
mogelijkheden om te werken aan verdere verbetering van de toegankelijkheid van de
subsidieregeling voor alle Amsterdammers.
25
| Onderzoeksrapport | 26 | test |
VN2021-036549 esi ea:
Griffe X Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid, AZ
Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
% Amsterdam en
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
% en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Algemene Zaken
Agendapunt 14
Datum besluit n.v.t. n.v.t.
Onderwerp
Beantwoording schriftelijke vragen inzake signalen dat de gemeente Amsterdam het roze gezinnen
lastig maakt om kinderen van buitenlandse draagmoeders in te schrijven in Amsterdam
De commissie wordt gevraagd
kennis te nemen van de beantwoording van de schriftelijke vragen.
Wettelijke grondslag
Artikel 26 Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam:
Lid 3. Elk lid van de commissie kan voorstellen doen tot behandeling van onderwerpen die niet op de
agenda staan met uitzondering van initiatiefvoorstellen. Het lid van de commissie dient het voorstel
daartoe minstens vijf werkdagen voor de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier in.
Bestuurlijke achtergrond
Homostellen die via draagmoederschap in het buitenland ouder zijn geworden raken verzeild in
een bureaucratisch moeras in Amsterdam. Wanneer zij hun kind willen inschrijven bij de gemeente
Amsterdam, weigert de gemeente pertinent een (tijdelijk) BSN te verstrekken, tot er een uitspraak
is van de IND en de rechter. Dit kan door de vertragingen in de rechtspraak zomaar anderhalf
jaar duren. Opvallend is dat andere gemeenten dit anders aanpakken. In bijvoorbeeld gemeente
Voorschoten is het wel mogelijk je kind in te schrijven, ook al is er nog geenuitspraak van de IND.
Voor homostellen in Amsterdam betekent dit dat zij extra hoge kosten hebben: ze moeten twee
procedures starten bij de IND en het is onmogelijk een normale zorgverzekering voor de kinderen af
te sluiten. Voor een stad als Amsterdam die zich voor staat homo-vriendelijk te zijn, vindt de fractie
van D66 het niet acceptabel dat het roze gezinnen zo moeilijk wordt gemaakt hun kinderen in te
schrijven.
Reden bespreking
D66 bespreekt graag in de commissie de beantwoording op de schriftelijke vragen omdat deze
onvoldoende comfort geven voor de toekomst om er vanuit te kunnen gaan dat deze stellen
accuraat worden geholpen.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
nvt.
Gegenereerd: vl.9 1
VN2021-036549 % Gemeente Raadscommissie voor Algemene Zaken, Openbare Orde en Veiligheid,
Griffie % Amsterdam 0 ee
% Juridische Zaken, Communicatie, Raadsaangelegenheden, Preventie
Jeugderiminaliteit, Vluchtelingen en Ongedocumenteerden, Handhaving
en Toezicht
Voordracht voor de Commissie AZ van 13 janvari 2022
Ter bespreking en ter kennisneming
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
hee
Welke stukken treft v aan?
Meegestuurd Registratienr. Naam
Beantwoording schriftelijke vragen Vroege voor roze gezinnen lastig om
AD2021-139310 ‚ ‚ ‚ ,
kinderen van buitenlandse draagmoeders in te schrijven.pdf (pdf)
AD2021-139299 Commissie AZ Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Het lid Vroege (D66)
Gegenereerd: vl.9 2
| Voordracht | 2 | train |
Nationale Agenda
Laadinfrastructuur
| | ms nn
nl | ie =
| 2 Î
9 me ; 3 al
* _ mm ‚ _ “ " ee __
nnn Se Ev » à eh | 4 E , àl |
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Inleiding
Nederland staat voor een grote transitieopgave in de mobiliteit. De in het regeerakkoord
gemaakte ambitie om uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos te laten zijn, kan vertaald
worden naar een wagenpark van 1,9 miljoen elektrische personenvoertuigen. Dit komt overeen
met een laadbehoefte van 7.100 gigawattuur (GWh) waar 1,7 miljoen laadpunten voor nodig
zijn.
senen Laadpunten per provincie
1800000
1600000 Zi B Zuid-Holland
DP B Noord-Brabant
En 1400000 5 B Noord-Holland
5 1200000 da m Gelderland
CL #
® 1000000 A ne din
— 1d m Limburg
= 800000 1e ® Overijssel
© 600000 PD m Flevoland
an B Friesland
400000 DO _ ‚
DP _ m Groningen
200000 & m Drenthe
0 m Zeeland
2020 2025 2030
Figuur 1: Aantallen laadpunten per provincie. verdeeld op basis van huidig aantal inwoners en autobezit.
In een prognose voor de benodigde laadinfrastructuur - berekend door APPM - blijkt dat er
vanaf 2025 al bijna 550 laadpunten per werkdag moeten worden geïnstalleerd!. De aanname is
dan dat het toegenomen laadvolume verdeeld wordt over snellaadpunten en normale
laadpunten volgens de verhouding 15%-85%. In 2030 is er zelfs een tempo van meer dan 1400
laadpunten per werkdag nodig om aan de vraag te voldoen. Voor publieke laadpalen (met twee
laadpunten per paal) betekend dit bijvoorbeeld dat er ongeveer 217 publieke palen per werkdag
geplaatst moeten worden in 2030.
aantal laadpunten per werkdag
1600
1200 £ » snellaadpunten per
1200 sd werkdag
1000 PO ___dÂ- semi-publieke laadpunten
800 Gn: per werkdag
a D d ml publieke laad
zee ne = ubIIeke laa unten per
400 En Pp p Pp
me werkdag
200 nn En di nn
zi B private laadpunten per
0
BO LO HN ND ok Oo 6 A B 0 „po Verkdas
YY Sr Sr er SN Sr SY SY Sr Sr Sy
PP PP PPP PP PP PP
Figuur 2: groei aantal laadpunten per werkdag (op basis van 261 werkdagen in het jaar).
1 APPM, Prognose Laadinfrastructuur 2019. Op basis van het Ecofys rapport ‘Toekomstverkenning elektrisch
vervoer’ (2016) een bewerking gemaakt op de cijfers om aan te sluiten op de verwachte aantallen auto’s uit het
scenario van RevNext en om snelladers een groter aandeel te geven. Dit is afgestemd met TU/e (zie bijlage 4)
Pagina 2 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Daarnaast zal er een toename komen in de laadbehoefte van elektrische bussen, bestelauto's,
vrachtwagens, binnenvaartschepen en light electric vehicles (LEV'’s). Alleen al voor de
stadslogistiek laat een eerste doorrekening van TNO zien dat de energievraag van bestel- en
vrachtauto’s in 2030 kan groeien tot maximaal 1.700 GWh? Dit is het geval bij een positief
scenario waarbij veel steden meedoen met grote zero emissie zones. Uitgaande van dit scenario
vertaalt deze energievraag zich in 18.600 laadpunten voor bestelauto's en 7.400 voor
vrachtauto’s.
Bovenstaande cijfers zijn geen doel op zich. Door de onzekerheid over technologische
ontwikkelingen en toekomstige aantallen elektrische voertuigen zal voor de prognose van de
toekomstige cijfers voor laadinfrastructuur een koppeling gelegd gaan worden met de
ontwikkeling van het werkelijke aantal elektrische auto’s en laadpunten.
Naast deze ontwikkelingen gaat de mobiliteitstransitie bovendien gepaard met de opkomst van
autodelen, zelfrijdende auto’s en innovaties zoals Vehicle-to-Grid laden (V2G; met bi-
directionele laadpalen) en inductieladen.
De hierboven genoemde cijfers en ontwikkelingen vragen om een slim, dekkend en betrouwbaar
laadnetwerk en energiesysteem. In het regeerakkoord is hiertoe afgesproken dat men
zorgdraagt voor voldoende waterstoftank- en laadinfrastructuur voor de uitrol van een
emissieloos wagenpark. Uitgangspunt is dat de levering en de exploitatie van de
laadinfrastructuur primair de verantwoordelijkheid van de marktpartijen blijft.
Het is de ambitie van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur om ervoor te zorgen dat de
laadinfrastructuur geen drempel vormt bij de uitrol van elektrisch vervoer. In de Nationale
Agenda Laadinfrastructuur zijn om deze reden activiteiten opgenomen die zullen zorgdragen
voor:
e een voldoende dekkende laadinfrastructuur;
e een verkorting van de doorlooptijden en een strategische plaatsing van
laadinfrastructuur alvorens de vraag ontstaat;
e toegankelijke informatie zoals de locatie en beschikbaarheid van de laadpunten en de
laadtarieven;
e _toekomstbestendige laadinfrastructuur gericht op smart charging om
capaciteitsbelasting van het elektriciteitsnet zoveel mogelijk te voorkomen.
Dit alles is noodzakelijk om te zorgen dat het voor de consument aantrekkelijk is om nu én in de
toekomst elektrisch te rijden en daarbij overal in Nederland op een eenvoudige en een
eenduidige manier gebruik te kunnen maken van de laadinfrastructuur.
Organisatie
Om de voortgang van de afspraken die gemaakt zijn in de Nationale Agenda Laadinfrastructuur
te volgen wordt door Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland een monitoringsprogramma
opgezet. Dit monitoringsprogramma levert een jaarlijkse update van de belangrijkste
voortgangsinformatie en zorgt vanaf 2020 voor een tweejaarlijkse voortgangsrapportage
geschikt voor externe communicatie. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stelt een
Stuurgroep Nationale Agenda Laadinfrastructuur in om de stand van zaken te volgen en bij te
sturen. De stuurgroep Nationale Agenda Laadinfrastructuur zal onder andere bestaan uit
vertegenwoordigers van: het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat, het Formule E-Team,
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de
netbeheerders (uitvoering door ElaadNL) en het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur
(NKL).
2 TNO, Doorrekening Laadinfrastructuur Stadslogistiek
Pagina 3 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Financiering
Bij de opstelling van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur is het uitgangspunt dat er geen
directe financiële overheidsstimulering nodig is voor de aanleg en exploitatie van de reguliere
laadinfrastructuur. In de Nationale Agenda Laadinfrastructuur zijn afspraken gemaakt die in
sommige gevallen gevolgen kunnen hebben voor de organisatie en taken van de betrokken
partijen. Daarnaast is mogelijk ondersteuning nodig voor innovaties, procesbegeleiding,
monitoring en evaluatie. Volgens de decentrale overheden zijn volgens een eerste inschatting
circa € 5 miljoen aan uitvoeringskosten per jaar gemoeid met de Nationale Agenda
Laadinfrastructuur. Deze kosten dienen nog nader te worden uitgewerkt en onderbouwd en
worden meegewogen in de afspraken over de decentralisatie van het klimaatakkoord.
De komende twee maanden zal daarom samen met de ondertekenaars van de Nationale Agenda
Laadinfrastructuur in kaart gebracht worden wat de uitvoeringskosten zijn voor de
implementatie van de agenda.
Totstandkoming
De Nationale Agenda Laadinfrastructuur is tot stand gekomen door een samenwerking tussen
verschillende partijen waarmee zowel publieke als private belangen behartigd worden. Het NKL,
de Nationale Vereniging Duurzame Energie (NVDE), de vereniging DOET, ElaadNL, de RAI
Vereniging, eViolin, Evofenedex en Automotive NL vertegenwoordigen de belangen van onder
meer de netbeheerders, de energieleveranciers, de autofabrikanten, laadexploitanten en andere
marktpartijen. Via de VNG, G4 steden, IPO en MRA-E zijn de belangen van gemeenten,
provincies, en regio’s meegenomen.
Startpunt voor de Nationale Agenda Laadinfrastructuur zijn de voor het Klimaatakkoord
ingediende voorstellen van de Werkgroep Laadinfrastructuur van het Formule E-Team. Op basis
hiervan zijn 4 schrijfteams aan de slag gegaan om gezamenlijke doelen, acties en afspraken te
bepalen.
Dit document bestaat uit de producten die door de vier schrijfteams zijn opgeleverd, en zijn
afgestemd met hun achterbannen. Hieronder staat een overzicht van schrijfteam-deelnemers en
de hoofdstukken die zij hebben geschreven.
Betrokken partijen:
Schrijfteam 1 (H1):
Roland Ferwerda (NKL, penvoerder)
Suzan Reitsma (RVO, Rijksvertegenwoordiging)
Annemarie Costeris (NVDE, vertegenwoordiging marktpartijen)
Aart Meijles (Gemeente Utrecht, vertegenwoordiging G4/MRAe)
Remco de Bruijn (Gemeente Westland, vertegenwoordiging VNG)
Floris van Elzakker (Gemeente Den Haag, vertegenwoordiging VNG)
Jochem Beunderman (vereniging DOET, vertegenwoordiging marktpartijen)
Rob Cillessen (ElaadNL, vertegenwoordiging netbeheerders)
Martine Maarschalkerweerd _(ElaadNL, vertegenwoordiging netbeheerders)
Schrijfteam 2 (H2):
Jurjen de Jong (eViolin/GreenFlux, penvoerder, vertegenwoordiging marktpartijen)
Roland Ferwerda (NKL, penvoerder)
Bastijn Ravenshorst (I&W, Rijksvertegenwoordiging)
Lonneke Driessen (ElaadNL, vertegenwoordiging netbeheerders)
Michel van Lindert (vereniging DOET, vertegenwoordiging marktpartijen)
Pieter Looijestijn (MRAe, vertegenwoordiging VNG, IPO)
Wout Benning (RAI Vereniging, vertegenwoordiging marktpartijen)
Schrijfteam 3 (H3 & H4)
Rutger de Croon (ElaadNL, penvoerder)
Joris van der Ahé (I&W, Rijksvertegenwoordiging)
Matthijs Kok (Gemeente Utrecht, vertegenwoordiger G4 steden)
Joris Knigge (Innovatiecluster Elektrische Mobiliteit)
Eric van Voorden (vereniging DOET, vertegenwoordiging marktpartijen)
Wout Benning (RAI Vereniging, vertegenwoordiging marktpartijen)
Pagina 4 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Schrijfteam 4 (H5):
Paul Penders (I&W, Rijksvertegenwoordiging)
Adhra Ali (I&W, Rijksvertegenwoordiging)
Jeroen Kroonen (NKL Nederland)
Wout Benning (RAI Vereniging, vertegenwoordiging marktpartijen)
Pieter van Schaijk (Evofenedex, vertegenwoordiging marktpartijen)
Rutger de Croon (ElaadNL, vertegenwoordiging netbeheerders)
Jan Wouters (AutomotiveNL, vertegenwoordiging autobranche)
Vooruitblik
De Nationale Agenda Laadinfrastructuur is een belangrijke stap richting een integrale aanpak
van laadinfrastructuur in Nederland. De NAL is een breed gedragen meerjarige beleidsagenda,
die bestaat uit de ambities en beoogde acties van de partijen die de agenda samen opgesteld
hebben. Deze ambities en acties worden de komende tijd verder uitgewerkt en op onderdelen
vertaald in te ondertekenen producten of akkoorden.
De ontwikkelingen rondom elektrisch vervoer en laadinfrastructuur volgen elkaar in hoog
tempo op. Om in te kunnen blijven spelen op deze ontwikkelingen wordt de Nationale Agenda
Laadinfrastructuur periodiek geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd.
Pagina 5 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
HOOFDSTUK 1 Versnellen proces en vaststellen basisvoorwaarden
laadinfrastructuur
Afspraken
De verwachting is dat er in 2030 een wagenpark van 1,9 miljoen elektrische personenvoertuigen
(EV's) is. Alle voertuigen kennen daarbij een laadbehoefte in de publieke, semi-publieke en/of
private ruimte. De voertuigen maken bovendien gebruik van verschillende laadvormen zoals
parkeerladen, laadpleinen en snelladen. Het elektriciteitsnetwerk moet op deze laadbehoefte
worden voorbereid en geoptimaliseerd. De inschattingen voor de aantallen elektrische
personenvoertuigen en de daaruit voortvloeiende verwachte aantallen laadinfrastructuur zijn
opgesteld. Hierbij is een verdeling gemaakt tussen parkeerladers en snelladers en tussen
publiek, semi-publiek en privaat laden (zie bijlage 4).
Het huidige tempo van uitrol van de laadinfrastructuur is onvoldoende. Er is een versnelling
nodig om, in eerste instantie, de verwachte verkoopaantallen van EV’s te kunnen volgen. Vanaf
2021 moet de uitrol van laadinfrastructuur proactief vormgegeven worden. Daarnaast is er een
aantal basisvoorwaarden nodig voor overheden, marktpartijen en netbeheerders om de
versnelling van de uitrol van de laadinfrastructuur op een efficiënte, voorspelbare en
toekomstbestendige manier mogelijk te maken. Er zijn afspraken nodig voor simpele, efficiënte
en snelle aanvraag- en plaatsingsprocessen, voor voldoende schaalgrootte en capaciteit en voor
de noodzakelijke financiering.
Marktpartijen, gemeenten, provincies en Rijksoverheid zijn momenteel samen verantwoordelijk
voor de uitrol van de (snel)laadinfrastructuur. Met onderstaande afspraken beogen de
Rijksoverheid, kennis- en brancheorganisaties en marktpartijen deze uitrol te ondersteunen via
onder meer stimulering van de samenwerking op regionaal niveau en het aanbieden van
expertise, tooling, richtlijnen en standaarden. De ervaringen van koploperregio’s zullen hierbij
als startpunt fungeren. Door hierin gezamenlijk op te treden wordt een voorspelbare en
rendabele laadinfrastructuurmarkt gecreëerd waar marktpartijen en EV-rijders het meest baat
bij hebben.
Bij andere vormen van transport — zoals bussen, bestelauto's, vrachtwagens, binnenvaart en
light electric vehicles (LEV's) - is er eveneens sprake van elektrificatie. Daarbij ontstaat ook voor
deze andere vormen van transport een laadbehoefte. Er wordt hier een mate van integraliteit
voorzien die lastig te voorspellen is. Bovendien hebben ontwikkelingen zoals autodelen,
zelfrijdende auto’s en innovaties zoals smart charging, Vehicle-to-Grid (V2G) laden en
inductieladen hun impact. De aantallen EV’s, de laadbehoefte en de benodigde
laadinfrastructuur kennen een grote onzekerheid.
Onderstaande afspraken (a t/m v} zijn overeengekomen met de verschillende partijen. Bijlage 1
is een toelichting op deze afspraken en specificeert de afgesproken actie en deelnemende
partijen.
Partijen spreken het volgende af:
Visie en beleid
a} Om in alle gemeenten van Nederland een goede uitrol te bewerkstelligen, wordt er
capaciteit georganiseerd voor het faciliteren en het versnellen van de samenwerking in
bestaande en nieuwe regio’s. De samenwerkingsregio’s zetten zich ten minste in op het
gebied van het beleid, de contractering en de uitrol van laadinfrastructuur. De
samenwerkingsregio’s richten zich op alle vormen van laadinfrastructuur voor alle typen
voertuigen. Gemeenten en regio’s bekijken hoe de gemeenten die nog niet zijn
aangesloten, indien zij dit willen, het beste aangesloten kunnen worden. De nieuwe en
bestaande samenwerkingsregio’s zijn:
Pagina 6 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
- Groningen, Drenthe, Friesland
- Gelderland, Overijssel
- Noord-Brabant, Limburg
- Zuid Holland, Zeeland
- MRA-E (Provincies Noord-Holland, Utrecht, Flevoland)
- Gemeente Amsterdam
- Gemeente Utrecht
- Gemeente Rotterdam
- Gemeente Den Haag
b) Iedere Nederlandse gemeente stelt eind 2020 een integrale visie op laadinfrastructuur
vast. Deze visie is bij voorkeur in regionaal verband opgesteld. De visie omvat
laadinfrastructuur voor alle verschillende vormen van laden — van publiek tot privaat
laden en snelladen — en alle verschillende vormen van elektrische voertuigen. Bovendien
heeft het betrekking op laden binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom.
Deze visie wordt steeds voor 2 jaar opgesteld, met een zichttermijn van 10-15 jaar.
c) Omdat elektrisch vervoer belangrijk is voor de energietransitie van wijken die van het
aardgas afgaan — en overschakelen op duurzame warmte en duurzame stroom — borgen
gemeenten en regio’s (de voorbereiding op) de uitrol van laadinfrastructuur in de
Regionale Energiestrategie (RES), de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Dit zodat
laadinfrastructuur een plek heeft naast de andere transitiesporen. Het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijkrelaties bezien hoe via de instrumenten van de Omgevingswet zekerheid kan
worden geboden over voldoende aanbod van publieke laadpunten in gemeenten en de
snelheid van realisatie daarvan.
d} De uitvoering van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur zal voor provincies en
gemeenten worden vertaald in regionale mobiliteitsplannen, waarin de lokale behoeften
voor laadinfrastructuur worden opgenomen. Omdat laadinfrastructuur ook nu al
uitgerold moet worden, is het belangrijk dat gemeenten en regio’s naast visievorming
direct aan de slag kunnen. Experts vanuit het thema mobiliteit en verantwoordelijken
voor de Nationale Agenda Laadinfrastructuur zullen deze hiertoe verbinden met de
agenda van de wijkaanpak. Eind 2019 wordt een voorstel gedaan voor de integratie van
de activiteiten ten aanzien van (het voorbereiden van) laadinfrastructuur in de leidraad
van de wijkaanpak. Bij iedere stap in de leidraad wordt concreet toegevoegd wat de
gemeente en andere partijen zoals netbeheerders moeten doen — waaronder het maken
van analyses en besluiten — om te zorgen dat de laadinfrastructuur van de toekomst in
een integrale aanpak wordt meegenomen.
Plaatsingsbeleid
e) Regio's of individuele gemeenten stellen plaatsingsbeleid op voor publieke
laadinfrastructuur. Dit gebeurt inclusief de planning van de uitrol van laadinfrastructuur.
Het plaatsingsbeleid wordt uiterlijk 2020 vastgesteld door de betrokken gemeenten. Het
plaatsingsbeleid wordt iedere 2 jaar geactualiseerd. Het doel is om de laadinfrastructuur
op deze manier proactief te kunnen plaatsen, zodat de ontwikkeling van de
laadinfrastructuur niet achterblijft. Bovendien biedt het voor de netbeheerders inzicht in
de uitrol van laadinfrastructuur om zo werkzaamheden slim te kunnen combineren en
effectief te kunnen uitvoeren. De verwachting is dat vanaf 2021 strategische plaatsing de
leidende aanpak wordt ten faveure van aanvragen per individueel laadpunt.
f) ElaadNL haalt in samenwerking met de netbeheerders bij de marktpartijen hun
uitrolplannen op en verwerkt dat tot een EV-inzicht. Dit EV-inzicht kan meegenomen
worden bij het plaatsingsbeleid van gemeenten en provincies. Dit EV-inzicht is voor
snellaadinfrastructuur gereed in 2019 en voor de overige laadinfrastructuur worden
aanvullende afspraken gemaakt. Het EV-inzicht wordt ieder jaar geactualiseerd en
gebruikt door netbeheerders als input voor besluitvorming rondom verzwaringen.
g) De gemeenten en provincies wijzen, zo mogelijk in overleg, met marktpartijen geschikte
locaties aan voor snellaadinfrastructuur in binnenstedelijk gebied en voor langs de
Pagina 7 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
provinciale wegen. Dit gebeurt per 2020 voor de periode tot en met 2025 en per 2024
voor de periode tot en met 2030. Door dit op te nemen in het plaatsingsbeleid wordt dit
geïntegreerd met de andere vormen van laden.
h} De OV-autoriteiten, gemeente en netbeheerder inventariseren voorafgaand aan de
aanbesteding mogelijke laadlocaties. Partijen spannen zich in om gezamenlijk een
realistische implementatietermijn voor het zero emissie busvervoer af te spreken.
Handreikingen
i) _NKL stelt in 2019 in samenwerking met onder meer VNG, IPO, ElaadNL en CROW
handreikingen op die de gemeenten en regio’s helpen bij de visie- en beleidsvorming en
de uitrol van laadinfrastructuur. Het gaat om de volgende te maken documenten:
a. een handreiking voor de visie en het beleid op het gebied van alle typen
laadinfrastructuur voor alle typen elektrisch vervoer;
b. een handreiking voor het gemeentelijk plaatsingsbeleid (beleidsregels VNG) van
laadinfrastructuur;
c. een handreiking voor strategische verkeersbesluiten;
d. een richtlijn voor laadinfrastructuur voor bussen, touringcars en zwaar vervoer
om zodoende standaardisatie en interoperabiliteit te organiseren;
e. een richtlijn ten aanzien van laadpleinen, laadinfrastructuur in parkeergarages,
multifunctionele objecten en verlengd private aansluitingen.
Private palen
j) Inhet kader van de implementatie van de herziening van de Europese richtlijn
energieprestatie van gebouwen (EPBD) stelt de Rijksoverheid verplichtingen vast voor
het aanleggen van laadinfrastructuur/laadpalen bij grotere private parkeerplaatsen bij
gebouwen in geval van nieuwbouw en grootschalige renovatie en bij bestaande
utiliteitsbouw.
Daarnaast zal de Rijksoverheid bezien hoe de uitrol van laadpunten in nieuwe en
bestaande gebouwen kan worden vergemakkelijkt. Daarbij valt onder meer te denken
aan de aanpassing van de regels rondom besluitvorming van VvE’s. Rijk betrekt ElaadNL,
VNG, vereniging DOET, NVDE, en NKL bij de implementatie en zal bekijken of
kwaliteitseisen gericht op o.a. interoperabiliteit, cybersecurity en smart charging
opgenomen kunnen worden.
k} In het Nationaal Energiebesparingsfonds (NEF) zal in 2019 voor VvE’s de mogelijkheid
worden opgenomen om de aanleg van laadinfrastructuur te financieren.
I} Gemeenten en regio’s maken in bestaande en nieuwe samenwerkingsovereenkomsten
met bedrijven aanvullende afspraken over de minimale hoeveelheid laadinfrastructuur
voor bedrijventerreinen. Dit gaat over bestaande bouw met minder dan 20
parkeerplaatsen, die buiten de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD)
vallen. Daarnaast worden met bedrijven afspraken gemaakt om bedrijventerreinen open
te stellen voor de uitrol en exploitatie van (snel}laadinfrastructuur.
Snelladen op verzorgingsplaatsen langs Rijkswegen
m) Rijkswaterstaat neemt het voortouw om na te denken over de aanwezigheid van
(snel)laadinfrastructuur op verzorgingsplaatsen langs de snelweg voor de periode na
2024. Dit doet Rijkswaterstaat in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf, netbeheerders en andere stakeholders die via
brancheverenigingen betrokken worden. Rijkswaterstaat faciliteert daar waar nodig en
mogelijk, een voldoende aantal (snel}laadpunten op verzorgingsplaatsen. Daarbij gaat
het om zowel de basis- als aanvullende voorziening en binnen de beperkt beschikbare
ruimte op de verzorgingsplaatsen. Rijkswaterstaat blijft bovendien in gesprek met
marktpartijen over de laadinfrastructuur op verzorgingsplaatsen — ze is het eerste
Pagina 8 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
aanspreekpunt —- om oplossingen te vinden voor belemmeringen die zich voordoen zoals
de toegankelijkheid voor alle weggebruikers, de bebording en de veiligheid.
Aanvraag- en realisatieproces
n)} NKL en VNG stellen in 2019 een integraal overzicht op dat het beleid van alle gemeenten
bevat voor het aanvragen van publieke laadpunten en de richtlijnen voor de realisatie
van semi-publieke en private laadpunten.
o} NKL, ElaadNL/netbeheerders, en VNG ontwikkelen een neutrale tool voor het aanvragen
van laadpunten (ook geschikt voor bulkaanvragen) en voor de begeleiding van het
aanvraagproces en de realisatie van de laadpaal. De tool is te gebruiken door gemeenten,
fabrikanten, Charge Point Operators (CPO’s) en netbeheerders. Waar mogelijk vindt
integratie of koppeling plaats met bestaande tools en systemen van de betrokken
stakeholders. De tool is ook te gebruiken voor EV-rijders om een aanvraag te kunnen
doen voor een laadpunt en inzicht te Krijgen in de realisatie van de laadpaal. Zodoende is
er een standaardingang voor het aanvraagproces van een publieke laadpaal, waardoor
het bijvoorbeeld bij verkoop van een elektrische auto mogelijk is om desgewenst direct
vanuit de showroom een aanvraag te starten voor een publiek laadpunt. Daarnaast komt
er zo vergaand als mogelijk geautomatiseerde workflow voor de realisatie van de
laadpalen en ontstaat er een neutrale beheeromgeving voor de data over de aanvraag en
de plaatsing van laadpalen.
p) De Rijksoverheid doet in 2019 samen met ElaadNL, netbeheerders en marktpartijen
onderzoek naar een gegronde basis voor het aanpassen van het wettelijk kader waarin
de termijnen voor het realiseren van een aansluiting op het elektriciteitsnet staan
vermeld. Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt een voorstel uitgewerkt
voor het aanpassen van het wettelijk kader en het aansluittermijn. Het doel van deze
aanpassing is het versnellen van de energietransitie tegen de laagst mogelijke
maatschappelijke kosten. Randvoorwaarden die ingevuld moeten worden door
gemeenten, zoals o.a. verkeersbesluiten en graafvergunningen, worden besproken en
afgestemd met gemeenten en maken integraal deel uit van het voorstel. De aansluiting
op het elektriciteitsnet wordt enerzijds aangelegd om de duurzame ambities te kunnen
halen — voor onder meer hernieuwbare energie op land en laadinfrastructuur voor
elektrisch vervoer — en anderzijds te borgen dat de netbeheerders dit binnen redelijke
termijn kunnen realiseren. Dit zodat marktpartijen niet langer dan strikt noodzakelijk
hoeven wachten op hun aansluiting op het elektriciteitsnet en de realisatie hiervan
kostenefficiënt plaatsvindt. Er wordt hierbij rekening gehouden met het plaatsingsbeleid
van laadinfrastructuur dat iedere 2 jaar wordt geactualiseerd met een zichttermijn van
10 tot 15 jaar. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat stemmen met Netbeheer Nederland af hoe het voorstel
voor het aanpassen van het wettelijk kader wordt geëffectueerd en welke maatregelen
worden geïmplementeerd.
q) De netbeheerders maken specifieke afspraken met de aannemers en de exploitanten
voor het efficiënt aansluiten van laadinfrastructuur — in 1 arbeidsgang — en koppelen
deze afspraken waar mogelijk aan de uitrolplanningen.
r) Regio's en gemeenten stellen samen met de uitvoerende instanties, als onderdeel van de
uitrolplanning en in relatie tot de werkzaamheden van de energietransitie, een
capaciteitsplanning op.
Pagina 9 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Marktontwikkeling
s) In 2019 onderzoeken Rijk, gemeenten, ElaadNL, en brancheorganisaties welk
instrumentarium na 2020 nodig is om door te groeien naar een volwassen
laadinfrastructuur markt. Hierbij staan kosteneffectiviteit en marktwerking centraal, en
ambities op het gebied van zowel kwaliteit (bijvoorbeeld cybersecurity, innovatie} als
kwantiteit (aantal punten) moeten waargemaakt kunnen worden. De impact van het
aflopen van het verlaagde tarief in de energiebelasting voor oplaadinstallaties met een
zelfstandige aansluiting op de business case van elektrisch rijden, wordt in het
onderzoek meegenomen.
Regelgeving
t) Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en VNG onderzoeken in samenwerking
met CROW de bebording die gemeenten kunnen gebruiken om te handhaven dat de
plaatsen bij een laadpaal ook daadwerkelijk gebruikt worden om elektrische voertuigen
te laden en niet om (langdurig) elektrische voertuigen te parkeren. Dit onderzoek is
uiterlijk in 2020 afgerond.
u) Om complicaties tussen EV’s en laadpalen te voorkomen, kan ElaadNL onafhankelijk van
laadpaalleveranciers en OEM's een advies geven t.a.v. het laadgedrag van een EV.
Enerzijds is het van belang om te voorkomen dat issues optreden. Nederlandse
importeurs en laadpaalfabrikanten brengen daarvoor vrijwillig de nieuwe type EV's en
laadpalen naar het testcentrum van ElaadNL om daar functionaliteit, interoperabiliteit,
comptabiliteit, Smart Charging, Power Quality en de keten te testen. Anderzijds wordt er
een proces georganiseerd waarmee geschillen opvolging krijgen en onafhankelijk
beoordeeld worden.
Voorlichting en opleiding
v) ElaadNL, de netbeheerders en NKL stemmen de benodigde maatregelen af met de andere
klimaattafels zodat de opleidingen voor laadinfrastructuur zijn geborgd. Hierin wordt,
samen met aannemers en exploitanten, samenwerking gezocht met de Human Capital
Agenda van de Topsector Energie en het programma De Uitdaging. Er worden afspraken
gemaakt tussen regionaal opererende marktpartijen en regionale opleidingen over
samenwerkingsprogramma’s die het leren, het werken en het innoveren combineren.
Pagina 10 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
HOOFDSTUK 2 Informatievoorziening, prijstransparantie, open
protocollen en open markten
Afspraken
De ondertekenaars van het Klimaatakkoord zorgen ervoor dat de overstap van rijden met
fossiele brandstofauto’s naar elektrisch rijden op hernieuwbare energie aantrekkelijk en
comfortabel ís voor alle Nederlanders. Dit betekent dat er in 2030 voldoende (semi-}publieke en
private laadpunten moeten zijn voor circa 1,9 miljoen elektrische personenvoertuigen (EV’s).
EV-rijders hebben betrouwbare informatie nodig over de locatie en de beschikbaarheid van de
publiek toegankelijke laadpunten en de prijzen en mogelijkheden voor het laden bij deze publiek
toegankelijke laadpunten>. Daarnaast moeten de markt en de infrastructuur voor EV-laadpunten
en -laaddiensten open, transparant, interoperabel en toekomstbestendig zijn. De EV-rijder krijgt
daarmee een optimale (inter)nationale toegang tot laadpunten en -diensten, zonder zich zorgen
te hoeven maken over de techniek of de rekening die men achteraf krijgt. Een open en
competitieve EV-laadmarkt bezorgt de consument keuzemogelijkheden, concurrerende prijzen
en een optimale dienstverlening. Afspraken om dit te bereiken vallen uiteen in 4 categorieën:
informatievoorziening, prijstransparantie, open protocollen en open markten.
Partijen spreken het volgende af:
Informatievoorziening
a} Uiterlijk 1 augustus 2020 delen alle serviceproviders en alle laadpaalexploitanten de
statische en dynamische basisinformatie over alle (semi-)publieke laadpalen met een
centraal nationaal toegangspunt voor data over laadpunten (national access point,
NAP)“. Deze basisinformatie wordt ook onderling gedeeld. De basisinformatie omvat in
ieder geval data over de locatie en de beschikbaarheid van de laadpunten en de ad-hoc
prijzen van het laden. Daarnaast gaat het om essentiële praktische informatie zoals het
ID-nummer van het laadpunt, de mogelijke laadsnelheden, de connectiemogelijkheden,
de betaalmogelijkheden, de toegangstijden en de contactinformatie van de
laadpaalexploitant. De basisinformatie in het NAP is vrij toegankelijk en wordt op
kwaliteit getoetst.
b} Onder regie van de Rijksoverheid wordt het NAP ingericht conform de Europese
Intelligent Transport Systems (ITS-)richtlijn, de daaruit voortkomende EU-
verordeningen over Multimodale Reisinformatiediensten, de Richtlijn Infrastructuur
voor Alternatieve Brandstoffen en de relevante nationale wetgeving. De specificaties
worden in samenwerking met marktpartijen en decentrale overheden opgesteld.
c) De brancheverenigingen van laadpaalexploitanten, laaddienstaanbieders, een
expertorganisatie op het terrein van laadinfrastructuur en de (Rijks)overheid leggen
samen uiterlijk per januari 2020 de uit te wisselen datacategorieën vast - waaronder de
elementen waaruit de laadprijs is opgebouwd. Ze maken ook afspraken over de kwaliteit
van de data en de frequentie van het updaten. Dit wordt op initiatief van eViolin vertaald
in een basisset afspraken over datacategorieën en datalevering. Dit geldt voor alle
laadpunten die publiek toegankelijk zijn.
3 Met ‘publiek toegankelijk’ wordt bedoeld: alle publieke, semi-publieke en private laadpunten als deze opengesteld
worden voor publiek gebruik.
+ Het NAP is een centrale, kwalitatief betrouwbare bron voor ruwe basisdata over EV-laadpunten. De data in het NAP
is voor iedereen eenvoudig, open en onbewerkt toegankelijk. Dit biedt marktpartijen de gelegenheid om op basis van
deze data betrouwbare informatiediensten voor EV-rijders te ontwikkelen.
Pagina 11 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
d) Marktpartijen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de door hen verschafte
informatie. De Rijksoverheid organiseert per 1 augustus 2020 toezicht op de kwaliteit en
de tijdigheid van de informatievoorziening aan het NAP, en indien nodig grijpt zij in. De
wijze van toezicht wordt bepaald en vastgelegd bij het opzetten van het NAP. Naast dat
de huidige wetgeving reeds van kracht is, zal de Rijksoverheid indien nodig de juridische
bepalingen over de verplichting tot het delen van de informatie over de laadpunten en de
laadprijzen verder aanscherpen.
e} Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat komen in overleg
met het CROW in 2019 met één effectief, goed in te passen pictogram voor alternatieve
brandstoffen op borden langs de (snel)}weg, dat voldoende duidelijk is voor rijders van
elektrische voertuigen.
Prijstransparantie
f) Per 1 januari 2020 maken overheden, de laadpaalexploitanten en de serviceproviders
een afspraak over de wijze waarop zij tarieven zichtbaar maken voor de EV-rijder.
Hierbij wordt gezorgd voor eenvoudige en eenduidige tariefcategorieën om de
voorspelbaarheid van prijzen voor EV-rijders en overige betrokkenen te verhogen.
g) Uiterlijk 1 augustus 2019 geven alle service providers en laadpaalexploitanten op
toegankelijke en transparante wijze aan de EV-rijder de prijs van elk type laadsessie
weer, zowel bij ad hoc betaling® als bij roaming®. Dit doen zij vooraf en na (en idealiter
ook tijdens) een laadsessie.
Zo wordt voldaan aan (reeds) geldende wetgeving (waaronder de Prijzenwet, bepalingen
betreffende consumentenrechten en oneerlijke handelspraktijken van het Burgerlijk
Wetboek) en de EU-Richtlijn Infrastructuur voor Alternatieve Brandstoffen.
Laadpaalexploitanten en service providers delen hiertoe doorlopend onderling en met
het NAP de tariefinformatie middels open protocollen.
Open protocollen
h) Bij de interactie tussen de onderdelen van de hele waardeketen van het laden van EV’s
(waaronder auto — laadpaal — backoffice — energielevering) stellen alle betrokkenen de
toepassing van neutrale en open protocollen als eis, met als uitgangspunt om Europees
gedragen standaarden te hanteren. Overheden, netbeheerders en marktspelers dragen
samen bij aan het tot stand komen en bestendigen van de open protocollen, waarbij er
speciale aandacht is voor de integratie van EV's in het bredere energiesysteem en in de
gebouwde omgeving. Uiterlijk 1 augustus 2019 wordt een werkgroep Protocollen en
open markt opgericht om voorstellen te doen voor specifieke invulling hiervan.
Open markten
ij Overheden, netbeheerders en marktpartijen werken samen aan een open en
competitieve markt ten dienste van de EV-rijders. Hiertoe spreken zij af om onder
andere interoperabiliteit, het toelaten van klanten van andere providers op de laadpalen
en gebruik van breed gedragen, neutrale en open protocollen standaard als voorwaarde
vast te leggen in contracten voor de aanleg en exploitatie van laadinfrastructuur. De
werkgroep Protocollen en open markt wordt benut voor afstemming over noodzakelijke
acties voor een open markt van laaddiensten.
5 Ad hoc betalen bij een laadpunt betekent direct betalen zonder contract.
6 Roaming betekent het laden en het betalen met een laadpas of een app van een serviceprovider bij een laadpunt van
een andere aanbieder.
Pagina 12 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
HOOFDSTUK 3 Smart charging
Visie smart charging
Naast de ontwikkeling en de uitrol van de laadinfrastructuur is het van belang te voorkomen dat
de groeiende vraag naar elektriciteit voor het laden van EV'’s het elektriciteitsnet verstoort. In
aanvulling op het verzwaren van de elektriciteitsnetten biedt het flexibel laden en het ontladen
van aangesloten EV'’s een oplossing. Als het moment en de snelheid van het (ont-}laden op een
slimme wijze beïnvloed kan worden, kunnen pieken in de elektriciteitsvraag en de consumptie
effectief worden ingeperkt. In afstemming met de accucapaciteit van de EV's kan hierdoor
bijvoorbeeld de duurzaam opgewekte energie opgeslagen worden, waardoor deze energie
effectiever kan worden ingezet. De meest recente studie laat zien dat het hierdoor mogelijk is
verzwaringen van het elektriciteitsnet te voorkomen; met een maatschappelijke waarde van
honderden miljoenen’. Zonder slim laden is voor de autonome groei van EV's in Nederland een
netinvestering nodig van circa € 2,2 miljard. Door smart charging in te zetten, kan in 2030 de
investering echter worden beperkt. Daarnaast betekent smart charging voor de ‘gemiddelde
automobilist’ op basis van de huidige energiemarkten een kostenbesparing®. Slim laden geeft
eindgebruikers en auto-eigenaren bovendien meer keuzevrijheid ten aanzien van de energie die
wordt ingezet voor hun mobiliteit.
De groei van elektrisch vervoer past binnen een bredere ontwikkeling; een toename van de
vraag naar elektriciteit vanuit de gebouwde omgeving en de industrie en een toename van
energieproductie uit decentrale en weersafhankelijke hernieuwbare bronnen zoals PV en
windmolens. Door middel van slim (ont-}laden geven elektrische voertuigen invulling aan de
flexibiliteitsbehoefte in het energiesysteem van de toekomst. Daarnaast biedt slim laden
aanvullende waarde door toename van CO2 reductie, verbetering van de TCO voor duurzame
energie (wind- en zonneparken) en door het voorkomen van onbalans (TSO-markten).
Nederland heeft wereldwijd een erkende en leidende positie op het gebied van smart charging.
Het Nederlandse bedrijfsleven exporteert wereldwijd smart charging-kennis en -producten en
heeft de afgelopen jaren een sterke toename in de werkgelegenheid rondom smart charging
laten zien. Om deze koppositie verder uit te bouwen, is het van belang om de komende jaren toe
te werken naar een situatie waarin smart charging de standaard is.
Uitgangspunten
e Erkomteeninteroperabel smart charging-systeem.
e Erwordt gezorgd voor een robuust en toekomstbestendig (Europees) elektriciteitsnet.
e Het economisch verdienpotentieel van smart charging wordt verzilverd.
e Erwordt gezorgd voor dataveiligheid, privacy en security (open & secure).
Resultaten
e Hettijdsplan en de marsroute worden vastgelegd in de Roadmap Smart Charging 2030.
e Er wordt inzicht gecreëerd in de knelpunten en de oplossingsrichtingen voor smart
charging.
e Er worden afspraken gemaakt om te komen tot een gestructureerde aanpak voor:
1. De ontwikkeling van marktmodellen voor smart charging.
2. Wetgeving en regulering inrichten op smart charging.
3. Het ontwikkelen van de technische architectuur voor smart charging
4. De ontwikkeling van open standaarden en open protocollen voor smart charging.
7 Onderzoek naar kosten en baten van Slim Laden, CEDelft, APPM, HvA, ElaadNL, november 2018
8 De waarde van flexibel laden, Verkenning van de waarde van demand response bij het laden van elektrische
voertuigen, Movares, juni 2016
9 Rapport Verzilvering Verdienpotentieel Elektrisch Vervoer 2017 (RVO)
Pagina 13 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Roadmap Smart Charging 2030
e 2019: het opzetten van experimenten en proeftuinen.
e 2020: smart charging inpassen in de bredere energietransitie zoals de RES, de energie-
infrastructuren, de aardgasvrije wijken en smart city.
e 2022: wetgeving en regulering is ‘smart charge ready’ voor de volgende
reguleringsperiode
e 2023: de implementatie van smart charging in de markt klaar is en de architectuur is
gereed.
e 2030: smart charging levert de maximale maatschappelijke waarde op.
Definitie slim laden
Op basis van: “Laden van elektrische voertuigen, definities en toelichting”, RVO oktober 2018:
- Smart charging of slim laden is een brede term, die wordt gebruikt om aan te duiden dat
slimme technieken de laadtransactie op afstand kunnen aansturen. In de meest eenvoudige
vorm betekent dit dat het opladen van elektrische auto’s op het meest optimale moment
gebeurt, bijvoorbeeld wanneer de kosten laag zijn en het aanbod van (duurzame) energie hoog
is. In een meer geavanceerde vorm is het mogelijk om het tijdstip en hoeveelheid van
elektriciteitslevering aan elektrische voertuigen te sturen. Door de netstroomlevering aan de
batterij in het elektrische voertuig op een gecontroleerde en betrouwbare manier te laten
plaatsvinden, worden lokale piekbelastingen van het elektriciteitsnet voorkomen. Op basis van
de energievraag en de beschikbare capaciteit op lokaal niveau bepaalt het laadstation wanneer
en hoe de batterij te laden.
- Vehicle-to-Grid (V2G) technologie maakt het mogelijk dat de batterij van een elektrisch
voertuig tevens (tijdelijk) als buffercapaciteit in het elektriciteitsnetwerk kan functioneren en zo
(lokale) piekbelastingen in het elektriciteitsnetwerk kan opvangen en als opslag kan dienen.
Deze buffercapaciteit kan aangewend worden om elektriciteit terug te leveren aan het
elektriciteitsnet op het moment dat er een tekort is, of om een overschot aan energie op te slaan
als er meer energie wordt opgewekt dan wordt gevraagd (zon overdag, wind ’s nachts Op deze
wijze kan zonne/wind energie worden opgeslagen om op een later moment, wanneer deze nodig
is, wordt terug geleverd aan het elektriciteitsnet.
Knelpunten, oplossingsrichtingen en actielijnen
Om de genoemde doelstellingen te behalen worden diverse activiteiten gestart en zullen
knelpunten moeten worden weggenomen die de ontwikkeling en toepassing van smart charging
in de weg staan. Deze activiteiten vormen onderdeel van de Roadmap Smart Charging 2030 en
worden ontwikkeld binnen 4 actielijnen:
1. De ontwikkeling van marktmodellen voor smart charging;
2. Wetgeving en regulering inrichten op smart charging;
3. Het ontwikkelen van de technische architectuur voor smart charging;
4. De ontwikkeling van open standaarden en open protocollen voor smart charging.
Pagina 14 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Partijen spreken het volgende af:
Ontwikkeling marktmodellen voor Smart Charging
Er zijn afspraken nodig voor het opzetten en het optimaliseren van marktmodellen waarin het
potentieel van slimme energieoplossingen zoals smart charging, maar ook voor bredere smart
grid-toepassingen gerealiseerd kan worden. Deze dragen bij aan een robuust, betrouwbaar en
betaalbaar energiesysteem. Het gaat om strategische afspraken tussen marktpartijen, overheden
en netbeheerders over de marktmodellen en rollen van de betrokken partijen. Er bestaan al
verschillende oplossingsrichtingen voor delen van de energieketen waarvoor nog geen werkend
marktmodel bestaat — zoals congestiemanagement op het laagspanningsnet -— maar deze vergen
nog een verdere uitwerking. Voor onderdelen van de energieketen waarvoor een werkend
marktmodel bestaat — zoals de onbalansmarkt- kunnen mogelijk optimalisaties worden
doorgevoerd. Er zijn proeftuinen en pilots nodig om ervaring op te doen met de verschillende
aspecten van de marktmodellen. Deze proeftuinen en pilots leveren de noodzakelijke input voor
de verdere ontwikkeling van de marktmodellen.
a) Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat wijzen in 2019 een procesverantwoordelijke aan voor de ontwikkeling
van een sturingsmodel voor smart charging.
b) ElaadNL, NKL en VNG maken afspraken over afstemming rond pilots voor smart
charging. Bij deze afstemming moet aandacht zijn voor de coördinatie, de
innovatiesturing en het portfoliomanagement.
c} Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat onderzoeken samen met ElaadNL de mogelijkheden voor grootschalige
smart charging experimenten, vooruitlopend op de inwerkingstreding van de AMvB
experimenten Elektricteitswet 1998 en Gaswet,
d} NKL heeft de regie bij het stimuleren van de gebruiksvriendelijkheid van smart charging
en zorgt voor de verbinding met de activiteit “Het ontwikkelen van een sturingsmodel
voor smart charging”. Voor de voorlichtingscampagne werkt NKL samen met vereniging
DOET, de Vereniging Elektrische Rijd (VER) en de Hogeschool van Amsterdam. Het
stimuleren van de gebruiksvriendelijkheid van smart charging start in 2019 en moet in
2021 afgerond zijn.
Wetgeving en regulering smart charging ready
Wetgeving en regulering staan op bepaalde onderdelen de ontwikkeling en uitvoering van
nieuwe marktmodellen voor slim laden in de weg. Hierdoor kunnen kosteneffectieve en
efficiënte oplossingen voor de energieketen niet uitgevoerd worden. Deze knelpunten moeten
gesignaleerd worden om vervolgens via experimenten en wetgevingstrajecten tot nieuwe
regulering te komen. Belangrijke mijlpalen hierin vormen de wetgevingsagenda van de
Energiewet 1.0, de reguleringsperiode van het netbeheer en de fiscale wetgeving.
e) Binnen de Overlegtafel Energievoorziening (OTE) en in het kader van de Energiewet 1.0
wordt de mogelijkheid van een type netaansluiting waarbij capaciteitssturing mogelijk
wordt uitgewerkt.
f) Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het ministerie van Financiën en het
ministerie van Infrastructuur en Waterstaat komen samen met netbeheerders en
(brancheverenigingen van) marktpartijen in 2019 met een analyse van de problematiek
waarbij zo nodig mogelijke oplossingen gezocht worden voor de werking van
energiebelasting bij bi-directioneel laden.
Pagina 15 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
g) Er moet binnen de Europese Unie aangestuurd worden op het mogelijk én aantrekkelijk
maken van V2G laden. De RAI Vereniging vraagt de European Automobile Manufacturers
Association (ACEA) ACEA om de Europese Commissie en de werkgroep EVE van UNECE
aan te zetten tot het opstellen van een Europese richtlijn voor V2G Laden. De werkgroep
EVE werkt aan het opstellen van een voorstel voor richtlijnen. Wanneer de richtlijn of
verordening door de Europese Commissie vastgesteld zal worden, is nog onbekend.
h} Eris behoefte aan integrale planvorming op het gebied van smart charging, gekoppeld
aan de opwekking van duurzame energie en de ontwikkeling van het elektriciteitsnet.
Netbeheer Nederland, VNG en IPO werken samen aan het creêren van integrale
ruimtelijke planvorming rondom laadinfrastructuur en de opwekking van duurzame
energie. Dit gebeurt binnen de kaders van de nieuwe Omgevingswet die per 1 januari
2021 van kracht wordt en vindt onder meer plaats via de Regionale Energiestrategieën
(RES).
ij ElaadNL zal in 2019 onderzoeken wat de knelpunten in de energiemarkt zijn om slim
(duurzame) energie te laden en hiervoor mogelijke oplossingsrichtingen in kaart
brengen en bespreken met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het
ministerie van Financiën.
j} Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zorgt ism ElaadNL en andere
ministeries dat er in 2020 afspraken zijn gemaakt over cyber security voor de
laadinfrastructuur . Zo moeten er maatregelen worden genomen en processen ingericht
om adequaat te kunnen reageren op mogelijke cyberaanvallen op de laadinfrastructuur.
Ontwikkelen technische architectuur voor smart charging
Smart charging vraagt technische oplossingen die deels bestaan en deels nog ontwikkeld moeten
worden. De opzet van de technische architectuur voor smart charging hangt sterk samen met het
gekozen marktmodel en de ruimte die in dit marktmodel aan marktpartijen geboden wordt om
diensten en producten te ontwikkelen. De ervaringen zijn echter nog beperkt. Zo is het aantal
ervaringen en toepassingen met bijvoorbeeld gebruikersinteractie en laagspanning-
congestiemanagement op één hand te tellen. Het ontbreekt aan sturing, regie en eigenaarschap
voor de ontwikkeling van een generieke architectuur. Door de complexiteit van de laadketen —
met de aanwezigheid van EV-rijders, serviceproviders, CPO’s, leveranciers, netbeheerders en
aggregators — komt dit vooralsnog niet van de grond. Vooral rondom datamanagement bestaat
er nog een lacune in het eigenaarschap en de organisatie. Dit zorgt voor kwetsbaarheid omdat
datamanagement de kern vormt van slimme energieoplossingen. De algemene perceptie is dat
overheden een rol zouden moeten spelen in het creëren van een (onafhankelijke) data-
infrastructuur, als centrale spil in de technische architectuur.
k) VNG, NKL, het ministerie van Binnenlandse Zaken en ElaadNL starten in 2019
gezamenlijk met het oppakken van de geschetste problematiek waarbij de inzet is dat in
de periode tot 2030 enkel laadinfrastructuur uitgerold wordt die smart charging ready
is.
I} ElaadNL, de kennisinstellingen, het Innovatie en Acceleratie Programma elektrisch
mobiliteit (IPA eMobility) en de TKI Urban Energy gaan in de periode 2020-2023 aan de
slag met het creëren van in-home interoperabiliteit inclusief het bijbehorende onderzoek
en de bijbehorende praktijkproeven.
m)} Gemeenten en provincies gaan in de periode 2020-2025 gezamenlijk aan de slag met het
creëren van een universeel smart city-platform. Er is behoefte aan regievoering,
standaardisatie en duidelijkheid over het eigenaarschap van de data en het te creëren
platform.
Pagina 16 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Ontwikkeling open standaarden en protocollen
Voor de ontwikkeling van smart charging-oplossingen spelen standaarden en protocollen een
essentiële rol. Marktstandaarden zorgen enerzijds voor meer zekerheid en anderzijds voor
opschalingsperspectief voor innovaties. Standaarden en protocollen met een open karakter
bieden daarbij aan marktpartijen economisch gezien de meeste kansen en leiden tot lagere
prijzen en een grotere diversiteit aan innovaties en oplossingen.
n)} De ontwikkeling van open protocollen voor smart charging wordt meegenomen in de
bredere afspraken die gemaakt zijn in het kader van “Open Protocollen” zie hoofdstuk 2.
o} Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat neemt het voortouw om voor 2020
afspraken te maken over cyber security voor de laadinfrastructuur.
p)} Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaat de problematiek omtrent data-
uitwisseling adresseren bij de Europese Commissie. Veel autofabrikanten geven
bijvoorbeeld de laadstatus van de batterij (State of charge, SoC) en andere gegevens van
de EV'’s niet vrij aan virtuele platforms van derden. Dit verhindert de integratie van
mobiliteit in het energiesysteem.
Pagina 17 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
HOOFDSTUK 4 Innovatie
In de Nationale Agenda LaadinfrastructuurNationale Agenda Laadinfrastructuur zijn afspraken
gemaakt over de doelstellingen en de maatregelen die nodig zijn om de laadinfrastructuur voor
EV’s toekomstbestendig te maken. Innovatie speelt hierin een belangrijke rol. Het laden van EV’s
ziet er vandaag de dag namelijk anders uit dan in 2030. Het is cruciaal om voldoende
evaluatiemomenten in te bouwen, zodat de verduurzaming van de mobiliteit in Nederland
versneld kan worden tegen de laagst mogelijke kosten.
Het inzetten op innovatie biedt kansen voor het bedrijfsleven. Nederland is een van de Europese
koplopers op het gebied van elektrisch rijden en wil deze positie behouden en versterken. Het
fijnmazige laadnetwerk voor EV'’s geeft het Nederlandse bedrijfsleven de mogelijkheid om
versneld producten en diensten in de thuismarkt te introduceren, te valideren en te exporteren.
Om de verworven economische koppositie wereldwijd uit te kunnen bouwen, heeft het Formule
E-Team 1,5 jaar geleden het initiatief genomen om een roadmap? op te stellen voor onderzoek
en innovatie rondom elektrische mobiliteit. Deze roadmap is in het najaar van 2017
gepresenteerd en vormt de basis van het innovatieonderdeel van de Nationale Agenda
Laadinfrastructuur.
Partijen spreken het volgende af:
a) Het Innovatiecluster Elektrische Mobiliteit!* zorgt in 2019 voor een actualisatie van de
roadmap waarin de innovatieopgaven die voortvloeien uit de Nationale Agenda
Laadinfrastructuur worden meegenomen en beschreven.
Ondertekenaars | Deze afspraak wordt ondertekend door het Innovatiecluster
Elektrische Mobiliteit — bestaande uit AutomotiveNL, Vereniging DOET en Stichting
ElaadNL.
b} Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat neemt de innovatieopgaven die
voortkomen uit de Nationale Agenda Laadinfrastructuur op in het onderdeel Elektrisch
Aangedreven Mobiliteit van de Strategische Kennis- en Innovatie Agenda (SKIA).
Ondertekenaars | Deze afspraak wordt ondertekend door het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat
c) Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Innovatiecluster Elektrische
Mobiliteit maken in 2019 afspraken met de Topsectoren, de TKI's en andere (regionale)
partijen over het uitvoeren van programma’s en projecten die voortkomen uit de
Nationale Agenda Laadinfrastructuur.
Ondertekenaars | Deze afspraak wordt ondertekend door het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat en door het Innovatiecluster Elektrische Mobiliteit —
bestaande uit AutomotiveNL, Vereniging DOET en Stichting ElaadNL.
De onderstaande lijst met onderwerpen geeft een beeld van de innovatieopgaven die in het
kader van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur uitgewerkt gaan worden:
10 TAP eMobility, https://www.iape-mobilityv.nl/wp-content/uploads/2017/12/1AP-eMobility-Roadmap-2018-
2022.pdf
11 Het innovatiecluster Elektrische Mobiliteit komt voort uit de nationale innovatie- en accelaratieagenda elektrische
mobiliteit van het Formule E-Team. Het cluster bestaat uit stichting ElaadNL, AutmotiveNL en Vereniging Doet. Het
Nederlands Kennisplatform Laadinfrastructuur is kennispartner.
Pagina 18 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Elektrisch rijden
Elektrisch rijden is in Nederland bezig met een sterke opmars. In de afgelopen jaren is het aantal
elektrische personenvoertuigen jaarlijks verdubbeld. In absolute zin is het aantal misschien nog
beperkt, maar de groei zet zich in de komende jaren versneld door. Elektrische
personenvoertuigen vormen hierdoor meer en meer een substantieel deel van het wagenpark.
Het is daarom belangrijk dat de elektrificatie zich ook uitbreidt naar andere voertuigsoorten
zoals bussen, bestelvoertuigen, trucks en mobiele werktuigen.
Voor bussen!?, maar ook voor bestelvoertuigen en trucks, is de Total Cost of Ownership (TCO)
anno 2018 al regelmatig positief. De TCO's van deze voertuigen gaan in de periode richting 2030
in bijna alle gevallen positief uitvallen. De verwachting is dat de busvloot die in 2030 gebruikt
wordt voor het openbaar vervoer grotendeels elektrisch is. Dit betekent een enorme toename
van de vraag naar laadinfrastructuur voor zwaar transport. Er moeten sneller grotere
vermogens beschikbaar gesteld worden om laden in remises en op strategische laadpunten
onderweg mogelijk te maken. Deze laadfaciliteiten moeten in de (semi-)publieke ruimte
geïntegreerd worden. Deze laadinfrastructuur heeft impact op de ontwikkeling van lokale
elektriciteitsnetten en op de ruimtelijke ordening van steden, door bijvoorbeeld het creëren van
mobiliteitshubs en overslag- en laadfaciliteiten. Waar laadinfrastructuur anno 2018
voornamelijk geïntegreerd wordt in het laagspanningsnet van de netbeheerder, moet
laadinfrastructuur voor zwaar transport veelal ingepast worden op de middenspanningsnetten.
Bovendien heeft deze laadinfrastructuur behoefte aan gelijkstroom.
Nieuwe mobiliteitsdiensten
Ook nieuwe mobiliteitsdiensten zijn sterk in opkomst. De Mobility as a Service (MaaS-)tenders
vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn hiervan een goed voorbeeld. MaaS
past binnen de toename van diensten binnen de economie. Autodelen, multimodaal reizen en
mobiliteitshubs en overslag/distributiecentra krijgen binnen het transport en vervoer een
sterkere rol. Men denkt niet langer alleen in persoonlijk vervoer met auto’s, maar ook aan het
vervlechten van openbaar vervoer (bussen) met het transport van goederen. De toegang tot
(anonieme) data over het gebruik van de infrastructuur — zoals laadpalen, parkeerruimte en
wegen — en de mogelijkheid voor derden om hier aan gebruikers en consumenten (commerciële
en/of betaal!?}diensten aan te bieden is essentieel.
Smart charging
Het efficiënt inpassen van laadinfrastructuur voor elektrische personen- en bestelvoertuigen en
LEV’s - maar ook voor vormen van zwaar transport zoals bussen, trucks en vaartuigen — moet in
de nabije toekomst op een integrale manier opgepakt worden. Smart charging is hierbij zowel
economisch nuttig als noodzakelijk, levert eindgebruikers extra waarde en kan de
energietransitie versnellen door de synergie te vinden in private en publieke investeringen.
Smart charging creëert voor autofabrikanten en leasemaatschappijen bovendien nieuwe
mogelijkheden om met diensten waarde toe te voegen. De opgave om door verzwaring van de
huidige lokale elektriciteitsnetten altijd en overal voldoende elektrisch vermogen te kunnen
distribueren, zal voor de maatschappij anders tot onnodig hoge kosten leiden.
‘Smart’ is hierbij niet alleen het sturen en het uitstellen van de vraag, maar ook het kunnen
leveren van elektrisch vermogen vanuit het voertuig naar het elektriciteitsnet (V2G) en naar
gebouwen (V2B). Verschillende technieken — zoals het inductief laden of het laden via een
pantograaf -— worden eveneens hieronder geschaard. De inzet van de verkregen flexibiliteit kan
12 Zie ook: https://www.bloomberg.com/professional/blog/e-buses-surge-even-faster-evs-conventional-vehicles-
fade
13 Dink hierbij aan Near Field Communication
Pagina 19 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
voor de netbeheerder van waarde zijn — het leidt immers tot uitstel van capaciteitsinvesteringen
in de lokale elektriciteitsnetten - maar ook voor de consument.
Bovendien maakt dit voor de andere partijen in de waardeketen flexibiliteit en economische
voordelen mogelijk. Denk daarbij bijvoorbeeld aan energy trading, lokale energieopslag (urban
energy) en energieneutrale gebiedsontwikkeling.
Autonoom en connected rijden
Het autonoom rijden neemt de afgelopen jaren een hoge vlucht dankzij de introductie van
voertuigen die (deels) zelfstandig kunnen rijden. Er worden 5 niveaus van autonoom rijden
onderscheiden waarin de mate van het zelfstandig rijden van het voertuig toeneemt. Voor
laadinfrastructuur zijn de ontwikkelingen rond de niveaus 4 en 5 relevant op het moment dat
voertuigen de mogelijkheid krijgen autonoom te parkeren op een andere locatie dan waar de EV-
rijder de auto heeft achtergelaten. Ook hier geldt dat Europese normering leidend is voor de
uiteindelijke toepassing.
Autonoom rijden biedt in potentie veel kansen voor deelmobiliteit. Pools van autonoom rijdende
deelauto’s kunnen op centrale plaatsen worden gestald en geladen om vervolgens op afroep
naar de gebruiker toe te komen. Nieuwe laadoplossingen zoals inductief laden en nieuwe
(mobiliteits-}diensten spelen in de ontwikkeling van dit marktsegment een belangrijke rol.
Internet of Things (digitalisering)
Internet of Things (loT) is een veelomvattend begrip met verschillende toepassingen die de
komende jaren sterk in aantallen en diversiteit gaan toenemen. Voorbeelden in het EV-domein
zijn slimme auto’s (‘connected cars’), slimme energiemeters, camera’s in gebouwen en sensoren
in weg- en waterinfrastructuur.
De laadinfrastructuur is via de exploitant ook verbonden met het internet en maakt daarmee
onderdeel uit van het loT. loT biedt de exploitant de mogelijkheid om, naast het aanbieden van
laaddiensten op de laadpalen, aanvullende loT-diensten en toepassingen te ontwikkelen.
Pagina 20 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
HOOFDSTUK 5 Logistiek
Naast de doelstelling om voldoende laadvoorzieningen te realiseren voor personenvervoer, is er
aanvullend de noodzaak om een actieagenda voor de logistieke laadbehoefte te formuleren. Deze
agenda bouwt voort op beleid en instrumenten ingezet en beschikbaar voor de laadoplossingen
voor personenvervoer. Dit hoofdstuk legt met name focus op onderdelen van de markt voor
logistiek Zero Emissie laden waar deze afwijkt van huidige aanpak voor laadinfra voor
personenvervoer en of aanvullende maatregelen vraagt voor de Logistieke sector.
In tegenstelling tot het personenvervoer bestaat het logistieke segment uit meerdere sectoren
en veel product-markt combinaties, met ieder een ander logistiek concept, een andere
voertuigmix, passende voertuigarchitectuur, werkstroom en een daarop aansluitende
laadbehoefte en laadbezetting.
Logistiek wordt in deze agenda opgedeeld in de volgende segmenten:
1. Stadslogistiek
2. Zwaar transport
3. Binnenvaart
Wat de logistiek nog meer onderscheidt van het personenvervoer is de onzekerheid rondom de
te verwachten marktkontwikkelingen. Het elektrificeren van het goederenvervoer loopt achter
op de ontwikkelingen in de personenvervoersector (van zowel personenauto’s als OV-bussen)
en benut het voordeel dat zij de leerervaringen die zijn opgedaan in deze markten versneld kan
inzetten. In deze agenda zal daarom de nadruk worden gelegd op een passend beleid voor
verdere inrichting, onderzoek en verkenning van het logistieke marktsegment en de stimulering
daarvan. De gebieden waar Green Deal Zes (GDZES) actief is bieden een logische broedplaats om
veel usecases rondom Zero Emissie goederenvervoer te valideren en eerste opschaling mogelijk
te maken. Deze agenda gaat in op het versterken van aanpak GDZES om daarmee doelen van ZE
logistiek binnen de klimaataanpak te realiseren. Aanvullend bieden binnenvaart en Truck
logistiek separate kansen die met de uitvoering van de Roadmap Logistieke Laadinfrastructuur
2030 zullen worden versterkt.
Algemene Uitgangspunten
e Er wordt inzicht gecreëerd in de laadbehoefte en het laadgedrag van de logistieke sector
(per subsector);
e Erwordt gezorgd voor een energienet dat kan voorzien in de logistieke laadbehoefte en
naadloos samenwerkt met voertuig en laadinfrastructuur;
e Bij kennisontwikkeling wordt ook de internationale dimensie meegenomen.
Resultaten
e Acties, planning en marsroute worden vastgelegd in de Roadmap Logistieke
Laadinfrastructuur 2030;
e Er wordt inzicht gecreëerd in de knelpunten, oplossingsrichtingen en noodzaak voor
aanvullende onderzoek als het gaat om logistieke laadinfrastructuur.
Pagina 21 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Partijen spreken het volgende af:
Activiteit | Stadslogistiek en de GD ZES benutten als kans
Huidige situatie | De stadslogistiek is opgedeeld in zes grote subsectoren op volgorde van CO2
uitstoot:
. General cargo (39%)
. Bouwlogistiek (27%)
. Geconditioneerd vervoer (13%)
. Facilitaire inkoop (11%)
. Pakket en post (4%)
. Afval (6%)
Voor de bewerkstelliging van betrouwbare en voldoende beschikbare laadinfrastructuur voor de
stadslogistiek, zal per sector moeten worden gekeken naar het laadgedrag en de laadbehoefte
om zodoende de optimale laadlocaties en de noodzaak voor (lokale) verzwaring van het
energienet te bepalen die een verdere ingroei van ZE-stadslogistiek mogelijk maakt. Binnen de
GD ZES is er aandacht voor elektrische voertuigen maar er is onvoldoende synergie met de
beschikbare kennis rondom laadinfrastructuur.
Voor eenvoudige toepassingen van laden voor elektrisch vervoer voor logistiek past dit binnen
het huidige beleid van wegbeheerders en kan dit worden ingevuld met producten en diensten
beschikbaar vanuit de markt van personenvervoer. Echter een belangrijk deel van de logistieke
toepassingen vraagt maatwerk en nieuwe producten en nieuw lokaal beleid waarbij nationale
kennisontwikkeling en afstemming noodzaak is. Vanuit de Nationale Agenda Laadinfrastructuur
willen wij de aanpak GDZES versterken. De aanpak start 1 januari 2019 op en maakt onderdeel
uit van Roadmap Logistieke Laadinfrastructuur 2030 die parallel wordt ontwikkeld.
Benodigdheden | Voor logistieke laadoplossingen zal in veel gevallen gebruik moeten worden
gemaakt van snellaad-oplossingen. Een bijzondere rol moet weggelegd worden voor laders in
voertuigdepots om ’s nachts en tussendoor bij terugkeer bij het depot voor een nieuwe zending
meteen bij te laden. Om inzet van voertuigen de nodige flexibiliteit te geven zijn naast deze
fijnmazige, specifieke inrichtingen ook meer generieke inrichtingen nodig die op uitvalswegen,
bij corridors en snelwegen beschikbaar zijn. Hier kunnen wegbeheerders het huidige beleid
rondom snelladers voor auto’s benutten om bestaande snellaadlocaties waar nodig uit te
bereiden en andere soortgelijke locaties aan te wijzen.
Daarnaast vraagt het ontsluiten van beschikbare kennis van laden voor de logistiek en het
ontwikkelen van specifieke nieuwe kennis op basis van concrete ervaringen uit ZE pilots voor
logistiek focus. Hierbij moet de procesaanpak van de GD ZES en uitvoering van experimenten,
versterkt worden om kennis en ervaring op te doen en te delen. In pilots zal expliciet ook de
kennisontwikkeling met betrekking tot laden en benodigde infrastructuur worden meegenomen.
Het is daarbij belangrijk dat de inzet van snelladers op hubs en bedrijfs-verzamel-locaties dient
worden ingericht als onderdeel van GDZES aanpak. Hiermee sluit het laadproces goed aan op de
specifieke logistieke use-cases en kan de focus binnen GDZES gericht zijn op het verbeteren van
de logistieke processen ten bate van de eindgebruikers en de bewoners van deze steden.
Ten slotte moeten de gemeenten waar nodig met hun beleid voor kiezen om voor specifieke
logistieke processen en doelgroepen laadoplossingen mogelijk te maken door bijvoorbeeld
speciale ZE laad/los/charge parkeer en halterings-voorzieningen te treffen. Deze voorzieningen
kunnen met name voor lokaal MKB een drijvende kracht zijn om versneld over te schakelen op
inzet van Zero Emissie Voertuigen.
Drempels | het beleid en slagkracht voor de realisatie van GD ZES vraagt aandacht om deze
extra complexiteit als kans te kunnen meenemen. Vanuit de Nationale Agenda
Laadinfrastructuur wordt een speciale taskforce ingeregeld die aan de hand van een
gezamenlijke roadmap de logistieke sector en met name GDZES gaat ondersteunen in haar
missie.
Pagina 22 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Investeringen vragen publiek private samenwerking en gerichte inzet vanuit de Rijksoverheid
voor het wegnemen van onrendabele top aan de voorkant van de S-curve van
marktontwikkeling.
Activiteit | ZE-trucks moeten niet alleen voor de binnenstad maar ook voor reguliere routes
tussen GDZES gebieden en logistieke toplocaties worden gestimuleerd
Huidige situatie | Bijna alle circa 876.000 Nederlandse bestelauto's en 140.000 vrachtwagens
rijden op diesel, slechts 0,3 procent rijdt elektrisch!4. 100% EV voor vrachtwagens verdient
extra aandacht omdat dit relevante impact kan gaan maken op de logistieke business case en
CO2 prestaties van de vervoersector. De gemiddelde ritafstand van beroepsvervoer in
Nederland betreft daarbij zo’n 76 km.t Dit ligt daarmee binnen bereik van de huidige generatie
40 ton E-trucks. Het is belangrijk om nu al ervaring op te gaan doen met inrichten en gebruiken
van laadvoorzieningen voor E-Trucks in het verbinden van stedelijke gebieden met logistieke
toplocaties zoals havens, en gebieden met hoge concentratie van distributiecentra. Zoals eerste
analyses en studies aangeven! staat deze markt nog aan het begin maar is het potentieel op
energiebesparing, structureel betere Total Cost of Ownership (TCO) en snelle CO2 reductie groot.
Omdat het hier een nieuwe markt betreft is het lastig voorspellen wat het daadwerkelijke
potentieel zal zijn in 2030 en daarna. Gezien de leercurve met EV in personenauto’s en voor OV-
bussen, de mogelijk dalende aanschaf en gebruikskosten (op termijn) is een gestage en stevige
adoptie voor truckvervoer iets waar binnen de Nationale Agenda Laadinfrastructuur rekening
mee moet worden gehouden.
Benodigdheden | De bedrijfsmatige nadelen van de huidige generatie elektrische trucks!?
kunnen in projecten in belangrijke mate worden ondervangen door het kiezen van de goede
logistieke toepassingen . Hierbij vragen een aantal kritische succesfactoren aandacht binnen de
Nationale Agenda Laadinfrastructuur.
1} De hoge initiële kosten (onrendabele top) van laden aan corridors en laadvoorzieningen
bij logistieke HUBS met name voor (bijna) gelijktijdige snelladen van meerdere
zwaardere voertuigen op locatie.
2) Het wegnemen van onzekerheden in toe te passen technologie door het samen, en in
Europees verband (door)-ontwikkelen en toepassen van standaarden
3) Locatie van laadvoorzieningen voor logistiek (irt. het vertoonde laadgedrag) zowel
rondom de stad als tussen GDZES gebieden en logistieke hotspots.
4) Impact van ingroei van ZE-logistiek op het energienet (noodzaak verzwaring/smart
charging).
Vanuit de Nationale Agenda Laadinfrastructuur wordt ingezet op een ambitieuze aanpak voor
logistiek die aansluiten bij de hogere ingroeiscenario’s voor zero emissie logistiek...
Er is behoefte aan een Gedegen proefprogramma en roadmap gericht op testen en ontwikkelen
van grote publieke en private laadoplossingen voor inzet bij normale zware truck logistiek.
Activiteit | Voor de marktontwikkeling van ZE binnenvaart moet nauw samengewerkt worden
met Green Deal Binnenvaart, Zeevaart en Havens.
414 KiM (2018), Elektrisch op bestelling?
15 https://www.tIn.nl/product/Documents/Transport-in-cijfers-2016.pdf
16 https://www livinglabsmartcharging.nl/nl/over-ons/electric-trucks-economically-and-environmentally-desirable-
but-misunderstood
17 Evaluation of the state-of-the-art of full-electric medium and heavy-duty trucks
FJ.R. Verbruggen, A. Hoekstra, and T. Hofma As Presented at EVS 31 & EVTeC 2018, Kobe, Japan, October 1 - 3, 2018
Pagina 23 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Huidige situatie | Voor de binnenvaart geldt dat er via drie routes een toekomstige behoefte zal
bestaan aan de beschikbaarheid van aanvullende laadinfrastructuur, namelijk die voor batterij-
elektrische schepen en voor schepen die zullen gaan varen op waterstof en synthetische
brandstoffen (solar fuels /electrofuels).
Voor deze ontwikkelingen geldt dat de benodigde technologie nog in ontwikkeling is. Het
beoogde resultaat is dat er in 2030 een 30-tal batterij-elektrische schepen in operatie zullen zijn
tegenover een 6-tal schepen die worden aangedreven op een waterstof-brandstofcel. Vanaf 2030
zal er ook meer beschikking zijn over Solar Fuels die deels via ICE technieken en deels via
Brandstofceltechnologie ingezet kunnen worden voor zwaar transport
Benodigdheden | Als het gaat om de laadinfrastructuur die nodig is voor deze elektrisch
aangedreven schepen wordt er o.a. gedacht aan multi-fuel service hubs. Daarnaast is aanvullend
onderzoek noodzakelijk naar de benodigde laadinfrastructuur (batterij- en waterstof-elektrisch)
voor het uitvoeren van pilots met elektrische binnenvaartschepen en naar hoe de uitrolstrategie
voor de benodigde walstroom er op de lange termijn uit zal moeten zien.
Voor verdere uitwerking van de laadbehoefte en de daarvoor benodigde energie wordt op dit
moment verwezen naar de Green Deal Binnenvaart, Zeevaart en Havens (in wording).
Activiteit | Aanvullend onderzoek beleid en standaarden logistieke laadinfrastructuur (en
onzekerheid over toekomstige product-marktcombinaties meenemen/kunnen anticiperen op
verschillende vormen van laden).
Huidige situatie | Nederlandse gemeenten en andere actoren die betrokken zijn bij GDZES
hebben een basale kennis en ervaring met beleid rondom laadvoorzieningen voor
personenvervoer. Van hieruit kunnen zij ook de nodigde stappen zetten om laadbehoefte voor
bestelauto’s en bestelbussen in de logistiek te accommoderen. Wel moet organisatiecapaciteit
worden versterkt voor het faciliteren van initiatieven en doorvoeren van beleid. Daarnaast is
aanvullende kennis en ervaring nodig om met laadbehoefte van trucks te kunnen omgaan.
Benodigdheden | Bij versterken van beleid zoals vormgegeven in hoofdstuk 1 en 2 ook
stedelijke distributie meenemen als laadbehoefte en hierop organiseren. Een taskforce logistieke
laadinfra wordt opgericht om de kennisbehoefte in kaart te brengen en aan de hand van de
roadmap logistieke laadinfrastructuur 2030 deze kennis te helpen op te bouwen en te
ontsluiten.
Drempels | teveel focus op Personenauto’s en nog ontbreken van voldoende urgentie en
organisatiekracht om synergie met logistiek mogelijk te maken. Onduidelijkheid in welke mate
voorziene groei bij laadinfra voor personenauto's ook de behoefte van parkeer-laden en
snelladen afdekt voor logistiek.
Activiteit | Ontwikkelen van een industrie roadmap en investerings-/financieringsstrategie voor
het opzetten en uitrollen van een robuust netwerk van laadinfrastructuur voor groei naar
versnelde adoptie van ZE voertuigen
Huidige situatie | Specifieke kennis om potentie van Ze voor logistiek nu al te kunnen
aangrijpen als kans voor specifieke niches ontbreekt nog ook beschikt Nederland nog niet over
een goede gezamenlijke industrie roadmap om opschaling van Zero Emissie transport te
organiseren en te verzilveren
Benodigdheden | Projectorganisatie, missiegedreven onderzoeks en industrieagenda Slimme
netten gekoppeld aan energieconversie en energieopslag: Roadmap Logistieke
Laadinfrastructuur 2030
Pagina 24 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Bijlagen
Bijlage 1: Nadere uitwerking afspraken versnellen proces en vaststellen
basisvoorwaarden laadinfrastructuur.
Onderstaande afspraken zijn overeengekomen met de verschillende partijen. Dit is een
toelichting op de afspraken (a t/m v} in Hoofdstuk 1, en specificeert de afgesproken actie en
deelnemende partijen.
1. Visie en beleid
Omschrijving | Visie en beleid kunnen het meest effectief op regionaal niveau worden
ontwikkeld. Daarbij geldt dat in de toekomst (vanaf circa 2021) laadpunten in stedelijk gebied
niet meer geplaatst worden op aanvraag, maar op basis van een strategische kaart.
Onderdeel van de visie zijn onder meer:
- het vertalen van de nationale verwachtingen naar regionale en gemeentelijke aantallen
wat betreft EV’s en laadinfrastructuur;
- het faciliteren van een versnelde uitrol om de hoge ambities waar te kunnen maken; dit
kan gerealiseerd worden door het creëren van voorspelbaarheid voor marktpartijen,
proactief handelen en het genereren van hoge volumes;
- het faciliteren van een door de markt gedreven efficiënte uitrol;
- het organiseren van samenwerking in regio’s voor de bundeling van kennis en
uitvoerend vermogen;
- het minimaliseren van de publieke laadbehoefte in de openbare ruimte;
- het inpassen van alternatieve zero emissie-brandstoffen op bestaande tanklocaties;
- het inpassen van laadinfrastructuur in de gebouwde omgeving met een optimale
afstemming van het aanbod van en de vraag naar duurzame energie;
- het borgen van een eenduidige regievoering op de verschillende processen;
- het creëren van richtlijnen voor het onderhoud, het beheer, de exploitatie en het
hergebruik van laadlocaties, laadinfrastructuur en laadaansluitingen inclusief snelladers;
- het gebruiken van financiering voor innovatie, want met de verwachte verkoopaantallen
en ambities zal subsidie voor (strategische) plaatsing van laadinfrastructuur na 2020
niet meer nodig zijn.
Afspraken | ledere Nederlandse gemeente stelt eind 2020 een integrale visie op
laadinfrastructuur vast. Deze visie is bij voorkeur in regionaal verband opgesteld. De visie omvat
laadinfrastructuur voor alle verschillende vormen van laden — van publiek tot privaat en
snelladen — en alle verschillende vormen van elektrische voertuigen. Bovendien heeft het
betrekking op laden binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom. Deze visie wordt
steeds voor 2 jaar opgesteld, met een zichttermijn van 10-15 jaar. In de visie wordt in ieder geval
het volgende opgenomen:
-__dein de gemeente en/of regio verwachte aantallen EV's tot 2030;
-__dein de gemeente en/of regio verwachte laadbehoefte uitgedrukt in kilowatt (kW) en
kilowatturen (kWh);
- dein de gemeente en/of regio vereiste aantallen en soorten laadinfrastructuur op basis
van de gestelde ambitie;
- een eenduidig plaatsingsbeleid voor (snel}laden en proactief werkproces door
bijvoorbeeld het nemen van verkeersbesluiten. Dit is gericht op het bijplaatsen van
infrastructuur gebaseerd op bezettingsgraad: data gestuurd laden vanaf 2022;
- een overzicht van de voorwaarden en de eisen voor laadinfrastructuur in de betreffende
gemeente en/of regio;
Pagina 25 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
- de eisen ten aanzien van interoperabiliteit waaronder het onderhoud, het beheer, het
betaalsysteem, de software en de protocollen;
- de eisen ten aanzien van de inpassing van de laadinfrastructuur in de ruimtelijke
ordening en de openbare ruimte;
-__een multimodale benadering gericht op het voorkomen van het meermaals moeten
aanpassen van de bekabeling in de openbare ruimte;
- de benoeming van een regievoerder op het proces van de planning en de realisatie van
de laadinfrastructuur;
- een kostenoverzicht per onderdeel om de meest kostenefficiënte route voor het geheel te
bepalen.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door IPO en VNG
Omschrijving | Visie en beleid kunnen het meest effectief op regionaal niveau worden
ontwikkeld. De samenwerking tussen gemeenten en regio’s wordt gestimuleerd om zo
schaalvoordeel en versnelling bij de uitrol van laadinfrastructuur te realiseren.
Afspraken | Om in alle gemeenten van Nederland een goede uitrol te bewerkstelligen, wordt er
capaciteit georganiseerd voor het faciliteren en het versnellen van de samenwerking in
bestaande en nieuwe regio’s. De samenwerkingsregio’s zetten zich ten minste in op het gebied
van het beleid, de contractering en de uitrol van laadinfrastructuur. De samenwerkingsregio’s
richten zich op alle vormen van laadinfrastructuur voor alle typen voertuigen. Gemeenten en
regio’s bekijken hoe de gemeenten die nog niet zijn aangesloten, indien zij dit willen, het beste
aangesloten kunnen worden. De nieuwe en bestaande samenwerkingsregio’s zijn:
- Groningen, Drenthe en Friesland
- Gelderland en Overijssel
- Noord-Brabant en Limburg
- Zuid-Holland en Zeeland
- MRA-E (Provincies Noord-Holland, Utrecht, Flevoland)
- Gemeente Amsterdam
- Gemeente Utrecht
- Gemeente Rotterdam
- Gemeente Den Haag
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door koplopersregio’s — te weten de
Metropoolregio Amsterdam (MRÀA-E), de G4-steden en de provincie Noord-Brabant, NKL en de
Rijksoverheid.
Omschrijving | Laadinfrastructuur moet onderdeel worden van de omgevingsvisie, het
omgevingsplan en de Regionale Energiestrategieën (RES). Elektrisch vervoer is namelijk
belangrijk voor de energietransitie van woonwijken die van het aardgas afgaan en
overschakelen op duurzame warmte en duurzame stroom.
Afspraken | Gemeenten en regio’s borgen (de voorbereiding op) de uitrol van laadinfrastructuur
in de Regionale Energiestrategie (RES), de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Dit zodat
laadinfrastructuur een plek heeft naast de andere transitiesporen. Het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
bezien hoe via de instrumenten van de Omgevingswet zekerheid kan worden geboden over
voldoende aanbod van publieke laadpunten in gemeenten en de snelheid van realisatie daarvan.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de Rijksoverheid, VNG en IPO.
Pagina 26 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Omschrijving | Omdat laadinfrastructuur ook nu al uitgerold moet worden, is het belangrijk dat
gemeenten en regio’s naast visievorming direct aan de slag kunnen.
Afspraken | De uitvoering van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur zal voor provincies en
gemeenten worden vertaald in regionale mobiliteitsplannen, waarin de lokale behoeften voor
laadinfrastructuur worden opgenomen. Experts vanuit het thema mobiliteit en
verantwoordelijken voor de Nationale Agenda Laadinfrastructuur zullen deze hiertoe verbinden
met de agenda van de wijkaanpak, zoals die wordt vastgesteld bij de klimaattafel Gebouwde
Omgeving. Eind 2019 wordt een voorstel gedaan voor de integratie van de activiteiten ten
aanzien van (het voorbereiden van) laadinfrastructuur in de leidraad van de wijkaanpak. Bij
iedere stap in de leidraad wordt concreet toegevoegd wat de gemeente en andere partijen zoals
netbeheerders moeten doen - waaronder het maken van analyses en besluiten — om te zorgen
dat de laadinfrastructuur van de toekomst in een integrale aanpak wordt meegenomen.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de Rijksoverheid.
2. Plaatsingsbeleid
Omschrijving | Gemeenten en regio’s stellen een integraal plaatsingsbeleid voor
laadinfrastructuur op. Dit beleid is gebaseerd op beschikbare modellen en gegevens zoals
strategische kaarten. Het beleid wijst locaties van tevoren aan, waarbij deze locaties op aanvraag
of proactief (als ‘strategische plek’) worden ingevuld. Ook wordt expliciet de bijdrage van semi-
publieke en private laadinfrastructuur genoemd, als ook de invulling van snelladen.
Er wordt een planning opgesteld voor de uitrol. Dit gebeurt op basis van de laadbehoefte,
volgend uit de verwachte uitrol van EV; te weten 1,9 miljoen elektrische personenvoertuigen per
2030. Bij de invulling van de uitrolplanning en de operationele afspraken hanteren de provincies
en de gemeenten de voorspellingen zoals deze gegeven zijn in Bijlage 4 (RevNext/APPM) of
(gedragen) actualisatie van deze appendix
Bij het plaatsingsbeleid voor laadinfrastructuur wordt onder meer gekeken naar de capaciteit
van het elektriciteitsnet en de ruimtelijke inrichting. Laadinfrastructuur moet een onderdeel zijn
van de integrale wijkaanpak zoals die wordt ontwikkeld aan de sectortafel Gebouwde Omgeving.
Gemeenten moeten duidelijkheid geven of er in de wijk ruimte is — en hoeveel ruimte er is — voor
laadpalen; óf dat er op gemeentelijk niveau voor bijvoorbeeld centrale laadpleinen en/of
snelladers wordt gekozen. Deze duidelijkheid zorgt ervoor dat de netbeheerder voor 2030 per
woonwijk de grond maar maximaal 1 keer open hoeft te breken voor het verzwaren of het
uitbreiden van het elektriciteitsnet.
Afspraken | Regio's of individuele gemeenten stellen plaatsingsbeleid op voor publieke
laadinfrastructuur. Dit gebeurt inclusief de planning van de uitrol van laadinfrastructuur. Het
plaatsingsbeleid wordt vervolgens per eind 2020 vastgesteld door de betrokken gemeenten. Het
plaatsingsbeleid wordt iedere 2 jaar geactualiseerd. Het doel is om de laadinfrastructuur op deze
manier proactief te kunnen plaatsen, zodat de ontwikkeling van de laadinfrastructuur niet
achterblijft. Bovendien biedt het voor de netbeheerders inzicht in de uitrol van
laadinfrastructuur om zo werkzaamheden slim te kunnen combineren en effectief te kunnen
uitvoeren. De verwachting is dat vanaf 2021 strategische plaatsing de leidende aanpak wordt
ten faveure van aanvragen per individueel laadpunt.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door VNG, Netbeheer Nederland /
ElaadNL.
Afspraken | De gemeenten en provincies wijzen, zo mogelijk in overleg, met netbeheerders en
marktpartijen geschikte locaties aan voor snellaadinfrastructuur voor alle typen voertuigen in
binnenstedelijk gebied en voor langs de provinciale wegen.
Pagina 27 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Dit gebeurt per 2020 voor de periode tot en met 2025 en per 2024 voor de periode tot en met
2030. Door dit op te nemen in het plaatsingsbeleid wordt dit geïntegreerd met de andere
vormen van laden.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door VNG en IPO. Samen zijn deze
organisaties verantwoordelijk voor het aanwijzen en contracteren van de snellaadlocaties voor
elektrische bussen in binnenstedelijk gebied en langs provinciale wegen.
Afspraken | ElaadNL haalt in samenwerking met de netbeheerders bij de marktpartijen hun
uitrolplannen op en verwerkt dat tot een EV-inzicht. Dit EV-inzicht kan meegenomen worden bij
het plaatsingsbeleid van gemeenten en provincies. Bovendien komt ElaadNL met aanbevelingen
voor een uitrolplanning voor verzwaring van het elektriciteitsnet. Dit EV-inzicht is voor
snellaadinfrastructuur gereed in 2019 en voor de overige laadinfrastructuur worden
aanvullende afspraken gemaakt. Het EV-inzicht wordt ieder jaar geactualiseerd.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door VNG, [PO en Netbeheer
Nederland/ElaadNL
Omschrijving | ledere elektrische bus moet bij elk willekeurig laadpunt voor het openbaar
vervoer kunnen snelladen om een toekomstbestendige laadinfrastructuur te garanderen. Om dit
te realiseren zijn er eisen aan de standaardisatie van de technische uitvoering van de
laadaansluiting — zoals pantograaf omhoog of omlaag — en aan de (interpretatie) van toegepaste
communicatieprotocollen.
Afspraken | In de aanbesteding wordt voorgeschreven dat de snellaadinfrastructuur
interoperabel moet zijn om zo te borgen dat de snellaadinfrastructuur in de praktijk ook
daadwerkelijk interoperabel zal zijn.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door IPO. ElaadNL werkt mee.
Omschrijving | Voor het functioneren van een elektrisch openbaar busvervoersysteem is het
belangrijk dat de laadinfrastructuur en bijbehorende aansluitingen op het elektriciteitsnet tijdig
worden gerealiseerd. Samenwerking in de keten is nodig om dit te kunnen realiseren.
Afspraken | De OV-autoriteiten, gemeente en netbeheerder inventariseren voorafgaand aan de
aanbesteding mogelijke laadlocaties. gezamenlijk wordt een realistische implementatietermijn
voor het zero emissie busvervoer afgesproken.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door VNG, IPO, OV-autoriteiten en
Netbeheer Nederland/ElaadNL.
3. Handreikingen
Omschrijving | Gemeenten en regio’s in heel Nederland staan voor een uitdaging voor een goede
uitrol van laadinfrastructuur en de bijbehorende visie- en beleidsvorming. Het opstellen van
landelijke richtlijnen en handreikingen kan gemeenten en regio’s hiermee helpen. Bovendien zal
dit voor een meer eenduidige aanpak zorgen, waar we nu soms verschillen tussen gemeenten
zien die voor bijvoorbeeld de EV rijder verwarrend kunnen zijn.
Zo moeten er voor het laden van zwaar elektrisch vervoer vergelijkbare standaarden met
regulier elektrisch vervoer komen. Hierbij denkt men bijvoorbeeld aan het uniform gebruiken
van multimodale hubs voor zwaar elektrisch vervoer.
Pagina 28 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Maar ook liggen er mogelijkheden voor het versnellen van het vergunningenbeleid door
bijvoorbeeld het opstellen van een generiek verkeersbesluit of de verbijzondering dan wel de
afschaffing van een verkeersbesluit voor EV's. Gemeenten kunnen waar mogelijk de
vergunningsplicht loslaten zoals bijvoorbeeld in de gemeente Amsterdam waar
graafwerkzaamheden voor laadinfrastructuur binnen 25 meter van het tracé vergunningsvrij
zijn.
Afspraken | NKL stelt in 2019 in samenwerking met onder meer VNG, IPO, ElaadNL en CROW
handreikingen op die de gemeenten en regio’s helpen bij de visie- en beleidsvorming en de uitrol
van laadinfrastructuur. Het gaat om de volgende documenten:
- een handreiking voor de visie en het beleid op het gebied van alle typen
laadinfrastructuur voor alle typen EV’s: NKL ontwikkelt in samenwerking met VNG, IPO
en ElaadNL een landelijke richtlijn die door VNG, [PO en ElaadNL eind 2019 gepubliceerd
wordt zodat iedere Nederlandse gemeente uiterlijk eind 2020 een visie — bij voorkeur in
regionaal verband opgesteld — voor de laadinfrastructuur vast kan stellen.
- een handreiking voor het gemeentelijk plaatsingsbeleid (beleidsregels VNG) van
laadinfrastructuur;
- een handreiking voor strategische verkeersbesluiten;
- een richtlijn voor laadinfrastructuur voor elektrische bussen, touringcars en zwaar
vervoer om zodoende standaardisatie en interoperabiliteit te organiseren;
- een richtlijn ten aanzien van laadpleinen, laadinfrastructuur in parkeergarages,
multifunctionele objecten en verlengd private aansluitingen. Sommige zaken worden
momenteel door de ene gemeente wél en door de andere gemeente níet gedoogd.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door VNG, IPO, Netbeheer Nederland /
ElaadNL, NKL en CROW.
4. Private Palen
Omschrijving | Er moeten eenduidige afspraken gemaakt worden op welke wijze de semi-
publieke en private laadinfrastructuur op bijvoorbeeld bedrijventerreinen en parkeergarages
bijdraagt aan de publieke laadbehoefte. Dit is vergelijkbaar met bijvoorbeeld concessies voor
parkeergarages en vergunningsverlening bij nieuwbouw.
Ook kunnen de mogelijkheden om binnen Verenigingen van Eigenaren (VvE’s} een laadpunt te
kunnen plaatsen worden vergemakkelijkt.
Afspraken | In het kader van de implementatie van de herziening van de Europese richtlijn
energieprestatie van gebouwen (EPBD) stelt de Rijksoverheid verplichtingen vast voor het
aanleggen van laadinfrastructuur/laadpalen bij grotere private parkeerplaatsen bij gebouwen in
geval van nieuwbouw en grootschalige renovatie en bij bestaande utiliteitsbouw.
Daarnaast zal de Rijksoverheid bezien hoe de uitrol van laadpunten in nieuwe en bestaande
gebouwen kan worden vergemakkelijkt. Daarbij valt onder meer te denken aan de aanpassing
van de regels rondom besluitvorming van VvE's. De Rijksoverheid betrekt ElaadNL, VNG,
vereniging DOET, NVDE, en NKL bij de implementatie en zal bekijken of kwaliteitseisen gericht
op o.a. interoperabiliteit, cyber security en smart charging opgenomen kunnen worden.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de Rijksoverheid
Afspraken | In het Nationaal Energiebesparingsfonds (NEF) zal in 2019 voor VvE's de
mogelijkheid worden opgenomen om de aanleg van laadinfrastructuur te financieren.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de Rijksoverheid.
Pagina 29 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Omschrijving | Bij bestaande gebouwen op bedrijventerreinen, die buiten de Europese richtlijn
energieprestatie van gebouwen (EPBD) vallen, wordt de voorbereiding en de daadwerkelijke
plaatsing van laadinfrastructuur gestimuleerd door aanvullende afspraken.
Afspraken | Gemeenten en regio’s maken in bestaande en nieuwe
samenwerkingsovereenkomsten met bedrijven aanvullende afspraken over de minimale
hoeveelheid laadinfrastructuur voor bedrijventerreinen. Dit gaat over bestaande bouw met
minder dan 20 parkeerplaatsen. Daarnaast worden met bedrijven afspraken gemaakt om
bedrijventerreinen open te stellen voor de uitrol en exploitatie van (snel}laadinfrastructuur.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door NKL, VNG en CROW.
Omschrijving | Er komt aandacht voor de mogelijkheden tot de combinatie van
laadinfrastructuur voor het openbaar vervoer en voor stedelijke distributie (knooppunten).
Afspraken | Voor knooppunten, het samenkomen van meerdere busconcessies wordt gestuurd
op interoperabele laadtechnieken.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door IPO, Netbeheer Nederland /ElaadNL.
5. Snelladen op verzorgingsplaatsen langs Rijkswegen
Omschrijving | Er zijn in Nederland circa 5000 tankstations. Circa 250 van deze tankstations ligt
op verzorgingsplaatsen langs het hoofdwegennet, waarbij er op circa 80 verzorgingsplaatsen
snelladers worden aangeboden. RWS faciliteert sinds 2012 alternatieve brandstoffen op
verzorgingsplaatsen langs het hoofdwegennet middels voorzieningen voor energielaadpunten.
Afspraken | Rijkswaterstaat neemt het voortouw om een visie te maken over de aanwezigheid
van (snel}laadinfrastructuur op verzorgingsplaatsen naast de snelweg voor de periode na 2024.
Dit doet Rijkswaterstaat in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat,
het Rijksvastgoedbedrijf, netbeheerders en andere stakeholders die via brancheverenigingen
betrokken worden. Rijkswaterstaat faciliteert daar waar nodig en mogelijk, een voldoende
aantal (snel}laadpunten op verzorgingsplaatsen. Daarbij gaat het om zowel de basis- als
aanvullende voorziening en binnen de beperkt beschikbare ruimte op de verzorgingsplaatsen.
Rijkswaterstaat blijft bovendien in gesprek met marktpartijen over de laadinfrastructuur op
verzorgingsplaatsen — ze is het eerste aanspreekpunt — om oplossingen te vinden voor
belemmeringen die zich voordoen zoals de toegankelijkheid voor alle weggebruikers, de
bebording en de veiligheid.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door Rijkswaterstaat en de Rijksoverheid.
De Rijksoverheid is er verantwoordelijk voor dat er voor de periode vanaf 2024 een
snellaadbeleid voor de verzorgingsplaatsen langs de Rijkswegen komt.
6. Aanvraag- en realisatieproces
Omschrijving | Er wordt een integraal overzicht ontwikkeld voor EV-rijders en andere
aanvragers waarin wordt aangegeven aan welke voorwaarden men moet voldaan om een
laadpunt aan te kunnen vragen in de openbare ruimte. Dit is een neutraal overzicht dat
onafhankelijk is van specifiek beleid, de contractering of de exploitant.
Pagina 30 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Afspraken | NKL en VNG stellen in 2019 een integraal overzicht op dat het beleid van alle
gemeenten bevat voor het aanvragen van publieke laadpunten en de richtlijnen voor de
realisatie van semi-publieke en private laadpunten.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door VNG en NKL
Omschrijving | Er is behoefte aan een neutraal en eenduidig, ‘end-to-end’ aanvraagproces voor
laadinfrastructuur. Dit aanvraagproces wordt zo veel mogelijk gestandaardiseerd en
geautomatiseerd. Dit kan via een neutrale tool voor het aanvragen van laadpunten en voor de
begeleiding van het aanvraagproces en de realisatie van de laadpaal. De tool is te gebruiken door
gemeenten, fabrikanten, Charge Point Operators (CPO’s) en netbeheerders.
Functionaliteit Aanvraagportaal:
1) Een aanvraagproces met een standaard-ingang.
Tot 2021 is dit zinvol, vanuit het gemak voor EV-rijders en om autodealers mee te nemen en
processen te harmoniseren. Een eenduidig aanvraagproces helpt ook om gemeente-overstijgend
te gaan werken.
- Standaard proces is ingericht, te configureren en aan te passen o.b.v. specifiek beleid.
- Koppeling met prognosekaarten en netbeheerders voor geschikte bekabeling om snelle
plaatsbepaling te doen.
- Onafhankelijk van een specifieke ketenpartij (exploitant, netbeheerder, aannemer, gemeente
etc.).
- Burgers, maar ook autodealers kunnen eenvoudig een aanvraag doen. Het portaal faciliteert
op basis van geldend beleid, en aanvragers worden van voortgang op de hoogte gehouden.
- Mogelijkheid om bulkaanvragen eenvoudig in te dienen.
- _(Bulk}aanvraag kan ook door gemeente zelf worden opgestart.
- Ondersteund werking in een regio, waarbij verschillende gebruikersgroepen verschillende
rechten hebben (bijv. zowel gemeenten als regio’s).
2) Een geautomatiseerde workflow voor de realisatie.
Nu, maar ook na 2021 nodig om 1-arbeidsgang te versterken, om situaties te faciliteren waarin
meerdere CPO’s acteren (meerdere concessies in een regio, of meerdere aanbieders in een
vergunningenmodel), en dus om versnelling door automatisering mogelijk te maken.
-_ Interface met systemen van meerdere CPO'’s en netbeheerders is mogelijk (dit vervangt dus
niet de interne workflow van CPO).
3) Een beheeromgeving om centraal info samen te brengen.
Een omgeving is nodig die niet afhankelijk is van verandering van concessiehouder of
vergunninghouder, om stabiliteit en betrouwbaarheid in de uitrol te krijgen, en te voldoen aan
regelgeving in het bieden van een ‘level playing field’. Er zijn door veel verschillende partijen
laadpunten geplaatst, de diversiteit en het aantal partijen zal naar verwachting toenemen: een
neutrale beheeromgeving zorgt voor continuïteit en duurzaam beleid.
- Rapportages zijn mogelijk van o.a. de laadpunten, lopende aanvragen.
- Aanvullende informatie kan optioneel worden getoond of geïmporteerd, bijv. verbruik van
laadpalen.
Idealiter vindt de afhandeling van de aanvraag tot en met de locatiebepaling plaats binnen twee
weken.
Afspraken | NKL, ElaadNL en VNG ontwikkelen een neutrale tool voor het aanvragen van
laadpunten (ook geschikt voor bulkaanvragen) en voor de begeleiding van het aanvraagproces
en de realisatie van de laadpaal. De tool ís te gebruiken door gemeenten, fabrikanten, Charge
Point Operators (CPO’s) en netbeheerders. Waar mogelijk vindt integratie of koppeling plaats
met bestaande tools en systemen van de betrokken stakeholders. De tool is ook te gebruiken
voor EV-rijders om een aanvraag te kunnen doen voor een laadpunt en inzicht te krijgen in de
realisatie van de laadpaal. Zodoende is er een standaardingang voor het aanvraagproces van een
Pagina 31 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
publieke laadpaal, waardoor het bijvoorbeeld bij verkoop van een elektrische auto mogelijk is
om desgewenst direct vanuit de showroom een aanvraag te starten voor een publiek laadpunt.
Daarnaast komt er een zoveel mogelijk geautomatiseerde workflow voor de realisatie van de
laadpalen en ontstaat er een neutrale beheeromgeving voor de data over de aanvraag en de
plaatsing van laadpalen.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door NKL, ElaadNL, Netbeheer Nederland
/ ElaadNL en de Rijksoverheid
Omschrijving | Nieuwe marktontwikkelingen vragen om een acceptabele doorlooptijd voor het
aansluiten van laadinfrastructuur. Laadinfrastructuur wordt vaak ad hoc aangevraagd en EV-
rijders zijn afhankelijk van tijdige laadinfrastructuur om hun EV te kunnen opladen wanneer
deze wordt geleverd. In de huidige regelgeving hebben netbeheerders te maken met een
aansluittermijn van maximaal 18 weken, die in sommige gevallen niet wordt gehaald. Deze
termijn zorgt voor vertraging van de uitrol van elektrisch vervoer en laadinfrastructuur en
daarmee ook voor vertraging van de energietransitie.
Afspraken | De Rijksoverheid doet in 2019 samen met ElaadNL, netbeheerders en marktpartijen
een onderzoek naar een gegronde basis voor het aanpassen van het wettelijk kader waarin de
termijnen voor het realiseren van een aansluiting op het elektriciteitsnet staan vermeld. Het doel
van deze aanpassing is het versnellen van de energietransitie tegen de laagst mogelijke
maatschappelijke kosten. Randvoorwaarden die ingevuld moeten worden door gemeenten, zoals
o.a. verkeersbesluiten en graafvergunningen, worden besproken en afgestemd met gemeenten
en maken integraal deel uit van het voorstel. De aansluiting op het elektriciteitsnet wordt
enerzijds aangelegd om de duurzame ambities te kunnen halen — voor onder meer
hernieuwbare energie op land en laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer — en anderzijds te
borgen dat de netbeheerders dit binnen redelijke termijn kunnen realiseren. Dit zodat
marktpartijen niet langer dan strikt noodzakelijk hoeven te wachten op hun aansluiting op het
elektriciteitsnet en de realisatie hiervan kostenefficiënt plaatsvindt. Er wordt hierbij rekening
gehouden met het plaatsingsbeleid van laadinfrastructuur dat iedere 2 jaar wordt geactualiseerd
met een zichttermijn van 10 tot 15 jaar.
Ondertekenaars | Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat stemmen met Netbeheer Nederland af hoe het voorstel voor het
aanpassen van het wettelijk kader wordt geëffectueerd en welke maatregelen worden
geïmplementeerd.
Omschrijving | Het is efficiënter en prettiger voor omwonenden als het aansluiten van laadpalen
door 1 aannemer op 1 dag uitgevoerd worden. Deze zogenaamde 1-arbeidsgang wordt zo veel
mogelijk gestimuleerd en gefaciliteerd.
Afspraken | De netbeheerders maken specifieke afspraken met de aannemers en de
exploitanten voor het efficiënt aansluiten van laadinfrastructuur — in 1 arbeidsgang — en
koppelen deze afspraken waar mogelijk aan de uitrolplanningen.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door Netbeheer Nederland/ElaadNL.
Omschrijving | Er wordt een capaciteitsplanning en een bijbehorende resourcebehoefte
opgesteld om de behoefte tijdelijk inzichtelijk te maken en te onderzoeken hoe de
werkzaamheden slim kunnen worden uitgevoerd. Hiermee wordt dubbel werk voorkomen en
Pagina 32 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
een centrale regievoering ingericht. Dit vraagt om het verschuiven van werkzaamheden in de
keten.
Afspraken | Regio's en gemeenten stellen samen met de uitvoerende instanties, als onderdeel
van de uitrolplanning en in relatie tot de werkzaamheden van de energietransitie, een
capaciteitsplanning op.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door VNG.
7. Marktontwikkeling
Omschrijving | De financiering en de marktvorming voor laadinfrastructuur is op langere
termijn onduidelijk. Dit geldt ook voor de gevolgen van het aflopen van het verlaagde tarief in de
energiebelasting voor oplaadinstallaties met een zelfstandige aansluiting na 2020.
Afspraken | In 2019 onderzoeken Rijksoverheid, gemeenten, ElaadNL en brancheorganisaties
welk instrumentarium na 2020 nodig is om door te groeien naar een volwassen
laadinfrastructuur markt. Hierbij staan kosteneffectiviteit en marktwerking centraal, en
ambities op het gebied van zowel kwaliteit (bv cybersecurity, innovatie) als kwantiteit (aantal
punten) moeten waargemaakt kunnen worden. De impact van het aflopen van het genoemde
verlaagde tarief in de energiebelasting op de business case van elektrisch rijden wordt in het
onderzoek meegenomen.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de Rijksoverheid, Netbeheer
Nederland/ElaadNL, vereniging DOET, NVDE, VNG en IPO. De marktpartijen en overheden zijn
gezamenlijk verantwoordelijk om in 2019 het financieel instrumentarium te onderzoeken.
8. Regelgeving
Omschrijving | Om de regelgeving in Nederland overal gelijk te trekken zijn eenduidige en
handhaafbare verkeersborden nodig voor de plaatsing bij reguliere laadpalen en bij
snellaadstations binnen de gebouwde omgeving.
Afspraken | Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en VNG onderzoeken in
samenwerking met CROW de huidige bebording en de bebording die gemeenten kunnen
gebruiken om te handhaven dat de plaatsen bij een laadpaal ook daadwerkelijk gebruikt worden
om elektrische voertuigen te laden en niet om (langdurig) elektrische voertuigen te parkeren.
Dit onderzoek is uiterlijk in 2020 afgerond.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door het ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat, VNG en CROW. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en VNG zijn daarbij
verantwoordelijk voor het uitvoeren van de gemaakte afspraken.
Omschrijving | In de praktijk kunnen er complicaties ontstaan tussen EV’s en laadpalen. De
laadpaalfabrikanten en de autofabrikanten zitten in verschillende standaardisatie werkgroepen
in Europese Unie. In die werkgroepen worden standaarden afgesproken die er voor zorgen dat
de laadpalen goed reageren op EV’s en vice versa. Voornoemde standaarden zijn omschreven in
protocollen. Die protocollen zijn onderdeel van de Europese typegoedkeuring van auto’s. Toch
kunnen er door de verdere ontwikkelingen en benodigde innovatie in de praktijk complicaties
optreden. Door het testen van de relatie tussen elektrische auto, laden en ontladen,
laadinfrastructuur, protocollen en het elektriciteitsnet zorgen we voor probleemloos laden in
NL.
Pagina 33 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Afspraken | Om complicaties tussen EV'’s en laadpalen te voorkomen, kan ElaadNL onafhankelijk
van laadpaalleveranciers en OEM's een advies geven ten aanzien van het laadgedrag van een EV.
Enerzijds is het van belang om te voorkomen dat issues optreden. Nederlandse importeurs en
laadpaalfabrikanten brengen daarvoor vrijwillig de nieuwe type EV's en laadpalen naar het
testcentrum van ElaadNL om daar functionaliteit, interoperabiliteit, comptabiliteit, Smart
Charging, Power Quality en de keten te testen. Anderzijds wordt er een proces georganiseerd
waarmee geschillen opvolging krijgen en onafhankelijk beoordeeld worden.
Ondertekenaars | Netbeheer Nederland/ElaadNL, RAI, vereniging DOET, E-Violin
9, Voorlichting en opleiding
Omschrijving | Via voorlichting en opleiding moet er voor voldoende capaciteit gezorgd worden
voor de uitrol van laadinfrastructuur bij installateurs en exploitanten. Het leren, het werken en
het innoveren bij de netbeheerders, de aannemers en de exploitanten worden hierbij verbonden,
zodat er een nieuwe instroom van mensen plaatsvindt, de bestaande medewerkers worden
opgeleid en de opleidingen vanuit projecten en innovaties worden versterkt.
Afspraken | ElaadNL, de netbeheerders en NKL stemmen de benodigde maatregelen af met de
andere klimaattafels zodat de opleidingen voor laadinfrastructuur zijn geborgd. Hierin wordt,
samen met aannemers en exploitanten, samenwerking gezocht met de Human Capital Agenda
van de Topsector Energie en het programma De Uitdaging. Er worden afspraken gemaakt tussen
regionaal opererende marktpartijen en regionale opleidingen over samenwerkingsprogramma’s
die het leren, het werken en het innoveren combineren.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door NKL, Netbeheer Nederland/ElaadNL
Omschrijving | Het personeel van de autodealers en de garagebedrijven heeft kennis nodig over
het laden van EV’s, het verstrekken van informatie over laadpunten, het aanvragen van de
benodigde vermogens en het installeren van laadpunten.
Afspraken | Partijen (BOVAG en Rai Vereniging) zorgen er voor dat in de te ontwikkelen
branche brede opleiding voor verkopers van auto’s, naast de technische kennis van EV-auto's die
via merken wordt uitgerold, voor zover niet aanwezig ook kennis over laadinfrastructuur wordt
geïntegreerd. Hiertoe wordt in 2019 een branche brede opleiding ontwikkeld en aangeboden.
Ondertekenaars | RAI, BOVAG, vereniging DOET.
Pagina 34 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Bijlage 2: Nadere uitwerking afspraken informatievoorziening, prijstransparantie,
open protocollen en open markten
1. Informatievoorziening
Uitgangspunten | Er zijn uniforme afspraken nodig over de onderlinge digitale informatie-
uitwisseling door marktpartijen en uitwisseling met een ‘national access point’ (NAP) voor
basisinformatie over laadinfrastructuur, zodat de EV-rijders goed geïnformeerd kunnen worden.
Belangrijke onderdelen van de afspraken zijn onder andere het hanteren van uniforme
datacategorieën, de verplichte uitwisseling van statische en dynamische basisinformatie over
publiek toegankelijke laadpunten en afspraken over het eigenaarschap en de kwaliteit van data
(volledige en correcte data).
Voor EV-rijders en marktpartijen is het van belang dat alle publiek toegankelijke laadpunten aan
dezelfde regels voldoen voor informatievoorziening. Datzelfde geldt voor semi-publieke en
private laadpunten als zij worden opengesteld voor publiek laden.
Daarnaast is het essentieel om voor informatie over laadpunten Europese afstemming te
organiseren. Dit zodat de gebruikerservaring van EV-rijders niet negatief door landsgrenzen
wordt beïnvloed.
Voor de fysieke informatievoorziening is het belangrijk om heldere en eenduidige verwijzingen
naar en op laadinfrastructuur te realiseren, zoals via bebording en stickers.
Voor de informatievoorziening vanuit de auto — over onder meer de laadbehoefte — zullen op
termijn uniforme afspraken moeten worden gemaakt om optimaal (slim) laden mogelijk te
maken.
Afspraken | De (brancheverenigingen van) marktpartijen op het gebied van laadinfrastructuur,
een expertorganisatie op het terrein van laadinfrastructuur en de (Rijks}overheid leggen samen
per januari 2020 de uit te wisselen datacategorieën vast - waaronder de elementen waaruit de
laadprijs is opgebouwd. Ze maken ook afspraken over de kwaliteit van de data en de frequentie
van het updaten. Dit wordt vertaald in een basisset afspraken over datacategorieën en
datalevering. Dit geldt voor alle laadpunten die publiek toegankelijk zijn. eViolin, NKL en
vereniging DOET nemen het initiatief voor basisset voor data-categorieën.
Onder regie van de Rijksoverheid wordt het NAP ingericht conform de Europese Intelligent
Transport Systems (ITS-)richtlijn, de daaruit voortkomende EU-verordeningen over
Multimodale Reisinformatiediensten, de Richtlijn Infrastructuur voor Alternatieve Brandstoffen
en de relevante nationale wetgeving.
In samenwerking met marktpartijen en decentrale overheden worden de gewenste specificaties
voor realisatie en onderhoud van het NAP opgesteld. Hiertoe wordt een werkgroep ingericht.
Het NAP is voor 1 augustus 2020 gereed om data te kunnen ontvangen en te kunnen delen. Alle
marktpartijen wisselen vanaf deze datum de afgesproken actuele statische en dynamische
basisdata uit met het NAP en met elkaar onderling. Deze data omvat in ieder geval de locatie en
de beschikbaarheid van laadpunten en de ad-hoc prijzen van het laden conform de wet- en
regelgeving, alsmede essentiële praktische informatie. Via het NAP is bovengenoemde
informatie voor iedereen eenvoudig, open en onbewerkt toegankelijk.
Marktpartijen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de door hun verschafte informatie. Zij
bieden samen met het NAP garanties op de kwaliteit van de verbinding en de kwaliteit van de
informatie. Marktspelers garanderen dat het bewaren en delen van informatie te allen tijde
Pagina 35 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
voldoet aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en aan de Europese
richtlijnen.
De Rijksoverheid organiseert per 1 augustus 2020 toezicht op de kwaliteit en de tijdigheid van
de informatievoorziening aan het NAP en indien nodig grijpt zij in.
De Rijksoverheid gaat zo nodig juridische bepalingen verder aanscherpen over de verplichting
tot het delen van informatie over de locatie en de beschikbaarheid van laadpunten en de prijs
van het laden.
(De)Centrale overheden spreken in de contracten voor aanleg en exploitatie van publiek
toegankelijke laadpunten — onder andere bij aanbestedingen en vergunningverlening —
standaard met marktpartijen af dat zij informatie uit dienen te wisselen (met het NAP en
onderling) over ten minste de locatie en de beschikbaarheid van de laadpunten en de prijzen van
de laadsessies. De overheden nemen hiervoor de basis set datacategorieën en datalevering mee
in hun contractering.
De betrokken partijen maken financiële middelen vrij om de informatievoorziening over de
laadinfrastructuur in Nederland op orde te brengen. Voor marktpartijen betekent dit dat zij de
uitwisseling van basisinformatie over de laadinfrastructuur — zoals de locatie, de
beschikbaarheid en de prijs - met het NAP en als marktpartijen onderling, standaard onderdeel
maken van hun bedrijfsproces.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaat vanaf begin 2019 een project coördineren
met 16 EU-lidstaten. Dit project is gericht op de verbetering en de internationale harmonisatie
van de dataverzameling en de dataverspreiding over de laadinfrastructuur in alle deelnemende
lidstaten. Het opzetten van de uitwisseling van data met een goed functionerend NAP is hier
integraal onderdeel van. Het ministerie en de Europese Unie zijn de financiële dragers van dit
project. De (brancheverenigingen van) marktpartijen en -kennisinstellingen op het terrein van
laadinfrastructuur dragen bij door deel te nemen aan de inhoudelijke werkgroepen en door de
implementatie van de uitkomsten.
Eén effectief pictogram voor alternatieve brandstoffen op borden langs de (snel}weg, dat
voldoende duidelijk is voor rijders van elektrische voertuigen, is van belang. Het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat treden in overleg met het CROW om in 2019 te
komen tot een duidelijker en goed in te passen pictogram.
Voor grafische informatie op het laadpunt (over bijv. de laadsnelheid} wordt de lopende EU-
wetgeving gevolgd.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de (Rijks}overheid, eViolin en
vereniging DOET (als vertegenwoordigers van marktpartijen op het gebied van
laadinfrastructuur), het NKL en de RAI vereniging.
2. Prijstransparantie
Uitgangspunten | De afspraken rondom de informatievoorziening gelden ook voor de
prijsinformatie. Aanvullend gelden voor de prijzen voor laden dezelfde eisen als voor elk ander
product: de prijs van een laadsessie dient vooraf en achteraf bekend te zijn voor de klant.
Daarnaast is ondersteuning van dynamische prijsmodellen (zoals smart charging) en van
aanvullende opties zoals een tarief voor “laadpaalkleven” belangrijk. Vanuit de laadpas en de
laadpaal dient bovendien internationale roaming te worden ondersteund. Bij dit alles moet de
factuur begrijpelijk, volledig en correct zijn.
De gestelde eisen veranderen niet als er in toenemende mate dynamische prijzen worden
toegepast. Alle serviceproviders en alle laadpaalexploitanten moeten in staat zijn om aan hun
klanten te allen tijde de correcte prijsinformatie beschikbaar te stellen.
Pagina 36 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Afspraken | Per 1 januari 2020 maken overheden, de laadpaalexploitanten en de
serviceproviders een afspraak over de wijze waarop zij tarieven zichtbaar maken voor de EV-
rijder. Hierbij wordt er gezorgd voor eenvoudige en eenduidige tariefcategorieën om de
voorspelbaarheid voor EV-rijders en overige betrokkenen te verhogen. eViolion komt hiertoe in
2019 met een voorstel voor het weergeven van ad hoc laadprijzen.
Uiterlijk 1 augustus 2020 geven alle serviceproviders en alle laadpaalexploitanten de prijs van
ieder type laadsessie weer aan de EV-rijder. Dit gebeurt op een toegankelijke en transparante
wijze en zowel bij de start als bij het einde van — en idealiter ook tijdens — een laadsessie.
Laadpaalexploitanten en serviceproviders delen hiertoe via open protocollen doorlopend met
het NAP en onderling de tariefinformatie.
Uiterlijk 1 augustus 2020 wordt de prijs van ad hoc laden (het laden en betalen zonder contract)
transparant weergegeven door de laadpaalexploitanten en service providers.
Uiterlijk 1 augustus 2020 worden ook de prijzen voor roaming (het laden en het betalen met een
laadpas of een app van een serviceprovider bij een laadpunt van een andere aanbieder)
transparant weergegeven door de laadpaalexploitanten en service providers.
(De}Centrale overheden bestendigen bovenstaande afspraken over prijstransparantie in
contracten met marktpartijen, onder andere bij aanbestedingen en vergunningverlening.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de (Rijks}overheid, eViolin en
vereniging DOET (als vertegenwoordigers van marktpartijen op het gebied van
laadinfrastructuur) en het NKL.
3. Open protocollen
Uitgangspunten | In de gehele waardeketen van het laden van EV’s wordt er gestreefd naar
gebruik van neutrale en open protocollen. Deze open protocollen maken een reductie van de
connectiekosten en een snellere connectie van de laadpartijen mogelijk. Dit resulteert in lagere
laadprijzen voor de consument.
Nederland neemt in Europa een voortrekkersrol bij het stimuleren van open protocollen en
standaardisatie. Dit gebeurt door deelname aan overleggen, bijeenkomsten en Europese
projecten zoals IEC/ISO, evRoaming4EU en het coördinatorschap van een project van de
Europese Unie met 16 lidstaten, gericht op de verbetering en de internationale harmonisatie van
de dataverzameling en de dataverspreiding over de laadinfrastructuur.
Afspraken | Marktspelers, overheden en netbeheerders spreken af dat de informatie-
uitwisseling in de laadketen van EV's dient te verlopen via open protocollen. Het gaat
bijvoorbeeld om open communicatieprotocollen tussen EV’s, de laadinfrastructuur het
energiesysteem en de laaddienstenaanbieders.
Bij contracten met marktpartijen schrijven de overheden toepassing van breed gedragen
neutrale en open protocollen voor. De Rijksoverheid gaat indien nodig juridische bepalingen
opstellen over de verplichting tot het gebruik van open protocollen in de laadinfrastructuur.
Protocollen voor de koppeling tussen de laadinfrastructuur en de gebouwde omgeving en slim
laden worden actief bevorderd, aangezien EV’s en de laadinfrastructuur een integraal systeem
vormen met het smart home en de smart city. Dit is in het bijzonder het geval in aardgasvrije
wijken. Marktpartijen zullen de benodigde onderdelen van data-uitwisselingsprotocollen
volledig implementeren.
Pagina 37 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Via onder meer de Open Charge Alliance (OCA) en de beheerorganisatie van de Open Charge
Point Interface (OCPI) wordt gezorgd voor verdere een ontwikkeling van open laadprotocollen,
het uitbreiden van de internationale adaptatie van deze open laadprotocollen, de (juridische)
borging en indien mogelijk de standaardisatie. Doel is om startend vanuit Europa wereldwijde
open standaarden te creëren en deze te borgen via standaardisatie-organisaties. De betrokken
partijen maken afspraken over de inbreng en de representatie in standaardisatie-organisaties.
De (Rijks}overheid, netbeheerders, marktspelers en expertorganisaties op het gebied van
laadinfrastructuur gaan via een werkgroep Protocollen en open markt bijdragen aan de
totstandkoming van open protocollen en standaarden voor laadinfrastructuur. Deze werkgroep
is uiterlijk in 2019 opgericht. De werkgroep Protocollen zal ontwikkelingen rond
laadprotocollen volgen en voorstellen doen voor en bijdragen aan standaardisatietrajecten.
Daarnaast zal de werkgroep strategische (internationale) kansen identificeren voor
internationale adaptatie van open protocollen en de inzet van de partijen coördineren om deze
kansen te verzilveren.
De financiering voor (door}ontwikkeling van deze open protocollen wordt verzorgd door de
ondertekenaars van deze afspraken.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de (Rijks}overheid, eViolin en
vereniging DOET (als vertegenwoordigers van marktpartijen op het gebied van
laadinfrastructuur), Netbeheer Nederland/ElaadNL en het NKL.
4. Open Markten
Uitgangspunten | De aanbieders van laaddiensten, (de)centrale overheid en netbeheerders
spannen zich gezamenlijk in voor het behoud van een open markt van de laaddiensten, de
interoperabiliteit van de laadinfrastructuur en het gebruik van open laadprotocollen in de
laadketen. De open protocollen krijgen immers waarde als ze consistent worden gebruikt in een
open markt.
Er is sprake van een gelijke behandeling van alle marktpartijen, de barrières voor nieuwe
toetreders worden vermeden en de dominantie van een of enkele partijen wordt vermeden.
Afspraken | Overheden, netbeheerders en marktpartijen werken samen aan een open en
competitieve markt. Interoperabiliteit, het toelaten van klanten van andere providers op
laadpalen (roaming) en toepassing van breed gedragen, neutrale en open (patentvrije)
protocollen zijn standaardvoorwaarden in de contracten voor de aanleg en exploitatie
laadinfrastructuur (o.a. bij aanbestedingen en vergunningverlening).
De werkgroep Protocollen en open markt wordt gebruikt voor afstemming over noodzakelijke
acties ten behoeve van een open markt van laaddiensten.
De Rijksoverheid gaat zo nodig juridische bepalingen over de open markt voor elektrische
mobiliteit verder aanscherpen.
De overheid en de marktspelers stimuleren de vorming van een neutraal Europees instituut
voor de informatiebeveiliging van de laadinfrastructuur, zoals het European Network for Cyber
Security (ENCS). Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de beveiliging van de certificaatuitgifte.
Ondertekenaars | De afspraken worden ondertekend door de (Rijks}overheid, eViolin en
vereniging DOET (als vertegenwoordigers van marktpartijen op het gebied van
laadinfrastructuur), Netbeheer Nederland/ElaadNL en het NKL.
Pagina 38 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Bijlage 3: Nadere uitwerking afspraken smart charging
1. Ontwikkeling marktmodellen voor Smart Charging
Er zijn afspraken nodig voor het opzetten en het optimaliseren van marktmodellen waarin het
potentieel van slimme energieoplossingen zoals smart charging, maar ook voor bredere smart
grid-toepassingen, gerealiseerd kan worden . Deze dragen bij aan een robuust, betrouwbaar en
betaalbaar energiesysteem. Het gaat om strategische afspraken tussen marktpartijen, overheden
en netbeheerders over de marktmodellen en rollen van de betrokken partijen. Er bestaan al
verschillende oplossingsrichtingen voor delen van de energieketen waarvoor nog geen werkend
marktmodel bestaat — zoals congestiemanagement op het laagspanningsnet -— maar deze vergen
nog een verdere uitwerking. Voor onderdelen van de energieketen waarvoor een werkend
marktmodel bestaat — zoals de onbalansmarkt — kunnen mogelijk optimalisaties worden
doorgevoerd. Er zijn proeftuinen en pilots nodig om ervaring op te doen met de verschillende
aspecten van de marktmodellen. Deze proeftuinen en pilots leveren de noodzakelijke input voor
de verdere ontwikkeling van de marktmodellen.
Activiteit | Het ontwikkelen van een sturingsmodel voor smart charging.
Huidige situatie | Daarnaast moeten er op korte termijn keuzes gemaakt worden over de te
hanteren architectuur voor smart charging.
Benodigdheden | Er moet een procesverantwoordelijke voor smart charging worden
aangewezen, dit kan bijvoorbeeld ElaadNL zijn. Daarnaast dient er onderzoek plaats te vinden
naar de verschillende (Europese) scenario’s en de verschillende oplossingsrichtingen. Hierbij
moet een keuze gemaakt worden over de te hanteren architectuur voor smart charging. Om deze
keuze te kunnen maken dient een assessment van de mogelijkheden binnen ‘digitalisering en
connectiviteit’ plaats te vinden. Het resultaat is een sturingsmodel waarin aandacht is voor het
platform, de marktafspraken, de uitwisselingsprotocollen en de standaarden voor interactie met
de gebruiker.
Drempels | Het ontbreken van eigenaarschap — wie is de eigenaar van het sturingsmodel voor
smart charging en wie voelt zich verantwoordelijk om de ontwikkeling te trekken? — vormt een
drempel. Een andere uitdaging is het betrekken van de EV-rijder bij smart charging.
Afspraak | Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat wijzen in 2019 een procesverantwoordelijke aan voor de
ontwikkeling van een sturingsmodel voor smart charging.
Activiteit | Het afstemmen van de uitgangpunten voor het opzetten van pilots voor smart
charging binnen tenders voor laadinfrastructuur.
Huidige situatie | De huidige pilots met smart charging vertonen veel gelijkenissen waardoor de
leereffecten te beperkt zijn.
Benodigdheden | Er is behoefte aan afstemming tussen de tenders voor laadinfrastructuur
waarbij de verschillende marktmodellen worden getoetst, uitgevoerd, gemonitord en
geëvalueerd. Bij deze afstemming moet aandacht zijn voor de coördinatie, de innovatiesturing en
het portfoliomanagement.
Afspraak | ElaadNL, NKL en VNG maken afspraken over afstemming rond pilots voor smart
charging.
Activiteit | Het opstellen van een model voor congestiemanagement op het elektriciteitsnet.
Pagina 39 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Huidige situatie | Er is geen duidelijk incentive voor netbeheerders om gebruik te maken van de
inzet van flexibele capaciteit als alternatief voor netverzwaring, ook al is dat in sommige
scenario’s mogelijk goedkoper. De werkgroep Verzwaren tenzij, van de overlegtafel
energievoorziening, heeft inmiddels wel handvatten gegeven hoe netbeheerders de inzet van
flexibele capaciteit financieel kunnen afwegen tegenover het verzwaren of uitbreiden van
netten.
Benodigdheden | Er moeten afspraken gemaakt worden over de wijze waarop flexibiliteit ten
behoeve van het voorkomen van congestie geprijsd en verhandeld kan worden. Met behulp van
de wettelijke ruimte voor de netbeheerders om slimme netexperimenten uit te voeren kan
worden onderzocht hoe de afspraken er uit moeten zien. De AMvB experimenten
Elektricteitswet 1998 en Gaswet zal experimenten met andere tariefstructuren, voorwaarden en
bijhorende tarieven door netbeheerder om slim te laden mogelijk maken. Daarnaast wordt in de
Energiewet 1.0 geëxpliciteerd dat netbeheerders gebruik kunnen maken van flexibele
congestieoplossingen als alternatief voor uitbreiding of verzwaring.
Drempels | In het rapport “Belemmeringen in Nettarieven” van de Overlegtafel
Energievoorziening (OTE) zijn de belemmeringen en drie mogelijke oplossingsrichtingen
uitgewerkt. Een drempel is het optimaal kunnen benutten van de experimenteerruimte door de
netbeheerder.
Afspraak | Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat onderzoeken samen met ElaadNL de mogelijkheden voor
grootschalige smart charging experimenten, vooruitlopend op de inwerkingstreding van de
AMvB experimenten Elektricteitswet 1998 en Gaswet.
Activiteit | Het stimuleren van de gebruiksvriendelijkheid van smart charging.
Huidige situatie | Er is vrijwel niets bekend over wat gebruikers motiveert en belemmert en
hoe gebruikers gestimuleerd kunnen worden om smart charging-diensten te gebruiken. Voor
het succes van smart charging zijn acceptatie en het gebruik van smart charging-diensten
essentieel.
Benodigdheden | De resultaten van pilots met smart charging moeten verzameld en gedeeld
worden. Bovendien moet er onderzoek plaatsvinden naar de prijselasticiteit en moet er data-
analyse van laadprofielen plaatsvinden. Daarnaast moet er een gebruikersonderzoek uitgevoerd
worden waarbij de barrières, de drijfveren en de inzet van stimuleringsmaatregelen
(doelgroepenanalyse) bestudeerd worden. Een voorlichtingscampagne kan ten slotte bijdragen
aan de positieve beeldvorming rondom smart charging.
Afspraak | NKL heeft de regie bij het stimuleren van de gebruiksvriendelijkheid van smart
charging en zorgt voor de verbinding met de activiteit “Het ontwikkelen van een sturingsmodel
voor smart charging’. Voor de voorlichtingscampagne werkt NKL samen met vereniging DOET,
de Vereniging Elektrische Rijd (VER) en de Hogeschool van Amsterdam. Het stimuleren van de
gebruiksvriendelijkheid van smart charging start in 2019 en moet in 2021 afgerond zijn.
2. Wetgeving en regulering smart charging ready
Wetgeving en regulering staan op bepaalde onderdelen de ontwikkeling en uitvoering van
nieuwe marktmodellen voor slim laden in de weg. Hierdoor kunnen kosteneffectieve en
efficiënte oplossingen voor de energieketen niet uitgevoerd worden. Deze knelpunten moeten
gesignaleerd worden om vervolgens via experimenten en wetgevingstrajecten tot nieuwe
regulering te komen. Belangrijke mijlpalen hierin vormen de wetgevingsagenda van de
Energiewet 1.0, de reguleringsperiode van het netbeheer en de fiscale wetgeving.
Pagina 40 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Activiteit | Onderzoek naar de mogelijkheid van een type netaansluiting waarbij
capaciteitssturing mogelijk wordt.
Huidige situatie | In de huidige situatie zijn er bandbreedtes van uniforme capaciteitstarieven
tot 3 x 80 Ampère.
Benodigdheden | Er is behoefte aan een meer dynamische transporttariefstructuur voor
kleinverbruikers zodat capaciteitssturing mogelijk wordt. Binnen de Overlegtafel
Energievoorziening (OTE) wordt gewerkt aan drie verschillende oplossingsrichtingen voor dit
probleem.
Drempels | Elektriciteitswet 1998 (inclusief net- en tarievencode), de netcodes, de Wet
voortgang energietransitie (VET) en marktregulering door de ACM!8.
Afspraak | Binnen de Overlegtafel Energievoorziening (OTE) en in het kader van de Energiewet
1.0 wordt de mogelijkheid van een type netaansluiting waarbij capaciteitssturing mogelijk wordt
uitgewerkt.
Activiteit | Energiebelasting bij bi-directioneel laden.
Huidige situatie | [Grid-to-vehicle (G2V) en Vehicle-to-Grid (V2G), oftewel bi-directioneel laden,
omvat het afnemen en leveren van stroom aan het elektriciteitsnet uit de batterij van een EV.
Deze toepassing is technisch mogelijk en wordt al op meerdere plekken in Nederland toegepast.
Bi-directioneel laden leidt tot een wisselende inkoop en verkoop van energie over de
netaansluiting. ledere keer dat de auto na het ontladen weer wordt opgeladen moet
energiebelasting over de geladen kWh worden betaald. Dit belemmert mogelijk de opschaling
van tijdelijke energieopslag in batterijen van EV's.
Benodigdheden | Een verdere uitwerking van het onderzoek naar de belemmerende werking
van de energiebelasting!® voor brede toepassing van bi-directioneel laden alsmede een
verkenning naar fiscaal inpasbare en uitvoerbare oplossingen.
Drempels | Het meermaals belasten met energiebelasting bij bi-directioneel laden.
Afspraak | Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het ministerie van Financiën en
het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat komen samen met netbeheerders en
(brancheverenigingen van) marktpartijen in 2019 met een analyse van de problematiek waarbij
zo nodig mogelijke oplossingen gezocht worden voor de werking van energiebelasting bij bi-
directioneel laden.
Activiteit | Het opstellen van Europese richtlijnen voor V2G laden van elektrische voertuigen.
Huidige situatie | Voor V2G laden is nog geen Europese richtlijn beschikbaar.
Benodigdheden | Er moet binnen de Europese Unie aangestuurd worden om V2G laden
aantrekkelijk te maken. Dit dient onder andere te gebeuren bij de Europese Commissie en de
werkgroep Electric Vehicles and the Environment (EVE) van de Europese economische
commissie van de Verenigde Naties (UNECE). Bovendien moet er nagedacht worden over een
mogelijke verplichting van V2G laden. Via experimenten kan de waarde van V2G laden voor
autofabrikanten (OEM's) aangetoond worden.
B smart Charging van Elektrische Voertuigen — Institutionele knelpunten en mogelijke oplossingen, 26-09-2017 (PwC)
Smart Charging van Elektrische Voertuigen — Institutionele knelpunten en mogelijke oplossingen, 26-09-2017 (PwC)
Pagina 41 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Drempels | Er moet een oplossing worden gevonden voor de garantiebepaling van
autofabrikanten voor batterijen van EV’s. Met V2G laden kan de batterij immers verouderen
zonder dat er met het voertuig gereden wordt. Bovendien moet er duidelijkheid komen hoe deze
problematiek de Total Cost of Ownership (TCO) van V2G laden beïnvloedt. De OEM's kunnen
anders mogelijk beslissen om de V2G functionaliteit van de batterij uit te schakelen.
Afspraak | De RAI Vereniging vraagt de European Automobile Manufacturers Association
(ACEA) ACEA om de Europese Commissie en de werkgroep EVE van UNECE aan te zetten tot het
opstellen van een Europese richtlijn voor V2G Laden. De werkgroep EVE werkt aan het opstellen
van een voorstel voor richtlijnen. Wanneer de richtlijn of verordening door de Europese
Commissie vastgesteld zal worden, is nog onbekend.
Activiteit | Het creëren van integrale ruimtelijke planvorming rondom laadinfrastructuur en de
opwekking van duurzame energie.
Huidige situatie | Bij de plaatsing van laadinfrastructuur speelt de capaciteit van het
elektriciteitsnet en de locaties van de opwekking van duurzame energie vooralsnog geen rol.
Benodigdheden | Er is behoefte aan integrale planvorming op het gebied van smart charging,
gekoppeld aan de opwekking van duurzame energie en de ontwikkeling van het elektriciteitsnet.
Dit moet ook bezien worden in relatie tot het creëren van aardgasvrije wijken en andere
ruimtelijke ontwikkelingen.
Drempels | Het non-discriminatie beginsel uit de Europese richtlijnen dat moet voorkomen dat
de netbeheerder misbruik van zijn machtspositie maakt door te discrimineren tussen
verschillende afnemers, staat de uitrol van smart charging in de weg.
Afspraak | Netbeheer Nederland, VNG en IPO werken samen aan het creëren van integrale
ruimtelijke planvorming rondom laadinfrastructuur en de opwekking van duurzame energie. Dit
gebeurt binnen de kaders van de nieuwe Omgevingswet die per 1 januari 2021 van kracht wordt
en vindt onder meer plaats via de Regionale Energiestrategieën (RES).
Activiteit | Het creëren van betere prikkels voor EV-rijders om (duurzame) energie op het juiste
moment te gebruiken.
Huidige situatie | Het is niet in alle gevallen mogelijk om door een combinatie van voorspelling,
bijbehorende energieopwekking en energie-inkoop het potentieel van smart charging te
realiseren.
Benodigdheden | Zaken die hieraan bij kunnen dragen zijn het inzichtelijk maken van de
huidige knelpunten in de energiemarkt, het onderzoeken van de impact van de
salderingsregeling en haar opvolger en de fiscaliteit in de elektriciteitsmarkt. Er moeten
oplossingen en scenario’s uitgewerkt worden waarbij ook de impact bepaald wordt. Daarbij
dienen ook de te nemen vervolgstappen vastgesteld te worden.
Drempels | Nader uit te werken.
Afspraak | ElaadNL zal in 2019 onderzoeken wat de knelpunten in de energiemarkt zijn om
slim (duurzame) energie te laden en hiervoor mogelijke oplossingsrichtingen in kaart brengen
en bespreken met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van
Financiën.
Activiteit | Het creëren van cyber security bij de Charge Point Operators (CPO’s).
Pagina 42 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Huidige situatie | Een cyber-aanval op de CPO'’s kan negatieve gevolgen hebben op de
Nederlandse elektriciteitsvoorziening. Op dit moment verwacht men dat CPO’s kwetsbaar zijn
voor cyberaanvallen. De genomen beveiligingsmaatregelen zijn niet in verhouding met het
elektriciteitsvermogen dat ze besturen. Een aanval op een CPO die honderden megawatts aan
vermogen bestuurt, kan waarschijnlijk tot stroomuitval in grote delen van Nederland leiden.
Benodigdheden | Er is behoefte aan een ‘Roadmap cyber security EV’. Daarbij moet er aandacht
zijn voor het feit dat indien het door CPO’s beheerde vermogen boven een bepaalde grens komt,
het laadpalennetwerk als een vitale infrastructuur beschouwd wordt. Hier wordt de NIB-
richtlijn (netwerk- en informatieveiligheid richtlijn} van toepassing. Bovendien moeten
maatregelen worden genomen en processen ingericht om adequaat te kunnen reageren op
mogelijke cyberaanvallen op de laadinfrastructuur. Daarbij kan men denken aan de mogelijkheid
tot de afschakeling van de laadinfrastructuur met sturing via de slimme meter.
Drempels | De Elektriciteitswet inclusief de netcodes en de Informatiecode Elektriciteit en Gas
vormen drempels. Hetzelfde geldt voor de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen
(Wbni).
Afspraak | Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zorgt ism ElaadNL en andere
ministeries dat er in 2020 afspraken zijn gemaakt over cyber security voor de
laadinfrastructuur.
3. Ontwikkelen technische architectuur voor smart charging
Smart charging vraagt technische oplossingen die deels bestaan en deels nog ontwikkeld moeten
worden. De opzet van de technische architectuur voor smart charging hangt sterk samen met het
gekozen marktmodel en de ruimte die in dit marktmodel aan marktpartijen geboden wordt om
diensten en producten te ontwikkelen. De ervaringen zijn echter nog beperkt. Zo is het aantal
ervaringen en toepassingen met bijvoorbeeld gebruikersinteractie en laagspanning-
congestiemanagement op één hand te tellen. Het ontbreekt aan sturing, regie en eigenaarschap
voor de ontwikkeling van een generieke architectuur. Door de complexiteit van de laadketen —
met de aanwezigheid van EV-rijders, serviceproviders, CPO’s, leveranciers, netbeheerders en
aggregators — komt dit vooralsnog niet van de grond. Vooral rondom datamanagement bestaat
er nog een lacune in het eigenaarschap en de organisatie. Dit zorgt voor kwetsbaarheid omdat
datamanagement de kern vormt van slimme energieoplossingen. De algemene perceptie is dat
overheden een rol zouden moeten spelen in het creëren van een (onafhankelijke) data-
infrastructuur, als centrale spil in de technische architectuur.
Activiteit | Het creëren van een technische standaard in de laadpaal.
Huidige situatie | De huidige laadinfrastructuur is niet geheel smart charging ready (privaat,
semi-publiek, publiek} en het toepassen van smart charging is slechts op beperkte schaal
mogelijk.
Benodigdheden | Het is wenselijk om vanaf 2019 een verplichting in te stellen zodat alle nieuwe
en bestaande laadinfrastructuur in de openbare ruimte smart charging ready is. Voor de private
ruimte is dit - gekoppeld aan een bepaalde vermogensgrens — eveneens wenselijk, dit kan
worden bezien bij de implementatie van de EPBD. Dit betekent dat alle huidige laadpalen die
niet geschikt zijn voor smart charging, dit in de nabije toekomst wel zouden moeten worden.
Hiertoe moeten de minimale smart charging-eisen voor een laadpaal en de smart charging eisen
aan de infrastructuur vastgesteld worden. Ten slotte is er onderzoek nodig naar de
mogelijkheden om eisen ten aanzien van smart charging (ready) op te nemen in een wettelijke
basis.
Pagina 43 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Drempels | Het Bouwbesluit is nog niet voorbereid op de uitrol van en kwalitatieve eisen aan
laadinfrastructuur. Ook het ontbreken van definitieve standaarden voor smart charging vormt
een belemmering voor het toekomstbestendig en Smart Charging geschikt maken van (private,
semi-publieke} laadinfrastructuur.
Afspraak | VNG, NKL, het ministerie van Binnenlandse Zaken en ElaadNL starten in 2019
gezamenlijk met het oppakken van de geschetste problematiek waarbij de inzet is dat in de
periode tot 2030 enkel laadinfrastructuur uitgerold wordt die smart charging ready is.
Activiteit | Het creëren van in-home interoperabiliteit.
Huidige situatie | De energietransitie brengt de behoefte met zich mee om energiestromen te
managen. De consument wil zijn (relevante) elektrische apparatuur — zoals EV’s,
warmtepompen, inductiekookplaten, thuisbatterijen en zonnepanelen — in 1 systeem bij elkaar
laten komen en automatisch met elkaar laten interacteren.
Benodigdheden | Er moet onderzoek plaatsvinden naar de mogelijkheden voor het creëren van
in-home interoperabiliteit waarbij ook een verkenning van de architectuuropties plaatsvindt.
Aanvullend moeten er praktijkproeven geïnitieerd worden.
Drempels | De financiering van het onderzoek en de praktijkproeven vormen een drempel.
Afspraak | ElaadNL, de kennisinstellingen, het Innovatie en Acceleratie Programma elektrisch
mobiliteit (IPA eMobility) en de TKI Urban Energy gaan in de periode 2020-2023 aan de slag
met het creëren van in-home interoperabiliteit inclusief het bijbehorende onderzoek en de
bijbehorende praktijkproeven.
Activiteit | Het creëren van een universeel smart city-platform.
Huidige situatie | Er is behoefte aan een open en onafhankelijk platform voor uitwisseling van
data. Het gaat om data van laadinfrastructuur in relatie tot data uit andere domeinen, oftewel
om smart mobility in relatie tot smart energy en smart charging.
Benodigdheden | Er is behoefte aan regievoering, standaardisatie en duidelijkheid over het
eigenaarschap van de data en het te creëren platform.
Drempels | Verschillende steden en bedrijven ontwikkelen smart city-platformen, maar er nog is
te weinig afstemming, dit leidt tot een grote diversiteit aan platformen.
Afspraak | Gemeenten en provincies gaan in de periode 2020-2025 gezamenlijk aan de slag met
het creëren van een universeel smart city-platform.
4. Ontwikkeling open standaarden en protocollen
Voor de ontwikkeling van smart charging-oplossingen spelen standaarden en protocollen een
essentiële rol. Marktstandaarden zorgen enerzijds voor meer zekerheid en anderzijds voor
opschalingsperspectief voor innovaties. Standaarden en protocollen met een open karakter
bieden daarbij aan marktpartijen economisch gezien de meeste kansen en leiden tot lagere
prijzen en een grotere diversiteit aan innovaties en oplossingen.
Activiteit | Het ontwikkelen van open protocollen voor smart charging.
Huidige situatie | Het ontwikkelen van open protocollen is een randvoorwaarde om smart
charging op grote schaal toe te kunnen passen.
Pagina 44 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Benodigdheden | De open protocollen moeten verder ontwikkeld worden. Daarnaast is er
behoefte aan normontwikkeling en het maken van marktafspraken zodat de laadinfrastructuur
smart charging ready is en ook de cyber security op orde is.
Afspraak | De ontwikkeling van open protocollen voor smart charging wordt meegenomen in de
bredere afspraken die gemaakt zijn in het kader van “Open Protocollen” zie hoofdstuk 2.
Activiteit | Het creëren van cyber security voor de laadinfrastructuur.
Huidige situatie | De huidige laadinfrastructuur is onvoldoende beveiligd en niet betrouwbaar
genoeg. Dit maakt de laadinfrastructuur kwetsbaar voor cyberaanvallen.
Benodigdheden | Er moeten marktafspraken gemaakt worden over de ontwikkeling van “cyber
security requirements” aan laadinfrastructuur. Hiervoor moet de mogelijkheid tot aansluiting bij
het European Network for Cyber Security (ENCS) onderzocht worden.
Drempels | Cyber security voor laadinfrastructuur wordt binnen de EV-wereld niet als kritisch
bestempeld.
Afspraak | Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat neemt het voortouw om voor 2020
afspraken te maken over cyber security voor de laadinfrastructuur.
Activiteit | Vergemakkelijk digitale uitwisseling van gegevens tussen elektrische voertuigen en
laadinfrastructuur.
Huidige situatie | De digitale uitwisseling van gegevens over laadinfrastructuur en EV’s is
cruciaal voor het functioneren van de smart charging keten. Veel autofabrikanten geven
bijvoorbeeld de laadstatus van de batterij (State of charge, SoC) en andere gegevens van de EV's
niet vrij aan virtuele platforms van derden. Dit verhindert de integratie van mobiliteit in het
energiesysteem.
Benodigdheden | De problematiek omtrent data-uitwisseling moet geadresseerd worden in
Europa. De implementatie van een protocol voor autocommunicatie — bijvoorbeeld [SO 15118 —
kan de data-uitwisseling vergemakkelijken. Bovendien moet vastgesteld worden welke data
door autofabrikanten toegankelijk gemaakt moet worden voor marktpartijen om hun taak
optimaal uit te voeren of om nieuwe diensten en producten te ontwikkelen die de
maatschappelijke welvaart maximaliseren.
Drempels | De belangen van autofabrikanten vormen een drempel, alsook het feit dat niet helder
is of de implementatie overgelaten of opgelegd moet worden aan de markt.
Afspraak | Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gaat de geschetste problematiek
adresseren bij de Europese Commissie.
Pagina 45 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Bijlage 4: Prognose Laadinfrastructuur
Deze bijlage bevat een aantal cijfers uit een prognose van de verwachte behoefte aan
laadinfrastructuur voor elektrische auto’s. Deze prognose is uitgevoerd door APPM waarvoor
verschillende bronnen en experts zijn geraadpleegd.
Disclaimer
Een prognose maken van een innovatie als elektrisch rijden gaat gepaard met onzekerheden. Dit
is inherent aan een transitie. Verschillende ontwikkelingen in technologie, politiek, markt en
onder gebruikers leiden tot een complex samenspel die de diffusie van innovatie kan versnellen
en vertragen. Deze prognose van laadinfrastructuur gaat op die manier in beginsel uit van de
aannames voor groei van elektrische voertuigen uit Revnext scenario 5B (1,9 mln EV's in 2030).
Wanneer een sterkere of zwakkere groei van elektrische voertuigen wordt aangenomen zal dit
tot meer of minder behoefte aan laadpunten leiden. Maar ook binnen scenario 5B van Revnext
kunnen ontwikkelingen in bijvoorbeeld technologie, kosten en gebruikersgedrag tot meer of
minder behoefte aan laadpunten leiden.
Door deze onzekerheid zal voor de toekomstige cijfers voor laadinfrastructuur een koppeling
worden gelegd met de ontwikkeling van het werkelijke aantal elektrische auto’s en laadpunten.
Daarnaast wordt hieronder de eenheid laadpunt aangehouden (ten opzichte van het ook
veelgebruikte laadpaal). Eén laadpunt staat gelijk aan één stekker. Een thuislaadpaal (of
wallbox) staat in vrijwel alle gevallen gelijk aan één laadpunt. Daarentegen staat een publieke
laadpaal in de meeste gevallen gelijk aan twee laadpunten omdat de meeste publieke laadpalen
twee stekkers hebben (waarmee twee EV's tegelijkertijd kunnen laden). Een snellaadpaal heeft
doorgaans verschillende typen stekkers, waarvan er maar één tegelijkertijd gebruikt kan
worden. Een snellaadpaal staat daarom gelijk aan een snellaadpunt.
Aantal Laadpunten
Voor de berekening van de benodigde laadinfrastructuur is gebruik gemaakt van de studie
‘Toekomstverkenning Elektrisch Vervoer’ van Ecofys en de TU Eindhoven. Scenario 3 uit de
Ecofys studie is gekozen als basis voor een prognose. Voor een berekening van het aantal
laadpunten is hierbij uitgegaan van het Revnext scenario 5B, met een groeit tot 1,9 mln EV’s in
2030.
Hierbij is een verdeling naar de typen laadpunten gemaakt door de typologie van Ecofys om te
rekenen naar de typologie zoals RVO.nl die gebruikt. Tot slot is er een correctie toegepast op de
aantallen laadinfrastructuur op basis van een verwacht hoger gebruik van snelladers.
Dit resulteert in onderstaande tabellen en figuren. De genoemde aantallen zijn laadpunten.
2020 2025 Pli js)
Aantal EV's 166.228 589.355 1.947.946
Aantal laadpunten totaal 222.840 678.657 1.741.500
Privaat 140.545 346.472 773.981
Publiek 34.992 113.386 394.332
Semi-publiek 45.981 215.100 563.448
Snelladen 1.322 3.699 9.740
Tabel 1: Overzicht prognose laadinfrastructuur
Pagina 46 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
L nten per provinci
ine aadpunten per provincie
1800000
1600000 B Zuid-Holland
B Noord-Brabant
E 1400000 B Noord-Holland
Ea)
S 1200000 m Gelderland
oo
B Utrecht
® 1000000
— B Limburg
= 800000 B Overijssel
5 600000 B Flevoland
B Friesland
400000 .
m Groningen
200000 B Drenthe
0 m Zeeland
2020 2025 2030
Figuur 3: Aantallen laadpunten per provincie. verdeeld op basis van huidig aantal inwoners en autobezit.
aantal laadpunten per werkdag
1600
1400 ® snellaadpunten per
1200 werkdag
zaan B semi-publieke laadpunten
800 per werkdag
en B publieke laad
t
zet publieke laadpunten per
werkdag
200
0 B private laadpunten per
BO LO HN ND ok Oo 6 A B 0 „po Verkdas
YY Sr Sr er SN Sr SY SY Sr Sr Sy
PP PP PPP PP PP PP
Figuur 4: groei aantal laadpunten per werkdag (op basis van 261 werkdagen in het jaar).
Pagina 47 van 49
| NATIONALE AGENDA LAADINFRASTRUCTUUR |
Voorspelling aantal laadpunten per provincie
Tabel 2: Aantallen laadpunten per provincie, verdeeld op basis van huidig aantal inwoners en autobezit.
2020 2025 2030
semi- Snel- semi- snel- semi- snel-
Provincie privaat publiek publiek laden totaal privaat publiek publiek laden totaal |privaat publiek publiek laden Totaal
Groningen 4529 1128 1482 43 7182 11166 3654 6932 119 21872 [24944 12708 18159 314 56124
Friesland 5431 1352 1777 51 8611 13389 4382 8312 143 26226 [29909 15238 21774 376 67297
Drenthe 4369 1088 1429 41 6927 10770 3524 6686 115 21095 [24058 12257 17514 303 54132
Overijssel 9527 2372 3117 90 15105 23486 7686 14581 251 46003 [52464 26730 38193 660 118047
Flevoland 5948 1481 1946 56 9431 14664 4799 9104 157 28723 [32757 16689 23847 412 73705
Gelderland 16975 4226 5554 160 26914 [41847 13695 25980 447 81968 |93481 47627 68053 1176 210337
Utrecht 11153 2777 3649 105 17683 27494 8998 17069 294 53854 [61419 31292 44712 773 138196
Noord- 20145 5016 6591 190 31941 49662 16252 30832 530 97276 110939 56522 80762 1396 249619
Holland
Zuid-Holland 26378 6567 8630 248 41823 65026 21280 40370 694 127371 [145261 74008 105748 1828 326846
Zeeland 3368 839 1102 32 5340 8303 2717 5155 89 16264 18549 9450 13503 233 41736
Noord- 22954 5715 7510 216 36395 56586 18518 35131 604 110840 [126408 64403 92023 1591 284425
Brabant
Limbure 9768 2432 3196 92 15487 24080 7880 14950 257 47167 [53792 27406 39160 677 121035
140545 34992 45981 1322 222840 |346472 113386 215100 3699 678657|773981 394332 563448 9740 1741500
| Onderzoeksrapport | 48 | train |
mmm Jaarverslag en jaarrekening 2021
Datum: | 22-3-2022
re Veiligheidsregio
/ Amsterdam-Amstelland
Jaarverslag en jaarrekening 2021
Inhoudsopgave
1. Inleiding... nennen ennen ver envenneerenvenneenenvenseerenvenenenendnenteenennvenneeneneeenveeendveneneennnnennene renee Á
1.1 Bijzonderheden in 2021 nn naren enneenenerenneeneeenenveenteensnsvenneenenveennneenveendenennevennennnveeennnenn Á
1.2 Gebeurtenissen na balansdatum: … nnn onneneerenseeenverenneneeennneenseenvnnveeneenenverendernnveenen D
1.3 Samenvatting financiën … … … nnn nenereneennvenneenseenee enen snneneenenenenennveenveneenerseende eve neneneeneeneen ennen D
Jaarverslag … nennen seennvensevenneenseeeennnenneeeeneenseveendnennevenddnensevennderendeenndeenseereneennevenenvenneeeendenennerendnennneenenvennenn À
2. _ Programma Crisisbeheersing … … ennen svennervenseenneersevenneernnseennvensveennerennsvendeenenvveenvenenveenenennnveennn Ô
2.1 Wat willen we bereiken? … … nnee eren seenne eenn eeenne ennn seennneenseenveeenserendernnerenndnenveendnnennenen Ô
2.2 Wat hebben we gerealiseerd? … nnn onsen evenneensnseennvennseennerenserennernnereenvennveendnnennvenn Ô
3. Programma Brandweerzorg nnen nenseenneerenvenneenenseenverenveenneennsevenneenenverenvennnveennernnnvvennernnnveer 12
3.1 Advies en toezicht brandveiligheid … … nennen ernnevenneersneeennenenseennevensevenveennvereennnennn 1
3.2 Brandveilig Leven … nnn nnen enneene ner enneenserennveenneen evers en snveennneennveendeenneverneennvverenvnenvveernnnen 1
3.3 Repressie basisbrandweerzorg… nun onveneerenuneneerenseeenvenenvenserennnenseer ensen erve renvennnveenennn 1
3.4 Coördinatie en bijzonder optreden … nennen venneerenneneverennvenserenevenseerennveenven eneen 15
3.5 Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen … … nnn neren eenerneerenene neer verrees renee nveereeneenne eneen 1Ó 8
3.6 Bestrijding waterongevallen … nnen sneren senseenneennnerenneennverenvensveennevensevendeenneveenvenenvenr 17 DE
3.7 Zware hulpverlening … nne nenneenneerenseenneersseeenne enn veennvenn veerde rensveenveennveerenvennvveendvenseenvenenenn 18
3.8 Maatwerk brandweerzorg … onser vennen eeens eenseenneernverenneennverenvensnveenverensvenveennevvernvenn vee LO
3.9 Projecten en incidenten posten … nnee oneens envereneensveenserennveenneennevenneennverendvennveendenenn ZÀ
4, Programma Alarmering... eeennvenneersseeneeenneeenneensveendeennereeneennveennnnenveendevenserendennnveeeenvnenvveennnnn 2
41 Meldkamer monodisciplinair … nonnen oeneennnersnveeneeensnveenneenseveeneensveennneennveenvenensenernnnn 24
42 Meldkamer multidisciplinair … unserer evene eneenversnveenne ennn venneensverenvennveenve nennen 2
5. Programma overhead …. nennen ennn seeneerenseenneennvereneennnveenne nen veenneenenvverneenenverenvennn veen rnnnner ZO
5.1 Inhoudelijke rapportage overhead... nennen nen seenneernnevenneensverendeenveennerennvenneennnveer ZO
5.2 Financiële rapportage overhead … nennen eenn seenne nen seenneennsevenneennverenvensnveenderennvennennnnen ÀÂ
6. Algemene dekkingsmiddelen … …… nue vennen onveneerennveneeenvenvenneen ene venvenenvnennenennnvennerenenveenneennnen DS
6.1 Inhoudelijke algemene dekkingsmiddelen … nnen eenneeenneerseeeenvensveennneenneennennnvner 28
6.2 Rijksbijdragen … … anneer ennn veen nenne eeen enne eeenneennsveende ennn veennneen veerde ennnevendeennnsvernvennnveennnnnnveen ZO
6.3 Gemeentelijke bijdragen … … … nnen enne seenne enn seeennensevenennensereennneeneveennvenneeenenvensevenenveennernnen ZO
7. Verplichte paragrafen … nanne renners enneenenenseenseensennenndenenenerenseeneenverevenveenvennvenenenenenreneenveeeeens 3Û
7.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing … nnee eneennerenseenneersnnvenneeneneveenve rennen 3Û
7.2 Bedrijfsvoering … nuur erneeneneneneenrenneenneenseenseenvendenndenenenevenneeeneennveneenvennveneneneenndeneereeeeneeevenens 33
7.3 Financiering … ….…nnnerenenserennervenseenrnenessenennereensveneneneesnenveneveensnvenenenveenenenrveenvveerenvnveennnn reen 3
Jaarverslag en jaarrekening 2021
74 Onderhoud kapitaalgoederen … nnn neennnenneeeennensevereenensereentenenteeendnenneeenenvenserenenveenneernene 38
7.5 WNT-verantwoording anness eneveneerenseenseerenseensersnndeenneensnnvernenenveennvennnveenneennnvverne enen SO
Jaarrekening … nnee eeenneenneeernenenseeeendeenneveennnenneveendnensevennnvennevenneennveendvennevenenvensereennveennveenvnennneeren venen ÂÀ
8. Geconsolideerde Balans VrAA.…...... nnee oenseenneernneeenseensseennnennveennerensveenneenennveeneenenveennvennnveennennnee 3
8.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling … … nnn sensnene eers veneeerenrveenn nnen Â3
8.2 Geconsolideerde balans VrAA nnen ennnenseerenvenseereneeenvenennentenennventeenennveeneenenverenvnenven Â5
8.3 Toelichting op de balans VrAA nennen ennennnerenevenseeenennennerreneeeneerensnennenenenvenseeenenveennnenvneenn ÂT
9. Geconsolideerde resultatenrekening… uns ennvenneerenver ene ensnseennneennveenne enen vennen enverenvennnveenenenrneen DO
9.1 Structureel begrotingssaldo … nnen erenneenne eenn seenneensnerenneennseennnnenveendevensevendeennvereenvennne DT
10. Resultatenrekening Brandweer … nnen envenneerenseennvensnveenneeensevendeenneeeenvennveennvnenserendenenn DÛ
10.1 Toelichting resultaat … anus anne seene venne eeennenseeeenenenseerennnenseeennnneendeeendvennnerendvenseeenenveenvernnnen DÔ
10.2 Toelichting baten… nanus envenneeeenvenseerennenserenerenneereneeeneenendvennneenneenneenvnvveeneenenverendnnn veen DÛ
10.3 Toelichting lasten … nuur ennennevennnenseerennenseerennvenserrenvenseersenvenneereneeenven ennen rvenvvenneerenner OL
10.4 Toelichting mutatie reserves … ussen vennnenneerenvenseerenveneeerennenneervenvenneerenvevenverenveennnennneen O3
11. Resultatenrekening GHOR … nnee onveneersneeneeenenseenserennevenneennverenvensveendevensveenvenennererrvnnn OÂ
11.1 Toelichting baten… nnn ennenneeeenvenseerenenenserenerenseereneeeneenenvennneenneenneenvenveenenenverendnnnveen OD
11.2 Toelichting lasten … nnn ennennevennnenseerenenenseerensvensenrenseenseervenvenseereneeenvenenvnennerrnndvenneerenner OD
11.3 Toelichting mutaties reserves … nn nnennnennnenneereneeeneenenvensenrennenseersevenneerenevenderenveennneneneen OD
12. TE 3
12.1 Reserves en voorzieningen……...…...nnsnenervensenenenneenenennneeensnneenennneeenennnverenenvenenvevereneenneeneevnnerenn O6
12.2 _Sisa-bijlage… nnn ennen eeeenvenneeeennenteerennvenserrennnennnenenvenneervenvenneerenveenvenenveennnenenveenneenenner O7
12.3 Incidentele baten en lasten … nuno ennvenseerenvenseereevenseerennennnereneennerrnnvenneerenvveend renee O8
12.4 Baten en lasten naar taakvelden (functies IV3 2018). an oonsenneerenneeennersnneseneerssnnennerrrenwer 7
12.5 _Controleverklaring… … unu envennverennenseerenerenseerenvennnerenvsensenensnnenneerenvveenenenvnennnerenveenne nennen PL
Jaarverslag en jaarrekening 2021
e ®
1. Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag en de jaarrekening 2021 van de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland (VrAA).
De Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland zorgt voor een slagvaardige crisisbeheersing, brandweerzorg en
geneeskundige hulpverlening met als doel het zo goed mogelijk anticiperen op risico’s, het zo goed mogelijk
helpen van getroffenen, het beperken van (im-)materiële schade en een zo spoedig mogelijke terugkeer naar
een normale situatie.
Binnen de veiligheidsregio werken gemeenten, brandweer, geneeskundige diensten, politie, Openbaar
Ministerie en andere publieke en private (veiligheids-)partners samen aan het beheersen van risico’s,
brandweerzorg, hulpverlening en voorbereiding op crises.
nn GHOR Sn MT VrAA menne FP Baitie EE ” Openbaar Ministerie
Te Heister
En
am Ee en es” ede Dienst Nerina Bedrijfsvoering
Het beleidsplan Buiten Gewoon Veilig is het uitgangspunt voor de beleidsontwikkeling van VrAA:
De titel Buiten Gewoon Veilig typeert de ontwikkeling van de organisatie die we in gang hebben gezet: “Wij 4
gaan voor Buiten Gewoon Veilig. Dat is onze missie. We gaan naar buiten; zijn zichtbaar en herkenbaar op
straat. Onze burgers en partners weten ons te vinden en wij zoeken hen actief op. We doen ons werk gewoon
goed en nemen verantwoordelijkheid voor ons werk en gedrag; we zijn erop aanspreekbaar. We werken met
onze partners aan een veilige leefomgeving in onze regio én aan een sociaal- en arbeidsveilige organisatie. We
bouwen samen aan een buitengewoon mooie, vakkundige en effectieve organisatie waar iedereen trots op is”.
1.1 Bijzonderheden in 2021
De Veiligheidsregio heeft ook heel 2021 een belangrijke rol gespeeld in de aanpak van de covid-19 pandemie.
De inzet van iedereen in deze crisis is uitzonderlijk geweest. De crisis heeft laten zien waar de veiligheidsregio
voor staat maar ook dat bij de veiligheidsregio enorm betrokken en gemotiveerde mensen werken. Naast de
inzet in de crisisorganisatie en voor de hulpdiensten heeft de coronacrisis er ook voor gezorgd dat veel
geplande activiteiten in 2021 niet gerealiseerd zijn. Coronamaatregelen zorgden ervoor dat veel trainingen,
opleidingen en activiteiten geen doorgang konden vinden. Uitval door corona of quarantaine zorgen voor een
enorme druk op de bezetting, met name bij de operationele dienst van de brandweer. Net als in 2020 kon er
daar maar minimaal tijd besteed worden aan het investeren in vakmanschap. Ook het zo belangrijke
leiderschapstraject kon maar minimaal uitgevoerd worden. In de komende jaren zal dit voortvarend opgepakt
worden.
Ondanks de effecten van de coronacrisis op de organisatie is de primaire inzet op de hoofdtaken
Risicobeheersing, Incidentbestrijding, Crisisbeheersing en GHOR niet in gevaar gekomen.
In 2021 is een aantal belangrijke stappen gezet in de verdere doorontwikkeling van de gehele Veiligheidsregio
en de modernisering van de brandweerorganisatie. Onze taken en ambities zijn voor de komende periode
geborgd in: het regionaal risicoprofiel (2021-2024), het crisisplan (2021-2024), het regionale beleidsplan Buiten
Gewoon Veilig (2021 — 2024) en het nieuwe repressieve dekkingsplan (2022 - 2025). Onze Veiligheidsregio
heeft in 2021 meegedaan aan het door het Veiligheidsberaad en Ministerie van Justitie en Veiligheid
geëntameerde ‘Onderzoek gebiedsgerichte opkomsttijden’. Een pilot met vier andere veiligheidsregio’s waarin
Jaarverslag en jaarrekening 2021
de regio’s de ruimte te krijgen om te komen tot een ander systeem van opkomsttijden, mits dat met een
uniforme systematiek over alle regio’s gebeurt. Het nieuwe dekkingsplan is volgens deze nieuwe systematiek
opgesteld.
Voor het normaliseren en moderniseren van de brandweerorganisatie zijn stappen gezet op de hiervoor
belangrijkste pijlers leiderschap, inclusief gedrag en vakmanschap. Zo is ingezet op meer inclusieve werving via
andere dan de reguliere kanalen. De vaste leden van sollicitatiecommissies zijn getraind op het herkennen van
onbewuste vooroordelen in relatie tot selectietechnieken. Er is gestart met de werving van nieuwe
brandweerprofessionals waarbij meer diversiteit een belangrijk uitgangspunt is. De ontwikkeling naar een meer
diverse en inclusieve organisatie is op alle niveaus en in alle beleidsterreinen steeds meer zichtbaar. Het gaat
niet vanzelf en de organisatie zet zich er optimaal voor in.
Voor een bijdrage aan de professionalisering van het vakmanschap is een eerste profcheck van het
beroepspersoneel gerealiseerd en is een onderwijskundige aangetrokken met expertise en kennis over digitaal
onderwijs. Een visie op leiderschap is ontwikkeld en doorvertaald in leiderschapsprogramma’s. Ook zijn diverse
dialoogtafels gericht op leiderschap georganiseerd.
Het ziekteverzuim in 2021 was nog steeds te hoog; 12,15% voor de gehele organisatie (excl. GHOR) en 14,69%
voor de operationele dienst van de brandweer. Het hoge verzuimpercentage heeft verschillende oorzaken en
vraagt om een lange termijn aanpak. Duidelijk is dat de lage verzuimdrempel een rol speelt. Daarnaast is een
hoog aandeel psychisch verzuim (vaak in relatie met PTSS) en veel verzuim is werk-gebonden. Ook is er veel
(gemedicaliseerde) privéproblematiek.
In 2021 is gestart met het nieuwe gezondheidsbeleid. Daarmee wordt de focus gelegd op duurzame
werkhervatting om zo de langdurige verzuimdossiers structureel op te lossen. Er is aandacht voor frequent
verzuim, mentale veerkracht en suïcide preventie. In het vierde kwartaal van 2021 is de projectleider
gezondheidsbeleid gestart en werkt aan verschillende acties om het verzuimpercentage van VrAA/BAA te
verlagen naar 7% binnen drie jaar (2024). In 2021 heeft het bestuur ingestemd met een PTSS regeling voor
brandweerprofessionals waarbij de regio Amsterdam-Amstelland voorop loopt in het land .
De Proeftuinkazerne (Victor Nieuwe Stijl) is afgerond en het 16-uursrooster op deze kazerne is genormaliseerd
en bestendigd. De lessen uit de evaluatie van de Proeftuinkazerne hebben een plek gekregen in de verdere 5
doorontwikkeling van de brandweerorganisatie. Flexibilisering van de werkroosters blijft daar een onderdeel TZ
van.
In 2021 heeft de beoogde fusie tussen de gemeente Amsterdam en de gemeente Weesp ook geleid tot een
wijziging voor de Veiligheidsregio. De overdracht van de brandweerzorg en crisisbeheersing is succesvol
voorbereid en op enkele afwikkelingspunten volledig afgerond voor 31 december 2021 en na 1 januari
uitgevoerd.
1.2 Gebeurtenissen na balansdatum:
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum te melden.
1.3 Samenvatting financiën
De Rekeningen van de 2 afzonderlijke ‘werkmaatschappijen’ laten op hoofdlijnen het volgende beeld zien:
€ 1,253 min. € 1,253 min.
Het positieve rekeningresultaat is grotendeels te wijten aan het niet doorgaan in 2021 van geplande
activiteiten en opleidingen als gevolg van de coronamaatregelen. Deze activiteiten zijn nu doorgeschoven naar
2022. Het voorstel is om het positief rekeningresultaat van € 1,253 min. als volgt te bestemmen:
a. het per 1 januari 2022 instellen van een Reserve Mobiliteit;
Jaarverslag en jaarrekening 2021
b. doteren aan deze reserve van een bedrag à € 0,500 min. ten laste van het positieve
jaarrekeningresultaat;
c. doteren van een bedrag à € 0,550 min. aan de reserve HRM;
d. doteren van een bedrag à € 0,203 min. aan de reserve Informatiesturing;
Het positieve rekeningresultaat van 2021 staat los van de structurele financieringsbehoefte. De veiligheidsregio
kent grote maatschappelijke opgaven en moet toekomstige steeds complexer wordende crises het hoofd
bieden. Daarnaast vraagt de modernisering van de brandweerorganisatie structureel om een grote investering
in vakmanschap en leiderschap. En ook de ambities om een inclusieve organisatie te worden betekenen een
structurele investering. De noodzakelijke extra structurele bijdrage vanuit de gemeenten aan de
veiligheidsregio is door het bestuur (h)erkend en honorering daarvan is afhankelijk van de eventuele in 2022
nieuw af te sluiten coalitieakkoorden en/of opname in de gemeentelijke begrotingen 2023 e.v.
De toerekening van de kosten van de brandweer aan de programma’s en de producten heeft in de jaarrekening
2021 plaats gevonden op basis van het kostprijsmodel. In de “Wat heeft het gekost” overzichten is geen
vergelijking opgenomen met de begroting 2021, maar wel met de realisatie in de jaren 2019 en 2020, omdat de
begroting 2021 niet met behulp van het kostprijsmodel is doorgerekend.
6
Jaarverslag
7
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
. . ®
2. Programma Crisisbeheersing
2.1 Wat willen we bereiken?
Voor de ontwikkeling van de Crisisbeheersing richtten we ons in 2021 op:
e Inrichten van de bevolkingszorg binnen de VrAA: bevolkingszorg wordt geregionaliseerd en opnieuw
ingericht.
e Strategie voor netwerkmanagement: in beeld brengen en ontsluiten van een relevant netwerk rond VrAA.
2.2 Wat hebben we gerealiseerd?
Prestatie- en volume-indicatoren GEE EEL Actualisatie GEE EEL
2020 2021 2021
Beleid en Planvorming
Operationele gereedheid bevolkingszorg 67% 80% 62%
Verplichte planvorming op orde 85% 100% 100%
Realisatie jaarplan Informatiemanagement - vervalt -
Opleiden, Trainen en Oefenen
Realisatie multidisciplinaire activiteitenkalender 57% 75% 78%
Realisatie jaarplan crisiscommunicatie 10% 90% 90%
Crisis- en incidentbestrijding
Aantal GRIP-incidenten 7 13 11
Kwaliteit
Evalueren van incidenten en oefeningen 100% 100% 8
Toelichting
e Inrichten van de bevolkingszorg binnen de VrAA: bevolkingszorg wordt geregionaliseerd en opnieuw
ingericht: de besluitvorming over de structuur is vertraagd, loopt door in 2022.
e Strategie voor netwerkmanagement: in beeld brengen en ontsluiten van een relevant netwerk rond VrAA.
De vacatures voor de collega's die aan de slag gaan met netwerkstrategie zijn derde kwartaal pas
ingevuld. De werkzaamheden zijn inmiddels opgepakt. In het jaarplan crisisbeheersing 2022 wordt
een nieuwe planning gegeven
2.3 GHOR
De GHOR leverde een bijdrage aan de multidisciplinaire doelstellingen van de VrAA. Daarnaast zijn er ook
monodisciplinaire taken en doelstellingen, die in deze paragraaf apart uitgelicht worden.
e _Evenementenadvisering:
Door de wisselende coronamaatregelen en versoepelingen het afgelopen jaar was het vaak lang
onduidelijk of en op welke manier evenementen mogelijk zouden zijn. Ondanks lockdowns en verboden
bleven aanvragen wel binnenkomen — de wisselende regelgeving gaf ook onduidelijkheid bij
evenementenorganisatoren. Vaak was maatwerkadvies nodig: wat zijn de landelijke regels en hoe kunnen
we daarmee omgaan? Gedurende het jaar zijn voorbereidingen getroffen voor de implementatie van de
Handreiking voor Publieke Gezondheid en Veiligheid bij Evenementen en de implementatie Veldnorm
Evenementenzorg in 2022.
Grote evenementen die dit jaar ondanks alles in aangepaste vorm wel doorgang hadden waren de
Amsterdam Marathon en het Amsterdam Dance Event. In totaal zijn er in 2021 194 evenementenadviezen
uitgebracht. Niet al deze evenementen hebben plaatsgevonden. De GHOR neemt deel aan het
onderzoeksprogramma van Anaphem (academische werkplaats van de GHOR).
e _Inzetbare GHOR-functionarissen:
Dit is en blijft een doorlopend proces van aandacht voor de GHOR. Voor bijna alle piketfuncties zijn in 2021
nieuwe functionarissen opgeleid, waardoor we onze benodigde capaciteit blijvend kunnen waarborgen.
Evenals in 2020 had corona in 2021 veel impact op de opleidingen, trainingen en oefeningen die voor de
GHOR-functionarissen werden georganiseerd. Hierdoor is een aantal activiteiten niet of in gewijzigde vorm
uitgevoerd. Toch hebben er 57 mono activiteiten en 34 multi-activiteiten plaatsgevonden. Meerdere
trainingen en oefeningen hadden als thema ‘stroomstoring! en ‘slecht weer”.
e _Informatiemanagement:
Omdat andere organisaties nog niet zijn aangesloten op de netcentrische werkwijze, via online tool LCMS-
GZ, zijn voor corona-gerelateerde informatie landelijke monitors ingericht die wekelijks rapporteren.
Daarnaast voert de GHOR de regie op de wekelijkse bestuurlijke rapportage met coronadata en
aandachtspunten voor de GGD Amsterdam en acute- en langdurige zorg in Amsterdam-Amstelland.
Hiermee werken we verder aan de versteviging van onze informatiepositie, ook door onze actieve
deelname aan de ontwikkeling van een VIK van de VRAA.
e _Ketenregie en zorgcontinuïteit:
Door corona is ons netwerk sterker dan ooit. We zijn actief betrokken bij BCR (incl de voorbereiding) en
alle trajecten die daaruit lopen. De GHOR kon in de verbinding tussen cure- en care instellingen
ondersteunen waar nodig. Onze aandacht lag in 2021 ook op de samenwerking met de buurregio’s —
vanuit het ROAZ samenwerkingsverband.
e _GGD Amsterdam:
De GHOR heeft een intensieve ondersteunende adviesfunctie gevoerd voor interne stuur- en
adviesgroepen binnen de GGD. Het OTO programma ICP loopt, maar is regelmatig anders ingevuld
vanwege corona (minder fysieke oefeningen en meer online trainingen).
2.3.1 Watheeft het gekost? 9
bedragen x € 1.000
2019 2020 2021
Preventie en preparatie 3.073 3.518 3.543
Crisis- en incidentbestrijding 419 366 366
Kwaliteit en innovatie - - -
Resultaat 3.492 3.884 3.909
bedragen x € 1.000
, - ELT :4 Lt EL Td
Preventie en preparatie
2019 2020 2021
Baten
Externe opbr. multidisciplinair opleiden en oefenen 50 643 643
Subtotaal baten 50 643 643
Lasten
Multidisciplinaire crisisbeheersing 1.736 1.801 2.167
GGD Integraal Crisisplan, beheer en OTO 180 186 186
Integrale Advisering Crisisbeheersing (IAC) 768 2.200 2.200
Crisis en risicocommunicatie 117 - -
Planvorming 73 - -
Informatiemanagement 249 > >
Relatie en netwerken - - -
Subtotaal lasten 3.123 4.187 4.553
Saldo van baten en lasten 3.073 3.544 3.910
Reserves
Onttrekkingen - 26 367
Dotaties n n n
Mutaties in reserves = 26- 367- 10
Resultaat 3.073 3.518 3.543
bedragen x € 1.000
Rekeni ENT Rekeni
Crisis- en incidentbestrijding aka ahhh kb
2019 2020 2021
Lasten
Piketkosten Informatie Coördinator CoPI - - -
Piketkosten Brandweer 46 31 31
Piketkosten Veiligheidsbureau 17 - -
Piketkosten GHOR 355 335 335
Subtotaal lasten 419 366 366
Resultaat 419 366 366
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
3. Programma Brandweerzorg
3.1 Advies en toezicht brandveiligheid
3.1.1 Wat willen we bereiken?
We willen een situatie waarbij in de regio Amsterdam-Amstelland veilig gewoond, gewerkt en gerecreëerd kan
worden. Dit bereiken we door onze expertise in te zetten op díe thema’s waar de meeste veiligheidswinst te
boeken is. Dit doen we door het verhogen van het brandveiligheidsbewustzijn bij burgers en ondernemers in
de regio en door een bijdrage te leveren aan de brandveiligheid van risicovolle objecten. Het product
(brand)veiligheid geeft invulling aan de volgende wettelijke taken van VrAA:
Het adviseren over milieubelastende activiteiten;
e Het houden van toezicht bij industriële bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen
e Het aanwijzen van en toezicht houden op bedrijfsbrandweren
e Het opstellen en beoefenen van rampbestrijdingsplannen voor bedrijven die vallen onder het Besluit
risico’s zware ongevallen (hoge drempel)
e Het verkleinen van risico’s van op branden, rampen en crises als bedoeld in artikel 10, onder a en b, van
de Wet veiligheidsregio’s, rekening gehouden met het belang van:
a. Het voorkomen, beperken en bestrijden daarvan,
b. De mogelijkheden voor personen zich in veiligheid te brengen, en
c. De geneeskundige hulpverlening aan personen daarbij.
3.1.2 Wat hebben we gerealiseerd? 12
Prestatie- en volume-indicatoren Realisatie Actualisatie Realisatie
2020 2021 2021
Tijdige afhandeling adviesaanvragen milieu - 0 % 5
Realisatie aantal geplande Brzo inspecties 100% 90 % 89%
Planvorming bij Brzo bedrijven up-to-date 2% 90 % 64%
Realisatie aantal geplande bedrijfsbrandweerinspecties - - 100%
Tijdige afhandeling adviezen brandveiligheid 89% 90 % 91%
Toelichting
e Vanwege corona is de norm van planvorming bij Brzo bedrijven niet gehaald. Het streven is in 2022 de
achterstand in te halen.
e Naast uitvoering van de reguliere processen hebben we ons verder voorbereid op de inwerkingtreding van
de Omgevingswet; op gebied van (vakbekwame) mensen, middelen en procedures.
3.1.3
bedragen x € 1.000
LN Rekenin Rekeni
Advies en toezicht brandveiligheid U 1 Ae
2019 2020 2021
Baten
Advisering vergunningen 567 566
Controle en toezicht vergunningen 79 - -
BRZO advisering 50 a a
Subsidie externe veiligheid 817 506
Subtotaal baten 1.512 1.072 787
Lasten
Salarislasten 2.145 2.569 2.756
Kapitaallasten 5 3 3
Materiële kosten 1.284 1.265 1.358
Subtotaal lasten 3.434 3.837 4.117
Resultaat 1.922 2.765 3.330
13
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
3.2 Brandveilig Leven
3.2.1
Met Brandveilig leven wil VrAA/BAA - in nauwe samenwerking met gemeenten, woningbouwcorporaties en
andere netwerkpartners - het brandveiligheidsbewustzijn, zelf- en samenredzaamheid en eigen
verantwoordelijkheid t.a.v. (brand)veiligheid van inwoners in de regio verhogen en de eigen
verantwoordelijkheid van burgers als het gaat om brandveiligheid vergroten.
Vanaf 2022 zijn rookmelders een wettelijke verplichting en ook het woningbestand van de
woningbouwcorporaties is inmiddels voorzien van een rookmelder. De VrAA verbreedt de komende jaren de
koers van Brandveilig Leven naar (Brand)Veilig Leven en sluit aan op de landelijke koers van een risicogerichte
benadering/ doelgroepbenadering en focus op een (brand)veilige generatie.
3.2.2
Vanwege de beperkingen rond het corona virus konden nauwelijks tot geen fysieke activiteiten op het gebied
van brandveilig wonen worden uitgevoerd. Ook het verbreden van ons netwerk met scholen en het onderzoek
naar een Risk factory waarin kinderen interactief leren over (brand)veiligheid zijn vertraagd vanwege het
corona virus.
3.2.3
bedragen x € 1.000
LENT EELT EELT
Brandveilig wonen 6 6 6
2019 2020 2021
14
Lasten ee
Salarislasten 524 34 36
Kapitaallasten 1 0 -
Materiële kosten 14 7 8
Subtotaal lasten 539 41 44
Resultaat 539 41 44
3.3 Repressie basisbrandweerzorg
3.3.1
De repressieve taak is zorgdragen voor een effectieve bestrijding van brand, beperken van brandgevaar en het
beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan brand. De tankautospuit,
het redvoertuig en het vakbekwame personeel vormen het product repressieve basisbrandweerzorg. De
tankautospuit wordt ingezet op alle typen incidenten waar de brandweer op uitrukt: op brand, hulpverlening,
gevaarlijke stoffen en waterongevallen
3.3.2
Prestatie- en volume-indicatoren GOEIE Actualisatie GOEIE
2020 2021 2021
Aantal incidenten per type Prio 1: 8.106 n.v.t. Prio 1: 7.925
OMS: 1.671 OMS: 1.555
Paraatheid tankautospuiten 96% 95% 92%
Realisatie opkomsttijden tankautospuiten 65% 65% 59%
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
Paraatheid redvoertuigen 98% 95% 94%
Realisatie opkomsttijden redvoertuigen (portiekflats 52% 50% 70%
vóór 1945)
Toelichting
We zien een kleine daling van het aantal Prio 1 en OMS incidenten ten opzichte van vorig jaar.
In 2021 hebben we een nieuw dekkingsplan volgens de landelijke systematiek inclusief het beoordelingskader
voor gebiedsgerichte opkomsttijden opgeleverd. Het dekkingsplan is door het bestuur aan de gemeenteraden
aangeboden voor hun zienswijze. Definitieve vaststelling van het dekkingsplan staat voor de
bestuursvergadering van maart 2022 op de agenda.
Vanaf 1 april 2021 is een gezamenlijke kazerne (gemeente Amsterdam, Havendienst, bedrijven in het gebied,
BAA) in het Westelijk Havengebied operationeel.
Om de hulpverlening te versnellen in de gebieden waar de opkomsttijd relatief hoog is, is in de gemeenten
Uithoorn en Aalsmeer de TS4 operationeel. In 2021 zou uitruk op maat een vervolg krijgen door TS4 in Diemen
te implementeren. Daarna volgen de overige vrijwillige kazernes. In 2021 is geïnventariseerd welk deel van de
opleiding regionaal vorm kan krijgen, en voor welk deel moet worden uitgeweken naar een oefencentrum
buiten de regio. De verwachting is dat TS 4 eind 2022, begin 2023 regionaal geïmplementeerd zal zijn op
Diemen en Weesp.
3.3.3
bedragen x € 1.000
LENT EELT EELT
Repressie basisbrandweerzorg 6 6 Ë
2019 2020 plan 15
Baten
Dienstverlening 120 133
Subtotaal baten 120 133 -
Lasten
Salarislasten 35.756 36.943
Kapitaallasten 3.501 4.361
Materiële kosten 7.344 4,354
Subtotaal lasten 46.601 45.658 46.686
Resultaat 46.481 45.525 46.686
3.4 Coördinatie en bijzonder optreden
3.4.1
Het doel van dit product is een adequate coördinatie van de bestrijding van complexe en grote(re) incidenten.
Bij grote, complexe of incidenten met een grote impact zet de brandweer meerdere voertuigen tegelijkertijd in.
Dit kunnen meerdere tankautospuiten en redvoertuigen zijn, maar ook specialistische voertuigen.
3.4.2
Prestatie- en volume-indicatoren GOEIE Actualisatie GOEIE
ppl} 2021 2021
Realisatie richtlijn opkomsttijd OVD's 4% 80% 95%
3.4.3 Wat heeft het gekost?
bedragen x € 1.000
wet … ELC EELT EELT
Coördinatie en bijzonder optreden id be be
2019 pAopln 2021
Lasten
Salarislasten 335 477 512
Kapitaallasten 262 79 84
Materiële kosten 362 416 447
Resultaat 959 973 1.044
3.5 Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen
3.5.1 Wat willen we bereiken?
Bij dit product wordt een adequate bestrijding van incidenten met gevaarlijke stoffen beoogd. De brandweer
heeft de taak om bij ongevallen met gevaarlijke stoffen te verkennen, de gevaarlijke stoffen te stabiliseren en
mens en dier te ontsmetten.
16
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
3.5.2
Prestatie- en volume-indicatoren Realisatie Actualisatie GOEIE
2020 2021 2021
Aantallen incidenten AGS 51 n.v.t. 43
Paraatheid AGS 100% 100% 100%
Realisatie richtlijn opkomsttijd AGS 88% 80% 68%
Paraatheid IGBS-voertuig 100% 95% -
Realisatie opkomsttijd IGBS-voertuig 84% 80% 86%
Toelichting
e De AGS neemt in bijna alle gevallen voor een uitruk contact op met de meldkamer of de OVD waarbij er
dan direct telefonisch advies gegeven kan worden. Hierdoor loopt de daadwerkelijke opkomsttijd iets op,
de AGS gaat immers later rijden, maar dit maakt de inzet kwalitatief beter en veiliger.
e Uit de informatie vanuit de meldkamer zijn de paraatheidsgegevens IBGS voertuig momenteel niet op te
maken.
3.5.3
bedragen x € 1.000
. we: … LENT EELT EELT
Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen 6 Ë Ë
2019 2020 2021
Lasten
Salarislasten 85 98 105 17
Kapitaallasten 65 83 89
Materiële kosten 30 7 8
Subtotaal lasten 180 188 202
Resultaat 180 188 202
3.6 Bestrijding waterongevallen
3.6.1
Het doel van dit product is een adequate bestrijding van waterongevallen. Het redden van mens en dier bij
waterongevallen is een afgeleide van de hulpverlening die de brandweer biedt anders dan bij brand
3.6.2
Prestatie- en volume-indicatoren GOEIE Actualisatie GOEIE
2020 2021 2021
Aantal incidenten waterongevallen 156 n.v.t. 140
Paraatheid WO-voertuigen 96% 95% 95%
Realisatie richtlijn opkomsttijd WO-voertuigen 4% 80% 95%
3.6.3
bedragen x € 1.000
nn LENT EELT EELT)
Bestrijding waterongevallen 6 id id
2019 2020 2021
Lasten
Salarislasten inclusief maatwerk 1.873 1.134 1.216
Verrekening meerkosten dedicated duikteam (maatwerk) 691-
Salarislasten exclusief maatwerk 1.182 1.134 1.216
Kapitaallasten 32 58 62
Materiële kosten 452 335 359
Resultaat 1.666 1.526 1.637
3.7 Zware hulpverlening
3.7.1
Het bieden van effectieve ‘zware hulpverlening’ is het doel van dit product. De brandweer wordt ook
gealarmeerd bij ongevallen anders dan bij brand. De inzet bij zware ongevallen is gericht op het beperken en
bestrijden van gevaar voor mensen en dieren en er wordt gebruik gemaakt van extra benodigd materieel en/of
voertuigen, met daarvoor opgeleid en geoefende repressieve medewerkers.
3.7.2 18
Prestatie- en volume-indicatoren Realisatie Actualisatie GOEIE TO
2020 2021 2021
Aantal incidenten zware hulpverlening 108 n.v.t. 113
Paraatheid HV voertuigen 88% 90% 98%
Realisatie richtlijn opkomsttijd HV voertuigen 80% 80% 84%
3.7.3
bedragen x € 1.000
ET Rekenin Rekenin
Zware hulpverlening 6 6 6
2019 2020 2021
Lasten
Salarislasten 1.073 1.035 1.110
Kapitaallasten 111 58 62
Materiële kosten 246 76 82
Resultaat 1.430 1.169 1.254
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
3.8 Maatwerk brandweerzorg
3.8.1 Wat hebben we gerealiseerd?
3.8.2 Functioneel Leeftijd Ontslag (FLO)-overgangsrecht en -loopbaanbeleid
In 2015 is een FLO convenant afgesloten tussen de brandweer en de gemeenten Amsterdam en Amstelveen,
waarin de afspraken zijn vastgelegd over het beleid en dekking van de kosten met betrekking tot de tweede
loopbaan en andere consequenties van het FLO akkoord. Vervolgens is in samenspraak met de gemeenten
Amsterdam en Amstelveen een plan van aanpak opgesteld voor de tweede loopbaan, dat vanaf 2016
geleidelijk wordt uitgevoerd.
Amsterdam betaalt een jaarlijkse maatwerkbijdrage voor de uitvoering van het FLO-akkoord. In 2021 en verder
bedraagt deze € 9,5 miljoen om vanuit de reserve FLO aan de plichten te kunnen voldoen die de komende jaren
voortvloeien uit de bestaande regeling(en). De Amstelveense FLO-kosten maken geen onderdeel uit van de
exploitatie van de brandweer, omdat deze kosten direct worden doorbelast aan de gemeente.
Door het stopzetten van de levensloopregeling in 2022 zijn er in 2020 en in 2021 extra bijdragen betaald aan de
levenslooptegoeden FLO-regeling.
3.8.3 Eigenaarslasten kazernes
De gemeenten betalen elk een kostendekkende bijdrage voor de overgedragen kazernes. De maatwerk
bijdrage van de gemeente Uithoorn is in de geactualiseerde begroting 2021 verhoogd met € 25.169 conform
het Strategisch Vastgoedplan VrAA 2020-2030, vastgesteld in de bestuursvergadering van 21 september 2020.
3.8.4 Blusboot Amsterdam 19
Amsterdam beschikt sinds jaar en dag over een blusboot die onder andere in de grachtengordel kan worden
ingezet voor bluswerkzaamheden en waterwinning (pomp). In 2017 is een nieuwe blusboot, de Jan van der
Heyde IV in gebruik genomen.
3.8.5 Uitvoeren gemeentelijke preventietaken
De gemeenten Diemen en Uithoorn financieren via een maatwerkbijdrage capaciteit (0,5 fte.) voor
(gemeentelijke) brandpreventiewerkzaamheden.
3.8.6 Jeugdbrandweer Amstelveen
De kosten met betrekking tot de Amstelveense jeugdbrandweer worden via een maatwerkbijdrage door
Amstelveen voldaan.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
3.8.7
bedragen x € 1.000
RENT ij ij
Maatwerk brandweerzorg SL had had
2019 PAUp At) PLU AN
Lasten
FLO 9.500 8.500 9.500
Eigenaarslasten kazernes 3.441 3.112 3.549
Lasten dedicated duikteam 691 - -
Kapitaallasten en onderhoud blusboot 82 82 67
Lasten uitvoering gemeentelijke preventietaken 62 66 66
Lasten jeugdbrandweer 18 21 21
Resultaat 13.794 11.781 13.203
bedragen x € 1.000
Rekeni ij ij
Maatwerk brandweerzorg ee had hik
2019 PAUp At) PLU AN
FLO 4,470 12.054 14.484
Gebouwenbeheer 257 - 287
Duiken 691 - - 20
Jeugdbrandweer 8 14 13
Preventie 62 66 66
Salarislasten 5.488 12.133 14.850
Eigenaarslasten 1.617 1.251 1.622
Blusboot 68 52 52
Kapitaallasten 1.685 1.303 1.674
Gebouwen 1.567 1.862 1.640
Blusboot 14 31 16
Jeugdbrandweer 10 7 8
FLO 48 59 276
Materiële kosten 1.639 1.959 1.940
FLO 4.982 3.613- 5.260-
Mutaties reserves 4.982 3.613- 5.260-
Resultaat 13.794 11.782 13.204
3.9 Brandweer Opleidingscentrum Amsterdam-Schiphol (BOCAS)
3.9.1 Wat heeft het gekost?
bedragen x € 1.000
NVN ELC: Rekening Rekening
2019 pAopln pAop an
Baten
Externe opbrengsten brandweeropleidingen 99 8
Externe opbrengsten brandweeroefeningen 38 57
Externe opbrengsten BVH opleidingen 550 379
Externe opbrengsten verhuur terrein en overig 668 581
Subtotaal baten 1.355 1.025 1.260
Lasten
Salarislasten 1.497 1.421 1.292
Kapitaallasten 451 335 351
Inhuur derden 319 242 345
Materiële kosten 1.564 1.399 1.475
Doorbelasting kosten opleiden en oefenen intern 3.075- 2.945- 2.656-
Subtotaal lasten 755 452 807
mm 21
„Resultaat 600 573 453
3.10 Projecten en incidenten posten
3.10.1
bedragen x € 1.000
2019 2020 pios
Baten
Opbrengsten Corona declaratie VWS 1.234 634
Rijksbijdrage CTB handhaving 889
Opbrengst verkoop vastgoed 3.245 - -
Overige opbrengsten 120 341
Subtotaal baten 3.245 1.354 1.864
Lasten
Kosten Corona declaratie 1.234 634
Kosten CTB handhaving 889
Projectkosten Manifest - projecten 980 - -
Projectkosten Manifest - inzet FLO'ers voor Brandveilig leven - - -
Projectkosten Informatiesturing 254 180
Projectkosten Manifest Strategische HRM 419 118
Projectkosten Manifest Innovatie 327 457
Projectkosten Veiligheidscentrum Haven 133 1.100
WW-uitkeringen 310 143 112
Toevoeging aan loongerelateerde voorziening 839 177 1.612
Toevoeging aan voorziening egalisatiekapitaallasten 1.978 1.962
Afgeboekte boekwaarde voertuig autoladder Ysbrand 731 : : 22
Afgeboekte boekw. voorm. kazernes Rudolf en Lodewijk 1.140 - -
Vrijval voorziening compensatieverlof >9 maanden - - -
Vennootschapsbelasting - 34 24-
Subtotaal lasten 4.132 4.432 4.417
Saldo van baten en lasten 887 3.078 2.553
Reserves
Onttrekking bestemmingsreserve Vastgoed 1.140
Onttrekking Algemene reserve - -
Onttrekking bestemmingsreserve Manifest - projecten - 865
Onttrekking bestemmingsreserve Veiligheidscentrum Haven 1.100 3.036
Onttrekking bestemmingsreserve transitie LMO 500
Onttrekking bestemmingsreserve Strategische HRM 419 118
Onttrekking bestemmingsreserve Informatiesturing 254 180
Onttrekking bestemmingsreserve Innovatie 327 457
Onttrekking reserve WW 310 143 112
Dotatie bestemmingsreserve strategische HRM 1.100
Dotatie bestemmingsreserve informatiesturing 1.700
Dotatie bestemmingsreserve innovatie 934 434
Dotatie reserve Manifest 814 - -
Dotatie reserve Veiligheidscentrum Haven 1.000 - -
Dotatie reserve Transitie LMO - - -
Dotatie reserve Vastgoed 3,245 - -
Mutaties in reserves 2.509 1.810- 433-
Resultaat 3.397 1.268 2.120
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
®
4. Programma Alarmering
Het programma alarmering bestaat uit twee producten die binnen de meldkamer worden geleverd:
— Meldkamerfunctie monodisciplinair brandweer;
— _ Meldkamerfunctie multidisciplinair.
De veiligheidsregio heeft haar meldkamertaak ten aanzien van de brandweer uitbesteed aan de politie.
Hiervoor betaalt VrAA een jaarlijkse bijdrage. Daarnaast is een officier op afroep beschikbaar om bij grote
incidenten te de aansturing vanuit de meldkamer te coördineren.
4.1 Meldkamer monodisciplinair
41.1 Wat willen we bereiken?
De meldkamer verzorgt een doelmatige en gecoördineerde alarmering. De meldkamer zet de
ongestructureerde spoedeisende melding om in een gestructureerde professionele alarmering. Deze
alarmering bevat de geobjectiveerde informatie van de melder, eventueel verrijkt met informatie die de
effectiviteit van de inzet en de veiligheid van de hulpverleners verhoogt.
4.1.2 Wat hebben we gerealiseerd?
GEE EE Actualisatie Realisatie
Prestatie-indicatoren plop 0) plop an plop an 24
24/7 operationeel voor gelijktijdige meldingen 100% 100% 100%
Verwerkingstijd brandweermeldingen 74 sec. 90 sec. 72 sec.
Aantal evaluaties brandweerincidenten - 24 16
4.1.3 Wat heeft het gekost?
bedragen x € 1.000
5 icht al . ELT F:4 a Ltd ENT ad
verzicht programma Alarmerin
WEE Ë PIK PNA Pipl
Meldkamerfunctie monodisciplinair brandweer 1.412 899 885
GHOR-meldkamertafel - - a
Resultaat 1.412 899 885
4.2 Meldkamer multidisciplinair
4.2.1 Wat willen we bereiken?
24/7 beschikbaarheid calamiteitencoördinator
De calamiteitencoördinator heeft als taak het alarmeren van de hoofdstructuur van de regionale
crisisorganisatie en het samenstellen van het meldkamerbeeld bij gelegenheid van GRIP-opschaling. Afspraak
tussen de operatonele diensten op de meldkamer is dat de politie de invulling van deze taak op zich neemt.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
Zowel de Operationele Coördinator als de Officier van Dienst Operationeel Centrum zijn voor deze taak
opgeleid.
Beschikbaarheid incidentbeschrijving voor COPI
Direct na het besluit tot GRIP opschaling zorgt de Calamiteitencoördinator ervoor dat het meldkamerbeeld van
het incident op basis van de geldende afspraak in LCMS wordt ingevoerd. Daarmee is het meldkamerbeeld
beschikbaar voor alle operationele diensten.
Tijdige alarmering juiste piketfunctionarissen hoofdstructuur
Na het besluit tot opschaling wordt de hoofdstructuur van de crisisbeheersing onmiddellijk gealarmeerd. Deze
alarmering vindt plaats binnen de wettelijke termijn van 2 minuten.
4.2.2 Wat hebben we gerealiseerd?
Prestatie-indicatoren Realisatie Actualisatie Realisatie
2020 2021 2021
24/7 beschikbaarheid calamiteitencoördinator - 100% 100%
Beschikbaarheid incidentbeschrijving voor COPI - 5 min. 5 min
Tijdige alarmering juiste piketfunctionarissen hoofdstructuur - 100% 100%
25
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
5. Programma overhead
5,1 Inhoudelijke rapportage overhead
5.1.1 Apart programma overhead
Met ingang van de actualisatie 2017/ begroting 2018 VrAA is er sprake van een apart programma overhead.
Het doel van dit overzicht overhead is om het bestuur op eenvoudige en eenduidige wijze meer inzicht te
geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die
kosten te geven. In de overige programma’s zijn de kosten opgenomen die betrekking hebben op het primaire
proces.
5.1.2 Wat verstaan we onder overhead?
Om te kunnen vaststellen welke kosten verband houden met de sturing en ondersteuning van het primaire
proces en zodoende gerekend kunnen worden tot de overhead, is door de commissie BBV een definitie van
overhead geïntroduceerd: “Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van medewerkers in
het primaire proces”. Volgens de verdere uitwerking over de toepassing van de definitie in de praktijk bestaat
overhead, naast de ondersteunende PIOFACH-functies! ook uit alle leidinggevende in het primaire proces,
bestuursadviseurs en management ondersteuning.
26
1 PIOFACH staat voor Personeel, Informatievoorziening, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en
Huisvesting.
5.2 Financiële rapportage overhead
In het onderstaand overzicht zijn de lasten voor de overhead per functie weergegeven. De baten bestaan uit
opbrengsten die worden gegenereerd door de ondersteunende afdelingen, zoals de verhuur van algemene
ruimten en de detachering van een aantal medewerkers.
bedragen x € 1.000
ETT RET Tú) ETT
Overzicht programma Overhead e e E
PLO) 2020 2021
Baten
Verhuur gebouwen en personeel 352 367 367
Overige goederen en diensten 240 85 85
Subtotaal baten 592 452 452
Lasten
Algemene leiding en ondersteuning 4.064 4,194 4,194
Beleidsadvisering 1.456 1.264 1.264
Financiën en audit 1.559 1.486 1.486
Personeel en organisatie 3.110 4430 4430
Communicatie 619 Ie >
Informatisering en automatisering 3.573 3.678 3.678 27
Juridische zaken 95 72 72
Facilitaire zaken en beheer 3.022 3.480 3.480
Organisatiebrede kosten en huisvesting 2.766 3.076 3.076
Subtotaal lasten 20.264 21.680 21.680
Saldo van baten en lasten 19.672 21.228 21.228
Reserves
Onttrekkingen - - -
Dotaties n n n
Mutaties in reserves - - -
Resultaat 19672 21228 21228
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
® ®
6. Algemene dekkingsmiddelen
6.1 Inhoudelijke algemene dekkingsmiddelen
bedragen x € 1.000
En Actualisati En
Overzicht algemene dekkingsmiddelen SE haan SE Saldo
2020 PON PLO
Baten
Rijksbijdragen 10.505 10.509 11.613 1.104
OMS opbrengsten 1.175 - - -
Gemeentelijke bijdragen 80.606 84.731 84.731 -
Overige baten - - - -
Subtotaal baten 92.286 95.240 96.344 1.104
Lasten
Kosten beheer OMS 25 25 =
Subtotaal lasten 25 25 -
Resultaat 92.261 95.215 96.344 28
6.2 Rijksbijdragen
De hogere ontvangen bijdragen van het Rijk van € 1.100.000 betreffen de loonbijstelling voor de reguliere
bijdrage (brief ministerie van Jen V d.d. juni 2021) en de specifieke uitkering van het ministerie van Jen V voor
het toezicht op de handhaving van de coronamaatregelen.
bedragen x € 1.000
En Actualisati EE
Te ekening ctualisatie ekening Saldo
2020 PLO N PLO
Baten
Rijksbijdrage 9.080 9.084 9.299 215
Incidentele bijdrage ondersteuning naleving controle - - 889 889
op coronatoegangsbewijzen
Bijzondere bijdrage CBRN-risico's 175 175 175 a
Bijzondere bijdrage interregionale samenwerking 1.250 1.250 1.250 E
Totaal baten 10.505 10.509 11.613 1.104
6.3 Gemeentelijke bijdragen
bedragen x € 1.000
AN Actualisatie ELD
Gemeentelijke bijdragen ki aak is
2020 2021 2021
Baten
Bijdrage crisisbeheersing 1.016 1.070
Bijdrage brandweerzorg 78.172 82.172
Bijdrage alarmering 1.416 1.488
Subtotaal baten 80.603 84.730 84.731
De inkomensoverdrachten van de gemeenten zijn conform begroting.
29
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
®
7. Verplichte paragrafen
7.1 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
7.1.1 Weerstandsvermogen en risico’s
Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als de weerstandscapaciteit in relatie tot de ongedekte risico’s
(niet begrote kosten en kosten waarvoor geen voorziening is gevormd). De weerstandscapaciteit geeft de
mogelijkheden van de Veiligheidsregio aan om deze ongedekte risico’s op te vangen.
Er is geen wettelijke norm voor het weerstandsvermogen, de relevantie van de resterende risico’s en wat mag
worden meegeteld als weerstandscapaciteit. Het beleid en de ratio van het weerstandsvermogen is daarom
iets dat door het bestuur van de gemeenschappelijke regeling zelf bepaald moet worden. In de notitie
weerstandsvermogen van de VrAA die op 25 september 2017 door het Veiligheidsbestuur is vastgesteld, is dit
beleid uitgewerkt.
De ratio van het weerstandsvermogen wordt bepaald door de bestaande weerstandscapaciteit te delen op de
benodigde weerstandscapaciteit. In de notitie weerstandsvermogen wordt voorgesteld een ratio na te streven
met een bandbreedte tussen de 1 en de 1,4. Ultimo 2021 is de ratio weerstandsvermogen 1,3.
bedragen x € 1.000
Ratio weerstandsvermogen Ultimo 2020 Ultimo 2020 Ultimo 2021 Ultimo 2021
VrAA actualisatie realisatie actualisatie realisatie *
Benodigde capaciteit 6.821 7.478 6.821 6.876
Beschikbare capaciteit 7.718 8.620 7.718 8.183
Ratio 1,1 1,2 1,1 1,2
*) na resultaatbestemming 30
7.1.2 Financiële kengetallen
In het BBV Wijzigingsbesluit van 15 mei 2015 is in artikel 11 een nieuw onderdeel over (financiële) kengetallen
toegevoegd. Het opnemen van kengetallen in de begroting en rekening past in het streven naar meer
transparantie en omdat daarmee wordt beoogd provinciale staten, de raad en besturen van openbare
lichamen in staat te stellen gemakkelijker inzicht te krijgen in de financiële positie en over de baten en de
lasten. De kengetallen vormen een verbinding tussen de verschillende de aspecten die het bestuur en de
gemeenteraden in hun beoordeling van de financiële positie moeten betrekken om daar een verantwoord
oordeel over te kunnen geven.
Voor veiligheidsregio’s zijn de volgende kengetallen relevant:
e Netto schuldquote
e Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
e _Solvabiliteitsratio
e Structurele exploitatieruimte
In de onderstaande tabellen zijn de kengetallen van de VrAA weergegeven.
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Bedragen x € 1.000
pAoploj plop sk 2021
Ratio netto schuldquote (A+B+C-D1-E-F-G)/H*100% 34,6% 47,1% 36,0%
Ratio netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte
leningen (A+B+C-D2-E-F-G)/H*100% 34,6% 47,1% 36,0%
A. Een raming van het totaal van de vaste schulden. 26.867 26.448 24.418
B. Een raming van het totaal van de netto vlottende schulden. 5.381 11.000 2.616
C. Een raming van het totaal van de overlopende passiva. 21.244 14.379 15.169
D1. Het totaal saldo van de financiële vaste activa, genoemd in
artikel 36, onderdelen d‚e en f, van het BBV provincies en
gemeenten. - - -
D2. Het totaal saldo van de financiële vaste activa, genoemd 36,
onderdelen b‚c‚d‚e en f‚ van het BBV provincies en gemeenten. - - -
E. Een raming van het totaal van de uitzettingen met een
rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. 16.290 1.975 3.741
F. Een raming van het totaal van alle liquide middelen. 70 3.070 256
G. Een raming van het totaal van de overlopende activa. 3.600 179 1.676
H. Het geraamde totaal saldo van de baten, exclusief de mutaties
reserves. 96.966 98.937 101.350 31
De twee kengetallen ‘netto schuldquote! en de ‘netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen!
zijn voor VrAA identiek aangezien zij geen leningen aan derden verstrekt. De netto schuldquote weerspiegelt
het niveau van de schuldenlast van de veiligheidsregio ten opzichte van de eigen middelen en geeft een
indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie (Staatsblad van het Koninkrijk der
Nederlanden, jaargang 2015, 206).
De netto schuldquote (en ook de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) van de
veiligheidsregio voor de rekening 2020, actualisatie 2021 en rekening 2021 zijn respectievelijk 34,6%, 47,1% en
36,0 %. In de VNG-uitgave ‘Houdbare Gemeentefinanciën’ (2013) is aangegeven dat wanneer een schuld lager
is dan het begrotingstotaal (de quote is <100%) dit als voldoende kan worden bestempeld en boven de 130%
als onvoldoende. De percentages van de veiligheidsregio liggen ruim binnen de normen van de VNG.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio drukt het eigen vermogen uit als een percentage van het totale vermogen en geeft
daarmee inzicht in de mate waarin de veiligheidsregio in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen
(Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2015, 206). Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe
groter de weerbaarheid van veiligheidsregio.
De solvabiliteitsratio’s van de veiligheidsregio voor de rekening 2020, actualisatie 2021 en rekening 2021 zijn
respectievelijk 29,2%, 26,6% en 27,8%. In de VNG-uitgave ‘Houdbare Gemeentefinanciën’ (2013) is aangegeven
dat wanneer een solvabiliteitsratio hoger is dan 30% dit als voldoende kan worden bestempeld en lager dan
20% als onvoldoende. Het percentage van de veiligheidsregio in de rekening 2021 is hoger dan 20% en is
daarmee volgens de norm van de VNG aan de lage kant, maar nog niet onvoldoende.
Bedragen x € 1.000
ne Rekening Actualisatie ENT Td
Omschrijving kengetal EVN er 2021
Solvabiliteitsratio A/B*100% 29,2% 26,6% 27,8%
A. Een raming van het totale eigen vermogen. 29.038 25.216 24.227
B. Een raming van het totaal van de passiva. 99 536 94.972 87.160
Structurele exploitatieruimte
Bedragen x € 1.000 32
en Rekening Actualisatie ELT Td
Omschrijving kengetal
pAoploj plop sk 2021
Ratio structurele exploitatieruimte ((B-A}+H(D-C))/E*100% -1,3% -0,7% 2,2%
A. Structurele lasten = (het totaal van de geraamde lasten minus
het geraamde totaal van de incidentele lasten per programma. 96.918 99.777 102.654
B. Structurele baten = (het geraamde totaal van de baten minus
het geraamde totaal van de incidentele baten per programma 91.565 96.003 99.529
C. Het beoogde totaal van de structurele toevoegingen aan de
reserves voor het overzicht. - 434 434
D. Het totaal van de structurele onttrekkingen aan de reserves
voor het overzicht. 4.083 3.468 5.829
E. Het geraamde totaal van de baten, exclusief de mutaties
reserves. 96.966 98.936 101.350
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door de optelsom van het saldo van de structurele baten en
lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale
baten, uitgedrukt in een percentage. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn
om de structurele lasten te dekken (Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2015, 206).
De ratio’s structurele exploitatieruimte van de veiligheidsregio voor de rekening 2020, actualisatie 2021 en
rekening 2021 zijn respectievelijk -/-1,3%, -/-0,7% en 2,2%. Dit betekent dat de structurele baten in 2021
toereikend zijn om de structurele lasten te dekken.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
7.2 Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering betreft de bedrijfsprocessen binnen een organisatie om de beleidsdoelstellingen te kunnen
realiseren evenals de sturing en beheersing daarvan (Artikel 14 BBV). In de onderstaande tabellen wordt de
formatie, bezetting en het verschil per werkmaatschappij weergegeven. In de paragrafen 7.2.1 en 7.2.2 wordt
de bedrijfsvoering per werkmaatschappij toegelicht. De bezettingsgegevens in de onderstaande tabel betreffen
de bezettingscijfers van december 2021.
Formatie per 31-12-2021 Dagdienst elek iik OENE T Totaal
Kel {4
Brandweer 269,3 474,5 248,0 991,8
GHOR 19,0 - sl 19,0
Totaal 288,3 474,5 248,0 1.010,8
VIN
Bezetting per 31-12-2021 Dagdienst uursdienst en OENE T Totaal
overig
Brandweer 244,1 478,9 273,0 996,0
GHOR 19,0 19,0
Totaal 263,1 478,9 273,0 1.015,0
33
Verschil formatie en bezetting per 31-12-2021 Dagdienst aen OENE T Totaal
Brandweer 25,2 4,4- 25,0- 4,2-
GHOR - - - -
Totaal 25,2 4,4- 25,0- 4,2-
7.2.1 Formatie en bezetting VrAA/BAA
De totale formatie bij VrAA/BAA bedraagt 743,78 fte terwijl de werkelijke bezetting op 31 december 2021
723,02 fte was. Dit houdt in dat er eind 2021 sprake was van een onderbezetting van 20,76 fte (2,8% van de
formatie)
7.2.2 GHOR
Het personeel van de GHOR is in een aparte afdeling gepositioneerd bij de GGD Amsterdam van de gemeente
Amsterdam en voert van daaruit regionale taken uit ten behoeve van de Veiligheidsregio Amsterdam
Amstelland en de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (t/m 31 december 2020). De formatie van de GHOR
bedraagt 19,7 fte en de werkelijke gemiddelde bezetting over 2020 bedraagt 18,5 fte.
7.2.3 Ziekteverzuim
Het reguliere ziekteverzuim bij VrAA/BAA is nog onverminderd hoog. Ten opzichte van dezelfde periode vorige
jaar is het percentage ziekteverzuim gestegen met 1,15% (12,15% in 2021 tegen 11,0% in 2020). Het hoge
verzuimpercentage heeft verschillende oorzaken. Enerzijds heeft dit te maken met de lage verzuimdrempel
van medewerkers. Anderzijds is er een hoog aandeel psychisch verzuim (vaak relatie met PTSS). Ook is veel
verzuim werk-gebonden of heeft te maken met (gemedicaliseerde) privé problematiek. 1% van het verzuim
wordt veroorzaakt door Covid.
In 2021 is een nieuw gezondheidsbeleid opgesteld met focus op duurzame werkhervatting om zo de langdurige
verzuimdossiers structureel op te lossen. In O4 2021 is de projectleider gezondheidsbeleid gestart en werkt
met een vast verzuimteam (intern en extern) aan verschillende acties. In de aanpak is er aandacht voor
frequent verzuim, mentale veerkracht en suïcide preventie. Het doel is om het reguliere verzuimpercentage
VrAA/BAA binnen 3 jaar (2024) te verlagen naar 7%.
7.2.4 Duurzaamheid
VrAA heeft zich het doel gesteld in 2030 emissievrij te zijn. De belangrijkste bedrijfsonderdelen met de grootste
impact op het verduurzamen van de organisatie zijn vastgoed, materieel en overige bedrijfsvoering.
Duurzaamheid speelt al jarenlang een rol binnen VrAA. Door de internationale Sustainable Development Goals
(SDGs) van de Verenigde Naties als raamwerk te erkennen én deze duurzame ontwikkelingsdoelen te koppelen
aan onze beleidsdoelen wordt er meer integraal en gestructureerd naar duurzaamheid gekeken. VrAA neemt
op een groene en maatschappelijk verantwoorde handelswijze aan en kijkt daarmee breder dan alleen het
terugdringen van emissies.
De belangrijkste successen die in 2021 zijn bereikt:
- _ Vastgoed: zonnepanelen voor 9 locaties, 6 locaties zijn volledig voorzien van ledverlichting en 2 locaties
zijn gasloos of daarop voorbereid (3 locaties).
- _ Materieel: aanschaf eerste elektrische tankautospuit, EED Energie-audit uitgevoerd waarin de CO2 uitstoot
voor het vervoer in kaart is gebracht, aanschaf van elektrische wagens.
- _ Overige bedrijfsvoering: afval wordt gescheiden en inkoop van groene stroom en gas. 34
- _ Een geslaagde proef met het plaatsen van een bijenkast op het dak van 1 locatie. Ter bevordering van de TO
biodiversiteit worden dit uitgebreid naar meerdere locaties.
- _Eriseen Green Office opgericht om de groene beweging binnen de organisatie aan te sporen en te
bewaken.
7.2.5 Processen
We hebben (in de digitalisering stappen) gezet in het invoeren en optimaliseren van primaire en
ondersteunende processen zoals:
- Een nieuw processoftware (Business Central) waarmee de financiële, fiscale en logistieke processen
optimaal zijn ingericht en beheerd.
- __ Het herinrichten van processen in het personeels- en salarissysteem (AFAS).
- We bereiden ons voor om MS365 in 2022 tot implementatie over te gaan.
- Verdere professionalisering van ons inkoop- en aanbestedingsbeleid.
7.3 Financiering
7.3.1 Treasuryfunctie
Leidend voor de treasuryfunctie is het Treasurystatuut van de Veiligheidsregio, met daarin de volgende
uitgangspunten:
— _hetrisico wordt laag gehouden door gebruik te maken van een liquiditeitsplanning en niet toestaan van
het gebruik van allerlei risicovolle financiële producten;
— tijdelijke overschotten worden via Schatkistbankieren ondergebracht bij het Ministerie van Financiën.
Afhankelijk van de ontwikkelingen in daadwerkelijke investeringen en de ontwikkelingen van reserves en
voorzieningen worden extra financiële middelen aangetrokken.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
7.3.2 Renterisiconorm
De Wet Fido begrenst via de renterisiconorm het deel van de totale langlopende schuld dat in een gegeven jaar
een renterisico mag hebben. De renterisiconorm bepaalt dat het bedrag van de langlopende schuld dat binnen
een gegeven jaar verplicht moet worden afgelost, of waarvan de rente moet worden herzien, maximaal 20%
van het begrotingstotaal mag bedragen. Het doel van deze norm is dat de portefeuille van langlopende
leningen zodanig over de jaren verdeeld is, dat het renterisico dat voortkomt uit herfinanciering en
renteherzieningen gelijkmatig wordt gespreid.
Het renterisico van de veiligheidsregio bedraagt in 2021 daarom € 3 miljoen en dit is ruim binnen de
renterisiconorm van € 20,552 miljoen.
bedragen x € 1.000
A. Renteherzieningen -
B. Herfinanciering 3.033
C. Renterisico (A+B) 3.033
D Begrotingstotaal (A) 102.760
E Renterisiconorm (20% van A) 20.552
Ruimte (+)/ overschrijding (-) (E-C) 17.519
7.3.3 Kasgeldlimiet
De Wet Fido begrenst middels de kasgeldlimiet de maximale kortlopende schuld. Deze limiet bepaalt dat de
kortlopende schuld maximaal 8,2% van het begrotingstotaal (het totaal van lasten) mag zijn. De kasgeldlimiet 35
van de veiligheidsregio bedroeg in 2021 € 8,426 miljoen. De gemiddelde liquiditeitspositie van het 1° tot en met TT
het 4° kwartaal in de onderstaande tabel betreft het gemiddelde van de begin- en eindsaldi van het
desbetreffende kwartaal. De veiligheidsregio heeft in 2021 ruim binnen de kasgeldlimiet geopereerd.
bedragen x € 1.000
REED A0 Kwartaal Kwartaal Kwartaal Kwartaal
1 2 3 4
A. Begrotingstotaal 102.760 102.760 102.760 102./60
B. Kasgeldli miet (A*8,2%) 8.426 8.426 8.426 8.426
C. Netto kortlopende schuld 1.382- 1.166 1.399 6.757
Ruimte (+) / overschrijding (-) 9.808 7.261 7.027 1.669
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
7.3.4 Renteresultaat
Een hoger renterisico leidt tot een hoger risicoprofiel, aangezien de rente op lange termijn een onzekere factor
is. Momenteel is de rente laag, maar het tij kan op enig moment keren. Dit wordt ondervangen middels een
financieringsstructuur die hier zo min mogelijk gevoelig voor is. Door binnen de voorziening kapitaallasten te
rekenen met een hogere rekenrente (1,25%) dan de daadwerkelijke effectieve rente die wordt betaald ( 0,7%
in 2021) wordt het renterisico verlaagd. Het bedrag aan werkelijk betaalde rente in 2021 bedraagt € 162.000.
De veiligheidsregio heeft geen renteresultaat.
7.3.5 Financiering vaste activa
In totaal zijn vier vaste geldleningen afgesloten (in 2016 ging het om een aantal van drie en in 2019 om een
aantal van één). Daarnaast is er begin 2021 een lening met een looptijd van 3 maanden afgesloten, die
inmiddels is afgelost, De specificaties staan in het onderstaande overzicht weergegeven. De bedragen zijn
weergeven in duizenden euro’s.
Totale Werkelijke Restschuld Aflossing in Restschuld Aflossing in Restschuld Aflossng in Restschuld Aflossing in Restschuld
Leninggever Datum Hoofdsom Ni 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december
looptijd rente 2017 2018 2018 2019 2019 2020 2020 2021 2021
[| x£€ 1.000 Xx€1.000 x€ 1.000 Xx£1.000 Xx£€ 1.000 Xx£€1.000 Xx£€ 1.000 x€1.000 Xx€1.000 Xx£€ 1.000
[20110962 Jeng |22dec16f 10000} z10y | osox| 210000 of 210000 of 10000 of 10000} of 10000)
[aorsszee Jono | 2decssf z0000f sp | os of of of of 10000f 2000} zooo} 2000} 600
[_ss2seafene | 2mt2if 15000f 3mad | os NE
[Frees | ___ | 4800 | | _21967| 1034| 20933) 1033| 29.900| 3.033| 26.867| 3.033] 23.833}
36
7.3.6 EMU-saldo
Het EMU-saldo? geeft inzicht in hoe de uitgaven zich verhouden tot de inkomsten in een jaar (en hoe
investeringen in een jaar zich verhouden tot de afschrijvingen). Bij een negatief EMU-saldo besteedt de
veiligheidsregio meer geld dan dat zij ontvangt (en overstijgen de investeringen de afschrijvingen), bij een
positief EMU-saldo is dit andersom. In het onderstaande overzicht worden de EMU-saldi van de jaarrekening
2019, actualisatie 2020 en jaarrekening 2020 weergegeven.
2 Het EMU-saldo is het geraamde onderscheidenlijk gerealiseerde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een Openbaar
Lichaam, in dit geval de veiligheidsregio, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese
systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (BBV artikel 1. lid 1, sub j).
Bedragen x € 1.000
ne Rekening Actualisatie Rekening
Omschrijving kengetal Nr Nr NN
EMU-Saldo (A+B+C-D+E+F-G+H-I-J-K) -8.407 -15.125 -1.470
A. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.g. onttrekking uit
reserves, -3.863 -3.824 -4.,807
B. Afschrijvingen ten laste van de exploitatie. 5.271 5.610 5.418
C. Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de
exploitatie minus de vrijval van de voorzieningen ten bate van de
exploitatie. 2.348 923 4.608
D. Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans
worden geactiveerd. 10.637 17.834 5.872
E. Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie
en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al
in mindering zijn gebracht bij post D. a a a
F. Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit
desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen
verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord. - a
G. Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp
maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de
exploitatie staan) - - -
H. Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet
op exploitatie verantwoord. - - - 37
|l. Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze TE
transacties met derden betreffen. 1.526 817
J. Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post
A genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de
reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die
nog niet vallen onder één van bovenstaande posten. - - -
K. Verwachte boekwinst op exploitatie van verkoop van effecten. - - -
De EMU-saldi voor de rekening 2020, actualisatie 2021 en rekening 2021 zijn respectievelijk minus € 8,407
miljoen, minus € 15,125 miljoen en minus € 1,470 miljoen.
Het EMU-saldo gaat niet uit van baten en lasten, maar gaat uit van ontvangsten en uitgaven, berekend op
transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale
rekeningen in de Europese Unie. Investeringen tellen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten,
waarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen in een jaar tellen echter wel
volledig mee in het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een veiligheidsregio daardoor toch een negatief
EMU-saldo hebben.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
7.4 Onderhoud kapitaalgoederen
Het onderhoud van gebouwen wordt uitgevoerd op basis van een meerjarenplanning. Deze is gebaseerd op
een uitgevoerde conditiemeting (NEN 2767) van alle gebouwen, een daaropvolgende controle en advies van
een bouwkundig adviesbureau en Archidat bouwkosten.
De kosten worden geëgaliseerd via de daarvoor gevormde voorziening. Bij de jaarplanning vindt eventuele
bijstelling plaats van de meerjarenplanning (eventueel uitstel als er geen noodzaak is).
Ook het onderhoud van de voertuigen en overig materieel (bijvoorbeeld pakken en ademluchtapparatuur)
vindt plaats op basis van een planning die is vastgelegd in een geautomatiseerd systeem.
38
7.5 WNT-verantwoording
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) publiceert jaarlijks een
verantwoordingsmodel Wet normering topinkomens (hierna: WNT). Instellingen die onder de reikwijdte van de
WNT vallen, kunnen het model gebruiken om aan de openbaarmakingsplicht zoals opgenomen in de WNT te
voldoen. De onderstaande tabellen zijn van toepassing op de veiligheidsregio.
1. Bezoldiging topfunctionarissen
la. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder
dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling alsmede degenen die op grond van hun
voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt.
Gegevens 2021
bedragen x € 1 M.T.C. van Lieshout
Functiegegevens
Aanvang en einde functievervulling in 2021 01/1-31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte)
Dienstbetrekking?
Bezoldiging |
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 193.133
Beloningen betaalbaar op termijn |
Subtotaal 193.133
A 39
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 209.000
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet n.v.t.
terugontvangen bedrag
Bezoldiging 193.133
Reden waarom de overschrijding al dan niet is n.v.t.
toegestaan
Toelichting op de vordering wegens n.v.t.
onverschuldigde betaling
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2020
Gegevens 2020
bedragen x € 1 M.T.C. van Lieshout
Functiegegevens
Aanvang en einde functievervulling in 2019 01/1-31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte)
Bezoldiging |
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 189.263
Beloningen betaalbaar op termijn |
Subtotaal 189.263
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 201.000
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet n.v.t.
terugontvangen bedrag
Bezoldiging 189.263
Reden waarom de overschrijding al dan niet is n.v.t.
toegestaan
Toelichting op de vordering wegens n.v.t.
onverschuldigde betaling 20
1d. Topfunctionarissen alsmede degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als
topfunctionaris worden aangemerkt met een bezoldiging van € 1.700 of minder.
Gegevens 2021
NAAM TOPFUNCTIONARIS FUNCTIE
F. Halsema Voorzitter Veiligheidsbestuur
T. Poppens Plaatsvervangend voorzitter Veiligheidsbestuur
E, Boog Lid Veiligheidsbestuur
P. Heiliegers Lid Veiligheidsbestuur
G. Oude Kotte Lid Veiligheidsbestuur
J. Langenacker Lid Veiligheidsbestuur
2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking
alsmede degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt.
NVT.
Jaarrekening
42
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
.
8. Geconsolideerde Balans VrAA
8.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
8.1.1 Algemeen
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van het “Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten” en de financiële verordening VrAA met de bijbehorende nota’s.
8.1.2 Vaste activa
De vaste activa zijn gewaardeerd op basis van historische aanschafwaarde onder aftrek van de afschrijvingen.
De afschrijvingen vinden bij de meeste activa lineair plaats en zijn afhankelijk van de verwachte economische
levensduur, waarbij geen rekening wordt gehouden met restwaarden. Op grond wordt niet afgeschreven.
Op verzoek van de gemeenten Amstelveen en Diemen vindt er annuïtaire afschrijving plaats op het maatwerk
om de kapitaallasten gelijkmatig over de tijd te spreiden.
De VrAA wijkt voor de volgende investeringen af van de nota Waardering Activering van vaste Activa VrAA
2017-2020 ( WAAVA). De reden voor de afwijking is in de onderstaande tabel toegelicht.
Aanschafkosten,
| | ares)
Klein meubilair zoals bureaustoelen. 43.740 |Kantoormeubilair 10 5|Ervaring is dat de stoelen niet langer dan 5 jaar meegaan
Gaspakken, valt onder chemicaliënpakken. 49.105} Chemicaliënpakken 5 10[De oude pakken zijn 10 jr meegegaan
Blusslangen 135.754[Niet opgenomen - 5lverwachte levensduur
Comunicatiemiddel voor de snelle interventie
eenheid (SIE} 13.215 |Verbindingsmiddelen 7 10fverwachte levensduur is langer
Er is afgeweken van de afschrijftermijn omdat nog niet
Renovatie kazerne Victor voor de proeftuin kazerne. 252.741| Verbouwingen en aanpassingen 20 10fduidelijk is of Victor in het huidige gebouw blijft. 43
Betreft achteraf ontvangen kosten. Afschrijvingstermijn is ne
39 jaar om gelijk te lopen met het in 2018 eerder
Deze investering wordt annuitaire afgeschreven. 37.717 |Verbouwingen en aanpassingen 20 39 |geactiveerd deel.
Verwachte levensduur is langer. Het repressief deel is in een
jaar eerder geactiveerd waardoor deze kosten in 14 jaar
Bedrijfsinstallaties van kazerne Nico 1.701.919 [Overige installaties 10 14|worden afgeschreven.
Bedrijfsinstallaties 2.893.782 |Overige installaties 10 15 [verwachte levensduur is langer
Zonnepanelen. 471.010| Zonwering 10 15 [verwachte levensduur is langer
Als de nota WAAVA wordt geactualiseerd dit jaar nemen we de bovenstaande wijzigingen hierin mee.
8.1.3 Voorraden
De voorraden zijn gewaardeerd tegen een vaste verrekenprijs (v.v. p.).
De investeringen die nog niet opgeleverd zijn in het lopende jaar, worden per ultimo boekjaar als onderhanden
werk (activa in uitvoering) in de jaarrekening verantwoord.
8.1.4 Vorderingen
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor het risico van
oninbaarheid.
8.1.5 Liquide middelen
Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
81.6 Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves, de bestemmingsreserves en het saldo van
de rekening van baten en lasten.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
8.1.7 Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de voorzienbare verplichting, het verlies
en/of risico’s, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. Voor arbeidskosten gerelateerde
verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een
verplichting opgenomen.
8.1.8 Vlottende passiva
De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
44
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
8.2 Geconsolideerde balans VrAA
Bedragen x € 1.000
ACTIVA VrAA Ultimo 2021 Ultimo 2020
Vaste activa
Materiële vaste activa 75.107 74.682
A121 Gronden en terreinen 4.191 4.270
A123 Bedrijfsgebouwen 51.516 53.114
A125 Vervoermiddelen 11.841 10.043
A129 Overig 7.559 7.255
Vlottende activa
Voorraden 6.379 4.892
A213 Onderhanden werk 5.948 4.208
A214 Gereed product en handelsgoederen 431 684
Uitzettingen 3.741 16.290
A221 Vorderingen op openbare lichamen a 5
A224 Overige vorderingen 1.526 2.480
A225a Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een looptijd <
jaar 2.215 13.810
Liquide middelen 256 70
A23 Liquide middelen (kas- en banksaldi} 256 70 45
Overlopende activa 1.676 3.600
A29b Nog te ontvangen bijdragen van het Rijk - -
A29c Nog te ontvangen bijdragen van overige overheid - -
A29d Overige overlopende activa 1.676 3.600
Totaal 87.160 99.536
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
Bedragen x € 1.000
PASSIVA VrAA Ultimo 2021 Ultimo 2020
Vaste passiva
Eigen vermogen 24.227 29.038
P111 Algemene reserve 8.253 8.621
P112 Bestemmingsreserve 14.720 20.417
P114 saldo van rekeningen 1.254
Voorzieningen 20.799 17.006
P12 Voorzieningen 20.799 17.006
Vaste Schuld 24.418 26.867
P135a Onderhandse leningen van openbare lichamen (art. 1a
Wet Fido) 23.834 26.867
P136 Financial lease 584 -
Vlottende passiva
Vlottende schulden 2.546 5.381
P212 Rood staan op bank a a
P213 Overige schulden 2.546 5.381
Overlopende passiva 15.169 21.244
P29c Vooruit ontvangen bijdragen van overige overheid -
P29d Overige overlopende passiva 15.169 21.244
Totaal 87.160 99.536 46
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
8.3 Toelichting op de balans VrAA
8.3.1 Materiële vaste activa
bedragen x € 1.000
Materiële vaste activa 31-12-2021 31-12-2020
Grond in Erfpacht 4,191 4.270
Gebouwen in Erfpacht 10.721 11.052
Gebouwen 40.795 42.062
Voer- en vaartuigen 11.841 10.043
Overig 7.559 7.255
Totaal 75.107 74.682
In de onderstaande tabel wordt het verloop van de materiële vaste activa nader gespecificeerd.
bedragen x € 1,000
Materiële vaste activa Grondin Gebouwen in Gebouwen Voer- en Overig Totaal
erfpacht erfpacht Vaartuigen
Boekwaarde per 1 januari 4270 11.052 42.062 10.043 7.255 74.682
Bij: investeringen 0 0 535 3.548 1.759 5.842
Af: afschrijvingen -79 -341 -1.803 -1.750 -1455 -5428
Af: buitengebruikstellingen 0 10 0 0 0 10
Boekwaarde per 31 december 4191 10.721 40.794 11.841 7.559 75.106
Aanschafwaarde 4.821 12.854 49.658 31.300 17.699 116.332 47
Cumulatieve afschrijvingen -630 -2,134 -8.863 -19.459 -10.140 -41.226 EN
Boekwaarde per 31 december 4.191 10.720 40.795 11.841 7.559 75.106
8.3.2 Voorraden
Onderhanden werk
bedragen x € 1.000
Onderhanden werk 31-12-2021 31-12-2020
Onderhanden werk 5.948 4208
Totaal 5.948 4.208
De post onderhanden werk betreft de uitgaven met betrekking tot investeringen die nog niet zijn afgerond en
daarom niet zijn geactiveerd in 2021.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
Gereed product en handelsgoederen
bedragen x € 1.000
Gereed product en handelsgoederen 31-12-2021 31-12-2020
Kleding 192 189
Auto-onderdelen 324 345
Blusbenodigdheden 15 10
Kantoorbenodigdheden en overige goederen 80 140
Voorziening incourante voorraden -180 0
Totaal 431 684
De bovenstaande tabel bevat de specificatie van de voorraad per ultimo boekjaar.
8.3.3 Uitzettingen
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist (looptijd < 1 jaar)
bedragen x € 1.000
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist (looptijd < 1 jaar) 31-12-2021 31-12-2020
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist (looptijd < 1 jaar) 2.215 13.810
Totaal 2.215 13.810
Bij de post Uitzettingen in ’s Rijks schatkist gaat het om de rekening courant schatkistbankieren, waar eind
2021 een bedrag van € 2.215.000 op stond. Dit is altijd een momentopname. 8
4
Overige vorderingen
bedragen x € 1.000
Overige vorderingen 31-12-2021 31-12-2020
Debiteuren 1.560 2.515
Voorziening dubieuze debiteuren -34 -35
Totaal 1.526 2.480
8.3.4 Liquide middelen
bedragen x € 1.000
Liquide middelen 31-12-2021 31-12-2020
Kruisposten 6 0
Kas 0 0
Bank 250 70
Totaal 256 70
Er wordt geen kas aangehouden. Eind 2021 had de betaalrekening een positief saldo van € 250.000
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
8.3.5 Overlopende activa
bedragen x € 1.000
Overige overlopende activa 31-12-2021 31-12-2020
Voorschotten personeel 13 14
Nog te ontvangen baten 1.132 2.153
Vooruitbetaalde kosten 423 1.112
Nog te ontvangen belastingen en premies 108 -
Nog te ontvangen bijdragen GBA 322
Totaal 1.676 3.601
De voorschotten personeel betreffen verrekeningen van voorschotten op kazerneniveau en/of
personeelsniveau.
De nog te ontvangen baten hebben betrekking op de nog niet aan derden gefactureerde posten, die betrekking
hebben op het boekjaar 2021. Deze worden in 2022 gefactureerd. Op deze post heeft in 2021 een bedrag van
€ 0,634 miljoen betrekking op de Corona declaratie bij het ministerie van VWS.
49
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
8.3.6 Eigen vermogen
Het jaarrekeningresultaat 2021 voor bestemming is voordelig (€ 1.254.000).
Het hiernavolgend overzicht geeft de stand van het eigen vermogen weer.
bedragen x € 1.000
Eigen Vermogen 31-12-2021 31-12-2020
Algemene reserve 8.254 8.621
Bestemmingsreserves 14.720 20.417
Saldo van rekening 1.254 0
Totaal 24.229 29.038
In de onderstaande tabel worden het verloop van de algemene reserve en het saldo van rekening
weergegeven.
bedragen x € 1.000
Algemene reserve en resultaat voor saldo per 1 Mutaties na Bij Af _saldo per 31
bestemming januari bestemming december
Algemene reserve 8.086 535 -367 8.254
Saldo van rekening 0 1.254 0 1.254
Totaal 8.086 535 1.254 -367 9.508
Bestemmingsreserves 50
Het verloop van de bestemmingsreserves is opgenomen in de onderstaande tabel. TZ
bedragen x € 1.000
Bestemmingsreserve saldo per 1 Mutaties na Bij Af saldo per 31
januari bestemming december
Bestemmingsreserve WW 1.360 0 0 112 1.247
Bestemmingsreserve frictiekosten 0 0 0 0 0
Bestemmingsreserve vastgoed 5.468 0 0 0 5.468
Bestemmingsreserve FLO Amsterdam 9.370 0 0 5.260 4.110
Bestemmingsreserve Strategisch HRM 681 0 118 563
Bestemmingsreserve Informatiesturing 1.446 0 0 180 1.266
Bestemmingsreserve Innovatie 1.041 0 434 457 1.015
Bestemmingsreserve Corona 0 0 0 0 0
Reserve opleiden en oefenen 0 1051 0 0 1.051
Totaal bestemmingsreserve 19.366 1.051 434 6.127 14.720
Bestemmingsreserve WW
Door de herstructurering van het wachtgeldfonds komen vanaf 1 januari 2006 de kosten voor werkloosheid
volledig ten laste van de begroting van de Brandweer Amsterdam-Amstelland. Er is derhalve een
bestemmingsreserve gevormd, die bedoeld is om over de jaren heen de kosten voor werkloosheid te kunnen
reguleren. In 2021 is € 112.000 onttrokken aan deze bestemmingsreserve ter dekking van betaalde
werkloosheidsuitkeringen.
Bestemmingsreserve vastgoed Amsterdam
Het veiligheidsbestuur heeft op 7 april 2014 besloten het resultaat van de verkoop van Amsterdams vastgoed
te laten verlopen via de reserve vastgoed Amsterdam?
Bestemmingsreserve FLO Amsterdam
Er is sprake van flink hogere loonkosten voor het FLO-overgangsrecht.
Door het stopzetten van de levensloopregeling in 2022 zijn er in 2020 en in 2021 extra bijdragen betaald aan de
levenslooptegoeden FLO-regeling. In 2021 bedroegen de totale kosten voor de FLO-regeling €14.757.000.
Dit bedrag heeft geleid tot een overschrijding van het budget voor de FLO-uitkeringen ( maatwerkbijdrage van
gemeente Amsterdam van € 9.500.000) van € 5.260.000. Dit bedrag is extra onttrokken aan de reserve.
Bestemmingsreserve Strategische HRM
Het Veiligheidsbestuur heeft op 30 maart 2020 ingestemd met het per 1 januari 2020 instellen van de reserve
Strategisch HRM.
Bestemmingsreserve Informatiebesturing
Het Veiligheidsbestuur heeft op 30 maart 2020 ingestemd met het per 1 januari 2020 instellen van de reserve
Informatiesturing en de reserve Strategisch HRM. Tevens is door het bestuur op die datum ingestemd met het
per 1 januari 2020 opheffen van de reserve Veiligheidscentrum Haven en het saldo ultimo boekjaar 2019 (€
1,936 miljoen) te doteren aan de reserve Informatiesturing (€ 1,700 miljoen) en de Reserve Strategisch HRM (€
0,236 miljoen).
Bestemmingsreserve Innovatie 51
Het Veiligheidsbestuur heeft op 30 maart 2020 ingestemd met het per 1 januari 2020 instellen van de reserve —_
Innovatie.
Bestemmingsreserve opleiden en oefenen
Het Veiligheidsbestuur heeft op 29 maart 2021 ingestemd met het instellen per 1 januari 2022 van een Reserve
Opleiden & Oefenen waarna zij op 22 november 2021 de reserve Opleiden en Oefenen (O&O) heeft
aangemerkt als een egalisatiereserve ten dienste van rust in de meerjarenbegroting voor O&O.
In 2022 heeft er aan deze reserve geen onttrekking plaatsgevonden als gevolg van de coronamaatregelen.
In de Actualisatie 2022 is opgenomen dat het grootste deel van deze reserve in 2022 wordt onttrokken. Hier is
ook in het opleidingsplan voor 2022 vanuit gegaan.
3 Het veiligheidsbestuur heeft op 7 april 2014 besloten het negatieve en positieve resultaat van de verkoop van
Amsterdams vastgoed te laten verlopen via een onttrekking respectievelijk dotatie aan de reserve vastgoed Amsterdam.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
8.3.7 Voorzieningen
bedragen x € 1.000
Voorzieningen 31-12-2021 31-12-2020
Voorziening egalisatie kap. lasten 16.213 14.252
Voorziening groot onderhoud 2.716 2.139
Overig 1.870 615
Totaal 20.799 17.006
De toekomstbestendigheid van de voorzieningen wordt doorlopend gemonitord. Het verloop van de
voorzieningen is in onderstaand overzicht weergegeven.
Voorziening egalisatie kapitaallasten
bedragen x € 1.000
Voorziening egalisatie kapitaallasten saldo per 1 Dotatie Aanwending Vrijval __ saldo per 31
januari december
Regio 8.940 1.341 0 0 10.281
Aalsmeer 0 0 0 0 0
Amstelveen 362 99 0 0 461
Amsterdam 3.362 416 0 0 3.779
Diemen 361 30 0 0 39
Ouder-Amstel 0 0 0 0 0
Uithoorn 23 14 0 0 37
Boot 733 17 -18 0 733 52
Bocas 470 61 0 0 SSU TT
Totaal 14.251 1.978 -18 0 16.213
De gemeenten betalen jaarlijks een vaste bijdrage voor rente en afschrijving. De kapitaallasten fluctueren
daarentegen doordat investeringen niet gelijkmatig over de jaren plaatsvinden. Op basis van de meerjarige
investeringsbegroting wordt per gemeente gestuurd op meerjarig evenwicht tussen de bijdragen en de
kapitaallasten. Via deze voorziening worden de kapitaallasten geëgaliseerd over de jaren. In 2021 is
€ 1.978.000 aan de voorziening toegevoegd.
Voorziening egalisatie kosten groot onderhoud
bedragen x € 1.000
Voorziening egalisatie kosten groot onderhoud saldo per 1 Dotatie Aanwending Vrijval saldo per 31
januari december
Regio 131 0 0 0 131
Amstelveen 243 169 0 0 412
Amsterdam 1.501 618 -253 0 1.866
Diemen 224 9 0 0 233
Uithoorn -43 23 0 0 -20
Bocas 82 12 0 0 94
Totaal 2.139 831 -253 0 2.717
De gemeenten die het onroerend goed hebben overgedragen aan de Brandweer Amsterdam-Amstelland
betalen jaarlijks een vast bedrag voor groot onderhoud. Via deze voorziening worden de kosten voor groot
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
onderhoud geëgaliseerd. In 2014 is de basis gelegd voor deze voorziening. Als de werkelijke kosten gedurende
het boekjaar afwijken van hetgeen is begroot, wordt het verschil verrekend met deze voorziening.
Voorzieningen overig
bedragen x € 1.000
Voorzieningen overig saldo per 1 Dotatie Aanwending Vrijval saldo per 31
januari december
Voorzieningen algemeen - 187 187
Personeelsgerelateerd 536 1.612 -466 0 1.682
Egalisatie huurkosten Karspeldreef 80 0 -80 0 e
Totaal 616 1.612 -546 0 1.869
Voorzieningen algemeen
De GBA heeft een naheffingsaanslag omzetbelasting over de opstartfase aan de GBA ontvangen.
Door GBA is hier bezwaar tegen gemaakt. Als het bezwaarschrift van de GBA wordt afgewezen, dan claimt de
GBA dit bedrag bij de VrAA voor haar aandeel. Hiervoor is een voorziening getroffen van € 187.000
Personeelsgerelateerde voorziening
De personeelsgerelateerde voorziening betreft een voorziening voor diverse personele regelingen. In 2021 is
hieraan voor een bedrag van € 1.612.000 gedoteerd. De aanwending bedroeg € 466.000
Egalisatie huurkosten Karspeldreef
In 2013 is een voorziening gevormd voor de egalisatie van huurkosten van het hoofdkantoor van BAA. In 2013
is een nieuwe huurovereenkomst afgesloten waarin een huurvrije periode is bedongen aan het begin van de
nieuwe huurovereenkomst. Middels deze voorziening wordt het voordeel aan het begin van de 53
contractperiode evenredig verdeeld over de gehele looptijd van het huurcontract. In 2021 bedraagt de ee
aanwending van de voorziening € 80.000. Het huurcontract is in het 4° kwartaal van 2021 beëindigd.
8.3.8 Vaste schuld
Langlopende lening BNG 31-12-2021 31-12-2020
Saldo per 1 januari 26.867 29.900
Bij: nieuwe leningen 0 0
Af: saldo aflossing -3.033 -3.033
Stand per 31 december 23.834 26.867
BAA heeft in 2016 drie langlopende leningen afgesloten met de BNG met een looptijd van 10, 10 en 15 jaar. In
2019 is een aanvullende langlopende lening afgesloten van € 10 miljoen met een looptijd van 5 jaar, zoals in de
geactualiseerde begroting was aangegeven.
In 2021 is in totaal voor een bedrag van € 3.033.000 afgelost.
Eind 2021 vertegenwoordigen de leningen in totaal een bedrag van € 23.834.000.
Financial lease 31-12-2021 31-12-2020
Financial lease 584 0
Aflossing termijnen 0
Stand per 31 december 584 44.196
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
In de financieringsparagraaf is een specificatie opgenomen.
8.3.9 Vlottende schulden
bedragen x € 1.000
Vlottende schulden 31-12-2021 31-12-2020
Rood staan op bank (rekening-courant) 0 0
Crediteuren 2.546 5.381
Totaal 2.546 5.381
Eind 2021 staat er voor een bedrag van € 2.616.000 op de post crediteuren op de balans, wat een
momentopname is van de facturen die bij VrAA zijn binnengekomen maar eind 2021 nog niet zijn betaald.
8.3.10 Overlopende passiva
bedragen x € 1.000
Overige overlopende passiva 31-12-2021 31-12-2020
Uit te betalen salarissen 3.695 6.343
Nog te betalen kosten 4.139 2.948
Nog te betalen belastingen en premies 5.242 11.094
Loongerelateerde verplichtingen 36 194
Vooruitontvangen baten 2.057 665 54
Vooruitontvangen bijdragen van overige overheid 0 0 TE
Totaal 15.169 21.244
Uit te betalen salarissen
Als gevolg van andere wet- en regelgeving is een groot deel van uitstaande levenslooptegoeden als het ware
via het salaris opgenomen maar in december niet uitbetaald. In januari 2022, tegelijkertijd met de gewone
salarisrun van die maand, zijn de levenslooptegoeden op aparte individuele bankrekeningen gestort. Deze
tegoeden worden later gebruikt voor uitkeringen tijdens het overgangsrecht van het Functioneel Leeftijd
Ontslag (FLO). Als gevolg van deze late betaling is eind 2021 sprake van een bedrag van € 3.695.000 aan uit te
betalen salarissen.
Nog te betalen kosten
Alle lasten voor zover bekend, die betrekking hebben op het boekjaar 2021 en die nog niet via facturen aan de
VrAA in rekening zijn gebracht, worden op de rekening ‘nog te betalen kosten’ gereserveerd. In de loop van
2022 zal het saldo van € 4.139.000 van deze rekening worden afgeboekt.
Nog te betalen belastingen en premies
Via het maandelijks loonjournaal wordt het bedrag aan nog te betalen premies en belastingen automatisch
geboekt op ‘nog te betalen loonheffing’. Op het moment dat de inkoopfactuur van de Belastingdienst volledig
is goedgekeurd, dan vindt de boeking plaats van ‘nog te betalen loofheffing’ aan ‘crediteuren’. In de maand
daarop vindt de daadwerkelijke betaling plaats en vindt de boeking plaats van ‘crediteuren’ aan ‘bank’.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
8.3.11 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
FLO
De VrAA heeft tot 2046 FLO-verplichtingen van in totaal € 129 miljoen. Dit is exclusief de bedragen voor de
FLO-ers van Amstelveen die volgens de overeenkomst met Amstelveen jaarlijks op nacalculatiebasis met hen
worden verrekend.
Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen
on on n 55
Verhuurder start duur eind object resterende looptijd kosten 2021
Schiphol Real Estate 1-10-2006 15 jaar 31-12-2026 Bocas 5 jaar (verlengd aug 2021) 146.867
Gemeente Aalsmeer 1-1-2008 5 jaar 31-12-2021 Aalsmeer 1 (stilzwijgende verlenging 64.400
Leaseauto start duur eind object resterende looptijd kosten 2021
Autolease Midden Nederland 14-2-2020 60 maanden 14-2-2025 Tesla 3 13,5 maanden 28.806
Autolease Midden Nederland 20-3-2020 36 maanden 20-3-2023 Toyota C hybride 39 maanden 12.763
Koffieautomaten start duur eind object resterende looptijd kosten 2021
5
Selecta 1-11-2017 5 jaar 1-11-2022 Koffieautomaten 0,5 jaar 30.069
Kopieerapparaten start duur eind object resterende looptijd kosten 2021
Konica Minolta 1-7-2019 3 jaar 30-6-2022 Kopieerapparaten 0,5 jaar 9.312
Fitness apparatuur kosten 2021
OPPEN Ee
Technogym 1-2-2021 5 jaar 31-1-2026 Fitness apparatuur 5 jaar 16.334
8.3.12 Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum te melden.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
® e
9. Geconsolideerde resultatenrekening
Voor de toelichting op de geconsolideerde begroting wordt verwezen naar de volgende hoofdstukken 10 en 11
waarin de exploitatieoverzichten van de werkmaatschappijen BAA, GHOR zijn opgenomen en toegelicht.
bedragen x € 1.000
VrAA Rekening Actualisatie Rekening saldo
2020 2021 2021
Baten
3.5.2 Uitgeleend personeel 415 322 469 147-
3.6 huren 197 440 341 99
3.8 Overige goederen en diensten 5.243 2.935 4178 1.243-
4.3.1 Inkomensoverdrachten - Rijk 10.505 10.509 11.613 1.104-
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten 80.607 84.730 84.731 1-
4.3.3 Inkomensoverdrachten - gemeenschappelijke regelingen - - - -
4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen = - = -
5.1 Rente E - 18 18-
Totale baten 96.966 98.936 101.350 2.414-
Lasten
1.1 Salarissen en sociale lasten 67.657 71.244 72.901 1.657-
2.1 Belastingen 34 30 24- 54
3.2 Duurzame goederen 108 125 211 86-
3.5.1 Ingeleend personeel 6.616 4.320 5.862 1.542-
3.8 Overige goederen en diensten 19.048 19.762 19.739 23
5.1 Rente 166 932 162 770 56
7.2 Mutaties voorzieningen 1.977 737 1.961 1.224-
7.3 Afschrijvingen 5.271 5.610 5418 192
7.5 Overige verrekeningen 48- - J4- 74
Totale lasten 100.829 102.760 106.156 3.396-
Saldo van baten en lasten 3.863- 3.824- 4.807- 983-
RESERVES
Onttrekkingen 9.183 4,258 6.494 2,236-
Dotaties 3./35 434 434 -
Mutaties in reserves 5.449- 3.824- 6.060- 2.236
Resultaat 1.586 - 1.253 1.253
Voor onvoorzien heeft de veiligheidsregio een bedrag van nul euro opgenomen in begroting. In de rekening is
geen gebruik gemaakt van het bedrag van onvoorzien.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
9.1 Structureel begrotingssaldo
In de notitie structurele en incidentele baten en lasten (d.d. 30 augustus 2018) adviseert de commissie BBV het
structurele begrotingssaldo te presenteren, zie het onderstaande overzicht. Hiermee wordt inzicht gegeven of
de begroting en meerjarenraming structureel in evenwicht zijn.
bedragen x € 1.000
Rekening Actualisatie _ Rekening
Structureel begrotingssaldo eKenns ctualisatie Rekening
2020 2021 2021
Saldo van baten en lasten (+ is batig} 3.863- 3.824- 4.807-
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves (saldo} 5.449- 3.824- 6.060-
Begrotingssaldo na bestemming (+ is batig) 1.586 - 1.253
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) 1.490 312- 1.681-
Structureel begrotingssaldo (+ is batig) 96 312 2.934
Het structurele begrotingssaldo van de rekening 2021 bedraagt € 2,934 miljoen.
57
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
e
10. Resultatenrekening Brandweer
bedragen x € 1.000
BAA Rekening Actualisatie Rekening saldo
2020 2021 2021
Baten
3.5.2 Uitgeleend personeel 415 322 469 147-
3.6 Huren 197 440 341 99
3.8 Overige goederen en diensten 5.243 2.935 4,178 1.243-
4.3.1 Inkomensoverdrachten - Rijk 7.900 7.904 8.959 1.055-
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten 80.282 84.402 84.403 1-
4.3.3 Inkomensoverdrachten - gemeenschappelijke regelingen - - - -
4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen - -
5.1 Rente E - 18 18-
Totale baten 94.036 96.003 98.368 2.365-
Lasten
1.1 Salarissen en sociale lasten 67.657 71.244 72.901 1.657-
2.1 Belastingen 34 30 -24 54
3.2 Duurzame goederen 108 125 211 86-
3.5.1 Ingeleend personeel 4,757 2.272 4.060 1.788-
3.8 Overige goederen en diensten 17.977 18.852 18.219 633
5.1 Rente 166 932 162 770
7.2 Mutaties voorzieningen 1.977 737 1.961 1.224-
7.3 Afschrijvingen 5.245 5.585 5.392 193
7.5 Overige verrekeningen -48 - 14- 74
Totale lasten 97.873 99.777 102.808 3.031- 58
Saldo van baten en lasten 3.837- 3.774- 4.440- 666-
RESERVES
Onttrekkingen 9.157 4.208 6.127 1.919-
Dotaties 3.735 434 434 -
Mutaties in reserves 5.423 3.774 5.693 1.919
Resultaat 1.586 - 1.253 1.253
10.1 Toelichting resultaat
De brandweer sluit het jaar 2021 af met een positief resultaat van € 1.253.000.
10.2 Toelichting baten
De hogere baten zijn met name ontstaan doordat het ministerie van VWS bereid is de meerkosten als gevolg
van COVID-19 te financieren (€ 634.000), de specifieke uitkering van het ministerie van Jen V voor het toezicht
op de handhaving van de coronamaatregelen voor een bedrag van( € 889.000), gedetacheerde medewerkers (€
147.000), de loonindexatie van de brede doeluitkering rampenbestrijding (€ 146.000) en buitengewone baten
(€ 341.000).
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
10.2.1 Uitgeleend personeel
Op de post uitgeleend personeel is een bedrag van € 147.000 meer aan opbrengsten gerealiseerd dan was
begroot als gevolg van de detachering van meer medewerkers bij andere organisaties.
10.2.2 Huren
De huuropbrengsten zijn € 99.000 lager dan begroot.
10.2.3 Overige goederen en diensten
De baten overige goederen en diensten zijn € 1.266.806 hoger dan begroot.
Realisatie tm Verschil met
Overige goederen en diensten Budget budget
Xx € 1.000,- 31-12-2021
Baten OMS 0 0 0
Baten Veiligh.-& Vergunningsadv. 570.000 613.319 43.319
Baten ETC 0 23.319 23.319
Externe omzet BOCAS 1.088.000 1.259.885 171.885
Baten overige dienstverlening 316.000 1.075.797 759.797
Extern gefinancierde activiteiten 155.000 161.292 6.292
Overige baten 119.000 263.669 144.669
Buitengewone baten 663.000 780.525 117.525
Totaal 2.911.000 4.177.806 1.266.806
59
Baten Veiligheids- en Vergunningsadvies
De baten Veiligheids- en Vergunningsadvies zijn € 43.319 hoger dan begroot door een hoger aantal adviezen.
Baten ETC
In de begroting was door de inrichting van het centrale ETB bij de gemeente Amsterdam geen rekening
gehouden met baten. De opbrengsten voor controles en toetsing zijn in de realisatie € 23.319.
Externe omzet BOCAS
De externe omzet van BOCAS is € 171.885 hoger dan begroot. Door open te blijven tijdens de zomermaanden,
vanaf september maximaal gebruik te maken van de capaciteit en een deel van de opleidingen extern weg te
zetten, kon de gebudgetteerde omzet toch nog worden gerealiseerd. In de laatste twee maanden van het jaar
is er nog een eindspurt geweest bij de externe oefeningen en opleidingen. Er is extra omzet gerealiseerd uit het
oefenen en opleiden van externe korpsen ( € 121.000) en extra omzet van FMTC (€ 61.000).
Baten overige dienstverlening
De hogere opbrengsten van € 759.797 hebben voor € 634.000 betrekking op de Corona declaratie
bij het Ministerie van VWS. Bij brief d.d. 20 juli 2020 van de minister van VWS aan de voorzitter van
het Veiligheidsberaad heeft de minister aangegeven bereid te zijn de meerkosten als gevolg van
COVID-19 voor GGD-en Veiligheidsregio’s te willen financieren.
Extern gefinancierde activiteiten
De extern gefinancierde activiteiten kennen in 2021 een € 6.292 hogere opbrengst dan was begroot.
Overige baten
De overige baten zijn € 144.667 hogere dan begroot, vooral als gevolg van baten uit personeelsuitkeringen.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
Buitengewone baten
De buitengewone baten zijn hoger dan begroot door een Btw-voordeel op de verbrande en inmiddels weer
vervangen autoladder.
10.2.4 Inkomensoverdrachten —Rijk
Inkomensoverdrachten - Rijk Budget Realisatie tm Verschil met
x € 1.000,- 31-12-2021 budget
Rijksbijdrage regulier 6.792 6.958 166
Incidentele bijdrage ondersteuning naleving
controle op coronatoegangs bewijzen 0 889 889
Rijksbijdrage bijzonder - CBRN 175 175 0
Rijksbijdrage bijzonder - Versterkingsgel den 938 938 0
Totaal 7.904 8.959 1.055
De hogere ontvangen bijdragen van het Rijk van € 1.055.000 betreffen de loonbijstelling voor de reguliere
bijdrage (brief ministerie van Jen V d.d. 7 juni 2021) en de specifieke uitkering van het ministerie van Jen V
voor het toezicht op de handhaving van de coronamaatregelen voor een bedrag van € 889.000.
De bijzondere bijdragen Versterkingsgelden (interregionale samenwerking) en CBRN zijn niet geïndexeerd.
10.2.5 Inkomensoverdrachten gemeenten
De ontvangen bijdragen van de gemeenten, onderscheiden naar de regionale bijdrage en lokale bijdrage
(maatwerk), zijn conform de geactualiseerde begroting. In het overzicht hieronder zijn deze baten per 60
gemeente zichtbaar. TE
Inkomensoverdrachten - gemeenten Lokale bijdrage Regionale Totaal
(maatwerk) bijdrage
x € 1.000,-
Aalsmeer 65.000 1.147.000 1.212.000
Amstelveen 603.000 4.528.000 5.131.000
Amsterdam 12.225.000 62.566.000 74.791.000
Diemen 186.000 1.125.000 1.311.000
Ouder-Amstel 0 613.000 613.000
Uithoorn 135.000 1.209.000 1.344.000
Totaal 13.214.000 71.188.000 _84.402.000
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
10.3 Toelichting lasten
10.3.1 Salarissen en sociale lasten
De categorie Salarissen en sociale lasten kent in 2021 een overschrijding van het budget van per saldo
€ 1.657.000. Deze is het resultaat van zowel positieve als negatieve afwijkingen op diverse onderdelen, die op
hoofdlijnen het volgende beeld laten zien.
- _ Vacatures: /-€ 1.603.000
- Nieuwe CAO: € 940.000
- Kosten WW: -/- € 113.000
- FLO: € 2.433.000
10.3.2 Belastingen
De vennootschapsbelasting komt per saldo € 54.000 lager uit dan was begroot door een teruggave.
10.3.3 Duurzame goederen en diensten
Op de post duurzame goederen is sprake van een overschrijding van € 86.000.
10.3.4 Ingeleend personeel
Binnen de categorie Ingeleend personeel is sprake van een overschrijding van € 1.788.000, mede door de
tijdelijke externe invulling van openstaande vacatures.
61
10.3.5 Overige goederen en diensten ee
De kosten voor overige goederen en diensten zijn € 633.000 lager dan begroot.
Overige goederen en diensten Budget Realisatie tm Verschil met
x€ 1.000,- 31-12-2021 budget
Brandweerspecifieke kosten 679.632 1.570.643 -891.011
Buitengewone lasten -50.000 7.081 -57.081
Energie 925.000 977.815 -52.815
Gebouwgerelateerde kosten 4.187.551 4.446.986 -259.435
Kleding 313.080 279.348 33.732
Opleiden, oefenen en ontwikkeling 2.967.840 1.593.847 1.373.993
Overige materiële kosten 5.023.576 4.839.553 184.023
Personeelsgerelateerde kosten 2.852.752 3.021.305 -168.553
Voertuig gerelateerde kosten 1.952.826 1.482.712 470.114
Totaal 18.352.257 18.219.290 632.967
De belangrijkste oorzaken voor deze onderschrijding van € 633.000 zijn:
- _ Brandweerspecifieke kosten: € 891.000 hoger. De kosten voor de handhaving van de Coronamaatregelen
door de gemeenten in 2020 van € 889.000 zijn hieronder opgenomen. Bij de Rijksbijdragen ( baten) staat
hier voor hetzelfde bedrag als dekking tegenover.
- _ Gebouw gerelateerde kosten: € 259.000 hoger.
De kosten voor zowel het onderhoud van de installaties als die voor het oplossen van storingen zijn hoger
uitgevallen dan gebudgetteerd (€ 84.000). Hiernaast zijn er hogere huurkosten. Door een vertraging in het
vergunningen traject werd de verwachte beëindigingsdatum van het huurcontract voor de Karspeldreef
met anderhalve maand uitgesteld (€ 100.000). Ook zijn er niet gebudgetteerde huurkosten voor de
tijdelijke huisvesting van de bewoonster van de woonruimte behorend bij de kazerne tijdens de renovatie
van kazerne Dirk (€ 20.000). Verder zijn er extra schoonmaakkosten gemaakt om te voldoen aan de
hygiëne maatregelen vanwege Corona. Hiertegenover staan lager dan verwachte kosten voor beveiliging
en belastingen.
- _ Opleiden en oefenen: € 1.374.000 lager.
Door de corona maatregelen zijn opleidingen en oefeningen niet door gegaan en zijn geplande
opleidingen doorgeschoven naar 2022.
- _ Personeelgerelateerde kosten: € 168.000 hoger
- _ De dienstverlening van de nieuwe arbodienst is 70% duurder dan de vorige aanbieder (€ 65.000).
- _ Extra kosten voor de werving en selectie van nieuw personeel geweest (€ 127.000) Herbij gaat het om
het werven t.b.v. de openstaande vacatures en ook de werving en selectie van blikkie 54,
- __ Herkeuringen na een Corona infectie (€ 20.000) en extra PPMO keuringen (€ 18.000).
- Incidenteel lagere kosten voor de ziektekosten- en overige personeelsverzekeringen door
personeelsmutaties (€ 41.000)
- _ Lagere personeelsuitgaven als gevolg van de beperkende ‘Corona’ maatregelen waaronder
thuiswerken en zo min mogelijk fysieke afspraken (b.v. verbruiksartikelen koffieautomaten, recepties,
reis-en verblijfskosten). Totaal € 24.000.
- _ Voertuig gerelateerde kosten: € 470.000 lager. Ook bij de voertuig gerelateerde kosten is het effect van
de Corona beperkende maatregelen zichtbaar in lagere kosten voor brandstof en onderhoud van
voertuigen ( € 204.000). De monteurs in de garage hebben tot de zomer om de beurt in twee ploegen
gewerkt om besmettingsgevaar te voorkomen. De vertraging in het onderhoudsschema is voor een deel
ingehaald in het najaar. Het is wel duidelijk zichtbaar dat de voertuigen dit jaar minder zijn gebruikt. De
kosten voor vervanging van onderhoudsgevoelige onderdelen ligt lager dan de voorgaande jaren. Dit is
ook terug te zien in het brandstofverbruik van met name de personen voertuigen die lager is. Er is veel
thuis gewerkt en afspraken vonden digitaal plaats. Bij de verzekeringen is ook niet het volledige budget
gebruikt (19k)
62
10.3.6 Kapitaallasten TO
Aan het einde van het jaar wordt er voor gezorgd dat de realisatie van de kapitaallasten (afschrijvingen, rente
en eventuele boekwinsten/verliezen) in totaal uitkomt op het gebudgetteerde bedrag. Bij een verschil tussen
realisatie en budget aan het einde van het jaar, volgt de benodigde toevoeging of onttrekking aan de
voorziening egalisatie kapitaallasten. Deze voorziening zorgt op basis van een meerjarige investeringsbegroting
voor een evenwichtige spreiding van de kapitaallasten over deze jaren. Dit vindt centraal voor de gehele
organisatie plaats op de kostenplaats van de manager CIF.
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
10.4 Toelichting mutatie reserves
Onttrekkingen
Er is voor een bedrag van € 1.920.000 meer aan reserves te onttrokken, dit is per saldo het gevolg van:
Mutatie reserves Budget Realisatie Verschil met
tm _ budget
x€ 1.000,-
Onttrekkingen
Bestemmingsreserve WW 225 112 -113
Bestemmingsreserve vastgoed 0 0 0
Bestemmingsreserve FLO Amsterdam 2.826 5.260 2.434
Bestemmingsreserve Strategisch HRM 414 118 -296
Bestemmingsreserve Informatiebesturing 223 180 -43
Bestemmingsreserve Opleiden en Oefenen 0 0 0
Bestemmingsreserve Innovatie 519 457 -62
Totaal 4.207 6.127 1.920
Dotaties
De dotaties aan de reserves zijn conform begroting. 63
e
11.Resultatenrekening GHOR
bedragen x € 1.000
GHOR Rekening 2020 Actualisatie Rekening 2021 Saldo
2021
Baten
3.5.2 Uitgeleend personeel -
3.6 huren -
3.8 Overige goederen en diensten -
4.3.1 Inkomensoverdrachten - Rijk 2,605 2,605 2,653 48-
4.3.2 Inkomensoverdrachten - gemeenten 325 328 328 -
4.3.3 Inkomensoverdrachten - gemeenschappelijke regelingen - - -
4.3.8 Inkomensoverdrachten - overige instellingen en personen - = -
5.1 Rente - -
Totale baten 2.930 2.933 2.981 48-
Lasten
1.1 Salarissen en sociale lasten - -
2.1 Belastingen - -
3.2 Duurzame goederen - -
3.5.1 Ingeleend personeel 1.859 2.048 1.802 246
3.8 Overige goederen en diensten 1.071 910 1.520 610-
5.1 Rente - -
7.2 Mutaties voorzieningen - 64
7.3 Afschrijvingen 26 25 26 1-
7.5 Overige verrekeningen
Totale lasten 2.956 2.983 3.348 365-
Saldo van baten en lasten 26-|_____50-| 367- 317
RESERVES
Onttrekkingen 26 50 367 317-
Dotaties - -
Mutaties in reserves 26 50 367 317
Resultaat - - - -
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
11.1 Toelichting baten
Het voordeel van € 48.000 op de baten is gerealiseerd door de indexatie van de Rijksbijdrage voor loon- en
prijsbijstellingen 2021. Zie ook de toelichting bij paragraaf 6.2 Rijksbijdragen.
De gemeentelijke bijdragen en de bijdrage van de gemeenschappelijke regeling zijn conform de begroting
gerealiseerd.
11.2 Toelichting lasten
De realisatie van de lasten is € 365. 000 hoger dan begroot. Dit wordt verklaard door de volgende posten:
e _Ingeleend personeel € 246.000 lager dan begroot;
e Overige goederen en diensten € 610.000 hoger dan begroot, vooral door hogere kosten aan medische
hulpmiddelen en hogere kosten aan het uitbesteden van werkzaamheden.
11.3 Toelichting mutaties reserves
In de begroting was uitgegaan van een negatief resultaat van € 50.000 en een onttrekking aan de reserve voor
hetzelfde bedrag om zo op een resultaat van nihil uit te komen. In de realisatie is het saldo van baten en lasten
echter door de bovengenoemde ontwikkelingen € 317.000 lager uitgevallen dan begroot.
Hierdoor komt het saldo van baten en lasten uit op minus € 367.000 en is de benodigde onttrekking aan de
reserve € 367.000.
65
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
ee Í
12.Bijtagen
12.1 Reserves en voorzieningen
bedragen x € 1.000
Reserves & Voorzieningen
S
[ee U
% S ®
SN Ke
Es ë
ê s
SS 5 £
E 8 Ë
° ® S
Algemene reserve BAA 561 -
Algemene reserve GHOR 26- 367
Algemene reserve Vbu
Totaal algemene reserves 535 367
Www - 112
Vastgoed Amsterdam -
FLO Amsterdam - 5.260
Strategische HRM 118
Informatiesturing 180
Innovatie 457
Opleiden & Oefenen 1.051
Totaal bestemmingsreserves 1.051 6.127
Totaal reserves
Voorziening algemeen 66
Personeelsgerelateerd 466 TTT
Egalisatie kapitaallasten 18
Egalisatie kosten groot onderhoud 253
Egalisatie huurkosten 80
Totaal voorzieningen el
Saldo van reserves & voorzieningen | |
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
. ee
12.2 Sisa-bijlage
eh
ige van anenlandee aken en
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2021 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 1-3-2022
Ì.
8 Be 88E
EES EE
5 5 38 ë Indicator Indicator Indicator Indicator
Brede Doeluitkering Besteding (jaar T)
Rampenbestrijding (BDUR)
Besluit veiligheidsregio's
artikelen 8.1, 8.2 en 8.3
|Veiligheidsregio's
Aard controle R
Indicator: A2/01
JenV A12 Incidentele bijdrage Besteding in (jaar T) Zelfstandige uitvoering (Ja/Nee) [Correctie besteding (jaar T-1) [Cumulatieve besteding ({m jaar |Eindverantwoording (Ja/Nee)
ondersteuning naleving (zelfstandige uitvoering inclusief Vanaf SiSa 2022 van toepassing |T) in inclusief uitvoering door
controle op uitvoering door andere partijen, i.v.m. SiSa tussen andere medeoverheden vanaf
coronatoegangsbewijzen niet zijnde medeoverheden) medeoverheden SiSa 2022
|Veiligheidsregio's
Aard controle R Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t
Indicator: A12/01 Indicator: A12/02 Indicator: A12/03 Indicator. A12/04 Indicator: A12/09)|
LEEN el
12.3 Incidentele baten en lasten
12.3.1 Overzicht en toelichting incidentele baten
bedragen x € 1.000
Overzicht incidentele baten per programma Rekening Actualisatie Rekening
Baten
Programma Crisisbeheersing 0 0 0
Crisisbeheersing: Preventie en preparatie 0 0 0
Crisisbeheersing: Crisis- en incidentbestrijding 0 0 0
Crisisbeheersing: Kwaliteitszorg 0 0 0
Programma Brandweerzorg 0 0 0
Brandweerzorg: Advies en toezicht brandveiligheid 0 0 0
Brandweerzorg: Brandveilig wonen 0 0 0
Brandweerzorg: Repressie basisbrandzorg 0 0 0
Brandweerzorg: Coördinatie en bijzonder optreden 0 0 0
Brandweerzorg: Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen 0 0 0
Brandweerzorg: Bestrijding waterongevallen 0 0 0
Brandweerzorg: Zware hulpverlening 0 0 0
Brandweerzorg: Maatwerk basisbrandweerzorg 0 0 0
Brandweerzorg: BOCAS 0 0 0
Brandweerzorg: Projecten en incidentele posten 0 0 0
Programma Alarmering 0 0 0
Alarmering: Meldkamerfunctie monodisciplinair brandweer 0 0 0
Alarmering: GHOR-Meldkamertafel 0 0 0 68
Algemene dekkingsmiddelen en staf Veiligheidsbureau 0 0 1.523 TT
Rijksbijdragen 0 0 889
OMS 0 0 0
Gemeentelijke bijdragen 0 0 0
Overige baten 0 0 634
Staf veiligheidsbureau 0 0 0
Programma Overhead 0 0 0
Incidentele onttrekkingen aan reserves 5.401 739 298
Totaal baten incidenteel 5.401 739 1.821
12.3.2 Overzicht en toelichting incidentele lasten
bedragen x € 1.000
Overzicht incidentele lasten per programma Rekening Xe TEEN ELC KL CTA
Lasten
Programma Crisisbeheersing 0 0 0
Crisisbeheersing: Preventie en preparatie 0 0 0
Crisisbeheersing: Crisis- en incidentbestrijding 0 0 0
Crisisbeheersing: Kwaliteitszorg 0 0 0
Programma Brandweerzorg 0 0 180
Brandweerzorg: Advies en toezicht brandveiligheid 0 0 0
Brandweerzorg: Brandveilig wonen 0 0 0
Brandweerzorg: Repressie basisbrandzorg 0 0 0
Brandweerzorg: Coördinatie en bijzonder optreden 0 0 0
Brandweerzorg: Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen 0 0 0
Brandweerzorg: Bestrijding waterongevallen 0 0 0
Brandweerzorg: Zware hulpverlening 0 0 0
Brandweerzorg: Maatwerk basisbrandweerzorg 0 0 0
Brandweerzorg: BOCAS 0 0 0
Brandweerzorg: Projecten en incidentele posten 0 0 180
Programma Alarmering 0 0 0
Alarmering: Meldkamerfunctie monodisciplinair brandweer 0 0 0
Alarmering: GHOR-Meldkamertafel 0 0 0
Algemene dekkingsmiddelen en staf Veiligheidsbureau 0 0 1.523
Rijksbijdragen 0 0 889
OMS 0 0 0
Gemeentelijke bijdragen 0 0 0 69
Overige baten 0 0 634 TO
Staf veiligheidsbureau 0 0 0
Programma Overhead 0 0 0
Incidentele toevoegingen aan reserves 3.734 1.051 0
Incidentele toevoegingen aan voorzieningen 177 0 1.799
Totaal lasten incidenteel 3.911 1.051 3.502
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
12.4 Baten en lasten naar taakvelden (functies IV3 2018)
Taakvelden rekening 2021 - baten
Taakvelden Programma's
e E
nn o
2 ® Kr ER RE
E
ri EJ E TNA Ei
-] 8 T ee 2
2 5 El de le) —
KZ e ed ne ©
ö el 9 8
Taakveldnr. |[Omschrijvingtaakveld e
Crisisbeheersing en brandweer 643 3.911 0 96.345 452 101.351
bedragen x € 1.000
Taakvelden rekening 2021 - lasten
Taakvelden Programma's
E zo EE
kT e [ij
2 kj KT EIT 5
E
Fl E 2 A Ei
Er 8 T EE EI
Ee 5 ed he hi Ö —_
iz] fe) 4 ET 5
(S) a K 8
Taakveldnr. [Omschrijvingtaakveld Ê
10 0 0 of __so} _ 60)
CC) CEE 21.630
Jo.9____|Vennootschapsbelasting (VpB) af oo of 24
563) 0 o_O „6.060
Resultaat van de rekening van baten en lasten -4.276 -74.164 96.345) -21.228 -4.807
Crisisbeheersing en brandweer 4,909 78.699 |___ gal ol | 84.493
bedragen x € 1.000
70
Jaarverslag en jaarrekening VrAA 2021
12.5 Controleverklaring
Volgt na accountantscontrole
71
| Onderzoeksrapport | 71 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 1376
Publicatiedatum 18 november 2016
Ingekomen op 2 november 2016
Ingekomen in brede commissie Begroting
Te behandelen op 9/10 november 2016
Onderwerp
Motie van het lid Van Soest inzake de Begroting 2017 (bouw- en vergunningenstop
op hotels in de héle stad; spreiding werkt niet).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2017.
Constaterende dat:
— hetgeen zin heeft om het relatief kleine Amsterdam op te delen in zones;
— het hotelbeleid als één geheel gezien moet worden.
Overwegende dat:
— meer hotels leiden tot meer toeristen
— hotels aan de rand van de stad niet voorkomen dat toerisme zich voornamelijk
afspeelt in het centrum.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
een bouw- en vergunningenstop op hotels in de héle stad, indien mogelijk, af te
kondigen, zonder afbreuk te doen aan bestaande afspraken.
Het lid van de gemeenteraad
W. van Soest
4
| Motie | 1 | discard |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering 9 november 2022
Ingekomen onder nummer 396
Status Ingetrokken
Onderwerp Motie van de leden Wijnants, Von Gerhardt, Garmy, Koyuncu en Bobeldijk
inzake Begroting 2023
Onderwerp
Bruggen over het IJ
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over Begroting 2023
Constaterende dat,
-_In de begroting van 2023 er plannen ontbreken voor de bruggen over het IJ
-__ Heteerder gereserveerde geld voor dit project in de begroting 2023 gebruikt wordt voor
andere doelen
-__De woningbouwopgave en ambitie in stadsdeel Noord groot is
-__ De bruggen over het IJ van groot belang zijn voor het ontsluiten van Noord en de mobili-
teit van diens (toekomstige) inwoners
Overwegende dat,
-_ De bruggen over het IJ onderdeel vitmaken van de hele ambitie op het gebied van wo-
ningbouw voor Noord
-_Noord momenteel al moeilijk bereikbaar is en de ponten langzamerhand overbelast raken
-_ De raad inzicht moet krijgen in de mogelijkheden en de toekomst van de ‘Sprong over het
IJ’
-_Het hierbij wenselijk is via scenario’s inzichtelijk te krijgen welke keuzes er voorliggen om
dit project doorgang te laten vinden in een nader te kiezen vorm
-_In deze scenario’s ook de woningbouwambities mee te nemen en de mobiliteitsbehoefte
die daaruit ontstaat, en het effect van de scenario's zelf (geen brug, één brug, hele project
bijv.) op de woningbouwambities te onderzoeken
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
-_ Scenario's te onderzoeken om ‘Sprong over het IJ’ toch doorgang te kunnen laten vinden
-_ Hierbij het effect op de woningbouwambities in mee te nemen
Gemeente Amsterdam Status Ingetrokken
Pagina 2 van 2
-___De onderzochte scenario’s te delen met de raad voor de aanvang van de behandeling
voorjaarsnota
Indieners
D.P.B. Wijnants
M.S. von Gerhardt
|. Garmy
S. Koyuncu
E. Bobeldijk
| Motie | 2 | discard |
Termijnagenda van de Raadscommissie Welzijn en Onderwijs
2011
N.B.: Tijdige aanlevering is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende ambtenaren c.q. sector en raadsleden(indien van toepassing)
Het is in uw eigen belang de aanleverdata van stukken scherp in de gaten te houden
Dit is een interne werk-agenda van de commissie. De voorzitter of de commissie kan deze agenda altijd wijzigen, als men dat noodzakelijk vindt. Er kunnen dus
geen rechten aan worden ontleend.
Ì | ee _| U LL
10 Jan.2012 | Vergadering in stadsdeel ZUID. Eerste R. Rengelink Restant vergadering in
agendapunt met commissie stadsdeel Zuid over een aparte zaal in
Stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel: stadsdeel Zuid.
kennismaking met bestuur, benoeming
bestuurslid. Strategisch beleidspland SOO a/d A.
Jan 2012 Stand van zaken bestedingsvoorstel AWBZ- R. Rengelink Tk? Monique Brok 22 of 29 in db
pakketmaatregel 2011 (en ontwikkelingen 2012-
2014
toezegging
TK 8 nov.
met psychische of psychiatrische problemen november.
estafetteoverleggen
Verbouwing Vijzelhof/De Brede Reus
Jan.2012 Presentatie Zevenmanschap R. Rengelink Verzoek van Lody van de
EE
gehonoreerd.
E | Oe _| U LL
7 Februari Begroting 2012 Stichting Openbaar Onderwijs R. Rengelink Raad 21 februari
2012
23-11-2011 1
Ì mn nn _| | mn: |
Concept-raadsvoordracht Opnieuw kiezen 3 R.Rengelink | Adviseren | ________|Raadmaat |
Stedelijk WMO-beleidsplan R.Rengelink ____ | Bespreken |__|
de Waij (6-9) Presentatie adhv
jaarrapportage
_ me
Accommodaties Bouwmeester regeling huurproblemen
(november) op verzoek
Se Raphael van Kraaij
Opbouw arbeidskrachten onderwijs | VerzoekcieG september |
Huisvesting onderwijs LL Verzoekcie@ september |
23-11-2011 2
| Agenda | 2 | train |
x Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw,
% Amsterdam Volkshuisvesting en Monumenten en Erfgoed Vv
Gewijzigde agenda,
22 februari 2023
Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de raadscommissie Woningbouw
en Volkshuisvesting (WV)
Tijd: og:oo tot 12:30 vur
Locatie: Willem Kraanzaal (commissiezaal)
1 Algemeen deel
a Opening procedureel gedeelte
b Mededelingen
C Vaststellen agenda
d Conceptverslag van de openbare e Tekstuele wijzigingen worden
vergadering van de raadscommissie voor de vergadering aan de
WV d.d. 2 februari 2023 commissiegriffier doorgegeven via
secretariaat [email protected]
e Termijnagenda, per portefeuille
f___TKN-lijst
g Ingekomen stukken
stadsdeelcommissies
2 Inhoudelijk deel
a Opening inhoudelijk gedeelte
b Inspreekmoment Publiek
C Actualiteiten
d Rondvraag
2023-02-17 11:57:19 1
Gemeente Amsterdam
Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten en Erfgoed WV
Gewijzigde agenda, 22 februari 2023
Woningbouw
3 Instemmen met het opheffen van * De gemeenteraad te adviseren in te
geheimhouding op de bijlagen behorend stemmen met de raadsvoordracht
bij het collegebesluit van 6 april 2021 (Gemeenteraad d.d. 15 maart
inzake de raadsinformatiebrief over de 2023).
inventarisatie locaties voor tijdelijke
woningbouw.
Nr. VN2023-004583
L Kennisnemen van raadsinformatiebrief e Terbespreking en voor kennisgeving
d.d. 25-01-2023 met als bijlage de aannemen.
rapportage ‘Onderzoek brandveiligheid * Geagendeerd op verzoek van het lid
tijdelijke unitbouw woonfunctie Van Renssen (GL).
Amsterdam’
Nr. VN2023-004607
TOEGEVOEGDE AGENDAPUNTEN:
Bespreekpunten
Woningbouw
5 Kennisnemen van de gemeentelijke e Terbespreking en voor kennisgeving
inzet ten behoeve van het project van aannemen.
wooncoöperatie de Nieuwe Meent e De commissie RO ís hierbij
Nr. VN2023-006203 vitgenodigd.
e Voorgesteld wordt dit punt gevoegd
te behandelen met agendapunt 6.
Volkshuisvesting
6 Raadsadres van de Nieuwe Meent inzake e Terbespreking en voor kennisgeving
realisatie ecologische, sociaal inclusieve aannemen.
en betaalbare woningen * Geagendeerd op verzoek van het lid
Nr. VN2023-006136 Ahmadi (Blz).
e De commissie RO ís hierbij
uitgenodigd.
* Voorgesteld wordt dit punt gevoegd
te behandelen met agendapunt 5.
7 Kennisnemen van de reactie op motie e Terbespreking en voor kennisgeving
379accent van de leden Ernsting aannemen.
(GroenLinks) en Aslami (D66) inzake * Geagendeerd op verzoek van het lid
goed verhuurderschap en servicekosten Aslami (D66).
Nr. VN2022-042538 e Was oorspronkelijk TKN 5 voor deze
vergadering.
2023-02-17 11:57:19 2
| Agenda | 2 | train |
ME en Agenda vergadering Stadsdeelcommissie
x Nieuw-West Plein 40-45, nr. 1
x 8 juni 2021
Start om 19.30 uur
Vergadering Stadsdeelcommissie
Digitaal
Voorzitter SDC: Mohamed Alkaduhimi
Secretaris SDC: Ilse Plasmeijer
1. Opening
2. Adviesaanvraag Mobiliteitsplan Haven-Stad Zuidflank en Sloterdijk Il
3. Adviesaanvraag Mobiliteitsplan Nieuw-West
4. Sluiting
Dit is een conceptagenda. De agenda kan wijzigen. De meest actuele versie kunt u vinden
op: https://nieuw-west.notubiz.nl/
| Agenda | 1 | train |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Motie
Jaar 2016
Afdeling 1
Nummer 795
Publicatiedatum 29 juli 2016
Ingekomen op 7 juli 2016
Ingekomen in raadscommissie FIN
Behandeld op 14 juli 2016
Uitslag Aangenomen
Onderwerp
Motie van de leden Peters en Verheul inzake de Voorjaarsnota 2016 (behoud
de buurtveiligheidsteams).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Voorjaarsnota 2016 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 449).
Overwegende dat:
— meerdere stadsdelen gebruik maken van buurtveiligheidsteams voor intensieve
buurtgerichte aanpak op het gebied van handhaving en veiligheid; Deze aanpak
voor 2017 en verder nog geen financiering heeft;
— er voor de veiligheid in de stad in de Voorjaarsnota 2016 € 5 miljoen incidenteel
(in 2016) is gereserveerd en € 2 miljoen structureel.
Spreekt uit dat:
— meerdere stadsdelen hebben aangegeven dat buurtveiligheidsteams een goede
invulling blijven om buurtgericht te bouwen aan veiligheid en sociale cohesie
— het goede werk en dito resultaten van deze buurtveiligheidsteams niet verloren
mogen gaan.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders:
de mogelijkheid te laten bestaan om buurtveiligheidsteams, of soortgelijke projecten
die zijn opgezet, onder stedelijke regie en in overleg met een stadsdeel in te zetten in
buurten waar dat nodig is.
De leden van de gemeenteraad
D.W.S Peters
A. Verheul
1
| Motie | 1 | discard |
Gemeente Amsterdam
% Gemeenteraad R
% Raadsagenda supplement 2,
woensdag 6 en donderdag 7 juni 2018
Datum en tijd woensdag 6 juni 2018 13.00 uur en 19.30 uur
en zo nodig donderdag 7 juni 2018 13.00 uur
Locatie Raadzaal
TOEGEVOEGD:
Algemeen
2 Vaststellen van de notulen van de raadsvergadering op 16 mei 2018.
De notulen zijn aan het vergaderdossier toegevoegd.
Openbare Orde en Veiligheid
9A Actualiteit van de leden Poot en Van der Burg inzake het afwijzen van de
aangeboden 24-uursopvang door We Are Here. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 515)
B Actualiteit van de leden Flentge, Mbarki, Ernsting, Van Dantzig, Ceder, Poot,
Taimounti, Simons, Boomsma, Nanninga, Van Soest en Van Lammeren inzake
de zorgen van de gemeentelijke ombudsman over zijn constatering dat misdaad
in Amsterdam makkelijk loont door o.a. ‘een ongeorganiseerde overheid
tegenover georganiseerde criminaliteit’. (Gemeenteblad afd. 1, nr. 514)
Zorg en Welzijn
12A Actualiteit van het lid Simons inzake de genderkliniek van het VUmc.
(Gemeenteblad afd. 1, nr. 513)
4
Gemeente Amsterdam
Gemeenteraad R
Raadsagenda supplement 2, woensdag 6 en donderdag 7 juni 2018
TOEGEVOEGDE INGEKOMEN STUKKEN:
Ingekomen stukken
31 Raadsadres van een burger van 3 juni 2018 inzake het strenger handhaven van
het nuttigen van alcohol op straat.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Openbare Orde en
Veiligheid.
32 Raadsadres van een burger van 1 juni 2018 inzake de verkeerssituatie in de Piet
Mondriaanstraat.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Verkeer en Vervoer.
33 Raadsadres van de Convey Foundation van 4 juni 2018 inzake een aanpak om
kansarme jongeren aan een baan te helpen.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling.
34 Raadsadres van een burger van 1 juni 2018 inzake de afschaffing van
de alleenstaandenkorting op het drinkwater.
Voorgesteld wordt, dit raadsadres in handen van het college van burgemeester
en wethouders te stellen ter afhandeling en een kopie van het antwoord te sturen
naar de leden van de raadscommissie met de portefeuille Waterbeheer.
2
| Actualiteit | 2 | train |
Wor 019724 X Gemeente Raadscommissie voor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten WV
onen
Erfgoed
% Amsterdam Sing
Voordracht voor de Commissie WV van 31 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
Portefeuille Volkshuisvesting
Agendapunt 14
Datum besluit n.v.t.
Onderwerp
Kennisnemen van de raadsinformatiebrief ter afhandeling van de toezegging over internationale
woonproblematiek
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van de raadsinformatiebrief van wethouder Pels ter afdoening van de toezegging in
de commissie WV van 26 oktober 2022 over internationale woonproblematiek.
Wettelijke grondslag
Artikel 160, eerste lid, onder a Gemeentewet: Het college is bevoegd om het dagelijks bestuur van
de gemeente te voeren.
Art 169 Gemeentewet: Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden
afzonderlijk zijn aan de Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde
bestuur (lid 1). Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak
nodig heeft (lid 2). Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde
inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang (lid 3).
Bestuurlijke achtergrond
In de vergadering van de commissie WV van 26 oktober 2022 heeft wethouder Pels op een vraag van
raadslid Broersen (Volt) toegezegd op termijn te kijken hoe de gemeente met andere internationale
steden kan overleggen over woonproblematiek en de commissie hier voor de zomer 2023 over te
informeren.
Reden bespreking
De fractie van Volt zou de afhandeling van deze toezegging graag gevoegd behandelen bij
agendapunt 13 Kennisnemen van het Parool-artikel Woningnood in Amsterdam? Al jaren staan
er 10.000 woningen leeg in de stad’. (VN2023-022531). De toezegging ging over het internationaal
overleggen van de problemen met leegstand en daar hebben zij nog een aantal vragen over.
Uitkomsten extern advies
nvt.
Geheimhouding
nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.19 1
VN2023-019724 % Gemeente Raadscommissie vaor Woningbouw, Volkshuisvesting en Monumenten
Wonen % Amsterdam
% en Erfgoed
Voordracht voor de Commissie WV van 31 oktober 2023
Ter bespreking en ter kennisneming
n.v.t.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Ja, toezegging TA2022-000979 inzake internationale woonproblematiek.
Welke stukken treft v aan?
AD2023-066817 Commissie WV Voordracht (pdf)
AD2023-075758 RIB afdoening toezegging internationale woonproblematiek.pdf (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Directie Wonen, Martijn Kreling, m.kreling@®amsterdam.nl, 06-38080321
Gegenereerd: vl.19 2
| Voordracht | 2 | val |
> Gemeente
Amsterdam
Motie
Datum raadsvergadering _ 23 december 2021
Ingekomen onder nummer 852
Status Aangenomen
Onderwerp Motie van het lid Vroege inzake Impact 3okm/u voor OV
Onderwerp
Impact 3okm/u voor het OV
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over agp 9 Instemmen met de beleidsnota Amsterdam veilig en leefbaar -
3okm/u in de stad VN2021-030163
Overwegende dat:
— het 30 km/u regime ook grote impact gaat hebben op het Openbaar Vervoer;
— hiertegen mitigerende maatregelen kunnen worden genomen die ook weer impactvol kunnen
zijn op bereikbaarheid van de stad;
— _op dit moment het inzicht van deze impact alsmede de mogelijke maatregelen nog ont-
breekt;
— er perstraat alle relevante aspecten moeten worden meegenomen om tot gedragen besluit
tot verlagen van de maximum snelheid te kunnen komen.
Verzoekt het college van burgemeester en wethouders
1. voorstraten waar geen vrijliggende bus- en/of trambaan is en waar 30 km/h als maximumsnel-
heid wordt ingevoerd inzichtelijk te maken wat de impact voor het Openbaar Vervoer zowel
financieel als in tijd is, alsmede de kosten van mogelijk mitigerende maatregelen;
2. dit overzicht ter advisering aan betreffende stadsdeel voor te leggen en gevoegd met dit ad-
vies aan te bieden aan de gemeenteraad.
Gemeente Amsterdam Status Aangenomen
Pagina 2 van 2
Indiener
J.S.A. Vroege
| Motie | 2 | discard |
x Gemeente Amsterdam R
Gemeenteraad
% Gemeenteblad
% Amendement
Jaar 2017
Afdeling 1
Nummer 1237
Publicatiedatum 15 november 2017
Ingekomen op 1 november 2017
Ingekomen in raadscommissie WE
Behandeld op 9 november 2017
Uitslag Ingetrokken
Onderwerp
Amendement van het lid Groot Wassink inzake de Begroting 2018 (super snel
schulden saneren).
Aan de gemeenteraad
Ondergetekende heeft de eer voor te stellen:
De raad,
Gehoord de discussie over de Begroting 2018.
Overwegende dat:
— _Schuldenproblematiek onder Amsterdammers toeneemt in aantal en in ernst.
— Mensen vaak buiten hun schuld in de schulden raken en er zeer moeilijk vanaf
komen.
— Schulden ontwrichtend zijn voor sociale relaties en een groot maatschappelijk
probleem zijn.
— Het vaak lang duurt om schulden in kaart te brengen en te saneren, terwijl snel
handelen juist zeer gewenst is.
— Het wenselijk is om nieuwe aanpak te ontwikkelen om schulden super snel te
saneren.
Besluit:
— Vanaf 2018 structureel 1 miljoen euro beschikbaar te stellen om in samenwerking
met het lectoraat Armoede, te werken aan een aanpak waarin schulden super
snel worden gesaneerd.
— Hierin samen te werken en afspraken te maken met partners in de stad zoals
corporaties, zorgverzekeraars en energieleveranciers.
— Hiervoor dekking te vinden in het verhogen van de toeristenbelasting.
Het lid van de gemeenteraad
B.R. Groot Wassink
4
| Motie | 1 | train |
2x Gemeente
Amsterdam
D West
2 Agenda Stadsdeelcommissie West
Vergaderdatum Dinsdag 17 november 2020 19.45-22.35 uur
Locatie MS-Teams
Telefoonnummer Bestuursondersteuning 06-51250957
E-mail [email protected]
Internet Wwww.amsterdam.nl/west voor actuele informatie (agenda kan gewijzigd worden). Daar
staan de bij deze onderwerpen behorende stukken, evenals op het
raadsinformatiesysteem: https://west.notudoc.nl
Voorzitter Hans Mol
Onderwerp BIJEENKOMST STADSDEELCOMMISSIE 17 november 2020
Bij de agendapunten wordt vermeld door wie het onderwerp is
voorgedragen
1. 19,45 -20.00u
Opening, agenda vaststellen, mededelingen, actualiteiten
Ruimte voor inbreng van actualiteiten!,
2. 20.00 -20.30u
Bewoners aan het woord
Jopie Felkers - ‘Vergunningverlenning Frederik Hendrikstraat 30-
3h’
Ruimte voor inspraak van bewoners over niet geagendeerde
onderwerpen?
OORDEELVORMEND
3. 20.30- 22.00u
Dagelijks Bestuur: Gebiedsplannen 2021
Portefeuille: Fenna Ulichki en Carolien de Heer
BESLUITVORMEND
4, 22.00- 22,30u
Stadsdeelcommissie: Ongevraagd Advies OBA Raads
Commissie Kunst
Portefeuille: Fenna Ulichki
Geagendeerd door D66
Rondvraag
1 De agendacommissie beslist voorafgaand aan de bijeenkomst of iets een actualiteit is.
2 Als u wilt inspreken dan kan dat. Graag ontvangen wij uiterlijk 24 uur voor aanvang van de bijeenkomst uw aanmelding via
[email protected].
| Agenda | 1 | discard |
x Ke é
ps | led /
wen mh GT |
[1 LPS | /
TS mé
Ni ld se nb4 ed, NA k pe d uE
| dh ke De
EE Bi ES hd
Le U ere ER Od
\ | | | À ze A
Factsheet Welke Buurten, Welke Opgaven?
Stadsdeel Noord — Mei 2022
%
x
x
m In deze factsheet wordt ingezoomd op stadsdeel Noord. Daarbij staat de vraag centraal: welke opgaven spelen er in de
buurten in Noord?
= De factsheet is verdeeld in 2 hoofdopgaven: “Veerkracht Bewoners” & “Wonen en Leefbaarheid”. De hoofdopgaven zijn
verdeeld in subthema's met onderliggende indicatoren, zie voor een compleet overzicht van de indicatoren de bijlagen.
m De factsheet is input voor het voeren van het gesprek. Zie de toelichting hieronder voor aanvullende informatie.
m De factsheet is gebaseerd op het dashboard “Welke buurten, welke opgaven?” Beide producten zijn ontwikkeld door team
iGGW. Ze geven in één oogopslag inzicht in de relatieve problematiek van buurten en geven een rangschikking van buurten
op basis van de opgaven. Het dashboard geeft een overkoepelend beeld op het lage schaalniveau van de buurten: waar in
de stad gaat het goed en waar is ruimte voor verbetering. Het dashboard vormt de basis van factsheets voor de 7 stadsdelen
en zijn daarmee een aanvulling op de gebiedsanalyses en de website Gebied in Beeld.
Toelichting:
= __De opgaven geven een actueel beeld van de situatie in buurten.
=__De gebruikte kleuren in de factsheet geven aan in hoeverre de achterliggende cijfers afwijken van het
Amsterdamse gemiddelde. Ze geven niet aan of een cijfer goed of slecht is. In de kaartjes worden gemiddelde
scores gebruikt en komen daarom niet altijd overeen met afzonderlijke kleuren van de subthema's in de tabellen.
= __Elk(sub})thematelt even zwaar mee voor het bepalen van de opgave. Elke ‘indicator’ telt even zwaar mee voor
het bepalen van een ‘subthema’.
= __WVeerkracht Bewoners” is gebaseerd op buurtpercentages (niet op absolute aantallen).
"Wonen & Leefbaarheid” is voor een groot deel gebaseerd op rapportcijfers van bewoners.
=__ Gebruikte indicatoren kunnen beperkingen hebben.
"__ Omdat er over enkele buurten te weinig data beschikbaar is, zijn deze niet opgenomen in deze factsheet. Dit
verklaart dan ook de lege en/of missende buurten in de kaarten en tabellen.
"Erwordt nog geen gebruik gemaakt van de gebiedsindeling van 2022, omdat daar nog onvoldoende data voor
beschikbaar zijn.
% An arta
4 [ Dn. REN N
EEn A En JÁ : dg
m BMA, | |
Ars Vé
ore De ©
EN Ae : X EE
ee U miek ©
E_ iS a Oh
Veerkracht Bewoners
x
x
x
-_De hoofdopgave Veerkracht Bewoners bestaat uit 5 subthema's: ‘werk en a
inkomen’, ‘gezondheid en welbevinden’, ‘jeugd’, ‘ouderen! en ‘meest
kwetsbaar’. E
- 31 buurten in stadsdeel Noord scoren op de hoofdopgave Veerkracht
Bewoners boven het stedelijk gemiddelde.
- 26 buurten in stadsdeel Noord scoren op de hoofdopgave Veerkracht
Bewoners onder het stedelijk gemiddelde.
- De Kleine Wereld kent de laagste score in stadsdeel Noord op de
hoofdopgave Veerkracht Bewoners.
Tabel 1. Top 5 laagst scorende buurten stadsdeel Noord op hoofdopgave Veerkracht Bewoners.
Code _ Gebiednaam Aantal Aantalo-26 antal66: A. Werk en inkomen eN einevinden A. Jeugd {0-26 jaar) A. Ouderen (66+ jaar) A. Meest kwetsbaar
woners jaar (wolwassenen)
vaan vanderretban nn
NS ee
x
x
%
- Er zijn 9 buurten in Noord-Oost die onder het Amsterdamse gemiddelde
scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners. Hiervan scoren De Kleine
Wereld en Werengouw-Midden op alle thema's ondergemiddeld. Op het
thema ‘werk en inkomen’ scoren alle onderstaande buurten onder het
stedelijk gemiddelde. Behalve in Elzenhagen-Zuid is in alle onderstaande Áo
buurten het percentage inwoners met een lage SES hoger dan gemiddeld en
behalve in Buikslotermeerplein is het percentage vroeg er op af
bovengemiddeld hoog.
= Ook op het thema ‘gezondheid en welbevinden’ scoren alle onderstaande
buurten onder het stedelijk gemiddelde. In al deze buurten ligt het percentage
overgewicht/obesitas bij volwassenen hoger dan gemiddeld. Ook geven
relatief veel inwoners aan weinig eigen regie over het eigen leven te hebben.
Tabel 2. Buurten in Noord-Oost die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren.
Code _ Gebiednaam Aantal Aantalo- 26 Aantal 66+ A. Werk en inkomen En eierinden A. Jeugd {0-26 jaar) A. Ouderen (66+ jaar) A. Meest kwetsbaar
inwoners jaar (olwassenen)
NE8d _ Markengouw Midden 28 58 zz Nn
aasde EN ON °°°
x
x
x
-__8 buurten in Noord-West scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder
het Amsterdamse gemiddelde. Er zijn 5 buurten die op alle thema’s onder het _
Amsterdams gemiddelde scoren. Op het thema ‘gezondheid en welbevinden’ B
scoren alle slecht scorende buurten van Noord-West ondergemiddeld. In al deze
buurten ligt het percentage overgewicht/obesitas hoger dan stedelijk. Dit is ook
het geval voor het percentage inwoners met een arbeidsongeschiktheids-
uitkering, het percentage inwoners met een lichamelijke beperking en het
percentage inwoners dat aangeeft weinig regie over het eigen leven te hebben.
-_Verder ligt het percentage inwoners wat ‘meest kwetsbaar’ is in alle buurten en
boven het Amsterdams gemiddelde, net als het percentage lage SES.
Tabel 3. Buurten in Noord-West die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren.
Code _ Gebiednaam Aantal Aantalo-26 antal66+ A. Werk en inkomen tevinden | A Jeugd (0-26 jaar) A_ Ouderen (66+ jaar) A_ Meest kwetsbaar
inwoners jaar (volwassenen)
ep Tesoommcnn an Kn
mac ON 000
x
x
x
Veerkracht Bewoners — Oud-Noord
-_g buurten in Oud-Noord scoren op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners
onder het Amsterdamse gemiddelde. Behalve in Tuindorp Nieuwendam-
West scoren de onderstaande buurten op alle thema’s onder het stedelijk
gemiddelde. In alle onderstaande buurten ligt het percentage inwoners PO _
met overgewicht/obesitas ver boven het gemiddelde. Ook ervaren Î 4 Bn
inwoners veel meer dan gemiddeld weinig regie over het eigen leven. _ at |
Tabel 4. Buurten in Oud-Noord die op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners onder het stedelijk gemiddelde scoren.
A i A i 5 A. Gezondheid en
Code _ Gebiednaam Aanta Aantalo-26 eg antal66+ A. Werk en inkomen welbevinden A. Jeugd (0-26 jaar) A Ouderen {66-jaar) A. Meest kwetsbaar
meoners Jaar
(volwassenen)
Boven Amsterdamse mn ER Onder Amsterdamse
gemiddelde \ gemiddelde
%* D
% Aa. enten
% Á De
LE der Sl A
pe ZK!
RK Afl ot v 4 | B 1e | En
Wonen & Leefbaarheid
KB 4
x%
x
%
Wonen en Leefbaarheid
- De hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid bestaat uit 7 subthema's: n
‘buurttevredenheid algemeen’, ‘ervaren sociale samenhang’, ‘ervaren Kn,
levensloopbestendig-heid buurt’, ‘waardering schoon, heel, prettig en en 8
veilig’, ‘beeldkwaliteit schoon’, ‘tevredenheid woningen’ en _ /
‘toekomstbestendige woningen’. 4 en
» 26 buurten in stadsdeel Noord scoren op de hoofdopgave Wonen en % hk -
Leefbaarheid boven het stedelijk gemiddelde. i Bt,
-_20 buurten in stadsdeel Noord scoren op de hoofdopgave Wonen en De ha
Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde. a
- Van der Pekbuurt kent de laagste score in stadsdeel Noord op de
hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid.
Tabel 5. Top 5 laagst scorende buurten stadsdeel Noord op hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid.
Aantal Aantal Aandeel SO0" Aandeel . . B. Ervaren . ‚ . B.
code Gebieden ne eg er EG men smeten MO jagt son engen Te
Boven Amsterdamse |___On Onder Amsterdamse
gemiddelde gemiddelde
x
x
x
- 8 buurten in Noord-Oost scoren onder het Amsterdamse gemiddelde op de
hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. Behalve de buurt Baanakkerspark-Noord zijn a
dit de buurten die ook ondergemiddeld scoren op de hoofdopgave Veerkracht Dn
Bewoners. JS
-_ Behalve in Loenermark wordt de ‘buurttevredenheid algemeen’ in alle onderstaande /
buurten ondergemiddeld beoordeeld; zowel de buurttevredenheid als de verwachte 4 /
buurtontwikkeling wordt lager beoordeeld dan stedelijk. Dn ed
-__De sociale cohesie, overlast vervuiling en het veiligheidsgevoel in de avond wordt in
alle onderstaande buurten ondergemiddeld beoordeeld. | \
-_ ‘Beeldkwaliteit schoon’ wordt in alle onderstaande buurten bovengemiddeld goed Z
beoordeeld. Er ligt in verhouding minder fijn en grof zwerfafval dan gemiddeld in
Amsterdam.
Tabel 6. Buurten in Noord-Oost die op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde scoren.
- Aantal Aantal Aandeel Soenaer Aandeel Q guurttevredenheid 8. Ervaren sociale B.Evaren B Waarderingschoon, B.Beeldkwaliteit B. Tevredenheid B
ge eeen Gon on) vera OP eme soe samenhang oer heelpratigävelig schoon woningen ngen
Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse
gemido NS ON
x
x
x
=__6 buurten in Noord-West scoren onder het Amsterdamse gemiddelde op
de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. Al deze buurten scoren ook ri
ondergemiddeld op de hoofdopgave Veerkracht bewoners Ke _
-_Op de thema’s ‘buurttevredenheid algemeen’ en ‘tevredenheid woningen’ AAN Se hen
scoren alle buurten onder het Amsterdams gemiddelde. Het cijfer dat er ì
inwoners in onderstaande buurten geven voor verwachte NN )
buurtontwikkeling, onderhoud van de eigen woning, onderhoud van Nn
woningen in de buurt en het onderhoud van de straat ligt onder het E
stedelijk gemiddelde. Y nn Á
- Net als in Noord-Oost wordt de ‘beeldkwaliteit schoon’ in alle
onderstaande buurten bovengemiddeld goed beoordeeld. Er ligt in
verhouding minder fijn en grof zwerfafval dan gemiddeld.
=_Op het thema ‘toekomstbestendige woningen’ scoren Banne Noordoost,
Banne Noordwest en Terrasdorp bovengemiddeld goed.
Tabel 7. Buurten in Noord-West die op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde scoren.
Aantal Aantal Aandeel S006S Aandeel . . B. Ervaren . . . B.
Boven Amsterdamse Onder Amsterdamse
gemee ES ON
x
x
x
Wonen en Leefbaarheid — Oud-Noord
. - em À
=__6 buurten in Oud-Noord scoren onder het Amsterdamse gemiddelde op AR
de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid. Al deze buurten scoren ook Á B
ondergemiddeld op de hoofdopgave Veerkracht Bewoners. %
-_ Ook hier scoort de ‘beeldkwaliteit schoon’ in alle buurten bovengemiddeld S B
goed. De ‘tevredenheid woningen’ wordt in alle onderstaande buurten \ | ar Lc Dn
onder het stedelijk gemiddelde beoordeeld. Onderhoud van de eigen | DD a |
woning en onderhoud van woningen in de buurt wordt in alle nd |
onderstaande buurten ondergemiddeld beoordeeld. |
Tabel 8. Buurten in Oud-Noord die op de hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid onder het stedelijk gemiddelde scoren.
Aantal Aantal Aandeel Aandeel Aandeel B. Ervaren B.
… - _ _ ei ar B. Buurttevredenheid B. Ervaren sociale … B. Waarderingschoon, B. Beeldkwalitef B. Tevredenheid
Cade Gebiednaam ee jen er) boven euro algemeen samenhang lavansloophestandig- her, veels ven schaan 7 woningen ineen
N&ab Vogelbuurt Zuid 4255 2028 72,1 28,3 5 |
Nes Tropen son 5 Ons enn
Boven Amsterdamse |___On Onder Amsterdamse
gemiddelde gemiddelde
% >
Xx MER
HTS Tar À
B MD Kn
Overzicht & definities indicatoren
KB 4
%
%
%
Indicatoren hoofdopgave Veerkracht Bewoners
Subthema Indicatoren Pi SES Eenheid Jaartal
Aandeel 15 tot en met 65-jarigen dat een arbeidsongeschiktheiduitkering ontvangt in december van het peiljaar. Voor de jaren 2010-2016 is gedeeld op het aantal 15 tot en met
A O-uitkering (%) 64-jarigen. Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo uitkeringen. Het aantal uitkeringen op basis waarvan het percentage is uitgerekend is afgerond op percentage 2021
ientallen.
Aandeel Amsterdammers van 19 jaar en ouder dat (zeer) ernstig eenzaam is volgens de eenzaamheidsschaal De Jong-Gierveld. Er wordt gevraagd naar 11 items met betrekking
zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend.
paraman Eigenaren Das aflmensteiann dn dee geine mt zeop entente iben pee Jo |
Lichamelijke beperking (%) . D n . n a percentage 2020
schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend.
- : L er percentage 2020
(volwassenen) olwassenen) kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend.
Aandeel Amsterdammers van 18 jaar en ouder met ernstige psychische klachten (hoog risico op angststoornis of depressie) volgens de K1o screeningslijst die bestaat uit 10
Psychische klachten (%) ragen over de gemoedstoestand in de afgelopen vier weken. De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van doorde GGD [percentage 2020
gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn berekend.
Aandeel Amsterdammers van 18 jaar en ouder met weinig regie over het eigen leven. Deze indicator is gebaseerd op de volgende zeven stellingen.
elk heb weinig controle over de dingen die me overkomen;
Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen;
eEr is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen;
De . elk voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven;
Weinig regie (%) . . percentage 2020
eSoms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben;
eWat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af;
elk kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet.
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de GGD gepubliceerde cijfers, omdat ze op een andere manier zijn
berekend.
sro) Fromm no dhg Eden gegennsgepareden gleden nrd senden pee je |
LSV (%18-22) K 7 7 7 dee: percentage 2020
is een diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of hoger. Er worden alleen gegevens gepresenteerd over gebieden met meer dan 15 bovenleerplichtigen.
Pernette den een a mann Aangeraden TS Opee je |
Peuters met VVE indicatie (%) - : percentage 2020
2014 bestond de doelgroep uit 30 tot en met 48 maanden. Alleen gegevens van gebieden met meer dan 15 peuters worden weergegeven.
A. Jeugd (0-26 jaar) Aandeel jongeren tot en met 17 jaar met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4.
De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde tussen 2 en 10. Elke
ISES laag (% 0-17) inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau en eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen. percentage 2019
“Kinderen tot en met 17 jaar krijgen de score van de hoogst opgeleide ouder.
Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal so inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES.
Aandeel inwoners van 18 tot en met 26 jaar met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4.
De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde tussen 2 en 10. Elke
inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen.
ISES laag (% 18-26) “18 tot 30-jarigen die een opleiding volgen die tot hun startkwalificatie moet leiden, krijgen de score van de hoogst opgeleide ouder. percentage 2019
“Bij 18 t/m 27-jarigen die staan ingeschreven bij een vervolgopleiding wordt het inkomensniveau buiten beschouwing gelaten en telt het niveau van de opleiding die men volgt
zwaarder mee.
Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 50 inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES.
Het aandeel meest kwetsbare bewoners op de bevolking op basis van de kwetsbaarheidsscore.
De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen enfof gezondheid). Personen met
leen score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Zij scoren laag op minstens drie van de volgende hulpbronnen:
*gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in de laagste 20% NL.
a. Meest kwetsbaar Meest kwetsbaar (%) “hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut. percentage zo19
“laag opleidingsniveau of opleiding volgend die niet tot startkwalificatie leidt.
*0-17 jaar: ouders kwetsbaar op werk, opleiding en/of gezondheid.
“18-65 jaar: geen werk en geen opleiding volgend.
“66+: alleenwonend met kwetsbare gezondheid, of partner met kwetsbare gezondheid.
Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal zo bewoners en minimaal 10 bewoners met de score ‘meest kwetsbaar’.
%
%
%
f
Indicatoren hoofdopgave Veerkracht Bewoners
Subthema Indicatoren Pi SES Eenheid Jaartal
Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder dat de eigen ervaren gezondheid omschrijft als (zeer) goed.
(zeer) gezond 65+ (%) De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn schattingen van het RIVM. Deze cijfers kunnen afwijken van door de ggd gepubliceerde cijfers, omdat ze op een percentage 2020
andere manier zijn berekend.
Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder dat (zeer) ernstig eenzaam is volgens de eenzaamheidsschaal De Jong-Gierveld. Er wordt gevraagd naar 11
Eenzaamheid 65+ (%) items met betrekking op emotionele en sociale eenzaamheid. Wanneer op 3 of meer items ‘min of meer’ of ‘ja’ is geantwoord wordt men als eenzaam percentage 2020
beschouwd.
Het aandeel meest kwetsbaren op de bevolking van 66 jaar en ouder op basis van de kwetsbaarheidsscore.
De Kwetsbaarheidsscore heeft een waarde tussen o en 4 en geeft aan op hoeveel hulpbronnen iemand kwetsbaar is (werk, opleiding, inkomen en/of
A. Ouderen (66+ jaar) gezondheid). Personen met een score van 3 of 4 worden tot de meest kwetsbaren gerekend. Ouderen van 66 jaar en ouder krijgen 1 punt voor ieder van de
volgende kenmerken:
Meest kwetsbaar (% 66+) *gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen in laagste 20% NL. percentage 2019
“laag opgeleid
“hogere ziektekosten dan gemiddelde Amsterdammer of uitkering WLZ of niet-zelfstandig wonend in een instituut.
*alleenwonend en kwetsbaar op gezondheid, of samenwonend met een partner die kwetsbaar is op gezondheid.
Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal so bewoners en minimaal 10 bewoners met de score ‘meest kwetsbaar’.
Aandeel Amsterdammers van 65 jaar en ouder met weinig regie over het eigen leven. Deze indicator is gebaseerd op de volgende zeven stellingen.
elk heb weinig controle over de dingen die me overkomen;
Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen;
weinig regie (% 65+) "Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen; percentage 3020
elk voel me vaak hopeloos bij het omgaan met de problemen van het leven;
eSoms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben;
eWat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af;
elk kan ongeveer alles als ik mijn zinnen er op heb gezet.
Aandeel huishoudens met drie jaar of langer een inkomen van maximaal 120% van het Wettelijk Sociaal Minimum (WSM) en een vermogen onder de
vermogenstoets voor de bijstand. Deze huishoudens, de zogenaamde minimahuishoudens, komen in aanmerking voor de armoedebestrijdingsregelingen
van de gemeente Amsterdam.
% Minimahuishoudens langdurig Het betreft alleen huishoudens met een heel jaar inkomen. Studenten en bewoners van instituten zijn buiten beschouwing gelaten. Eris afgerond op 1 percentage 2019
decimaal voor de stad, stadsdelen, 22 gebieden en 27 gebieden. Voor de overige gebiedsindelingen is afgerond op o decimalen. Erworden alleen gegevens
gepresenteerd voor gebieden waarbij geen gegevens te herleiden zijn tot minder dan 10 huishoudens. Eventuele percentages boven de 90% zijn op 90%
gezet.
De geregistreerde werkloosheid is het aandeel 15 tot en met 65-jarigen dat gebruikt maakt van een van de volgende regelingen:
- Bijstand (wwb levensonderhoud, wwb bbz, oiaw ioaz)
- Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (<80%)
7 7 - Ww
A. Werk en inkomen Geregistreerde werkloosheid (%) Tot en met 2017 gaat het om het aandeel 15 tot en met 64-jarigen. In verband met het opschuiven van de WAO-leeftijd wordt vanaf 1-1-2018 gedeeld op percentage 2020
het aantal 15 en 65-jarigen.
Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal 25 geregistreerde werklozen. Het aantal gebruikers van AO en WW is afgerond op
tientallen.
Aandeel inwoners met een lage Sociaaleconomische Score (SES) van 2 tot en met 4.
De SES is een inschatting van iemands positie op de maatschappelijke ladder op basis van het inkomens- en opleidingsniveau. De SES heeft een waarde
tussen 2 en 10. Elke inwoner krijgt 1 tot 5 punten voor het opleidingsniveau eveneens 1 tot 5 punten voor het gestandaardiseerde huishoudinkomen.
SES laag (%) “Kinderen t/m 17 jaar en 18 tot 30-jarigen die een opleiding volgen die tot hun startkwalificatie moet leiden, krijgen de score van de hoogst opgeleide percentage 2019
ouder.
*Bij inwoners tussen 18 en 30 jaar die staan ingeschreven bij een vervolgopleiding wordt het inkomensniveau buiten beschouwing gelaten en telt het niveau
van de opleiding die men volgt zwaarder mee.
Er worden alleen cijfers gepresenteerd over gebieden met minimaal zo inwoners en minimaal 10 personen met een lage SES.
Aandeel Amsterdammers van 18 jaar of ouder dat is aangemeld bij Vroeg er op af met een betalingsachterstand bij een woningcorporatie, Agis, Dienst
Vroeg er op af (%) Belastingen Gemeente Amsterdam en/of een energieleverancier. percentage 2019
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 10 cliënten.
f D
Indicatoren hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid
Subthema Indicatoren Pi SES Eenheid Jaartal
Het aandeel plekken waar op basis van tellingen minstens de score B is gegeven voor de aanwezigheid van fijn zwerfvuil. In vakken van 100 bij 100 meter is
Zwerfvuil fijn steeds gezocht naar de slechtste plek. Deze plek krijgt een score van A+, A, B, C of D, waarbij A+ het beste resultaat is (geen vuil aanwezig) en D het percentage 2020
B. Beeldkwaliteit schoon slechtste (veel vuil aanwezig).
Het aandeel plekken waar op basis van tellingen minstens de score B is gegeven voor de aanwezigheid van grof zwerfvuil. In vakken van 100 bij 100 meter
Zwerfvuil grof is steeds gezocht naar de slechtste plek. Deze plek krijgt een score van A+, A, B, Cof D, waarbij A+ het beste resultaat is (geen vuil aanwezig) en D het percentage 2020
slechtste (veel vuil aanwezig).
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe denkt u dat de buurt waar v woont zich de komende jaren zal ontwikkelen?
Buurtontwikkeling (1-10) (1=zeer negatief, 10 =zeer positief). rapportcijfer 2021
B. Buurttevredenheid algemeen Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe tevreden bent v met uw buurt? (totaaloordeel) (1=zeer ontevreden, 10=zeer
Tevredenheid eigen buurt (1-10) tevreden). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van groenvoorzieningen in uw buurt? (a=ruim
Aanbod groen (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van openbaar vervoer in uw buurt? (z=ruim
Aanbod OV (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag:
Boodschappen (1-10) Wat vindt u van het aanbod van winkels voor dagelijkse boodschappen in uw buurt? (t=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende) rapportcijfer 2021
B. Ervaren levensloopbestendig- Tot en met 2015 werd gevraagd naar het aanbod van winkelvoorzieningen.
heid buurt Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag:
Buurt voor ouderen (1-10) In welke mate vindt u uw huidige buurt geschikt om oud in te worden? (1=helemaal niet geschikt en 10=zeer geschikt). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag:
Buurt/wijkcentra (1-10) Wat vindt u van het aanbod van buurthuizen/wijkcentra in uw buurt? (1=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag:
Kindvriendelijk (1-10) In welke mate vindt u uw huidige buurt geschikt om kinderen in op te laten groeien? (1=helemaal niet geschikt en 1o=zeer geschikt). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod van speelvoorzieningen in uw buurt? (1=ruim
Speelvoorzieningen (1-10) onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag:
Zorgvoorzieningen (1-10) Wat vindt u van het aanbod van zorgvoorzieningen (zoals huisarts) in uw buurt? (z=ruim onvoldoende, 10= ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten.
: . Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van uw woning? "
Onderhoud eigen woning (1-10) : : rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
B. Tevredenheid woningen Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de woningen in de buurt? (1= ruim
Onderhoud woningen buurt (1-10) onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
0 . Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wilt u aangeven in welke mate u tevreden bent over uw woning? (totaaloordeel). n
Tevredenheid eigen woning (1-10) : : rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens zo respondenten.
f D
Indicatoren hoofdopgave Wonen en Leefbaarheid
Subthema Indicatoren Pi SES Eenheid Jaartal
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag:
Mensen helpen elkaar (1-10) Helpen mensen elkaar in vw buurt? (z=nooit en zo=heel vaak). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Kunt u met een rapportcijfer 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van andere personen (dan buren)? (1= ernstige overlast, 10 =geen
overlast). -
Overlast andere personen (1-10) rapportcijfer 2021
Tot en met 2017 werd gevraagd naar overlast van andere groepen mensen (dan buren).
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
B. Ervaren sociale samenhang Kunt u met een rapportcijfer van 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van buren? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). n
Overlast buren (1-10) . , rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Sociale cohesie is berekend op basis van de volgende stellingen:
*De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks
*De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om
“Ik woon in een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is
Sociale cohesie (1-10) *Ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen. rapportcijfer 2020
De antwoorden worden omgescoord naar rapportcijfers, waarbij een 1 staat voor een zeer negatief en een 10 voor een zeer positief oordeel. Sociale
cohesie is het gemiddelde van de rapportcijfers van de vier uitspraken.
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 5o respondenten. Uitzondering zijn de cijfers op buurtniveau: ditiseen driejaarsgemiddelde
Jop basis van minstens 30 respondenten.
B. Toekomstbestendige Energielabel E t/m G (%) Aandeel woningen met een energielabel van E‚ F of G.
woningen
Krappe woningen (%) Aandeel van de bewoonde woningen waarvan de oppervlakte minder dan 20m2 per bewoner beslaat.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de speelvoorzieningen in uw buurt?
Onderhoud speelplaatsen (1-10) (1= ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe beoordeelt u de staat van onderhoud van de straten en stoepen in uw buurt?
Onderhoud straat (1-10) (1= ruim onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
‚ overl iminalitei Kunt u met een rapportcijfer 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van criminaliteit? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). if
B. Waardering schoon, heel, verlast criminaliteit (2-20) Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten. rapportcijfer oet
prettig & veilig
Kunt u met een rapportcijfer van 1 t/m 10 aangeven in welke mate u overlast ondervindt van horeca? (1= ernstige overlast, 10 =geen overlast). n
Overlast horeca (1-10) . , rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: In welke mate ondervindt u overlast van verkeersdrukte? (1= ernstige overlast, 10
Overlast verkeersdrukte (1-10) =geen overlast). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: In welke mate ondervindt u overlast van vervuiling? (1= ernstige overlast, 10 =geen
Overlast vervuiling (1-10) overlast). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Wat vindt u van het aanbod aan fietsparkeervoorzieningen in uw buurt (1=ruim
Parkeren fietsen (1-10) onvoldoende, 10 = ruim voldoende). rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
Gemiddeld rapportcijfer dat bewoners geven als antwoord op de vraag: Hoe veilig voelt u zich 's avonds in uw buurt? (1=zeer onveilig, 10=zeer veilig).
Veiligheidsgevoel avond (1-10) pporte) 9 . P 9 9 { bal 9) rapportcijfer 2021
Er wordt alleen gerapporteerd over gebieden met minstens 20 respondenten.
TA
|
= | Rs
k | . e= e EK. : ze Ll À
mms 5 } Ll B 4 |
tk KA 4 an
| a AE S an
| . Ae kel en En
het gh bald |
ir L en Nn dn NW
/ _ 5 , à = - SN ge li n 5 it rn D { . \ aen
Deze factsheet is een product van team iIGGW (informatiegestuurd GebiedsGericht Werken).
Lotte Bloemendaal - Daniëlle de Boer - Tessa de Kruijk - Roland Oude Ophuis - Hans Schoemaker
Vragen? Stuur een mailtje naar [email protected].
| Factsheet | 18 | train |
Í Geachte ieden van de Gemeenteraad, Wi
ij
In deze brief wil ik u wijzen op de gevolgen van een door u goedgekeurd beleidsvoorstel. Met daar |
aansluitend een paar vragen. Het gaat hier om de wereld van de fietstaxi's. Daar maak ik me namelijk
zorgen om. Ik ben zelf al enige jaren fietstaxi chauffeur en zodoende als kleine zelfstandige werkzaam. |
Dit geldt trouwens voor alle fietstaxi chauffeurs in Amsterdam. We huren een fietstaxi en verdienen |
dan op straat deze huur terug en proberen daarbovenop winst te maken. |
Korte voorgeschiedenis: |
Sinds 2003 rijden er in onze binnenstad fietstaxi's rond. Dat begon met 10 stuks. Het werd een proef
voor 1 jaar. De regie was geheel in handen van het Stadsdeel-Centrum. Deze proef is toen geslaagd en
aansluitend werd er door het Stadsdeel-Centrum een beleid vastgelegd waarin er ruimte was voor
maximaal 30 fietstaxi's, Dit maximum werd toen gesteld om meer redenen. O.a. wilde men géén
ongecontroleerde wildgroei, men wilde ook niet te veel fietstaxi’s op het fietspad in het centrum. In
2004 groeide het aantal van 10 fietstaxi's naar 15 stuks. En daarna duurde het nog tot 2007 voordat er |
een tweede ondernemer operatief werd met ook 15 fietstaxi's. Daar bleek ook ruimte voor. Beide .
bedrijven verhuurden toen samen 30 fietsen. In de 2 zomermaanden waren deze 30 fietsen ook bijna Ì
allemaal verhuurd, maar omdat er meer fietstaxi's op straat waren, werden de verdiensten per
chauffeur minder. Deze toegenomen concurrentie en de afgenomen verdiensten leidde er o.a. toe dat
studenten en dames sinds 2007, er stuk voor stuk mee gestopt zijn. Er zit anno 2010 geen enkele |
student of vrouw meer op de fietstaxi als chauffeur | Al deze vrijgekomen plekken zijn sindsdien S
ingevuld door (met name) Oost-Europese jonge mannen.
Op het stadhuis werden op dat moment plannen gemaakt om milieuvriendelijk vervoer te stimuleren.
En op een bepaald moment zijn daar de fietstaxi's ter sprake gekomen. Deze markt kent op dat |
: moment dus een volumebeleid. Dat maximum stond dus op 30 stuks, ingevuld door 2 bedrijven. Er was |
geen sprake van wachtlijsten om chauffeur te worden. Er was geen kartelvorming. Maar toch heeft dat
beleid heeft zijn langste tijd gehad zo vinden ze. Die markt moet open. En zo geschiedde. De twee | :
bestaande bedrijven kregen wel inspraak. Die vroegen daarbij om goede regulering. Maar deze inspraak
werd van de hand gewezen, want zo werd gezegd door betrokken ambtenaren: “Open is open. Dan
kunnen we daar verder geen restricties in aan brengen. We zien daar geen redenen toe en hebben geen
houvast dit te doen, we kunnen in feite alleen vergunningen uitgeven”.
Met als gevolg dat per 1 julì 2009 de fietstaxì markt volledig open is gesteld. De markt die dus tot
1 juli 2009 een maximum van 30 stuks kende, zal zich in 2010 gaan presenteren met meer dan |
80 fietstaxi's 11 Waarschijnlijk gaat dit nog wel oplopen tot 100+. |
Er zullen vanaf nu veel meer fietstaxi's op straat komen dan dat er ritten zijn. Want bij 30 fietstaxi's was |
er namelijk al sprake van een evenwicht wäarbij iedereen net zijn brood kon verdienen maar er geen |
vetpot te vinden was. Naar mijn mening en ervaring als chauffeur, is er în Amsterdam ruimte voor zo’n |
40 fietstaxi's met een uitschieter naar 50 stuks tijdens evenementen. Maar dan zit je aan echt aan het |
maximum. Al zeker qua ritjes, maar ook nog qua ruimte. |
!
. ° 2 . ;
|
Î
De ambtenaren van het IVV en wethouder Gerson zijn wel gewezen hoe het in London, Berlijn en New
York is gegaan. Daar is namelijk op een gegeven moment de fietstaximarkt ook vrij gegeven, en al deze |
steden om de zelfde reden: het stimuleren van milieuvriendelijk vervoer. In alie drie deze steden zijn ze i
hier zwaar op teruggekomen. Er ontstond namelijk al snel een wildgroei, van 1 manszaakjes, |
middelgrote en grote bedrijven. Er was geen Centrale of Controle-orgaan. Het gevolg was: 1) dat
massaal de regels werden overtreden. 2) dat er te veel fietstaxi's op straat waren, wat hinderlijke
Í
situaties opleverden. Dit leverden weer chagrijnige chauffeurs op en een totaal verziekte markt. Ì
Er wordt vaak gezegd dat een markt zich zelf moeten kunnen regelen. Ik denk dat dit voor heel veel
markten geldt, maar juist niet voor de Taximarkten. Als het heel laagdrempelig is om mee te doen, zal |
dit altijd vele “kruimeldieven” aantrekken. Je hebt namelijk voor het taxivak geen opleiding nodig en |
geen CV. Ì
Een taximarkt is naar mijn mening gezond als iedere deelnemer er de kost mee kan verdienen. Dat
vraagt dus om een bepaalde bescherming. Als tegenprestatie kan je dan (als samenleving en overheid) |
terugverlangen dat de chauffeurs zich erg goed gedragen. Overtreedt de regels, dan kan hij serieus zijn
vergunning verliezen. Bij een open markt, gooi je er eentje uit, maar tegelijkertijd komt er weer eentje .
bij. Dweilen met de kraan open heet dat volgens mij. |
Bescherming kan dus alleen als je werkt met een bepaald maximum, een soort wetenschappelijk
vastgestelde verzadigingsgraad. |
Zodra je (ruim) boven die ‘verzadigingsgraad’ komt, dan begint dus de stress en de ellende, en dus niet
de op papier zo ‘alles zaligmakende’ marktwerking. Je krijgt dan wachtende en chagrijnige chauffeurs,
slechte service en prijzen die aanwijsbaar omhoog gaan, omdat de chauffeurs met minder ritten toch Ì
hun minimum omzet wil halen. |
Daarom ook dat ik vind dat Amsterdam een mooie kans heeft laten liggen, om de liberalisering van de |
fietstaximarkt echt goed aan te pakken. Om er een blijvend pronkstukje van te maken. lets om trots op Ì
te zijn. Dus wel een vrije marktwerking,maar deze toch reguleren en beschermen om eventuele
toekomstige miststanden te voorkomen. Er is ook geheel geen enkel vóór-onderzoek gedaan wat de
gevolgen zouden kunnen zijn. De ambtenaren van het IVV zijn op al deze punten gewezen. Maar om |
nog steeds onduidelijke redenen zijn alle adviezen steeds in de wind geslagen. Had niemand het lef zijn Ì
}
vingers hier aan te branden ? Waarom moeten fietstaxi's de zelfde weg bewandelen als de autotaxi’s ?
De enige reden die ik kan bedenken is dat fietstaxi's gewoon niet erg belangrijk zijn. Niemand heeft aan
ons gedacht. We deden ons werk kennelijk te goed. Vielen niet te erg op.
Nou ik kan u verzekeren dat dit gaat veranderen. U heeft het ook zelf gewild. Wacht maar tot we deze |
zomer met zijn allen door de stad gaan krioelen, op jacht naar een ritje. Elkaar de loef afstekend. We |
gaan dus in één keer van 30 stuks naar méér dan 80 | |
Ì
Hiervoor zijn ook niet genoeg wachtplekken. Een stuk of 12 kunnen er staan wachten op het Damrak. Ì
Nog een paar in de Damstraat. Een stuk of 2 op het Leidseplein. |
Maar de overige 65 fietstaxi's willen ook gezien worden. ik wens ook de Amsterdamse politie er alvast |
veel succes mee. Op dit moment zijn de Amsterdamse fietstaxichauffeurs voor minimaal 70% Oost-
Europees. (Polen, Hongarije en Roemenie). Dit zijn mannen met een lage of geen opleiding. Met vaak |
een beperkte kennis van het Engels en spreken en leren geen Nederlands. Dit percentage groeit. |
Î
Om u tot slot een voorbeeld te geven: |
Ik stond met mijn fietstaxi afgelopen zaterdag 6 februari om 12 uur ’s nachts op het Leidseplein. Om mij
heen stonden nog 7 andere fietstaxi's, dus 8 in totaal. Zoveel fietstaxi op het Leidseplein, had ik zelfs in |
de zomer nog nooit gezien, Op dat moment dacht ik wel. Jammer is dit, als we zo elkaar moeten
beconcurreren, en we het gevoel krijgen dat we de lopende mensen in de weg staan. En het stomme is |
dus dat de prijzen hierdoor eerder omhoog gaan dan omlaag. Het aantal ritten wordt dan minder, maar ij
niet de levenskosten voor de chauffeur. h
_Hoe moet de vrije markt voor de fietstaxi's zich profileren als de markt overspoeld wordt met |
gelukszoekers en kruimeldieven, die dan ook nog eens met elkaar moeten concurreren ?_
Het voelt voor mij als chauffeur, maar ook alle andere chauffeurs die ik dagelijks spreek, alsof we het
slachtoffer geworden zijn van beslissingen van de gemeente die waarschijnlijk niet heeft geweten of
willen weten wat ze daarmee zouden veroorzaken. Ik vrees dat het voor mij persoonlijk dit jaar heel |
moeilijk wordt om tussen al die vele fietstaxi's nog mijn brood te verdienen. De gemeente heeft naar
mijn mening de fietstaxi markt opengesteld zonder zich eerst af te vragen wat de gevolgen zullen zijn. |
Daarom ook die gemiste kans. Maar heel soms krijg je een tweede: Ì
| |
Om u als gemeenteraad te helpen heb ik een tweetal adviezen bedacht: |
1} laat zo spoedig mogelijk een onderzoek doen en professioneel advies uitbrengen wat de open |
merkt voor fietstaxi's inhoudt en wat de gemeente kan doen om de zaak niet uit de hand te
laten lopen zoals in New York, London en Berlijn. Zet eventueel een gedurende dit onderzoek
een onmiddellijke stop op het uitgeven van nieuwe vergunningen, totdat er meer bekend is.
2) Als u ervoor kiest niets te doen, en vindt de vrije fietstaxi markt zich zelf maar moet vormen, j
zorg er dan tenminste voor dat deze harde strijd op straat, op een eerlijk concurrerende manier Ì
kan verlopen. En ondersteund wordt-door handhaving van de regels. Dwz: controle door
specialisten of de fietstaxi nog een fiets is | Controle of de chauffeur zich heeft ingeschreven bij
de Kamer van Koophandel of de Belastingdienst. Controle op alcohol en drugs, enz. Op dit ;
moment zijn er geen structurele controles. Ik zie bv fietstaxi's rondrijden met motoren die
sterker zijn dan het wettelijk toegestane maximum voor een fiets van 250 Watt. Het IVV geeft |
vergunningen uit, maar handhaaft deze niet | |
Ik wil iedereen die deze brief heeft gelezen hartelijk danken. Ik hoop dat er iemand in de gemeenteraad
is die zich aan voelt gesproken dat hij of zij met dit beleid heeft ingestemd, en mij mogelijk een reactie |
kan geven. Kan iemand mij uitleggen waarom er niks geleerd is van de ‘vrije autotaxi markt’ en van de |
ervaringen in andere steden met fietstaxi's ?
Î
| |
Met vriendelijke groet, „OO a ( A Ee
ie Ö
RE EEE ensen enn 5 a el tn
Bezoekadres x Gemeente Amsterdam
Amstel 1
antal Stadsdeel Centrum
Pastbus 202 2% Sector Openbare Ruimte
1000 AE Amsterdam Afdeling Beleid
Telefoon 14 020
Fax 020 552 4433
www.centrum.amsterdam.nl
6 Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdarn
jn -7 APR. 2010
Ons kenmerk ( Lo-\S6GUD)
Uw kenmerk
Behandeld door Roel Versmissen
Rechtstreekse nummer 020 552 4058
Faxnummer 020 552 4222
Bijlage Geen
| Onderwerp Raadsadres 18 februari 2010, beleid fietstaxi's
Geachte heer
Op 18 februari 2010 heeft u aan de gemeenteraad van Amsterdam een raadsadres
gezonden waarin u Waarschuwt voor een wildgroei aan fietstaxi's in de gemeente
Amsterdam. t
Door een vergissing in de procedure is dit raadsadres ter afhandeling doorgezonden aan
de stadsdeelraad van stadsdeel Gentrum. Deze vergissing is inmiddels rechtgezet, zodat
een inhoudelijke beantwoording volgt namens de gemeenteraad van Amsterdam. Een
kopie van deze inhoudelijke beantwoording zal te zijner tijd aan de stadsdeelraad van
stadsdeel Centrum worden aangeboden.
Stadsdeel Centrum gaat er vanuit dat u hiermee, voor wat betreft de positie van stadsdeel
Centrum in de beantwoording, voldoende bent geïnformeerd.
Met vriendelijke groeten,
Ee het dagelijks bestuur,
1 Vz 7
dee
Sectorhoofd Openbare Ruimte
ï Stadsdeel Centrum is bereikbaar per tram lijnen 9 en 14 of metro lijnen 51, 53 en 54 halte Waterlooplein.
| Raadsadres | 4 | train |
Vz023025938 N% Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West, S O
Openbare Ruimte % Amsterdam Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024
Ter kennisneming
Portefeuille Verkeer, Vervoer en Luchtkwaliteit
Agendapunt 6
Datum besluit Nvt.
Onderwerp
Brief van Wethouder Van der Horst aan de Commissie SO nav toezegging 22 februari 2023 met als
onderwerp Opgaven in Noord
De commissie wordt gevraagd
Kennis te nemen van: de brief van 9 november 2023 van wethouder Van der Horst aan de Commissie
SO.
Wettelijke grondslag
Artikel 169 Gemeentewet
1. Het college van burgemeester en wethouders en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de
Gemeenteraad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur (lid 2).
2. Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft (lid 2).
Bestuurlijke achtergrond
Toezegging van wethouder Van der Horst in de vergadering van de commissie stedelijke
ontwikkeling van 22 februari 2023.
Wethouder Van der Horst heeft in de raadscommissievergadering Stadsontwikkeling van 22 februari
2023 bij de bespreking van de contouren van de Aanpak Noord bij het thema Openbare ruimte
toegezegd de raadscommissie voor de zomer 2023 te informeren over welke werkzaamheden in
Noord op stapel staan, welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn en hoe we de ambitie vormgeven
om in Noord extra te investeren in het kader van ongelijk investeren voor gelijke kansen.
De brief is afgestemd met portefeuillehouders Abid en El Ksaihi van het Dagelijks Bestuur van
stadsdeel Noord.
Reden bespreking
Nvt.
Uitkomsten extern advies
Nvt.
Geheimhouding
Nvt.
Uitgenodigde andere raadscommissies
Gegenereerd: vl.6 1
VN2023-025938 % Gemeente Raadscommissie voor Stadsontwikkeling, Masterplan Nieuw-West,
Verkeer en % Amsterdam Masterplan Zuidoost, Aanpak Binnenstad, Aanpak Noord
Openbare Ruimte _%X asterplan Zuidoost, Aanpa enstad, Aanpak Noo
Voordracht voor de Commissie SO van 10 januari 2024
Ter kennisneming
Nvt.
Wordt hiermee een toezegging of motie afgedaan?
Met deze brief beschouwt het College de volgende toezeggingen als afgedaan:
* TA2023-000184 - SO - Plan van aanpak achterstallig onderhoud openbare ruimte
* TA2023-000425 - SO - Onderhoudswerkzaamheden openbare ruimte Noord
Welke stukken treft v aan?
AD2023-091672 20231109 1. Raadsinformatiebrief opgaven Noord - 5 blz.pdf (pdf)
AD2023-091670 Commissie SO Voordracht (pdf)
Ter Inzage
Registratienr. Naam
Behandelend ambtenaar of indienend raadslid (naam, telefoonnummer en e-mailadres)
Verkeer & Openbare Ruimte, Jan-Willem Sluyters, 06-12963312
Gegenereerd: vl.6 2
| Voordracht | 2 | train |
mn
OO ®
LN ‘ Ee Instituut
_ . al
| rn N p
f \ Î de
| ®- ú à
mn
en a
Monitor discriminatie bij
woningverhuur 2023
En al
mn
mn
| n h OU d 5 _Deelconclusie correspondentietesten 31
6 Onderzoeksopzet mystery calls 33
6.1. Uitvoering van de calls 33
6.2. Selectie van de verhuurbemiddelaars 33
Samenvatting 4 6.3. Analyse van de gesprekken 33
Resultaten correspondentietesten 5
Resultaten mystery calls 6 7 Resultaten mystery calls 35
Conclusie 7 7.1. Resultaten en percentages 35
7.2. Kwalitatieve analyses 36
1 __ Inleiding 9
8 _Deelconclusie mystery calls 42
2 Achtergrond 1
2.1. Discriminatie bij woningverhuur 11 9 Conclusie monitor discriminatie bij woningverhuur 2023 44
2.2. Objectieve discriminatie meten met praktijktesten 13
2.3. De intentie tot discrimineren meten met mystery calls 14 Bijlage 1 Geslaagde correspondentietesten 48
2.4. Ethische afwegingen 14 Aantal geslaagde testen, unieke advertenties en unieke aanbieders 48
Type woning, huurprijs en woonoppervlakte 48
3 Onderzoeksopzet correspondentietesten 16 Geografische spreiding 49
3.1. Uitvoering van de testen 16
3.2. Profielen 17 Bijlage 2 Gespreksleidraad mystery calls 51
3.3. Aantal testen, power en testrondes 17
3.4. Selectie van advertenties 18 Bijlage 3 Tekstbericht voorbeelden 52
3.5. Verwerking van de reacties 18
3.6. Analyse van de reacties 18 Bijlage 4 Codenummers correspondentietesten 53
37. Kanttekeningen 20
Bijlage 5 Literatuur 54
4 Resultaten correspondentietesten 22
41. Netto-discriminatiegraad 23
4.2. Uitnodigingskansen 26
4.3. Aanvullende analyses 27
4.4. Vergelijking tussen de eerdere monitoren (trend) 28 n
En
Te _
mn
mn
S ame nvatti n g Door middel van correspondentietesten reageerden we met twee fictieve,
quasi-identieke profielen op advertenties van huurwoningen die via verhuur-
platform Pararius werden aangeboden. Het ene profiel had een Marokkaans
klinkende mannen- of vrouwennaam of een Pools klinkende mannennaam
Dit rapport presenteert de resultaten van de derde landelijke monitor discri- (testprofiel), het andere profiel had een Nederlands klinkende mannen- of
minatie bij woningverhuur. Net als in de eerdere twee landelijke monitoren is vrouwennaam (controleprofiel). Vervolgens vergeleken we de terugkomende
in deze monitor onderzocht: reacties van woningaanbieders, om erachter te komen of iemands veronder-
stelde etnische achtergrond van invloed is op zijn/haar kans om uitgenodigd
e _Inhoeverre mensen met een van origine niet-Nederlands klinkende naam: te worden voor een bezichtiging. Ook analyseerden we in hoeverre seksuele
dezelfde kans hebben op een bezichtiging van een huurwoning als mensen gerichtheid uitnodigingskansen bepaalt. Hiervoor zetten we fictieve homosek-
met een Nederlands klinkende naam. suele koppels (bestaande uit twee typische mannennamen) en heteroseksuele
e _Ofstellen bestaande uit twee mannen (met Nederlands klinkende namen) koppels (bestaande uit een typische mannennaam en een typische vrouwen-
dezelfde kans hebben op een bezichtiging als stellen bestaande uit een naam) in. En tot slot analyseerden we ook de invloed van gender (Nederlandse
man en vrouw (beiden met Nederlands klinkende namen). vrouwennamen in vergelijking met Nederlandse mannennamen). Dit, omdat
e In hoeverre verhuurbemiddelaars bereid zijn om mee te werken aan een uit de tweede landelijke monitor bleek dat de vrouwelijke profielen significant
discriminerend verzoek van een fictieve verhuurder. (p < 0,05) minder vaak werden uitgenodigd dan de mannelijke profielen.
© _Inaanvulling hierop toetsen we dit jaar voor het eerst in hoeverre gender?
van invloed is op uitnodigingskansen. Het verschil in uitnodigingskansen tussen de test- en controleprofielen
drukken we uit in de netto-discriminatiegraad. Een positieve netto-discri-
Net als in de eerste twee landelijke monitoren is in het onderzoek gebruikge- minatiegraad geeft het percentage weer dat het testprofiel systematisch wordt
maakt van correspondentietesten en mystery calls als methode. benadeeld ten opzichte van het controleprofiel. Ben negatieve netto-discrimi-
natiegraad geeft het percentage weer dat het testprofiel wordt bevoordeeld
ten opzichte van het controleprofiel.
_ . .
1 Waar wij het hebben over of een naam Nederlands of Marokkaans of Pools klinkt, bedoelen we ‘van Tenslotte onderzochten we met zogenaamde mystery calls de bereidheid
origine. De gekozen namen bij deze profielen zijn gebaseerd op een lijst met gevalideerde namen uit van een verhuurbemiddelaar om mee te bewegen met een discriminerend
recent Belgisch onderzoek ‚ waaronder Marokkaans en Pools klinkende namen. verzoek van een fictieve verhuurder. Acteurs belden met verhuurbemiddelaars
: Ln Sezen horn en gender mn ne vapporn 0e > 7 gesjaaht vormijen oa Tam oke en en stelden de vraag: ‘Zou het mogelijk zijn om niet te verhuren aan buiten-
gische Kenmerken. \sender Verwijst OOK naar de sociale, culturele en psychologische Kenmerken
die ermee in verband gebracht worden. Omdat het hier ging om vrouwelijk of mannelijk klinkende landers; van die Marokkanen, Turken en Polen?’ Het antwoord dat we op deze
namen (en niet lichamelijke kenmerken) kiezen wij in principe voor gender. Wel schrijven we in de
lopende tekst voor de leesbaarheid ‘vrouwennaam’ en ‘mannennaam: vraag terugkregen hebben we gecodeerd en geanalyseerd.
4
En
mn TT
Deze twee ingezette methoden van correspondentietesten en mystery calls naam geen lagere kans hebben om te worden uitgenodigd voor een
zijn goede instrumenten om deze structurele ongelijkheid in Nederland in bezichtiging bij de huuradvertenties, dan vrouwen met een Nederlands
kaart te brengen in deze fase van het verhuurproces. Discriminatie na het klinkende naam. In 2021/2022 was er wel nog sprake van een signif-
bezichtigingmoment is in dit onderzoek niet meegenomen. Discriminatie op cant verschil, met een netto-discriminatiegraad van 22% (p < 0,001).
de koopwoningmarkt ook niet. Echter, als we alleen buiten de G4 kijken, zien we wél een significant
verschil. (Netto-discriminatiegraad is 19% (p < 0,05)). Ook dit is minder
Resultaten correspondentietesten dan in 2021/2022 (Netto-discriminatiegraad was 30%).
In de periode januari 2023 tot april 2023 zijn er 3.030 geslaagde correspon- e Profielen met een Marokkaans klinkende naam (man- en vrouwennaam
dentietesten uitgevoerd, verspreid over de vijf verschillende profielparen. Wij gecombineerd), hebben een significant lagere kans om uitgenodigd te
tonen hieronder de belangrijkste resultaten. worden (netto-discriminatiegraad van 13% (p < 0,05)). De uitnodigings-
kansen zijn daarmee gestegen ten opzichte van 2021 toen de netto-dis-
Significante nadelige behandeling van Marokkaans klinkende namen, maar criminatiegraad nog 22% was.
minder dan voorgaande jaren.
Waar in de vorige monitor bleek dat mensen met niet-Nederlandse namen Voor de overige profielen is de netto-discriminatiegraad niet significant.
een significant lagere uitnodigingskans hadden dan Nederlands klinkende e Profielen met een Pools klinkende naam worden minder vaak uitgenodigd,
namen, geldt dat nu minder. maar het verschil is niet significant (netto-discriminatiegraad van 6% (p
= 0,42)). In 2021/2022 hadden zij een 11% (significant, p < 0,05) lagere kans
e Profielen met een Marokkaans klinkende mannennaam worden signif- om uitgenodigd te worden.
cant minder vaak uitgenodigd voor een bezichtiging dan mannen met een
Nederlands klinkende naam. Op landelijk niveau is de netto-discrimina- e De profielen homoseksuele mannenstellen worden dit jaar exact even vaak
tiegraad 18% (p < 0,05). Zij hebben dus een 18% lagere kans om te worden uitgenodigd voor een bezichtiging van een huurwoning als heterosek-
uitgenodigd naar aanleiding van een reactie op de huuradvertenties dan suele stellen. De netto-discriminatiegraad van het homoseksuele stel ten
mannen met een Nederlands klinkende naam. In 2021/2022 was dit nog opzichte van het heteroseksuele stel is 0%. In het vorig onderzoek hadden
23%. Hoewel er dus nog steeds een significant verschil is, is dit wel kleiner de homoseksuele koppels significant meer kans hebben om uitgenodigd
geworden. te worden voor een bezichtiging dan heteroseksuele koppels (netto-dis-
criminatiegraad -10%, p < 0,05).
e Profielen met een Marokkaans klinkende vrouwennaam worden in het
onderzoek minder vaak uitgenodigd voor een bezichtiging dan vrouwen e _Denetto-discriminatiegraad van de Nederlands klinkende vrouwennaam
met een Nederlands klinkende naam, maar dit verschil is niet signif- ten opzichte van de Nederlands klinkende mannennaam is -10% (p = 0,08).
cant. (Netto-discriminatiegraad is 9% (p = 0,23)). Doordat het verschil niet Maar het verschil is niet significant. Dus vrouwen met een Nederlands
significant is, betekent dit dat vrouwen met een Marokkaans klinkende klinkende naam hebben geen hogere kans om te worden uitgenodigd voor
een bezichtiging bij de huuradvertenties.
5
|
mn TT
Uitsplitsing G4 en niet-G4. De trendgegevens laten verder zien dat er vooral in de tweede monitor vaker
Wanneer we de resultaten uitsplitsen naar het verschil in behandeling tussen sprake was van significante discriminatie van Marokkaans klinkende vrou-
de testprofielen en controleprofielen binnen de vier grootste gemeenten (G4) wennamen ten opzichte van het jaar ervoor. In huidig jaar is er geen sprake
versus de rest van Nederland (niet-G4), zien we binnen de G4-gemeenten voor meer van significante discriminatie van het profiel Marokkaans klinkende
geen van de profielen een significante netto-discriminatiegraad. vrouwennaam (2020/2021: 7%, 2021/2022: 22% en 2023: 9%).
In de niet-G4 gemeenten vinden we een significante netto-discriminatieg- Resultaten mystery calls
raad bij het profiel Marokkaans klinkende mannennaam (20%), Marokkaans
klinkende vrouwennaam (19%) en Marokkaans klinkende naam gecombineerd Voor dit onderzoek voerden we 203 mystery calls uit. Acteurs deden zich voor
(209%). Vorig jaar was dit verschil tussen G4 en niet-G4 er ook, maar toen waren als potentiële verhuurders en namen telefonisch contact op met bemiddelaars,
de netto discriminatiegraad in de niet-G4 gemeenten voor deze profielparen waarbij zij het volgende discriminerende verzoek deden: ‘Zou het mogelijk zijn
respectievelijk 33%, 30% en 32%, dus aanzienlijk hoger dan nu. om niet te verhuren aan buitenlanders; van die Marokkanen, Turken en Polen?’
Geen zichtbaar verschil tussen leden en niet-leden van brancheorganisaties. De resultaten van de 203 reacties geven wij hierna weer:
Wanneer we de resultaten uitsplitsen naar aangeboden woningen van leden
en niet-leden van brancheorganisaties (NVM, VBO, Vastgoed Pro, Vastgoed e In21% vande reacties geeft de bemiddelaar expliciet aan niet mee te gaan
Belang? IVBN, VGM NL), zien we nergens een significant verschil tussen deze in het discriminerend verzoek (in 2021/2022 16%).
twee groepen. In het vorige onderzoek was er nog wel een significant verschil e In37% vande reacties gaan de bemiddelaars mee in het discriminerend
tussen leden en niet-leden. Toen werden profielen met een Marokkaans klin- verzoek van de acteurs. Dat is ongeveer gelijk aan 2021/2022 (35%).
kende naam vaker benadeeld door niet-leden (27%) dan door leden (13%). e In 30% van de reacties benadrukt de bemiddelaar dat de keuze aan de
verhuurder zelf is en werkt hiermee dus niet expliciet mee aan het discri-
Trend; na een stijging weer een daling? minerend verzoek, maar faciliteert wel impliciet discriminatie verderop
De verschillen tussen de testen uitgevoerd voor de eerste monitor in 2020, in het proces. Vorig jaar was dit 34%.
voor de tweede monitor in 2021/2022 en voor de huidige monitor in 2023, laten e _Eenklein aandeel van de reacties valt in de categorie ‘strenge selectie’ (6%),
zien dat bij het profiel Marokkaans klinkende mannennaam de netto-discri- waarmee zij selecteren op basis van criteria die indirect discriminerend
minatiegraad over de jaren heen constant en significant blijft (2020/2021: 12%, uit kunnen pakken. Vorig jaar was dit 12%.
2021/2022: 22% en 2023: 18%).
_
3 Vastgoedbelang kon dit jaar niet meewerken aan het verzoek om hun ledenlijst te delen met ons. Zij
konden wel aangeven dat er 39 leden zaten in de lijst die wij gebruikt hebben voor het trekken van de
steekproef. Wij hebben daarom gebruik gemaakt van een ledenlijst uit de eerste monitor (2020). Het
kan natuurlijk zijn dat er sindsdien leden zijn afgevallen en/of nieuwe leden zijn bijgekomen. Maar deze
keuze is te verantwoorden omdat hun 39 leden uit onze steekproef als geheel onder ‘niet-leden’ scharen
een grotere vertekening van de uitkomsten zou betekenen.
6
|
mn TT
In de analyse van de gesprekken valt ons het volgende op: niet wil discrimineren. Maar expats worden ook vaak genoemd als goede
huurders omdat zij de regels rond huurrechten minder goed kennen dan
e Verhuurbemiddelaars hebben verschillende strategieën in hun omgang Nederlanders.
met het verzoek van de verhuurder, bijvoorbeeld: e Er wordt van tevoren meer informatie opgevraagd bij mensen die zich
= het vergelijken van discriminatie met persoonlijke voorkeuren als ‘geen melden voor een bezichtiging dan volgens de Algemene Verordening
huisdieren’ in de woning willen, en de aard en ernst van het verzoek Gegevensbescherming (AVG) mag (bijvoorbeeld identiteitsbewijzen, werk-
daarmee kleiner maken (bagatelliseren). geversverklaringen). Dit blijkt uit zowel de correspondentietesten als de
= het benadrukken dat ‘je niet alleen’ op afkomst moet selecteren, vaak mystery calls.
gevolgd door de vergelijking met expats: ‘buitenlanders’ met een goede
baan en/of hoog opleidingsniveau. Conclusie
= het benadrukken van de grondige selectieprocedures en jarenlange
ervaringen in het kunnen selecteren van goede huurders. Wij concluderen dat er in Nederland sprake is van discriminatie bij het
= dat het ‘markttechnisch' niet handig is omdat dit het aantal potentiële verkrijgen van een huurwoning aangeboden door een particuliere verhuurder.
huurders verkleint. Met name buiten de vier grootste steden van Nederland hebben mensen met
een Marokkaans klinkende naam structureel significant minder kans om
e In37% vande gesprekken blijkt dat de bemiddelaar zich bewust is van de uitgenodigd te worden voor een bezichtiging van een huurwoning. Wel is de
discriminerende aard van het verzoek van de acteur. Dat is meer dan in netto-discriminatiegraad, ook bij deze groepen, gedaald ten opzichte van vorig
2021/2022 toen dit uit 26% van de gesprekken bleek. jaar. Op basis van de correspondentietesten kunnen we stellen dat er in deze
= Binnen die 37% die meegaat in het discriminerend verzoek (75 van de specifieke fase van het verhuurproces minder discriminatie plaatsvindt dan
203 reacties) geeft 35% door hun woordkeuze aan (26 van de 75) heel in de voorgaande jaren.
bewust te zijn dat het verzoek eigenlijk niet ingewilligd mag worden.
Alsnog gaan zij in het verzoek mee. Dit is een groter aandeel dan vorig Ook concluderen wij dat verhuurbemiddelaars nog steeds bereid zijn om mee
jaar (30%). te werken aan een discriminerend verzoek. Uit de 203 mystery calls blijkt
namelijk dat een niet te verwaarlozen deel van de verhuurbemiddelaars bereid
Twee opvallende punten tot slot: is om bewust mensen met een niet-Nederlandse achtergrond direct of indi-
rect uit te sluiten voor verhuring wanneer een verhuurder daar om vraagt
e 56 van de 203 bemiddelaars geven aan graag met expats te werken of (37% ten opzichte van 35% in 2021/2022). Hier staat tegenover dat het aandeel
zich zelfs volledig op die doelgroep te richten. Ook hiervoor geldt: het is verhuurbemiddelaars dat niet mee wil werken ook gestegen is. Namelijk naar
discriminerend en hiermee een overtreding van de wet als een potentiële 21% ten opzichte van 16% in 2021/2022. Ook het aandeel dat aangeeft zelf niet te
niet-expat huurder minder kans krijgt op deze woningen dan een expat discrimineren, maar benadrukt dat de keuze aan de verhuurder is, is gedaald
op basis van herkomst. Expats worden daarnaast vaak aangehaald in de van 34% in 2021/2022 naar 30%.
gesprekken om aan te geven (of de indruk te wekken) dat de bemiddelaar
/
|
an ze
Alle antwoorden overziend is het aandeel van de gesproken verhuurbemidde-
laars dat niet expliciet tegen het discriminerende verzoek ingaat en daarmee
direct óf indirect meewerkt aan discriminatie in 2023 73%. Dit is een kleiner
aandeel dan in de vorige landelijke monitor (2021/2022), waar dit aandeel nog
80% was.
8
|
En al
mn
mn
4 | n le Ì d Í n g De resultaten van de eerste monitor vormden de aanleiding voor de toenma-
lige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties om de aanpak van
discriminatie op de woningmarkt te intensiveren. Ook kondigde de minister
aan om een jaarlijkse opvolging te geven aan de landelijke monitor.° Dit rapport
Hoewel op moment van schrijven de huizenprijzen voor het eerst in tijden is hiervan het resultaat en vormt de derde jaarlijkse monitor discriminatie bij
weer iets lijken te dalen, is het vinden van een woning voor veel mensen nog woningverhuur.
steeds erg lastig. Er wordt, net als in 2022, nog steeds veel gesproken van
een ‘wooncrisis’. Doelgroepen die moeilijk een woning kunnen vinden zijn In dit rapport presenteren we de resultaten die door middel van dezelfde onder-
bijvoorbeeld starters op de woningmarkt, maar ook mensen met een groter zoeksmethoden als in de eerste en tweede monitor (praktijktesten en mystery
risico om gediscrimineerd te worden bij verkrijgen van een huurwoning. Het calls) zijn verkregen en die laten zien in hoeverre discriminatie op basis van
kabinet besteedt in het coalitieakkoord expliciet aandacht aan het tegengaan etniciteit, seksuele gerichtheid en gender in Nederland bij woningverhuur
van discriminatie op de huurmarkt.’ voorkomt. Deze resultaten verkregen we in de periode van januari 2023 tot
en met april 2023. We vergelijken in deze monitor de resultaten met die van
De eerste landelijke monitor discriminatie bij woningverhuur werd twee jaar de eerdere twee landelijke monitoren.
geleden gepubliceerd Aan de hand van praktijktests met fictieve huurders liet
deze monitor zien dat personen met namen die niet van origine Nederlands Leeswijzer
klinken, significant minder vaak werden uitgenodigd voor een bezichtigings- Het onderzoek bestaat uit twee delen. Deelonderzoek A (waar wij objectieve
moment voor een huurwoning dan mensen met van origine Nederlands klin- discriminatie onderzoeken via ‘correspondentietesten!) en deelonderzoek B
kende namen. Het ging hierbij om woningen die zowel door grote, als kleine (waar wij via mystery calls onderzoeken in hoeverre verhuurbemiddelaars
particuliere verhuurders werden aangeboden, waarbij de ongelijke behande- geneigd zijn om huurkandidaten uit te sluiten voor verhuur).
ling van de profielen met niet-Nederlands klinkende namen met name buiten
de grootste vier steden van Nederland plaatsvond. Daarnaast bleek op basis Het rapport bestaat uit negen hoofdstukken. Na deze inleiding presenteren
van telefoongesprekken waarbij acteurs zich voordeden als verhuurder, zoge- we in hoofdstuk 2 de achtergrond van dit onderzoek. Daar gaan we in op het
naamde ‘mystery calls’, dat veel verhuurbemiddelaars bereid waren om direct onderwerp discriminatie bij woningverhuur en de ingezette methoden voor
of indirect mee te werken aan een discriminerend verzoek van een (fictieve) dit onderzoek, namelijk praktijktesten (in de vorm van correspondentietesten)
klant. en mystery calls.
_
4 Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ (2021). _
5 Hoogenbosch, A. en Fiere, B. (2021). Gelijke kansen op een huurwoning in Nederland? Monitor 6 Ollongren, K. (2021). Kamerbrief: Discriminatie op de woningmarkt; uitkomsten onderzoek en vervolg.
discriminatie bij woningverhuur. Rotterdam: Art.1/RADAR. Kenmerk: 2021-0000215787.
9
En
an Le
Hierna volgen drie hoofdstukken (hoofdstuk 3, 4 en 5) over de aanpak en resul-
taten van deelonderzoek A: de correspondentietesten. We sluiten dit deelon-
derzoek af met een deelconclusie in hoofdstuk 5. De hoofdstukken 6, 7 en &
hebben betrekking op deelonderzoek B: de mystery calls.
We sluiten het rapport af met een algemene conclusie in hoofdstuk g. Hierin
doen we ook een aantal aanbevelingen voor vervolgonderzoek. De vergelij-
kingen in de resultaten tussen de eerste en de tweede monitor hebben we
verweven in de resultatenhoofdstukken 4 en 7 en in de (deel)conclusies.
10
|
En al
mn
mn
Ac h te rg ron d geslacht of genderidentiteit, seksuele gerichtheid, handicap of chronische
ziekte, politieke overtuiging, religie, levensbeschouwing, burgerlijke staat en
nationaliteit. Indien dat toch gebeurt kan sprake zijn van discriminatie. Er
zijn namelijk een beperkt aantal gevallen waarin er een ‘objectieve rechtvaar-
Wat is discriminatie bij woningverhuur precies en binnen welke context vindt diging’ van toepassing kan zijn, waardoor het maken van uitzonderingen op
het op dit terrein plaats? Die vragen beantwoorden we in paragraaf 1 van dit deze regels wel is toegestaan. Bijvoorbeeld, wanneer een hospita een kamer
hoofdstuk. In paragraaf 2 beschrijven we hoe discriminatie met praktijktesten in haar eigen woning alleen aan een vrouw wil verhuren, is dat een uitzon-
objectief aangetoond kan worden, en geven we een theoretische onderbouwing dering vanwege het privékarakter van de woning. Deze uitzondering geldt
van deze methode. In paragraaf 3 geven we een soortgelijke beschrijving en echter niet voor discriminatie op basis van ‘ras’ (afkomst/huidskleur), dat is
onderbouwing voor de methode mystery calls. We sluiten dit hoofdstuk af nooit toegestaan.
met een aantal ethische afwegingen die relevant zijn bij dit type onderzoek.
Expats
2.1 Discriminatie bij woningv erhuur Net als in het vorig onderzoek komen we ook dit jaar veel7 bemiddelaars tegen
die zich richten op expats. Het focussen op expats als doelgroep op zich (bijvoor-
In Nederland wordt bijna 14% van de gehele woningvoorraad verhuurd door beeld in de taal van je communicatie, in de naam van je bedrijf, in de locaties/
bedrijven, institutionele beleggers of particulieren die minimaal één woning kanalen waar je bijvoorbeeld reclarnes inkoopt) mag. Wat niet mag is dat poten-
aanbieden voor verhuur. Een groot deel van deze woningen is bestemd voor tiële huurders een lagere kans hebben op het bezichtigen en/of krijgen van een
woningverhuur. Een verhuurder kan zelf een (kandidaat-)huurder voor de huur- woning als zij geen expat zijn.
woning uitnodigen en selecteren of hiervoor een bemiddelaar inschakelen,
meestal een makelaar. De afgelopen jaren is een groot tekort ontstaan aan 21.2. Context waarbinnen discriminatie plaatsvindt
(betaalbare) woningen, waardoor veel mensen belangstelling hebben voor een
woning die in de verhuur staat. Verhuurders en bemiddelaars hebben daarom Uit onderzoek weten we dat schaarste aan de aanbodkant kan leiden tot meer
keuze uit veel woningzoekenden voor een woning. discriminatie op de arbeidsmarkt? Bij woningverhuur heeft de verhuurder,
net zoals een werkgever in vele gevallen, om die reden een sterke positie en
2.11. Wat is discriminatie bij woningverhuur?
Aanbieders van huurwoningen, zoals verhuurders en verhuurbemiddelaars,
kunnen hun keuze voor een huurder baseren op wettelijk toegestane criteria, =
zoals het inkomen. In de Nederlandse wet is vastgelegd dat aanbieders woning- 7_Zon 56 van de 203 gesproken bemiddelaars noemen deze groep expliciet.
zoekenden niet mogen discrimineren op basis van hun afkomst of huidskleur, 8 Veenman, J. (2003). Discriminatie op de arbeidsmarkt. De resultaten van Nederlands onderzoek. Beleid
en Maatschappij 30(2): 90—100.
1
En
an ze
kan hij of zij de keuze voor een huurder baseren op persoonlijke voorkeuren, van een onbetrouwbare huurder als groot. Ze hebben slechts één of twee
waarbij ook niet-toegestane criteria leidend kunnen zijn® woningen voor verhuur en hebben daar vaak veel geld in geïnvesteerd. Een
verkeerde keuze voor een huurder kan gevolgen hebben voor hun inkomsten.
Bij woningverhuur beoordeelt de verhuurder of een huurder ‘betrouwbaar’ Bovendien kunnen kosten om illegale activiteiten, zoals een wietplantage, in
is. Dit betekent dat de huurder in staat is om de huur te kunnen betalen, de de woning aan te pakken worden verhaald op de verhuurder.
woning netjes te houden en geen illegale activiteiten in de woning te starten.
Verhuurders kunnen bepaalde mensen niet kiezen als huurder op basis van . . . .
213. Ontwikkelingen in wetgeving
vooroordelen en stereotypen over hun betrouwbaarheid’,
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet zich in om
Daarnaast kan discriminatie op de woningmarkt ook subtieler plaatsvinden. discriminatie bij woning verhuur tegen te gaan. De aanpak woondiscriminatie
Dit kan komen door onbekendheid met regelgeving en onbekendheid met van het ministerie bestaat uit vier actielijnen, (1) monitoring en onderzoek, (2)
principes van non-discriminatie. Een verhuurder kan bijvoorbeeld het idee voorlichting en bewustwording, (3) bestuursrechtelijke handhaving via de Wet
hebben dat hij of zij volledig vrij is om te bepalen wie in zijn of haar eigendom goed verhuurderschap en (4) het versterken van de lokale en branchegerichte
komt te wonen. aanpak. De Wet goed verhuurderschap is op 1 juli 2023 in werking getreden.
In deze wet wordt afdwingbare regelgeving geïntroduceerd gericht op het
Discriminatie kan ook subtiel tot uiting komen door de voorkeur te geven aan gedrag van verhuurders en verhuurbemiddelaars. De wet introduceert een
mensen die aan de ‘norm’ voldoen en waar verhuurders positieve vooroordelen landelijke basisnorm voor goed verhuurderschap in de vorm van algemene
over hebben, omdat zij zich herkennen in de huurders. Deze mensen worden regels die gaan gelden voor alle verhuurders en verhuurbemiddelaars. De regels
sneller gezien als betrouwbare huurders. Vaak gebeurt het subjectief beoor- zien onder andere op het voorkomen van discriminatie. In de algemene regels
delen van een huurder onbewust en wordt het beïnvloed door een onderbuik- wordt namelijk voorgeschreven dat verhuurders en verhuurbemiddelaars:
gevoel, wat wel tot gevolg heeft dat juist mensen die niet aan de norm voldoen
worden buitengesloten en minder kans maken om een woning te huren®. e een helder en transparant selectieproces moeten hanteren;
e waarbij zij gebruik moeten maken van objectieve en niet-discriminerende
Het kiezen van een huurder op basis van niet-toegestane criteria komt vooral selectiecriteria;
voor bij kleine, particuliere verhuurders. Deze verhuurders ervaren het risico e ende keuze voor de huurder moeten motiveren en mededelen aan de afge-
wezen kandidaat-huurders.
_
9 Zoals opgenomen in Artikel 1 van de Grondwet, Algemene Wet Gelijke Behandeling en Wet Gelijke Daarnaast moeten verhuurders en verhuurbemiddelaars beschikken over een
Behandeling Handicap/Chronische Ziekte. … . . ss . …
10 Zogenaamde ‘taste-based' of ‘aversieve discriminatie! Zie meer hierover in: Böcker, A, Terlouw, A. en werkwijze gericht op het voorkomen van discriminatie. Gemeenten krijgen
Özdemir, E. (2019). Discriminatie bij de verhuur van woningen? Een verkennend onderzoek naar verklaringen de bevoegdheid om op deze wet te handhaven en bestuursrechtelijke sancties
en de mogelijke aanpak. Nijmegen: Radboud Universiteit. op te leggen. Ook moet elke gemeente een meldpunt instellen waar huurders,
11 googenbosch À en Dibbets, A. 2019). ‘Normale verhuurders willen normale huurders. Veldverkenning woningzoekenden en andere belanghebbenden melding kunnen maken van
iscriminatie bij woningverhuur. RADAR: Rotterdam.
12
|
mn TT
ongewenst verhuurgedrag. Doel is dat er door deze aanpak een laagdrempelige 22.1. Praktijktesten
mogelijkheid bijkomt om discriminatie aan te pakken en dat het ook mogelijk
leidt tot meer bewustzijn. Bij praktijktesten is het doel om selectieprocessen in de praktijk te meten.
Praktijktesten zijn een experimentele methode waarbij gekeken wordt of en
2.2. Obi ectieve discriminatie meten met pr aktijkt esten in welke mate twee of meer quasi-identieke kandidaten verschillend worden
behandeld. Als deze testen alleen schriftelijk worden uitgevoerd, zonder
Bij het onderzoeken van discriminatie kunnen onderzoekers kijken naar twee persoonlijk contact tussen de tester en de geteste, worden ze corresponden-
aspecten: (1) ervaren discriminatie en (2) objectieve discriminatie. tietesten genoemd.
Ervaren discriminatie wordt onderzocht door te kijken naar hoe mensen zich In deze monitor is gebruik gemaakt van gepaarde correspondentietesten die
voelen en hoe zij denken dat ze worden behandeld. Dit heeft te maken met meten of mensen gelijk of ongelijk behandeld worden bij uitnodigingen voor
hun eigen perceptie en betekent niet altijd dat er daadwerkelijk sprake is van bezichtigingen van huurwoningen. Hierbij reageren we met een testprofiel en
discriminatie. In 2020 heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een een controleprofiel op dezelfde huurwoningadvertentie, en analyseren we de
vragenlijst gebruikt om de ervaren discriminatie bij het zoeken naar een huur- reactie die we terugkrijgen van de verhuurder. Het testprofiel en het contro-
woning te onderzoeken. Uit dat onderzoek bleek dat één op de drie woning- leprofiel verschillen alleen in de variabele die we onderzoeken. Door een groot
zoekenden vermoedde dat hij/zij gediscrimineerd werd op basis van afkomst aantal testen uit te voeren, kunnen we objectief bepalen of er een patroon van
of beperking/chronische ziekte”. ongelijke behandeling bestaat tussen het testprofiel en het controleprofiel, en
dus of de onderzochte variabele invloed heeft op de kans om uitgenodigd te
In deze monitor is niet gekeken naar ervaren discriminatie, maar is onder- worden voor een bezichtiging. Het is moeilijker om individuele verhuurders op
zoek gedaan naar objectieve discriminatie. Objectieve discriminatie betekent discriminatie te beoordelen, omdat toeval en onbedoelde ongelijke behande-
discriminatie die kan worden vastgesteld aan de hand van objectieve criteria ling ook een rol kunnen spelen. Bijvoorbeeld als de reactie van het testprofiel
en die wordt onderzocht met hulp van praktijktesten. In de volgende paragraaf per ongeluk in de spam-box van de verhuurder terechtkomt en de reactie van
beschrijven we wat praktijktesten inhouden en welke kanttekeningen er bij het controleprofiel niet.
deze methode geplaatst kunnen worden.
2.2.2. Kanttekeningen bij correspondentietesten
Een belangrijk punt om te benoemen bij deze methode in de context van
woningverhuur is dat het bij correspondentietesten specifiek gaat om het al
dan niet gelijk behandelen bij het uitnodigen voor een bezichtiging van een
beschikbare huurwoning. Het selectieproces van een huurder bestaat echter
= uit verschillende stappen, waar bij alle andere stappen de aanbieder nog steeds
12 Andriessen, L et al. (2020). Ervaren Discriminatie in Nederland IL Den Haag: Sociaal Cultureel
Planbureau.
13
|
mn TT
veel ruimte heeft om te selecteren op basis van kenmerken die volgens de wet Bij het analyseren van de antwoorden is, waar de onderzoekers twijfelde in
verboden zijn”, welke categorie de reactie te plaatsen was, altijd het voordeel van de twijfel
gegeven aan de bemiddelaar.
Ook de resultaten van eerdere onderzoeken naar mystery calls laten zien dat
de uiteindelijke keuze voor een huurder vaak bij de verhuurder ligt, ondanks 231. Kanttekeningen bij mystery calls
de goede bedoelingen van bemiddelaars om geen onderscheid te maken tussen
kandidaten. Deze keuze kan gebaseerd zijn op (onbewuste) vooroordelen ten Bij de mystery call methode kunnen we alleen de intentie tot discriminatie
opzichte van kandidaten met een bepaalde achtergrond. aantonen. Met mystery calls meten we alleen of iemand bereid is om discri-
minerend te handelen, niet of er daadwerkelijk sprake is van discriminatie.
Een ander belangrijke kanttekening om te benoernen bij deze methode is dat Er kunnen namelijk ook andere factoren meespelen, zoals de positie van de
uit de test zelf niet duidelijk wordt waarom iemand de voorkeur geeft aan het medewerker binnen de organisatie. Soms blijft de verhuurbemiddelaar vaag om
ene profiel ten opzichte van het andere profiel. Het is dus niet mogelijk om te negatieve reacties te voorkomen. De verhuurbemiddelaar kan ook meegaan met
achterhalen waarom iemand ongelijke behandeling laat zien bij het uitnodigen de verhuurder om de potentiële klant tevreden te houden, zonder de intentie
van personen voor een bezichtiging voor een huurwoning. om huurders op verboden gronden uit te sluiten. Verhuurbemiddelaars zeggen
vaak dat de verhuurder de uiteindelijke keuze maakt. Hoewel dit klopt, zorgt
2.3. De intentie tot discrimineren meten met mystery calls deze houding ervoor dat discriminatie blijft bestaan in het verhuurproces.
Met mystery calls wordt onderzocht of verhuurderbemiddelaars bereid zijn 2.4. Ethische afwe gingen
om discriminerend te handelen. Bij een mystery call doet iemand zich voor
als een potentiële klant (verhuurder) en belt een verhuurbemiddelaar. Tijdens In de wetenschap is het belangrijk dat mensen die deelnemen aan onder-
het gesprek wordt gekeken of de bemiddelaar ingaat op een discriminerend zoek op de hoogte worden gesteld en vrijwillig instemmen met hun deelname
verzoek. Door veel van deze gesprekken te voeren, kunnen we onderzoeken (informed consent). In dit onderzoek, bij zowel de correspondentietesten als
of bemiddelaars bereid zijn discriminerend te handelen op basis van wat de bij de mystery calls, zijn de deelnemers echter niet op de hoogte gesteld en
klant wil, terwijl dit volgens de wet verboden is. Mystery calls kunnen ook hebben ze geen toestemming gegeven voor hun deelname. Dit komt doordat
laten zien hoe goed bemiddelaars op de hoogte zijn van discriminatieregels mensen vaak hun gedrag veranderen wanneer ze weten dat ze worden onder-
en welke strategieën ze gebruiken om te voldoen aan de wensen van de klant. zocht, vooral bij een gevoelig onderwerp zoals discriminatie. Omdat het in dit
onderzoek belangrijk is dat mensen hun echte gedrag vertonen, is het belang-
en rijk dat zij niet op de hoogte zijn van het onderzoek om betrouwbare resultaten
te verkrijgen. Onderzoek heeft aangetoond dat het aankondigen van onder-
13 Hoogenbosch, A en Dibbets, A. (2019). ‘Normale verhuurders willen normale huurders! Veldverkenning , De, , B , ,
discriminatie bij woningverhuur. RADAR: Rotterdam. zoek naar discriminatie bij woningverhuur direct effect heeft op het gedrag
14. Andriessen, IL. en Wittebrood. K. (2021). Discriminatie op de woningmarkt. Een praktijkgericht onderzoek
naar de aanpak van discriminatie op de particuliere huurwoningmarkt. Verwey-Jonker Instituut:
Utrecht.
14
|
van mensen”. Met andere woorden: er is geen voorafgaande bekendmaking
van het onderzoek gedaan, omdat dit de validiteit en betrouwbaarheid van de
resultaten beïnvloedt en daarmee het objectief vaststellen van discriminatie
hindert. Bovendien rechtvaardigen verschillende onderzoekers het ontbreken
van informed consent omdat praktijktesten de enige manier zijn om discri-
minatie te onderzoeken die niet gebaseerd is op persoonlijke ervaringen van
discriminatie’ ®7#,
Een andere ethische overweging is dat bij deze methoden verhuurbemiddelaars
worden misleid om discriminatie bij hen uit te lokken. Daarnaast besteden
aanbieders tijd aan de deelname aan het onderzoek, zonder dat ze zich hiervan
bewust zijn. Verschillende wetenschappers erkennen deze ethische bezwaren.
Het tegenargument is dat deze vorm van misleiding een groter maatschap-
pelijk belang dient, namelijk het in kaart brengen van discriminatie en het
bestrijden ervan °?°*, Daarnaast is het belangrijk om in dit soort onderzoeken
de tijdsinvestering voor verhuurbemiddelaars zo klein mogelijk te houden.
_
15 Van der Bracht, K, Verhaeghe, PP. en Van de Putte, B. (2016). Gelijke toegang tot huisvesting voor elke
Gentenaar: onderzoeksrapport. Gent: Universiteit Gent.
16 Bovenkerk, E. (1992). A Manual for International Comparative Research on Discrimination on the Grounds of
‘Race! and ‘Ethnic origin. Geneva: International Labour Organization.
17 Riach, P. A. & Rich, J. (2004). Deceptive field experiments of discrimination: Are they ethical? Kyklos, 57,
PP: 457-470.
18 Zschirnt, E. (2016). Revisiting ethics in correspondence testing. Working paper series, nr.8, NCCR On
the Move.
19 Verstaete, J. en Verhaeghe, PP. (2019). Ethnic discrimination upon request? Real estate agents’
strategies for discriminatory questions of clients. Journal of Housing and the Built Environment, 35, pp:
703-721.
20 Banton, M. (1997). The ethics of practice-testing. Journal of Ethnic and Migration Studies, 23, pp: 413-
420.
21 Zschirnt, B. (2019). Revisiting ethics in correspondence testing: an update. Research Ethics, pp: 1-21.
15
Te _
mn
mn
3 O n d erzoe ks O Pp Z et In de vorige onderzoeken die we op deze manier hebben uitgevoerd®*** werd
eerst gereageerd met het testprofiel en ongeveer drie uur later werd op dezelfde
corres p on d en ti ete ste n advertentie gereageerd met het controleprofiel. Vanwege het feit dat met deze
methode wellicht in theorie het testprofiel, vanwege de eerdere respons, een
grotere kans zou hebben om te worden uitgenodigd, is in de huidige opzet deze
methode gewijzigd, waarbij voor het profiel homoseksuele mannenstel, in de
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de testen zijn uitgevoerd, welke profielen helft van de gevallen eerst het testprofiel werd toegezonden en in de andere
zijn gebruikt en hoe de advertenties zijn geselecteerd. Daarnaast beschrijven helft eerst het controleprofiel. In onze data hebben wij dit jaar gezien dat het
we hoe we de reacties van de aanbieders hebben verwerkt, gecodeerd en geana- omdraaien geen verschil geeft. Dit strookt met conclusies uit eerder onder-
lyseerd. De onderzoeksopzet is vrijwel identiek aan de voorgaande twee lande- zoek?’ waar het omdraaien van het reactie moment geen significant effect geeft.
lijke monitoren. Voor onderbouwingen van de keuzes verwijzen we dan ook
naar de eerste monitor. °? Onze reactie houdt in dat er wordt geklikt op de button ‘plan een bezichti-
ging’ of ‘contact met de makelaar’ die te vinden was op de advertentiepagina.
3.1. Uitvoering van de testen Vervolgens werd het formulier ingevuld met de profielinformatie. Het ging
dan om naam, e-mailadres, telefoonnummer en een kort tekstbericht waaruit
Bij correspondentietesten voeren we een zogenaamde gepaarde test uit met de interesse voor een bezichtiging van de woning blijkt. Deze tekstberichten
twee quasi-identieke profielen. De twee profielen verschillen alleen van elkaar waren verschillend tussen het test- en controleprofiel, maar nagenoeg identiek
op de te onderzoeken variabele (het profiel). In het geval van dit onderzoek in lengte en taalgebruik. De tekstberichten zijn daarbij aselect toegewezen
voeren we vier verschillende gepaarde testen uit waarbij het test- en controle- aan de verschillende profielen. In bijlage 3 zijn voorbeelden te vinden van de
profiel in namen verschilden van elkaar en waarbij de naren de verschillende berichten die we hebben verstuurd. De tekstberichten sloten altijd af met de
profielen die werden getest, representeerden. Met deze verschillende profielen volledige naam van het profiel, zodat de naam op drie verschillende plekken
reageren we op advertenties voor huurwoningen die aangeboden worden op terugkomt: in het hokje van de naarn, het e-mailadres en in het bericht.
verhuursite Pararius.”
nl
_
22 De keuze voor de profielen om deze discriminatiegronden te onderzoeken zijn onderbouwd in de
eerste monitor. Zie pagina 14 in Hoogenbosch, A. en Fiere, B. (2021). Gelijke kansen op een huurwoning ín 24 Hoogenbosch, A. en Fiere, B. (2021). Gelijke kansen op een huurwoning in Nederland? Monitor discriminatie
Nederland? Monitor discriminatie bij woningverhuur. Rotterdam: Art1/RADAR. bij woningverhuur. Rotterdam: Art.1/RADAR.
23 In de eerste monitor werd aan de hand van een Google-trends analyse vastgesteld dat Pararius een 25 Hoogenbosch, A, Tierolf, B, Sikkema, M., Kwakernaak, M, & Mesic, A. (2022). Monitor discriminatie bij
goed steekproefkader biedt voor testen in heel Nederland. Dit platform biedt ongeveer 65% van de woningverhuur 2022. Utrecht: Verwey Jonker Instituut.
huurwoningen aan in Nederland. Zie ook pagina 15 in Hoogenbosch, A. en Fiere, B. (2021). Gelijke kansen 26 Abel Ghekiere, Billie Martiniello & Pieter-Paul Verhaeghe, ‘Addressing methodological assumptions of
op een huurwoning in Nederland? Monitor discriminatie bij woningverhuur. Rotterdam: Art.1/RADAR. correspondence tests when measuring discrimination’ 2022.
16
En
Voor seksuele gerichtheid kijken we naar de verschillen in behandeling die
3.2. Profielen g J 9
homoseksuele stellen hebben ten opzichte van heteroseksuele stellen. We
Net als in de eerdere twee landelijke monitoren discriminatie bij woningver- gebruiken hiervoor een testprofiel met twee Nederlands klinkende mannen-
huur, onderzoeken we in deze monitor discriminatie op basis van etniciteit namen versus een controleprofiel met een Nederlands klinkende mannennaam
en seksuele gerichtheid. Echter, in deze monitor is het profiel gender” extra en Nederlands klinkende vrouwennaam. In de tekstberichten (zie bijlage 3)
toegevoegd, omdat uit de vorige monitoren bleek dat de uitnodigingskans voor verwijzen we naar de relatie tussen de twee naren, zo schrijven we bijvoor-
vrouwen (Marokkaanse en Nederlandse vrouwen) lager lag dan voor mannen beeld ‘mijn man en ik’ of ‘mijn echtgenoot en ik’. We sluiten het bericht af
(Poolse, Marokkaanse en Nederlandse mannen)” De discriminatiegraad werd met de twee voornamen en een achternaam, zoals ‘Jan en Berend de Vries’ of
in de voorgaande monitoren echter niet specifiek op dit criterium getoetst, ‘Maaike en Freek Janssen’. Voor de heteroseksuele stellen wordt de mannen-
vandaar dat is besloten dit jaar het profiel ‘gender’ (Nederlands klinkende naam gebruikt voor het invullen van de naam in het invulformulier op Pararius.
mannen-/vrouwennaam) toe te voegen als profiel. Ook het e-mailadres verwijst bij de heteroseksuele stellen naar de mannen-
naam, zodat (on)gelijke behandeling tussen het test- en controleprofiel toege-
Voor etniciteit kijken we naar de mate waarin mensen met een Pools klinkende schreven kan worden aan seksuele gerichtheid en niet op basis is van gender.
mannennaam, een Marokkaans klinkende mannennaam of een Marokkaans
klinkende vrouwennaam ongelijk worden behandeld als het gaat om uitgeno- Voor gender kijken we naar de verschillen in behandeling die mensen met
digd worden voor een bezichtigingsmoment van een huurwoning die aange- Nederlandse vrouwennamen hebben ten opzichte van mensen met Nederlandse
boden wordt op Pararius. De gekozen namen bij deze profielen zijn gebaseerd op mannennamen. We gebruiken hiervoor een testprofiel met een Nederlands
een lijst met gevalideerde namen uit recent Belgisch onderzoek29, waaronder klinkende vrouwennaam versus een controleprofiel met een Nederlands klin-
Marokkaans en Pools klinkende namen. kende mannennaam.
3.3. Aantal testen, power en testrondes
_
27 Wij kiezen voor de term gender in het rapport. Sekse en geslacht verwijzen naar lichamelijke en Om betrouwbare resultaten te krijgen, is het belangrijk dat er voldoende testen
biologische kenmerken. Gender verwijst ook naar de sociale, culturele en psychologische kenmerken uitgevoerd worden. In de analyses kijken we naar netto-discriminatiegraden
die ermee in verband gebracht worden. Omdat het hier ging om vrouwelijk of mannelijk klinkende ti û dit d kde k itnodiai ) Ov basi
namen (en niet lichamelijke kenmerken) kiezen wij in principe voor gender. Wel schrijven we in de en proporties IN GIL ONGETZOE e Kans op Sen UILNOGIGING). Vp DASIS VAN
lopende tekst voor de leesbaarheid ‘vrouwennaam!’ en ‘mannennaam’ de eerdere onderzoeken hebben we een goed zicht op de verwachte effecten,
28 In het Onderzoek uit 2021/2022 hebben we geen gepaarde testen uitgevoerd waarin we vrouwennamen waardoor we beter het benodigde aantal respondenten kunnen inschatten.
en mannennamen met elkaar vergeleken. Toch konden we het totaal aantal uitnodigingen van de
profielen met elkaar vergelijken. We zagen dat de profielen met vrouwennamen (Marokkaans klinkend
en Nederlands klinkend) bij 14% van de advertenties een uitnodiging ontvangen tegenover 18% van de
profielen met mannennamen (Marokkaans klinkend, Pools klinkend of Nederlands klinkend). Op basis
van deze vergelijking kunnen we stellen dat de vrouwelijke profielen significant (p < 0,05) minder vaak
werden uitgenodigd dan de mannelijke profielen.
29 Martiniello, B. and Verhaeghe, PP. (2022) Signaling ethnic-national origin through names? The
perception of names from an intersectional perspective. Plos One.
17
Om met voldoende power®® (uitgaande van 80%) uitspraken over significante ;
gep (uitgaand 6) uitsp 9 3.4. Selectie van advertenties
(p< 0,05) verschillen tussen uitnodigingskansen (het effect) te kunnen doen,
zijn 500°' testen per groep noodzakelijk. Voorafgaand aan iedere ronde, downloaden we door middel van een ‘webscra-
ping tool’ alle beschikbare advertenties, die we overzetten naar een Excel-
Aangezien we een extra profiel hebben toegevoegd (op basis van gender) terwijl overzicht. Vanuit dit overzicht stellen we een steekproefkader op: we selec-
we wel hetzelfde aantal testen doen, is besloten om voor het profiel homosek- teren alle advertenties van huurwoningen tot 2.000 euro met de status ‘te
sueel stel het minimaal benodigde aantal testen te doen (500) en voor de vier huur’. Deze huurprijs is 400 euro hoger dan in de vorige monitor en 500 euro
andere profielen het gewenste aantal testen (625), met in totaal minstens 3.000 hoger dan in de eerste monitor. We hebben deze aanpassing moeten doen
testen. Deze keuze is gemaakt vanwege het feit dat in de vorige twee landelijke vanwege de stijging van de huurprijzen en enorme inflatie in het afgelopen jaar.
monitoren al bleek dat ten aanzien van homoseksueel stel, discriminatie eigen- Vervolgens verwijderen we alle dubbele aanbieders zodat aanbieders slechts
lijk niet voorkwam (vaker werd positieve discriminatie gevonden: het homo- een keer per ronde getest worden en de belasting voor hen minimaal is. Vanuit
seksuele stel had een grotere uitnodigingskans dan een heteroseksueel stel). het steekproefkader selecteren we door middel van een aselecte steekproef 75
tot 100 advertenties per testpaar. Bij de advertenties die we voor de testen bij
In de aanpak hebben we ervoor gekozen de testen uit te spreiden over zeven profiel homoseksueel stel selecteren, bekijken we bovendien alle advertenties
rondes. In iedere ronde werden in totaal 400 tot 500 testen uitgevoerd, per van woonruimtes kleiner dan 50m? en of deze bewoond kunnen worden door
testpaar waren dat er tussen de 75 en 100. De zeven testrondes zijn uitgevoerd minstens twee personen. Advertenties van woningen die bestemd zijn voor
in de periode januari 2023 tot april 2023. één persoon verwijderen we. In totaal testen we per ronde zo'n vier- tot vijf-
honderd advertenties.
3.5. Verwerking van de reacties
_
Na het uitsturen verwerken we tot elf dagen na de testdag de reacties van
30 Power betreft de geldigheid van de uitspraken die je doet over effecten in een grotere populatie aanbieders die per e-mail, sms of voicemail terugkomen. Alle reacties coderen
(bijvoorbeeld ‘de algemene populatie’). Bijv. je vindt een verschil (effect) in uitnodigingskans tussen twee , …
groepen. Het verschil is significant op .05 niveau. Je hebt een bepaald aantal waarnemingen. Op basis we aan de hand van elf codes (zie de codelij st In bijlage 4). Alle toegekende
van die drie gegevens (effect, significantieniveau, aantal waarnemingen) kan je de power (geldigheid) codes controleren we volgens het vierogen principe om fouten te voorkomen
van je bewering toetsen voor alle bemiddelaars. De kritische ondergrens van power wordt over het , Oe
algemeen gesteld op 80% (80). Dat betekent dat wanneer je power lager is dan 80, je ondanks het en subjectiviteit tegen te gaan.
significante verschil, toch geen uitspraken doet over dat verschil. Wanneer de power 80 is betekent dit
dat de kans 80% is dat je dit verschil in uitnodigingskans vindt wanneer je alle huizenverhuurbedrijven
zou hebben meegenomen in je onderzoek. We kijken dus niet alleen naar de significantie, maar ook 3.6. Analyse van. de reacties
naar de power, om voldoende zeggingskracht te hebben bij de uitspraken die je doet over de gevonden
verschillen.
3 Nadat alle reacties zijn verwerkt, analyseren we de resultaten gebruikma-
31 In de eerdere monitoren werd een minimumaantal van 750 testen genoemd, op basis van de toen
bekende kennis over de te verwachten effect groottes. In deze derde monitor hebben we beter zicht kend van een statistisch programma. We vergelijken per advertenties of er
op de te verwachten effect groottes (vanuit de 1e en 2e monitor) en kunnen daardoor ook beter het : ses : sr
verschillen zijn in uitnodigingskansen tussen de test- en controleprofielen.
minimaal benodigde aantal testen schatten, hetgeen dus lager is dan in de voorgaande monitoren.
Er zijn hierbij vier combinaties mogelijk:
18
mn TT
1. Zowel de test- als controlepersoon wordt uitgenodigd voor een bezichti- 36.2. Uitnodigingskansen
ging van de woning.
2. De controlepersoon wordt uitgenodigd voor een bezichtiging en de test- Per profiel? kunnen we de uitnodigingskans in percentage berekenen. Dat is
persoon niet (negatieve discriminatie). het aantal keren dat het profiel een uitnodiging ontvangt (reacties die geco-
3. De testpersoon wordt uitgenodigd voor een bezichtiging en de controle- deerd zijn met codes 4, 5 of 6, zie bijlage 4) gedeeld door het totaal aantal testen
persoon niet (positieve discriminatie). dat bij dit profiel is uitgevoerd. Hierbij kijken we eerst met een paired samples
4. Zowel de test- als de controlepersoon wordt niet uitgenodigd voor een proportions test (McNemar) of de uitnodigingskans per testpaar significant
bezichtiging. verschilt tussen de test- en controlegroep. Daarna kunnen we op basis van een
independent samples proportions test (Wald) controleren in welke mate het
36.1. _Netto-discriminatiegraad verschil tussen de profielen systematisch lager of hoger is ten opzichte van de
andere profielen, via (logistische) regressie is het vervolgens ook nog mogelijk
Vervolgens berekenen we de netto-discriminatiegraad: dat is het percentage om te toetsen welke andere factoren hierin verder een rol spelen.
waarin het testprofiel systematisch benadeeld wordt ten opzichte van het
controleprofiel. Hierbij wordt er geen rekening gehouden met de situatie 36.3. Uitsplitsingen in data
waarbij beide profielen geen reactie kregen, omdat we daar geen conclusies
over (on)gelijke behandeling aan kunnen verbinden.” De netto-discrimina- Naast netto-discriminatiegraden en uitnodigingskansen per testpaar of profiel,
tiegraad wordt berekend aan de hand van de formule: doen we een aantal analyses waarbij we de resultaten uitsplitsen, zodat we nog
meer te weten komen over discriminatie bij woningverhuur.
(bc)
la+bec}) G4 versus niet-G4
Net als in de tweede landelijke monitor splitsen we de data uit naar G4
Nadat we de netto-discriminatiegraad hebben berekend, analyseren we aan de (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) versus niet-G4. Dit doen we
hand van de McNemar-toets in hoeverre de netto-discriminatiegraad statis- vanwege het verschil in de bevolkingspopulatie tussen de G4 en de niet-G4
tisch significant is en of er (geen) sprake is van verschil gebaseerd op toeval. gemeenten (rest van Nederland) en de aanpak tegen discriminatie die zich
Het resultaat van deze toets wordt uitgedrukt in een x° waarde met bijbeho- voornamelijk in de grotere steden concentreert. We kijken eveneens of de
rende p-waarde. Hoe dichter de p-waarde bij nul ligt, hoe groter de kans dat netto-discriminatiegraad (significant) per profiel afwijkt van het landelijk
de netto-discriminatiegraad niet op toeval berust en dat het gaat om ongelijke gemiddelde in de G4 en in de niet-G4.
behandeling van het testprofiel. We beschouwen de resultaten als significant?
wanneer de p-waarde kleiner is dan 0,05.
_
- 34 Dus: Marokkaans klinkende mannennaam; met Marokkaans klinkende vrouwennaam; met Nederlands
32 Zie hierover de aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) over hoe klinkende mannennaam; met Pools klinkende mannennaam; met Nederlands klinkende vrouwennaam;
correspondentietesten uit te voeren. met homoseksueel stel; en met heteroseksueel stel.
33 We spreken van significantie wanneer de kans dat we een bepaald resultaat hebben gevonden, op
toeval berust, kleiner is dan 5%. 19
|
mn TT
Type woningen en huurprijs 3.6.4. Analyse bij gecombineerd profiel Marokkaans klinkende naam
De gegevens over de verhuurde objecten bevatten ook informatie over het
soort woning (appartement, huis, studio of kamer) dat wordt verhuurd, het Naast de vijf testprofielen kijken we eveneens naar een gecombineerd profiel,
aantal kamers, de oppervlakte en de huurprijs. Deze onderwerpen hebben we waarbij personen met het profiel Marokkaans klinkende mannen- en vrou-
in de analyses meegenomen. We kijken of deze (mede) van invloed zijn op de wennaam, zijn samengevoegd tot één profiel ‘Marokkaans klinkende naam’.
netto-discriminatiegraad die we bij de verschillende profielen vinden. Voor dit samengestelde profiel analyseren we de totalen, en de uitsplitsing
GA versus niet-G4.
Leden versus niet-leden van brancheorganisaties
In de analyses gaan we eveneens in op het lidmaatschap van de aanbieders van 36.5. Vergelijkingen tussen de eerdere monitoren
de woningen. Hierbij maken we alleen onderscheid naar wel of geen lidmaat-
schap van een brancheorganisatie in het algemeen. In totaal is 26,3% van alle Als laatste vergelijken we de resultaten van de huidige monitor (uitvoe-
geteste aanbieders aangesloten bij een of meer van de zes brancheorganisatie. ring 2023) met de twee eerdere monitoren (uitvoering 2020, publicatie 2021
Van de aanbieders is 25% lid van één brancheorganisatie en is 1,4% lid van twee en uitvoering 2021/2022, publicatie 2022) en benoemen we de significante
brancheorganisaties. We maken geen onderscheid in de resultaten van de verschillen tussen deze drie jaren.
correspondentietesten gespecifieerd naar een van de zes brancheorganisaties.
Wel geven we in de tabel 6 weer hoe de verdeling is van alle geteste aanbieders 37. Kanttekeningen
over de zes brancheorganisaties. De meest voorkomende combinatie van twee
brancheorganisaties is NVM en VGM NL. In de eerdere twee landelijke monitoren werd uitgegaan van het principe ‘wie
het eerst komt, wie het eerst maalt’. Daarbij werd namelijk eerst met het test-
Tabel 6 Aanbieders dat lid is van een brancheorganisatie profiel (met de te onderzoeken variabele) getest en daarna met het contro-
leprofiel. Hierbij werd ervan uitgegaan dat het testprofiel meer kans had op
Brancheorganisatie Aantal aanbieders een uitnodiging voor een bezichtigingsmoment dan het controleprofiel. Dit
RA 97 omdat de mogelijkheid bestond dat op het tijdstip van het reageren door het
VBO 90 testprofiel de woning nog beschikbaar was óf dat er nog plek was op de lijst
Vastgoed Pro 31 voor bezichtigingen. De situatie voor het controleprofiel kon daarentegen juist
vastgoed Belang 38 veranderd zijn, omdat die ongeveer 3 uur later reageerde.
VEM NL 25 Dit principe lijkt te passen bij de dynamiek van de huurwoningmarkt, die
RER 2 zich kenmerkt door krapte en waar woningen slechts voor korte duur aange-
boden worden. Dit betekende wel dat de netto-discriminatiegraad die we in
de eerdere jaren berekenden een onderschatting konden zijn van de werkelijke
discriminatie bij de verhuur van woningen. Dit jaar hebben wij het principe
20
|
an ze
‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’ daarom voor het profiel homoseksuele
mannenstel losgelaten. We hebben het voor dit profiel zodanig ingericht dat in
de helft van de gevallen de testpersoon het uitnodigingsvoordeel (van gemid-
deld 3 uur) heeft, en in de andere helft van de gevallen de controlepersoon.
Een andere kanttekening aan het onderzoeksontwerp is dat er enkel wordt
onderzocht of er sprake is van ongelijke behandeling in de kans om uitgenodigd
te worden voor een bezichtigingsmoment. Ongelijke behandeling in de stappen
ná de bezichtiging blijven met deze methode onderbelicht. Deze kanttekening
beschreven we eerder in hoofdstuk 2 van dit rapport.
21
|
En al
mn
mn
Re SU lt ate n Leeswijzer: netto-discriminatiegraad, uitnodigingskans en
significantie
dentietesten
Pp In dit hoofdstuk worden veelvuldig verschillen tussen netto-discri-
minatiegraden en uitnodigingskansen besproken.
In dit hoofdstuk bespreken we de resultaten van de correspondentietesten. , _ De netto-discriminatiegraad is het percentage waarin het test-
Het betreft de resultaten van de 3.030 geslaagde testen (van het totaal van profiel systernatisch benadeeld wordt ten opzichte van het con-
3.251 uitgevoerde testen), afkomstig van 1.019 unieke aanbieders. Voor meer troleprofiel binnen een gepaarde test (zie ook paragraaf 3.6.1).
informatie over de resultaten van de correspondentietesten verwijzen wij naar ‚ __De uitnodigingskans is het percentage directe uitnodigingen
bijlage 1. dat een (test- of controle) profiel ontvangt (op basis van codes 4,
5, 6, zie bijlage 4).
Wij behandelen eerst de netto-discriminatiegraad en vervolgens de uitnodi-
gingskansen. We gaan in de op de totale resultaten per testpaar en testprofiel Het verschil tussen de uitnodigingskans van het testprofiel en het
en beschrijven diverse uitsplitsingen, zoals G4 versus niet G4 en de resultaten controleprofiel is bepalend voor de netto-discriminatiegraad bij
naar type woning.” deze gepaarde test. De uitnodigingskansen kunnen echter ook van
waarde zijn om buiten de gepaarde test analyses te doen. Zo kunnen
Voor de helderheid rondom de begrippen die we gebruiken en analyses die we bijvoorbeeld de testprofielen van twee afzonderlijke gepaarde testen
doen, hebben we hieronder een leeswijzer toegevoegd die uitleg geeft over met elkaar vergeleken worden of twee controleprofielen.
netto-discriminatiegraad, uitnodigingskans en significantie.
Netto-discriminatiegraden en uitnodigingskansen worden beiden
in percentages uitgedrukt. Hierbij vermelden wij of een verschil
(statistisch) significant is (zie ook paragraaf 3.6.1). We hanteren hier-
bij een maximale toevalkans van 5%. Dit betekent dat wanneer de
kans dat we toevallig een bepaald verschil vinden kleiner is dan 5%,
we spreken van een daadwerkelijk verschil. Wanneer de toevalkans
groter is dan 5% spreken we niet van een verschil. Deze toevalkans
is mede afhankelijk van het aantal waarnemingen (power, ook wel
mm geldigheid), dit betekent dat wanneer we verschillen bespreken over
35 Zie bijlage 1 voor uitleg over de woningtypen. een groot aantal waarnemingen, we sneller significantie bereiken
22
En
mn TT
dan wanneer we verschillen bespreken tussen een kleiner aantal Figuur 1 Netto-discriminatiegraden per profiel
waarnemingen. Als voorbeeld noemen we hieronder het onder-
scheid naar G4 en niet-G4 en het beeld in heel Nederland. 20% 18%
Het is in theorie mogelijk dat we voor bepaalde profielen op deze 5e 13%
drie niveaus (landelijk, G4 en niet-G4), exact dezelfde netto-discri-
minatiegraad en uitnodigingskansen vinden, waarbij de netto-dis- 07 7
criminatiegraad en het verschil tussen de uitnodigingskansen op 5
landelijk niveau wel significant (dus betekenisvol) is, terwijl het op 57
G4 en niet-G4 niveau niet significant is. We zeggen dan op landelijk 0%
niveau dat er sprake is van significante discriminatie, terwijl we op 0%
G4 en niet-G4 niveau moeten zeggen dat er geen sprake is van dis- 7 vi vi \ 2
criminatie en dus ook geen verschil in uitnodigingskansen, terwijl >%
alle getallen op alle niveaus gelijk zijn. Dit wordt dan alleen veroor-
zaakt door het aantal waarnemingen. Er moeten genoeg waarne- 10%
mingen zijn om bepaalde verschillen een significante betekenis te 10%
geven. 15%
a HO=Mannelijk homoseksueel stel; MM=Marokkaans klinkende mannennaam; MV=Marokkaans
klinkende vrouwennaam; M=Marokkaans klinkende naam; PM=Pools klinkende mannennaam;
Al. Netto-discriminatiegraad NV=Nederlands klinkende vrouwennaam; Blauw=significant.
Net als in de eerdere monitoren hebben we de netto-discriminatiegraden bere- All. Etniciteit
kend per (gepaard) profiel.
In de testen waarbij een persoon met een niet-Nederlands klinkende naam en
Deze netto-discriminatiegraad is het percentuele verschil tussen de uitnodi- een persoon met een Nederlands klinkende naam reageerden op huuradverten-
gingskans van het testprofiel en de uitnodigingskans van het controleprofiel, ties zien we enkele significante verschillen in behandeling van de testpersoon
en indien significant, het percentage waarin het testprofiel systernatisch bena- ten opzichte van de controlepersoon. We bespreken de uitkomsten per profiel.
deeld wordt ten opzichte van het controleprofiel. In deze paragraaf beschrijven
we deze netto-discriminatiegraden per profiel. Ze staan ook weergegeven in Pools klinkende mannennaam kleinere kans op uitnodiging, maar niet
figuur 1. De verschillende discriminatiegraden worden onder figuur 1 uitgelegd. significant
Mannen met een Pools klinkende naam worden weliswaar minder vaak
uitgenodigd om een woning te bezichtigen dan mannen met een Nederlands
23
|
mn TT
klinkende naam, maar dit verschil is niet significant. Op landelijk niveau zien Onderscheid tussen de vier grootste gemeenten en de rest van Nederland
we een netto-discriminatiegraad van 6% (p = 0,42) bij de testen waarin een laat voor dit profiel wel een verschil zien. De netto-discriminatiegraad van
man met een Pools klinkende naam en een man met een Nederlands klinkende het profiel Marokkaans klinkende mannennaam ten opzichte van Nederlands
naam reageerden op huuradvertenties. Dat betekent dat mannen met een Pools klinkende mannennaam in de G4 is niet significant en de netto-discrimi-
klinkende naam een 6% lagere kans hebben om te worden uitgenodigd voor natiegraad buiten de G4 is met 20% (p < 0,05) wel significant. Mannen met
een bezichtiging van de huuradvertenties, dan mannen met een Nederlands een Marokkaans klinkende naam worden buiten de G4 significant minder
klinkende naam. Het verschil in behandeling tussen beide mannen is niet vaak uitgenodigd voor een bezichtiging ten opzichte van mannen met een
significant. Dit geldt voor zowel de G4-gemeenten als de niet-G4-gemeenten. Nederlands klinkende naam.
Vorig jaar vonden we nog wel een significante netto-discriminatiegraad van
11% (p < 0,05) bij de testen met een man met een Pools klinkende naam, dat is Het verschil tussen de netto-discriminatiegraden binnen de G4 en daarbuiten
dit jaar dus verdwenen. is niet significant. Er is dus geen significant verschil in de mate van onge-
lijke behandeling van mannen met een Marokkaans klinkende naam tussen
We vinden zowel in G4-gemeenten als in niet-G4 gemeenten geen significant de G4-gemeenten en de niet-G4-gemeenten. In 2021/2022 was dit nog wel
verschil in de behandeling van mannen met een Pools klinkende naam en significant.
mannen met een Nederlands klinkende naam. Zoals uit bovenstaande mag
worden verwacht is er eveneens geen significant verschil tussen de netto-dis- Ten aanzien van de verschillende woningtypen zien we alleen bij apparte-
eriminatiegraden van mannen met een Pools klinkende naam tussen G4 menten een significante netto-discriminatiegraad van 19% (p < 0,05). Bij dit
gemeenten en de rest van Nederland. woningtype worden mannen met een Marokkaans klinkende naam benadeeld
ten opzichte van mannen met een Nederlands klinkende achternaam. Bij de
Wanneer we kijken naar de verschillende woningtypen, zien we ook daar geen andere woningtypen is er geen significant verschil in de mate van ongelijke
significante netto-discriminatiegraad van mannen met een Pools klinkende behandeling van mannen met een Marokkaans klinkende naam ten opzichte
naam. van mannen met een Nederlands klinkende naam.
Marokkaans klinkende mannennamen significant kleinere kans op een Marokkaans klinkende vrouwennamen significant lagere uitnodigingskans
uitnodiging alleen buiten de G4
Mannen met een Marokkaans klinkende naam worden wel significant minder Vrouwen met een Marokkaans klinkende naam worden weliswaar minder
vaak uitgenodigd voor een bezichtiging dan mannen met een Nederlands klin- vaak uitgenodigd voor een bezichtiging dan vrouwen met een Nederlands klin-
kende naam. Op landelijk niveau is de netto-discriminatiegraad 18% (p < 0,05). kende naam, maar dit verschil is niet significant. De netto-discriminatiegraad
Mannen met een Marokkaans klinkende naam hebben een 18% lagere kans om van de Marokkaans klinkende vrouwennaam ten opzichte van de Nederlands
te worden uitgenodigd naar aanleiding van een reactie op de huuradvertenties klinkende vrouwennaam is 9% (p = 0,23). Vanwege het feit dat het verschil niet
dan mannen met een Nederlands klinkende naam. (In 2021 was dit nog 23%). significant is, betekent dit dat vrouwen met een Marokkaans klinkende naam
geen lagere kans hebben om te worden uitgenodigd voor een bezichtiging bij
24
|
mn TT
de huuradvertenties, dan vrouwen met een Nederlands klinkende naam. In netto-discriminatiegraad van 13% (p < 0,05). Bij de huuradvertenties hebben
de tweede landelijke monitor van 2021/2022 vonden we nog wel een signifi- personen met een Marokkaans klinkende naam een 13% lagere uitnodigings-
cante netto-discriminatiegraad van 22% voor vrouwen met een Marokkaans kans voor bezichtiging, dan personen met een Nederlands klinkende naam.
klinkende naam. Dat zien we dit jaar dus niet meer terug. In 2021 was dit nog 22%.
De netto-discriminatiegraad van vrouwen met een Marokkaans klinkende Net als bij de mannen en vrouwen apart zien we ook hier een significante
naam ten opzichte van vrouwen met een Nederlands klinkende naam buiten netto-discriminatiegraad bij alle gemeenten buiten de G4. De netto-discrimi-
de G4 is met 19% wel significant (p < 0,05). Vrouwen met een Marokkaans klin- natiegraad van personen met een Marokkaans klinkende naam ten opzichte
kende naam hebben buiten de vier grootste gemeenten een 19% lagere kans om van personen met een Nederlands klinkende naam in de niet-G4 gemeenten
te worden uitgenodigd voor een bezichtiging dan vrouwen met een Nederlands is 20% en significant (p < 0,01). Binnen de G4 vinden we geen significante
klinkende naam. Binnen de G4 is geen significant verschil tussen vrouwen met netto-discriminatiegraad voor personen met een Marokkaans klinkende
een Marokkaans klinkende naam en vrouwen met een Nederlands klinkende naam. Het verschil tussen de netto-discriminatiegraad van personen met een
naam waargenomen. Marokkaans klinkende naam binnen en buiten de G4 is significant (p < 0,05).
Dit betekent dat personen met een Marokkaans klinkende naam buiten de G4
Het verschil tussen de netto-discriminatiegraad in de G4 en de netto-discrimi- significant vaker worden benadeeld dan binnen de G4.
natiegraad daarbuiten is significant (p < 0,05). Vrouwen met een Marokkaans
klinkende naam worden buiten de G4 significant vaker benadeeld ten opzichte Bij de verschillende woningtypen wordt alleen een significante netto-discri-
van vrouwen met een Nederlands klinkende naam dan daarbinnen. minatiegraad gevonden bij de appartementen, 12% (p < 0,05). Alleen bij dit type
woning worden personen met een Marokkaans klinkende naam dus benadeeld
Ten aanzien van de woningtypen (appartement, huis, kamer, studio) ten opzichte van personen met een Nederlands klinkende naam.
zien we bij geen van de afzonderlijke woningtypen een significante
netto-discriminatiegraad. 412. Seksuele gerichtheid: geen verschil in uitnodigingskansen
Marokkaans klinkende namen gecombineerd: significant lagere kans om In de correspondentietesten voor de discriminatiegrond seksuele gerichtheid
uitgenodigd te worden (13%) is door een stel met twee Nederlands klinkende mannennamen gereageerd op
De profielen met een Marokkaans klinkende mannennaam en Marokkaans huuradvertenties en door een stel met een Nederlands klinkende mannennaam
klinkende vrouwennaam, kunnen ook gecombineerd worden, om de netto-dis- en een Nederlands klinkende vrouwennaam. Er zijn geen testen gedaan met
criminatiegraad vast te stellen bij personen met een Marokkaans klinkende een stel met twee Nederlands klinkende vrouwennamen.
naam (ongeacht man of vrouw) ten opzichte van personen met een Nederlands
klinkende naam (ongeacht man of vrouw). Zoals we op basis van de hierboven Homoseksuele mannenstellen worden exact even vaak uitgenodigd voor een
beschreven resultaten van mannen en vrouwen apart mogen verwachten, zien bezichtiging van een huurwoning als heteroseksuele stellen. De netto-discri-
we ook bij alle personen met een Marokkaans klinkende naam een significante minatiegraad van het homoseksuele stel ten opzichte van het heteroseksuele
25
|
mn TT
stel is 0%. In de vorige monitor (2021/2022) vonden we nog een significante Wanneer we naar het verschil in netto-discriminatiegraad tussen leden en
positieve netto-discriminatiegraad van -10% (p = 0,04.) niet-leden kijken, vinden we nergens een significant verschil. Dus zelfs bij
het gecombineerde Marokkaanse profiel is het verschil tussen de leden (89%)
De gevonden netto-discriminatiegraden binnen de G4 gemeenten en in de en niet-leden (14%) niet significant.
rest van Nederland zijn beiden niet significant. Ook bestaat er geen significant
verschil tussen deze netto-discriminatiegraden. In het vorig onderzoek (2021/2022) zagen we ten aanzien van het gecombineerd
Marokkaans profiel in deze resultaten bij niet-leden wel een hogere netto-dis-
Wanneer we de verschillende woningtypen bekijken zien we bij geen van de criminatiegraad (27%) dan bij leden van brancheorganisaties (13%), waarbij het
woningtypen een significante netto-discriminatiegraad. verschil tussen leden en niet-leden ook significant was (p < 0,05). Dit jaar zien
we dus zowel bij de leden als de niet-leden een sterke daling van de netto-dis-
A13. Gender: geen significante discriminatie criminatiegraad van het gecombineerd Marokkaans profiel.
In dit onderzoek is de discriminatiegrond gender toegevoegd aan de corres- 4.2. Uitnodi gin gskans en
pondentietesten. Hieruit volgt dat vrouwen met een Nederlands klinkende
naam weliswaar vaker worden uitgenodigd voor een bezichtiging dan mannen Het verschil tussen de uitnodigingskansen van het testprofiel en controlepro-
met een Nederlands klinkende naam, maar dit verschil is niet significant. fiel bepaalt mede de netto-discriminatiegraad, maar de uitnodigingskansen
De netto-discriminatiegraad van de Nederlands klinkende vrouwennaam op zichzelf zijn ook interessant om te bekijken, en dan vooral de verschillen
ten opzichte van de Nederlands klinkende mannennaam is -10% (p = 0,08). tussen de gebruikte profielen. In figuur 2 worden de uitnodigingskansen van
Vanwege het feit dat het verschil niet significant is, betekent dit dat vrouwen de verschillende testprofielen, samen met de bijbehorende controleprofielen
met een Nederlands klinkende naam geen hogere kans hebben om te worden getoond.
uitgenodigd voor een bezichtiging bij de huuradvertenties, dan mannen met
een Nederlands klinkende naam.
A14. Leden versus niet-leden brancheorganisatie
De voorgaande analyses hebben we tot slot ook uitgevoerd waarbij we onder-
scheid hebben gemaakt tussen leden van brancheorganisaties en niet-leden.
Als eerste kijken we naar de netto-discriminatiegraad. Wanneer we de
netto-discriminatiegraad over alle groepen bekijken, zien we alleen bij het
gecombineerde Marokkaanse profiel bij de niet-leden een significante (p < 0,05)
netto-discriminatiegraad van 14%.
26
|
Figuur 2 Uitnodigingskansen van de verschillende profielen en controleprofielen naam eenzelfde uitnodigingskans hebben, ongeacht in welke combinatie ze
zijn getest (samen met Marokkaans klinkende vrouwennaam of samen met
18% 5 5 .
16% 16% Nederlands klinkende mannennaam), net als mannen met een Nederlands
16% 15% ‚
ras klinkende naam.
14% 13% 13% 13% 3%
12% 12%
12% 10% Wanneer we de uitnodigingskansen van de leden en niet-leden van branche-
10% organisaties bekijken, vinden we nergens een significant verschil tussen de
8% leden en de niet-leden.
6%
% . . .
: 421. Andere factoren hebben geen significante invloed op
2 netto-discriminatiegraad
0%
Test Controle, Test Controle, Test Controle Test Controle, Test Controle Als laatste hebben we middels (logistische) regressie? bekeken of eventueel
Pools klinkende Marokkaans Marokkaans _ Homoseksucel «Nederlands andere factoren (huurprijs, aantal kamers, woonoppervlakte woning) een signi-
naam klinkende klinkende stel “linkende ficant effect hadden op de netto-discriminatiegraad en de uitnodigingskansen.
mannennaam … vrouwennaam vrouwennaam . a. . ‚ v .
Uiteindelijk zien we op basis van deze analyses weliswaar een significant posi-
De getoonde verschillen tussen test- en controleprofiel zijn alleen bij het profiel tief effect van huurprijs op de uitnodigingskans (bij een hogere huurprijs is de
Marokkaans klinkende mannennaam significant (10% - 13%; p < 0,05). Verder kans groter om te worden uitgenodigd), maar het effect is dusdanig klein dat
zien we dat het profiel met een Nederlandse mannennaam bij alle testparen het niet de moeite waard is om hiervoor te controleren in de analyses.
waarin deze groep vertegenwoordigd was (Pools klinkende mannennaam,
Marokkaans klinkende mannennaam en man/vrouw) overal exact dezelfde
Oe 5 ) > 4.3. Aanvullende analyses
uitnodigingskans had, namelijk 13%. De hoogste uitnodigingskans vinden we
bij homoseksuele stellen (Nederlands klinkende mannennamen) en heterosek- Naast de hierboven beschreven analyses zijn er een tweetal punten die ons
suele stellen (Nederlands klinkende mannen- en vrouwennaam, controlegroep zijn opgevallen in de data. Deze staan hieronder beschreven.
van homoseksueel stel), namelijk 16%.
D 7 dq ' dq > 4.31. Verzoek om meer informatie komt voor, ondanks dat het niet mag
e op-één-na hoogste uitnodigingskans, 15%, vinden we bij vrouwen met . .
P J JMJ 5% J van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
een Nederlands klinkende naam (testprofiel van man/vrouw). Deze zelfde
groep is echter ook als controleprofiel getest bij het profiel Marokkaans klin- Net als in de eerste twee monitoren kregen wij tijdens de uitvoering van deze
kende vrouwennaam, en daar vonden we een uitnodigingskans van 13% voor derde monitor een groot aantal (bij 32% van de advertenties) reacties terug
deze groep. Dit verschil (15% in verhouding tot 13%) is echter niet significant,
dus we kunnen ervan uitgaan de vrouwen met een Nederlands klinkende =
36 Met logistische regressie kan je een dichotome uitkomstmaat (in dit geval: wel of geen discriminatie.)
relateren aan één of meerdere factoren die deze uitkomst zouden kunnen voorspellen.
27
|
mn TT
die gecodeerd zijn als code 2 (een verzoek om meer informatie!) of code 4 (een Marokkaans klinkende vrouwenprofiel. Bij het homoseksuele stel kreeg het
uitnodiging met een verzoek om meer informatie’). In veel gevallen wordt er testprofiel twee keer een Engels bericht terug, terwijl het controleprofiel één
gevraagd naar inkomen, huisdieren of samenstelling van het huishouden. Er Nederlands bericht kreeg en één keer geen reactie. Overigens kwam het ook
wordt ook gevraagd naar minder relevante en noodzakelijke zaken om na te 12keer voor dat alleen het controleprofiel een Engelstalige reactie kreeg terwijl
gaan of een kandidaat-huurder aan zijn huurdersverplichting kan voldoen, het testprofiel die niet kreeg. In de helft (6) van deze gevallen kreeg het test-
zoals de naam van de werkgever, een motivatie en een profielschets. profiel helemaal geen reactie, maar in zes andere gevallen kreeg het testprofiel
hier een Nederlandse of Nederlands/Engelse reactie.
Hierover schreven de onderzoekers in de eerste monitor dat niet alleen de
Autoriteit Persoonsgegevens hierover stelt dat er voor een bezichtigingsmo- AA. Verg elijkin g tussen de eerdere monitoren (trend)
ment niet meer opgevraagd mag worden dan een naam en contactgegevens,
ook nodigt het beoordelen van deze informatie uit tot subjectieve oordeelvor- Als laatste vergelijken we in figuur 3 de netto-discriminatiegraden en uitnodi-
ming, waarbij bewuste en onbewuste vooroordelen een rol kunnen spelen.” gingskansen van de eerdere monitoren (uitvoering testen in 2020, uitvoering
Ook viel het op dat in 25 reacties die we terugkregen (dertien keer bij een testen in 2021/2022) en de huidige derde monitor (uitvoering testen 2023).
testprofiel en twaalf keer bij een controleprofiel) werd gevraagd om iemands
nationaliteit. Naast dat het verboden is om onderscheid te maken op basis van Figuur 3 Netto-discriminatiegraad in 2020/2021, 2021/2022 en 2023
iemands nationaliteit, is het verboden om deze vraag te stellen. zen
20%
4.3.2. Taal van de reactie iss
Tijdens het coderen van de reacties viel het ons op dat we, ondanks onze eigen 10%
reacties in het Nederlands, berichten terugkregen van aanbieders in het Engels. 5e
In totaal kregen we bij 109 advertenties een bericht in het Engels terug. Het kan os
hierbij gaan om advertenties die in het Engels op Pararius stonden en/of om 2020 2021/2022 2023
verhuurders die in het Engels communiceren. Bij 44 advertenties kwam een > en S
Engels bericht terug voor zowel het test- als het controleprofiel. Het is opval- 10% ®
lend dat in 53 gevallen alleen het testprofiel met de niet-Nederlands klinkende 15%
naam een Engels bericht terugkreeg en het controleprofiel met de Nederlands BHO —=@—=MM MV —@—M —=O=PM mb VM
klinkende naam niet. Dit was 29 keer bij het Pools klinkende mannenprofiel, HO=Mannelijk homoseksueel stel; MM=Marokkaans klinkende mannennaam; MV=Marokkaans klin-
14 keer bij het Marokkaans klinkende mannenprofiel, en acht keer bij het kende vrouwennaam; PM=Pools klinkende mannennaam; NV=Nederlands klinkende vrouwennaam
(alleen 2023)
_
37 Hoogenbosch, A. en Fiere, B. (2021). Gelijke kansen op een huurwoning in Nederland? Monitor discriminatie
bij woningverhuur. Art.1/RADAR: Rotterdam.
28
|
Hoewel de verschillen in netto-discriminatiegraad binnen de profielen Het lijkt dat de uitnodigingskansen van alle onderzochte groepen in 2023
tussen de drie monitoren redelijk groot lijken, vinden we alleen bij het profiel nauwelijks verschillen van 2021/2022, in de laatste twee monitoren zijn de
Marokkaans klinkende vrouwennaam een significant verschil (p <0,05) tussen uitnodigingskansen echter veel lager dan ten tijde van de uitvoering van de
de netto-discriminatiegraad in 2020 (7%) en die in 2021/2022 (22%). Dus op basis eerste monitor in 2020. Wanneer we deze verschillen toetsen, blijkt dat alle
van deze gegevens kunnen we alleen voor het profiel Marokkaans klinkende getoonde verschillen tussen 2020 en 2021/2022, voor alle getoonde test- en
vrouwennaam stellen dat deze vrouwen in 2021/2022 meer gediscrimineerd controlegroepen, significant zijn (voor het homoseksuele testprofiel, p < O,O1,
werden dan in 2020. Alle andere verschillen in de figuur (binnen de profielen) voor alle andere groepen, p < 0,001). Ook zijn de getoonde verschillen tussen
zijn niet significant 2020 en 2023 voor alle getoonde test- en controlegroepen significant (alle
groepen p < 0,001).
Wanneer we vervolgens naar de uitnodigingskansen tussen de drie monitoren
kijken (zie Figuur 4), zien we ineens zeer grote verschillen. Dit betekent dat voor alle profielen die zijn getest de uitnodigingskans in
2021/2022 en 2023 aanzienlijk lager was dan in 2020. Wanneer we 2021/2022
Figuur 4 Uitnodigingskansen per profiel in 2020/2021, 2021/2023 en 2023. vergelijken met 2023 zien we geen significante verschillen tussen de uitno-
digingskansen, met uitzondering van de controlegroep bij Marokkaans klin-
zou ging g groep DI
voe kende mannennaam, daar was de uitnodigingskans (17%) in 2021/2022 signi-
25% 24% 24% 2 ficant hoger dan in 2023 (13%).
21% 21%
; 9% , . . nn
zen 756 oes bass Het verschil tussen 2020 en de andere jaren wordt waarschijnlijk veroorzaakt
- % % 13% 15% door de toegenomen krapte op de woningmarkt de laatste jaren, waardoor het
15% è 3% 13% 3% % 13%
12% 8 12% voor iedereen moeilijker wordt om een passende woning te huren. Ook kan het
10% mogelijk zijn dat de coronacrisis van invloed was op het aanbod ten tijde van
de uitvoering van de testen voor de eerste monitor in 2020. Pararius geeft in
5%
hun woningmarktmonitor aan dat de uitbraak van corona tijdelijk resulteerde
0% in meer aanbod aan huurwoningen en lagere huurprijzen door vertrekkende
Test Controle Test Controle Test Controle Test Controle Test Controle . .
expats. Ze geven daarbij aan dat dit ging om slechts een tijdelijk effect en
Pools klinkende Marokkaans Marokkaans Homoseksueel stel Nederlands
naam klinkende klinkende klinkende stellen dat huurwoningen in het derde kwartaal van 2021 weer net zo schaars
mannennaam vrouwennaam vrouwennaam . . . . . .
waren als voor de coronapandemie.® Dit kan in combinatie met de periodes
2020/2021 M2021/2022 2023
waarin de testen zijn uitgevoerd, resulteren in fluctuaties in het aanbod aan
*Nederlands klinkende vrouwennaam alleen in 2023
_
38 Pararius (2021). Persbericht: Vrije sector huurprijzen weer in de lift. Gepubliceerd op website op 14-10-2021.
Geraadpleegd op 25-03-2022 via https:/www.pararius.nl/nieuws/vrije-sector-huurprijzen-weer-in-de-
lift.
29
huurwoningen. Zo werden de testen voor de eerste monitor in 2020 van mei
2020 tot oktober 2020 uitgevoerd (met uitzondering van juli en augustus) en
de testen voor de tweede monitor van oktober 2021 tot februari 2022, en van
de derde monitor van januari tot april 2023.
Verder zien we zowel ten aanzien van de netto-discriminatiegraad als ten
aanzien van de uitnodigingskansen in 2020 en 2023 veel minder significante
verschillen dan in 2021/2022 (bijvoorbeeld het verschil dat we in 2021/2022
tussen mannen en vrouwen vinden, is in 2020 en 2023 niet significant). Ons
vermoeden in de tweede landelijke monitor dat de toegenomen krapte op de
woningmarkt de kans op discriminatie doet toenemen, lijkt niet meer op te
gaan voor 2023. Kortom: in het algemeen vindt er veel minder discriminatie
plaats. Alleen bij de Marokkaanse klinkende mannennarnen zien wij nog een
significant verschil met de controlegroep.
Ben mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat er door woningaanbieders in 2023
zorgvuldiger wordt omgegaan met de regels ten aanzien van discriminatie.
30
|
En al
mn
mn
e) D ee lc onc Lu S Í e de G4 gemeenten. In de niet-G4 gemeenten vinden we alleen een significante
netto-discriminatiegraad bij profiel Marokkaans klinkende mannennaam
corres p on d en ti ete ste n (20%), Marokkaans klinkende vrouwennaam (19%) en Marokkaans klinkende
naam gecombineerd (209%).
Bij de leden van brancheorganisaties vinden we nergens een significante
We zien dit jaar op landelijk niveau, in tegenstelling tot 2021/2022, nog maar netto-discriminatiegraad van één van de groepen. Bij de niet-leden vinden
bij twee profielen van de zes®, een significante netto-discriminatiegraad. we alleen bij het profiel Marokkaans klinkende naam gecombineerd een signi-
Namelijk bij Marokkaans klinkende mannennaam en Marokkaans klinkend ficante netto-discriminatiegraad (14%, p = O,O1). Het onderscheid tussen leden
naam gecombineerd. Bij deze twee profielen is er sprake van ongelijke behande- en niet-leden van brancheorganisaties laat nergens een significant verschil in
ling (netto-discriminatiegraden: 18% bij Marokkaans klinkende mannennaam netto-discriminatiegraad zien tussen leden en niet-leden.
en 13% bij Marokkaans klinkende naam gecombineerd). Mensen met namen
die Marokkaans klinken hebben dus significant minder kans om uitgenodigd Ten aanzien van het type woningen vinden we alleen bij appartementen een
te worden voor een bezichtigingsmoment dan mensen met Nederlands klin- significante netto-discriminatiegraad bij de profielen Marokkaans klinkende
kende namen. Wel is deze netto-discriminatiegraad bij beide profielen dit jaar mannennaam (19%) en Marokkaans klinkende naam (12%).
gedaald ten opzichte van 2021/2022.
De significante netto-discriminatiegraden betekenen logischerwijs ook dat
In de tweede landelijke monitor (2021/2022) zagen we nog bij de gepaarde testen de uitnodigingskansen tussen de test- en controleprofielen binnen testparen
op homoseksualiteit een ongelijke positieve behandeling, maar dit jaar is dat significant van elkaar verschillen. Omdat we in de tweede landelijke monitor
terug naar 0% (geen ongelijke behandeling). De suggestie dat homoseksuele constateerden dat op basis van uitnodigingskansen vrouwen (gecombineerd
stellen meer kans hebben om uitgenodigd te worden voor een bezichtiging Marokkaans en Nederlands klinkend) een significant lagere uitnodigingskans
dan heterostellen zien we dit jaar niet meer terug. Over het algemeen zien we hadden dan mannen (gecombineerd Marokkaans, Pools en Nederlands klin-
in de correspondentietesten minder discriminatie dan vorig jaar. kend), is deze keer het profiel (Nederlands klinkende) mannen- /vrouwennaam
meegenomen in de geteste profielen. Op basis van de netto-discriminatiegraad
Wanneer we naar het onderscheid G4 en niet-G4 gemeenten kijken, zien we en de uitnodigingskansen zien we geen aanleiding om een ongelijke behande-
voor geen van de profielen een significante netto-discriminatiegraad binnen ling van mensen met een vrouwennaam te veronderstellen.
_ De verschillen tussen de testen uitgevoerd voor de eerste monitor in 2020,
39 Zijnde: Pools klinkende mannennaam, Marokkaans klinkende mannennaam, Marokkaans klinkende voor de tweede monitor in 2021/2022 en voor de huidige monitor in 2023, laten
Vo Marokkaans klinkende naam gecombineerd, homoseksueel mannenstel en Man/ zien dat er vooral in 2021/2022 vaker sprake was van significante discriminatie
van bepaalde profielen.
31
En
an ze
Verder zien we alleen bij profiel Marokkaans klinkende mannennaam dat de
netto-discriminatiegraad over de jaren heen constant en significant blijft. De
geslonken uitnodigingskansen in het algemeen in 2021/2022 zien we ook terug
in 2023. Voor alle profielen (test- en controlegroepen) zien we in 2021/2022
en 2023 een significant lagere uitnodigingskans dan in 2020. Dit lijkt erop
te wijzen dat door de toenemende krapte op de woningmarkt de kans om
uitgenodigd te worden voor een bezichtiging voor alle profielen significant
is afgenomen.
In de tweede landelijke monitor uitten we op basis van deze gegevens het
vermoeden dat door de toenemende krapte de kans op discriminatie op de
woningmarkt groter leek te worden. Dit jaar moeten we echter constateren
dat dit niet het geval blijkt.
Ondanks de consistent lagere uitnodigingskans is de discriminatiegraad niet
toegenomen, maar over de hele linie zelfs afgenomen. Ook is er in 2023 geen
significant verschil in discriminatiegraden van de verschillende profielen in
vergelijking met 2020, toen alle uitnodigingskansen aanzienlijk (en signifi
cant) hoger lagen.
32
|
En al
mn
mn
OG O n d erzoe ks O Pp Z et Mys te ry Daarnaast gebruikten de acteurs een lijst met fictieve woningen in het werk-
gebied van de verhuurbemiddelaar, bestaande uit type woning, plaatsnaam,
Ca LL S buurt en straat, en een indicatie voor de te vragen huurprijs. Ook hadden ze
een telefoonnummer om mee te bellen en een ingesproken voicemail, en een
fictief e-mailadres dat ze desgevraagd aan de verhuurbemiddelaar konden
doorgeven. De acteurs hebben succesvolle mystery calls kunnen uitvoeren
In dit hoofdstuk gaan we in op de onderzoeksopzet van de mystery calls. De met 203 van de in totaal 570 geselecteerde verhuurbemiddelaars. Redenen
acteurs hebben dit jaar in totaal 203 gesprekken gevoerd, wat iets meer is dan voor mislukte pogingen waren dat de betreffende verhuurbemiddelaar (na
vorig jaar (193). In deze paragraaf beschrijven we de aanpak van de mystery meerdere pogingen) onbereikbaar was, dat de verhuurbemiddelaar niet langer
calls en gaan we in op de verschillen in aanpak met vorig jaar. bij verhuur bemiddelde, of dat het werkgebied van de verhuurbemiddelaar niet
(meer) overeenkwam met het adres van de fictieve woning.
6.1. Uitvoering van de calls
6.2. Selectie van de verhuurbemiddelaars
Een vrouwelijke en mannelijke acteur hebben de mystery calls uitgevoerd. Ze
hebben daarvoor een fictieve Nederlandse vrouwennaam en mannennaam In deze monitor discriminatie bij woningverhuur is dezelfde lijst met bemidde-
gekregen. Ter voorbereiding kregen de acteurs schriftelijke instructies en laars gebruikt als in de tweede landelijke monitor (2021/2022). Voor de tweede
informatie over het onderzoek. Eén van de acteurs heeft vorig jaar ook mystery landelijke monitor is de lijst met geteste aanbieders uit de eerste monitor
calls uitgevoerd en heeft toen een korte face-to-face training gehad waarin gecombineerd met informatie over brancheleden. Door middel van een aselecte
geoefend werd met een geloofwaardig telefoongesprek voeren waarin het steekproef is er toen een selectie gemaakt van verhuurbemiddelaars die lid
discriminerend verzoek zat verwerkt. Dit jaar heeft deze acteur de andere zijn van een branche en verhuurbemiddelaars van woningen die geen lid zijn.
acteur face-to-face ingewerkt. Om uniformiteit te creëren, kregen de acteurs In totaal selecteerden we ruim 570 bemiddelaars waarmee de acteurs aan de
een gespreksleidraad (zie bijlage 2). Hierin staat beschreven hoe ze het discri- slag gingen.
minerende verzoek moesten verwoorden tijdens het telefoongesprek.
6.3. Analyse van de gesprekken
Ook dit jaar hebben de acteurs het discriminerende verzoek als volgt gefor-
muleerd: ‘Zou het mogelijk zijn om niet te verhuren aan buitenlanders; van die Alle gesprekken zijn opgenomen en getranscribeerd. Daarna hebben we elk
Marokkanen, Turken en Polen? De precieze formulering kan per mystery call gesprek gecodeerd met behulp van dezelfde codes die we hebben gebruikt in
verschillen, omdat de acteurs binnen het verloop van het gesprek geloof-
waardig moeten overkomen. De kern van het discriminerende verzoek blijft
echter vergelijkbaar, en daarmee ook de reacties van de verhuurbemiddelaars.
33
En
de eerste en de tweede monitor discriminatie bij woningverhuur. Deze codes De oorspronkelijke beschrijving van code 4 is narnelijk gebaseerd op onderzoek
zijn gebaseerd op eerder Belgisch onderzoek’®®. uit België. Daar werd de nadruk gelegd op de strenge selectie van verhuurbe-
middelaars van huurders gebaseerd op niet-etnische criteria (zoals taalvaar-
code Beschrijving digheid en gepercipieerd fatsoen) die een negatieve impact kunnen hebben op
De categorie “geen discriminatie" verwijst naar de verhuurbemiddelaars die etnische minderheden. De interpretatie van de code is hetzelfde gebleven, maar
Code 1 onmiddellijk weigerden mensen met een migratieachtergrond (‘allochtonen’) te En . ve . .
discrimineren. dit jaar is de beschrijving aangepast. Het gaat in deze monitor om verhuur-
Oe bemiddelaars die voorstelden huurders te selecteren op basis van criteria die
De tweede categorie “discriminatie” omvat alle verhuurbemiddelaars die ermee , , . , , B
code 2 instemden te discrimineren door mensen met een migratieachtergrond (‘al- etnische minderheden indirect kunnen uitsluiten, met bijvoorbeeld een focus
lochtonen’) te weigeren of te ontmoedigen of door een lijst samen te stellen van op het schrijven van een (motivatie)brief of een biografie. Het gaat dus om
huurkandidaten met alleen mensen zonder migratieachtergrond. . . . . , .
informatie die niet per se nodig is voor de verhuur, en hoogstens indirect een
De derde ERD geen oen omvat de verhuurbemiddelaars die verklaar dr emp el op kan w erpen voor diverse etnische groepen.
Code den dat ze “dergelijke zaken” niet telefonisch wilden bespreken en dus de eigenaar
5 uitnodigden op kantoor, of antwoordden dat ze deze dingen eerst met de baas
ESE Ook de beschrijving van code 5 is iets aangepast op basis van de ervaringen
De vierde categorie “strenge selectie” bevat de verhuurbemiddelaars die voor- dit jaar. Hier is namelijk de volgende zin aan toegevoegd: Hierin benadrukten
telden huurders te select basi iteria die etnische minderhed: . en .
Code 4 ste den NUUTGOTS Le BO OCTETEN OP DASIS VAN OFTLGNA CI6 OEMISONG TINGOFNOCON de verhuurbemiddelaars dat de discriminerende vraag niet vervult mocht worden,
indirect kunnen uitsluiten. Hierin gaat het bijvoorbeeld om het schrijven van een
(motivatie)brief, of een biografie. maar dat de keuze/beslissing uiteindelijk bij de verhuurder ligt.
De laatste categorie “aanbieding” verwijst naar de verhuurbemiddelaars die voor-
stelden om een lijst van huurkandidaten samen te stellen waaruit de eigenaar We hebben de analysetool ATLAS ti gebruikt om de transcripties te coderen.
vervolgens een geschikte huurder kan selecteren. Deze verhuurbemiddelaars Om h En bi . deri Ì lik nd …
weigerden echter een lijst met alleen mensen zonder migratieachtergrond m het risico op subjectieve codering zo veel mogelijk te verminderen zijn
Code 5 samen te stellen, maar door een lijst samen te stellen vergemakkelijken ze de tijdens het coderen een aantal sessies onder de onderzoekers geweest om de
mogelijke discriminatie door de eigenaar in de laatste fase van het verhuurpro- … … en
ces. Hierin benadrukten de verhuurbemiddelaars (in meer of mindere mate) dat twijfelgevallen te bespreken. Ook zijn alle transcripties na de eerste code-
de discriminerende vraag niet vervult mocht worden, maar dat de keuze/beslis- ringsessie nogmaals door minimaal één andere persoon bekeken en beoor-
Ì iteindelijk bij d. huurder ligt. eer m
en mn nnn deeld voordat de definitieve codes werden toegekend. Bij het analyseren van de
Code Binnen de categorie ‘overig’ vallen de verhuurbemiddelaars van wie de reacties antwoorden is, waar de onderzoekers twijfelden in welke categorie de reactie
Overig niet kunnen worden toegekend aan één van de vijf bovengenoemde codes. … … .
A te plaatsen was, altijd het voordeel van de twijfel gegeven aan de bemiddelaar.
Code 4 is dit jaar aangepast om beter aan te sluiten bij de Nederlandse context, In aanvulling op bovenstaande zes codes, hebben wij een kwalitatieve analyse
op basis van wat het onderzoeksteam opviel in het analyseren van de reacties. uitgevoerd. Hier kennen wij labels toe aan (delen van) reacties van verhuurbe-
p p Y g J
middelaars die opvielen, omdat ze veel voorkwamen binnen de 203 mystery
_ calls, of omdat ze kenmerkend waren voor de reacties binnen een bepaalde
40 Zie Verstacte, J. en Verhaeghe, PP. (2019). Ethnic discrimination upon request? Real estate agents’ code. Daarnaast hebben we codes toegevoegd aan opvallende uitschieters. We
trategies for discriminat ti f clients. Ji l of Housi d the Built Envi t‚ 35,: … : : : : :
Hosson or discriminalory QUSHONS Of OONIS VOUFHAT Of HOUSING AN LG DUNE BAVFONMGAL 55 hebben bij het kwalitatief coderen ook rekening gehouden met de kwalitatieve
analyses van de tweede landelijke monitor.
34
En al
mn
mn
Res U [tate n myste ry Ca Lls zelf geen antwoord te kunnen geven op dit verzoek of om de vraag heen te
draaien (code 3: geen antwoord). Bij nog eens 7 verhuurbemiddelaars (3%) zijn
de reacties onduidelijk en vallen daarom in de categorie overig.
In dit hoofdstuk beschrijven we de bevindingen van de mystery calls. In dit Figuur 5 Resultaten mystery calls in procenten
deel van het onderzoek hebben twee acteurs afzonderlijk van elkaar telefo- |
nische gesprekken met verhuurbemiddelaars gedaan, waarin zij zich voor-
deden als potentiële verhuurders van een woning. De acteurs hebben dit jaar Dee
in totaal 203 gesprekken gevoerd, wat iets meer is dan vorig jaar (193). Tijdens ED
en , 1
deze gesprekken deden de acteurs een discriminerend verzoek. Dit hoofdstuk "
. . . . 2 %
geeft de kwantitatieve en kwalitatieve resultaten van de antwoorden van de " Se
verhuurbemiddelaars op het discriminerende verzoek. "5
m4
m5
71. Resultaten en percentages =6 Ge
Het cirkeldiagram in figuur 5 geeft op basis van 203 geslaagde mystery calls
weer in hoeverre de gesproken verhuurbemiddelaars bereid bleken om mee te
werken aan het discriminerende verzoek van één van de twee fictieve huurders. nn
Van alle gesproken verhuurbemiddelaars geven 42 bemiddelaars duidelijk in 1= geen discriminatie, 2=discriminatie, 3= geen antwoord ,‚4= strenge selectie, 5= aanbieding,
hun reactie aan niet te willen meewerken aan het discriminerende verzoek G=overig
(21% van de reacties, code 1: ‘geen discriminatie’). De grootste categorie bestaat
1 1 le) 1 1 1 -
uit 75 gesproken verhuurbemiddelaars (37%) die zich bereid tonen om huur 711. Resultaten in vergelijking met de vorige monitor
ders uit te sluiten op basis van afkomst (code 2: discriminatie). Nog eens 61
verhuurbemiddelaars (30%) zeggen zelf niet te selecteren op afkomst, maar In vergelijking met de monitor van 2021/2022 blijkt dat het aandeel van de
geven tegelijkertijd aan dat de verhuurder de uiteindelijke selectie voor een gesproken verhuurbemiddelaars die niet meegaan in het discriminerende
huurder maakt (code 5: aanbieding). Bij 13 van de gesprekken (6%) geven de verzoek groter is geworden. Dit aandeel is gestegen van 16% in 2021/2022
verhuurbemiddelaars aan te selecteren op basis van criteria die mensen indi- naar 21% in 2023. Het aandeel verhuurbemiddelaars dat in hun reactie wel
rect kunnen uitsluiten, omdat ze vooroordelen in de hand werken (code 4: meegaat in het discriminerende verzoek, oftewel de categorie ‘discriminatie’,
strenge selectie). Verder geven 5 gesproken verhuurbemiddelaars (2,5%) aan is ongeveer gelijk gebleven (35% in 2022 en 37% in 2023). Het aandeel reacties
35
En
in categorie ‘strenge selectie! is kleiner geworden, van 12% in 2022 naar 6% in on:
721. Overkoepelende bevindingen
2023. Het percentage van de gesproken verhuurbemiddelaars in de categorie
‘aanbieding’ is gedaald van 34% naar 30%. In staafdiagram guur 6 tonen we Bewustzijn van discriminatie lijkt te zijn gestegen
de resultaten van de eerste monitor uit 2021, de tweede uit 2021/2022 en de Uit de reacties van de verhuurbemiddelaars blijkt dat zij zich in veel gevallen
huidige monitor uit 2023. De categorie ‘geen discriminatie! is over de jaren bewust zijn van de discriminerende aard van het verzoek van de fictieve
heen steeds iets groter geworden, maar de categorie ‘discriminatie’ is ook met huurder. Zij gebruiken expliciet de woorden ‘discriminatie’ of ‘racisme’ of geven
kleine hoeveelheden gestegen. De categorie ‘aanbieding’ is over de jaren heen aan dat het verboden is om op basis van afkomst uit te sluiten. Dit geldt voor
steeds kleiner geworden. 76 van de gesprekken, wat neerkomt op 37% van het totaal. Vorig jaar ging
dat om 26% van alle mystery calls. Zes van deze verhuurbemiddelaars voegen
Figuur 6 Resultaten verschil monitor | (2020/2021) monitor Il (2021/2022), en eraan toe dat zij worden gecontroleerd (kunnen worden) door de gemeente en/
monitor III (2023) of overheid, en dat zij daar geen gedoe mee willen hebben. In twee gesprekken
zegt de verhuurbemiddelaar kennis te hebben van onderzoeken en mystery
calls over dit onderwerp. Eén keer wordt genoemd dat er een campagne tegen
Monitor l- 2020/2021 14% KuEG 2% 9% 41% 0% discriminatie op de huizenmarkt was’
“Tegenwoordig” kan dat niet meer’
Monitor Il - 2021/2022 eN el EA DA 29
In vijf van deze gesprekken met verhuurbemiddelaars wordt als reactie op het
6% discriminerende verzoek gezegd dat men ‘tegenwoordig’ voorzichtig moet zijn
Montior Ill - 2023 21% 37% 3% 30% Ek n , La. n Ô
met dergelijke verzoeken, vanwege 'de huidige tijdsgeest’. Ben van de verhuur-
bemiddelaars zegt het volgende: “Dat kan je aangeven ja. Kijk wij moeten altijd
0% 10% 20% 30% _ 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% , Dn … , ,
heel voorzichtig zijn want we kunnen dat natuurlijk nooit naar buiten toe aangeven,
1 "geen discriminatie’ 2 "discriminatie’ M3 "geen antwoord" MA4"strengeselectie’" Ms "aanbieding" MOverig . . …
want dan word je, zeker tegenwoordig, aan de hoogste boom opgehangen. Als zijnde
: : discriminerend”. Een andere bemiddelaar zegt: “Ja, kijk. Dat moet je natuurlijk
7.2. Kwalitatieve analyses er og J Jen }
niet in een advertentie gaan zeggen. Dan krijg je al gauw een generatie over je
In deze paragraaf beschrijven we de resultaten uit de kwalitatieve analyse heen. Maar kijk daar kunnen zowel jullie als verhuurders als de makelaar zelf daarin
van de reacties van de verhuurbemiddelaars. Ben aantal opvallendheden zien sturen, absoluut”. Deze reacties gaan voorbij aan het feit dat discriminatie al
we veel terug, ongeacht de aard van de reactie. We beschrijven allereerst deze langer verboden is, en in die zin niks met ‘de huidige tijdsgeest’ of ‘huidige
resultaten uit de overkoepelende analyses van de reacties, waarna we dieper generatie! te maken heeft.
ingaan op de antwoorden van de verhuurbemiddelaars binnen de verschillende
antwoordcodes. _
al De campagne ‘Wijs discriminatie de deur' is op 22 november 2022 van start gegaan. Via de
campagne werkt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) samen met
brancheorganisaties, gemeenten en Antidiscriminatievoorzieningen (ADV's) aan bewustwording en
voorlichting ten aanzien van woondiscriminatie. 36
|
mn TT
Expats Verhuurbemiddelaars zeggen een strenge selectie toe te passen op mogelijke
Van de 203 gesprekken met verhuurbemiddelaars noemen 56 van hen expats als huurders door onder andere loonstroken, eventuele schulden, witwassen,
gewenste huurders, vanwege hun reputatie als goede huurders die netjes zijn, bankafschriften en verhuurdersverklaringen van voorgaande verhuurders
hoogopgeleid, voor goede bedrijven werken, vaak een hoog inkomen hebben en te checken. Vier bemiddelaars laten weten te bellen met de werkgever van
hoge huren kunnen betalen. Bemiddelaars geven ook aan dat expats minder potentiële huurders om hen te controleren. Eén bemiddelaar bekijkt zelfs de
snel klagen (dan Nederlanders) over problemen en de regels van de huurcom- sociale media van mogelijke huurders: “We doen een hele goede screening, daar
missie niet goed kennen, wat voor de verhuurders minder moeite betekent. hebben we alle tools voor. En wat we ook kunnen en wat we doen vaak is gewoon
LinkedIn kijken, Facebook, Insta, dat soort dingen. En gewoon lekker googelen en
Daarnaast wordt genoemd dat expats flexibeler zijn en sneller weer uit de dan kom je al een heel eind vaak.”
woning vertrekken. In een aantal gevallen worden expats ook aangehaald om te
laten zien dat de verhuurbemiddelaar niet discrimineert. Er wordt bijvoorbeeld Naast een strenge selectie vertelt een aantal bemiddelaars ook manieren om
gezegd dat expats ‘ook buitenlanders’ en tegelijkertijd goede huurders zijn. ervoor te zorgen dat de huur goed verloopt. Drie bemiddelaars benoemen dat
ze een tussentijdse inspectie kunnen inzetten om huurders te controleren als
Eén verhuurbemiddelaar zegt dat zij niet discrimineren op nationaliteit, maar ze in het huis zitten. Vier bemiddelaars noemen het verplicht stellen van een
gelijktijdig zich volledig richten op de expatmarkt: “(…) wij discrimineren niet schoonmaker of het inzetten van een schoonmaakdienst achteraf op kosten
op nationaliteit, dus wij selecteren daar ook niet op, wij behandelen iedereen als van de huurder.
gelijken en ik moet zeggen dat wij uitsluitend actief zijn op de expatmarkt en tuur-
lijk hier en daar hebben we ook wel Nederlanders die reageren op woningen die wij Subjectieve, vage criteria worden vaak genoemd
dan te huur aanbieden, maar in de regels zijn dat altijd mensen die afkomstig zijn In 44 gesprekken met verhuurbemiddelaars benadrukken zij het belang van
uit het buitenland”. In de vorige monitor stelde 25 verhuurbemiddelaars voor een ‘goed gevoel’ hebben bij een huurder. Bemiddelaars stellen dat zowel de
dat expats potentiële huurders kunnen zijn. Het is opvallend dat expats veel verhuurder als zijzelf op hun ‘onderbuik)gevoel’ af moeten gaan bij het kiezen
vaker genoemd lijken te worden dan voorgaande jaren. van een huurder, of juist hun ‘boerenverstand’ moeten gebruiken. Ben aantal
verhuurbemiddelaars noemt dat het belangrijk is om iemand “in de ogen aan
Geruststellen over de risico's te kijken”. Eén van de bemiddelaars benadrukt een gepercipieerd fatsoen in een
Verhuurbemiddelaars proberen verhuurders gerust te stellen nadat zij huurder: “En wij geven altijd een gevoel ook, als wij vinden dat iemand heel slonzig
aangeven bang te zijn dat ‘buitenlanders”’ niet goed met hun woning omgaan. is, of een beetje te relared omgaat met de woning of de kids of het huisdier, dan
29 van de gesproken bemiddelaars noemen dat er ook ‘goede buitenlanders’ geven we dat ook door”. Of: “Dat begint al bij hoe mensen zich bewegen eigenlijk,
zijn, en dertien geven aan dat Nederlanders ‘ook niet altijd netjes’ zijn. In tien of dat slecht is of niet, laat ik het zo zeggen”. Daarnaast moeten huurders ‘leuk’
gesprekken benadrukken bemiddelaars hun aantal jaren ervaring en expertise, zijn, ze moeten ‘normaal’ communiceren, en goed ‘passen’ bij de verhuurder.
en dat de verhuurder hen kan vertrouwen op het vinden van een goede huurder.
_
42 Acteurs belden met verhuurbemiddelaars en stelden de vraag ‘Zou het mogelijk zijn om niet te
verhuren aan buitenlanders; van die Marokkanen, Turken en Polen?’ 37
|
mn TT
Dit zijn subjectieve en vage criteria, wat ze moeilijk te duiden maakt. lermand Polen worden in de gesprekken vaak geassocieerd met alcoholgebruik en
die afgewezen wordt op ‘de klik’ kan daar niets mee. Dit is vaker teruggekomen meerdere matrassen op de grond in de woonkamer. Eén verhuurbemiddelaar
in onderzoek®3. benoemt dat het niet gaat om waar mensen vandaan komen, maar om wat
mensen doen. Vervolgens haalt deze persoon een stereotype over Polen aan:
Normaliseren en bagatelliseren “Dus het gaat er helemaal niet om waar ze vandaan komen, maar het gaat er veel
Het is opvallend dat in reacties het discriminerende verzoek vaak als ‘normaal’ meer om wat doen die mensen dan. Want als ik jou twee Polen geef die zitten op het
wordt beschouwd of als iets kleins wordt afgedaan. Zowel in de gevallen waarin platteland met twee gouden tanden bier te zuipen dan weet je dat morgen je woning
het verzoek wordt geaccepteerd als in de gevallen waarin het wordt afgewezen. gesloopt is”. Ook over Turken worden een aantal stereotypes aangehaald. Zo
De eerste reactie van verhuurbemiddelaars is bijvoorbeeld dat dit verzoek noemt een bemiddelaar het volgende: “Die Turken die in een busje rijden voor 2
‘eigenlijk’, of ‘officieel’ niet mag. In een aantal gevallen wordt gezegd: ‘dat is euro per pakketje, ja daar moet je niet aan beginnen”.
een beetje discriminerend’. In 32 gevallen doen verhuurbemiddelaars alsof het
een normale vraag is door direct te benoemen dat het mogelijk is, zonder te Overig: overtreden van de AVG en kleinere kansen voor woningdelers
zeggen dat het eigenlijk niet kan of dat het discriminatie is. Ook de volgende bevindingen zijn interessant om te noemen. In drie gesprekken
met verhuurbemiddelaars blijkt dat bemiddelaars in sommige gevallen vóór de
Veertien verhuurbemiddelaars bagatelliseren het discriminerende verzoek bezichtiging al documenten opvragen. Dit mag volgens de AVG niet. Ben make-
door de vergelijking te maken met persoonlijke voorkeuren, en te zeggen laar mag alleen aanvullende gegevens zoals loonstroken of werkgeversverkla-
dat sommige huurders ook geen huisdieren in hun huis willen hebben, of ringen opvragen indien de potentiële huurder (waarschijnlijk) een huurover-
studenten, of kinderen. Zo zegt één bemiddelaar dat zij als de verhuurder dat eenkomst gaat tekenen“. Zo zegt een bemiddelaar: “Want voordat we mensen
wil mensen met kinderen gewoon niet uitnodigen: ‘We hebben ook eigenaren die uitnodigen voor een bezichtiging, weten we al waar ze werken wat hun inkomen is,
zeggen ik wil geen huisdieren en liever geen kinderen. Ik ga natuurlijk niet zeggen daar wordt allemaal voor gezorgd”. Dit komt overeen met onze bevindingen in
“je mag geen kind” maar als mensen dat aangeven nodigen we die gewoon niet uit’ de correspondentietesten (paragraaf 4.3.1). Daarnaast benoemen drie bemid-
delaars dat zij aanraden geen woningdelers in huis te nemen. Dit is gezien de
Stereotypes huidige woningmarkt opvallend, aangezien het lastig is om momenteel een
24 verhuurbemiddelaars uiten expliciet in de gesprekken stereotyperende huis te huren met één inkomen (zelfs als het een vast contract is).
opvattingen over bepaalde etnische groepen. Ook verhuurbemiddelaars die
niet meegaan met het discriminerende verzoek doen stereotyperende uitla-
tingen. Ben veelvoorkomend stereotype in de gesprekken is dat sommige
etnische groepen ‘sterk gekruid koken’, waardoor de kleur en geur in het huis
zouden blijven hangen. Indiërs en Pakistanen worden hier vaak bij genoemd.
_
_
44 Autoriteit Persoonsgegevens (z.d). Gegevens over uw inkomen opvragen. Verkregen via https:/
43 Hoogenbosch, A. en Dibbets, A. (2019). ‘Normale verhuurders willen normale huurders: Veldverkenning autoriteitpersoonsgegevens.nl/themas/financien/inkomen-en-kredietwaardigheid/gegevens-over-
discriminatie bij woningverhuur. RADAR: Rotterdam. uw-inkomen-opvragen
38
|
mn TT
72.2. Analyses bij code 1 — geen discriminatie (21% van alle mystery calls) buitenlandse naam is Een andere bemiddelaar zegt iets vergelijkbaars: “Officieel
mag je dat natuurlijk niet aangeven, want dat is discriminatie. Maar goed, in de
42 van de 203 gesprekken vallen onder code 1 ‘geen discriminatie’, wat 21% screening zelf uiteindelijk kunnen we daar wel naar kijken om een kandidaat te
van het geheel is. 23 van hen geven een duidelijke afwijzing van het discrimi- kiezen”, In sommige gevallen wordt gezegd dat het verzoek graag nog onder
nerende verzoek. Zo antwoorden bemiddelaars met: “Nee, nee dat kan niet” of vier ogen besproken wordt: “Ja zeker. Officieel bij de wet zeggen we dan dat dat
“Wij gaan daar echt niet in mee, want dat is eigenlijk gewoon racisme. Ja en daar eigenlijk niet mag. Je mag natuurlijk niet mensen uitsluiten, maar in de praktijk
willen wij ons wel van distantiëren. Want wij mogen dat niet en willen daar ook niks gebeurt het wel. En onder vier ogen bespreek ik dan ook graag die profielen”. Uit
in doen. Dus wij kunnen niet mensen op afkomst af wijzen”. al deze antwoorden blijkt dat deze 26 verhuurbemiddelaars instemmen met
het verzoek ondanks het duidelijk besef dat zij hiermee iets doen wat wette-
In negentien gevallen is het antwoord eerder een voorzichtige afwijzing, zoals: lijk verboden en discriminerend is. Dit is 35% van die groep, wat een groter
“In principe niet, wij proberen daarin niet te discrimineren in die zin“ en “uhm, nou aandeel is dan vorig jaar (30%).
in principe mag je natuurlijk niemand uitsluiten, en uhm dat doen wij ook niet”.
Een enkele keer wordt gezegd dat de verhuurbemiddelaar niet kan discrimi- Enkele andere gesproken bemiddelaars geven aan dat dit soort verzoeken vaker
neren voor de verhuurder, maar dat de verhuurder mag bepalen aan wie hij/ worden ingewilligd in de praktijk. Dit toont aan dat het fictieve verzoek in ons
zij verhuurt: “U mag verhuren aan wie u wilt maar ik kan niet discrimineren voor onderzoek overeenkomt met de werkelijkheid. Bén van de bemiddelaars zegt
u“ Hierdoor lijkt het alsof de verhuurder wel mag discrimineren, terwijl dat als antwoord op het verzoek het volgende: “Nou, dat mag niet, dat is discrimi-
ook verboden is. neren, jij mag dat als eigenaar natuurlijk wel, maar ik kan dat niet in een adverten-
tietekst zeggen”, waarna de bemiddelaar toch mee gaat in het verzoek. Dit is
72.3. Analyses bij code 2 — discriminatie (37% van alle mystery calls) ook opvallend omdat de verhuurbemiddelaar hiermee misinformatie deelt, Ben
huiseigenaar mag ook niet selecteren op etnicteit en daarmee discrimineren.
75 gesproken verhuurbemiddelaars gaan mee in het discriminerende verzoek,
wat 37% van het geheel aan gesprekken is. Discriminerende eigen voorkeuren
Binnen code 2 (‘discriminatie’) vertellen elf verhuurbemiddelaars over hun eigen
‘Mag niet, doen we wel’ (discriminerende) voorkeuren, dat ze het verzoek van de fictieve verhuurder
snappen en dit vaker inwilligen. Deze reacties zijn opvallend, omdat ze sterk
Vande 75 gesproken verhuurbemiddelaars die meegaan in het discriminerende meegaan in het discriminerende verzoek. Bijvoorbeeld, wanneer de fictieve
verzoek zeggen 26 bemiddelaars in eerste instantie dat hierin meegaan ‘eigen- huurder aangeeft dat diens partner geen ‘Polen’ of “Turken' in het huis wil,
lijk’ niet mag, maar dat ze het vervolgens alsnog zullen doen. Een paar bemid- antwoordt een bemiddelaar dat zij dat ook niet willen: “Nee maar dat wil ik
delaars noemen het verzoek expliciet discriminerend. Zo zegt één bemiddelaar ook niet joh, dat is altijd gedoe. We mogen niet discrimineren, en dat doen we ook
het volgende: “Naja, kijk wij zullen dat niet in de tekst zetten want dat is gewoon helemaal niet, maar ikkom ze ook niet tegen in de markt. (…) En nogmaals, dat heeft
discrimineren. Maar kijk ik kan wel zeggen van goh die partij, je ziet het meestal niks met discriminatie te maken want dat horen we ook vaak genoeg. Maar je wilt
al in die brief met Omar bijvoorbeeld afsluiten, dan weet je dat het misschien een gewoon een betrouwbare partij”. Dit impliceert dat het discriminerende verzoek
wordt gerechtvaardigd om een ‘betrouwbare’ partij te vinden.
39
|
mn TT
Sommige van deze bemiddelaars geven ook hun eigen voorkeuren aan, wat is of dat het eigenlijk niet toegestaan is. Deze bemiddelaars maken er niet veel
suggereert dat ze bepaalde beelden hebben bij verschillende groepen in de woorden aan vuil maar geven antwoorden als: “ja ‘tuurlijk. Dat is helemaal aan
samenleving en wie al dan niet goede huurders zouden zijn. Expats worden u“ en “Ja ‘tuurlijk, dat kan je gewoon aangeven. Dan selecteren wij gewoon de juiste
bijvoorbeeld vaak genoemd: “99% van onze huurders zijn buitenlanders. Omdat, in kandidaten inderdaad”.
onze opinie, zijn Nederlanders de slechtste huurders. Want als jij roept Marokkanen’
dan denk ik dat je bedoelt; Nederlandse Marokkanen. Die gewoon ook slecht zijn Vijf van deze bemiddelaars voegen aan hun beknopte antwoord toe dat het
natuurlijk. Nee, wij verhuren eigenlijk alleen maar aan hoger opgeleide, mensen inwilligen van het verzoek markttechnisch misschien niet zo handig is, omdat
die gelinkt zijn aan universiteiten, professoren, een hoogopgeleid stel. En uh, daar de groep kandidaten met de selectie kleiner wordt en het huis langer leeg kan
moet je juist de goede weg in vinden. En wij weten gewoon van alle nationaliteiten staan. Dit is dus geen tegenargument omdat het verzoek discriminerend is,
de minpunten en de pluspunten’. maar een tegenargument omdat het markttechnisch minder slim is. Hiermee
maken deze bemiddelaars het discriminerende verzoek heel ‘klein’, alsof het
Tactieken alleen om marktkansen van de verhuurder gaat. Dit mechanisme is ook terug
De mystery calls geven inzicht in de tactieken die verhuurbemiddelaars te zien binnen andere codes (5 ‘aanbieding’ en ‘overig') maar het merendeel
gebruiken om potentiële huurders uit te sluiten. Zestien gesproken verhuur- valt onder code 2 ‘discriminatie’,
bemiddelaars die instemmen met het discriminerende verzoek vertellen over
deze tactieken. Deze tactieken gaan zowel over de manieren waarop ‘buitenlan- 7.2.4. Analyses bij code 4 — strenge selectie (6% van alle mystery calls)
ders’ herkend kunnen worden en zo uitgesloten kunnen worden als manieren
waarop potentiële huurders afgewezen kunnen worden. Bij 13 van de 203 reacties wordt er niet ingestemd op het discriminerende
verzoek, maar wordt een selectie gemaakt op basis van criteria die mensen
Eén bemiddelaar vertelt de afwijzing dan “diplomatiek te verwoorden naar even- indirect kunnen uitsluiten. Hierin gaat het bijvoorbeeld om het schrijven van
tuele kandidaten”. Ben andere bemiddelaar laat ook weten hoe hij potentiële een (motivatie)brief, of ‘een bio’ waarin potentiële huurders informatie over
huurders afwijst, en houdt hierbij rekening met de mogelijkheid dat er een zichzelf geven. Zo zegt een bemiddelaar naast de gebruikelijke stukken ook
‘mystery guest! tussen zit: “Je moet [de mensen die je afwijst] ook een antwoord een persoonlijke brief op te vragen: “Wij zien die mensen, en op het moment dat
geven, dus die krijgen gewoon een standaard mailtje terug van dat we al allemaal ze interesse hebben dan mogen ze stukken aanleveren. En dan vragen we altijd om
kandidaten hebben en dat we daar eerst mee verder gaan en mocht dat niet lukken er een persoonlijke brief bij te doen ook naar de verhuurder”. Om een persoonlijke
dat we ze alsnog benaderen, want als er toevallig zo'n mystery guest tussen zit, brief of motivatiebrief op te stellen, is het van belang om zowel goed Nederlands
ja daar hebben we als makelaar een probleem bij, dus maar we kunnen daar wel in te kunnen schrijven als een pakkende schrijfstijl te hanteren. Het is echter
sturen natuurlijk”, mogelijk dat dit tot een discriminerende uitkomst leidt, aangezien sommigen
de Nederlandse taal minder vaardig zijn dan mensen van wie Nederlands de
Er in mee gaan zonder veel woorden aan vuil te maken eerste taal is, en/of omdat wo'ers of hbo'ers hier over het algemeen meer erva-
In 22 gesprekken geven verhuurbemiddelaars aan dat ze het discriminerende ring mee hebben dan of mbo'ers.
verzoek kunnen inwilligen, zonder expliciet te benoemen dat het discriminatie
40
|
mn TT
7.2.5. Analyses Code 5 — aanbieding (30% van alle mystery calls)
61 van de 203 gesprekken vallen onder code 5 ‘aanbieding. De reacties van
verhuurbemiddelaars die gecodeerd zijn als code 5 ‘aanbieding’ leggen allen
de nadruk op het feit dat de verhuurder, als eigenaar van de woning, degene is
die de uiteindelijke kandidaat selecteert. De verhuurbemiddelaars gaan niet
direct akkoord met het discriminerende verzoek, maar benadrukken dat de
beslissing bijde verhuurder ligt. Ze voegen daar bijvoorbeeld aan toe dat zij ‘er
zijn voor de verhuurder’. Zij bewegen impliciet mee met het discriminerende
verzoek. Verhuurbemiddelaars die onder deze code vallen draaien vaak aller-
eerst om het discriminerende verzoek heen, of zeggen dat ze er niet in mee
willen gaan. De bemiddelaars eindigen in al deze gevallen hun reactie door te
zeggen dat de verhuurder beslist, en dat zij in zee willen gaan met de fictieve
verhuurder: “Maar het is uiteindelijk eigenlijk aan de verhuurder zelf, die bepaalt”.
Een andere bemiddelaar zegt bijvoorbeeld: “Nee nee dat mag allemaal niet. Dat
heet discriminatie, als je mensen uitsluit. Formeel gezien, zo moet ik het tegen jou
zeggen hè natuurlijk, dus formeel gezien mag dat natuurlijk niet. Maar goed jij mag
natuurlijk wel zelf kiezen met wie je zaken gaat doen”.
41
|
En al
mn
mn
8 D ee lc onc Lu S Í e myste ry Ook blijkt dit jaar, in vergelijking met de tweede landelijke monitor, dat een
groter aandeel van de gesproken bemiddelaars zich bewust is van de discri-
Ca L L S minerende aard van het ontvangen verzoek. Van de 203 verhuurbemiddelaars
die zijn gesproken, maken namelijk 76 bemiddelaars expliciet gebruik van de
woorden ‘discriminatie! of racisme’ en geeft aan dat het uitsluiten op basis
van afkomst verboden is. Dit is 37% van het totaal, ten opzichte van 26% vorig
Twee acteurs hebben in totaal 203 mystery calls uitgevoerd onder verschil- jaar. Tegelijkertijd zien we echter dat een vergelijkbaar percentage nog steeds
lende verhuurbemiddelaars in Nederland. Bij 21% van de geslaagde mystery meegaat met het discriminerende verzoek (37% ten opzichte van 35% vorig jaar).
calls stond de verhuurbemiddelaar erop niet te willen meewerken met het
discriminerende verzoek van de fictieve verhuurder. Een groot deel van de verhuurbemiddelaars die direct of indirect het discri-
minerende verzoek inwilligt is zich dus bewust van het feit dat dit verzoek
Het grootste deel (37% van het geheel) gaat direct mee in het discrimine- discriminerend is en dat het verboden is om mensen uit te sluiten.
rende verzoek. In 30% van de gesprekken legt de bemiddelaar de nadruk op de
keuzevrijheid van de verhuurder en wordt het verzoek niet volledig afgekeurd. Positief is dat het aantal verhuurbemiddelaars dat niet ingaat op het discri-
Hiermee geven zij bewust ruimte voor de verhuurder om wel te discrimineren. minerende verzoek en dit afwijst is gegroeid, namelijk van 16% in 2021/2022
Ze gaan er niet actief tegenin, en werken er impliciet aan mee. naar 21% dit jaar.
Van de gesproken verhuurbemiddelaars hanteert 6% een strenge selectie, die Expats worden dit jaar veel vaker aangehaald in de gesprekken met verhuur-
indirect etnische minderheden kan benadelen. 5% van de gesprekken vallen bemiddelaars dan in 2021/2022. Waar in 2021/2022 25 verhuurbemidde-
onder de categorie overig of geen antwoord. laars expats aanraden als huurder, is dat dit jaar in 56 van de gesprekken
gebeurd. Door de krappe markt lijken verhuurbemiddelaars te benadrukken
Dit betekent dat 73% van de gesproken verhuurbemiddelaars niet (expli- dat verhuurders een sterke positie hebben om alle voorkeuren die zij hebben
ciet) tegen het discriminerende verzoek ingaat en daarmee direct óf indi- door te geven. Daarnaast worden de fictieve verhuurders gerustgesteld dat
rect meewerkt aan discriminatie. Hiermee wordt ongelijke behandeling van er ‘goede huurders’ gevonden zullen worden, op basis van allerlei subjectieve
huurkandidaten genormaliseerd, en wordt discriminatie niet verholpen maar criteria. Hiermee ontwijken sommige bemiddelaars de discriminerende vraag.
expliciet of impliciet gefaciliteerd. Wel blijkt dit in 2023 een kleiner aandeel
te zijn dan in de vorige landelijke monitor (2021/2022), waarin dit aandeel nog Tot slot blijkt dat verhuurbemiddelaars nog steeds veelvuldig gebruik maken
op 80% lag. van stereotypen over etnische groepen. Selectie van huurders is daarnaast
(zoals eerder vermeld) vaak gebaseerd op subjectieve en vage criteria, zoals
een ‘goed gevoel’ hebben of een ‘klik’ ervaren en het waargenomen fatsoen
42
En
an ze
van potentiële huurders. Dit zijn subjectieve criteria, omdat wat als fatsoenlijk
of normaal wordt beschouwd, afhankelijk kan zijn van culturele, sociale en
historische contexten. Wat voor de ene persoon als fatsoenlijk wordt gezien,
kan voor de andere persoon juist als onfatsoenlijk worden beschouwd. Het
gaat hier dus om de perceptie van fatsoen en niet om een objectieve standaard.
43
|
En al
mn
mn
O C onc lu S Í e mon ito r e In hoeverre profielen met van origine Nederlands klinkende namen meer
kans hebben op een bezichtigingsmoment dan:
d ISC ri mm Í n ati e hb ij Won Í n g- = profielen met van origine Marokkaans klinkende namen (zowel
mannennamen als vrouwennamen en samengevoegd);
ve r h uu r 2 0 2 3 = profielen met Pools klinkende mannennamen;
e In hoeverre homoseksuele koppels (bestaande uit twee Nederlands klin-
kende mannennamen) in gelijke mate uitgenodigd worden voor een
In dit rapport presenteren wij de resultaten van de derde landelijke monitor bezichtiging als heteroseksuele koppels (bestaande uit een Nederlands
discriminatie bij woningverhuur. Dit is een opvolging van de eerste landelijke klinkende mannen- en vrouwennaam).
monitor ‘Gelijke kansen op een huurwoning in Nederland? Monitor discrimi- e In hoeverre gender van invloed is op de uitnodigingskans. Het profiel
natie bij woningverhuur' uit 2021 en de tweede landelijke monitor ‘Monitor gender (Nederlands klinkende mannennaam/vrouwennaam) is in deze
discriminatie bij woningverhuur 2022. Net als in de eerdere monitoren hebben monitor extra toegevoegd ten opzichte van de vorige twee landelijke
wij door middel van een groot aantal gepaarde correspondentietesten onder- monitoren, omdat uit de vorige monitoren bleek dat de uitnodigingskans
zocht in hoeverre er sprake is van ongelijke behandeling in de eerste stap van voor vrouwen (Marokkaanse en Nederlandse vrouwen) lager lag dan voor
het verhuurproces van huurwoningen, namelijk het al dan niet uitgenodigd mannen (Poolse, Marokkaanse en Nederlandse mannen).
worden voor een bezichtiging. Naast correspondentietesten hebben we door
middel van mystery calls onderzocht in hoeverre verhuurbemiddelaars bereid Bij twee van de vijf profielen vindt er significante discriminatie plaats, wat
zijn mee te bewegen met een discriminerend verzoek van een fictieve klant minder is dan vorig jaar
(een verhuurder).
Op landelijk niveau hebben de profielen Marokkaans klinkende mannennaam
De correspondentietesten zijn uitgevoerd in de periode januari 2023 tot april en Marokkaans klinkende naam (samengevoegd) een significant lagere kans
2023. De mystery calls zijn uitgevoerd in de periode januari 2023 tot februari om uitgenodigd te worden voor een bezichtiging (de netto-discriminatieg-
2023. raden zijn 18% bij de profielen met de Marokkaans klinkende mannennaam
en 13% bij Marokkaans klinkend namen gecombineerd). In de tweede lande-
3.030 geslaagde correspondentietesten verdeeld over vijf profielen lijke monitor (2021/2023) gold nog voor alle profielen, waarbij we testten of het
hebben van een van origine niet-Nederlands klinkende naam van invloed is
Wij hebben getoetst: op de kans uitgenodigd te worden voor een bezichtiging, dat er significante
discriminatie plaatsvond.
44
En
mn TT
Bij de Pools klinkende mannennaam zien we dit jaar een kleinere kans op Trend; na een stijging weer een daling?
uitnodiging, maar dit verschil is niet significant (netto-discriminatiegraad
van 6%, in 2021/2022 was dit 11%). De verschillen tussen de testen uitgevoerd voor de eerste monitor in 2020,
voor de tweede monitor in 2021/2022 en voor de huidige monitor in 2023, laten
In 2021/2022 zagen we nog bij de gepaarde testen bij de homoseksuele mannen- zien dat bij het profiel Marokkaans klinkende mannennaam de netto-discri-
koppels een ongelijke positieve behandeling (netto-discriminatiegraad -10%), minatiegraad over de jaren heen constant en significant blijft.
maar dit jaar is dat terug naar 0% (geen ongelijke behandeling). De suggestie
dat homoseksuele stellen meer kans hebben om uitgenodigd te worden voor De trendgegevens laten verder zien dat er vooral in de tweede monitor vaker
een bezichtiging dan heterostellen zien we dit jaar niet meer terug. sprake was van significante discriminatie van Marokkaans klinkende vrou-
wennamen ten opzichte van het jaar ervoor en het jaar erna.
Dit jaar is de discriminatiegrond gender toegevoegd in de correspondentie-
testen. Personen met een Nederlands klinkende vrouwennaam worden dit jaar Toenemende krapte, en lagere uitnodigingskansen voor iedereen
vaker uitgenodigd voor een bezichtiging dan personen met een Nederlands
klinkende mannennaamn (-10%), met andere woorden; een ongelijke positieve Voor alle profielen (test- en controlegroepen) zien we in 2021/2022 en 2023
behandeling, maar dit verschil is niet significant. een significant lagere uitnodigingskans dan in 2020. Dit lijkt erop te wijzen
dat door de toenemende krapte op de woningmarkt de kans om uitgenodigd
Over het algemeen zien we in de correspondentietesten landelijk dus minder te worden voor een bezichtiging significant is afgenomen. Onze aanname
discriminatie in deze eerste fase van het verhuurproces dan in 2021/2022. van vorig jaar, dat door de toenemende krapte de kans op discriminatie op de
woningmarkt groter leek te worden, blijkt niet op te gaan. De woningmarkt is
Binnen de G4 geen significante netto-discriminatiegraad onverminderd krap, continu in beweging en er vindt op basis van de correspon-
dentietesten minder discriminatie plaats in deze fase van het verhuurproces.
Wanneer we onderscheid maken tussen de reacties binnen de G4 en niet-G4
gemeenten, zien we binnen de G4 voor geen van de profielen een significante Dus ondanks dat alle profielen een lagere uitnodigingskans hadden (door de
netto-discriminatiegraad. Dit gold ook in de eerdere twee landelijke monitoren. krapte), is er in de correspondentietesten minder discriminatie gevonden dan
vorig jaar, en zijn er ook geen significante verschillen met het jaar 2020, toen
In de niet-G4 gemeenten vinden we een significante netto-discriminatieg- de algehele uitnodigingskansen (door minder krapte) overal hoger waren.
raad bij het profiel Marokkaans klinkende mannennaam (20%), Marokkaans
klinkende vrouwennaam (19%) en Marokkaans klinkende naam gecombineerd Ruim een derde van de reacties op de mystery calls gaan mee in het discri-
(20%). Hoewel significant, zijn dit wel kleinere verschillen in uitnodigingskans minerend verzoek
dan in het vorig onderzoek, waar deze cijfers respectievelijk 33%, 30% en 32%
waren. Ruim een derde van de 203 gebelde verhuurbemiddelaars (37%) gaan mee in
het discriminerend verzoek van de acteurs. Dat is ongeveer gelijk aan vorig
jaar (35%).
45
|
mn TT
Tegelijkertijd is het aandeel reacties waarin het discriminerende verzoek expli- Complexiteit van aantonen effectiviteit van beleid
ciet wordt afgewezen gestegen naar 21% (16% vorig jaar). Dat het bewustzijn lijkt te zijn gestegen en dat er een daling is van discrimi-
natie bij de correspondentietesten, en een daling van het aantal verhuurder-
Het aandeel reacties waar de bemiddelaar niet expliciet meewerkt aan het bemiddelaars dat direct of indirect mee wil werken aan discriminatie kan
discriminerend verzoek, maar benadrukt dat de keuze aan de verhuurder zelf verschillende oorzaken hebben. Eén van de mogelijkheden van deze positieve
is (en hiermee discriminatie verderop in het proces faciliteert) daalt voor een ontwikkeling is de invloed van beleid (zie paragraaf 2.1.3) waaronder de aanpak
derde jaar op rij (van 34% in 2021/2022, naar 30% in 2023). Een klein aandeel woondiscriminatie van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De daadwer-
van de reacties valt in de categorie ‘strenge selectie’ (dit jaar 6%, vorig jaar 12%), kelijke invloed van dit beleid waaronder de campagne ‘Wijs discriminatie de
‘geen antwoord (3%) of ‘overig’ (3%). deur’ maar ook (de publiciteit rond) de Wet goed verhuurderschap, en de inspan-
ningen van brancheorganisaties, op het handelen van de verhuurbemiddelaars
Uit bovenstaande komt naar voren dat 73% van de gesproken verhuurbemid- is echter lastig te bepalen. Als wij afgaan op de reacties in de mystery calls, dan
delaars niet (expliciet®®) tegen het discriminerende verzoek ingaat en daarmee zien we dat zes van deze verhuurbemiddelaars aangeven dat zij gecontroleerd
direct óf indirect meewerkt aan discriminatie. Wel is dit in 2023 een kleiner (kunnen) worden door de gemeente en/of overheid, en dat zij daar geen gedoe
aandeel dan in de vorige landelijke monitor (2021/2022), waarin dit aandeel mee willen hebben. In twee gesprekken zegt de verhuurbemiddelaar kennis te
nog op 80% lag. hebben van onderzoeken en mystery calls over dit onderwerp. Eén keer wordt
genoemd dat er een campagne tegen discriminatie op de huizenmarkt was.
Hierbij moet nog wel de kanttekening gegeven worden dat wanneer de onder-
zoekers twijfelden in welke categorie de reactie te plaatsen was, altijd het Het kan natuurlijk zo zijn, dat verhuurbemiddelaars wel bewust zijn van de
voordeel van de twijfel gegeven is aan de bemiddelaar. campagne, maar dit niet noemen in het gesprek met de fictieve verhuurder. Het
effect van de campagne is hiermee niet vast te stellen. Hierbij moet vermeld
Meer bewustzijn dat het verzoek discriminerend is, wat zich niet een-op- worden dat het causaal verband aantonen tussen beleid (in dit geval mn de
een doorvertaalt in andere intenties. vorm van een campagne) en bewustzijn, en vervolgens ook andere intenties
en handelen zeer complex is.
In de tweede landelijke monitor (2021/2022) bleek uit ongeveer een kwart van
de reacties dat de bemiddelaar zich bewust was van het feit dat het verzoek Verschillende strategieën om de kern van het discriminerend verzoek te
discriminerend was. Dit jaar is dat gestegen naar zo'n 37%. Het is dus aanne- omzeilen
melijk dat het meegaan in discriminerende verzoeken niet (alleen) aan het
gebrek aan bewustzijn ligt. Met andere woorden, een deel van de mensen weet De gesproken verhuurbemiddelaars hanteren verschillende strategieën om
dat het verboden is, maar doet het toch. het discriminerend karakter van de vraag te omzeilen, om de verhuurder van
gedachten te laten veranderen of om de focus van het gesprek een andere kant
mn op te sturen.
45 De categorieën ‘strenge selectie’ en ‘aanbieding.
46
|
an ze
In de gesprekken proberen verhuurbemiddelaars soms de fictieve verhuurder Voor meer inzicht in de effecten van de wet is alleen het onderzoeken van feite-
‘gerust te stellen’ door de strenge selectieprocedure te benadrukken die zij lijke discriminatie onvoldoende. Dit zal in samenhang moeten gebeuren met
hanteren. Soms zijn deze procedures dusdanig streng dat zij van de AVG niet bijvoorbeeld analyses van de meldingen bij de gemeentelijke meldpunten. Maar
mogen (hierover later meer). ook analyses van de motiveringen van verhuurders en verhuurbemiddelaars
richting afgewezen huurders. Daarnaast voltrekt de wet zich natuurlijk niet
Een strategie is ook het benadrukken dat ‘er ook goede buitenlanders’ zijn, in een vacuüm. Er zullen andere economische en maatschappelijke ontwik-
soms in combinatie met dat ‘Nederlanders ook niet altijd netjes zijn’. kelingen zijn waarvan het mogelijk is dat die van invloed zijn op de feitelijk
discriminatie.
Naast het benadrukken van achtergrondkenmerken die wel mogen/ relevant
kunnen zijn bij verhuur (zoals hoogte van het inkomen, en de daaraan impli- Tot slot is het belangrijk om de bedoelde en onbedoelde gevolgen van de wet
ciet gekoppelde goede baan), worden ook veel subjectieve en vage criteria in zijn geheel te onderzoeken.
benoemd. Het belang van ‘een goed gevoel’, iemand ‘in de ogen kunnen kijken’,
et cetera.
Kleiner maken van het discriminerend element in de vraag komt ook voor
in de gesprekken. In dergelijke reacties gaan bemiddelaars voorbij aan het
onwettelijke discriminatie-aspect, en maken vergelijkingen met persoonlijke
voorkeuren als ‘geen huisdieren in huis willen’, of ‘geen studenten’ willen.
Het valt op dat (zowel in de correspondentietesten als in de mystery calls) er om
meer informatie wordt gevraagd aan de potentiële bezichtiger dan volgens de
AVG mag. Voor het maken van een afspraak voor een bezichtiging zijn name-
lijk alleen naam en contactgegevens nodig. Kopieën van ID-bewijzen, werkge-
versverklaringen, et cetera zijn allemaal niet nodig (en dus niet toegestaan).
Aanbevelingen voor vervolgonderzoek
Zeker met de invoering van de Wet goed verhuurderschap (per 1 juli 2023) is
het belangrijk om de feitelijke discriminatie op de verhuurmarkt te blijven
monitoren.
47
|
Te _
mn
mn
Ed
B ij lage 1 G es laagd e Tabel 1 Overzicht aantal testen
corres po n d e ntiete ste n Discriminatiegrond _ Test Zan geslaagde
esten
Marokkaans klinkende mannennaam vs 622
Nederlands klinkende mannennaam (MM) 3
Etnische achtergrond Marokkaans klinkende vrouwennaam vs 62
In de periode van januari 2023 tot april 2023 is er iedere twee weken een ronde 5 Nederlands klinkende vrouwennaam (MV) 5
met correspondentietesten uitgevoerd voor alle vijf de genoemde profielen (in Pools klinkende mannennaam vs Nederlands
testparen). In dit hoofdstuk beschrijven we de algemene resultaten die deze klinkende mannennaam (PM)
testen opgeleverd. Hoeveel testen zijn uitgevoerd, welk type woningen zijn Seksuele gerichtheid __Homoseksueel stel vs heteroseksueel stel(HO) 506
getest en hoe ziet de geografische spreiding eruit van de uitgevoerde corres- Gender Nederlands klinkende vrouwennaam vs s
pondentietesten? Deze algemene opbrengsten zijn relevant om de resultaten Nederlands klinkende mannennaam (NV) hai
die in het volgende hoofdstuk beschreven staan te kunnen duiden. Totaal 3.030
Aantal geslaagde testen, unieke advertenties en unieke aan- Type woning, huurprijs en woonoppervlakte
bieders
In deze paragraaf geven we meer informatie over het soort woningen die per
Er zijn uiteindelijk zeven rondes correspondentietesten uitgevoerd bij 3.251 profiel zijn getest, de gemiddelde huurprijs van deze woningen en de gemid-
advertenties. Het betrof in totaal minder unieke woningen (2.905) omdat delde woonoppervlakte van de geteste woningen.
sommige advertenties in verschillende rondes meermaals (122 advertenties
2 keer, 2 advertenties 3 keer, 1 advertentie 4 keer) zijn aangeschreven met een .
Type woning
verschillend of eenzelfde profiel. In tabel 1 wordt het aantal geslaagde testen
weergegeven per profiel. Van de 3.251 testen, bleken uiteindelijk 3.030 (93,2%) De percentages naar type woning bij de verschillende profielen is vrijwel gelijk.
geslaagd. De niet-geslaagde testen betreffen voornamelijk advertenties die Logischerwijze komt ‘kamer bij het profiel homoseksueel stel vrijwel niet voor,
zijn verwijderd na de eerste reactie van het test- of controleprofiel, waarbij het terwijl dit type woning bij de andere profielen bij ongeveer 5% is getest. Het
andere profiel dus niet is getest. De verschillen in aantal tussen de profielen meest getest zijn advertenties voor type woning ‘appartement: bijna driekwart
zijn marginaal. Het verhuuraanbod in de testen was uiteindelijk afkomstig van alle testen. De advertenties hadden een gemiddelde huurprijs van € 1.313,
van in totaal 1.019 unieke aanbieders. een gemiddelde oppervlakte van 74 m°* en de woningen hadden gemiddeld
2,8 kamers.
48
En
Tabel 2 Type woning per profiel
/p Sper p Woonoppervlakte
Type Ì
woning HO % MM % MV % PM % NV % Totaal Wanneer we naar de gemiddelde woonoppervlakte van de te huur aangeboden
Annan objecten kijken, zien we wederom geen (significante) verschillen tussen de
pparte- . … .
en 75% 75% es 71% 74% 2.234 profielen. Logischerwijze hebben de aangeboden huizen het grootste woon-
En 20% 17% nn 536 oppervlak, gevolgd door de appartementen, studio's en als ‘kleinste’ object,
de kamers. Waarbij de verschillen qua oppervlakte tussen de type woningen
Kamer 1% 1% 1% 6% 5% 130 . . …
allernaal significant zijn.
Studio 1% 5% 3% 5% 5% 130
Tabel 4 Gemiddelde woonoppervlakte (in m?) woningen per profiel
Huurprijs Type
. HO MM MV PM NV Totaal
woning
Ook ten aanzien van de huurprijs van de geteste woningen, zien we gemid- Annan
. . . . . pparte-
deld geen (significant) verschil tussen de verschillende profielen (zie tabel ment gn is gn Ue gn ij.
3). Logischerwijze zijn de gemiddelde huurprijzen van appartementen en En Ho 102 107 13 Ho m5
huizen aanzienlijk (en significant) hoger dan de huurprijzen voor kamers en
En En . , … Kamer 25 18 17 24 21 21
studio's, waarbij studio's ook weer gemiddeld ruim anderhalf keer zo duur zijn
als kamers. We zien ook een significant verschil in de gemiddelde huurprijs ee 32 Ee Ee 35 Ee 30
en: De Banie
tussen appartementen en huizen, waarbij huizen significant duurder zijn. Bi 5 em) En De Ee 7 De En
de selectie van advertenties zijn alleen woningen geselecteerd die voor maxi- |
maal € 2.000 werden aangeboden.
Geografische spreiding
Tabel 3 Gemiddelde huurprijs woningen per profiel
Als laatste gaan we in op de locatie van de via Pararius aangeboden huurwo-
Type . . . . . .
woning HO MM MV PM NV Totaal ningen. In de analyses maken we onderscheid of de woning zich bevindt in de
Annan GA of niet. Van alle huurwoningen in Nederland bevindt 23% zich in een van
pparte- . .
ment € 1370 € 1359 € 1.369 oh al € 1357 € 1359 deze steden.’ In de eerste monitor bevond 37% van alle geteste huurwoningen
Eis e 1421 e 1412 € 1407 € 1.449 € 1428 € 1424 zich in één van deze vier gemeenten. In de tweede monitor lag dat percentage
Kamer € 567 € 520 € 526 € 547 € 523 € 532 mm
Studio € 869 € 817 € 728 € 970 € 793 € 843 46 Centraal Bureau voor de Statistiek (2020, 29 oktober). Voorraad woningen; eigendom, type verhuurder,
Gemid- bewoning, regio. Statline. Geraadpleegd op 22 april 2022, van https:/opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/
delde € 1352 € 1.308 € 1322 €1294 € 1.298 € 1.313 nl/dataset/82900NED/table?fromstatweb.
49
an ze
iets lager (33,4%) en in deze derde monitor ligt het nog iets lager (en daarmee
dichter bij het werkelijke percentage huurwoningen in de GA, namelijk 29,5%.
In de tabel hieronder is te zien hoe de percentages G4 versus niet-G4 geteste
huurwoningen zich verhouden ten opzichte van de vier testparen. Wanneer
we de verschillende profielen bekijken zien we nergens een significante afwij-
king van het gemiddelde.
Tabel 5 Percentage woningen in de G4 en niet-G4 per profiel
Type HO MM MV PM MV Totaal
woning
niet-G4 70,0% 73,4% 67,8% 71,6% 69,4% 70,5%
G4 30,0% 26,6% 32,2% 28,4% 30,6% 29,5%
50
|
En al
mn
mn
B ij lage 2 G es Pp re ks le Í d ra ad Tester: Ok, dat klinkt goed. [men geeft de indruk dat de beller echt
geïnteresseerd is]. Ik heb wel nog een bijkomende vraag.
MY S te ry Ca | | S (Stilte, men wordt hier wat onwennig/minder zakelijk] Ik
wil dat mijn appartement goed onderhouden wordt.
Vrienden van mij hebben slechte ervaringen gehad met
buitenlanders. Zou het daarom mogelijk zijn om niet
Tester: Goeiedag, u spreekt met [voornaam + achternaam]. Ik te verhuren aan buitenlanders; van die Marokkanen,
heb een appartement in <buurt> maar ga binnenkort Turken en Polen?
verhuizen naar het huis van mijn nieuwe vriend. Ik zou
mijn appartement daarom graag verhuren. Het gaat om Verhuurbemiddelaar: Antwoord gegeven door de makelaar.
een appartement met twee slaapkamers en ik dacht aan
een huurprijs van 1000 euro per maand. Ik ken echter Tester: Ok, bedankt voor de informatie. Het is nu allemaal
weinig van de huurwetgeving af en zou daarom met veel duidelijker voor me. Ik ga alles nog even laten
een makelaar willen werken. Ik vraag me wel af hoeveel bezinken en ik laat nog iets weten als ik met jullie wil
zoiets kost en hoe jullie te werk gaan. Ik bel daarom om samenwerken.
wat vrijblijvende informatie in te winnen.
Verhuurbemiddelaar: Antwoord gegeven door de makelaar.
Detester luistert dan eerst naar de uitleg van de verhuur-
bemiddelaar. De tester klinkt geïnteresseerd en stelt even-
tueel een aantal korte bijvragen ter informatie.
a1
En
En al
mn
mn
Ed ©
Bijlage 3 Tekstbericht 3 Halo OO
Mijn man en ik zouden graag deze woning bezichtigen. Is dat mogelijk? We
VOO rbeelden horen graag van u.
Groet,
fvoornaam + voornaam achternaam
Hieronder staan vier voorbeelden van berichten die we als reactie hebben 4. Goedemorgen jof Goedemiddag/Goedenavond, afhankelijk van tijdstipt,
verstuurd. De eerste twee berichten zijn gebruikt voor de eenpersoons test- Mijn echtgenoot en ik zijn op zoek naar een woning. Zouden we een keer
en controleprofielen (testen op behandeling van niet van origine Nederlands kunnen komen kijken?
klinkende namen). Het derde en vierde bericht hieronder hebben we ingezet Met vriendelijke groeten,
voor de testen met het homoseksuele koppel en worden ondertekend door fvoornaam + voornaam achternaam
twee namen, zijnde twee mannennamen of een mannen- en vrouwennaam.
De teksten bestaan uit drie componenten: aanhef, vraag en afsluiting. leder
component van het bericht hebben we over alle in totaal 48 profielen aselect
toegewezen. Eventueel mogelijke verschillende interpretaties over de ‘netheid’
van een bericht door een aanbieder, wat van invloed kan zijn op de uitnodi-
gingskans, is hierdoor random verdeeld over alle profielen zodat het geen
invloed kan hebben op de resultaten van een specifiek profiel.
1 Hallo,
Ik ben erg geïnteresseerd in deze woning en zou deze graag komen bezoeken.
Is dat mogelijk?
Vriendelijke groeten,
fvoornaam + achternaam?
2. Beste,
Ik ben op zoek naar een woning en zag deze advertentie. Zou ik mogen
komen bezichtigen?
Groeten,
fvoornaam + achternaam?
52
En
mn a
mn
mn
ijlage odenummers
Bijlage 4 Cod
e
correspondentietesten
Hieronder staat de lijst van de codes die gebruikt zijn om alle ontvangen
berichten (e-mails, voicemails en sms-berichten) te categoriseren. De codes
4, 5 en 6 zijn de ‘positieve reacties’ en worden gezien als een ‘uitnodiging’. De
codes zijn gelijk aan de codes gebruikt in de eerste monitor discriminatie
bij woningverhuur en zijn gebaseerd op onderzoek door Prof. Dr. Pieter-Paul
Verhaeghe van de Vrije Universiteit Brussel en gespecialiseerd in correspon-
dentietesten bij woningverhuur.
Codenummer Uitleg
1 Bezoeken zijn momenteel niet mogelijk.
2 Kandidaat werd om aanvullende informatie gevraagd, geen afspraak voor
een bezichtiging.
Kandidaat werd gevraagd om contact op te nemen, maar nog geen zeker-
5 heid of bezichtiging mogelijk is.
Kandidaat werd om aanvullende informatie gevraagd en uitgenodigd voor
u een bezichtiging.
Kandidaat werd gevraagd om contact op te nemen om een afspraak voor
a een bezichtiging in te plannen.
6 Kandidaat werd uitgenodigd om de woning te bezoeken.
7 Men wil niet aan de kandidaat verhuren.
8 De woning is niet langer te huur.
9 Opvolgmail met info over andere panden.
10 Geen antwoord ontvangen.
11 Anders.
53
En
ze A
mn
mn
ee e Hoogenbosch, A. en Dibbets, A. (2019). ‘Normale verhuurders willen normale huurders’.
B IJ lage 5 LL Í te rat 8 8 r Veldverkenning discriminatie bij woningverhuur. RADAR: Rotterdam.
Hoogenbosch, A. en Fiere, B. (2021). Gelijke kansen op een huurwoning in Nederland?
Monitor discriminatie bij woningverhuur. Art.1i/RADAR: Rotterdam.
Andriessen, [. en Wittebrood. K. (2021). Discriminatie op de woningmarkt. Ben praktijk- Hoogenbosch, A, Tierolf, B, Sikkema, M. Kwakernaak, M. & Mesic, A. (2022). Monitor
gericht onderzoek naar de aanpak van discriminatie op de particuliere huurwoningmarkt. discriminatie bij woningverhuur 2022. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.
Verwey-Jonker Instituut: Utrecht.
Hoogenbosch, A. en Fiere, B. (2021). Gelijke kansen op een huurwoning in Nederland?
Andriessen, [. et al. (2020). Ervaren Discriminatie in Nederland II. Den Haag: Sociaal Monitor discriminatie bij woning verhuur. Rotterdam: Art.1/RADAR.
Cultureel Planbureau.
_ _ Martiniello, B. and Verhaeghe, P.P. (2022) Signaling ethnic-national origin through
Artikel 1 vande Grondwet, Algemene Wet Gelijke Behandeling en Wet Gelijke names? The perception of names from an intersectional perspective. Plos One.
Behandeling Handicap/Chronische Ziekte.
Ollongren, K. (2021). Kamerbrief: Discriminatie op de woningmarkt; uitkomsten onder-
Banton, M. (1997). The ethics of practice-testing. Journal of Ethnic and Migration Studies, zoek en vervolg. Kenmerk: 2021-0000215787.
23, Pp: 413-420.
Pararius (2021). Persbericht: Vrije sector huurprijzen weer in de lift. Gepubliceerd op web-
Autoriteit Persoonsgegevens (z.d.). Gegevens over uw inkomen opvragen. site op 14-10-2021. Geraadpleegd op 25-03-2022 via https://www.pararius.nl/nieuws/
Verkregen via https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/themas/financien/ vrije-sector-huurprijzen-weer-in-de-lift
inkomen-en-kredietwaardigheid/gegevens-over-uw-inkomen-opvragen
_ Riach, P. A. & Rich, J. (2004). Deceptive field experiments of discrimination: Are they
Böcker, A, Terlouw, A. en Ozdemir, B. (2019). Discriminatie bij de verhuur van woningen? ethical? Kyklos, 57, pp: 457-470.
Een verkennend onderzoek naar verklaringen en de mogelijke aanpak. Nijmegen: Radboud
Universiteit. Van der Bracht, K, Verhaeghe, P.P. en Van de Putte, B. (2016). Gelijke toegang tot huisves-
ting voor elke Gentenaar: onderzoeksrapport. Gent: Universiteit Gent.
Bovenkerk, F. (1992). A Manual for International Comparative Research on Discrimination
on the Grounds of ‘Race’ and ‘Ethnic origin’. Geneva: International Labour Organization. Veenman, J. (2003). Discriminatie op de arbeidsmarkt. De resultaten van Nederlands
onderzoek. Beleid en Maatschappij, 30(2):90 —100
Centraal Bureau voor de Statistiek (2020, 29 oktober). Voorraad woningen; eigendom,
type verhuurder, bewoning, regio. Statline. Geraadpleegd op 22 april 2022, van https:// Verstaete, J. en Verhaeghe, P.P. (2019). Ethnic discrimination upon request? Real estate
opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82900NED/table?fromstatweb. agents’ strategies for discriminatory questions of clients. Journal of Housing and the
Built Environment, 35, pp: 703-721.
Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ (2021).
Verstaete, J. en Verhaeghe, P.P. (2019). Ethnic discrimination upon request? Real estate
Ghekiere, A, Martiniello, B. & Verhaeghe, P.P. (2022). Addressing methodological agents’ strategies for discriminatory questions of clients. Journal of Housing and the
assumptions of correspondence tests when measuring discrimination. Built Environment, 35,: 703-721.
54
En
ee
Simeon, L, et al. (2010) “Situation testing” Discrimination in access to employment based
on ILO methodology, International Migration Programme, International Labour Office
(ILO) Geneva.
Zschirnt, EB. (2016). Revisiting ethics in correspondence testing. Working paper series,
nr.8, NCCR On the Move.
Zschirnt, B. (2019). Revisiting ethics in correspondence testing: an update. Research
Ethics, pp: 1-21.
55
|
Instituut
led
mn
COLOFON
mn
Opdrachtgever Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
Auteurs Drs. A.E. Britt
Drs. B. Tierolf
AL.LL Hoogenbosch, MSc
mn
M.J. Verstappen, MSc
Y. Dusault, MSc
D.M.M.A. Yassine, MSc
Met medewerking van M. Messelink, F. Beenen, M. Driessen, B. van Malsen,
M. van Heusden, H. van Eijk, S. Kersbergen, L. Aboutaleb,
M. Versteeg, N. de Wringer, H. Scheeren
Foto omslag 123rf - Auremar
| Uitgave Verwey-Jonker Instituut
Giessenplein 59 C
3522 KE Utrecht
T (030) 230 07 99
E [email protected]
Iwww.verwey-jonker.nl
| De publicatie kan gedownload worden via onze website:
http:/www.verwey-jonker.nl
ISBN 978-94-6409-245-5
© Verwey-Jonker Instituut, Utrecht, juli 2023.
Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut.
Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld.
The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial
reproduction of the text is allowed, on condition that the source is mentioned.
| Onderzoeksrapport | 56 | train |
> Gemeente
Amsterdam
Amendement
Datum raadsvergadering 26 januari 2022
Ingekomen onder nummer 3
Status Verworpen
Onderwerp Amendement van de leden Yilmaz en Boomsma inzake monitoringsplan
uitbreiden
Onderwerp
Het monitoringsplan uitbreiden door ook de sociale- en economische gevolgen te meten
Aan de gemeenteraad
Ondergetekenden hebben de eer voor te stellen:
De Raad,
Gehoord de discussie over het voorkeursbesluit en vitvoeringsbudget voor het verkeersveilig ma-
ken van de Sloterweg West.
Constaterende dat:
— De voorgestelde variant 2A worden gemeten middels het monitoringsplan. Hierbij wordt
hoofdzakelijk gekeken naar de mogelijke knelpunten en verkeersveiligheid;
— Uit de analyse en inspraak volgt dat 2A ook gevolgen kan hebben voor het winkelcentrum en
de sportvelden van het Sportpark Sloten;
— Deze sociale en economische gevolgen ook onderzocht dienen te worden opdat er een goed
oordeel gevormd kan worden.
Besluit:
De volgende tekst:
a. Monitoringsplan: In overleg met de gemeente Haarlemmermeer, wordt gedurende een jaar
gezamenlijk de effecten van variant 2A op diverse wegen in zowel Haarlemmermeer als Am-
sterdam gemonitord. De belangrijkste onderdelen van de monitoring bestaan uit:
i. Het ontstaan van mogelijke knelpunten (congestie)
ii. De verkeersveiligheid
Te wijzigen naar (aanpassingen vetgedrukt):
Gemeente Amsterdam Status Verworpen
Pagina 2 van 2
a. Monitoringsplan: In overleg met de gemeente Haarlemmermeer, wordt gedurende een jaar
gezamenlijk de effecten van variant 2A op diverse wegen in zowel Haarlemmermeer als Am-
sterdam gemonitord. De belangrijkste onderdelen van de monitoring bestaan uit:
i. Het ontstaan van mogelijke knelpunten (congestie)
ii. De verkeersveiligheid
ii, de sociale gevolgen voor de sportvelden van het Sportpark Sloten
iv. de economische gevolgen voor het winkelcentrum Belgiëplein.
Indieners
N. Yilmaz
D.T. Boomsma
| Motie | 2 | train |
|
Gemee nte Bezoekadres |
Amstel 1
Am ste rda m 1011 PN Amsterdam
Postbus 202
1000 AE Amsterdam
Telefoon 14 020 |
> < amsterdam.nl
Retouradres: Postbus 202, 1000 AE Amsterdam
Aan de bewoners en bedrijfseigenaren van de Hazenstraat
p/a Hanzenstraat 17-2
1016 SM Amsterdam
Í
|
Datum 19 december 2016
Ons kenmerk 2016/8044 |
Uw kenmerk
Behandeld door OOV
Kopie aan
Bijlage 1 |
Onderwerp __Uw raadsadres van oktober 2016 |
Geachte bewoners en bedrijfseigenaren van de Hazenstraat,,
|
In vw raadsadres, welke op 21 november is ontvangen, geeft v aan dat u zeer gesteld bent op de |
aanwezigheid van coffeeshop Biba in vw buurt. U geeft aan dat de exploitant altijd de wet-en |
regelgeving naleeft, de omgeving schoonhoudt en bijdraagt aan de diversiteit in de buurt. U doet
dan ook een vriendelijk maar dringend verzoek op de Amsterdamse gemeenteraad om terug te
komen op het besluit de coffeeshop te sluiten.
In Amsterdam is het afstandscriterium ingevoerd, waardoor o.a. coffeeshop Biba per 1 januari
2017 de deuren moet sluiten. De maatregel is onderdeel van een breed pakket met maatregelen
om criminele inmenging in de coffeeshopbranche en softdruggebruik onder jongeren terug te
dringen. Ik heb daarover afspraken gemaakt met de Minister van Veiligheid en Justitie.
Zoals ik in bijgevoegde brief aan de gemeenteraad heb geschreven en in de vergaderingen van 30 |
november en 8 december jl. met de gemeenteraad heb besproken is er geen reden meer om |
uitstel te verlenen voor de uitvoering van deze maatregel. Dat de exploitant van Biba zich altijd |
aan de regels heeft gehouden en zorgt voor diversiteit in de buurt kan aan mijn besluit helaas niet |
afdoen. |
Ik dank v evenwel voor uw brief en ik hoop v met mijn antwoord voldoende te hebben |
geïnformeerd. |
Met vriendelijke groet, |
|
E.E. van der Laan
Burgémeester\ sterdam
|
Een routebeschrijving vindt v op www.amsterdam.nl.
|
Gemeente Amsterdam Datum 26 oktober 2016
Kenmerk
Pagina 2 van 2
| Raadsadres | 2 | train |
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.